Ko. ÏG022.
LE1DSCH DAGBLAD, Woensdag: 15 Mei. Derde Blad
Anno 1912
Buitenlandseh Overzicht.
FEUILLETON.
Wonderlijke avonturen.
Geleidelijk gaat Italië door met de
bezetting van eilanden in de A e g e a o h e
Zee en de Italiaansche pers knoopt er al
lerlei beschouwingen aan vast.
De officieuse „Populo Romana" schrijft:
De bezetting dient slechts om een basis te
verkrijgen voor de verpleging der vloot,
die den vijand beletten moet, zijn troepen
in Lybie van het aoodige te voorzien. Te
gelijkertijd verlies!) Turkije zijn ajmzien in
de Moliammedaansche wer^jji .er door, ter
wijl Italië in de eilanden "£eh onderpand
van belang bezit, wanneer "niaar eeTs£ de
hardnekkighied der Jong-TUyken^kiiM: den
loop der zaken is overwonnen. Wij kunnen
verklaren, dat alles naar wensch gaat. Wij
moeten rustig en bedaard voortarbeiden i-n
daarbij vloot en leger vrij laten in hun nan-
delingen. Beide hebben het buitenland ge
dwongen zijn oordeel te herzien."
De „Tribuna" ziet in de bezetting van de
verschillende eilanden de totale afsluiting
van Turkije van de Middellandsche Zee.
Ten aanzien van de Dar dan ellen
verluidt thans, dat de Turksche regeering
verklaard 2»u hebben, dat de openstelling
gisteravond zou plaats winden. Wij zijn be
nieuwd.
Uit Tripoli worden weer eenige ge
vechten gemeld.
De Franse he ministerraad
heeft zich bezig gehouden met de kiesreent-
heiworming, waardoor een vergelijk zou moe
ten tot stand komen tusechen de aanhangers
der evenredige vertegenwoordiging en die
der arrondissementsverkiezing. Enkele uit
slagen van de verkiezingen voor Kamer en
gemeenteraden uit den laatsten tijd kunnen
de aanhangers der evenredige vertegen-
.wpordiging wat zachter voor eenige conces
sies aan hun tegenstanders gestemd hebben.
De sedert eenige weken te Parijs vertoe
vende prinsvanWaleszal binnenkort
een automobiel-uitstapje naar Zuid-Frank
rijk ondernemen en bij deze gelegenheid .n
Toulon aan boord van het pantserschip
D&nton een onder opperbevel van admiraal
Boué de Lapeyrère plaats vindende oefe
ning van de Middellandsche Zee-vloot bij
wonen.
De berichten uit Marokko laten aan
'duidelijkheid nietts te wenschen. Frankrijk
is no,g lang niet waar het wezen wil.
Een telegram uit Oedsjda behelst, -dat
talrijke scharen Marokkanen een plotse im-
gan en hevigen aanval beproefd hebben op
ket kamp te Merada. De aanvallers zijn met
aanzienlijke verliezen teruggeslagen. Aan
ïransche zijde was er slechts 1 licht ge
wonde.
Duitschland houdt zich weer eens
tfaledig met het bespreken van een uitla^
ling des Keizers.
De Keizer heeft gisteren bij den maaltijd,
die in het paleis van den .-staatssecretaris,
Zorn von Bulach, plaats vond, met den bur
gemeester van Straatsburg,' dr. Schwander,
een gesprek gevoerd over den politieken
toestand in E 1 z a s-L o t h a r i n g e n. Op
leer ernstige wijze en op nadrukkelijken
toon zei de Keizer daarbij „Iioort gij eens,
gij hebt ons hier tot nu toe slechts van onze
goede zijde leeren kennen, ik kan u echter
zeggen, dat gij ons ook van de andere zij
de zoudt kunnen leeren kennen. Het kan zoo
niet verder gaan. A's het echter zoo blijft
heffen wij eenvoudig de grondwet op en
lijven u bij Pruisen in." De Keizer zeide
deze woorden zoo luid en nadrukkelijk, dat
tij ook in de omgeving door eenige heeren
verstaan werden.
Later liet de keizer zich het lid van de
Eerste Kamer, de gewezen Rijksdagafge
vaardigde, dr. von der Scheer, voorstellen
on spTak hij ook met hem op zeer ernstige
wijze langen tijd over hetzelfde onderwerp.
Ook de Matin heeft een dergelijk be
richt.
De meeste Duitsche bladen weigeren te
gelooven, dat de keizer in Straatsburg de
woorden gebruikt heeft, die men hem in
den. mond legU De „Norddeutsche Allgemei-
ne Zeitung" bevat hedenavond echter geen
tegenspraak en het valt op dat de „Lokal-
Anzeiger", het bericht zonder eenige toe
lichting bevat.
Ofschoon de houding van heb parlement in
Elzas-Lotharingen veel ontstemming gewekt
heeft, zullen de woorden van den keizer, ris
zij werkelijk geluid hebben, in slechte aarde
vallen, daar zij ondubbelzinnig met een
staatsgreep dreigen. De nationaal-liberale
„National-Zeitung" protesteert er reeds met
veel nadTuk tegen.
De nationalistische „Tiigliehe Rundschau"
begrijpt, dat de woorden van den keizer als
zij werkelijk gevallen zijn, veel kritiek zul
len uitlokken; het blad zou dit echter be-
Ureuren, omdat het aan den indruk van de
vermaning afbreuk zou doen.
Vandaag wordt in den Berlijnschen ge
meenteraad1 de nieuwe burgemees
ter gekozen. Ka de eergisteravond op
nieuw gehouden besprekingen onder de
afgevaardigden der burgerlijke partijen
k-staat er geen twijfel, of d*e keuze valt
op den voormaligen staatssecretaris van
financien Wermuth.
Stelt men belang in het inkomen van
den tot burgemeester gedoodverfden oud-
minister, dan kan vermeld worden, dat hij,
behalve zijn bezoldiging van 40,000 mark
als burgemeester, nog 10,000 mark pensioen
van het rijk trekt. Zijn inkomen zal dan
hetzelfde zijn als hij in zijn hoedanigheid
van staatssecretaris ontving. Alleen zal hij
geen ambtswoning tot zijn beschikking
vinden, als men ten minste de kleine zo
merwoning in Buch niet meetelt.
De „Vossische Ztg." deelt omtrent het
resultaat der beraadslagingen in de groe
pen van den gemeenteraad nog mede, dat
de sociaal-democraten blanco zullen stem
men.
Ten aanzien van de R ij ns c h p p e r s-
s t ak i n g wordt gemeld dat de verwachte
algemeene staking van Duitsche en Ne-
derlandsche .Rijnschippers niet is ingetre
den. Gisteravond zou een vergadering van
het Verbond van Duitsche Transportarbei
ders gehouden worden, waarin men een
definitief besluit zou nemen. Het is de
vraag, of het tot een algemeene staking
zal komen, daar zoowel bij de Nederland-
sche schippers als bij de havenarbeiders
wenig neiging bestaat om zich bij de sta
king aan te sluiten.
De Rijksdag heeft in tweede lezing,
tegen de stemmen der sociaal-democraten,
Polen en Welf en, het nieuwe vlootont-
w e r p in zijn geheel aangenomen bene
vens de aanvullingsbegrooting, nadat twee
sociaal-democratischè sprekers heb ont
werp op politieke en financieele gronden
bestreden hadden. De burgerlijke partijen
hadden van het woord afgezien.
In Engeland blijven dc economische»
strijdvragen aan de orde.
Tal van-kleine geschillen in do. verschil
lende takken van het transportbedrijf drei
gen nu iw-aelr tot een ernstig conflict te
zullen leiden.
Ook in het mijnbedrijf vlot het niet overal
nog. De - vaststelling der ininiriiumloonen
geift hier en daar tot moeilijkheden aanlei
ding.
Dë .loonraad van Zuid-Wales heeft be
sloten om met de beraadslaging over do
•minimumloonen riet door te gaan, zoolang,
de afgevaardigden van de mijnwerkers daar
aan verder geen deel nemen. De voorzitter
van den loonraad, lord St. Aldwyn, lieeft
zoowel de voorstellen der mijnwerkers tot
ver hooging, als voorstellen van de werkge
vers tot - vermindering der vastgestelde be
dragen afgewezen.
Mag men de laatste telegramimen uit
Mexico gel co ven, dan zijn de rebellen on
der generaal Orozco' gedwongen terug te trek
ken en zijn de regëe rings troepen aan de
winnende hand. De vroegere berichten om
trent dc zeer ongunstige positie der regie
ring, zouden dus overdreven zijn geweest
en voorloopig heeft het weer allen schijn,
dat Madero nog de haas zal kunnen blijven.
Men dient echter met de berichten uit
Mexico pe&r voorzichtig te zibi, en dat.
pv>1rH voor die welke van reg.eerings-
zijde, als die van andere zijde afkomstig
zijn.
Bij een feestmaal te To k i o. hield de vroe-
gete Japansche gezant te Brazilië, Oeohi-
da, een !redë oVeir de Japansohö overbevol
king, die hij de oorzaak noemde van, dein
gedrukten economosohen toestajnd van bet
land, dat bij een jaarlijksohe toenainé vaii
500,000 a 600,000 zielen niet in staat ie»
de bewoners te voeden. Korea en Mandsjoerije
hebben, volgens Oechida. niet voldaan en
een emigratie naar de Vcreenigde Staten en
Canada acht hij zoo goéd als onmogelijk.
Het beste veld voor Japansche landverhui
zers biedt echter Brazilië, dat vijfmaal Zoo
groot is als Japan en dat Japameezen gaarne
zou opnemen. Oechida ried den Japanners
dan ook steik aan om naar Brazilië te trek
ken.
In den laatsten tijd hebben Hooggeplaat
ste Staatsbeambten herhaaldelijk aangedron
gen op landverhuizing. Men zocht echter
nog steeds naar een geschikt land en men
hoopt dat nu in Brazilië gevonden te heb
ben, Of de Brazilianen echter zoo op de Ja
panners, die in hun eigen land te veel zijn,
gesteld zijn, als Oechida beweerde, is een
andere vraag.
Gemeenteraad van Noordwijk.
(Zitting van Dinsdagavond.)
Voorzitter Burgemeester Jhr. W. C. van
Pahhuys.
Afwezig de heer G. W. Alkemade.
Ingekomen waren verschillende stukken
waaronder:
Een beredeneerd verslag van B. en Ws.
over hetgeen er in 1911 in Noordwijk is ge
daan voor de verbetering van de volkshuis
vesting. Zal ter lezing worden gelegd, om
daarna opgezonden te worden aan Ged.
Staten.
Rekening en verantwoording van de Ge
zondheidscommissie te Katwijk over 1911.
Batig saldof 1663.301. Zonder h. stemm.
werd de rekening goedgekeurd.
Herkozen tot Commissaris der Spaarbank
werd met algemeene stemmen de heer 'J.
M. v. d. Lee.
De permanente commissie, bestaande ciït
de heeren A. Balkenende en C. Alkemade
Sr., belast, om namens den Raad de reke
ning enz. van de Spaarbank voor Noord-
wijk en omstreken te oontroleeren, legde
rapport over van haar bevindingen.
Daaruit bleek, dat in 1911 werd ingelegd
een som van f 139,932.94; terugbetaald:
f 139,270.1G; meer ingelegd dan terugbetaald
dus f 662.78. De geheele winst der Spaar
bank bedroeg f85'3.22. Daarvan gaat af
voor de reserve 1508.61blijft dus winst
f2001.61.
Het reservefonds bedroeg op 1 Jan. 1911:
f50,058.89 en op 31 Deo. 1911: f 53,472.11.
Het aantal inleggers vermeerderde met 130.
De Raad hechtte pvereenkomsbig het ad
vies van de commissie haar goedkeuring aari
een en ander, en 'verecnigde zich gaarne
met de woorden vah lof en dank, door dc
commissie aan bestUur en boekhouder ge
bracht.
De winst- en verliesrekening van de Gas
fabriek door B. en Ws. aangeboden bleek,
dat 1911 een winst opleverde van f9147.971.
B. en Ws. stelden voor, daarvan f 4500 in
de gemeentekas te storten, en de resB
f4647,971 te bestemmen ter versterking van
het afschrijvingsfonds. De commissie van bij
stand in het beheer der Gasfabriek heeft
overwogen, of dat betrekkelijk groote winst
cijfer geen aanleiding aou mogen zijn, om
den gasprijs te verminderen; met het oog
op verschillende omstandigheden, o.a. ver
hoogde steenkoolprijzen, komt het de com
missie voor, daarmee nog te moeten waco-
ten.
De Raad vereenigde zich met de zienswijze
van de gascommissie.
Aangeboden werd de rekening en verant
woording van heb Gasthuis te Noordwijk-
Binnen. Deze rekening sloot in ontvang en
uitgaaf met een som van f 1801.17*. Het ba
tig saldo bedroeg f 475.761. De rekening van
het Gasthuis te Noordwij k-aan-Zee sloot in
ontvang en uitgaaf met f 1962.38; babig ><\\-
do f 929.82*
Beide rekeningen werden goedgekeurd.
Tot vierden ambtenaar van den Burgorl.
Stand werd benoemd de gemeentebode, L.
A. H. Vermeulen.
Aan de torde was toen wijziging van. de
verordening op de Spaarbank voor Noord-
wijk en omstreken. Deze wijziging bestond
hierin, dat voortaan de tweede helft van clo
zuivere winst, gedurende het jaar gemaakt,
ten goede zou komen aan 'liefdadige instel
lingen, en wel gelijkelijk zal worden ver
deeld onder de beide vereenigingen voor zie
kenzorg en de beide vereenigingen voor wijk
verpleging. Deze wijziging zou dan reeds
van toepassing zijn op het raldo van 1911
De Voorzitter bracht hulde aan commissa
rissen van de Spaarbank voor hun mooi
voorstel, om vereenigingen te gedenken.
De heer J. de Groot, die voorzi&ter is van
commissarissen, bracht daarna dank aan den
Voorzitter, omdat deze, gevraagd naar zijn
meening over het voorstel, commissarissen
had te verstaan gegeven, dat hij hun plan
goedkeurde.
Hij deelde voorts mede, dat er van de
winst van 1911 f 1000 beschikbaar is voor
genoemde liefdadige vei'eenigingen, »i.t.
500 gulden voor de beide vereen, voor zie
kenzorg en f 500 voor de beide vereen, voor
wijkverpleging. Hij meende er voorts de
aandacht op te moeten vestigen, dat ieder,
die grootere of kleinere sommen te beleg7
gen heeft, dit op solide wijze kan doen in
de Spaarbank voor Noordwijk en omstreken.
Eenige af- en overschrijvingen werden
goedgekeurd.
De heer dr. A. Kervel had opgemerkt,
dat de uitgaven voor het schoolfeest met
f 100 waren verhoogd. In verband daarmee
noodigde hij B. en Ws. uit, op een volgende
vergadering een voorstel te doen tot rege
ling van dat schoolfeest, meer speciaal wat
betreft de daarvoor beschikbaar te stellen
gelden.
De Voorzitter zegde toe, dit in de ver
gadering van B. en Ws. te bespreken.
B. en Ws. vroegen aan den Raad mach
tiging, om het ophalen van haardasch en
vuilnis ondershands aan te besteden aan
Karei van Bohémen, voor0den tijd van 15
April j.l. tot 31 Dec. 1913, voor een som
van f 1000 per jaar. Zonder hoofdei, stem
ming verleende de Raad de gevraagde
machtiging.
De punten 9 en 10 van de agenda be
troffen h e t s t r a n d. B. en Ws. herin
nerden er aan, dat hun in de vorige raads
vergadering machtiging werd verleend,
met den Staat een Overeenkomst aan te
gaan betreffende gebruik van het strand
gedurende heb tijdvaki0/Mei 1912 tot 30
April 1915, o. ril. op de- volgende voorwaar
den:
a. de jaarlijks door de gemeente aan het
Rijk te betalen pachtsom bedraagt f 2300;.
b. mocht tijdens den loop der overeen
komst aan de onderhuurders eenige ver
laging van huursom worden toegestaan,
dan zal de door de gemeente verschuldigde
pachtsom word'en verminderd met ten min
ste de helft van heb gezamenlijk bedrag,
waarmee de gemeente de pachtsommen
der onderhuurders verminderde.
De Minister, wien B. en Ws. van dit
Raadsbesluit kennis gaven, hoezeer in begin
sel bereid, den Staat een deel te doen dra
gen van de aan onderhuurders toe te Ken
nen pachtvermindering acht heb blijkens
schrijven van Z.Ex. van 23 April billijk,
dat de Staat zioh dan ook een mede-oordeel
of althans overweging zal mogen voorbehou
den, zoowel aangaande de motieven, die tot
vermindering aanleiding geven, als van net
bedrag der toe te kenen vermindering.
Het kwam B. en Ws. billijk voor dat de
Staat in deze medezeggenschap heeft, waar
om zij den Raad in overweging gaven, nen
te machtigen, om in de te sluiten pachtover
eenkomst een bepaling van deze strekking
te doen opnemen.
De Raad verleende z. li. s. de gevraagde
machtiging aan B. en Ws.
In verband hiermede, deden B. en Ws.
een voorstel tot vermindering va.n pacht
der onderhuurders, veronderstellende, dat de
Raad in beginsel Jaar vóór kon geacht
worden. Zij brengen vooraf in herinnering,
dat bij do beraadslagingen, die voorafgin
gen aan het besluit tot publieke verpach
ting (1910) op den voorgrond trad de ge
dachte, dat elk te verpachten peroeel oen
mininiiim-paohtpïijs van f20 zou moeien;
opbrengen. Er werden 77 perceeleüi ver-
j)acht; eir kon dus een paeht van f1540 wor«
den verkregen. In werkelijkheid brachten;
de 77 perceelen bij de publieke verpachting
f 4585 op, d.i. gemiddeld f 59,50 per perceel,
of nagenoeg het drievoud van het zooeyccn
genoemdo bedrag.
B. en Ws. meencn, dat het voor ieder, die'
ook maar eenigszins op de hoogte is met
het strandbedrijf, duidelijk kan zijn, datj
de exploitatie van liet strand tegen dien;
prijs niet loonend kan zijn.
Zij boden den Raad een triegeling aan,
waarbij zij ©enerzijds gepoogd hebben, de be
langen der gemeente in het oog te houden,
en anderzijds die der pachtende ingezetenen.
Zij hebben overwogen, dat er metterdaad
verschil in gebruikswaarde bestaat tiisscbeii.
de verschillende perceelen. Hoogexo pacht
prijzen van f40 achten B. en Ws. abnor
maal. Do pachtsommen, minder dan f 30
per perceel, blijven onveranderd; die van
f30 tot f40 per perceel worden gebracht)
op f 30. Die, welke meer dan f 40 per per-
eó.ïl bedragen, worden alle gebracht op f40
per perceel.
Toegepast gedurende de drie jaïen, waar
over bet nieuwe oontract met dcai Staat
zal gelden, zal do door B. en Ws. voorge
stelde regeling het resultaat hebben, dat
voor do gemeente een inkomst blijft bestaan,
van f1234, terwijl het Rijk zal trekken:
f 1249.
Do lieer ,W. van Boelen is van meening,
dat dr momenteel geen bezwaar bestaat, om
de (regeling, door B. en Ws. ontworpen*
goed te keuren. Hij merkt echter op, dat
men ze moet beschouwen als van toepassing
op een overgangstijdperk. Spr. vindt, dat
dr 'nog te veel geld in de Staatskas tereohh
komt. Hij lioopt, dat dez>» regeling niet voor
3 jaar zal zijn.
De Voorzitter merkt op, dat de voorgestel
de regeling geldt voor 3 jaar. De Voor
zitter zou het ook niet wensckelijk vin
don, deze maar voor 1 jaar vast te
len. Deze regeling moet als billijk be
schouwd worden.
De heer Van Boelen meent, dat er een;
volgend jaar van die f40 van somtnige per
ceelen nog wat zou afkunnen.
De Voorzitter zegt, dat voor sommige per
ceelen naar de meening van B. en Ws»
f 40 pacht per jaar niet te veel is.
Wethouder Alkemade zegt, dat de Heer
Van Beolen niet uit hot oog moet verliezen,
dat als men de pacht nog meer vermin
dert, zoodot de Staat er minder van krijgt
ook. do gemeente minder zal ontvangen,
wantin de bijzondere omstandigheden, waar
in Noordwijk. momenteel verkeert, verlangt
de Ministdr.de helft van de opbrengst. Spr.
merkt voorts op, dat het took voldoende»
is gebleken, dat de Raad de groote pacht
sommen voor het grootste deel besteed hooft
aan verbetering-en op de badplaats. Nog
meerdere verbeteringen op de badplaats zijn
in voorbereiding.'
De gemeente Zand-voört trekt daar jaarlijks
f 13 a f 14,000 van het strand, en betaalt
aan liet Rjjk maar* f 1000'per jaa'r.
De regeling, door B. en Ws. ontworpen,
wcTdt daarna z. li. s. goedgekeurd Daarna
ging de Raad ©enigen tijd. in geheime zit
ting. Toen de vergadering weer openbaar
was gewerden, werd aan het bezwaa rs abrift,
ingediend door L. J. v. d. Berg tegen zijn
aanslag vergunningsrecht, tegemoet geko
men door zijn aanslag van f50 op f 37,50
te brengen.
Het Raadsbesluit van Juni 1909, om hot
stuk gemeentegrond, ten Noorden van „OnS
Huis" te Noo'rdwijk-aan-Zee, publiek te ver-
koopen, wetrd ingetrokken.
Besloten weird, een gedeelte van genoemd
terrein, nader door B. en Ws. uit te meten,
t© verkoop en voor 10 gld. den vierkanten
meter.
De Voorzitter doelde nog mee, dat hot
heffingsprooent voor den hoofdelijkcn om
slag, dat in 1911 bedroeg 2.8 pGL vermoe
delijk gebracht zou worden op 2,35 pOfc.
Bij de rondvraag sprak de heer W. N.
Alkemade ör zijn vreugde oVer uit, dat
de gevaarlijke booht in den Pické-weg na^
bij 'de woning van do wed. Hendriks zou
gaan verdwijnen. Hij zou echter gaarne zien
als het mogelijk is dat de verbetej
ring nog wat royaler tob stand kwam door
jij
„Kom, komHet was om de brieven te
doen. Als gij eenmaal in het bezit waart
geweest van die brieven, zoudt gij een aan
klacht tegen ons ingediend hebben. Of ik ze
Ooit uit handen zou geven l"
Hij schaterlachte, doch onderbrak dieh
tach plotseling.
„Maar nu is het genoeg. Wij kunnen de
zelfde woorden nog eens herhalen, zonder
dat wij opsohieten. Wij "zullen het hierbij
dus maar laten."
„Wij zullen het hierbij niet laten," zeide
de bankier, „on nu gij eenmaal over de
brieven gesproken hebt, zult gij hier niet
vandaan gaan, vóór ge ze mij gegeven
hebt."
„Ik ga heen."
„Neen, neen."
„Hoor eens, mijnheer Andermatt, ik
vaad u.
„Gij gaat hier niet vandaan."
„Dat zullen wij eens zien," zeide Varin,
op zulk een woedenden toon, dat mevrouw
Audeimaitt een zwakken kreet van schrik
111 et kon onderdrukken.
Hij had dit geluid zeker gehoord, want
h\j wilde met geweld voorbijgaan. Ander-
j^lt duwde hem heftig terug. Toen zag ik
fem £'jn hand in den zak van zijn buis ste
ken.
„Voor de laatste maal!"
'•Eerat de brieven
*«rin haalde een revolver voor den dag
en, terwijl hij op Andermatt aanlegde, riep
hij
„Ja of neen?"
De bankier hukte haastig.
Een schot ging af. Het 'wapen viel óp den
grond.
Ik was verbijsterd. In mijn onmiddellijke
nabijheid was het schot afgegaan. Het was
Daspry, die met een pistoolkogel 't wapen
uit de hand van Alfred Varin had gescho
ten.
]£n terwijl hij eensklaps, tusscben de bei
de tegenstanders stond, met het gelaat
naar Varin toe, grinnikte hij:
,,Ge hebt geluk, vriend, bijzonder veel
geluk. Ik mikte op de hand en de revolver
heb ik geraakt."
Beiden keken elkaar onbeweeglijk aan.
Daspry zeide tot den bankier:
„Neem me niet kwalijk, mijnheer, dat ik
mij bemoei met hetgeen me niet aangaat.
Maar, heusoh, u speelt uw partij te onhan
dig. Sta mij toe, dat ik de kaarten vast
houd."
En terwijl hij zich weer tot den ander
keerde
„Tusschen ons tweecn, kameraad. En
openhartig, als ik u verzoeken mag. Harten
is troef en ik speel de zeven uit."
En hij hield hem vlak voor den neus het
ijzeren plaatje, waarop de zeven roode
vlekken waren gemerkt.
Ik heb nooit zulk een ontsteltenis bijge
woond. Lijkbleek, met starre oogen en door
angst verwrongen gelaatstrekken, scheen
de man betooverd door hetgeen hij zag.
„Wie zijt gij?" stamelde hij.
„Dat 'neb ik al gezegd: iemand, die zich
bemoeit met iets, dat hem niet aangaat;
niaar die er zich'dan ook ongaarne mee
bemoeit."
„Wat wilt ge?"
„Alles wat ge meegebracht hebt."
„Ik heb niets meegebracht."
„Jawel, anders zoudt ge niet gekomen
•zijn. Ge hebt vanmorgen een briefje ont
vangen, waarin ge hier tegen negen uren
ontboden werdt en waarin u werdt uitge-
noodigd, a lie papieren, die u had, mee te
brengen. En nu. zijt ge hier. Waar zijn de
papieren?"
Er was in de stem van Daspry, er was
in zijn houding een overwicht, dat me van
streek bracht, een geheel nieuwe wijze van
optreden bij dien gewoonlijk zaohtaardigen
man. Geheel getemd, wees Varin op een
van zijn zakken.
„De papieren zijn daar."
„Alle V'
„Ja."
„Alle, die ge hebt gevonden in de por
tefeuille van Louis Lacombe en die go
aan majoor von Lieben verkocht hebt?"
„Ja.
„Is het een afschrift of het oorspronke
lijk handschrift?"
„Het oorspronkelijk handschrift."
„Hoeveel vraagt ge er voor?"
„Honderd duidend francs."
Daspry- schaterde het uit.
„Ge zi;t gek. De majoor heeft u er
slechts twintig duizend voor gegeven.
Twintig duizend francs )n het water ge
gooid, daar de proeven mislukt zijn."
„Men heeft zich niet van de plannen
weten te bedienen."
De plannen zijn niet volledig.
„Waarom vraagt u ze me dan?"
„Ik heb zo noodig.Ik geef er u vijf dui
zend francs voor. Geen cent meer."
„Tien duizend. Geen cent minder/?
„Toegestemd 1"
Daspry liep naar Andermatt.
„Wees zoo goed, een wissel te teekenen,
mijnheer."
„Maar... ik heb geen
„Chècjue-boekje? Hier is het uwe!"
Onthutst betastte Andermatt het chèque-
boekje, dat Daspry hem overreikte.
„Ja, dat is het mijne... Hoe komt het?"
„Geen overtollige woorden, wat ik u
verzoeken mag, waarde heer; gij hebt
slechts te teekenen."
De bankier haalde zijn inktpotlood: te
voorschijn en teekende. Varin stak de han<l
uit.
„Handen thuis!" zeide Daspry. „We zijn
nog niet heelemaal klaar."
En terwijl hij zich tot den bankier wend
de, ging hij voort:
„Er was ook sprake van brieven, die u
opeischte, nietwaar?"
„Ja, een pakje brieven."
„Waar zijn zo, Varin?"
„Ik heb ze niet."
„Waar zijn ze, Varin?"
„Ik weet het niet. Mijn broeder had er
rich mee belast."
„Zij zijn hier geborgen, in dit vertrek."
„In dat geval weet gij, waar zij zijn."
„Hoe zou ik dat weten?"
„O, hebt gij de bergplaats niet door
zocht? Gij schijnt toch even goed ingelicht
als... Salvator."
„De brieven zijn niet meer in de berg
plaats."
,.Zij zijn f- wel in."
„Open ze l"
Varin keek hem wantrouwend aan. War
ren Daspry en Salvator niet inderdaad
óón en dezelfde persoon, zooals alles deed
vermoeden? Zoo ja., dan waagde hij niets,
met een reeds bekende bergplaats te laten
zien. Zoo niet, dan- was het noodeloos...
„Doe openbeval Daspry.
„Ik heb geen hartenzeven."
„Hier, neem deze," zeid Daspry, terwijl
hij hem het ijzeren plaatje toestak.
Varin wankelde ontsteld achteruit:
„Neen... neen... ik wil niet...."
„Nu dan."
Daspry liep naar den ouden monarch
met d'en vollen baard, klom op een stoel en
legde het hartenzeven onder aan het
zwaard tegen het gevest, zoodanig, dat de
randen van het plaatje precies de beide
randen van den degen bedekten. Daarna,
door middel van een doorslag, welken hij
beurtelings in ieder der zeven gaten stak,
die in de punten der zeven harten aange
bracht waren, drukte hij op zeven van de
steentjes van het mozaïek. Toen het zeven
de steentje werd ingedrukt, draaide het
geheele bovenlichaam van den Koning
en werd een breede opening zichtbaar als
van een geldkluis, met ijzeren bekleedsel
en twee glimmende stalen scharnieren.
„Ge ziet het, Varin de kluis is ledig."
,Ja. Dan zal mijn broeder de brieven «C
nit genomen hebben."
Daspry ging weer naar den man toe eö
zeide tot hem:
„Houd me niet voor den gek. Er is nog
een andere bergplaats. Waar is die?"
„Er is er geen."
(Wordt vervolgd.)'