VOOR DEJEUGD 1EIDSCH DAGBIAD •5 No. 15992. Woensdag1 ÏO April. Anno 1912. ill It'll mil 11ml j hiil I* •1 it&lSTfiPi •V» t J J t a 4 t i i - a wel toestemmen, dat ühij heel veel op de wer kelijke watermolens gelijkt. Nu we de vorige weck, reeds een soort molen gemaakt hebben, zal het vervaardigen van dezen ons niet zoo moeilijk vallen, hoewel hij bij lange na niet zoo eenvoudig is als de vorige. We beginnen onzen molen natuurlijk van beneden af aan, zooais dit bij elk heusch bouwwerk gebeurt. Allereerst dus aan het voetstuk begonnen. Hiervoor is noodig een vierkant stuk papier. Hierop trekken we naar de vier hoeken twee schuine lijnen of diagonalen a—ft en cc (Zie Afb. 46). Afb. 46. Dwais door het middelpunt, waar deze lij nen elkander kruisen, trekken we nog twee lijnen bb en dd. Be zijde van bet papier waarop we de lijnen geteekend hebben, noe men we den voorkant, de andere zijde den achterkant. Nu legt men de hoeken aa met den achterkant op elkaar, waardoor op lijn c—o een vouw ontstaat. Eivenzoo F APIER V OUWEM. (Nieuwe reeks). VIL Zocöis we de vorige week reeds beloofden zullen we thans een watermolen gaan vervaardigen, zooals we er zoovele in de om streken kunnen vinden. We geven er hier onder een afbeelding van $n je zult allen doet men met de beide andere hoeken, waar door lijn aa gevouwen wordt. Vervolgens legt men de hoeken a em c met den voor kant van hot papier op elkaar, zoodat ook de lijnen bb en dd gevouwen worden. Hebben we dit alles goed gedaan, dan moe ten -de sohuine lijnen aa en oc naar bui ten en de beide andere lijnen naar binnen gevouwen zijn. (Zie- Afb. 47). Het jniddel- punt e komt dan omhoog en het geheel krijgt dan den vorm, zooals in Afb. 4§ is voorgesteld. i 'Afb. 48. vier zijden hiervan juist in de gleuven van de kurk passen. (Afb. 49). Aangezien de gleuven maar tot de helft van de dikte der kurk zijn ingesneden, moet het onderstel j Hiermede is het onderstel van den molen gereed. Nu moeten we het evenwel meer stevigte geven, opdat het later door de zwaarte van den molen niet cmvalt. Daar voor nemen we een flinke breede kurk, zulk een als in het spongat van wijn- of bier vaatjes voorkomt In zulk een kurk geven we tot op de helft van de dikte 2 sneden krui selings over elkaar aldus In het midden van deze kurk steekt men een aan beide zijden puntig afgesneden stokje, waaraan later de molen moet worden bevestigd. Eerst rijgt jaen gr het onderstel aan, zóó dat de Afb. 49. op de plaats waar de kurk komt te zitteij ook gedeeltelijk worden uitgeknipt. Is de onderbouw van den molen tot zoo» ver klaar, dan plaatsen we daarop den mo lenromp en de kap die we verleden week hebben leeren maken. Zooals we reeds zeiden wordt de molenromp aan den stok geregen. Op Afb. 45 zien wo de punt van den stok boven de kap uitsteken. Nu beginnen we aan de wieken. Deze knip* pen we uit gen vierkant- stuk papier (Afb. 60)* Afb. 50. Door elke reep papier steken we een stokje .-op dezelfde wijze als we dat bij de zeilen onzer schepen gedaan hebben. De vier wieken steken we door een kurk van hetzelfde mo del als voor het voetstuk is gebruikt. En zijn de vier wieken stevig bevestigd, dan steken we ook door het midden van deze kurk een stok en dezen stek door de kap van den molen en hiermede is ook dit ge deelte van het werk gereed. Ten slotte rest ons nog maar het maken van een trap, anders kunnen we niet in den molen komen. Hiervoor gebruiken we een lange reep papier, dat we vouwen alu de balgen van een harmonica of als een lam pion, zoodat er treden ontstaan. Dwars door de treden steken we insgelijks een dun stokje (Afb. 51), waarmede de trap aan den mpleD wordt bevestigd. En hiermede is onze molen klaar! NEEF HEINEMAN. Hoe groote kunstenaars in bun Jeugd soms moeten tobben. Hay dn, was als jongen in huis bij dén or. ganist der Kathedraalkerk te Weenen; maar door de een of andere guitenstreek, a'ie de jonge Jozef uithaalde, werd da strenge organist zoo driftig, dat hij hem eenvoudig hij den arm pakte en zonder een cent op zak buitenshui» zette; en dat nog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 11