No. 16010
LE1DEGH DACrELAB, Vrijdag" 12 Juli. Tweede Blad,
Anno 1912.
Buitenlandseh Overzicht.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Wonderlijke avonturen.
r In de eerste plaats willen we thans even
0e aandacht wijden aan de mlonarchis-
jfcenbeweging aan de Portugeesch-Spaan-
feche grenzen. Nu of nooit schijnt hun devies
'te zijn en dit zal verklaren de hardnekkig"-
[heid, waarmee ze de republiek blijven be-
fetokcn. De bemanning* van de „Vos" te Zee-
fbrugge en het vervoer van de vele wapenen
(Bin ammunitie waren ongetwijfeld een onder-
jdeel van dit plan.
In het noorden van Portugal bevindt zich
kapitein Paiza Coucciro, waar hij te Serrar
quin Los alle royalisten bij elkaar zamelt.
.Ook over kanonnen beschikken de
'getrouwen van ex-koning Manuel, die zelf
in Engeland zit on andoren d,o kastanjes uit
f<t vuur laat halen. Voor zoover bekend, heb-
Iben ze drie 6tukken veldgeschut en zes
[Maxims.
- De opstand van Cabeoeiros is nog niet
jblnderdrukt. De monarchisten tellen daar
jwnstroeks 1000 man. Zij waren naar het huis
yam den burgemeester getrokken, en hadden
0pzen gevangen genomen, waarop zij het
fliexstel der monarchie proclameerden. Do aan-
(tvezige republikeinsche troepen werden ver-
lireven en ©en later gezonden afdeeling moest
feioh aan de monarchisten overgeven. Dezen
hebben zich nu -bij Cabeceiros verschanst.
ETwee regimenten infanterie werden door de
JPortugecsche autoriteiten gezonden, om zich
jyan Oabeceiros meester to maken.
Allen, die met de wapens in do hand ge-
fyat worden, zullen voor oen krijgsraad te-
Jcecht staan.
Couceiro schijnt er op te hebben gere
kend, dat hij aanhangers zou vinden onder
jdo troepen, maar tot nu toe zijn dezen
Volkomen betrouwbaar go bleken.
1 Dat is dus voor de monarchisten een lee-
Zjjk tegonvallertjc.
Zoo komen uit meerdere plaatsjes berichten
{van het optreden der monarchisten. Een paar
feucoesjes op kleine troepen afdeeiin gen heb-
!ben ze behaald, maar over 't geheel geno-
£nen verliezen ze terrein en invloed.
De Spaansche republikeinen steunen de
(Portugeescho regesring door-de opstelling
yan waarnemingsposten aan de Galicisobe
kust, wijl vermoed wordt, dat een onbe
kend stoomischip een poging zal doen, om
{wapens aan wal te brengen.
1 Volgens een bericht uit Lissabon werd
0e luitenant 'ter zoo, SoaTes, aldaar door
(een carbonaro gedood. Soares was als ver
dacht van medeplichtigheid aan de eam-en-
fcwering in Algarvië in hechtenis geweest,
jpaaar wegens gebrek aan bewijs weer in
{Vrijheid gesteld. Carbonari gingen evenwel
fcteeds zijm gangen na. Toen Soares een
(hotel op bet Rocio-plcin wilde binnengaan,
frnaakto hij oen beweging, als wilde hij een
{wapen te voorschijn halen, ohi dit op de
lieden te richten, die hem achtervolgden.
[Een carbonaro loste tl oen vier schoten op
(hem, die den dood ten gevolge hadden. De
kno orden aar werd gevangen genomen.
Ook de Spaansche regeering treedt
ftegen de monarchisten op door
kun samenkomsten op Spaainsch gTondgobied
ionmogelijk to maken. Tegen gouverneurs, die
0e opstandige beweging in Portugal stcu-
jnen, wordt krachtig opgetreden. Een is er
{teruggeroepen, een ander verplaatst.
De geruchten over den dood van Couoeiro,
iover ziekte, over z'n gevangenneming wor-
0en thans tegengesproken door het bericht,
0at hij z'n troepen uit de verschillende doe
len van het land Zal samentrekken. Een be
wijs van kracht is 't niet.
Over de besprekingen in den gemeen-
fechappelijken ministerraad van Oosten
rijk-Hongarije, die geleid hebben tot de
(weigering van de 275 millioen kronen, die
0e generaal Auffenberg, de minister van
lborlog der monarchie, vroeg, wordt door
de ministers geheimhouding bewaard. Maar
het is desondanks diiidelijk dat de gene-
iraal een ontzettend© nederlaag geleden
heeft door de weigering; en de bladen wij-
Ben er op, dlat hij. zich klaarblijkelijk een
geheel verkeerd denkbeeld gevormd heeft
van de parlementaire toestanden.
In beide landen wordt het optreden van -
rden minister van oorlog eentactische
fout genoemdslechts enkele dagen ge
leden zijn de nieuwe legerwetten goedge-
toekomst weer de noodige eendracht en
samenwerking te bekomen, ten einde de
Sporenfeesten met denaelfden luister van
voorheen te kunnen vieren.
Beroepsraden directe belas
tingen.
Blijkens het Voorloopig Verslag betref
fende het wetsontwerp tot instelling van
Raden van Beroep voor de directe belastin
gen en vaststelling van algemeene' bepalin
gen betreffende het beroep op die ooileges,
meenden versoheid ede leden, dat eenheid
van wetgeving, vereenvoudiging van admi
nistratie en besparing van kosten zeer wel
te verkrijgen waren zonder de ingrijpende
wijziging, die de Regeering voorstelt. Hun
bezwaar was de ter-zijde-stelling van een
aantal colleges, dfie zdoh in een groofc mo
reel gezag verheugen. Wel kon het meeren-
deel hunner zich vereenigen meb de instel
ling van algemeene raden voor alle directe
belastingen. Indien nu tevens werd inge
steld een centrale instantie, die niet cas
satierechter, maar rechter in appèl was,
dan zouden al de voorde eten, waarop de
Regeering bij haar wijzigingsvoorstellen het
oog heeft, bereikt zijn.
Andere leden, die het waardeerden, dat
de Regeering een poging deed om de
administratie te vereenvoudigen en een
heid van rechtspraak te bevorderen, had
den grondwettelijke bezwaren. Behooren
de raden van beroep tot de rechterlijke
macht, dan is het w.-o., wat de wijze van
benoeming betreft, in strijd met «rr 166
der-Grondwet, dat de aanstelling vaüf leden
der rechterlijke macht als een recht van
den Koning erkent. Moeten die raden niet
tot de rechterlijke macht gerekend wor
den, dan verzet art 165 der Grondwet er
zich tegen, de uitspraken aan het cassatie
recht van den Hoogen Raad te onderwer
pen, betoogden deze leden.
Andere leden, die de juistheid van deze
bedenkingen niet konden inzien, vreesden,
dat het brengen van het beroep bij de
rechtbank een goedte berechting in belas
tingzaken niet zal bevorderen. Hun be
schouwingen vonden tegenspraak bij eenige
leden, die verwachtten, dat de. rechter zioh
van een misplaatst formalisme zeer wel
zou weten vrij te houden. Wel vrcegen
deze leden zich af, of van de vereenigdng
der raden met de rechtbanken niet een
verkeerde invloed op ons rechtswezen is te
vreezen. Zij zouden dan liever de tegen
woordige regeling behouden totdat de
regeling der administratieve rechtspraak
een definitieve oplossing van het vraag
stuk zou brengen.
Uit een uitlating in de Memorie van Toe-
i lichting maakten sommige léden op,-dat de
Regeering een tot-standLkoming van de
admini strati evé rechtspraak voorshands
niet verwacht. Men vroeg, of een bijzon
dere redbn tot deze gedachte aanleiding
gaf.
Ongemerkt werd, dat het W. S. betref
fende de administratieve rechtsvordering
de rechtspraak in belastingzaken buiten de
administratieve rechtspraak houdt.
Dat een afzonderlijke regeling zou moe
ten worden getroffen, als de administra
tieve rechtspraak wettelijk zou worden ge
regeld, gaf men echter niet terstond toe.
Sommige leden wilden een raad van be
roep voor elke gemeente van eenige uitge
breidheid Voor kleine bij. elkaar gelegen
gemeenten zou één raad) zijn in te stellen.
Verscheidene leden hadden er bezwaar
tegen, dat de functie van voorzitter door
een lid der rechtbank zou worden vervuld
en wilden in ieder geval de aanwijzing van
dit lid door of op voordracht van de recht
bank te zien geschied.
Sommige leden wilden de leden en den
voorzitter der raden door de Kroon be
noemd zien.
Voorts werd gevraagd, of het de bedoe
ling is eed en belofte volkomen gelijk te
stellen ©i£j>f niet tevens een plaatsvervan
gend griffier behoord te worden aangewe
zen, voor heb geval dat de griffier zelf het
beroep heeft ingesteld.
Eenige leden hadden bezwaar er tegen,
dat de ambtenaar, tegen wiens beslissing
het beroep is gericht, zich door een advo
caat of procureur kan doen bijstaan. Dan
zal ook de belanghebbende dit moeten doen
en hij krijgt, ook indien de beslissing on
gunstig luidt, de daardoor veroorzaakte
kosten niet terug.
Tegen de bepaling, dat een griffierecht
vaoi*f 2.50 wordt geheven van den belang
hebbende, die beroep in cassatie instelt,
werd door sommige leden bezwaar ge
maakt
Anderzijds werd insbemming betuigd met
de daarvoor in de Memorie van Toelichting
aangegeven reden.
Invaliditeit* en Onderdoms*
verzekering;.
In een lijvig rapport hebben de afgevaar
digden van den Bond voor Staatspension
neering, de heeren G. L. Janssen (Perio)
en ds. D. A. van Krevelen, neergelegd de
uitkomsten van hun onderzoek naar de wer
king en de resultaten van de Duitsche wet
op de verplichte verzekering tegen invali
diteit en ouderdom.
Dit rapport bevat ook een vergelijking
tusschen den toestand in Duitschland na 1
Jan. 1912 en den toestand zooals die wor
den zou in Nederland bij onveranderde aan
neming van het ontwerp-Talma.
Een Duitscher, die op 40-jarigen leeftijd
invalide wordt, en dan zelf voor zijn ver
zekering betaald, heeft 160 mark, krijgt
een invaliditeitspensioen van 207.50 mark
de Nederlander, die in hetzelfde geval be
taald zou hebben f 165, een pensioen van
f 115.50. Als zij elk 5 kinderen beneden 15
jaar hebben, krijgt de Duitscher nog een
verhooging van 103.75 mark, de Nederlan
der niets. En dit komt ook niet terecht bij
de ouderdomsrente. Do Duitscher, die in
totaal betaald heeft 900 mark, krijgt een
ouderdomspensioen van 200 mark; de Ne
derlander, die f900 betaald heeft, f 194.17,
in verhouding dus ook minder.
De rapporteurs komen tot de volgende
conclusies:
1. Samenkoppeling van invaliditeits- en
ouderdomsverzekering geeft een lage in-
validiteitsrente en een hoogen leeftijd
van ingang van de ouderdomsrente, en staat
dus in tweeërlei zin een goede regeling in
den weg.
2. Ouderdomsverzekering van loon-
trekkenden sluit vele mannen en de
meeste vrouwen uit, geeft staatssteun aan
een bepaalde klasse der maatschappij, en
zondigt dus tegen de rechtvaardigheid.
3. Na 20-jarig bestaan van de wet zijn de
renten veelal nog niet voldoende voor bet
allernoodzakelijkste levensonderhoud, ter
wijl in de toekomst zelfs de hoogst bereik
bare ouderdomsrente (f 138 per jaar) daar
toe ontoereikend zal wezen.
Door de thans steeds verminderende
w e r k e 1 ij k e waarde van het geld, wor
den de reeds verleende renten van jaar tot
•jaar nog minder voldoende.
4. Door de verschillende berekening van
de invaliditeits- en ouderdomsrente, in ver
hand met het verschil in wachttijd voor bei
de renten en met den te hoogen leeftijd
voor de ouderdomsrente, wordt in den
langdurigen overgangstoestand vooral si
mulatie in de hand gewerkt. De daardoor
noodig geworden scherpe oontröle werkt
enerveerend op die rentetrekkers, wier
graad van invaliditeit zich beweegt op de
grens van het begrip „invaliditeit :n den
zin der wet".
5. De omschrijving van het begrip „inva
liditeit in den zin der wet" is te scherp, en
nietgelijk voor de loontrekkenden be
neden de 2000 mark jaarverdienste, en die
van 2000 tot 5000 mark jaarlijksch inkomen,
terwijl ook de leeftijd voor ingang van de
ouderdomsrente voor beide categorieën ver
schilt (voor de eerstgenoemde categorie 70
jaar, voor de andere 65 jaar.)
Ook hierdoor worden onrecht en ontevre
denheid geschapen.
6. In het belang van den verzekerde
eenerzijds en den drager van het verzeke
ringsrisico anderzijds is het wenschelijk, dat
van het oogenblik van ziek worden af tot
aan het herstel of ongeneeslijke invalidi
teit toe de administratieve en medische be
handeling gesohiede door dezelfde personen
namens hetzelfde lichaam.
Overgang van behandeling voor rekening
en door de ziekenkas naar die voor reke
ning en door het orgaan van de Invalidi-
teitskas werkt verkeerd. Ziekteverzekering
en invaliditeitsverzekering behooren te
worden samengekoppeld.
7. Het bij de kwaliteitsverzekering ge
volgde systeem, waarbij het verschil tus
schen de contante waarde van lasten en
baten gedekt moet zijn door aanwezige
fondsen, en het beleggen van een deel dmr
reserve in werken van algemeen nut, ten
bate van de verzekerden, alsmede de maat
regelen tot voorkoming of mogelijk herstsl
der invaliditeit, zullen in steeds meerdere
mate ten goede komen aan volksgezondheid
en volkswelvaart.
8. Het Nederlandsche ontwerp op de In
validiteits- en Ouderdomsverzekering van
1911 verdient dien weidsohen naam niet.
Het behoort zich aan te dienen, evenals de
wet van 13 Juli 1899 in Duitschland, al9:
„Ontwerp op de Invaliditeitsverzekering."
Het bevat bijna alle fouten, die kleefden
aan de eerste Duitsche wet van 22 Juni 1889.
Het eischt bovendien méér en geeft minder..
Nationaal is het slechts in zooverre, als
het draagt het cachet van de ons door de
Engelschen toegeschreven hoofdfout, van
te weinig te geven en te voel te vragen.
De Titanic" conferentie.
De internationale conferentie, naar aan
leiding van de „Titanic"-ramp door
Duitschland' en de Ver. Staten bijeengeroe
pen, zal, nadat tusschen de betreffende
landen hieromtrent onderling overleg was
gepleegd, te Londen worden gehouden.
Do uitnoodigingen tot deelname aan de
conferentie zullen van Engeland uitgaan,
als zijnde 't land, dat het eerst en het
nauwst bij do ramp van de „Titanic"
betrokken is. Wanneer de conferentie zal
plaats vinden, is thans nog niet te voor
zien; men rekent er intusschen op, dat zij
nog in den loop van dit jaar zal worden
gehouden.
Daar er ten behoeve van een goede volg
orde der beraadslagingen een programma
moet worden opgemaakt, waarover waar
schijnlijk met de Yoreenigde Staten zal
worden beraadslaagd, zco kan worden
aangenomen, dat in Duitschland zoowel
als in Engeland allereerst de uit de ramp
van het reuzenschip getrokken lessen be
lichaamd. zullen worden in behaalde vooc-
stellen.
In Duitschland hebben de op het congres
van Mei 1.1. ingestelde commissies haar
arbeid geëindigd, op de z. g. n. booten-
commissie" na, die het wenschelijk acht,
hare werkzaamheden ten tweede male aan
een algemeene bespreking te onderwer
pen. Als dan de resultaten hiervan in
den. vorm van scherp omlijnde voorstellen
bekend zijn, wordt waarschijnlijk het ge
zamenlijk materiaal aan een nieuwe confe--
rentie ter bespreking voorgelegd, die vér- 1
moedelijk na het zomerreces, dus in Sep
tember of October, zal plaats vinden.
Pas na deze conferentie zal de Duitsche
regeering in staat zjijn haar standpunt
in zake het program der internationale
conferentie uiteen te zetten. Hieruit
blijkt, dat de conferentie te Londen in
ieder geval niet voor laat in den herfst
of in het begin van den .winter kan plaats
hebben.
Noodlijdenden op Bonaire.
Op het kleine eiland Bonaire, dat tot het
gouvernement van Curaqoo behoort, heerscht
groote armoede door een totale mislukking
van den oogst.
Gebrek aan drinkwater en goed voedsel
zijn bovendien de oorzaak van vele ziekten..
H. M. de Koningin heeft reeds een bedrag
van duizend gulden doen toezenden aan den
gouverneur van Curaqao tot leniging van
den nood onder de arme bevolking van Bo
naire.
BB)
Hij liet een van de marmeren bladen van
rden schoorsteen draaien. De marmeren
plaat zelf bewoog en de spiegel, die er op
stond, gleed weg in onzichtbare sponnin
gen, en maakte een breede opening vrij,
[waar de eerste treden in uitkwamen van
©en trap, welke in den schoorsteen zelf
iwas aangebracht. Alles zag er goed en ste
vig uit en was bezet met tegels van wit
I porselein.
Hij ging naar boven. Op de vijfde ver
dieping was eenzelfde inrichting aan den
eohoorsteen. Dubreuil stond op hem te
.wachten.
„Zijt ge klaar?"
„Ja."
9,Is alles weg?"
„Alles."
„En het personeel?"
„Alleen de drie mannen, die op den
Uitkijk staan, zijn er nog."
„Laten wij naar hen toegaan."
Achter elkaar klommen zij langs dienself
den weg naar de verdieping, waar de
'dienstboden sliepen, en kwamen uit in een
zolderkamertje, waar zich drie mannen be-
yonden, van wie er één uit het venster
stond' te kijken.
„Niets nieuws?"
„Niets, chef."
„Is het veilig i'n de straat?"
Volkomen."
„Nog tien minuten en ik ga voorgoed
!*r©g. Jullie moeten ook weggaan. Tot dat
keurd, die een belangrijke vermeerdering
van de persoonlijke lasten vragen, door
grootere reoruten-oontingenten en uitbrei
ding der artillerie.
En nu komt hij reeds weer met den
eisch om groote geldelijke uitgaven voor
de geheele vernieuwing van het geschut;
na eeen vrij scherpe verdediging daarvan,
liet hij zijn eisch vallen, toen hij zag, dat
die op tegenstand stuitte bij de regeerin
gen en vooral bij de ministers van finan
ciën der beide landen.
Hoe het met de zaak van den Russisohen
officier Kostewitsj gesteld is, is niet erg
duidelijk. De „Köln. Zedt." zegt dat een
formeel onderzoek eerlang te verwachten
is, dat "het bijeen ge zamelde materiaal hier
toe aanleiding geeft, doch daartegenover
vertelt de „Voss. Zeit." dat het onderzoek
tegen dien Russisch en officier zoo weinig
belastende of overtuigende bewijzen aan
den dag heeft gebracht, dat zijn invrijheid
stelling binnenkort kan worden verwacht.
Het voorloopig onderzoek kon nog niet
worden afgesloten, wijl men in de papieren
van den te Diisseldorf gearresteerden Rus
sisohen oud-officier Nikolski naar bewijzen
voor het verraad van Kostewitsj wilde
zoeken. Een uitgebreide briefwisseling
werd in beslag genomen, die grootendeels
in de Russische taal geschreven en dus
vertaald moest worden.
Nikolski werd juist gearresteerd, toen
hij de „Rbeinisohe Metallwarenfabrik" zou
verlaten, om weer naar Rusland terug te
keeren, waar hij als hoofdvertegenwoordi
ger dier fabriek zich te St.-Petersburg zou
vestigen. Hij was reeds in het bezit van
een pas, zijn meubelen waren reed's inge
pakt, vrouw en dochters waren reeds, ver
trokken.
De gewelddadigheden ïn de
Londensehe haven blijven aanhouden. Heb
gevolg is geweest dat zij, die thans aan den
arbeid zijn, zioh met revolvers hebben ge
wapend- Natuurlijk heeft de politie handen
vol werk gekregen, want in grooten getale
zijn ze bij de dokken op post gezet.
Sommige bladen wenschen dat de regee
ring de partijen zal dwingen een vergelijk
te treffen of soldaten naar de haven zal
zenden. Twee maatregelen, die geheel met
elkaar in strijd zijn, want de werkgevers
hebben van den laatsten meer voordeel dan
van den eersten, en zullen dus b'j hun hou
ding volharden: niet onderhandelen.
Het havenbestuur deelt mee dat 17,703
bootwerkers aan den arbeid zijn op 166
schepen.
De geruohten over vrede tus
schen Turkije en Italië blijven hardnekkig
voortdurend. De „Pall Mali Gaz." weet te
verbellen dat sinds éenige dagen ernstig
onderhandelft wordt: De kans op vréde
moet zelfs zéér groot zijtf.
Het Algemeen Nederlandsch Verbond
(Antwerpsche Tak) verspreidt de volgende
bekendmaking aan de maatschappijen van
Antwerpen en aan de bevolking.
Het uitvoerend Guldénsporenkomiteit
van het Algemeen Nederlandsch Verbond:
gezien de moeilijke omstandigheden waar
in het zich bevindt;
gezien het besluit van den gemeenteraad
van Antwerpen, die i'n zitting van Maan
dagavond alle toelage geweigerd heeft;.
gezien het Komiteit op Dinsdagavond
nog over geen enkel lokaal beschikken
kon, noch over de Beurs voor de meeting,
noch over den Koninklijken Nederland-
sohen Schouwburg voor het Kunstfeest;
overwegende, dat het in deze om.sta.ndig-
hedën stoffelijk onmogelijk is de feesten in
te richten zooals het behoort, deels uit
oorzaak van den onzekeron toestand waar
in het zich bevindt, deels door volledig ge
brek aan den noodigen tijd;
drukt zijn spijt over deze toestandten uit
evenals over al het voorgevallene van de
laatste dagen
besluit dat, gezien de aangehaalde om
standigheden, de Guldensporen-
feesten dit jaar niet kunnen
doorgaan en ziet er dus voor 1912
van af;
hoopt, dat er maatregMen zullen getrof
fen worden, in gemeen overleg met alls
vereenïgingen van Antwerpen, om in de
oogenblik moet ge mij waarschuwen bij de
geringste verdachte beweging, welke gij ia
de straat ziet.
„Ik sta voortdurend met mijn vinger op
de alarmscheh chef."
„Dubreuil, hebt ge den verhuismannen
op het hart gedrukt, dlat zij niet aan de
draden van deze schelinrichting mochten
komen?"
„Ja; zij werkt uitstekend."
„Dan ben ik gerust."
De beide heeren gingen naar beneden tot
de woning van Félix Davey. En nadat deze
de marmeren plaat op haar plaats had la
ten draaien, riep hij vroolijk:
„Dubreuil, ik zou de gezichten wel eens
willen zien van degenen, die al die bewon
derenswaardige trucs zullen ontdekken:
een net lectrisohe draden en spreekbui
zen, onzichtbare doorgangen, vloerplan
ken, die wegglijden, verborgen trappen.
Een echte sprookjesimichting
„Wat een reclame voor Arsène Lnpin!"
„Een reclame, waar men gaarne buiten
gekundl hadJt Spijt mij, dat ik een derge
lijke inrichting moet verlaten. We moeten
geheel van voren af aan beginnen, Du
breuil, en volgens een nieuw model, want
men moet nooit tweemaal hetzelfde doen.
De duivel hale dien Holmes
„Is hij nog altijd niet teruggekomen,
Holmes?"
„Hoe zou hij dat kunnen? Van South
ampton vertrekt slechts één paketboot,
die van middernacht. Van Havre gaat er
maar éón trein, die van acht uren 's mor
gens, welke om tien minuten voor half-
twaalf te Parij9 aankomt. Als hij de paket
boot van middernacht niet heeft genomen,
en die heeft hij nieu kunnen nemen*
daarvoor waren de aan den kapitein ge
geven instructies te nadrukkelijk kan
hij niet vóór vanavond in Frankrijk zijn,
via Newhaven en Dieppe."
„Als hij terugkomt?"
„Holmes geeft nooit de partij op. Hij
zal terugkomen, maar te laat. Wij zullen
dan al ver weg zijn."
„En juffrouw Destange?''
„Ik moet maar binnen een uur gaan
halen."
„Te haren huize?"
„O, neen! Zij zal pas over eenige dagen
weer thuiskomen, als ik mij niet meer om
haar behoef bezorgd te maken. Maar, Du
breuil, gij moet u haasten. De inscheping
van al onze pakken zal lang duren en uw
aanwezigheid op de kade is noodzakelijk."
„Zijt ge er zeker van, dat wij niet be
spied worden?"
„Door wien? Ik vrees niemand anders
dan Holmes."
Dubreuil ging heen. Felix Davey deed
voor het laatst dJe ronde, raapte de snip
pers van twee of drie verscheurde brieven
op, nam vervolgens een stuk krijt, dat
hij zag liggen, teekende op het donkere
behang van de eetkamer een groote lijst
en schreef er op als op een gedenksteen:
„Hier woonde, gedurende vijf jaren, in
het begin der twintigste eeuw, Arsène Lu-
pin, gentleman-inbreker."
Deze grap scheen hem levendige voldoe
ning te schenken. Hij' keek naar het ge
schrevene, terwijl hij een vroolijk deuntje
floot, en riep:
„Nu ik mijn plicht gedaan heb jegens
de geschiedschrijvers der toekomstige ge
slachten, wordt het tijd, dat ik die plaat
poet». Haast u, meester Sherlock Holmee,
over drie minuten heb ik mijn schuilplaats
verlaten en zal uw nederlaag voltooid zijn.
Nog twee minutenGij stelt mijn geduld
op de proef, meester 1 Nog één minuut 1
Komt ge nietNu, dan verkondig ik uw
nederlaag en mijn friomf! Waarop ik er
vandoor ga. Vaarwel, koninkrijk van Arsè
ne Lupin! Ik zal u niet weerzien. Vaart
wel, vijf en vijftig vertrekken van de zes
woningen, waarover ik heb geregeerdl
Vaarwel, slaapkamertje, eenvoudig slaap
kamertje
Hevig geschel onderbrak zijn alleen
spraak, een hevig, schril, snel, snijdend ge-
schel, dat tweemaal afgebroken werd,
tweemaal opnieuw begon en toen zweeg.
Het was het alarmsein.
Wat was er? Welk onvoorzien gevaar?
Ganimard? Maar dat kon niet...
Hij was op het punt, naar zijn werkka
mer te gaan en te vluchten. Maar eerst
liep hij naar het venster. Er was niemand
in de straat. Zou de vijand dan al in huis
zijn? Hij luisterde en meende verward ge-
druisch te hoorem Zonder langer te aarze
len, liep hij naar zijn werkkamer en toen
hij er den drempel van overschreed, on
derscheidde hij het geluid van een sleutel,
dien men in de deur der vestibule trachtte
te steken.
„Sapperloot," mompelde hij, ,,'t is juist
bijtijds. Zou het huis omsingeld zijn? Ge
lukkig, dat de schoorsteen..."
Hij drukte haastig op de plaat. Zij be
woog niet. Hij drukte harder. Zij bewoog
nog niet.
Óp hetzelfde oogenblik was het hem, of
gindsche deur openging em stappen weer
klonken*
„Goede hemel, ik ben verloren, als die
verwenschte mechaniek..."
Zijn vingers duwde zenuachtig op de
plaat. Toen duwde hij er rnet zijn volle
zwaarte tegen. Niets bewoogNietsDoor
een ongelooflijken tegenslag, door een in
derdaad ontstellende gril van het noodlot,
werkte het mechanisme, dat eenige oogen-
blikken te voren nog zijn plicht deed, niet
meer
Hij bleef duwen. Het stuk marmer bleef
onbeweeglijkWas het aan te nemen, dat
deze stomme hinderpaal hem den weg zou
versperren? Hij sloeg op het marmer, hij
bewerkte het met woedende vuisten, hij
schopte er tegen, vloekte...
„Wel, mijnheer Lupin, is er iets, dat
niet gaat, zooals gij het graag zoudt wil
len?"
Lupi'n keerde zich om, verstijfd van ont
steltenis. Sherlock Holmes stond voor
hem
Sherlock HolmesHij keek hem aan, ter
wijl zijn oogen knipten, als geplaagd door
een wreed visioen. Sherlock Holmes te
Parijs! Sherlock Homes, dien hij den dag
te voren naar Engeland had verzonden als
een gevaarlijik pakket, en die thans zege
vierend en vrij tegenover hem stond! Ha!
Eer dat onmogelijk wonder had kunnen
gebeuren tegen den wil van Arsène Lupin
in, hadden de natuurwetten in de war moe
ten geraken, was de triomf noodzakelijk
van alles, wat onlogisch en abnormaal isl
Sherlock Holmes stond tegenover hem!
(Wordfc vervolgd.)