De ramp van de „Titanic.'' Het verhoop idoor de Senaats-Commissie duurt voort. Gisteren is o. a. voor geweest de getuige OP i t m a n, de derde officier. Hij verklaar de dat de „Titanic" proefgestoomd had en dat, zooals bij alle booten der White Star, deze proeven slechts bestaan hadden in het stoomen in cirkels en verdere evoluties. Oefeningen met reddingsbooten hadden te [Southampton plaats: er werden twee boo- jten in zee gelaten en vervolgens werd rond de haven gezeild; 8 man gingen in elke boot, zoodat er slechts 16 menschen aan de oefening deelgenomen hadden. Brand- bluschoefeningen waren in het geheel niet gehouden. In den avond van de Tamp was de ge tuige van 6 tot 8 op de bmg; noch van den kapitein, noch van den tweeden offi cier vernam hij iets over ijsbergen. Zondag avond liep het schip 21 knoop, terwijl men VA knoopen verwacht had. Men trachtte die 24 knoopen niet te halen, daar er geen kolen genoeg voor aan boord waren. Zon dagnacht merkte de tweede officier op, dat het schip in de buurt der ijsbergen zou we zen als hij op wacht kwam. De getuige ver liet om 11.50 Zondagnacht zijn kajuit, juist 'na de aanvaring. Hij wandelde enkele mi nuten op het dek, kleedde zich toen lang zaam aan, daar het tijd werd voor zijn wacht. Toen vernam hij van den vierden officier dat men op een ijsberg gestooten was. Hij ging weer aan dek en ontmoette mi*. Ismay, die hem toeriep: „Rep je, er is geen tijd te verliezen»" Mr. Ismay zeide den getuige, de vrouwen ten kinderen in de booten te brenge-D en hielp hem daarbij. Getuige riep om meer {vrouwen, doch er kwamen er geen meer. Officier Mui'deck gelastte hem in de boot !be stappen en naar de achtergaanderij te roeien. In zijn boot waren vijf matrozen en 40 passagiers. Lïchtenhadzijnboot Biet, ofschoon de Board of Trade deze voorschrijft. De vrouwen betoonden zich 'erg flink, allen roeiden mede om warm te blijven. Bij het zinken van de „Titanic" hoorde getuige vier explosies: hij' dacht dat het de schotten warendeze schotten zijn dus eerst na het zinken bezweken. De stoomketels zijn zeker niet gesprongen. Toen de „Titanio" gezonken was, hoorde hij op enkele honderden meters afstand hulpgeroep. De getuige zegt dat het de pas sagiers waren die zich verzetten tegen de redding. Zoo bleef de (boot doelloos rond drijven terwijl een uur lang hetgejam- mer uit.zee bleef opstijgen. Zijn reddingboot, waarin nog plaats voor SïOmenschenwas, ging echter niet red den. Terwijl de reddingsboot in zee, was heeft getuige aan den horizon een wit licht ge zien, zij zijn ei' niet op afgegaan, daar het een der andere reddingsbooten of een ster wezen kon. Morse-signalen werden van, de vTitanic" niet gegeven, wel heeft getuige 32 vuurpijlen zien afschieten. Getuige heeft niets geweten van een schip, dat in de na bijheid geweest zou -zijn. Was de „Titanio" recht vooruit op den Sjsbei'g geloopen dan was hij nooit gezonken. Mr. Ismay heeft getuige het laatst ge- aien op het schip, toen zijn reddingsboot ïertrok. Onder de gunstigste omstandighe den hadden slechts 1200 menschen gered kunnen worden. Op een vraag van een der commissieleden zeide getuige dat in de officierskajuit geen bericht over de ijsbergen aangeplakt was. Do aangegeven positie van den ijsberg, die in een Maroonitelegram door „zeker schip" medegedeeld was, lag op eenigen afstand van den koers van de „Titanic", Denkt u dat, indien de „Titanic" zoek lichten gehad had, deze de ijsbergen zouden ontdekt hebben? Ik geloof, dat dit best mogelijk is. Was er brand in een kolen bergruimte der „Titanic" bij het vertrek uit Southampton? Daar heb ik nooit van gehoord. Weet gij waarom de vaart niet vermin derd werd, toen het bericht der ijsbergen kwam? Neen, ofschoon het de gewoonte is de vaart te verminderen. Werden de stoomfluiten gebruikt om te trachten de ijsbergen te ontdekken door de-echo? Neen, en ik zou in zoo'n proef ook geen vertrouwen gesteld hebben. Een merkwaardige bekentenis deed F le ot, de matroos, die op den uitkijk zat. Hij had geenverrekijker. Ziehier een gedeel te uit het verhoor. Had gij verrekijkers? N?en- Is het niet de gewoonte, dat de uitkijk een verre kijker heeft? Jawel, doch op de „Titanic" kregen wij er geen. Wij vroegen er om te Southampton, doch men zeide ons, dat er voor ons geen waren. Gij had dus verre kijkers verwacht? Ja, want wij hadden er van Belfast tot Southampton. Wat is er ge worden van die kijkers Dat weet ik niet Zoudt gij met een kijker de ijsberg eerder gezien hebben? Ja, een beetje Vroeger. - Hoeveel vroeger Genoeg om uit den weg te komen. Waatrt gij en de man in het kraaiennest teleurgesteld, dat gij geen kij kers had? Ja. Hadden de officieren op de brug kijkers Ja- Majoor Peuchon, uit Toronto, waa de eerste passagier die getuigde. Hij ging op verzoek van den 2den-of fieri er in een reddingboot, omdat er niet genoeg be manning was. Als zeiler kon hij helpen. Getuige was verbaasd, dat de matrozen niet op hun post hij de reddingbeoten waren. Toen hij op dek kwam zag hij een honderd stokers bovenkomen. Eon officier dreef ze als scha pen weg. Zijn boot was ook nie$ vol. De getrouwde vrouwen er in wilden terug om nog meer menschen te redden, de kwartier meester weigerde cn gelastte weg te roeien: ons leven tegen het hunne, zei liij. Dat er niet genoeg vrouwen bij de hand waren om de booten te vullen schreef getuige toe aan het niet alarmeeren. Mevrouw As tor vertelt in de „New-York Herald" haar ervaringen- Kolonel Astor, werd wakker ten gevolge van de schok der aanvaring. Hij zeide haar, dat er blijkbaar iets niet in orde was en gaf haar den raad zich te kleeden- Maar hij verzekerde haar ook da.t de „Titanic" niet kon zinken. Toen ging hij naar het dek, maar weldra keerde hij zeer ernstig terug en deelde mede, dat het schip op ©en ijsberg was gestooten. Mevr. Astor kleedde zich haastig aan, en stak eenige juweelen bij zich. Toen ging ze met haar man naar het dek, waar zij even als de andere daar aanwezigen reddings gordels omdeden. Kolonel Astor merkte op dat zijn vrouw slechts zeer luchtig gekleed was, daarom liet hij uit haar hut warmere kleeding komen, en hij hielp haar deze aantrekken. Daarop sloeg hij nog een bon ten mantel om haar heen- Ik ging in de op een na laatste boot, zoo vertelde mevr. Astor verdei'. „Kolonel Astor zeido tot me: „De zee is kalm. Er is geen gevaar. Ge .zyi in goede handen. Ik zal je weldra weer ontmoeten." Toen omhelsde hij me hartelijk en zag glimlachend toe, dat de boot werd neerge laten. Ik zag dat het schip toen wij weg- roeiden, overzij ging liggen en kon ook mijn hondje, dat over het dek heen en weer rende, nog onderscheiden. Weldra echter zonk de „Titanio". .Wij dreven zeven uren rond. Ik was zeer koud en ijskoud water drong ih de boot tot aan de knieën, toen We door de „Carpathia" werden opgenomen. Lowe, de vijfde officier van de „Tita nic", heeft verklaard, dat zijn reddingboot zoo zwaar belast geweest is, dat het opne men van nog meer menschen haar in het hoogste gevaar gebracht zou hebben^Hij had daarom, toen zij gestreken werd en eenige Jtalianen aanstalten maakten om in d?. boot te springen, de revolver getrokken en drie maal over de hoofden heen geschoten- Lowe vertelde, hoe hij de inzittenden van zijn boot later over vier andere verdeeld had om naar het toonecl van de ramp terug te kun nen varen. Daarmede had hij echter meer dan een uur gewacht, daar hij anders mid den tusschen de in het water op ontzettende wijze om hun leven vechtenden gekomen en zeker in de diepte getrokken zou zijn- Eerst nadat het aandoenlijke jammer- en hulpge schreeuw wat verminderd was, roeide hij er heen en kwam nog juist bijtijds om 20 mannen en 1 vrouw uit een zinkende, op vouwbare boot te redden- Ook had hij 4 verdrinkenden uit het water getrokken- - Bovendien heeft deze officier toegegeven, dat Zondagmorgen in de kaart enk amer een bekendmaking was opgehangen, waarop de aanwezigheid van drijfijs aangegeven was met vermelding* van lengte en breedte- Lowe getuigde voorts, dat hij Ismay, dien hij niet kende, ruw had toegesproken, omdat deze zich onbevoegd mot het uitzetten van de booten had bemoeid. Lowe schreef de woorden die hij bdj die gelegenheid had gebezigd, op. Zij werden niet voorgelezen. Protesten. "Volgens de telegrammen uit New-York lokt de wijze, waarop de commissie uit den Se naat het onderzoek van de schipbreuk van de „Titanic" leidt, in Amerika steeds meer critiek uit. Smith, den president van de com missie, wordt verweten, dat hij den getuigen vaak dwaze vragen stelt, waardoor zijn on kunde aan het licht komt. Zoo vroeg hij aan Lowe, den 5den officier: waaruit bestaat een ijsberg? Deze antwoordde leuk: IJs. Lowe moest meer vragen van dien aard beant woorden, bijvoorbeeld: Waar komen de ijs bergen vandaan? Was het 48 gr. Fahrenheit boven of onder nul? Toen de president aan Lowe vroeg, of hij op den avond van d«' schipbreuk geborreld had, verloor deze ein delijk zijn geduld, en ontkende verontwaar digd. De wijze, waarop de president het onder zoek leidde, veroorzaakte zelfs verzet bij de leden van de commissie zelf, waarvan eenige bij wijze van protest heengingen. De presi dent verklaarde niettemin met kracht, dat het loopende onderzoek rustig zal doorgaan. De heeren Bruce Ismay en Franklin heb ben na hun verhoor voor de Senaats-coTi- missie het verzoek gedaan naar New-York te mogen terugkeeren. Dit verlof is eohter ge weigerd. Waarschijnlijk zal de heer Ismay nog aan een nader verhoor worden onder worpen. Besloten is geen passagiers meer te hooren, voordat alle Britsche getuigen voor zijn geweest. Het geheimzinnige s ohi p. Het is nog steeds niet uitgemaakt, welk schip op het oogenblik van het vergaan van de „Titanic" zich op slechts vijf mijlen van de plaats van de ramp bevond. Wel staat het vast, dat twee andere schepen zoo dicht in de nabijheid waren geweest, dat zij alle passagiers hadden kunnen redden, als de kapiteins slechts eenig vermoeden hadden gehad van het ijselijke drama, dat zich op zoo betrekkelijk korten afstand afspeelde. Kapitein Lord van het Leyland-s to om- schip Californian", heeft bij zijn aankomst te Boston verklaard, dat hij in den noodlot- tigen nacht op ruim 17 mijl afstand van db „Titanic" was geweest, maar wegens gevaar van ijsbergen de machines had stop gezet. De draadlooze telegraphic werkte dus na tuurlijk ook niet. Ook da vrachtstoomboot „Lena" van Fo- wey, was vrij dicht in de nabijheid geweevt. Dit schip had echter geen electrisehe in stallatie aan boor.» en vernam het gebeurde eerst bij aankomst te Portland in Maine. Kapitein Moore van de „Mount Temple" der Canadian Pacific Maatschappij, heeft verklaard, dat hij op de signalen van de „Titanic" onmiddellijk haar te hulp was gesneld. Te 4 uur 3 min. was hij vrij dicht bij, hij was toen echter, daar de zee rondom het schip met reusachtige ijsbergen als be zaaid was, genoodzaakt geweest tot het aan breken van den dag te blijven liggen. De voorzitter van de oommissie heeft dra- deloos geseind dat de „Meunt-Temple" zich op 5 mijlen van de „Titanio" bevond, toen deze zonk. De Oanadeesche eerste minister heeft voorgesteld om een buitengewoon commissaris van de commissie uit den Se naat te zenden, om den kapitein van de Mount-Temple" te verhoeren, zoo dra dez© in St.-Johns ïs aangekoen. Het stoomschip „Oampanello" van de Uranium Steamship Coy., gisteren uit New- York aan gekomen, heeft op deee reis het noodsignaal van de „Titanic" gehoord, maar is er niet mede in verbinding geweest. Wel heeft de „Campanello", die toen een dagreis van de „Titanio" verwijderd was, verbinding gehad met de „Carpathia" en desgevraagd van dat schip vernomen, dat niet alle opvarenden van de „Titanic" ge red waren. Men heeft gegist, dat het geheimzinnige schip, waarvan vele de lichten hebben ge zien, de. „Heilig Olav," het schip van de Decnsche transatlantische lijn was, maar het bestuur te Kopenhagen heeft reeds be>- kend gemaakt, dat de „Heilig Olav" zich ten minste op 350 zeemijlen ten Westen van de „Titanic" moet hebben bevonden. Yoor de Senaatscommissie werd den offi cier Pitman, van de „Titanio", naar de „Heilig Olav" gevraagd Hij had nooit van het schip gehoerd. De redding. De „Mackay Bennett" bericht, dat zij 250 lijken van opvarenden van de „Titanic" heeft opgevischt en ze mee naar Halifax brengt. De kapitein is van meening, dat het me erende el der lijken nooit aan de opper vlakte van het water zal komen. rais - eth rest a mer - cy ward 1 me', stone", given fly; hall be I'd be on iqe shall be Near Near Near Near er my God to Thee, er my God, to Thee, er my God to Thee, er, my God, to Thee, ermy God Near - er, my God, Near er, my God, to Thee, to Thee to Thee, to Thee Near - er to Near er to Near er to Near - er to Thee J Theel Theel Theel Schoon op mijn pelgrimspad De zon verdwijn', Rustplaats voor 't moede hoofd Een steen moog' zijn, In U verheug ik mij; Breng mij U nadorbij, Nader, mijn God, bij U, U paderbij J Near er, my God, to Thee, Near er to Thee! Still all my song 6hallbe Near - er, my God, tdbThee, Zoo voert mij ied're tred Nader hij huis, Al wat Gij mij bereidt, Voorspoed of knus. Eng'len, zij nnoden mij U nader, naderbij. Nader, mijn God, bjj U, U naderbij Dan, als. de morgen daagt, Wekt mij Uw mond; Uw vriend'Iijk aangezicht Vreugde verkondt! Ja, ied're nacht brengt mij U nader, naderbij. Nader, mijn God, bij U, U naderbij 1 Onder de herkende lijken moet dat van William Stead zijn. De passagiers van het stoomschip „Bre men" hebben bij aankomst te New-York verklaard, dat «ij zoo dicht aan de lijken van de „Titanic" voorbij waren gekomen, dat zij ze hadden kunnen onderscheiden. Zoo hadden zij het lijk van een vrouw ge zien met in iederen arm een kind, ook een echtpaar dat elkaar omstrengeld hield. Drie personen hielden nog een dekstoel vast. Allen hadden reddingsgordeLs om en overal op zee- zag men deze laatst© drijven. Ook had men een omgeslagen reddingboot en wrakstukken gezien. Dat was den 20sten ApTil geweest. Het aantal vrouwen en kinderen dat met de „Titanic" omgekomen is bedraagt 156. Een muziekuitvoering. Duizenden waren gisteravond op heb Rembrandtplein te Amsterdam samenge stroomd om te luisteren naar het zang- en muziekkorps van het Heilsleger. De politie had groote moeite de menigte in bedwang te houden die den ingang van het park be stormden en toegang wilden. Nu en dan was de politie genoodzaakt met den stok slagen uit te deelen. Qm precies acht uren viel het koor in met het Engelsche volkslied waarna het Nearer my God to Thee ten gehoore werd gebracht. Heb lied klonk krachtig, doch niet krachtig genoeg om bo ven het rumoer van de duizenden gehoord te worden. Ten slotte werd het „Wien Neêrïandsetö Bloed" gespeeld. De vlaggen die medege voerd werden, waren halfstok. Voor alle ramen van de omliggende Testaurants en woonhuizen stonden belangstellenden die met veel aandacht luisterden. De „O 1 y m p i o". De „Olympic" lag vanochtend nog voor Spithead geankerd. De bestuurders van do White-Star-lijn noemen het wegloopen «>au de stokers onredelijk. Zij ontkennen, dat de passagiers niet willen vertrekken met een onvoltallige en dus onbevoegde bemanning... Wel schijnt het waar, dat vele manschappen het voorbeeld der stokers willen volgen. Het matrozenverbond te Southampton wil hun daarin geen raad geven, maar is bereid ben te steunen, als zij staken, ook door onder* kruipers te weren. V eiligheid. Van de zijde der Marconi's Draadlooze Telegraaf-maatschappij schrijft men over <ie krachtbron van de draadlooze telegrafie op de schepen, dat alle onder Neder-, s c h e vlag varende schepen, welke voor-i zien zijn van Mareom-instaliaties voor draad looze telegrafie, een accumulatorenbatterij aan boord hebben, met behulp waarvan kan worden geseind en ontvangen, terwijl de dynamo-machine is stop gezet. De hoofd machines van een schip, waarmede do schroeven worden aangedreven, hebben niets te maken met de draadlooze te legrafie. De Marconi-iustallages ontvangen den benoodigden electrisehen stroom van da dynamo's voor het electrisehe licht, die af zon derlijk worden aangedreven. De dooden en de levenden. Uit New-York wordt gemeld, dat Maan dagavond in de Carnegie-Hal] een lijk dienst werd gehouden ter nagedachtenis van William Stead, die de Amerb kaansche bladen beschrijven als „de vre desapostel en een uitstekende autoriteit dep internationale politiek." De zaal was ge drapeerd met Engelsche en Amerikaansche vlaggen en aan liet preekgestoelte hing een lijkkrans met een portret va-n Stead in het midden. Verschillende journalisten voerde» het woord. Bij de lijkpleohtigheid voor Isidor Strauss te New-York verdrongen zich meer dan 40.009 menschen. De politie was machteloos. In het gedrang werden 30 per sonen gewond. Een der geredde vrouwelijke passagier van de „Titanic", miss Sarah Roths, die op weg was naar Amerika om daar in het huwelijk te treden, is deszer dagen met haar bruigom in het hospitaal, waarheen izij was vervoerd, in het huwelijk verbonden. Miss Rotihs, die alles wat zij lx?zat, haar uitzet en al haar geld, met de ramp van dë „Titanic" verloor en ziek was geworden van de doorgestane koude en ontbering, werd doocr mevrouw Frederick Vanderbilt en nog eenige liefdadige personen gehol pen. Zij kreeg een nieuwen uitzet, de brui gom was spoedig gevonden en weldra ver scheen de geestelijke, die het paar in den echt verbond. De plechtigheid werd bijge woond door vele doctoren, verpleegsters en verpleegden, waaronder zioli ook vele over levenden van de „Titanic" bevonden. Laboratoria op dom Go! «I'OIen. In de zomermaanden van dit jaar zal, op voordracht van de Koninklijke Aka-d®* mie van Wetenschappen, aan Nederland- sche geleerden de gelegenheid worden ge geven, om, tegen een tegemoetkoming van Rijkswege, onderzoekingen te doen in dë laboratoria op den Col d'Olen. Zij, die hiervoor in aanmerking wen' schen te komen, kunnen zich schriftelijk aanmelden bij een dier hoogleeraren in de pkpsiologiedr. W. Einthoven, te Leiden, dr. H- J. Hamburger, te Groningen, dr. 0/ A. Pekelharing en dr. H. Zwaardemaker,; te Utrecht. („St.-Ct. Tegen de Trekhond om wet. In een te Amsterdam gehouden vergade ring zijn, meldt het „Hbld.", de he*?*63* Henri Koekenheim en J. G. Hememan en mej. J. Muns benoemd tot leden van een commissie, die aa-n H. M. de Koningin, W* dens Haar bezoek aan Amsterdam, ee0 adres zal aanbieden, waarin intrekking van de Trekhondenwet wordt verzocht-, grond van de volkomen lichamelijke schaktheid voor trekhond voor de niee8. honden en het vele misbruik en vooral mishandeling van trekhonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6