LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag* lO April. Tweede Blad.
Anno 1912.
Buitenlandseh Overzicht.
PERSOVERZICHT.
Faillissementen.
O* 15992a
Er zijn zoo van die perioden in de we
reldgeschiedenis dat er niets of althans
uitermate weinig schijnt voor te vallen.
Yoor den ingewijde, voor hem die achter de
schermen kijkt, is er natuurlijk nooit stil
etand. Maar voor deze rubriek, welke zich
baseert op feiten, op gebeurtenissen, diie
naar buiten spreken, die de stille binnenka
mers der overweging en voorbereiding heb
ben verlaten, die afgewerkt voor ons staan,
voor deze rubriek kan soms zoo ineens ont
staan een tijdelijke armoede aan stof, een
even opdrogen der bronnen, waaruit wij
putten.
Een dergelijke toestand ontstaat in tijden
van vac an ties en aJ ge me ene feestdagen, als
parlementen en andere colleges naar huis
zijn, en ieder die voor zijn aandeel mee
werkt aan de wereldgeschiedenis van den
dag, zich terugtrekt in den kring zijner fa
milie „waar kan men beter zijn," zingt
een bekend Fransch liedje. Dan staat alles
stil, tenzij er onverwachte dingen gebeuren.
Op andere wijze wordt zoo een bronnen-
arm oc de geboren, als na een groote ge
beurtenis, die aller aandacht spant of diep
ingrijpt in het leven, vooral het economisch
leven, van velen, plotseling een. opklaring
intreedt, een leegte, waarin men tot zich-
zelve komt, en even verbaasd rondkijkt om
het volgende oogenblik weer te worden
meegesleurd in den maalstroom der tijden,
'die van geen stilstand weten.
Een toestand, zooals wij die in de tweede
plaats schetsten, schijnt thans ontstaan.
De oorlog die daar aan de Afrikaansche
kusten tusschen Italië en Turkije gevoerd
wordt, wordt gaande gehouden, waarom,
vragen wij ons nu en dan af? Omdat in een
'oorlog toch kanonnen b^hooren te donderen
'en geweervuur behoort te knetteren; om
dat men zijn manschappen toch behoort
wakker te houden en te oefenen, en om
Vele andere redenen, die niet zoo dadelijk
voor de hand liggen? Wij krijgen inderdaad
hu en dan den indruk, dat wat er op het
corlogsterrein gebeiwrt, de beide partijen
maar matig interesseert, maar dat zij met
begeerige aandacht de oogen hebben ge
richt op wat er gedaan wordt tot bemidde
ling ^n verzoening.
ItJfcië en Turkije verlangen beide harte
lijk naar het einde. En er is een afwachten,
een luisteren, een turen naar de oplossing,
waardoor de actie van den strijd zeiven
schijnt vergeten. Wie zal het woord spre
ken dat men hooren wil, wie zal de formule
vinden die bruikbaar is om het ingewikkel
de vraagstuk op te lossen
Voor heden is van den oorlog ook weer
■weinig te vermelden. Tegenspraken van
berichten, die gisteren of- eergisteren ver
meld zijn, al naar den koke-r waaruit zij
komen. Een enkel bericht van meer belang
vermelden wij hier. De „Excelsior" ver
neemt uit Rome, dat admiraal Faravelli,
opperbevelhebber dor Italiaansche vloot,
Maandag den minister van marine telegra
fisch verzocht heeft van het opperbevel ter
zee ontheven to worden, op grond van den
staat van zijn gezondheid, welke hem niet
toeliet groote vermoeienissen te verduren.
Minister Cattoliea heeft aan dat verlangen
gehoor gegeven en ook den vice-admiraal
Viale bij zich ontboden om hom het opper
bevel aan te bieden en met wien de minister
een langdurig onderhoud gehad heeft. Viale
is reeds vertrokken om zijn nieuwe ambt
te aanvaarden. Het ontslag van Faravelli
en. de benoeming van Yiale wordt nader
door Reutor bevestigd.
Het bericht dat de Italiaansche groep de
Interparlementaire Unie zou verlaten,
heelt wel eenige opschudding verwekt. De
„Gazette" bericht, dat het bureau van de
Interparlementaire Unio in den loop dezer
maand «eder te Brussel zal vergaderen.
De voorzitter Beornaert zal dan kennis
geven van den brief, waarin de Italiaansche
greep haar uittreding mededeelt en men
Kal dan middelen beramen om de moeilijk
heden uit den weg te ruimen. Er zullen
waarschijnlijk officieele stappen worden
gedaan bij de Italiaansche groep en men
hoopt, dat deze de volgende conferentie
weder zal kunnen bijwonen.
Wij komen thans op Duitschland. Ook
hier een rust, een tijdelijke verademing, een
afwachten. Alle officieele leven staat ?til
en men spoedt zich naar buiten om liet
groeien der lente te bespieden of de ge
neugten van het landleven, ieder op zijn
v-ijs, te smaken. Wel is eenige rust, een.g
terugzien op het gebeurde gewenscht.
Duitscliland is den laatsten tijd van de cene
hevige politieke kwestie in de andere ver
zeild. Wij hebben meermalen gelegenheid
gehad in deze rubriek daarop te wijzen.
Nu is er stilte. Zal het de stilte zijn die
ann den storm voorafgaat? Men weet het
niet. Maar de oogen van velen gaan thans
naar do lieflijke dreven van het Achilleion
op het eiland Korfoe aan de Grieksche
kust, waar Keizer en Rijkskanselier samen
2'jn. Hij is er niet gevraagd om te logee-
ren en te genieten van de heerlijke natuur
maar om zaken te doen, om de politieke
kwesties die bij 's Keizers vertrek uit Ber
lijn nog niet afgedaan waren, thans af tc
handelen. Hoe zal von Bethmann Hollweg
ervandaan komen? Opgewekt, fier, 6tsrk
m 's Keizers voortdurend vertrouwen of
Soinber en terneergeslagen, omdat zijn val
nabij is? Naar een antwoord op deze vraag
ziet Duitschland thans uit in deze dag in
yan stilte.
Thans den Rijn over en naar Frankrijk
ok hier stilstand van politiek leven en van
teel ander leven. Nu niet, omdat er niets
e doen is, maar omdat alle aandacht wordt
yerslonden door het wanbedrijf van een
andjev°i bandieten en door den hartstoch-
e 'Jken ijver der politie om de daders op
■e sp°ren j£en voej|. inc|jcn jjjgy geen
oende licht ontstoken wordt, geen
r eldige straf kan worden toegepast op
de schuldigen, het veiligheidsgevoel van
den Fransehen burger zal wolfden onder
mijnd en het Apachenbedrijf een hernieuw
den bloei zal tegemoet gaan. Dit overwe
gend belang van veiligheid doet de aan
dacht voor al het arJlere wat er gebeurt,
verflauwen, en op de autobandieten, waar
over elders in dit blad, eoncentreeren.
De derde groote mogendhe-l.l in onze
buurt, Engeland, verkeert ook in stilte.
Hier is het stilte na den strijd, den reu
zenstrijd riien werkgevers en arbeiders in
het mijnbedrijf hebben gestreden en waar
bij zoo talloos vele het onschuldige slacnt-
offer werden.
Jn een groot gedeelte van de Engelsche
kolenmijnen is het werk thans hervat en
daarmede is de bedrijvigheid in handel en
verkeer ook onmiddellijk weder toegeno
men. De dienst op de treinen wordt hersteld
en op de fabrieken is men druk in de weer
met voorbereidende maatregelen om den
door de staking veroorzaakten achterstand
in te halen.
Maandag zijn in Schotland, de Midlands
en Noord-Wal©s 150.000 man weder aan het
werk gegaan, in Zuid-Wales zouden 200.000
mijnwerkers gisteren weder beginnen en
de mannen van Yorkshire waren van plan
heden in de mijnen af te dalen.
Er blijft echter nog één kwestie te rege
len en daardoor kan de algemeene hervat
ting van het werk misschien eemgszins ver
traagd worden. Het machine-personeel ho
ven den grond vraagt n.l. een minimum
loon en korter diensttijd en ten einde aan
•zijn eischen kracht bij te kunnen zetten,
heeft het de hulp der mijnwerkers ingeroe
pen. Men heeft echter hoop, dat het geschil
spoedig bijgelegd zal zijn en dat binnen
twee dagen al de mijnwerkers ïn het rijk
weder aan het werk zullen zijn, ofschoon
er nog altijd een groep onverzoenlijken is.
Toch zal er nog wel eenige tijd noodig
-zijn voor alles weer in vollen gang is.
Er zijn mijnen, die door de staking zoo
geledon hebben, dat men rekent ongeveer
een week noodig te hebben, alvorens de
gangen weer vrij zijn gemaakt en de ver
timmeringen vernieuwd. Overal zijn bij het
hervatten van den arbeid bijzondere maat
regelen tegen ongevallen noodig.
Zoo hebben wij thans den toestand in de
wereld even aangegeven. En met het aan
geven van deze groote trekken, hebben wij
voor heden dan toch weer deze rubriek
eenig aanzien weten te geven, en haar be
waard voor een tijdelijke bloedarmoede.
Want in de dagen van druk leven, waarin
kwesties en gebeurtenissen van het meest
ingrijpend belang zich verdringen, ont
breekt soms de tijd om den blik over het
alge-meen te laten weiden.
Zoo heeft zulk een gebrek aan nieuws
ook weer zijn goeden kant.
De „Nieuwe Rotterdamse lie C o u-
ra nt" behandelt in een hoofdartikel hét
rapport der s p e 11 i n g-c ommissie.
Het blad is het volkomen eens met de
stelling, dat spelling geen Regecringszaak
is, ma.ar vindt, dat een groot gedeelte van
de stellingen, die de Staatscommissie als
leiddraad voor de Regeering verstrekt heeft,
lijnrecht tegen de grondstelling ingaat.
Wat daaromtrent in do nota van dr. Bos.
en dr. Kiewiet de Jonge gezegd wordt, lijkt
ons volkomen juist, zegt het blad.. De Re
geering moet volgen, heet het in do
hoofdstelling doch, brengt de Regeering
de 'daaruit afgeleide stellingen in practijk,
dan zal de feitelijke uitkomst zijn, dat de
Regeering zich de gelegenheid tot volgen
zooveel mogelijk ontneemt; zij zal dan een
moer algemeene verbreiding van een andere,
dan de thans meest gevolgde spelwijze, met
zulk een tal van moeilijkheden gaan om
ringen, dat een nieuwe spelwijzo haast tot
de onmogelijkheden zal gaan behoorén. ,,Dc
Regeering eischt wij citeeren uit de bo
vengenoemde nota haar schrijfwijze en de
stipte nakoming daarvan, bij haar «ambte
naren in den meest nitgebreiden zin: bij
do staatscolleges, de provinciale- en gemeen
tebesturen, bij alle instellingen onder haar
gezag hoe ook; bij de rechterlijke macht,
de notarissen als zoodanig; hij alle leer
krachten van het openbaar en het .bijzonder,,
gesubsidieerd onderwijs; voorts in alk; schrif
telijke stukken voor allo^; ondérdéèknii-j-yan-
dat onderwijs, zoomede bij ;de yap. staats
wege afgenomen examens?-* >De "Régeering,
die niet doet „heet te doen", zouden wij
hier liever lezen dan het algemeen ge
bruik volgen, verspert feitelijk alle groote
wegen voor elk nieuw spellingstelsel."
Hoever de Staatscommissie dit dwang-
stclsel doordrijft, blijkt wel het best hier
uit, dat de Commissie er niet Voor terug
deinst, ontneming van subsidie voor te stel
len als straf voor de vriie school, die zooi
willen beoogen. een andere dan de zooge
naamd door de Regeering gevolgde, maar
feitelijk tot officieele staatssnelling yer-
klaarde. schriifwiize te doen ingang vinden.
I>e gesubsidieerde school, die in tal van
opzichten zeer groote vrijheid geniet meer
vrijheid wellicht, dan in het belang van het
volksonderwijs wenschelijk kan worden ge
acht ten aanzien van de spelwijze aan
handen te gaan leggen, ware toch waarlijk
een paskwil.
Er komen bij de 1 e e r p 1 i c h t w e t twee
vragen aan de orde.
Vooreerst: Welke maatregelen moet men
nemen, om een goede, vlugge, doeltreffende
uitvoering dier wet te. verzekeren
Op d;e tweede plaats: Hoe lang moet de
leerverplichting «duren?
Deze twee zaken hebben met elkaar niets
uit te staan.
Of de leerverplichting zes jaar dnurt of
acht. de techniek der wet moet goed zijn.
Welnu, de techniek der wet is thans niet
gced. Dat erkent iedereen-
Minister Heemskerk heeft een ontwerp in
gediend om in de techniek der wet de zoo
hoog noodige verbeteringen aan te brengen,.
„Het Huisgezin" zegt daarover:
„De kwestie van den leerplichtsduur laat
hij intusschen rusten-
Zeer wijselijk, want raakt men daaraan,
dan heeft men de poppen aan het dansen-
Men krijgt vooreerst eindelooze discussies,
en de mogelijkheid ware niet uitgesloten,
dat men dan .onzuivere stemmingen kreeg
en het ontwerp ten slotte verworpen werd-
Het zal dus zaak zijn, dat, als men een
maal zoo ver is, geen amendement zal wor
den toegelaten, dat .op den leerplichtsduur
betrekking heeft en dus feitelijk valt hui
ten het kader van minister Heemskerks ont
werp.
Met leerplicht-sduur-amendementen kan
men komen, als het ontwerp.Ter Laan c.s-
aan de orde is.
We maken deze opmerking, omdat het
Kamerlid Smeenge bezig is de m^nschen
warm te maken voor verlenging van den
leerplichtsduur.
Het is merkwaardig, dat men nu altijd
de zaken moet vertroebelen.
Een technisohe herziening der lcerplichts-
wet heeft ieders sympathie en is een werk
van korten adem.
Maar (gaat men die als kapstok gebruiken,
om ler zijn wcnschen betreffende den leer
plichtsduur laan op te hangen, dan raken wc
in ide miserie en komt cr cok van een tech
nische herziQning niets/'
Naar aanleiding van do behandeling der
Armenwet schrijft de antirev. hoogleeraar
aan de Vrije Universiteit, prof. mr.
D. P. D. Fabius in zijn „Studiën en
Schetsen" o. a.
„Bit Ministerie heeft principieel de open
bare armenzorg aanvaardzelfs den grond
slag daarvan verbreed.
Het wil millioenen beschikbaar stellen om
invalide arbeiders te onderhouden.
Het bedoelde een half millioen uit te doe
len aan personen in openharen dienst des
Rijks om etenswaren te koopen.
Voorts handhaaft en verdedigt het de
Staatsloterij.
Eilieve, wat moet een Kabinet meer ver
richten, om met recht als een Ministerie
van panis et circenses, van brood en spelen,
te worden gestempeld 2"
Over de orde in de Tweede Kamer
lezen wij in „De Nieuwe C o u r an t"
Het is een treurig verschijnsel, dat de
orde-verstoringen in de Tweede Kamer in
de laatste jaren zeer sterk zijn toegenomen.
Nog pas den voorlaatsten dag voor het
Paaschreces hebben wij weder toonealen bij
gewoond, waarvoor een college als het par
lement, waarop zoo veler oogen in het land
gevestigd zijn, zich moest sahamen.
Een van de oorzaken, waardoor de orde
in het Engelsche Lagerhuis zoo gunstig af
steekt hij die in de .meeste vastelandsche par
lementen, is, dat daar ben ieder in de ver
gaderzaal op zijn plaats zit .en blijft zit
ten. Staat hij op, dan is het óf om het woord
te voeren óf om de zaal to verlaten, en doet
hij dit niet, dan roept het hcelc Huis net
zoo lang „Order! order!" tot hij weer zit
of veTdwcnen is. Zoo oefent het Huis zelf
de "mooist denkbare .discipline.
Zulk een gewoonte ware bij ons zeker
moeilijk in te voeren, maar wel kan er voor
gewaakt worden, dat althans het voorzit-
torspcrlium vrij van babbelende, kibbelende
of (als het rumoerig wordt) schreeuwende
leden blijft. Het voorzittersgestoelte is hier
te lande toch al in den letterlijken zin
heel laag bij den grond, wanneer men het
bij de hoogverheven gevaarten in het Palais
Bourbon, in den Rijksdag en op Monte-
citorio vergelijkt. Staat het nu bovendien
telkens vol met leden, dan wordt den voor
zitter zijn zware taak tegenover een tucht-
loóze Kamer door de Kamer zelf buiten
gewoon bemoeilijkt.
Dat dit in de Kamer ook wel eenigs-
zins gevoeld wordt, bewijst de hier vol
gende opmerking, in het Unie-weekblad „De
V a'derlander", die wij met instemming
overnemen en waarvan wij hopen, dat heb
bureau der Kamer ten spoedigste gevolg zal
geven
„Bij de regeling der werkzaamheden ple
gen die leden dei* Kamer, die geen plaats
innemen op de voorste banken, hot gestoelte
des voorzitters to omringen. Daar is geen
bezwaar^ tqgen, omdat ze lager staan dan
do vöorrittery/wiens stoel op een verheven
heid, jrteaf/ hij ze dus in het oog heeft.
Maar^ riueestal staat er bij die gelegen
heid ''-niet onbelangrijk «aantal leden
achter den voorzitter, die hij n i e t in hot
oog heeft, en die, op de verhevenheid staande,
als ze interrupties lanceercn. dio in veel voor-
deeliger conditio uiten dan hun collega's
op den platten grond.
Dit alles is waarlijk niot goed. Een voor
zitter van een vergadering moet alle knar
leden in hot pog hebben; dat is zoo waar,
dat er geen vergadering is, van hoe weinig
gewicht ook, waarin deze voorwaarde niet
wordt veTvuld. Eisch zal dan ook zijn, dat,
zoolang Nederland geen Kamergebouw hoeft,
dat aan redelijke wenschcn voldoet, dat het
podium, waarop het bureau der Kamer zetelt,
niet andeirs door een Kamerlid betreden kan
worden, dan wanneer d«at bepaald noodig is,
en na verkregen toestemming van den voor
zitter."
Bij de bespreking van het Bouwwetjc
in zijn „Kroniek"' in „Stemmen voor
Waarheiden Vrede" schreef dr. Brons
veld o. a.
Ook wij zijn voor vrijheid van onder
wijs; maai* ik vind het een allertreurigst
feit, dat mensohen van Protestantschen
huize en van Christelijke begiuselen een
politiek steunen, die God principieel ver
loochent, en den Nederlandschen Staat
maakt tot een banlder, op wien godloo
chenaars ,en de oude vijanden van ouzo
vrijheden met hetzelfde recht hun wissels
trokken, ten einde hun beginselen te kunnen
propageeren. Hieraan ziet men cok, welke
gruwelijke vruchten, welk con zedelijke ver
wildering en ontkerstening ,van ons volk
het optreden wekt van den man, die nu in
't Noorden dos lands, zich' laat huldigen,
alsof hij een god is.
Deze dingen zouden in staat zijn ons
een afkeetr in te boezemen van godsdienst
en geloof, klaar God-zelf bewaart ons daar
voor,. en doet ons zien, dat de politie^
thans door do „Christelijke" partijen ge
volgd, dat het farizeïsme", hetwelk Jezus
Christus ter dood veroordeelde, uit den
booze is, .en met de zaak van Gods Ko
ninkrijk niets gemeen heeft. Zij vermag
dan ook niets tegen het socialisme, even
min als togen de waarheid; maar zij be
hoort tot die „laatste dingen", die bewij-
zon, (dat de crisis der wereldgeschiedenis
nadert.
In de „Komper Courant" wordt een
scherp oordeel geveld over het optreden van
de justitie naar aanleiding van den op
18 Febr. te B e e k gepleegden moord- Een
korten tijd daarna werd de vader van het
vermoorde meisje als verdaoht van het mis
drijf in verzekerde bewaring gesteld, waar
uit hij nu dezer dagen werd ontslagen, ver
moedelijk omdat de aanwijzingen togen hem
onvoldoende waren gebleken. Een ander per
soon rit thans voor hetzelfde feit dn voor
arrest.
Het „Weekblad van liet Recht"
kan niet beoordeelen, of. er inderdaad grond
bestaak in deze van voorbarigheid en on
voorzichtigheid der justitie te spreken.
„Wij kennen de omstandigheden niet, die
destijds, naar het oordeel der justitie, de
aanhouding van den vader wettigden, en
kunnen dus niet nagaan, of hier te snel
is gehandeld. Het is mogelijk, dat aam-
wijzingen, die later onjuist of onvoldoende
bleken, «aanvankelijk groote bewijskracht
schenen te hebben. In één opzicht zijn wij
het met de „Kamper Courant" eens.
Vóór men een vader aanhoudt a.ls verdacht
van moord op zijn kind, moeten er zeer
zwaarwichtige vermoedens aanwezig zijn ge
weest.. Heeft de. justitie te snel geloof ge
hecht aan den schijn, dan heeft zij zich'
tegenover dezen man aan een ernstigen
misgreep schuldig gemaakt. Én zeker zou
er, wanneer later mocht .blijken, dat justitie
©n politie, zij het ook geheel buiten hun
schuld, hebben gedwaald, alle aanleiding
bestaan don ten onrechte verdachten vader
in (naam der gemeenschap schadeloos te
stellen voor liet materieelc nadeel en hert;
moreele lijdon, luem in het belang dierzelfde
gemeenschap aangedaan.
„De Standaard" stelt de vraag of al
wie te dezer zake do verantwoordelijkheid
dToeg(aangaande den uiterst tragen gang
der sociale wetgeving, vrij uit
gaat.
Het blad heeft het over de -Ziektewet;
wijst jer op, (dat die is ingediend onder dag-
teekening van 18 Juli 1910 en, loopt alles
mee, teerst Juli 1912 zal gereedkomen, waar
voor dus twee volle jaren noodig geweest
zijn.
Fout op fout is hier gestapeld, zegt het
blad. De Minister kwam een maand te laat
hij de Kamer. De Kamer heeft gesloft met
de zaak. Do voorzitter heeft diezelfde
commissie nog belast met het Invaliditeits-
ontwerp, wat weer tijd roofde. De griffier
als (rapporteur te nemen moet in een pe
riode, «die heel den dag op zijn presentie in
de Kamer beslag legde, vanzelf vertragen;
wat te meer klemt, daar het reglement in
artikel 40 den griffier eerst in de tweed-s
plaats noemt-. Zoo is vertraging op vertra
ging gevolgd en nn draagt het eind den
last.
Het' ioverleg met den Minister had zeer
wel reeds vóór 24 December kunnen aan
vangen ien vóór 31 Dec. 1911 kunnen zijn
afgcloopen. Natuurlijk had het rapport
toen reeds gereed kunnen zijn, lexcipt al
leen do punten, die met den Minister te
verhandelen waren. Half Januari had dit
rapport afgewerkt kunnen wezent zoo maar
twee leden van de commissie dit onder elkan
der verdeeld hadden, gelijk art. 40 toelaat.
Van 7 Februari af had men fjen tijd gehad
om jeen 20 dagen aan de leden te geven
voor .amendementen, en deze te bespreken.
En al zou het gespannen hebben, er zou
toch geen enkele afdoende reden geweest
zijn, waarom de behandeling in de Kamer
niet kort daarop had kunnen beginnen.
„D e Nederlander" betoogt', dat uit
do" publicatie, van de commissie van voor
bereiding in zake de Ziekteverzekering blijkt
van plichtsverzaking bij de vrijzinnigen.
Het blad schrijft o.a.
Er blijkt n.l. uit, dat de leden der Ka
mer, die als leden of als bijzitters de
werkzaamheden der commissie behoorden mee
te maken, voor zoover zij behooran tot de
vrijzinnige partijen, eenvoudig heb werk
hebben gestaakt. Reeds tijdig was be
paald, dat men, gedurende de „stille week",
met de Verzekeringswetten zou voortgaan.
Dat is volstrekt niet zoo iets bijzonders zelfs
is, als het noodig bleek, de Kamer in den-
zelfden tijd wel in openbare zitting bijeen
geweest, n.l. in 1903.
Natuurlijk is zulk onverpoosd werken ook
voor de Kamerleden, vooral voor hen, dio
gewoon zijn de zittingen geregeld bij te
wonen, niet aangenaam, maar nood breekt
wet. Wil men de kansen voor tijdige be
handeling der invaliditeitswet niet vermin
deren, dan is het vergaderen ook in deze
week absoluut noodig. De vrijzinnige hee-
ren weten dat ook wel. Maar 't laat hen
volkomen koud. O ja, in 't openbaar, bijv.
bij de Bakkerswet, toen zij evengoed als
ieder wisten, da.t er van behandeling niets
meer komen kon, in 't openbaar vertooncn
zij een merkwaardigen ijver. Maar zie nu
eens binnenskamersTerwijl elk Commissie
lid een plaatsvervanger heeft- aangewezen
uit zijn eigen partij, blijken plotseling alle
vrijzinnige leden en alle vrijzinnige plaats
vervangers tevens, verhinderd om aan 4,e
weikzaaniheden deel te nemen.
Opgave van personen, die iloh te
Leiden liebben gevestigd*
R. C. van Ree, Oude Singel 140, monteur.
L. Westerbeek, Heerengracht 17.
W. Griffioen en gezin, Lammermarkt 43,
arbeider.
J. Ph. van Wageningen, Vestestraat 114,
schoenmaker.
C. de Regt en gezin, Haverstraat 18,
arbeider.
C. K'rug en gezin, P&ul-K rugerstraat
26 A, teekenaar.
Th. Hanzen, Oude Singel 148.
Wed. VerwerVan Wensen en gezin,
Hooge woerd 144.
J. Noppen, Nieuwe Beestenmarkt 810,
dienstbode.
W. P. Frenck, Maarsmanssbeeg 4,
modiste.
L. G. Schout©, Witte Singel 38.
N. van Dijk, Stationsweg 10, dienstbode.
J. H. L. Lebbe, Hoogewoerd 86.
P. Ruis, Aalmarkt 28.
A J. Donk, Doezastraat 31, apotheker.
S. Overdiep, Stationsweg 35 A.
O. A. Jonkers, hotelhouder, te Apeldoorn.
D. Venema, koopman in kruidenierswa
ren, te Nieuw-Buinen, gemeente Borger.
A. van VeLzen, bakkersknecht, te Opheus->
den.
Geëindigd: P. Vos Mzn., bloembollenhau-
delaar te Sassenheim.
Gemeenteraad van Sassenheim.
Voorzitter: de burgemeester.
Na voorlezing van de notulen van drie
vorige vergaderingen, kwamen de volgende
ingekomen stukken in behandeling:
1. Een verzoek van den A. N. W.-B., om
op verschillende punten in de gemeente
bordjes te plaatsen, waarop de naam Sas
senheim. B. en Ws. stelden voor, niet meer
dan twee bordjes te plaatsen, op ieder
eind der gemeente één, wat werd goedge
vonden. Maar wie zal het betalen?
De heer Kruijff drong er sterk op aan de
kosten voor gemeenterekening te nemen,
omdat de A. N. W.-B. zeer veel doet voor
het vreemdelingenverkeer, wat ook onze
gemeente ten goede komt. Een stemming
besliste evenwel ten nadeel© van den
A. N. W.-B.
2. Het verslag van de Gezondheidsoom-
missie te AJphen, wat bij de leden zal cir-
culeeren. De Voorzitter stelde evenwel
voor meerdere exemplaren van het verslag
aan te vragen, voor elk raadslid één. Goed
gevonden.
3. Een mededeeling van Ged. Staten, dat
het voorschot Rijksbijdrage 1912 bedraagt
f 2085.
4. Een dankbetuiging van mevr. de wed.
Van Heemstra voor de vriendelijke blijken
van deelneming van de zijde van den Raad,
betoond bij het overlijden van haaT echt
genoot.
5. Proces-verbaal gehouden kasopneming
kas gemeente-ontvanger. Boeken en kas
bleken in orde.
6. Een verzoek van C. Benard, uitvoerder
schoeiingswerken Zandsloot, om de beloo-
pen boete, voor het te laat opleveren van
het werk, niet toe te passen. B. en Ws.
stelden voor hem kwijtschelding t© verleu
nen, en alleen f 56 te laten betalen voor
het meerdere toezicht, wat werd aange
nomen.
Hierna kwam in behandeling een verzoek
van den voerman J. Moolenaar, om te mo
gen worden aangesteld als vrachtrijder op
PieteGijzenbrug. B. en Ws. stelden voor,
op dit verzoek in te gaan, omdat het voor
de gemeente naren zeer gemakkelijk zal
zijn. Bovendien heeft adressant een zeer
billijk tarief gesteld. Na enkele besprekin
gen over dit tarief, werd besloten de ver
dere afwikkeling aan B. en Ws. op te dra
gen, en Moolenaar aan te stellen tot
1 Januari 1914.
Aan C. Kuipers, Wasbekerlaan, werd
dispensatie verleend van art. 11 bouwver
ordening.
Het verslag over de volkshuisvesting
weTd voor do leden ter inzage ter Secre
tarie neergelegd.
Hierna kwam weer de kwestie Wasbe
kerlaan ter sprake. De zaak zal eindelijk
tot een oplossing komen. De weg blijft
eigendom- van ds. Wüstenhoff, zal evenwel
voor het publiek verkeer blijven openge
steld, en door de gemeente worden onder
houden.
Het schoolgelde.nkohfeT, tweede kwartaal
1912, werd goedgekeurd op een bedrag van
f 38.55.
Na een enkele bespreking werd de in
structie van den te benoemen gemeente
arbeider vastgesteld. Tot gemeente-arbei
der werd benoemd P. Meijer, metse*
laar, te Leimuiden.
De Raad machtigde B. en Ws. voor ont
smetting eener woning ten hoogste f 25 te
besteden, en stelde f 50 beschikbaar voor
bijwerk Kastanjelaan.
De rekening van het gasbedrijf zal bij de
leden circuleeren.
Omtrent do te sluiten leening a f 10,000
zal niet doorgaan. Wel was er geld te krij
gen, doch tegen zulke bezwarend© voor
waarden, dat B. en Ws. voorstelden, er niet
op in te gaan, en alleen zooveel te leenen,
als op het oogenblik noodig is, en wel
f 3850 tegen 4$ pCt. De kleine loopende lee
ningen blijven hiermee bestaan.
Bij de rondvraag vroeg de heer Kruijff,
hoe de werkzaamheden van de waterlei
ding-commissie vorderen.
De Voorzitter zeide: ,,lk geeft het woord
aan de heeren van de commissie."
En van den heer War naar, en van don
heer Markus kregen we toen te hooren, dat
er weinig schot in het werk zit, waarom
het nog wel geruim en tijd zal duren voor
we goed water hebben.
Hierna sloot de Voorzitter de vergade»
ring.