Tweede Kamer.
Faillissementen.
Burgerlijke Stand.
Vragen en Antwoorden.
Radenwet.
In de zitting van gisteren verdedigde de
heer Duy 3 nader zijn amendement om de
Voorzitters der Raden van Arbeid niet te
d'oen benoemen, schorsen en ontslaan door
de Kroon, doch door de Raden zelf.
Hij voerde aan, dat de Minister het
bestreden heeft met een beroep op den
opzet zijner verzekeringswetten, en dit tel-
ltens doet, niettegenstaande er volslagen
onzekerheid bestaat of er van die wetten
iets terecht zal komen. Waarom spreekt do
rechterzijde zich niet eens rondweg nit of
«ij bijv. de Ziekteverzekering al dan niet
wil behandelen?- Als men ter reohterzijde
bang is een beslissing te nemen, dan ge
schiedt dit niet uit zakelijke, niaar uitslui
tend uit politieke overwegingen na 'a Mi
nisters verklaring van den vorigen dag.
Maar een beslissing acht spreker dringend
noodig, opdat de Minister niet telkens uit
'den opzet zijner verzekeringswetten argu
menten kan slaan tegen verbetering be-
oogende amendementen
Uit het amendement-Bos nam. spreker
©ver het gedeelte, dat de stemmingen over
'de voorzitterskeuze regelt en bepaalt, dat
de Kroon den voorzitter benoemt bij her
haald ontbreken eener meerderheid.
De heer Bos trok zijn amendement in
Iten gunste van dat van den heer Duys.
De heer Nolens, voorzitter der Com
missie van Rapporteurs zegt, in antwoord
©p den heer Duys, dat er niets van te zeg
gen valt of er al dan niet iets terecht komt
van de verzekeringswetten. Dat kan geen
Minister voorspellen, noch eenig redacteur
van eenig blad. Dat hangt geheel en uitslui
tend af van den gang van zaken. Op het
©ogenblik hebben de Kamer en de Regee
ring te rekenen met een complex van ver
zekeringswetten. En als de Minister met
het oog op dat complex als voorzitters van
den Raad mannen noodig heeft ais door
hem geschetst, dan moet de Voorzitter in
derdaad door de Kroon worden aangewe
zen.
Intusschen is de meerderheid der Com
missie van Rapporteurs vóór het amende-
ment-Duys.
De heer Duys betoogt nader met klem,
'dat de Ka.mer moet weten welken weg bet
'opgaat met de Ziektewet. Want het gaat
niet aan deze Radenwet aan te nemen en
daarmede den Minister de bevoegdheid te
geven tot het doen van stappen, om zijn
zeer kostbare organisatie tot stand te brem.
gen, zonder dat- jyij weten of er monniken
werk verricht wordt of niet.
Het amen demont-Duy8 wordt hierop ver
worpen met 44 tegen 35 stemmen.
Toen eendge verdere amendementen-
Duys in behandeling zouden komen, riep
deze: ,,Ik*zie van het woord af, ga maar
direct stemmen, het geeft toch niks!"
Een oogenblik later riep hij, dat hij ze
maar introk, om geen vurige kolen op het
hoofd der heeren te stapelen.
Bij het verdere debat verdedigt de heer
Pat ij n eenige amendementen, beoogen-
de om te doen uitkomen, dat tenzij de
Raad van Arbeid het anders wen sob t de
betrekking van secretaris van den Raad
van Arbeid zal zijn een hoofdbetrekking en
geen bij-betrekking
De heer Teenstra verdedigt een
amendement met de strekking, dab de
secretaris geen reohtsgeleerde behoeft te-
zijn.
De heer De Wijckerslooth verde
digt een amendement, strekkende om de
rechtspositie van den secretaris te omge
ven met eenige waarborgen, zoodat ont
slag, anders dan overeenkomstig eigen ver
zoek, steeds met redenen omkleed moet
•zijn en de goedkeuring behoeft van den
Verzekeringsraad.
De Minister neemt alle deze amen
dementen over, behalve dab van den heer
Patijn, hetwelk den seoretaris de leiding
©ver het personeel zou geven.
Op verzoek van den heer Duvs, die er
tegen is, dat bij de wet een secretaris aan
den Raad wordt opgedrongen en meent,
(bit het aan de Raden zelf moet worden
©vergelaten of zij al dan niet een secreta
ris wil aanstellen, wordt de titel van
par. 7, luidende
„Van den Secretaris", in stemming ge
bracht.
Het wordt goedgekeurd met 45 tegen 14
stemmen.
Het amendement-P a t ij n (de secreta
ris chef, van het personeel) wordt verwor
pen met 46 tegen 12 stemmen.
De vergadering wordt verdaagd t©t
heden.
Wijziging der Muntwet.
De heer Van Dedem heeft op de aan
hangige wijziging der Muntwet een amen
dement voorgesteld, de strekking hebben
de de nikkelen 5-centstukken uit de Munt
wet weg te nemen.
Kanonnen.
De Minister van Marine a. i. heeft aan
de Tweede Kamer onder geheimhouding
de prijzen doen weten van de firma Skoda
en de firma Krupp voor kanonnen van
7.5 o.M. voor torpedo-booten.
Pensioenregeling Spoorweg
personeel.
In de Memorie van Antwoord geeft de
regeering als haar meening te kennen dat
de pensioenregeling voor het spoorwegper
soneel voor alle partijen bevrediging zal
kunnen brengen, aangezien zij voor 't per
soneel der betrokken maatschappijen de
zekerheid verschaft van een behoorlijk pen
sioen onder alle omstandigheden, die zioh
kunnen voordoen, terwijl zij voor de maat
schappijen en voor den Staat een einde
maakt aan de onzekerheid, welke lasten
de pensioenregeling van het personeel vóór
©n na de naasting zou kunnen opleveren.
Ten aanzien van de vraag, of het op den
meg van den Staat moet geacht worden te
De strijd om het
ALTOK B. PARKSR,
de ledder der conservatieve democraten,
die tegenover Bryan werd gekozen
tob voorzitter der conventie
van Baltimore.
liggen, een deel der lasten, welke uit de
pensioenregeling van het spoorwegperso
neel voortvloeien, voor zijn rekening te
nemen, antwoordt die regeering o. a.
Waar het als een vaststaand beginsel ia
aan te merken, dat de Staat voor personeel
in zijn vasten dienst de lasten aan een be
hoorlijke pensioenregeling verbonden, op
rich neemt, voor zsooveel die lasten niet
door het personeel zelf worden gedragen,
en waar de Staat voorts ongetwijfeld ook
voor een regeling betreffende de pension-
neering van personeel in dienst van bijzon
dere ondernemers rich een opoffering zal
getroosten, acht de regeering het gerecht
vaardigd, dat de Staat ook voor het per
soneel der groote spoorwegmaatschappijen
zulk een offer zal brengen.
Naar aanleiding van hetgeen in het Voor-
loopig Verslag en in het daarin vermelde
adres van een comité, gevormd uit de be
stuurders van zeven vereemgingen van
spoorwegpersoneel, opgemerkt werd, zegt
de regeering versterkt te rijn in haar mee
ning, dat de wenschen van het door be
doeld comité vertegenwoordigde deel van
het personeel ten aanzien van het beheer
der fondsen volstrekt onvereenigbaar zijn
met den grondslag der ontworpen regeling,
welke hierin bestaat, dat de Staat de ze
kerheid verschaft dat de krachtens heit
reglement in uitzicht gestelde pensioens-
uitkeeringen onder alle omstandigheden
zullen verzekerd zijn. Voor medezeggen
schap van het personeel bestond aanleiding
en zou voor het vervolg slechts aanlei
ding kunnen bestaan voor zooveel er
zich gevallen zouden kunnen voordoen
waarin de voldoening van de aanspraken
van het personeel zou afhangen van den
geldelijken toestand van het fonds; maar
deze mogelijkheid wordt door de getroffen
regeling geheel weggenomen. De voorstel-
ling; in het Voorloopig Verslag gegeven
van het belang, hetwelk het personeel bij
den geldelijken toestand van het fonds zou
hebben, is dan ook volkomen onjuist. Voor
eerst is het onjuist dat de gelden van het
fonds de voornaamste waarborg zouden
zijn voor de nakoming, door de Maatschap
pij, van haar verplichtingen ter zake van
de pensioenuiitkeeringen immers in dit op
richt kunnen de pensioenen geheel gelijk
gesteld worden met de salarissen van het
personeel, waarvan de betaling niet door
een speciaal daarvoor gevormd fonds, doch
door het kapitaal en de bedrijf si nkoms ten
der maatschappij wordt gewaarborgd.
Evenzeer is het onjuist dat slecht beheer
van het fonds moet leiden tot verhooging
van dö bijdragen van de leden. Zoolang dit
het geval was en in dien zin was het oude
lid c van art. 54 van het S.-S.-reglement te
verstaan bestond er voorzeker alleszins
reden om aan het personeel medezeggen
schap in het beheer te geven. Voor het ven-
volg echter zal verhooging van bijdragen,
zelfs indien deze met het oog op den toe
stand van het fonds noodzakelijk blijkt,
niet kunnen geschieden dan bij de wet en 't
behoeft toch geen betoog dat de wetgever
rekening zal hebben te houden met de re
denen, waarom de verhooging der bijdra
gen wordt gevorderd, en dat het onaanne
melijk is dat de gevolgen van slecht be
heer, waaraan het personeel niet kon doen,
door den wetgever op dat personeel zullen
worden verhaald.
Wat betreft de omstandigheid, dat nog
geen volledige uniformiteit tusschen de
pensioenregelingen der beide maatschap
pijen is verkregen, wordt er door de re
geering op gewezen, dat bij het aanbren
gen der wijzigingen in de reglementen der
fondsen, er naar gestreefd is geen bepalin
gen te doen vervallen welke bij een der
maatschappijen voor het personeel golden,
ook al werd erkend dat er geen aanleiding
bestond om voor het personeel der andere
maatschappij dezelfde bepaling in te voe-
ren.
Met betrekking tot de pensioenregeling
voor de nagelaten betrekkingen werd nog
niet naar eenvormigheid gestreefd, omdat
hi} art. 3 der nadere overeenkomsten een
herziening dezer regeling binnen korten
tijd in uitzicht is gesteld.
Bij gelegenheid van die herziening ligt
het overigens in de bedoeling om nog nader
na te gaan of en in hoeverre wellicht ook
op andere punten nog grootere eenvormig
heid dan reeds verkregen is, zal kunnen
worden aangebracht.
De Brusselsche tentoon
stelling in 1910.
Deze tentoonstelling heeft, boven het
subsidie van f 390,000, in 1910 toegestaan,
een tekort opgeleverd van f 47,000, welk
bedrag de Regeering voorstelt te dekken
door een verhooging der Staatsbegrooting
met f 32,0(X) ©n der Indische begrooting met
f 15,000.
der Vereenigde Staten*
William J. Bbyin,
do led der dar progressieve democraten,
die zioh in geval van een nederlaag
tooh oandadaat zal laten stellen
voor het presidentschap.
Blijkens de boelichting tot deze verhoo
ging was de aannemingSBom van het hoofd
gebouw f 10,000 hooger dan geraamd was.
Voorts heeft de bouw van een extra-pavil
joen voor het Alg. Ned. Verbond f13,000
gekost en werden belangrijke be>schadigin-
gen veroorzaakt door een storm, die even
eens f 13,000 eischten. Ten slotte werden na
den brand verschillende veiligheidsmaatre
gelen genomen, die ook extra^uitgaven ver
oorzaakten, eoodat de raming voor het
gebouw in het geheel met f55.099.47 weTd
overschreden.
Hadden zioh de vermelde bijzondere om-
Handigheden niet voorgedaan, het ware
wellicht mogelijk geweest de meerdere kos
ten, welke uit anderen hoofde voor bet ge
bouw werden vereischt, uit den post voor
onvoorzien en door de bezuiniging op an
dere hoofdstukken te dekken. Dit is thans
niet ten volle mogelijk geweest.
tWijzigingen aanvulling van
do Muntwet 1901.
De Minister van financiën deelt in de Me
morie van Antwoord mede, dab binnenkort
to wachten zijn voorstellen tot invoering
van ©en pcst-chèque- en giro-dienst, zoodat
vanzelf zal kunnen blijken, of hierdootr in
Nederland zooveel zilver uit de circulatie
wc-idt gedreven, dat er, óók voor Indië, nog
geen gebruik zal behoeven te worden ge
maakt van de mogelijkheid van dispensatie
van het verbod van aanniunting van zilve
ren munten uit daartoe aangekochte baren.
De Regeering zal de circulatie van do
5-gulden-stukken bevorderen en het voor.
schrift aan de betaalmeesters om goudein
munten welke zij ontvangen, niet weder in,
omloop te brengen, intrekken.
Goudstukken mn f2.50 zouden naar de
overtuiging dee ministers, in de circulatie
niet worden opgenomen.
De bezwaren tegen de mogelijkheid van
belegging van het aan Indië behoorem.de
fonds in Nederlandsch.Indisohe leeningen,
acht de minister te breed uitgemeten.
De minister is bij zijn voorstal, om ©en
fonds te vormen voor de winst op Indische
pasmunt gemaakt en daarin ook te storten
wat gewonnen wordt bij aanmuntingen van
standpenningen ten behoeve van Indië, uitge
gaan ven billijkheidsoverwegingen, van den
wensch aan de Indische geldmiddelen do
volle maat te geven. De vraalg, die zioh daar
bij voordoet, of aanmuntingen van standpen
ningen voor de kolonie en voor het Moedor-
land in voldoende mate onderscheiden kun
nen worden, beantwoordt de minister be
vestigend.
Het doen vervallen van de halve guldens
uit het Nedcrlandsche muntstelsel en héb
er voor in de plaats stellen van een Indisch©
pasmunt met Indisohen stempel» zou tot
groote kosten en vertraging aanleiding geven.
In het voorloopig verslag was da vraag
ter sprake gebracht, of het raadzaam is rich
moer en meer oen toestand te laten ontwik
kelen, waarin de ovargroote meerderheid van
de grove munten zich in Indië zal bevinden
en was het denkbeeld ontwikkeld voor de
beantwoording van die vraag en van daar
mede samenhangende vragen een Staatscom
missie te benoemen.
De Minister wil dit denkbeeld en dat om'
het advies van enkele deskundigen uit te
lokken, gaarne in overweging nemen.
Bij de artikelen heeft de Minister nog
eenige aanbevolen wijzigingen aangebracht.
Hij acht het wenscbelijk dat de beeldenaar
van het 5-gulden-stuk zooveel als ©enigszins
mogelijk is, overcenstemme met dien van het
1 O-gulden-stuk.
De Minister verdedigt breedvoerig de in
voering van een vierkanten stuiver met af
geronde hoekpunten.
De resultaten van den strijd tegen den
omloop van vreemde munten, acht de Mi
nister alleszins bevredigend.
In de naaste toekomst zal de eerste stap
worden gedaan tot verdrijving voor zooveel
mogelijk van de Belgische munten uit de
provincie Zeeland. Voor de provincie Lim
burg zal veorlcopig een afwachtende hou
ding zijn aan te nemen.
D© Zeeland."
Ten raadhui ze te Vlissingen is de ai-
gemeene vergadering van aandeelhouders van
de Stoomvaart-Mij. „Zeeland", Kon. Ned.
Postvaart, gehouden.
Aan het verslag over 1911 is het vol
gende ontleend:
In den loop van het jaar werd de oude
dagboot „Engeland" boven de boekwaarde
verkocht.
Do verlegging van onzen nachtdienst van
Queenboro naar Folkestone behoeft ons in
veel opzichten niet te berouwen.
Hadden wij na do enorme toeneming van
het reirigërsvervoer over 1910, gedeeltelijk
toe te solirijven aan de Passiespelen te Ober-
ammergau, enz., over 1911 geen vermeer
dering van beteekenis verwacht, de uit
komst bewees het tegendeel. Tooh valt uit
het cijfer der ontvangsten voldoende na te
gaan, dat de verlegging financieel offers
heeft gekost.
Op de buitengewone algemeen© vergade
ring van aandeelhouders van 29 Juni 1911
werd besloten tot uitbreiding van het maat.
schappelijk kapitaal met f 1,000,000, terwijl
voorts machtiging werd verleend tot het aan
gaan edner 4 pCt geldleetning tot een maxi.
mum bedrag van f800,000, terwijl teve'ns
werd besloten tot afkoop der preferentie van
de aandeelen serie B, waarvoor blijkens do
winst- en verliesrekening ©en bedrag van
f145,650 noodig was.
De vloot der Maatschappij bestond op 31
December 1911 uit de volgende stoomsche
pen „Duitsohland", groot 4682 M*. met 4500
P.K., „Prins Hendrik", 6508 M3., „Koningin
Regentes" 5514 M3., „Koningin Wilhelmina"
5502 M3., alle 9000 P.K. „Prinses JuliaJna",
„Oranje-Nassau" on „Mecklenburg", alle 8171
M3. en 10,000 P.K.
Gedurende 1911 werden 731 reizen afge
legd, zijnde één Teis meer dan in het vorige
jaar. Bovendien is ook een extra-reis ge
maakt naar Spithead van 2225 Juni 1911,
ter bijwoning van de vlootrevue, gehouden
ter reede aldaar 24 Juni 1911.
De bruto opbrengsten beliepen in 1911
f 2,455,720.9672, tegen in 1911 f1,064,964,86.
De exploitatiekosten bedroegen in 1911
f 1,614,922.14 of gemiddeld f 2209.20 per reis,
tegen f 1,545,452,ll1/* of gemiddeld per reis
f2117.06 in 1910.
Het aantal vervoerde passagiers steeg van
148,842 in 1910 tot 154,801 in 1911daaren
tegen ging de opbrengst terug van
f 1,221,390.12 tot f 1,064,964.86 en vermin
derde derhalve met f166,425.26.
Zooals uit heb voorafgaande blijkt, belie
pen in het jaar 1911 de ontvangsten
f 2,465,720,967a en de uitgaven f 1,614,922.14,
gevend© een voordcelig saldo van
f840,798.8272-
Hiervan moet worden afgetrokken: lo.
het nadeelig saldo der interestrekoning
f 116,676.98; 2o. bijdrage ten behoeve van
het ketelfonds f 60,0003o. d© te betalen ver
goeding voor opheffing der preferefntiën
van de aandeelen serie B f 145,650, zoodat
de beschikbar© winst bedraagt f684,471.84725
welke, ingevolge art. 17 der statuten, voor
afsohi'ijvmg op schepen en andere eigendom
men der Maatschappij wordt bestemd.
D© „Eouiiigiii Elisabeth
Een paar dagen geleden, maakten we mel
ding van de ramp met de „Koningin Elisa^
beth" op den Donan. Het schijnt thans dat
deze ramp, waarbij 25 mensehen om het
leven kwamen, het gevolg is van een aan
slag van politieken aard, gericht tegen een
passagier van het schip, generaal Iwan
Sara.fof uit Bulgarije, die belangrijke
staatsdocumenten bij zich had. De daders,
die kennis gekregen hadden, dat Sarafof
deze papieren naar St.-Petersburg brengen
moest^ wilden tot eiken grijs deze documen
ten in hun bezit krijgen. Daarom bedachten
rij het plan, het schip in brand te steken
en in de daarop volgende paniek de stuk
ken te stelen. Het plan gelukte echter
niet, daar het vuur in enkele minuten tijd
rich uitbreidde over het geheel© schip en
Sarafof dadelijk na het uitbreken van den
brand als eerste, met de papieren bij rich,
het schip verliet. Verschillende getuigen
hebben met beslistheid voor den rechter
van instructie verklaard, dat de brand met
een bijna vooruit bepaalde zekerheid rich
uitbreidde in de richting van de kajuiten
eerste klasse, waarin Sarafof woonde. Wie
de diaders zijn, kon tot nu nog niet vastge
steld worden. Alleen is het den passagiers
van het schip opgevallen, dat, toen de red
dingsbooten uitgezet werden, drie Servi
sche, een Russische passagier en een dame
in den Donau sprongen en zwemmende
trachtten den oever te bereiken, zonder
het neerlaten van de reddingsbooten af te
wachten. Waarsohijnlijk zullen deze perso
nen de daders zijn geweest.
die er met 260,000 Mark van door ia
De Fcaiiache auto-bandieten te
Amsterdam.
In verband met het verblijf van eenige
leclen der beruchte bende van de Parijecbe
auto-bandieten in het Vegetarisch Hotel
„Pomona" op de Weteringschans hier ter
stede, kan het ,,Hbld." nog het volgende
mededeelen
Nadat van 23 tot 28 December de hee
ren De Boué (als Charles Beulemans) en
Callemin, bijgenaamd Raymond la Science
(als von Desrauwera) hier ter stede hadden
gelogeerd, kwam van 2729 Januari De
Boué weder in „Pomona" aan. Hij schreef
zich thans in onder den naam Molenaar
en was ditmaal vergezeld van een per
soon, die zich als Leopold Dalvenny in
schreef. Deze beide personen hebben ook
weder van 3—5 Februari in „Pomona" ge
logeerd. Eerst toen de inspecteur der Ara-
sterdamsche recherche Pateer, vergezeld
van een Parijsclien collega in het restau
rant- kwam om daar de handteekeningen
der heeren te laten photographeeren, viel
het den directeur van „Pomona/' op, dat
De Boué zich onder verschillende namen
had ingeschreven.
De gasten maakten den indruk van werk
lieden, die een paar dagen naar hier kwa
men om eens het een en ander te riea^
directeur dacht, dat het eleotriciens wa*
re, die goed geld verdiendeA. Zij leefden
echter zeer eenvoudig, kwamen op gezette!
tijden 12 uur en 5 uur thuis om tei
eten en gingen des avonds omstreeks twaaljj
uren te bed.
De Boué alias Beulemans alias Molenaan
sprak zeer goed Vlaamsoh en was heol
spraakzaam; de andere persoon, waarmede
hiji het hotel bezocht, zeide heel weinig.
Predikantstrnktementcn.
Het Centraal-Comité tot verhooging de®
Predikantetraktementen in de Ned.-Herv»j
Kerk heeft doen verschijnen een overzicht
van hetgeen er ontbreekt aan het mini
mum. van f1400 traktement
Van 368 der" l£60 gemeenten kwam geen
antwoord ip de vragenlijsten in. In 404
gemeenten bleek het traktement benedeüi
f 1400in 37 gemeenten zelfs benedetf
f 1000. Van deze 404 gemeenten wenschep
214 wel aanwending van invloed door hei
Centraal-Comité, 190 niet.
f97.736 is noodig om in deze 404 ge
meenten de traktementen op f 1400 tat
brengen.
Het ongunstigst is het geBteld in dö
Provincie Limburg (olassis Maastricht,),
waar dertien gemeenten i 4910 noodig
hebben, om op f 1400 te komen, en slechts
drie dit minimum uitkeerenhet gunstigst
is de classis 'B-Gravenhage, waar eleehte
drie gemeenten zijn, die samen f*400 be^
hoeven, om bot <-^t minimum te geraken*
Bij dit overzicht is een vragenlijst aan de
predikanten gevoegd. De loatete vraag
luidt: Welke middelen hebt u voor te stelt
len ter verbetering der traktementen?"
H. Creemers, aannemer, Den Haag.
Ch. L. Hansen, horlogemaker, gewoond
hebbende te 's-Gravenhage, thans in Ame
rika.
J. Schotel en M. Schotel, winkeliersters*
beiden te Dordrecht.
P. Ruben, koopman, te Ter-Neuzen.
LEIDERDORP. Geboren: Janse, D. van A.
Boer en T. van Sai dijk.
Overleden: Leouardm van der Laan5 m.
Jan van der Zijden 4 m.
VALKENBURG. Getrouwd: Willem Jansen»
30 j., alhier, en Sietie Verhoog, 27 j., te Voor
schoten. Pieter Cornelia Brittftn, 35 j., te
Leiden, en Johanna Slootweg, 34 alhier.
Vraag: Bij het nagaan van historische!
plaatsen te Leiden, wat voor een. oud© stad
altijd zijn eigenaardigs bekoring behoudfcy
zou ik n willen vragen' df uit historisch
oogpunt beschouwt, het geen aanbeveling Ver
dient door ©en steen of zuiltje d© plaats
aan te duiden waar in 1574 op 3 Oct. dö
vlootvoogd der Geuzen aan wal stapte, welk;
fedt voor stad en land zulke belangrijke ge*
volgen had?
Juist las ik in uw blad dat in Brielliq
ook een gedenkschrift in het plaveisel ig
gemaakt.
Antwoord;. Men denkt ovCr zulke dia*
gen ongelijk. JÜr zullon er zek©r wel zijn!,
ai© met u d© pl©k waar de door u bek
doelde vlootvoogd voor het eerst na Eet»
beleg den voet aan wal Zette, gaarne zag©tij
aangeduid, maar wij voelen daarvoor nieti
bijzonder veel, daargelaten dat het altijd
inorilijk is om dj© plaats nog precies |tjö
weten. Ons dunk, bet feit van het ontetóS
zelf is voldoend© omi de herinnering ©r YflA!
te bewaren. U Zou heb denkbeeld echter een#
aan het bestuur van „Oud-Leiden" ter oveïs
weging kunnen aanbieden-
Vraag: Al» bewoner Van den iWdttetj?
Singel, ga ik dagelijks naar het Station btf
maak dan gebruik van het pontje aan Een
Galgewater en passeer dan de Smids- leifij
Kruisstraat. Maar dikwijls ben ik wel ©ehSf
te vies de Kruisstraat te passeeren, da^flj
die straat «r altijd zoo smerig uitziet ©31
men in het loepen dikwijls belommerd wordt}
door de vel© karren, die daar links ©n reoht&
maar werden neergegooid. Zou daar nu niet
iets aan te dom rijn, dat zulk ©en drukkjó
straat wat beter begaanbaar in?
Antwoord: Wat de onaangename lucht
aangaat, daaraan is misschien niet veel
doen, wanneer zij althans niet ontstaat dooi$
vuilheid van de straat zelf, maar met kar*
ren ein ander gerei mag tnen de passage
niet stremmen. De politie heeft daarop boö
te zien. Ontsnapt het aan hajar wakend
oog, klaag er dan maar eens over op h«fl
politiebureau.
Vraag: [Wanneer een vader zijn kibdi
gerechtelijk af wil staan aan de pleegouder^
waar het thans reeds eenig© jaren kostolooö
verpleegd wordt, moet het bewijs onderteek
kend worden op zegel? En hoe moet meBj
d© verklaring solirijven, dat deze geldig ia ft
Antwoord: Ga daarvoor even raadpley
gen op het Bureau van den Burgerlijken)
Stand, ter Secretarie uwer gemeente. Daafci
zal men u wel terecht helpen.
V raag: [Wolk vetrsohil is er tussohièh'
d© orde van Oranje Nassau en den Nedefl*
landschen Leeuw? Staat de een hooger dag
de ander?
Antwoord: De Nederlandsch© Leeurii
strekt ter ver ©eren de onderscheiding val$
alle Nederlanders, die bewijzen geven vah'
beproefd© vaderlandsliefde, bij zonderen ijveüS
en trouw in het volbrengen hunner burgen?
plichten of buitengewone bekwaamheid
wetenschappen en kunsten-, j
D© orde van Oxanje-Nosisfeu beloont Eetójj
die rioh jegens Koningin en Staat of jegend
d© maatschappij op bijzondere wijze hebbed
verdienstelijk gemaakt-
De Orde van den Nederlandsohen Leeuwl
is de hoogste burgerlijk© orde in ons landl
V raag: Ho© zou ik een vlek van advO*
oaat uit een zwart lakenscbe japon kunnen
krijgen?
Antwoord: Eenvoudig uitwasschen
met lauw-waji» wAteT.