Tweede Kamer. Faillissementen. Burgerlijke Stand. Vragen en Antwoorden. Radenwet. In de zitting van gisteren verdedigde de heer Duy 3 nader zijn amendement om de Voorzitters der Raden van Arbeid niet te d'oen benoemen, schorsen en ontslaan door de Kroon, doch door de Raden zelf. Hij voerde aan, dat de Minister het bestreden heeft met een beroep op den opzet zijner verzekeringswetten, en dit tel- ltens doet, niettegenstaande er volslagen onzekerheid bestaat of er van die wetten iets terecht zal komen. Waarom spreekt do rechterzijde zich niet eens rondweg nit of «ij bijv. de Ziekteverzekering al dan niet wil behandelen?- Als men ter reohterzijde bang is een beslissing te nemen, dan ge schiedt dit niet uit zakelijke, niaar uitslui tend uit politieke overwegingen na 'a Mi nisters verklaring van den vorigen dag. Maar een beslissing acht spreker dringend noodig, opdat de Minister niet telkens uit 'den opzet zijner verzekeringswetten argu menten kan slaan tegen verbetering be- oogende amendementen Uit het amendement-Bos nam. spreker ©ver het gedeelte, dat de stemmingen over 'de voorzitterskeuze regelt en bepaalt, dat de Kroon den voorzitter benoemt bij her haald ontbreken eener meerderheid. De heer Bos trok zijn amendement in Iten gunste van dat van den heer Duys. De heer Nolens, voorzitter der Com missie van Rapporteurs zegt, in antwoord ©p den heer Duys, dat er niets van te zeg gen valt of er al dan niet iets terecht komt van de verzekeringswetten. Dat kan geen Minister voorspellen, noch eenig redacteur van eenig blad. Dat hangt geheel en uitslui tend af van den gang van zaken. Op het ©ogenblik hebben de Kamer en de Regee ring te rekenen met een complex van ver zekeringswetten. En als de Minister met het oog op dat complex als voorzitters van den Raad mannen noodig heeft ais door hem geschetst, dan moet de Voorzitter in derdaad door de Kroon worden aangewe zen. Intusschen is de meerderheid der Com missie van Rapporteurs vóór het amende- ment-Duys. De heer Duys betoogt nader met klem, 'dat de Ka.mer moet weten welken weg bet 'opgaat met de Ziektewet. Want het gaat niet aan deze Radenwet aan te nemen en daarmede den Minister de bevoegdheid te geven tot het doen van stappen, om zijn zeer kostbare organisatie tot stand te brem. gen, zonder dat- jyij weten of er monniken werk verricht wordt of niet. Het amen demont-Duy8 wordt hierop ver worpen met 44 tegen 35 stemmen. Toen eendge verdere amendementen- Duys in behandeling zouden komen, riep deze: ,,Ik*zie van het woord af, ga maar direct stemmen, het geeft toch niks!" Een oogenblik later riep hij, dat hij ze maar introk, om geen vurige kolen op het hoofd der heeren te stapelen. Bij het verdere debat verdedigt de heer Pat ij n eenige amendementen, beoogen- de om te doen uitkomen, dat tenzij de Raad van Arbeid het anders wen sob t de betrekking van secretaris van den Raad van Arbeid zal zijn een hoofdbetrekking en geen bij-betrekking De heer Teenstra verdedigt een amendement met de strekking, dab de secretaris geen reohtsgeleerde behoeft te- zijn. De heer De Wijckerslooth verde digt een amendement, strekkende om de rechtspositie van den secretaris te omge ven met eenige waarborgen, zoodat ont slag, anders dan overeenkomstig eigen ver zoek, steeds met redenen omkleed moet •zijn en de goedkeuring behoeft van den Verzekeringsraad. De Minister neemt alle deze amen dementen over, behalve dab van den heer Patijn, hetwelk den seoretaris de leiding ©ver het personeel zou geven. Op verzoek van den heer Duvs, die er tegen is, dat bij de wet een secretaris aan den Raad wordt opgedrongen en meent, (bit het aan de Raden zelf moet worden ©vergelaten of zij al dan niet een secreta ris wil aanstellen, wordt de titel van par. 7, luidende „Van den Secretaris", in stemming ge bracht. Het wordt goedgekeurd met 45 tegen 14 stemmen. Het amendement-P a t ij n (de secreta ris chef, van het personeel) wordt verwor pen met 46 tegen 12 stemmen. De vergadering wordt verdaagd t©t heden. Wijziging der Muntwet. De heer Van Dedem heeft op de aan hangige wijziging der Muntwet een amen dement voorgesteld, de strekking hebben de de nikkelen 5-centstukken uit de Munt wet weg te nemen. Kanonnen. De Minister van Marine a. i. heeft aan de Tweede Kamer onder geheimhouding de prijzen doen weten van de firma Skoda en de firma Krupp voor kanonnen van 7.5 o.M. voor torpedo-booten. Pensioenregeling Spoorweg personeel. In de Memorie van Antwoord geeft de regeering als haar meening te kennen dat de pensioenregeling voor het spoorwegper soneel voor alle partijen bevrediging zal kunnen brengen, aangezien zij voor 't per soneel der betrokken maatschappijen de zekerheid verschaft van een behoorlijk pen sioen onder alle omstandigheden, die zioh kunnen voordoen, terwijl zij voor de maat schappijen en voor den Staat een einde maakt aan de onzekerheid, welke lasten de pensioenregeling van het personeel vóór ©n na de naasting zou kunnen opleveren. Ten aanzien van de vraag, of het op den meg van den Staat moet geacht worden te De strijd om het ALTOK B. PARKSR, de ledder der conservatieve democraten, die tegenover Bryan werd gekozen tob voorzitter der conventie van Baltimore. liggen, een deel der lasten, welke uit de pensioenregeling van het spoorwegperso neel voortvloeien, voor zijn rekening te nemen, antwoordt die regeering o. a. Waar het als een vaststaand beginsel ia aan te merken, dat de Staat voor personeel in zijn vasten dienst de lasten aan een be hoorlijke pensioenregeling verbonden, op rich neemt, voor zsooveel die lasten niet door het personeel zelf worden gedragen, en waar de Staat voorts ongetwijfeld ook voor een regeling betreffende de pension- neering van personeel in dienst van bijzon dere ondernemers rich een opoffering zal getroosten, acht de regeering het gerecht vaardigd, dat de Staat ook voor het per soneel der groote spoorwegmaatschappijen zulk een offer zal brengen. Naar aanleiding van hetgeen in het Voor- loopig Verslag en in het daarin vermelde adres van een comité, gevormd uit de be stuurders van zeven vereemgingen van spoorwegpersoneel, opgemerkt werd, zegt de regeering versterkt te rijn in haar mee ning, dat de wenschen van het door be doeld comité vertegenwoordigde deel van het personeel ten aanzien van het beheer der fondsen volstrekt onvereenigbaar zijn met den grondslag der ontworpen regeling, welke hierin bestaat, dat de Staat de ze kerheid verschaft dat de krachtens heit reglement in uitzicht gestelde pensioens- uitkeeringen onder alle omstandigheden zullen verzekerd zijn. Voor medezeggen schap van het personeel bestond aanleiding en zou voor het vervolg slechts aanlei ding kunnen bestaan voor zooveel er zich gevallen zouden kunnen voordoen waarin de voldoening van de aanspraken van het personeel zou afhangen van den geldelijken toestand van het fonds; maar deze mogelijkheid wordt door de getroffen regeling geheel weggenomen. De voorstel- ling; in het Voorloopig Verslag gegeven van het belang, hetwelk het personeel bij den geldelijken toestand van het fonds zou hebben, is dan ook volkomen onjuist. Voor eerst is het onjuist dat de gelden van het fonds de voornaamste waarborg zouden zijn voor de nakoming, door de Maatschap pij, van haar verplichtingen ter zake van de pensioenuiitkeeringen immers in dit op richt kunnen de pensioenen geheel gelijk gesteld worden met de salarissen van het personeel, waarvan de betaling niet door een speciaal daarvoor gevormd fonds, doch door het kapitaal en de bedrijf si nkoms ten der maatschappij wordt gewaarborgd. Evenzeer is het onjuist dat slecht beheer van het fonds moet leiden tot verhooging van dö bijdragen van de leden. Zoolang dit het geval was en in dien zin was het oude lid c van art. 54 van het S.-S.-reglement te verstaan bestond er voorzeker alleszins reden om aan het personeel medezeggen schap in het beheer te geven. Voor het ven- volg echter zal verhooging van bijdragen, zelfs indien deze met het oog op den toe stand van het fonds noodzakelijk blijkt, niet kunnen geschieden dan bij de wet en 't behoeft toch geen betoog dat de wetgever rekening zal hebben te houden met de re denen, waarom de verhooging der bijdra gen wordt gevorderd, en dat het onaanne melijk is dat de gevolgen van slecht be heer, waaraan het personeel niet kon doen, door den wetgever op dat personeel zullen worden verhaald. Wat betreft de omstandigheid, dat nog geen volledige uniformiteit tusschen de pensioenregelingen der beide maatschap pijen is verkregen, wordt er door de re geering op gewezen, dat bij het aanbren gen der wijzigingen in de reglementen der fondsen, er naar gestreefd is geen bepalin gen te doen vervallen welke bij een der maatschappijen voor het personeel golden, ook al werd erkend dat er geen aanleiding bestond om voor het personeel der andere maatschappij dezelfde bepaling in te voe- ren. Met betrekking tot de pensioenregeling voor de nagelaten betrekkingen werd nog niet naar eenvormigheid gestreefd, omdat hi} art. 3 der nadere overeenkomsten een herziening dezer regeling binnen korten tijd in uitzicht is gesteld. Bij gelegenheid van die herziening ligt het overigens in de bedoeling om nog nader na te gaan of en in hoeverre wellicht ook op andere punten nog grootere eenvormig heid dan reeds verkregen is, zal kunnen worden aangebracht. De Brusselsche tentoon stelling in 1910. Deze tentoonstelling heeft, boven het subsidie van f 390,000, in 1910 toegestaan, een tekort opgeleverd van f 47,000, welk bedrag de Regeering voorstelt te dekken door een verhooging der Staatsbegrooting met f 32,0(X) ©n der Indische begrooting met f 15,000. der Vereenigde Staten* William J. Bbyin, do led der dar progressieve democraten, die zioh in geval van een nederlaag tooh oandadaat zal laten stellen voor het presidentschap. Blijkens de boelichting tot deze verhoo ging was de aannemingSBom van het hoofd gebouw f 10,000 hooger dan geraamd was. Voorts heeft de bouw van een extra-pavil joen voor het Alg. Ned. Verbond f13,000 gekost en werden belangrijke be>schadigin- gen veroorzaakt door een storm, die even eens f 13,000 eischten. Ten slotte werden na den brand verschillende veiligheidsmaatre gelen genomen, die ook extra^uitgaven ver oorzaakten, eoodat de raming voor het gebouw in het geheel met f55.099.47 weTd overschreden. Hadden zioh de vermelde bijzondere om- Handigheden niet voorgedaan, het ware wellicht mogelijk geweest de meerdere kos ten, welke uit anderen hoofde voor bet ge bouw werden vereischt, uit den post voor onvoorzien en door de bezuiniging op an dere hoofdstukken te dekken. Dit is thans niet ten volle mogelijk geweest. tWijzigingen aanvulling van do Muntwet 1901. De Minister van financiën deelt in de Me morie van Antwoord mede, dab binnenkort to wachten zijn voorstellen tot invoering van ©en pcst-chèque- en giro-dienst, zoodat vanzelf zal kunnen blijken, of hierdootr in Nederland zooveel zilver uit de circulatie wc-idt gedreven, dat er, óók voor Indië, nog geen gebruik zal behoeven te worden ge maakt van de mogelijkheid van dispensatie van het verbod van aanniunting van zilve ren munten uit daartoe aangekochte baren. De Regeering zal de circulatie van do 5-gulden-stukken bevorderen en het voor. schrift aan de betaalmeesters om goudein munten welke zij ontvangen, niet weder in, omloop te brengen, intrekken. Goudstukken mn f2.50 zouden naar de overtuiging dee ministers, in de circulatie niet worden opgenomen. De bezwaren tegen de mogelijkheid van belegging van het aan Indië behoorem.de fonds in Nederlandsch.Indisohe leeningen, acht de minister te breed uitgemeten. De minister is bij zijn voorstal, om ©en fonds te vormen voor de winst op Indische pasmunt gemaakt en daarin ook te storten wat gewonnen wordt bij aanmuntingen van standpenningen ten behoeve van Indië, uitge gaan ven billijkheidsoverwegingen, van den wensch aan de Indische geldmiddelen do volle maat te geven. De vraalg, die zioh daar bij voordoet, of aanmuntingen van standpen ningen voor de kolonie en voor het Moedor- land in voldoende mate onderscheiden kun nen worden, beantwoordt de minister be vestigend. Het doen vervallen van de halve guldens uit het Nedcrlandsche muntstelsel en héb er voor in de plaats stellen van een Indisch© pasmunt met Indisohen stempel» zou tot groote kosten en vertraging aanleiding geven. In het voorloopig verslag was da vraag ter sprake gebracht, of het raadzaam is rich moer en meer oen toestand te laten ontwik kelen, waarin de ovargroote meerderheid van de grove munten zich in Indië zal bevinden en was het denkbeeld ontwikkeld voor de beantwoording van die vraag en van daar mede samenhangende vragen een Staatscom missie te benoemen. De Minister wil dit denkbeeld en dat om' het advies van enkele deskundigen uit te lokken, gaarne in overweging nemen. Bij de artikelen heeft de Minister nog eenige aanbevolen wijzigingen aangebracht. Hij acht het wenscbelijk dat de beeldenaar van het 5-gulden-stuk zooveel als ©enigszins mogelijk is, overcenstemme met dien van het 1 O-gulden-stuk. De Minister verdedigt breedvoerig de in voering van een vierkanten stuiver met af geronde hoekpunten. De resultaten van den strijd tegen den omloop van vreemde munten, acht de Mi nister alleszins bevredigend. In de naaste toekomst zal de eerste stap worden gedaan tot verdrijving voor zooveel mogelijk van de Belgische munten uit de provincie Zeeland. Voor de provincie Lim burg zal veorlcopig een afwachtende hou ding zijn aan te nemen. D© Zeeland." Ten raadhui ze te Vlissingen is de ai- gemeene vergadering van aandeelhouders van de Stoomvaart-Mij. „Zeeland", Kon. Ned. Postvaart, gehouden. Aan het verslag over 1911 is het vol gende ontleend: In den loop van het jaar werd de oude dagboot „Engeland" boven de boekwaarde verkocht. Do verlegging van onzen nachtdienst van Queenboro naar Folkestone behoeft ons in veel opzichten niet te berouwen. Hadden wij na do enorme toeneming van het reirigërsvervoer over 1910, gedeeltelijk toe te solirijven aan de Passiespelen te Ober- ammergau, enz., over 1911 geen vermeer dering van beteekenis verwacht, de uit komst bewees het tegendeel. Tooh valt uit het cijfer der ontvangsten voldoende na te gaan, dat de verlegging financieel offers heeft gekost. Op de buitengewone algemeen© vergade ring van aandeelhouders van 29 Juni 1911 werd besloten tot uitbreiding van het maat. schappelijk kapitaal met f 1,000,000, terwijl voorts machtiging werd verleend tot het aan gaan edner 4 pCt geldleetning tot een maxi. mum bedrag van f800,000, terwijl teve'ns werd besloten tot afkoop der preferentie van de aandeelen serie B, waarvoor blijkens do winst- en verliesrekening ©en bedrag van f145,650 noodig was. De vloot der Maatschappij bestond op 31 December 1911 uit de volgende stoomsche pen „Duitsohland", groot 4682 M*. met 4500 P.K., „Prins Hendrik", 6508 M3., „Koningin Regentes" 5514 M3., „Koningin Wilhelmina" 5502 M3., alle 9000 P.K. „Prinses JuliaJna", „Oranje-Nassau" on „Mecklenburg", alle 8171 M3. en 10,000 P.K. Gedurende 1911 werden 731 reizen afge legd, zijnde één Teis meer dan in het vorige jaar. Bovendien is ook een extra-reis ge maakt naar Spithead van 2225 Juni 1911, ter bijwoning van de vlootrevue, gehouden ter reede aldaar 24 Juni 1911. De bruto opbrengsten beliepen in 1911 f 2,455,720.9672, tegen in 1911 f1,064,964,86. De exploitatiekosten bedroegen in 1911 f 1,614,922.14 of gemiddeld f 2209.20 per reis, tegen f 1,545,452,ll1/* of gemiddeld per reis f2117.06 in 1910. Het aantal vervoerde passagiers steeg van 148,842 in 1910 tot 154,801 in 1911daaren tegen ging de opbrengst terug van f 1,221,390.12 tot f 1,064,964.86 en vermin derde derhalve met f166,425.26. Zooals uit heb voorafgaande blijkt, belie pen in het jaar 1911 de ontvangsten f 2,465,720,967a en de uitgaven f 1,614,922.14, gevend© een voordcelig saldo van f840,798.8272- Hiervan moet worden afgetrokken: lo. het nadeelig saldo der interestrekoning f 116,676.98; 2o. bijdrage ten behoeve van het ketelfonds f 60,0003o. d© te betalen ver goeding voor opheffing der preferefntiën van de aandeelen serie B f 145,650, zoodat de beschikbar© winst bedraagt f684,471.84725 welke, ingevolge art. 17 der statuten, voor afsohi'ijvmg op schepen en andere eigendom men der Maatschappij wordt bestemd. D© „Eouiiigiii Elisabeth Een paar dagen geleden, maakten we mel ding van de ramp met de „Koningin Elisa^ beth" op den Donan. Het schijnt thans dat deze ramp, waarbij 25 mensehen om het leven kwamen, het gevolg is van een aan slag van politieken aard, gericht tegen een passagier van het schip, generaal Iwan Sara.fof uit Bulgarije, die belangrijke staatsdocumenten bij zich had. De daders, die kennis gekregen hadden, dat Sarafof deze papieren naar St.-Petersburg brengen moest^ wilden tot eiken grijs deze documen ten in hun bezit krijgen. Daarom bedachten rij het plan, het schip in brand te steken en in de daarop volgende paniek de stuk ken te stelen. Het plan gelukte echter niet, daar het vuur in enkele minuten tijd rich uitbreidde over het geheel© schip en Sarafof dadelijk na het uitbreken van den brand als eerste, met de papieren bij rich, het schip verliet. Verschillende getuigen hebben met beslistheid voor den rechter van instructie verklaard, dat de brand met een bijna vooruit bepaalde zekerheid rich uitbreidde in de richting van de kajuiten eerste klasse, waarin Sarafof woonde. Wie de diaders zijn, kon tot nu nog niet vastge steld worden. Alleen is het den passagiers van het schip opgevallen, dat, toen de red dingsbooten uitgezet werden, drie Servi sche, een Russische passagier en een dame in den Donau sprongen en zwemmende trachtten den oever te bereiken, zonder het neerlaten van de reddingsbooten af te wachten. Waarsohijnlijk zullen deze perso nen de daders zijn geweest. die er met 260,000 Mark van door ia De Fcaiiache auto-bandieten te Amsterdam. In verband met het verblijf van eenige leclen der beruchte bende van de Parijecbe auto-bandieten in het Vegetarisch Hotel „Pomona" op de Weteringschans hier ter stede, kan het ,,Hbld." nog het volgende mededeelen Nadat van 23 tot 28 December de hee ren De Boué (als Charles Beulemans) en Callemin, bijgenaamd Raymond la Science (als von Desrauwera) hier ter stede hadden gelogeerd, kwam van 2729 Januari De Boué weder in „Pomona" aan. Hij schreef zich thans in onder den naam Molenaar en was ditmaal vergezeld van een per soon, die zich als Leopold Dalvenny in schreef. Deze beide personen hebben ook weder van 3—5 Februari in „Pomona" ge logeerd. Eerst toen de inspecteur der Ara- sterdamsche recherche Pateer, vergezeld van een Parijsclien collega in het restau rant- kwam om daar de handteekeningen der heeren te laten photographeeren, viel het den directeur van „Pomona/' op, dat De Boué zich onder verschillende namen had ingeschreven. De gasten maakten den indruk van werk lieden, die een paar dagen naar hier kwa men om eens het een en ander te riea^ directeur dacht, dat het eleotriciens wa* re, die goed geld verdiendeA. Zij leefden echter zeer eenvoudig, kwamen op gezette! tijden 12 uur en 5 uur thuis om tei eten en gingen des avonds omstreeks twaaljj uren te bed. De Boué alias Beulemans alias Molenaan sprak zeer goed Vlaamsoh en was heol spraakzaam; de andere persoon, waarmede hiji het hotel bezocht, zeide heel weinig. Predikantstrnktementcn. Het Centraal-Comité tot verhooging de® Predikantetraktementen in de Ned.-Herv»j Kerk heeft doen verschijnen een overzicht van hetgeen er ontbreekt aan het mini mum. van f1400 traktement Van 368 der" l£60 gemeenten kwam geen antwoord ip de vragenlijsten in. In 404 gemeenten bleek het traktement benedeüi f 1400in 37 gemeenten zelfs benedetf f 1000. Van deze 404 gemeenten wenschep 214 wel aanwending van invloed door hei Centraal-Comité, 190 niet. f97.736 is noodig om in deze 404 ge meenten de traktementen op f 1400 tat brengen. Het ongunstigst is het geBteld in dö Provincie Limburg (olassis Maastricht,), waar dertien gemeenten i 4910 noodig hebben, om op f 1400 te komen, en slechts drie dit minimum uitkeerenhet gunstigst is de classis 'B-Gravenhage, waar eleehte drie gemeenten zijn, die samen f*400 be^ hoeven, om bot <-^t minimum te geraken* Bij dit overzicht is een vragenlijst aan de predikanten gevoegd. De loatete vraag luidt: Welke middelen hebt u voor te stelt len ter verbetering der traktementen?" H. Creemers, aannemer, Den Haag. Ch. L. Hansen, horlogemaker, gewoond hebbende te 's-Gravenhage, thans in Ame rika. J. Schotel en M. Schotel, winkeliersters* beiden te Dordrecht. P. Ruben, koopman, te Ter-Neuzen. LEIDERDORP. Geboren: Janse, D. van A. Boer en T. van Sai dijk. Overleden: Leouardm van der Laan5 m. Jan van der Zijden 4 m. VALKENBURG. Getrouwd: Willem Jansen» 30 j., alhier, en Sietie Verhoog, 27 j., te Voor schoten. Pieter Cornelia Brittftn, 35 j., te Leiden, en Johanna Slootweg, 34 alhier. Vraag: Bij het nagaan van historische! plaatsen te Leiden, wat voor een. oud© stad altijd zijn eigenaardigs bekoring behoudfcy zou ik n willen vragen' df uit historisch oogpunt beschouwt, het geen aanbeveling Ver dient door ©en steen of zuiltje d© plaats aan te duiden waar in 1574 op 3 Oct. dö vlootvoogd der Geuzen aan wal stapte, welk; fedt voor stad en land zulke belangrijke ge* volgen had? Juist las ik in uw blad dat in Brielliq ook een gedenkschrift in het plaveisel ig gemaakt. Antwoord;. Men denkt ovCr zulke dia* gen ongelijk. JÜr zullon er zek©r wel zijn!, ai© met u d© pl©k waar de door u bek doelde vlootvoogd voor het eerst na Eet» beleg den voet aan wal Zette, gaarne zag©tij aangeduid, maar wij voelen daarvoor nieti bijzonder veel, daargelaten dat het altijd inorilijk is om dj© plaats nog precies |tjö weten. Ons dunk, bet feit van het ontetóS zelf is voldoend© omi de herinnering ©r YflA! te bewaren. U Zou heb denkbeeld echter een# aan het bestuur van „Oud-Leiden" ter oveïs weging kunnen aanbieden- Vraag: Al» bewoner Van den iWdttetj? Singel, ga ik dagelijks naar het Station btf maak dan gebruik van het pontje aan Een Galgewater en passeer dan de Smids- leifij Kruisstraat. Maar dikwijls ben ik wel ©ehSf te vies de Kruisstraat te passeeren, da^flj die straat «r altijd zoo smerig uitziet ©31 men in het loepen dikwijls belommerd wordt} door de vel© karren, die daar links ©n reoht& maar werden neergegooid. Zou daar nu niet iets aan te dom rijn, dat zulk ©en drukkjó straat wat beter begaanbaar in? Antwoord: Wat de onaangename lucht aangaat, daaraan is misschien niet veel doen, wanneer zij althans niet ontstaat dooi$ vuilheid van de straat zelf, maar met kar* ren ein ander gerei mag tnen de passage niet stremmen. De politie heeft daarop boö te zien. Ontsnapt het aan hajar wakend oog, klaag er dan maar eens over op h«fl politiebureau. Vraag: [Wanneer een vader zijn kibdi gerechtelijk af wil staan aan de pleegouder^ waar het thans reeds eenig© jaren kostolooö verpleegd wordt, moet het bewijs onderteek kend worden op zegel? En hoe moet meBj d© verklaring solirijven, dat deze geldig ia ft Antwoord: Ga daarvoor even raadpley gen op het Bureau van den Burgerlijken) Stand, ter Secretarie uwer gemeente. Daafci zal men u wel terecht helpen. V raag: [Wolk vetrsohil is er tussohièh' d© orde van Oranje Nassau en den Nedefl* landschen Leeuw? Staat de een hooger dag de ander? Antwoord: De Nederlandsch© Leeurii strekt ter ver ©eren de onderscheiding val$ alle Nederlanders, die bewijzen geven vah' beproefd© vaderlandsliefde, bij zonderen ijveüS en trouw in het volbrengen hunner burgen? plichten of buitengewone bekwaamheid wetenschappen en kunsten-, j D© orde van Oxanje-Nosisfeu beloont Eetójj die rioh jegens Koningin en Staat of jegend d© maatschappij op bijzondere wijze hebbed verdienstelijk gemaakt- De Orde van den Nederlandsohen Leeuwl is de hoogste burgerlijk© orde in ons landl V raag: Ho© zou ik een vlek van advO* oaat uit een zwart lakenscbe japon kunnen krijgen? Antwoord: Eenvoudig uitwasschen met lauw-waji» wAteT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6