Schoonmaak.
Melk als voedsel voor denmensen
De overstrooming van de ondergrondsche spoorbaan te Berlijn.
„H'èbi/ TÉ al Schoongemaakt, ïnévtoüw V'
„0 Ja," is Ket antwoord. Of: „Ik maak
't laafet van 'April of in Mei eerst schoon."
Maar -wel nooit of zei-den hoort men: „Neen,
ik maak niet schoon." Trouwens, er zou een
buuTtrevolutie uitbreken, als niet op ge-
zetten tijd de gordijnen van de ramen ver
dwenen en men klopgeesten aan het werk
zag.
Ja, de schoonmaak is zoo dóór en 'dóór
iets nationaals, dat zelfs Baedeker (Belgique
et Hollande) daarvan gewag maakt, zij bet
ook, dat hij tie juiste bedoeling van wat
bij „Waarlijk een hartstocht" noemt, niet
geheel begrepen beeft.
Toch is .ter in bet antwoord van dé bo
venbedoelde mevtrouw, in den regel wel een
onwaarheid. Want jal, de gordijnen, de gan
gen, 'de kleeden, enz., enz. krijgen een beurt.
Maar datgene, wat meer Waard is dan dé
gangen, kleeden, enz. Maar bet lichaam!"?
Nu versta men ons wèl. Wij zullen niet
beweren, dat er tegenwoordig al niet bed
wat mevrouwen zijn, die dien hartstocht ook
toepassen op zichzelf en baar familie. Maar
over biet geheel laat de reinheid van den
Nederlander, waar bet eigen licHaam be
treft, ^ontzaglijk veel te wenscben over. Niet
het meest bij de wel ges telden'. Maar toch
óók onder ben. Ea dan vóóral bij de minder
goed gesitueerden.
Het is moeilijk deze stelling té' bewijzen'.
Men moet al geruimen tijd in een frisseher
land. gewoond hebben, om' bet verschil op
te mérken. Maar bet is dan ook goed waar
te nemen. En wanneer men de badgelegen
heid in een Duitsehe, Engelscbé of Ameri-
kaansch'e stad gaat vergelijken mét de bad
gelegenheid hier, komt men tot een ver
bluffende tegenstelling. Wij herinneren ons
'eens enkele zoodanige cijfers, die natuurlijk
Iramingscijfcrs waren, gezien te hebben. Het
resultaat was vernietigend voor de Neder-
landsche wascbgewoonten. Het vuilste volk
van Europa, de Serviërs, zouden nog heilig
zijn bij deze zinnebeelden van reinheid: de
Hollanders.
Nu zou men m)et deze eigenaardigheid
nog geduld kunnen hebben, als zij alleen
aesthetische bezwaren had. Zeker, het is niet
aangenaam voor iemand, die op dit punt
oordeel des onderscbeids beeft, alt-ijd-door te
moeten opmerken, dat de lichaamsreinbedd
van Jan, Piet of Klaas te wenscben over
laat. Voor iemand met gevoelige reukzenu
wen is dat zelfs heel onaangenaam'. Doch'
heel erg is dat niet, omdat, betrekkelijk
weinigen dit oordeel des onderscbeids heb
ben. En yoor Jan, Piet of Eilaas is bet
Zeker heelemaai niet erg, omdat zij in heb
zoet zelfbedrog verkeeren, dat niemand kan
zien, dat zij alleen hoofd en banden (en
misschien de voeten) wassehèn. 1
Maar erger is deze watervrees Van onze
lajidgenooten voor bun lichamelijk welzijn.
Een lichaam, dat niet behoorlijk gewasschen
feu gelucht wordt, wordt niet goed onder
houden. De huid kan zijn functies niet goed
.vervullen. Het weerstandsvermogen tegen
ziekte^aanvallen is veel geringer dan bij
'goedverzorgde lichamen.
Hoé buitengewoon erg deze misstand aan
fle meeste deskundigen voorkomt', bleek uit
•een opstelletje in antwoord op een beschou
wing over de „Geschiedenis van de zoo
genaamde natuurgeneeswijze" van den Duit-
schen hoogleer aar Paul Förster. Deze schrij
ver neemt de natuurgeneeswijze eenigszins
in bescherming en laat daarbij in de be
schavingsgeschiedenis de historie van de li
chaamsverzorging even aan zijn geestesoog
voorbij gaan.
De Grieken waren een gezond volk, omdat
rij voor bet lichaam zorgden. De eenvou
dige hygiënische voorschriften van Hippo-
crates werden door hén steeds in toepassing
gebracht.
De Bomeinen zorgden evengoed voor bun
lichaam. De gxoota Thermen waren niets
dan reusachtige instellingen voor hygiëni
sche prophylaxe, voor bet gezond-houden
van bet lichaam en bet zorgen, dat dit aan
ziekte-aanvallen weerstand zou kunnen bie
den. Daar kon men op verschillende wijzen
bet water op het lichaam laten inwerken,
gemasseerd worden en allerlei de gezondheid
bevorderlijke lichaamsbeweging krijgen'.
In het begin der Middeleeuwen was hél]
ook' nog zoo. In de geschiedenis van Karei
den Grooten en 'Eberhard blijkt' nog voort
durend van het groote gewicht, dat aan het
baden werd gehecht. Doch nu neemt lang
zamerhand de onreinheid toe en daarmee de
onvoldoende zorg voor het lichaam. Groote
epidemieën, die de Grieken bijv. nog alleen
bij door rampen veroorzaakte groote samen
scholingen van mensehen gekend hadden!,
kwamen nu vaker voor. De algemeene ge
zondheidstoestand ging snel achteruit. En
toen men zoodoende het krachtigste verde
digingsmiddel tegen de ziekte een voorbe
hoedende, goede verzorging van het lichaam,
van de huid yeTloren had, kwam de
medische' mystiek op; allerlei geheime mid
delen. uit kruiden getrokken, waarvan men
genezing hoopte, weTden gebruikt de tijd
van de drankjes en de pillen was aange
broken. i
Tot zoover professor Förster.
Deze toestand heeft lang, heel lang voort
geduurd. Men bleef naar „genezen" trach
ten van bestaande ziekten en hechtte on
voldoende waarde aan het 'voorkomen van
ziekten. Totdat langzamerhand in de negen
tiende eeuw de hadgewoonten weer hoven
kwamen. Waren de markiezinnen van het
ancien régime mét ïjle respect in den regel
te onrein, om maar wij willen deze dames
ook nu' geen onbeleefdheid zeggen eu her
inneren dus slechts aan die eigenaardige tan
getjes, die met permissie van den lezer
bedoeld waren om zich op het hoofd te
krabben. Van water had men een openlijk
érkenden afschuw.En hoe weinig ernstig
men zelfs het handen-wasschén opnam', daar
van getuigt een bekend schilderij van een
der grootste Hollanders!, waarhij-een dienst
meisje mevrouw eenvoudig wat water over
haar handen giet. i
In de negentiende eeuw veranderde méfc
de wascbgewoonten Ket inzicht der medici
heel langzaam. Men begon meer en meer
aan de voorbehoedende "methode te hechten.
De wetenschap leidde er toe. Maar ook de
goede resultaten van de natuurgeneeskunde.
En zoo komt mlen dus langzaam tot de klas
sieke methode terug.
De Nederlanders komen hier achteraan. Tot
hun gToote schade. "Want het groote be
lang eener goede huidverzorging as thans niet
meer een geheim. Zij is een machtig middel
in den strijd tegen de ziekte, die immers
hoe langer, hoe meer prophylactisch gevoerd
wordt.
Het is dus de plicht van een ieder tegen
over zichzelf, om zich' door huidverzorging,
door wasschen, zoo sterk mogelijk te houden.
Het is ook een sociale plicht in zoover als
ieder, die zich vrij weet te houden van be
paalde ziekten, daardoor verhindert, dat de
ziekte verder gaat
Het voedsel voor den mensoh moet, be
halve uit water en eenige zouten, nooclig
hoofdzakelijk voor de vorming der beende-!
ren, bevatten: eiwit, vet en koolhydraten.
Onder de laatste verstaat men stoffen al?
suiker en zetmeel.
De diensten, welke die voedingsstoffen
verrichten voor de instandhouding van het,
leven, komen in hoofdzaak hierop neer, dat)
de eiwitstoffen zorgen voor de vorming van
niehwe lichaamscellen, hetziji, dat deze moe-'
ten dienen om het aiamtal te vermeerderen,
dus voor den groei van het lichaam, of wel,1
voor de vernieuwing van door de stof wisse-,
ling versleten cellen. Koolhydraten en vet
ten daarentegen zijn aangewezen voor de
levering van lichaamswarmte,, respectieve
lijk kracht, terwijl zij bovendien als vet kun
nen worden opgehoopt in het bindweefsel.
Evenwel kunnen onder zekere omstandigae-
den ook de eiwitstoffen vet, warmte en
kracht leveren.
Men heeft berekend, dat een volwassen
mensch in 24 uur ongeveer noodig heeft: 100
grain eiwit, 60-100 gram vet en 500 gram,
koolhydraat. Hij kan die hoeveelheden opne
men uitsluitend uit plantaardig voedsel, zoo
als geschiedt door de vegetariërs; doch dan
dienen de voedingsstoffen met zekere zorg!
gekozen te worden en moet vooral de aan
dacht worden gevestigd op eiwitrijke en
vetrijke zaden.
De meeste mensehen nemen echter de be-
noodigde voedingsstoffen op uit 'n mengsel
van plantaardige en dierlijke voedingsmid
delen, met dien verstande, dat het hoofd
deel van het voedsel bestaat uit plantendee-
len, die zoo goed als al de koolhydraten le
veren en slechts een betrekkelijk klein deel
van de eiwitstoffen en het vet. Het tekort
aan de laatste twee voedingsstoffen wordt
dan aangevuld uit dierlijke voedingsmid
delen, als vleesch, spek (vet), boter en melk.
Spek en boter leveren alleen vet, vleesch
(imager) alleen eiwit en melk zoowel eiwit
als vet en bovendien nog koolhydraat.
Als men spreekt van melk als voedsel voor
den mensch, bedoelt men daarmee steeds
koemelk. Geitenmelk mag in sommige tan
den veel worden gebruikt, in ons land be-
teekent ze voor de volksvoeding nog weinig,
hoewel het zich met het oog op de snelle
uitbreiding der geitenfokkerij laat aanzien,
dat het in de toekomst anders zal worden.
De koemelk is natuurlijk bestemd voor het
kalf. Zonder meer is ze niet geschikt voor,
andere jonge dieren, ook niet voor zeer jon
ge kinderen. Door verdunning met water en
toevoeging van melksuiker is er echter een
goed zuigelingen-voedsel van te bereiden.
Yoor herstellende zieken, voor grootere kin-,
deren, voor menschen met zwakke verte
ringsorganen is zuivere melk een uitstekeud
voedsel, juist omdat de voedingsstoffen, die
er in voorkomen, zoo gemakkelijk verteer-