lifir or pr[js op stolt voor „weinig geld" on tooit „goed en met f| |L smaak" gekleed te gaan, vergelijke onze aanbiedingen. Sebr, CAVADINO, Comb. A. KREYMBORG Co., Botermarkt 19. HEMELVAARTSDAG GEOPEND, - voor den bloei van Kleeding- magazijnen. Goliisrt-Kosfunies. Fantasie-Overjassen Reclame-Kostaes Pantalons Jaeqnette-ffosfumes Geldeede Kostumss ■XTVxa- A. 1ST s Tweede Kamer. Vragen en Antwoorden. EBE7MB0BQS Door de vele variaties en de snelle verwisseling der mode, eischt het belang van het publiek, dat het door groote étalages, lage en nauwkeurige prijsnoteering, alsmede een juiste en oprechte reclame, steeds goed op de hoogte gehouden en voorgelicht wordt. Aan dezen eisch van onzen vooruitstrevenden tijd voldoen wij in elk opzicht. Waar soms bij gebrek aan ruimte weinig geëtaleerd kan worden, biedt, zooals algemeen bekend is, de bezichtiging onzer groote étalages een gelegenheid zonder weerga om een volledig overzicht over alle scheppingen der mode te kriigen en kan ieder alvorens te koopen, wat stof, modellen en prijzen betreft, zelfstandig oordeelen. Door onze rationeele wijze van zaken drijven verkregen wij een ongekenden omzet waardoor het percentage onzer onkosten veel lager is dan bij wien ook en wij dientengevolge in staat gesteld zijn alle goederen met een ongekend lags winstberekening om te zetten. Kwaliteit en prijs wegen steeds tegen elkaar op. Het recht van het publiek om door eene oprechte en veelomvattende reclame voorgelicht te worden, staat tegen- 6689 4'32 zaak in een kamer op een bovenhuis te moeten drijven. Zoowel in moderne fantaeiestoffen ole in blauw en zwart kamgaren. Elegante, gemakkelijke modellen, solide fournituren, van af 3.90 tot ƒ40.-. Se bizonder mooie fantasieetoflen, welk» thans modern zyn, geven aan dit artikel een zeer mooi cachet. Wy brengen hierin alles wat modern is, van af 4.90 tot ƒ45.-. van laine d'Ecosse, ƒ11.90, ƒ13.90, ƒ17.50, «O.-, ƒ83.75, 25. enorme keuze van af 1 0.85 tot ƒ15.—. van kamgaren, drapé, corda crew, mogolla, melton, enz., van af ƒ12.50 tot ƒ42 Onze collectie hierin vindt, wat uitgebreidheid betreft, haar weerga niet. Frjjzen van af 20;— tot «o.—. plaatse vellen, en het bruggetje verande ren in een flinke brug, dan zou er ontstaan een breed© verkeersweg. De huizen en de perceelen gronds er langs zouden dan zeer in waarde vermeerderen, en de bewoners er van in sommige tijden des jaars niet meer angstvallig deuren en ven store geslo ten behoeven te houden vanwege de onaan gename geuren van het water. Het geheel zou een gansch ander aanzien verkrijgen. Werd dan nog langs het verdere deel van 'de Groeneeteeg de ruimte tusschen het zui delijkste paar rails bestraat-, zoodat twee .voertuigen- elkaar daar gemakkelijk konden .voorbijgaan, dan kon men van uit de Leid- Behe Buurt per as Rijnsburg en verder ge legen plaatsen bereiken, zonder den om weg te moeten maken om „de drie palen". 'Aan het verkeer zou dat zeker ten goede komen, en daarom zij het nog eens gezegd: de panden lang-s dien breedten verkeersweg zouden zeer in waarde toenemen. Derhalve dienen de bezitters er van zich nog eens wel te bedenken, of hun belang niet mee brengt, dat zij een flinken greep doen in hun beurs, opdat deze zaak tot stand kome. Licht ging het gemeentebestuur er dan te eerder toe over, om te doen, wat in de toekomst toch gedaan (Kent te worden, al was het alleen maar om den sanitairen toe stand aldaar te verbeteren. Men overdenk^ 'die aangelegenheid eens ernstig, en doe, ■wat goed isl Verplichte verzekering. Onderteekend door de Ministers van Landbouw, Nijverheid en Handel, van Justi tie en van Financiën is een antwoord ver schenen op de nota van de heeren De Sa- vornin Lohman en Van Idsinga. Die nota ving aan met een onderzoek naar de gronden, voor verplichte verzeke ring aangevoerd; zij tracht, na die gronden onvoldoende te hebben bevonden, aan te. ge verf, waarom de arbeiders niettemin voor standers van zulk een verzekering zijn; en stelt ten slotte een eigen stelsel van hulp- vcrleening op. Het standpunt der Regeering daarente gen is het volgende: het is niét slechts voor den individueelen arbeider wensche- )ijk, maar ook uit een maatschappelijk, oog punt van overwegend belang, dat in 't al gemeen de arbeidsvoorwaarden van. perso nen in loondienst op zóódanige wijze zijn geregeld, dat mede rekening ia gehouden met hun behoeften bij ziekte, invaliditeit, en ouderdpm. Wil zoodanige regeling zijn gewaarborgd, dan moet op regelmatige en stelselmatige wijze een deel van het loon met het oog op die genoemde behoeften worden gëreserveerd. Dit nu geschiedt, ge- Kjk de ervaring heeft geleerd, het best üi den vorm van verzekering: Die verzekering moet dan gedwongen zijn. Immers, hoe men moge denken over het bestaan van een zedelijke verplichting van den arbeider, om in normale tijden voldoende voor dagen, van ziekte, enz. op zijde te leggen zeker is het, dat de werkman, ook in gevallen, waarin hij het, strikt genomen, misschien zou kunnen, slechts zelden tot zoodanig ter zijde-leggen komt, met name wanneer het geldt toekomstige gebeurtenissen, wier in treden onzeker of wier tijd van intreden ver af is. Daaruit mag, naar de Regeering meent, niet worden afgeleid, dat de arbei der niet voor verzekering voelt, noch ook mag hem op grond daarvan een afkeurens waardige zorgeloosheid worden verweten. "Voor hem, die van een vast-en zeer beperkt inkomen met zijn gezin moet leven, zijn er te veel behoeften van den dag, dan dat hij er anders dan bij, uitzondering uit eigen vrij initiatief toe zou komen, om voor vèr afge legen doeleinden invaliditeit en ouderdom regelmatig, geld weg te leggen. Daarna betoogt de Regeering, dat bet bij de wet opleggen van zoodanige ver plichting gerechtvaardigd is op grond van het groote maatschappelijk be lang, dat bij zoodanige voorziening betrok ken is. Bestaat zij niet, dan blijft voor de meerderheid der gevallen niet anders over dan hulp van buiten, hetzij in den vorra van ondersteuning door bloedverwanten, hetzij in dien van bedeeling door eeniga in stelling van liefdadigheid. M. a. w. dan blijft in den regel niet over dan een vorm van voorziening, die de nadeelen heeft van onzeker te zijn en den betrokkene afhan kelijk te maken van anderer gunst. Het behoeft weinig betoog, dat dit neerdruk kend moet werken op den arbeidersstand zoowel- als op zijn individueele leden Men vragt zich af, of die toestand behoorlijk is, of het billijk is, dat hij, die zich geheel aan den arbeid gaf, ten slotte, als hij niet meer werken kan,, van anderer gunst, en gegoed heid- afhankelijk wordt. Het stellen van die vraag staat gelijk met het beantwoorden er van.. Maar dan moet ook worden gezocht naar een middel, dat in staat is om aan die afhankelijkheid een beperking aan te leggen. De verplichte verzekering is eld-rs gebleken zulk een middel te zijn. Het scliijnt-t-plicht, van die wetenschap gebruik te maken. Ten aanzien van de vraag, of de verplich te verzekering niet te zwaar zal drukken op de industri:e, zegt de Regeering o. a., dat dit van een inge wikkeld samenstel van factoren afhangt de tegenwoordige winstmarge; de moge lijkheid om de productiekosten in te krim pen, den verkoopprijs te verhoogen, den afzet beter te organise eren; de onderlinge concurrentie in het bedrijf; de feitelijke machtsverhoudingen van ondernemers en- arbedders, enz. dat van te voren niet is te overzien en welks uitslag nimmer in 't algemeen is te bepalen. In het eene geval zal afwenteling mogelijk blijken, hetzij op de werkgevers, hetzij op de consumenten, in het andere zal werkgever en arbeider ieder zijn helft blijven dragen; in een derde groep gevallen zal wellicht de geheele pre mie ten laste komen van de arbeiders. Daarom kan men noch zeggen, dat „de industrie'' met de volle premie wordt be^ last, nóch dat de consumenten het gelag zullen betalen en dat het dus eenvoudiger zou zijn, hen direct in den vorm van belas ting de promie te doen opbrengen. Boven dien trouwens dekken de begrippen: „con sumenten" en „belastingbetalers" elkan der volstrekt niet; men denke bijv. maar aan de exportindustrieën. In zóóver is het intusschen onbetwist baar, dat het hier een belang geldt van „de industrie" (daaronder thans begrepen de ondernemers en de arbeiders gezamen lijk), als het, gelijk ïn het bovenstaande is betoogd, een bepaald voorschrift op het punt van cén cler arbeidsvoorwaarden, n.l. van het in het productieproces betaalde loon betreft. Daaruit volgt, dat het niet logisch is, anderen, bijv. den Staat (anders dan voor de kosten van den overgangs tijd) in de verzekering rechtstreeks finan cieel te betrekken. Trouwens, het betalen van de verzekering uit belasting"" wordlt in de Nota ook voornamelijk bepleit in den gedachtengang, dat de verzekering aan allen, ook nietiarb eiders, ten goede, «zal komen. In antwoord op hetgeen in de Nota van de heeren De Savornin Lohman en Yan Idsinga wordt gezegd omtrent hetgeen bij öüderdoms- en invaliditeit-s- voorziening dan wèi heeft te ge schieden, schrijft de Regeering, dat de stellingen der beide heeren niet kunnen worden aanvaard door de Regeering, die i'n cBe verplichte verzekering een bepaalde regeling op het-punt van de arbeidsvoor waarden ziet. Voor haar strekt de verze kering zich uit haar aard niet buiten den kring der arbeider-s uit en zijn juist de arbeiders en hun werkgevers, in stede van „willekeurig gekozen groepen,", de eenigë groepen, die essentieel bij die verzekering- betrokken zijn. Bij die opvatting, welke aan het geheele wetsontwerp ten grondslag ligt, zal het der Regeering tot haar leed wezen niet mogelijk zijn, met name met den tweeden onderteekenaar der Nota tot overeenstemming te komen, en zal rij i'n zijn afkeuring van een zoodanige „klassen- wetgeving" moeten berusten. Anderzijds behoeft zij niet in te gaan op het stelsel van verplichte verzekering, door den heer Yan Icfeinga aangeprezen. Het zal duiden Kjk zijn, dat de grondslag van dat stelsel geheel met den opzet van het wetsontwerp in strijd is en door de Regeering niet zou kunnen worden aanvaard. De eerste onderteökenaar van. de Nota gaat intusschen een anderen weg. Begrijpt de Regeering zijn standpunt wèl, dan zou een stelsel van staatspensionneeriiig met zijn uitgangspunt niet in strijd zijn, schoon het op andere gronden door hem wordt afgekeurd, maar wordt door den heer Lohman ten slotte bepleit het geven van moreelen en financieelen steun aan instel lingen, die zich vrijwillige verzekering van minvermogenden ten doel stellen. De Re geering vertrouwt thans, te kunnen vol staan met de verklaring, dat, naar haar meening, ook blijkens de buitenlandsche ervaring, langs dezen weg het doel niet kan worden bereikt. De Regeering meent dus te kunnen vol staan met reeds hier te verklaren, dat hoezeer vrijwillige verzekering in bepaalde opzichten aantrekkelijk is naar haar oordeel alleen lpngs den weg van gedwon gen verzekering het doel kan worden be reikt, dat de arbeidersstand bij invaliditeit en ouderdom het noodige levensonderhoud zal vinden, zonder dat als gunst aan. ande ren te moeten vragen. Vraag: Zoudt u mij ook kunnen zeg- gen of er vacantiekaarten worden afgege ven voor de reis naar Middelburg van Lei den af, en omgekeerd? Zoo ja, wat deze aan kosten? En wanneer zij verkrijgbaar zijn? Antwoord: Er worden gedurende de maanden Juli, Aug^ en Sept. van elk jaar vacantiekaarten afgegeven, prijs 'late kl. f 4, 2de kl. f 3, 3de kL f 2. U kunt voor Middelburg zoo'n kaart benutten, doch moet dan reizen via Woer den, Gouda, Rotterdam of Utrecht, 's Bosch, Roosendaal. Yia Delft-Roosendaal kost een enkele reis f 2.70. Yraag: Mag een mevrouw haar dienst bode, alB mevrouw uit de stad gaat, naai werk meegeven naar huis, om dit, ala zij terugkomt, heel terug te ontvangen. Of behoeft een dienstbode dit niet te dien, daar er bij verhuring niet over ia gespro ken? Antwoord: Als er niets bij de ver huring is afgesproken, behoeft de dienst bode niet kosteloos zulk naaiwerk te doen in de vacantie als mevrouw op reis ia. Yraag: Zoudt u mij ook kramen zeg gen, wanneer de lichting 1909 van het 4de reg. vesting-artillerie 10de comp. afdee- ling Den Helder op zal moeten, komen voor herhalinga-oefeningen Antwoord: Yan 9 Sept. tot 4 O*. Vraag: Welk dag- of weekblad,, liefs# advertentieblad, wordt in Zierikzee en oio* streken ve«el gelezen, en waar is het Ru* reel van dat blad gevestigd Antwoord: „Zierikzeesohe Bode^. Uitg. M. J. Witte, Oud-Beierland. „Z"'ente* zeesche Nieuwsbode". Uitg. A. J. cle Lo<fc ze, Zierikzee Y raag: Daar ik kastelein ben. geweest en mijn pand verkocht heb zonder de daar* in verleende vergunning,, zou u mij willen zeggen, of ik die vergnnning kan verkoo- pen aan vergunninghouders van een: andere gemeente Antwoord: Een vergunning voor deö. verkoop van sterken drank in het klein,, 14 alleen geldig voor die localiteit(en) waar voor zij is verleend. Ge. kimt de vergun ning dus niet verkoopen aan iemand, die ra. ©een andere gemeente daarop zou willen tappen of slijten. Yraag: Zou. u mij willen mededeelen wat een verplaatsbare vergunning is? An t w oo rd: Iedere vergunning ibefc houdens een vergunning, verleend: voor een buitengewone inrichting van maatschappen lijk verkeer), is verplaatsbaar naar een an* der huis in dezelfde gemeentedoch adeen op 1 Mei. Yraag: Kunt u mij zeggen of het veis bod om kleeden over hekken van bruggen ie kloppen, weer ingetrokken is? Want ik zie tegenwoordig heel dikwijls aan de Hoo- gewoerdsbrug zelfs heel groote kleeden kloppen, waarvan de eigenaars op de Bree straat wonen. Ook heb ik gezien, dat er door een agent wel iets van gezégd werd, doch de meisjes gingen toch maar door en' daarom vraag ik u: mag een agent nieti even blijven staan, om te zien of rijn ver maning wordt' opgevolgd? Antwoord: Artikel 2 letter a van «de verordening op de straaipolitóe verbiedt* om 2H3nder schriftelijke vergunning van B. en Ws. op of aan den openbaren weg goe deren te hangen aan l'en ni n g e n van bruggen, boomen, palen of hekken of andere gemeente-eigendommen. Als een agent zooals ge zegt gewaarschuwd heeft en de. meisjes gingen toch door, dan zal hij haar waarschijnlijk wel bekeurd heb ben. In ieder geval valt uw vraag wel on* der de aandacht der politie, die maatree gelen zal treffen. Yraag: Zoudt n mij ook kunnen zeg gen of de kantonrechter in Dén Haag ook aan huis te spreken is, daar het een Voeg* dijschap aangaat? Antwoord: He kantonrechter is aan huis voor dergelijke dingen niet te spre ken. Gij moet op het kantongerecht aan dte Prinsengracht- zijn. Yraag hem. dan meteen maar de andere kwesties. Wij kunnen op die bijzonderheden niet ingaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 10