LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag* lO April. Tweede Blad. Anno 1912. Buitenlandseh Overzicht. PERSOVERZICHT. Faillissementen. O* 15992a Er zijn zoo van die perioden in de we reldgeschiedenis dat er niets of althans uitermate weinig schijnt voor te vallen. Yoor den ingewijde, voor hem die achter de schermen kijkt, is er natuurlijk nooit stil etand. Maar voor deze rubriek, welke zich baseert op feiten, op gebeurtenissen, diie naar buiten spreken, die de stille binnenka mers der overweging en voorbereiding heb ben verlaten, die afgewerkt voor ons staan, voor deze rubriek kan soms zoo ineens ont staan een tijdelijke armoede aan stof, een even opdrogen der bronnen, waaruit wij putten. Een dergelijke toestand ontstaat in tijden van vac an ties en aJ ge me ene feestdagen, als parlementen en andere colleges naar huis zijn, en ieder die voor zijn aandeel mee werkt aan de wereldgeschiedenis van den dag, zich terugtrekt in den kring zijner fa milie „waar kan men beter zijn," zingt een bekend Fransch liedje. Dan staat alles stil, tenzij er onverwachte dingen gebeuren. Op andere wijze wordt zoo een bronnen- arm oc de geboren, als na een groote ge beurtenis, die aller aandacht spant of diep ingrijpt in het leven, vooral het economisch leven, van velen, plotseling een. opklaring intreedt, een leegte, waarin men tot zich- zelve komt, en even verbaasd rondkijkt om het volgende oogenblik weer te worden meegesleurd in den maalstroom der tijden, 'die van geen stilstand weten. Een toestand, zooals wij die in de tweede plaats schetsten, schijnt thans ontstaan. De oorlog die daar aan de Afrikaansche kusten tusschen Italië en Turkije gevoerd wordt, wordt gaande gehouden, waarom, vragen wij ons nu en dan af? Omdat in een 'oorlog toch kanonnen b^hooren te donderen 'en geweervuur behoort te knetteren; om dat men zijn manschappen toch behoort wakker te houden en te oefenen, en om Vele andere redenen, die niet zoo dadelijk voor de hand liggen? Wij krijgen inderdaad hu en dan den indruk, dat wat er op het corlogsterrein gebeiwrt, de beide partijen maar matig interesseert, maar dat zij met begeerige aandacht de oogen hebben ge richt op wat er gedaan wordt tot bemidde ling ^n verzoening. ItJfcië en Turkije verlangen beide harte lijk naar het einde. En er is een afwachten, een luisteren, een turen naar de oplossing, waardoor de actie van den strijd zeiven schijnt vergeten. Wie zal het woord spre ken dat men hooren wil, wie zal de formule vinden die bruikbaar is om het ingewikkel de vraagstuk op te lossen Voor heden is van den oorlog ook weer ■weinig te vermelden. Tegenspraken van berichten, die gisteren of- eergisteren ver meld zijn, al naar den koke-r waaruit zij komen. Een enkel bericht van meer belang vermelden wij hier. De „Excelsior" ver neemt uit Rome, dat admiraal Faravelli, opperbevelhebber dor Italiaansche vloot, Maandag den minister van marine telegra fisch verzocht heeft van het opperbevel ter zee ontheven to worden, op grond van den staat van zijn gezondheid, welke hem niet toeliet groote vermoeienissen te verduren. Minister Cattoliea heeft aan dat verlangen gehoor gegeven en ook den vice-admiraal Viale bij zich ontboden om hom het opper bevel aan te bieden en met wien de minister een langdurig onderhoud gehad heeft. Viale is reeds vertrokken om zijn nieuwe ambt te aanvaarden. Het ontslag van Faravelli en. de benoeming van Yiale wordt nader door Reutor bevestigd. Het bericht dat de Italiaansche groep de Interparlementaire Unie zou verlaten, heelt wel eenige opschudding verwekt. De „Gazette" bericht, dat het bureau van de Interparlementaire Unio in den loop dezer maand «eder te Brussel zal vergaderen. De voorzitter Beornaert zal dan kennis geven van den brief, waarin de Italiaansche greep haar uittreding mededeelt en men Kal dan middelen beramen om de moeilijk heden uit den weg te ruimen. Er zullen waarschijnlijk officieele stappen worden gedaan bij de Italiaansche groep en men hoopt, dat deze de volgende conferentie weder zal kunnen bijwonen. Wij komen thans op Duitschland. Ook hier een rust, een tijdelijke verademing, een afwachten. Alle officieele leven staat ?til en men spoedt zich naar buiten om liet groeien der lente te bespieden of de ge neugten van het landleven, ieder op zijn v-ijs, te smaken. Wel is eenige rust, een.g terugzien op het gebeurde gewenscht. Duitscliland is den laatsten tijd van de cene hevige politieke kwestie in de andere ver zeild. Wij hebben meermalen gelegenheid gehad in deze rubriek daarop te wijzen. Nu is er stilte. Zal het de stilte zijn die ann den storm voorafgaat? Men weet het niet. Maar de oogen van velen gaan thans naar do lieflijke dreven van het Achilleion op het eiland Korfoe aan de Grieksche kust, waar Keizer en Rijkskanselier samen 2'jn. Hij is er niet gevraagd om te logee- ren en te genieten van de heerlijke natuur maar om zaken te doen, om de politieke kwesties die bij 's Keizers vertrek uit Ber lijn nog niet afgedaan waren, thans af tc handelen. Hoe zal von Bethmann Hollweg ervandaan komen? Opgewekt, fier, 6tsrk m 's Keizers voortdurend vertrouwen of Soinber en terneergeslagen, omdat zijn val nabij is? Naar een antwoord op deze vraag ziet Duitschland thans uit in deze dag in yan stilte. Thans den Rijn over en naar Frankrijk ok hier stilstand van politiek leven en van teel ander leven. Nu niet, omdat er niets e doen is, maar omdat alle aandacht wordt yerslonden door het wanbedrijf van een andjev°i bandieten en door den hartstoch- e 'Jken ijver der politie om de daders op ■e sp°ren j£en voej|. inc|jcn jjjgy geen oende licht ontstoken wordt, geen r eldige straf kan worden toegepast op de schuldigen, het veiligheidsgevoel van den Fransehen burger zal wolfden onder mijnd en het Apachenbedrijf een hernieuw den bloei zal tegemoet gaan. Dit overwe gend belang van veiligheid doet de aan dacht voor al het arJlere wat er gebeurt, verflauwen, en op de autobandieten, waar over elders in dit blad, eoncentreeren. De derde groote mogendhe-l.l in onze buurt, Engeland, verkeert ook in stilte. Hier is het stilte na den strijd, den reu zenstrijd riien werkgevers en arbeiders in het mijnbedrijf hebben gestreden en waar bij zoo talloos vele het onschuldige slacnt- offer werden. Jn een groot gedeelte van de Engelsche kolenmijnen is het werk thans hervat en daarmede is de bedrijvigheid in handel en verkeer ook onmiddellijk weder toegeno men. De dienst op de treinen wordt hersteld en op de fabrieken is men druk in de weer met voorbereidende maatregelen om den door de staking veroorzaakten achterstand in te halen. Maandag zijn in Schotland, de Midlands en Noord-Wal©s 150.000 man weder aan het werk gegaan, in Zuid-Wales zouden 200.000 mijnwerkers gisteren weder beginnen en de mannen van Yorkshire waren van plan heden in de mijnen af te dalen. Er blijft echter nog één kwestie te rege len en daardoor kan de algemeene hervat ting van het werk misschien eemgszins ver traagd worden. Het machine-personeel ho ven den grond vraagt n.l. een minimum loon en korter diensttijd en ten einde aan •zijn eischen kracht bij te kunnen zetten, heeft het de hulp der mijnwerkers ingeroe pen. Men heeft echter hoop, dat het geschil spoedig bijgelegd zal zijn en dat binnen twee dagen al de mijnwerkers ïn het rijk weder aan het werk zullen zijn, ofschoon er nog altijd een groep onverzoenlijken is. Toch zal er nog wel eenige tijd noodig -zijn voor alles weer in vollen gang is. Er zijn mijnen, die door de staking zoo geledon hebben, dat men rekent ongeveer een week noodig te hebben, alvorens de gangen weer vrij zijn gemaakt en de ver timmeringen vernieuwd. Overal zijn bij het hervatten van den arbeid bijzondere maat regelen tegen ongevallen noodig. Zoo hebben wij thans den toestand in de wereld even aangegeven. En met het aan geven van deze groote trekken, hebben wij voor heden dan toch weer deze rubriek eenig aanzien weten te geven, en haar be waard voor een tijdelijke bloedarmoede. Want in de dagen van druk leven, waarin kwesties en gebeurtenissen van het meest ingrijpend belang zich verdringen, ont breekt soms de tijd om den blik over het alge-meen te laten weiden. Zoo heeft zulk een gebrek aan nieuws ook weer zijn goeden kant. De „Nieuwe Rotterdamse lie C o u- ra nt" behandelt in een hoofdartikel hét rapport der s p e 11 i n g-c ommissie. Het blad is het volkomen eens met de stelling, dat spelling geen Regecringszaak is, ma.ar vindt, dat een groot gedeelte van de stellingen, die de Staatscommissie als leiddraad voor de Regeering verstrekt heeft, lijnrecht tegen de grondstelling ingaat. Wat daaromtrent in do nota van dr. Bos. en dr. Kiewiet de Jonge gezegd wordt, lijkt ons volkomen juist, zegt het blad.. De Re geering moet volgen, heet het in do hoofdstelling doch, brengt de Regeering de 'daaruit afgeleide stellingen in practijk, dan zal de feitelijke uitkomst zijn, dat de Regeering zich de gelegenheid tot volgen zooveel mogelijk ontneemt; zij zal dan een moer algemeene verbreiding van een andere, dan de thans meest gevolgde spelwijze, met zulk een tal van moeilijkheden gaan om ringen, dat een nieuwe spelwijzo haast tot de onmogelijkheden zal gaan behoorén. ,,Dc Regeering eischt wij citeeren uit de bo vengenoemde nota haar schrijfwijze en de stipte nakoming daarvan, bij haar «ambte naren in den meest nitgebreiden zin: bij do staatscolleges, de provinciale- en gemeen tebesturen, bij alle instellingen onder haar gezag hoe ook; bij de rechterlijke macht, de notarissen als zoodanig; hij alle leer krachten van het openbaar en het .bijzonder,, gesubsidieerd onderwijs; voorts in alk; schrif telijke stukken voor allo^; ondérdéèknii-j-yan- dat onderwijs, zoomede bij ;de yap. staats wege afgenomen examens?-* >De "Régeering, die niet doet „heet te doen", zouden wij hier liever lezen dan het algemeen ge bruik volgen, verspert feitelijk alle groote wegen voor elk nieuw spellingstelsel." Hoever de Staatscommissie dit dwang- stclsel doordrijft, blijkt wel het best hier uit, dat de Commissie er niet Voor terug deinst, ontneming van subsidie voor te stel len als straf voor de vriie school, die zooi willen beoogen. een andere dan de zooge naamd door de Regeering gevolgde, maar feitelijk tot officieele staatssnelling yer- klaarde. schriifwiize te doen ingang vinden. I>e gesubsidieerde school, die in tal van opzichten zeer groote vrijheid geniet meer vrijheid wellicht, dan in het belang van het volksonderwijs wenschelijk kan worden ge acht ten aanzien van de spelwijze aan handen te gaan leggen, ware toch waarlijk een paskwil. Er komen bij de 1 e e r p 1 i c h t w e t twee vragen aan de orde. Vooreerst: Welke maatregelen moet men nemen, om een goede, vlugge, doeltreffende uitvoering dier wet te. verzekeren Op d;e tweede plaats: Hoe lang moet de leerverplichting «duren? Deze twee zaken hebben met elkaar niets uit te staan. Of de leerverplichting zes jaar dnurt of acht. de techniek der wet moet goed zijn. Welnu, de techniek der wet is thans niet gced. Dat erkent iedereen- Minister Heemskerk heeft een ontwerp in gediend om in de techniek der wet de zoo hoog noodige verbeteringen aan te brengen,. „Het Huisgezin" zegt daarover: „De kwestie van den leerplichtsduur laat hij intusschen rusten- Zeer wijselijk, want raakt men daaraan, dan heeft men de poppen aan het dansen- Men krijgt vooreerst eindelooze discussies, en de mogelijkheid ware niet uitgesloten, dat men dan .onzuivere stemmingen kreeg en het ontwerp ten slotte verworpen werd- Het zal dus zaak zijn, dat, als men een maal zoo ver is, geen amendement zal wor den toegelaten, dat .op den leerplichtsduur betrekking heeft en dus feitelijk valt hui ten het kader van minister Heemskerks ont werp. Met leerplicht-sduur-amendementen kan men komen, als het ontwerp.Ter Laan c.s- aan de orde is. We maken deze opmerking, omdat het Kamerlid Smeenge bezig is de m^nschen warm te maken voor verlenging van den leerplichtsduur. Het is merkwaardig, dat men nu altijd de zaken moet vertroebelen. Een technisohe herziening der lcerplichts- wet heeft ieders sympathie en is een werk van korten adem. Maar (gaat men die als kapstok gebruiken, om ler zijn wcnschen betreffende den leer plichtsduur laan op te hangen, dan raken wc in ide miserie en komt cr cok van een tech nische herziQning niets/' Naar aanleiding van do behandeling der Armenwet schrijft de antirev. hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, prof. mr. D. P. D. Fabius in zijn „Studiën en Schetsen" o. a. „Bit Ministerie heeft principieel de open bare armenzorg aanvaardzelfs den grond slag daarvan verbreed. Het wil millioenen beschikbaar stellen om invalide arbeiders te onderhouden. Het bedoelde een half millioen uit te doe len aan personen in openharen dienst des Rijks om etenswaren te koopen. Voorts handhaaft en verdedigt het de Staatsloterij. Eilieve, wat moet een Kabinet meer ver richten, om met recht als een Ministerie van panis et circenses, van brood en spelen, te worden gestempeld 2" Over de orde in de Tweede Kamer lezen wij in „De Nieuwe C o u r an t" Het is een treurig verschijnsel, dat de orde-verstoringen in de Tweede Kamer in de laatste jaren zeer sterk zijn toegenomen. Nog pas den voorlaatsten dag voor het Paaschreces hebben wij weder toonealen bij gewoond, waarvoor een college als het par lement, waarop zoo veler oogen in het land gevestigd zijn, zich moest sahamen. Een van de oorzaken, waardoor de orde in het Engelsche Lagerhuis zoo gunstig af steekt hij die in de .meeste vastelandsche par lementen, is, dat daar ben ieder in de ver gaderzaal op zijn plaats zit .en blijft zit ten. Staat hij op, dan is het óf om het woord te voeren óf om de zaal to verlaten, en doet hij dit niet, dan roept het hcelc Huis net zoo lang „Order! order!" tot hij weer zit of veTdwcnen is. Zoo oefent het Huis zelf de "mooist denkbare .discipline. Zulk een gewoonte ware bij ons zeker moeilijk in te voeren, maar wel kan er voor gewaakt worden, dat althans het voorzit- torspcrlium vrij van babbelende, kibbelende of (als het rumoerig wordt) schreeuwende leden blijft. Het voorzittersgestoelte is hier te lande toch al in den letterlijken zin heel laag bij den grond, wanneer men het bij de hoogverheven gevaarten in het Palais Bourbon, in den Rijksdag en op Monte- citorio vergelijkt. Staat het nu bovendien telkens vol met leden, dan wordt den voor zitter zijn zware taak tegenover een tucht- loóze Kamer door de Kamer zelf buiten gewoon bemoeilijkt. Dat dit in de Kamer ook wel eenigs- zins gevoeld wordt, bewijst de hier vol gende opmerking, in het Unie-weekblad „De V a'derlander", die wij met instemming overnemen en waarvan wij hopen, dat heb bureau der Kamer ten spoedigste gevolg zal geven „Bij de regeling der werkzaamheden ple gen die leden dei* Kamer, die geen plaats innemen op de voorste banken, hot gestoelte des voorzitters to omringen. Daar is geen bezwaar^ tqgen, omdat ze lager staan dan do vöorrittery/wiens stoel op een verheven heid, jrteaf/ hij ze dus in het oog heeft. Maar^ riueestal staat er bij die gelegen heid ''-niet onbelangrijk «aantal leden achter den voorzitter, die hij n i e t in hot oog heeft, en die, op de verhevenheid staande, als ze interrupties lanceercn. dio in veel voor- deeliger conditio uiten dan hun collega's op den platten grond. Dit alles is waarlijk niot goed. Een voor zitter van een vergadering moet alle knar leden in hot pog hebben; dat is zoo waar, dat er geen vergadering is, van hoe weinig gewicht ook, waarin deze voorwaarde niet wordt veTvuld. Eisch zal dan ook zijn, dat, zoolang Nederland geen Kamergebouw hoeft, dat aan redelijke wenschcn voldoet, dat het podium, waarop het bureau der Kamer zetelt, niet andeirs door een Kamerlid betreden kan worden, dan wanneer d«at bepaald noodig is, en na verkregen toestemming van den voor zitter." Bij de bespreking van het Bouwwetjc in zijn „Kroniek"' in „Stemmen voor Waarheiden Vrede" schreef dr. Brons veld o. a. Ook wij zijn voor vrijheid van onder wijs; maai* ik vind het een allertreurigst feit, dat mensohen van Protestantschen huize en van Christelijke begiuselen een politiek steunen, die God principieel ver loochent, en den Nederlandschen Staat maakt tot een banlder, op wien godloo chenaars ,en de oude vijanden van ouzo vrijheden met hetzelfde recht hun wissels trokken, ten einde hun beginselen te kunnen propageeren. Hieraan ziet men cok, welke gruwelijke vruchten, welk con zedelijke ver wildering en ontkerstening ,van ons volk het optreden wekt van den man, die nu in 't Noorden dos lands, zich' laat huldigen, alsof hij een god is. Deze dingen zouden in staat zijn ons een afkeetr in te boezemen van godsdienst en geloof, klaar God-zelf bewaart ons daar voor,. en doet ons zien, dat de politie^ thans door do „Christelijke" partijen ge volgd, dat het farizeïsme", hetwelk Jezus Christus ter dood veroordeelde, uit den booze is, .en met de zaak van Gods Ko ninkrijk niets gemeen heeft. Zij vermag dan ook niets tegen het socialisme, even min als togen de waarheid; maar zij be hoort tot die „laatste dingen", die bewij- zon, (dat de crisis der wereldgeschiedenis nadert. In de „Komper Courant" wordt een scherp oordeel geveld over het optreden van de justitie naar aanleiding van den op 18 Febr. te B e e k gepleegden moord- Een korten tijd daarna werd de vader van het vermoorde meisje als verdaoht van het mis drijf in verzekerde bewaring gesteld, waar uit hij nu dezer dagen werd ontslagen, ver moedelijk omdat de aanwijzingen togen hem onvoldoende waren gebleken. Een ander per soon rit thans voor hetzelfde feit dn voor arrest. Het „Weekblad van liet Recht" kan niet beoordeelen, of. er inderdaad grond bestaak in deze van voorbarigheid en on voorzichtigheid der justitie te spreken. „Wij kennen de omstandigheden niet, die destijds, naar het oordeel der justitie, de aanhouding van den vader wettigden, en kunnen dus niet nagaan, of hier te snel is gehandeld. Het is mogelijk, dat aam- wijzingen, die later onjuist of onvoldoende bleken, «aanvankelijk groote bewijskracht schenen te hebben. In één opzicht zijn wij het met de „Kamper Courant" eens. Vóór men een vader aanhoudt a.ls verdacht van moord op zijn kind, moeten er zeer zwaarwichtige vermoedens aanwezig zijn ge weest.. Heeft de. justitie te snel geloof ge hecht aan den schijn, dan heeft zij zich' tegenover dezen man aan een ernstigen misgreep schuldig gemaakt. Én zeker zou er, wanneer later mocht .blijken, dat justitie ©n politie, zij het ook geheel buiten hun schuld, hebben gedwaald, alle aanleiding bestaan don ten onrechte verdachten vader in (naam der gemeenschap schadeloos te stellen voor liet materieelc nadeel en hert; moreele lijdon, luem in het belang dierzelfde gemeenschap aangedaan. „De Standaard" stelt de vraag of al wie te dezer zake do verantwoordelijkheid dToeg(aangaande den uiterst tragen gang der sociale wetgeving, vrij uit gaat. Het blad heeft het over de -Ziektewet; wijst jer op, (dat die is ingediend onder dag- teekening van 18 Juli 1910 en, loopt alles mee, teerst Juli 1912 zal gereedkomen, waar voor dus twee volle jaren noodig geweest zijn. Fout op fout is hier gestapeld, zegt het blad. De Minister kwam een maand te laat hij de Kamer. De Kamer heeft gesloft met de zaak. Do voorzitter heeft diezelfde commissie nog belast met het Invaliditeits- ontwerp, wat weer tijd roofde. De griffier als (rapporteur te nemen moet in een pe riode, «die heel den dag op zijn presentie in de Kamer beslag legde, vanzelf vertragen; wat te meer klemt, daar het reglement in artikel 40 den griffier eerst in de tweed-s plaats noemt-. Zoo is vertraging op vertra ging gevolgd en nn draagt het eind den last. Het' ioverleg met den Minister had zeer wel reeds vóór 24 December kunnen aan vangen ien vóór 31 Dec. 1911 kunnen zijn afgcloopen. Natuurlijk had het rapport toen reeds gereed kunnen zijn, lexcipt al leen do punten, die met den Minister te verhandelen waren. Half Januari had dit rapport afgewerkt kunnen wezent zoo maar twee leden van de commissie dit onder elkan der verdeeld hadden, gelijk art. 40 toelaat. Van 7 Februari af had men fjen tijd gehad om jeen 20 dagen aan de leden te geven voor .amendementen, en deze te bespreken. En al zou het gespannen hebben, er zou toch geen enkele afdoende reden geweest zijn, waarom de behandeling in de Kamer niet kort daarop had kunnen beginnen. „D e Nederlander" betoogt', dat uit do" publicatie, van de commissie van voor bereiding in zake de Ziekteverzekering blijkt van plichtsverzaking bij de vrijzinnigen. Het blad schrijft o.a. Er blijkt n.l. uit, dat de leden der Ka mer, die als leden of als bijzitters de werkzaamheden der commissie behoorden mee te maken, voor zoover zij behooran tot de vrijzinnige partijen, eenvoudig heb werk hebben gestaakt. Reeds tijdig was be paald, dat men, gedurende de „stille week", met de Verzekeringswetten zou voortgaan. Dat is volstrekt niet zoo iets bijzonders zelfs is, als het noodig bleek, de Kamer in den- zelfden tijd wel in openbare zitting bijeen geweest, n.l. in 1903. Natuurlijk is zulk onverpoosd werken ook voor de Kamerleden, vooral voor hen, dio gewoon zijn de zittingen geregeld bij te wonen, niet aangenaam, maar nood breekt wet. Wil men de kansen voor tijdige be handeling der invaliditeitswet niet vermin deren, dan is het vergaderen ook in deze week absoluut noodig. De vrijzinnige hee- ren weten dat ook wel. Maar 't laat hen volkomen koud. O ja, in 't openbaar, bijv. bij de Bakkerswet, toen zij evengoed als ieder wisten, da.t er van behandeling niets meer komen kon, in 't openbaar vertooncn zij een merkwaardigen ijver. Maar zie nu eens binnenskamersTerwijl elk Commissie lid een plaatsvervanger heeft- aangewezen uit zijn eigen partij, blijken plotseling alle vrijzinnige leden en alle vrijzinnige plaats vervangers tevens, verhinderd om aan 4,e weikzaaniheden deel te nemen. Opgave van personen, die iloh te Leiden liebben gevestigd* R. C. van Ree, Oude Singel 140, monteur. L. Westerbeek, Heerengracht 17. W. Griffioen en gezin, Lammermarkt 43, arbeider. J. Ph. van Wageningen, Vestestraat 114, schoenmaker. C. de Regt en gezin, Haverstraat 18, arbeider. C. K'rug en gezin, P&ul-K rugerstraat 26 A, teekenaar. Th. Hanzen, Oude Singel 148. Wed. VerwerVan Wensen en gezin, Hooge woerd 144. J. Noppen, Nieuwe Beestenmarkt 810, dienstbode. W. P. Frenck, Maarsmanssbeeg 4, modiste. L. G. Schout©, Witte Singel 38. N. van Dijk, Stationsweg 10, dienstbode. J. H. L. Lebbe, Hoogewoerd 86. P. Ruis, Aalmarkt 28. A J. Donk, Doezastraat 31, apotheker. S. Overdiep, Stationsweg 35 A. O. A. Jonkers, hotelhouder, te Apeldoorn. D. Venema, koopman in kruidenierswa ren, te Nieuw-Buinen, gemeente Borger. A. van VeLzen, bakkersknecht, te Opheus-> den. Geëindigd: P. Vos Mzn., bloembollenhau- delaar te Sassenheim. Gemeenteraad van Sassenheim. Voorzitter: de burgemeester. Na voorlezing van de notulen van drie vorige vergaderingen, kwamen de volgende ingekomen stukken in behandeling: 1. Een verzoek van den A. N. W.-B., om op verschillende punten in de gemeente bordjes te plaatsen, waarop de naam Sas senheim. B. en Ws. stelden voor, niet meer dan twee bordjes te plaatsen, op ieder eind der gemeente één, wat werd goedge vonden. Maar wie zal het betalen? De heer Kruijff drong er sterk op aan de kosten voor gemeenterekening te nemen, omdat de A. N. W.-B. zeer veel doet voor het vreemdelingenverkeer, wat ook onze gemeente ten goede komt. Een stemming besliste evenwel ten nadeel© van den A. N. W.-B. 2. Het verslag van de Gezondheidsoom- missie te AJphen, wat bij de leden zal cir- culeeren. De Voorzitter stelde evenwel voor meerdere exemplaren van het verslag aan te vragen, voor elk raadslid één. Goed gevonden. 3. Een mededeeling van Ged. Staten, dat het voorschot Rijksbijdrage 1912 bedraagt f 2085. 4. Een dankbetuiging van mevr. de wed. Van Heemstra voor de vriendelijke blijken van deelneming van de zijde van den Raad, betoond bij het overlijden van haaT echt genoot. 5. Proces-verbaal gehouden kasopneming kas gemeente-ontvanger. Boeken en kas bleken in orde. 6. Een verzoek van C. Benard, uitvoerder schoeiingswerken Zandsloot, om de beloo- pen boete, voor het te laat opleveren van het werk, niet toe te passen. B. en Ws. stelden voor hem kwijtschelding t© verleu nen, en alleen f 56 te laten betalen voor het meerdere toezicht, wat werd aange nomen. Hierna kwam in behandeling een verzoek van den voerman J. Moolenaar, om te mo gen worden aangesteld als vrachtrijder op PieteGijzenbrug. B. en Ws. stelden voor, op dit verzoek in te gaan, omdat het voor de gemeente naren zeer gemakkelijk zal zijn. Bovendien heeft adressant een zeer billijk tarief gesteld. Na enkele besprekin gen over dit tarief, werd besloten de ver dere afwikkeling aan B. en Ws. op te dra gen, en Moolenaar aan te stellen tot 1 Januari 1914. Aan C. Kuipers, Wasbekerlaan, werd dispensatie verleend van art. 11 bouwver ordening. Het verslag over de volkshuisvesting weTd voor do leden ter inzage ter Secre tarie neergelegd. Hierna kwam weer de kwestie Wasbe kerlaan ter sprake. De zaak zal eindelijk tot een oplossing komen. De weg blijft eigendom- van ds. Wüstenhoff, zal evenwel voor het publiek verkeer blijven openge steld, en door de gemeente worden onder houden. Het schoolgelde.nkohfeT, tweede kwartaal 1912, werd goedgekeurd op een bedrag van f 38.55. Na een enkele bespreking werd de in structie van den te benoemen gemeente arbeider vastgesteld. Tot gemeente-arbei der werd benoemd P. Meijer, metse* laar, te Leimuiden. De Raad machtigde B. en Ws. voor ont smetting eener woning ten hoogste f 25 te besteden, en stelde f 50 beschikbaar voor bijwerk Kastanjelaan. De rekening van het gasbedrijf zal bij de leden circuleeren. Omtrent do te sluiten leening a f 10,000 zal niet doorgaan. Wel was er geld te krij gen, doch tegen zulke bezwarend© voor waarden, dat B. en Ws. voorstelden, er niet op in te gaan, en alleen zooveel te leenen, als op het oogenblik noodig is, en wel f 3850 tegen 4$ pCt. De kleine loopende lee ningen blijven hiermee bestaan. Bij de rondvraag vroeg de heer Kruijff, hoe de werkzaamheden van de waterlei ding-commissie vorderen. De Voorzitter zeide: ,,lk geeft het woord aan de heeren van de commissie." En van den heer War naar, en van don heer Markus kregen we toen te hooren, dat er weinig schot in het werk zit, waarom het nog wel geruim en tijd zal duren voor we goed water hebben. Hierna sloot de Voorzitter de vergade» ring.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5