Straatverlichting te Brussel. RECEPT. STOPGOUD. opgericht. In Japan heeft zelfs de Mikado, ofschoon hij een heiden is, 5000 yen (<Li. ongeveer f 12,000) uit zijn eigen middelen geschonken. De vereenigingen daar tellen vele studenten onder haar leden. Op den Balkan gaat de arbeid der ver eenigingen niet zoo vlug vooruit. In Oosten rijk, dat reeds sinds 20 jaren bearbeid wordt, bestaan 120, in Hongarije 60, m Bulgarije 20 vereenigingen; in Servië en Bosnië slechts ééne. In Finland telt men reeds 100 vereeni gingen; in Lapland ééne. De Noordelijkste voorpost is Tromsö. Afvalopruiming. Het gemeentebestuur van Gharlotten- burg heeft verslag uitgebracht over de werking der voorschriften, waarbij de af val in drie gedeelten gesplitst wordt. Zooals gebleken is, heeft de Maatschap pij, die het verwerken der etensoverblijf- aelen beoogde, door zware verliezen ge dwongen, haar plan om ze voor varkensmes- 6erij te gebruiken, moeten opgeven. Die over blijfselen worden thans tot een krachtvoe der verwerkt, dat in voedingswaarde on geveer met gerst en middelsoort-haver ge lijk staat. De Maatschappij heeft hiervoor zoo grif afneming gevonden, dat de produc tie reeds maanden te voren verkocht is, tegen winstgevenden prijs. Naar aanleiding daarvan neemt de „Deutsche Landwirtsohaftsgesellschaft" groote proeven op dat gebied. De kosten van afvalopnnming Volgens het driedeelen-stelsel zijn zeer hoog; in 1910 bedroeg zij M)k. 1.94 per inwoner. 'Dat is 40 pOt. hooger dan in andere Groot-Berlijnsohe gemeenten, waar de „Wirtschaftsgenosisenschaft Berliner G-rundbeötzer" zich met het opruimen be tast. In GhardJottenburg wordt de afval 3-maal, en de andere gemeenten 2-maal per week afgehaald Het stadsbestuur meent, dat de ongun- isbige resultaten van het driedeelen-stelsel ;te zoeken zijn in de weinige belangstelling 'vder bevolking, de tegenwerking van een igroot gedeelte der huiseig'ena: "s en den '.weinigen steun der politie. Daarom vraagt men zich af ox een twee- deelen-stelsel beter gevolg zo kunnen heb ben. De etensafval zou dan afzonderlijk verzameld en de rest bijeengehouden wor den, wat ::eker veel besparing in de kosten zou geven. Hoewel vroegere proefnemingen om den huisafval te verbranden zonder succes ge bleven zijn, wil men die wijze van behande ling nog eens onderzoeken, want de fei ten bewijzen, dat de vuilafvoer te Charlot te n buig lang niet op het standpunt is, waarop hij van een financieel standpunt uit staan moet. De herdenking van den sterfdag van den schilder-brandmeester Jan van der Heyden (1712), die zich ook verdienstelijk maakte voor de verbetering der straatverlichting, geeft een bijzondere actualiteit aan een ar tikel in de ,,Annales de la Société d'Archéo logie de Bruxelles (1910 afl. 12)Histoire de léclairage public k Bruxelles" door Leon Clerbois. Evenals alle andere steden met uitzon dering van Parijs, waar sedert de 16de eeuw een begin met verlichting werd ge maakt, bleef ook Brussel tot in het madden der 17de eeuw in het duister. De eenige verlichting bestond in de kaarsjes voor de heiligenbeelden; wie uitging kon gebruik maken van de diensten van fakkeldragers. De eerste sporen van regelmatige ver lichting vond men in 1578 in Nieuwpoort en in 1602 in Brussel, toen gelast werd om de acht huizen een lantaarn aan te brengen. Deze lantaarns waren aanvankelijk voor zien van varkensblaas of perkarifent; later van dunne plaatjes ivoor of hoorn. In Pa rijs begon men reeds in 1599 glas daar voor te bezigen. Deze lantaarns hingen mid den boven de straat en bevatten kaarsen, die om het uur gesnoten moesten worden. Een groote verbetering was het daarom, toen, in navolging van Parijs en Amster dam, olie in de plaats van kaarsen kon worden gebruikt, en in 1675 werd besloten duizend olielantaarns ten koste van de stad te plaatsen, wat een jaarlijksche uitgave van 13,(XX) gulden meebracht. Dit bleek ech ter voor de stedelijke schatkist te bezwa rend en vier jaar na de invoering werd de stedelijke straatverlichting weer afgeschaft. Eerst in 1703 werd een nieuwe poging aan gewend en 13 jaar lang werd Brussel door 3000 lantaarns verlicht; weer bleken de kos ten te zwaar en van 1716 tot 1755 viel de stad weer in de duisternis; eerst het in grijpen van Maria Theresia maakte voor goed aan den onhoudbaren toestand een einde; alle bewoners werden in 1756 inge schreven voor een bepaald aandeel aan de kosten. Nog beter werd de toestand in 1772, toen de ouderwetsohe lantaarns, ondanks de vertoogen der stedelijke magistraat, werden vervangen door réverbères. Gekleurde P aascheieren. Wensoht men de eieren paars te kleuren, dan koke men stukjes campechehout in wa ter, legge de eieren er in en koke zie nog een kwartier mede. Om ze rozerood te krijgen, behandele men ze evenzoo met fernambuc en meekrap. Moeten ze groen zijn, dan omwikkele men ze geheel met jonge roggespruiten, binde er een draad om, en laat ze 20 minuten koken. Geelbont worden de eieren, als men ze met uienschillen omwikkelt en dan als de voorgaande kookt. Begeert men gemarmerde eieren, dan enijde men repen van gekleurd papier, strooie daarop jonge mal va of papaver blaadjes en rolle het ei er in; men binde er een draad om en koke het 15 minuten in aluinwater. Bonte eieren behandele men als volgt-1 Men legge fijne pieterselie-blaadjes zoo glad mogelijk om de eieren, wikkele ze in zacht wit papier, dat men vastbindt en late ze een. kwartier in aluinwater koken, waarin te voren een weinig campechehout is gekookt. Zoo worden de blaadjes wit, op een paarsen grond. Het geluk is een lachend oogenblik; het bewustzijn, goed gehandeld te hebben, een tevreden eeuwigheid. Lessing. Vertrouw niet al te veel op uzelf: nie mand bedriegt u zoozeer. S e n e o a. Niets beter dan whiskey. Een rechter reisde, vele jaren geleden, per diligence door de bergen van Pennsyl vania. Drie mede-reizigers voerden allerlei gesprekken en kwamen ten laatste op het alcohol-vraagstuk. Twee waren voor het gebruik van whis key en één er tegen. Zij vroegen den rech ter naar zijn oordeel. Deze antwoordde rus- tlg: Niets is beter dan whiskey". De voor standers lachten hartelijk en toen de dili gence bij een herberg stopte, noodigden zij den rechter uit om „iets" te gebruiken, maar deze schudde beslist afwijosod bet hoofd. „En u zei, dat niets beter was dag whiskey?" „Juist," luidde het antwoord, „en daar om gebruik ik n i e t a." Bouwvallen ook' Een bejaarde dame, die zich wilde la ten portretteeren, kwam in het atelier van een landschapschilder terecht. „Ach", verontschuldigde zich de goede vrouw, „ik heb mij veigist, gij schildert alleen landschappen." „Niet alleen landschappen", merkte dt schilder boosaardig op, „ook bouwvallen sohüder ik." Van twee kwaden. De heer Jansen was bij een familie op bezoek. Toen hij vertrekken zou, bemerkte de dame des huizes, dat het regende. „Mijnheer Jansen, blijf nog wat, tot het ophoudt met regenen. Mijn dochters zullen dan wat op de piano spelen." „0, dank u, mevrouw; ooo erg regent het niet." Moeilijk gevaL Een dokter werd bij een dame geroepen, die plotseling ziek was geworden, en Dij deed haar een grondig verhoor ondergaan over den aard van baar kwaal. Ook vroeg hij haar wat zij voelde, toen de aanval be gon. „Ik kreeg een erge rilling", steunde de patiënte. „Klapperden uw tanden op elkaar?" „Dat weet ik niet, dokter, die lagen op den schoorsteen, en ik heb er niet op ge let." De drukfoutenduiveL „Als de nachtarbeid der bakers werd afgeschaft, zou de gansche maatschappij echode lijden." Anders bedoeld. Heer: „Zie eens, dat is de jas, die je me. voor eenige weken als zulk een beste ver kocht hebt." Koopman: „Wat is best? Heb ik toch ge-» zegd, als je die jas kocht voor dien prijs, dat het was zoo goed als weggegeven, en nou, wat je weggeeft is zoo best niet." Best ei. Eierhandelaar„Is uw firma so lied?" Reiziger: „Dat geloof ik! Wij hebben in dertijd zelfs aan Columbus net beroemde ei geleverd!" Compliment. Heer: „Hoe vondt u mij op het bal ma» qué in mijn boerenkostuum?" Dame: „Perfect. Ik heb nooit natuurlij ker boerenlummel gezien. In de kazerne. Sergeant (als een recruut in het gym nastieklokaal vruchtelooze pogingen doet, om in een mast te klimmen): „En zoo'n vent wil van de apen afstammen 1" Een practisch man. Jonge vrouw: „Ben je bereid om voor me te sterven, Karei?" Karei: „Zeker, lieveling! Maar wat heb je er aan? Je weet, dat ik niet verzekerd ben." Twee gezichtsplinten. Directeur (tot de leden der pas opge^ richte zangvereeniging): „Mijne heeren* thans komt het er nog op aan, waar de re petities gehouden moeten worden: in „De Gouden Engel" of in „De Blauwe Ster". Als kunstenaar zou ik u „De Gouden En gel" aanbevelen; daar is de acustiek beter. Maar als raensch ben ik voor „De Blauwe Ster". Daar is het bier beter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 26