De grootste vrouwelijke gierigaard. te weten Ernst Pfundt, die echter een •eiste meester op dit instrument werd en iok cfc msohine-panken tritvood. Van de medacri komen 46 tot de toonkunst ovorgeloopen, die zich verdoelen in 22 componisten, 14 muziekschrijvers, 6 zan gers, 2 zangleecaren, één dirigent en één pianist. De meest bekende namen daar onder zijn die der componisten Berlioz, Suppé, BorrodSn, de zangers Bary, Bries- semeister, Standigl, Tichatachek en de dirigentLeopolc? Damrosh. Uit de ambtenaarswereld stammen 45 musici en wel 21 componisten, 19 rnuriek- sch rij vers, 2 pianisten en 3 zangers, waar onder de kamerzangeres C. Bitter Gust&v en Raoul Walter. Uit den kring der onderwijzers danken wij 14 componisten, 18 muziekschrijvers en paedagogen, 6 zangers, 2 zangleeraren, 2 dirigenten, en één orgelvirtuoos, te zamen dus 43 kunstenaars. Hiervan hebben de allerhoogste trap bereikt Frans Schubert, Robert Volkman, Joach, B' ff, Moritz Haiipftonrm, Bellermans, Tappert, Gla senap, de zangers Gudehus, Eugen Hil- dach, Scheidemantel en Heinrioh Vogl en de stichter der muziekfeesten G. Bischoff. 14 componisten, 10 zangers, 3 muziek schrijvers en een dirigent gingen van 26 verschillende beroepen naar de toonkunst over. Zoo vinden wij als overloopers een boekdrukker, een goudsmid (de componist Millocker), een kastelein, een timmerman (den tenor Wiiikelmann,) een metselaar (den componist Zeiter), een horlogemaker (den tenor Burgstaller), een zadelmaker, (den zanger Pennavini), een bakker, een sloten maker, een belasting-commies, de zangers Schlosser, Slezak en Tamago. De zangers Ernst Kraus en Jorn waren eerst bierbrouwer en kellner, terwijl de zangers Wachtel en Bötel primitief het beroep van huurkoetsier uitoefenen. De groote componist Dvorak was eer tijds varkensskger en de even beroemde toondichter Enna vervaardigde vóór hij begon te oomponeeren schoenen. Hesak©n de IMerera Men is voorzeker het bestaan van het Beaiijnsche paard „Kluge llans nog niet vergeten, dat eenige jaren geleden de we reld met den roem van zijn verstandelijke vermogens vervulde. Zijn glorie duurde overigens zoo kort en de wetenschappelijke commissie, die zijn krachttoeren onderzocht, kwam met zoo groote beslistheid tot het be sluit, dat daar boerenbedrog in het spel was, dat het nauwelijks de moeite waard .3, zich een paard in het geheugen terug te. roepen, waarvan alle vindingrijkheid oujk- baar daarin bestond, dat zijn eigenaar met een geduld en een behendigheid zonder weer ga was toegerust. De commissie heeft inderdaad plechtig verklaard, dat de eigenaar, het schrandere dier vragen stellend, teekens gaf, waarnaar „Kluge Hans" zich richtte, om zijn antwoord kenbaar te maken, dat is te zeggen, om met zijn rechter-voorpoot het aantal kloppen te geven, dat overeenkwam met de uitkomst van de voorgestelde vermenigvuldiging of j 'leeling. Maar de commissie had niet iedereen over tuigd. De meester van het dier bijv. was n et bekeerd. Hij trok zich op zijn landgoed te rug, om daar eenige jaren later te overlij den. Ook was een zekere heer Karl Krall niet overtuigd, die voor de kwestie veel be langstelling toonde, zich met den eigenaar van ,,Kluge Hans" in verbinding stelde, het dier na den dood van zijn meester ten ge schenke ontving en door een vernuftige vin ding Het onmogelijk maakte, dat het paard nauwkeurig zou antwoorden zonder zijn... horsenen te gebruiken. Aldus slaagde hij er in, het paard de juiste antwoorden te laten geven op vragen, waarvan de vrager zelf de oplossing niet kende. Overigens verbeterde hij de methode, die door den eersten eigenaar was toegepast. Terwijl „Kluge Hans" tot dien tijd C3 oij- fers, ook de grootste, slechts met behulp van één poot had kenbaar gemaakt., leende de heer Kraü hem, om de eenheden met den rechter-voorpoot, de dozijnen met den lin- ker-voorpoot, de honderdtallen opnieuw mot den rechter uit te drukken, enz. Later kreeg „Kluge Hans" van zijn eige naar twee Arabische concurrenten, nl. Mo hamet" en ,,Zarif". En weldra leerde nij met behulp van een dokter den drie paar den niet alleen ingewikkelde berekeningen uit te voeren, kleuren te onderscheiden, woor den te spellen en te lezen, maar zelfs een voudige, persoonlijke gedachten uit te druk ken. Rechtvaardigheidshalve moet opge merkt worden, dat de spelling van de die ren niet volmaakt was; dikwijls was die slechts voor het oor, niet voor de oogen juist. Zoo spelden zij bijv. „Ferd" in plaats van „Pferd". Een andere geneesheer, die de dieren ge durende verschillende dagen heeft gadege slagen, legt van dat bezoek rekeneohap af. De volgende, inderdaad onbegrijpelijk moei lijke vragen werden den paarden voorge legd: „Wat is de wortel van 1.166?" „Hans" antwoordde onmiddellijk 34. Een anderen keer steft „Mohamed" „Hans" zelf voor, het cijfer 42 door 21 te deelen. Inderdaad antwoordden de voorboe- nen van „Hans": 2. Daarna vroeg hij, weer op aandrang van den meester, het getal 21 met 13 te vermenigvuldigen. De uitkomst was verrassend: 273. Daarna dicteerde het dier echter parman- tig-onwillig: „Bein ich müd", wat dus be- teekende dat het moe was en er genoeg van had. Weer ^een andere maal schreef de heer Krall op het zwarte bord, dat het paard het hoofd moest buigen; daarna, dat het den kop nog dieper moest buigen, en telkens gehoorzaamde het ros zeer nauwkeurig. Doctor Besredha, van het Instituut-Pas teur te Parijs, heeft die dieren ook on derzocht. Zijn oordeel lüidt aldus: „Ik sta verbaasd over de nauwkeurigheid, waarmee de dieren antwoorden op vragen, waarvoor menschen veel meer tijd noodig zouden heb ben. Het is niet twijfelachtig, nat die paar den denken, rekenen.... enz." Ook professor Edinger, van Frankfort, een beroemd zenuw-arts, is overtuigd, dat de dieren rekonen, lezen, schrijven en dat hun meester alles vermijdt, wat op een signaal lijkt. Dit zijn de feiten, zooals ze zijn opge steld door den heer Krall in zijn boek, dat „Denkende Tiere" heet, en zooals dr. i.art- kopf ze heeft opgeteekend. Klaarblijkelijk moeten de gevolgtrekkin gen der Berlijnsehe commissie niet dan on der voorbehoud aanvaard worden. Een kort stondig samenkomende groep ia niet m staat, dergelijke, ingewikkelde vraagstukken te bestudeeren. Men moet inderdaad niet vergeten, dat heb paard in 't algemeen zeer voor indrukken ontvankelijk is, en dat de le den der commissie de zenuwen van het dier kunnen opwekken of drukken, waardoor het evenals dit wel met een scholier gebeurt, op den dag van het examen alles verge ten is. Men zou zelfs in d; vergissingen, die net paard begaat, als het voor zijn rechters staat, het bewijs kunnen zien, dat het een hooge geestes-ontwikkeling, een functionnee- rend organisme en geen machine is. Laten we bovendien niet vergeten, dat men lang gedacht heeft., dat de doofstom men van alle intelligentie verstoken waren, eenvoudig omdat men er niet in geslaagd was, hun te leeren, hun gedachten uit te drukken in een voor ieder verstaanbare taal. Is met de paarden misschien hetzelfde het geval? Wellicht zal men plotseling bemer ken, dat ze veel meer verstand hebben clan de uitdrukkipgs-middelen, waarover ze be schikken, veroorloofden, aan te nemen, als men ten minste niet begaafd is met de vin dingrijkheid en het geduld, waarvan de h te- ren Krall en yon Osten getuigenis hebben afgelegd. In ieder geval is het een belangrijke vraag, of men den paarden iets anders kan leeren dan gehoorzaamheid door middel van de ruwe zweep der koetsiers en of de model republiek, waarvan Swift heeft gedroomd,- niet in werkelijkheid ia om te zetten. Bovenstaande feiten en beschouwingen zijn ontleend aan een artikel, dat dr. P. E. M. in de Temps" heeft geschreven. De eer, als htten mmste een eer ge noemd kan worden, de grootste vrouwelijke gierigaard ter wereld te zijn, komt toe aan mejuffrouw Henriëtfe Green, te New-York, die het verbazende jaarlijksche inkomen heeft van bijna 6 inillioen gulden, en dus zeker wel onder de rijkste Amerikanen ge rekend kan worden. Men zou natuurlijk ver vachten, dat een dame, die zoo'n groot vermogen bezit, in eèn soort van paleis zou wonen, dertig ot veertig bedienden zou houden, prachtige stoomjachten zou bezitten, de mooiste koet baarheden ter wereld zou koopen, haar ja ponnen bij Worth zou laten maken, en zou brommen, als 23e geen vijf- of zeshonderd gulden kostten. Maar als iemand dat ver wachtte van mejuffrouw Henriëtte Green, dan zou hij zeker zeer teleurgesteld zijn, want zij is een van de inhaligste dames, die er op aarde rondwandelen. Hoewel haar jaarlijksch inkomen 6 mühoeai gulden bedraagt, geeft zij stellig niet meer dan 1200 gulden uit, en ia zij een van de ongelukkigste oahepeelen ter wereld, daar zij in voortduren den angst verkeert voor dieven of moordenaars. Juffrouw Green is de dochter van een man, die door de telegrafie een reusachtig vermogen verwierf en hij zijn dood sfjn dochter ongeveer 150 miHioen galden na liet. Zij heeft geen eigen thuis, maar boge&H altijd..in oen der goedkoopste logementen en trekt voortdurend, zoodra men weet wie zij is, van het eene naar het andere. Om 7 uren 's morgens staat zij op, steek* zich in haar zeer ouderwetsche kleeren, die altijd versleten en kaal zijn, en gaat dun naar de keuken, om met de dienstboden te ontbijten; een maatregel, die haer weke= lijks een paar stuivers doet uitsparen. Na het ontbijt rijdt zij doorgaans in sen rijtuigje naar haar bankiers, waar men eea kamertje voor haar heeft, waarvoor rij niets hoeft te betalen, en. hier leest xr de nieuwsbladen en regelt haar geldelijke za ken met behulp van een klerk, die door de Bank betaald wordt en haar dus ook niets kost. Om twaalf uren gaat zij weer iww het logement terug en doet daar het een of an der huiswerk, bijv. wasschen; want zij zou het niet over zich kunnen verkrijgen iets te betalen voor wat zij zelve doen kan. Als zij in de noodzakelijkheid verkeert, om een nieuwe japon of mantel te koopen, loopt rij de heele stiad rond, om toch ma.nx het goedkoopste machtig te worden, wat te krijgen is, en wanneer haar schoenen 100 versleten rijn, dat zij niet meer te verstel len zijn, dan tornt zij er, alvorens ze weg te doen, de knoopjes af, opdat ze wan neer zij ze noodig mocht hebben, geen nieuwe zou behoeven te koopen. Dit geval kan echter nooit voorkomen, want zij is al tevreden, als aan ieder harer schoenen slechts het bovenste knoop je aanwezig ia. Niemand, die haar op straat ontmoet, zou denken, dat rij meer bezat dan een 1 stuivers. Een toch neemt haar vermogen van 150 millioen jaarlijks met 6 millioeD toe en zal natuurlijk spoedig het dubbele rijn van wat het was, toen rij het erfde. Zij is zoo gelukkig in al haar speculaties, dat, aii haar fortuin op die wijze blijft toenemen, zij binnen 7 of 8 jaren het rijksbe mensch ter wereld zal rijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 21