No. 16010 LE1DEGH DACrELAB, Vrijdag" 12 Juli. Tweede Blad, Anno 1912. Buitenlandseh Overzicht. Tweede Kamer. FEUILLETON. Wonderlijke avonturen. r In de eerste plaats willen we thans even 0e aandacht wijden aan de mlonarchis- jfcenbeweging aan de Portugeesch-Spaan- feche grenzen. Nu of nooit schijnt hun devies 'te zijn en dit zal verklaren de hardnekkig"- [heid, waarmee ze de republiek blijven be- fetokcn. De bemanning* van de „Vos" te Zee- fbrugge en het vervoer van de vele wapenen (Bin ammunitie waren ongetwijfeld een onder- jdeel van dit plan. In het noorden van Portugal bevindt zich kapitein Paiza Coucciro, waar hij te Serrar quin Los alle royalisten bij elkaar zamelt. .Ook over kanonnen beschikken de 'getrouwen van ex-koning Manuel, die zelf in Engeland zit on andoren d,o kastanjes uit f<t vuur laat halen. Voor zoover bekend, heb- Iben ze drie 6tukken veldgeschut en zes [Maxims. - De opstand van Cabeoeiros is nog niet jblnderdrukt. De monarchisten tellen daar jwnstroeks 1000 man. Zij waren naar het huis yam den burgemeester getrokken, en hadden 0pzen gevangen genomen, waarop zij het fliexstel der monarchie proclameerden. Do aan- (tvezige republikeinsche troepen werden ver- lireven en ©en later gezonden afdeeling moest feioh aan de monarchisten overgeven. Dezen hebben zich nu -bij Cabeceiros verschanst. ETwee regimenten infanterie werden door de JPortugecsche autoriteiten gezonden, om zich jyan Oabeceiros meester to maken. Allen, die met de wapens in do hand ge- fyat worden, zullen voor oen krijgsraad te- Jcecht staan. Couceiro schijnt er op te hebben gere kend, dat hij aanhangers zou vinden onder jdo troepen, maar tot nu toe zijn dezen Volkomen betrouwbaar go bleken. 1 Dat is dus voor de monarchisten een lee- Zjjk tegonvallertjc. Zoo komen uit meerdere plaatsjes berichten {van het optreden der monarchisten. Een paar feucoesjes op kleine troepen afdeeiin gen heb- !ben ze behaald, maar over 't geheel geno- £nen verliezen ze terrein en invloed. De Spaansche republikeinen steunen de (Portugeescho regesring door-de opstelling yan waarnemingsposten aan de Galicisobe kust, wijl vermoed wordt, dat een onbe kend stoomischip een poging zal doen, om {wapens aan wal te brengen. 1 Volgens een bericht uit Lissabon werd 0e luitenant 'ter zoo, SoaTes, aldaar door (een carbonaro gedood. Soares was als ver dacht van medeplichtigheid aan de eam-en- fcwering in Algarvië in hechtenis geweest, jpaaar wegens gebrek aan bewijs weer in {Vrijheid gesteld. Carbonari gingen evenwel fcteeds zijm gangen na. Toen Soares een (hotel op bet Rocio-plcin wilde binnengaan, frnaakto hij oen beweging, als wilde hij een {wapen te voorschijn halen, ohi dit op de lieden te richten, die hem achtervolgden. [Een carbonaro loste tl oen vier schoten op (hem, die den dood ten gevolge hadden. De kno orden aar werd gevangen genomen. Ook de Spaansche regeering treedt ftegen de monarchisten op door kun samenkomsten op Spaainsch gTondgobied ionmogelijk to maken. Tegen gouverneurs, die 0e opstandige beweging in Portugal stcu- jnen, wordt krachtig opgetreden. Een is er {teruggeroepen, een ander verplaatst. De geruchten over den dood van Couoeiro, iover ziekte, over z'n gevangenneming wor- 0en thans tegengesproken door het bericht, 0at hij z'n troepen uit de verschillende doe len van het land Zal samentrekken. Een be wijs van kracht is 't niet. Over de besprekingen in den gemeen- fechappelijken ministerraad van Oosten rijk-Hongarije, die geleid hebben tot de (weigering van de 275 millioen kronen, die 0e generaal Auffenberg, de minister van lborlog der monarchie, vroeg, wordt door de ministers geheimhouding bewaard. Maar het is desondanks diiidelijk dat de gene- iraal een ontzettend© nederlaag geleden heeft door de weigering; en de bladen wij- Ben er op, dlat hij. zich klaarblijkelijk een geheel verkeerd denkbeeld gevormd heeft van de parlementaire toestanden. In beide landen wordt het optreden van - rden minister van oorlog eentactische fout genoemdslechts enkele dagen ge leden zijn de nieuwe legerwetten goedge- toekomst weer de noodige eendracht en samenwerking te bekomen, ten einde de Sporenfeesten met denaelfden luister van voorheen te kunnen vieren. Beroepsraden directe belas tingen. Blijkens het Voorloopig Verslag betref fende het wetsontwerp tot instelling van Raden van Beroep voor de directe belastin gen en vaststelling van algemeene' bepalin gen betreffende het beroep op die ooileges, meenden versoheid ede leden, dat eenheid van wetgeving, vereenvoudiging van admi nistratie en besparing van kosten zeer wel te verkrijgen waren zonder de ingrijpende wijziging, die de Regeering voorstelt. Hun bezwaar was de ter-zijde-stelling van een aantal colleges, dfie zdoh in een groofc mo reel gezag verheugen. Wel kon het meeren- deel hunner zich vereenigen meb de instel ling van algemeene raden voor alle directe belastingen. Indien nu tevens werd inge steld een centrale instantie, die niet cas satierechter, maar rechter in appèl was, dan zouden al de voorde eten, waarop de Regeering bij haar wijzigingsvoorstellen het oog heeft, bereikt zijn. Andere leden, die het waardeerden, dat de Regeering een poging deed om de administratie te vereenvoudigen en een heid van rechtspraak te bevorderen, had den grondwettelijke bezwaren. Behooren de raden van beroep tot de rechterlijke macht, dan is het w.-o., wat de wijze van benoeming betreft, in strijd met «rr 166 der-Grondwet, dat de aanstelling vaüf leden der rechterlijke macht als een recht van den Koning erkent. Moeten die raden niet tot de rechterlijke macht gerekend wor den, dan verzet art 165 der Grondwet er zich tegen, de uitspraken aan het cassatie recht van den Hoogen Raad te onderwer pen, betoogden deze leden. Andere leden, die de juistheid van deze bedenkingen niet konden inzien, vreesden, dat het brengen van het beroep bij de rechtbank een goedte berechting in belas tingzaken niet zal bevorderen. Hun be schouwingen vonden tegenspraak bij eenige leden, die verwachtten, dat de. rechter zioh van een misplaatst formalisme zeer wel zou weten vrij te houden. Wel vrcegen deze leden zich af, of van de vereenigdng der raden met de rechtbanken niet een verkeerde invloed op ons rechtswezen is te vreezen. Zij zouden dan liever de tegen woordige regeling behouden totdat de regeling der administratieve rechtspraak een definitieve oplossing van het vraag stuk zou brengen. Uit een uitlating in de Memorie van Toe- i lichting maakten sommige léden op,-dat de Regeering een tot-standLkoming van de admini strati evé rechtspraak voorshands niet verwacht. Men vroeg, of een bijzon dere redbn tot deze gedachte aanleiding gaf. Ongemerkt werd, dat het W. S. betref fende de administratieve rechtsvordering de rechtspraak in belastingzaken buiten de administratieve rechtspraak houdt. Dat een afzonderlijke regeling zou moe ten worden getroffen, als de administra tieve rechtspraak wettelijk zou worden ge regeld, gaf men echter niet terstond toe. Sommige leden wilden een raad van be roep voor elke gemeente van eenige uitge breidheid Voor kleine bij. elkaar gelegen gemeenten zou één raad) zijn in te stellen. Verscheidene leden hadden er bezwaar tegen, dat de functie van voorzitter door een lid der rechtbank zou worden vervuld en wilden in ieder geval de aanwijzing van dit lid door of op voordracht van de recht bank te zien geschied. Sommige leden wilden de leden en den voorzitter der raden door de Kroon be noemd zien. Voorts werd gevraagd, of het de bedoe ling is eed en belofte volkomen gelijk te stellen ©i£j>f niet tevens een plaatsvervan gend griffier behoord te worden aangewe zen, voor heb geval dat de griffier zelf het beroep heeft ingesteld. Eenige leden hadden bezwaar er tegen, dat de ambtenaar, tegen wiens beslissing het beroep is gericht, zich door een advo caat of procureur kan doen bijstaan. Dan zal ook de belanghebbende dit moeten doen en hij krijgt, ook indien de beslissing on gunstig luidt, de daardoor veroorzaakte kosten niet terug. Tegen de bepaling, dat een griffierecht vaoi*f 2.50 wordt geheven van den belang hebbende, die beroep in cassatie instelt, werd door sommige leden bezwaar ge maakt Anderzijds werd insbemming betuigd met de daarvoor in de Memorie van Toelichting aangegeven reden. Invaliditeit* en Onderdoms* verzekering;. In een lijvig rapport hebben de afgevaar digden van den Bond voor Staatspension neering, de heeren G. L. Janssen (Perio) en ds. D. A. van Krevelen, neergelegd de uitkomsten van hun onderzoek naar de wer king en de resultaten van de Duitsche wet op de verplichte verzekering tegen invali diteit en ouderdom. Dit rapport bevat ook een vergelijking tusschen den toestand in Duitschland na 1 Jan. 1912 en den toestand zooals die wor den zou in Nederland bij onveranderde aan neming van het ontwerp-Talma. Een Duitscher, die op 40-jarigen leeftijd invalide wordt, en dan zelf voor zijn ver zekering betaald, heeft 160 mark, krijgt een invaliditeitspensioen van 207.50 mark de Nederlander, die in hetzelfde geval be taald zou hebben f 165, een pensioen van f 115.50. Als zij elk 5 kinderen beneden 15 jaar hebben, krijgt de Duitscher nog een verhooging van 103.75 mark, de Nederlan der niets. En dit komt ook niet terecht bij de ouderdomsrente. Do Duitscher, die in totaal betaald heeft 900 mark, krijgt een ouderdomspensioen van 200 mark; de Ne derlander, die f900 betaald heeft, f 194.17, in verhouding dus ook minder. De rapporteurs komen tot de volgende conclusies: 1. Samenkoppeling van invaliditeits- en ouderdomsverzekering geeft een lage in- validiteitsrente en een hoogen leeftijd van ingang van de ouderdomsrente, en staat dus in tweeërlei zin een goede regeling in den weg. 2. Ouderdomsverzekering van loon- trekkenden sluit vele mannen en de meeste vrouwen uit, geeft staatssteun aan een bepaalde klasse der maatschappij, en zondigt dus tegen de rechtvaardigheid. 3. Na 20-jarig bestaan van de wet zijn de renten veelal nog niet voldoende voor bet allernoodzakelijkste levensonderhoud, ter wijl in de toekomst zelfs de hoogst bereik bare ouderdomsrente (f 138 per jaar) daar toe ontoereikend zal wezen. Door de thans steeds verminderende w e r k e 1 ij k e waarde van het geld, wor den de reeds verleende renten van jaar tot •jaar nog minder voldoende. 4. Door de verschillende berekening van de invaliditeits- en ouderdomsrente, in ver hand met het verschil in wachttijd voor bei de renten en met den te hoogen leeftijd voor de ouderdomsrente, wordt in den langdurigen overgangstoestand vooral si mulatie in de hand gewerkt. De daardoor noodig geworden scherpe oontröle werkt enerveerend op die rentetrekkers, wier graad van invaliditeit zich beweegt op de grens van het begrip „invaliditeit :n den zin der wet". 5. De omschrijving van het begrip „inva liditeit in den zin der wet" is te scherp, en nietgelijk voor de loontrekkenden be neden de 2000 mark jaarverdienste, en die van 2000 tot 5000 mark jaarlijksch inkomen, terwijl ook de leeftijd voor ingang van de ouderdomsrente voor beide categorieën ver schilt (voor de eerstgenoemde categorie 70 jaar, voor de andere 65 jaar.) Ook hierdoor worden onrecht en ontevre denheid geschapen. 6. In het belang van den verzekerde eenerzijds en den drager van het verzeke ringsrisico anderzijds is het wenschelijk, dat van het oogenblik van ziek worden af tot aan het herstel of ongeneeslijke invalidi teit toe de administratieve en medische be handeling gesohiede door dezelfde personen namens hetzelfde lichaam. Overgang van behandeling voor rekening en door de ziekenkas naar die voor reke ning en door het orgaan van de Invalidi- teitskas werkt verkeerd. Ziekteverzekering en invaliditeitsverzekering behooren te worden samengekoppeld. 7. Het bij de kwaliteitsverzekering ge volgde systeem, waarbij het verschil tus schen de contante waarde van lasten en baten gedekt moet zijn door aanwezige fondsen, en het beleggen van een deel dmr reserve in werken van algemeen nut, ten bate van de verzekerden, alsmede de maat regelen tot voorkoming of mogelijk herstsl der invaliditeit, zullen in steeds meerdere mate ten goede komen aan volksgezondheid en volkswelvaart. 8. Het Nederlandsche ontwerp op de In validiteits- en Ouderdomsverzekering van 1911 verdient dien weidsohen naam niet. Het behoort zich aan te dienen, evenals de wet van 13 Juli 1899 in Duitschland, al9: „Ontwerp op de Invaliditeitsverzekering." Het bevat bijna alle fouten, die kleefden aan de eerste Duitsche wet van 22 Juni 1889. Het eischt bovendien méér en geeft minder.. Nationaal is het slechts in zooverre, als het draagt het cachet van de ons door de Engelschen toegeschreven hoofdfout, van te weinig te geven en te voel te vragen. De Titanic" conferentie. De internationale conferentie, naar aan leiding van de „Titanic"-ramp door Duitschland' en de Ver. Staten bijeengeroe pen, zal, nadat tusschen de betreffende landen hieromtrent onderling overleg was gepleegd, te Londen worden gehouden. Do uitnoodigingen tot deelname aan de conferentie zullen van Engeland uitgaan, als zijnde 't land, dat het eerst en het nauwst bij do ramp van de „Titanic" betrokken is. Wanneer de conferentie zal plaats vinden, is thans nog niet te voor zien; men rekent er intusschen op, dat zij nog in den loop van dit jaar zal worden gehouden. Daar er ten behoeve van een goede volg orde der beraadslagingen een programma moet worden opgemaakt, waarover waar schijnlijk met de Yoreenigde Staten zal worden beraadslaagd, zco kan worden aangenomen, dat in Duitschland zoowel als in Engeland allereerst de uit de ramp van het reuzenschip getrokken lessen be lichaamd. zullen worden in behaalde vooc- stellen. In Duitschland hebben de op het congres van Mei 1.1. ingestelde commissies haar arbeid geëindigd, op de z. g. n. booten- commissie" na, die het wenschelijk acht, hare werkzaamheden ten tweede male aan een algemeene bespreking te onderwer pen. Als dan de resultaten hiervan in den. vorm van scherp omlijnde voorstellen bekend zijn, wordt waarschijnlijk het ge zamenlijk materiaal aan een nieuwe confe-- rentie ter bespreking voorgelegd, die vér- 1 moedelijk na het zomerreces, dus in Sep tember of October, zal plaats vinden. Pas na deze conferentie zal de Duitsche regeering in staat zjijn haar standpunt in zake het program der internationale conferentie uiteen te zetten. Hieruit blijkt, dat de conferentie te Londen in ieder geval niet voor laat in den herfst of in het begin van den .winter kan plaats hebben. Noodlijdenden op Bonaire. Op het kleine eiland Bonaire, dat tot het gouvernement van Curaqoo behoort, heerscht groote armoede door een totale mislukking van den oogst. Gebrek aan drinkwater en goed voedsel zijn bovendien de oorzaak van vele ziekten.. H. M. de Koningin heeft reeds een bedrag van duizend gulden doen toezenden aan den gouverneur van Curaqao tot leniging van den nood onder de arme bevolking van Bo naire. BB) Hij liet een van de marmeren bladen van rden schoorsteen draaien. De marmeren plaat zelf bewoog en de spiegel, die er op stond, gleed weg in onzichtbare sponnin gen, en maakte een breede opening vrij, [waar de eerste treden in uitkwamen van ©en trap, welke in den schoorsteen zelf iwas aangebracht. Alles zag er goed en ste vig uit en was bezet met tegels van wit I porselein. Hij ging naar boven. Op de vijfde ver dieping was eenzelfde inrichting aan den eohoorsteen. Dubreuil stond op hem te .wachten. „Zijt ge klaar?" „Ja." 9,Is alles weg?" „Alles." „En het personeel?" „Alleen de drie mannen, die op den Uitkijk staan, zijn er nog." „Laten wij naar hen toegaan." Achter elkaar klommen zij langs dienself den weg naar de verdieping, waar de 'dienstboden sliepen, en kwamen uit in een zolderkamertje, waar zich drie mannen be- yonden, van wie er één uit het venster stond' te kijken. „Niets nieuws?" „Niets, chef." „Is het veilig i'n de straat?" Volkomen." „Nog tien minuten en ik ga voorgoed !*r©g. Jullie moeten ook weggaan. Tot dat keurd, die een belangrijke vermeerdering van de persoonlijke lasten vragen, door grootere reoruten-oontingenten en uitbrei ding der artillerie. En nu komt hij reeds weer met den eisch om groote geldelijke uitgaven voor de geheele vernieuwing van het geschut; na eeen vrij scherpe verdediging daarvan, liet hij zijn eisch vallen, toen hij zag, dat die op tegenstand stuitte bij de regeerin gen en vooral bij de ministers van finan ciën der beide landen. Hoe het met de zaak van den Russisohen officier Kostewitsj gesteld is, is niet erg duidelijk. De „Köln. Zedt." zegt dat een formeel onderzoek eerlang te verwachten is, dat "het bijeen ge zamelde materiaal hier toe aanleiding geeft, doch daartegenover vertelt de „Voss. Zeit." dat het onderzoek tegen dien Russisch en officier zoo weinig belastende of overtuigende bewijzen aan den dag heeft gebracht, dat zijn invrijheid stelling binnenkort kan worden verwacht. Het voorloopig onderzoek kon nog niet worden afgesloten, wijl men in de papieren van den te Diisseldorf gearresteerden Rus sisohen oud-officier Nikolski naar bewijzen voor het verraad van Kostewitsj wilde zoeken. Een uitgebreide briefwisseling werd in beslag genomen, die grootendeels in de Russische taal geschreven en dus vertaald moest worden. Nikolski werd juist gearresteerd, toen hij de „Rbeinisohe Metallwarenfabrik" zou verlaten, om weer naar Rusland terug te keeren, waar hij als hoofdvertegenwoordi ger dier fabriek zich te St.-Petersburg zou vestigen. Hij was reeds in het bezit van een pas, zijn meubelen waren reed's inge pakt, vrouw en dochters waren reeds, ver trokken. De gewelddadigheden ïn de Londensehe haven blijven aanhouden. Heb gevolg is geweest dat zij, die thans aan den arbeid zijn, zioh met revolvers hebben ge wapend- Natuurlijk heeft de politie handen vol werk gekregen, want in grooten getale zijn ze bij de dokken op post gezet. Sommige bladen wenschen dat de regee ring de partijen zal dwingen een vergelijk te treffen of soldaten naar de haven zal zenden. Twee maatregelen, die geheel met elkaar in strijd zijn, want de werkgevers hebben van den laatsten meer voordeel dan van den eersten, en zullen dus b'j hun hou ding volharden: niet onderhandelen. Het havenbestuur deelt mee dat 17,703 bootwerkers aan den arbeid zijn op 166 schepen. De geruohten over vrede tus schen Turkije en Italië blijven hardnekkig voortdurend. De „Pall Mali Gaz." weet te verbellen dat sinds éenige dagen ernstig onderhandelft wordt: De kans op vréde moet zelfs zéér groot zijtf. Het Algemeen Nederlandsch Verbond (Antwerpsche Tak) verspreidt de volgende bekendmaking aan de maatschappijen van Antwerpen en aan de bevolking. Het uitvoerend Guldénsporenkomiteit van het Algemeen Nederlandsch Verbond: gezien de moeilijke omstandigheden waar in het zich bevindt; gezien het besluit van den gemeenteraad van Antwerpen, die i'n zitting van Maan dagavond alle toelage geweigerd heeft;. gezien het Komiteit op Dinsdagavond nog over geen enkel lokaal beschikken kon, noch over de Beurs voor de meeting, noch over den Koninklijken Nederland- sohen Schouwburg voor het Kunstfeest; overwegende, dat het in deze om.sta.ndig- hedën stoffelijk onmogelijk is de feesten in te richten zooals het behoort, deels uit oorzaak van den onzekeron toestand waar in het zich bevindt, deels door volledig ge brek aan den noodigen tijd; drukt zijn spijt over deze toestandten uit evenals over al het voorgevallene van de laatste dagen besluit dat, gezien de aangehaalde om standigheden, de Guldensporen- feesten dit jaar niet kunnen doorgaan en ziet er dus voor 1912 van af; hoopt, dat er maatregMen zullen getrof fen worden, in gemeen overleg met alls vereenïgingen van Antwerpen, om in de oogenblik moet ge mij waarschuwen bij de geringste verdachte beweging, welke gij ia de straat ziet. „Ik sta voortdurend met mijn vinger op de alarmscheh chef." „Dubreuil, hebt ge den verhuismannen op het hart gedrukt, dlat zij niet aan de draden van deze schelinrichting mochten komen?" „Ja; zij werkt uitstekend." „Dan ben ik gerust." De beide heeren gingen naar beneden tot de woning van Félix Davey. En nadat deze de marmeren plaat op haar plaats had la ten draaien, riep hij vroolijk: „Dubreuil, ik zou de gezichten wel eens willen zien van degenen, die al die bewon derenswaardige trucs zullen ontdekken: een net lectrisohe draden en spreekbui zen, onzichtbare doorgangen, vloerplan ken, die wegglijden, verborgen trappen. Een echte sprookjesimichting „Wat een reclame voor Arsène Lnpin!" „Een reclame, waar men gaarne buiten gekundl hadJt Spijt mij, dat ik een derge lijke inrichting moet verlaten. We moeten geheel van voren af aan beginnen, Du breuil, en volgens een nieuw model, want men moet nooit tweemaal hetzelfde doen. De duivel hale dien Holmes „Is hij nog altijd niet teruggekomen, Holmes?" „Hoe zou hij dat kunnen? Van South ampton vertrekt slechts één paketboot, die van middernacht. Van Havre gaat er maar éón trein, die van acht uren 's mor gens, welke om tien minuten voor half- twaalf te Parij9 aankomt. Als hij de paket boot van middernacht niet heeft genomen, en die heeft hij nieu kunnen nemen* daarvoor waren de aan den kapitein ge geven instructies te nadrukkelijk kan hij niet vóór vanavond in Frankrijk zijn, via Newhaven en Dieppe." „Als hij terugkomt?" „Holmes geeft nooit de partij op. Hij zal terugkomen, maar te laat. Wij zullen dan al ver weg zijn." „En juffrouw Destange?'' „Ik moet maar binnen een uur gaan halen." „Te haren huize?" „O, neen! Zij zal pas over eenige dagen weer thuiskomen, als ik mij niet meer om haar behoef bezorgd te maken. Maar, Du breuil, gij moet u haasten. De inscheping van al onze pakken zal lang duren en uw aanwezigheid op de kade is noodzakelijk." „Zijt ge er zeker van, dat wij niet be spied worden?" „Door wien? Ik vrees niemand anders dan Holmes." Dubreuil ging heen. Felix Davey deed voor het laatst dJe ronde, raapte de snip pers van twee of drie verscheurde brieven op, nam vervolgens een stuk krijt, dat hij zag liggen, teekende op het donkere behang van de eetkamer een groote lijst en schreef er op als op een gedenksteen: „Hier woonde, gedurende vijf jaren, in het begin der twintigste eeuw, Arsène Lu- pin, gentleman-inbreker." Deze grap scheen hem levendige voldoe ning te schenken. Hij' keek naar het ge schrevene, terwijl hij een vroolijk deuntje floot, en riep: „Nu ik mijn plicht gedaan heb jegens de geschiedschrijvers der toekomstige ge slachten, wordt het tijd, dat ik die plaat poet». Haast u, meester Sherlock Holmee, over drie minuten heb ik mijn schuilplaats verlaten en zal uw nederlaag voltooid zijn. Nog twee minutenGij stelt mijn geduld op de proef, meester 1 Nog één minuut 1 Komt ge nietNu, dan verkondig ik uw nederlaag en mijn friomf! Waarop ik er vandoor ga. Vaarwel, koninkrijk van Arsè ne Lupin! Ik zal u niet weerzien. Vaart wel, vijf en vijftig vertrekken van de zes woningen, waarover ik heb geregeerdl Vaarwel, slaapkamertje, eenvoudig slaap kamertje Hevig geschel onderbrak zijn alleen spraak, een hevig, schril, snel, snijdend ge- schel, dat tweemaal afgebroken werd, tweemaal opnieuw begon en toen zweeg. Het was het alarmsein. Wat was er? Welk onvoorzien gevaar? Ganimard? Maar dat kon niet... Hij was op het punt, naar zijn werkka mer te gaan en te vluchten. Maar eerst liep hij naar het venster. Er was niemand in de straat. Zou de vijand dan al in huis zijn? Hij luisterde en meende verward ge- druisch te hoorem Zonder langer te aarze len, liep hij naar zijn werkkamer en toen hij er den drempel van overschreed, on derscheidde hij het geluid van een sleutel, dien men in de deur der vestibule trachtte te steken. „Sapperloot," mompelde hij, ,,'t is juist bijtijds. Zou het huis omsingeld zijn? Ge lukkig, dat de schoorsteen..." Hij drukte haastig op de plaat. Zij be woog niet. Hij drukte harder. Zij bewoog nog niet. Óp hetzelfde oogenblik was het hem, of gindsche deur openging em stappen weer klonken* „Goede hemel, ik ben verloren, als die verwenschte mechaniek..." Zijn vingers duwde zenuachtig op de plaat. Toen duwde hij er rnet zijn volle zwaarte tegen. Niets bewoogNietsDoor een ongelooflijken tegenslag, door een in derdaad ontstellende gril van het noodlot, werkte het mechanisme, dat eenige oogen- blikken te voren nog zijn plicht deed, niet meer Hij bleef duwen. Het stuk marmer bleef onbeweeglijkWas het aan te nemen, dat deze stomme hinderpaal hem den weg zou versperren? Hij sloeg op het marmer, hij bewerkte het met woedende vuisten, hij schopte er tegen, vloekte... „Wel, mijnheer Lupin, is er iets, dat niet gaat, zooals gij het graag zoudt wil len?" Lupi'n keerde zich om, verstijfd van ont steltenis. Sherlock Holmes stond voor hem Sherlock HolmesHij keek hem aan, ter wijl zijn oogen knipten, als geplaagd door een wreed visioen. Sherlock Holmes te Parijs! Sherlock Homes, dien hij den dag te voren naar Engeland had verzonden als een gevaarlijik pakket, en die thans zege vierend en vrij tegenover hem stond! Ha! Eer dat onmogelijk wonder had kunnen gebeuren tegen den wil van Arsène Lupin in, hadden de natuurwetten in de war moe ten geraken, was de triomf noodzakelijk van alles, wat onlogisch en abnormaal isl Sherlock Holmes stond tegenover hem! (Wordfc vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5