N<>, 15989
Donderdag 4 April.
A*. 1912.
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon' en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
DRIE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Liefde en Plicht.
LEIDSCH
DA&BLAD
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 18 regels ƒ1.05. Iedere regel meer /'0.17J. Grootore letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiên van 30 woorden 40 Oents contant elk
tiental woorden meer 10 Oente, Voor het inoasseeren wordt f 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden i 2 f 1.10.
Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
franco per post 1.65.
Op Goeden Vrijdag en Tweeden
Fnaachdag zal het MI.eidgch Dag
blad" niet verschijnen.
Arbeidsbeurs.
Burgemeester «en "Wethouders van. Leiden
[Krengen ter algemeens kennis, dat grtu
[rende het 1ste kwartaal 1912 bij het be-
iStuuT der Arbeidsbeitty zijn ingekomen 50
aanvragen van patroons en 332 van werk
lieden en dat door bemiddeling dier Beurs
ïrijn geplaatst 32 werklieden, verdeeld als
yolgt: (hiervan zijn 8 geplaatst als boom-
'snoeiers hij de gemeente en 1 te Papendrecht
op aanvrage der Beurt te Dordrecht).
Bloemisten 1
Letterzetters 1
Loopknechten 6
Metselaars 1
Naaisters 1
Opperlieden i 1 3
Schilders 1
Timmerlieden 4
Wierkl. zonder vakkennis. 10
T 1 Werksters 5
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJ SELA AR, burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
I Leiden, 4 April £912.
Het aanhouden van het scheeps
journaal voor de schippers der
Tisschersvloot een onredelijke eisch.
Reeds meermalen, bereikten on3 redactie-
bureau klachten van Katwijksohe zeevis-
schers, die waren, verbaliseeïd wegens het
niet of niet op de voorgeschreven wijze, tij
dens [hun verblijf op de Noordzee, aanhou
den, .van het bij de wet voorgeschreven dag
register of scheepsjournaal. Men wees ons!
dan op het onredelijke en heb onmogelijke
yen de bij Kon. besluit voorgeschreven be
paling voor den pchipper, om het journaal'
£an te hi ouden. Dit maakte onze belang-
BteHing gaande tem besloten eens eetnJ
'Zitting bij te wonen van het Leidseh Kan
tongerecht, waarin deze zaken in de laatste
fittingen werden behandeld.
De gelegenheid bood zich daarvoor Maan
dag j.l. laan. Waren 'roeda eer een aantal
schippers veroordeeld, 'ditmaal moesten We
lder 68 personen voor hetzelfde feat terecht
jftean. Zij waren meeeïb allen versohenen en
Vermoedelijk WaTen ter .ook andere belang
stellenden in hot vissoherSbedrijf medegiö-
komen, om te liooren hoe het huti kaïue-
Irkuds zou vergaan. Die vinsohersbevolkinlg
LVait deze zaak op aifls een levenskwestie coi
[den eisch, die hierbij dan den schipper wordt
[gesteld, als absoluut onmogelijk na te ko
men.
Tot een volledige kennis van zaken kaa
iden wij ter terechtzitting evenwel niet. Wij'
hadden dan ook mokten hooren den verba
lisant, dep. inspecteur bij de;soheepvaart,
'den heer Leffers, uit 's-Gravenhage, die tot
onze verwondering Piet door den Ambte
naar van hot O. M. Was gedagvaard. Het
moge waar izijn, wat de kantomreohter op
merkte, dat hij als uitvoerder der wet ver
plicht was tot verbaliseeren en dat hij aller
minst de onvriendelijke qualificaties die, zoo
als de kantonrechter in de tram had afge
luisterd, de visscherlieden hem hadden ge
geven, verdient, het ware toch goed geweest,
wanneer hij tegenover de eenparige en be
sliste verklaringen van al deze zeeliedeni,
dat zij volstrekt onmogelijk in staat zijn,
hetgeen de wet hun voorschrijft, te kunnen
volbrengen, had kunnen verklaren wat zijp
meening daaromtrent is.
„Wij zijn er van overtuigd, dat de heer
Leffers het journaal ook niet zou kunnep
aanhouden," verzekerden onze schippers tel
kens weer. „Zij wilden hem wel eens aan
boord hebben," klonk het meer dan eens
in hittere ironie', „daP kon hij zijn wijsheid)
eens tooncn."
De kantonrechter sprak de Vrees uit, dat
hij dan wel eens nieb zou kunnen terug-
keeren, al voegde hij er terecht aan toe, dat
dozen ambtenaar geen verwijt kon treffon,
waar hij, mede geroepen de Scheepvaartwet
uit te voeren, alleen zijn plicht doet, als hij
de schii>pers verbaliseert.
Daar waren bij de beklaagden oude, Ver
weerde en iP hun vak vergrijsde mannen,
die een veertigtal jaren het visschersbedrijf
hadden uitgeoefend, die stormen hebben ge
trotseerd, gevaren doorstaan, maar wier han
den totaal verkeerd staan om de pen te
voeren; met bewogen Stem verklaarden zij
de wetenschap te missen, voor dit werk ver-
ciseht. En tl och, de recders hebben nooit
over hen te klagen gehad. Zij hebben hun
vaartuigen steeds behouden door storm en
branding gevoerd en weer op do reede ge
bracht.
Daar waren ook körcls bij in de kracht
van hun leven en jonge mannen, die, dank
zij het beter schoolonderwijs, zeker wel in
staat mochten worden geacht de staten in
te vullen, maar daarmede zijn ze nog niet
klaar. Zij moeten ook kennis hebben van
sextant en chronometer en met deze zoek
instrumenten kunnen werken- „Maarook al
zouden wij dit kunnen," verzekerden deze
mannen, „dan zou ons nog de tijd er toe
ontbreken. Ook de schipper moet aap ]>oord
bij do vischvapgst werken als de minste
matroos. In drukke dagen en naohten zajn
ze mede geregeld in het getouw en wie zou,
als htet zeebanket vot schal kt en opgehaald;
moet worden, dit werk verzuimen voor het
invullen van 'een register, waaraan tochj
niemand wat heeft?"
„"Want, ziet u1, EdelAchtbare," zoo ver
klaarde er een, vwij zouden bij het begip
van 'den tooht het journaal al kunnen laten
opmaken en Piemand zou bij thuiskomst kun
nen constateeren, dat het valschelijk ware
ingevuld; maar wij mogen en willen nie,t
oneerlijk zijn. Het past ons slecht vijf gul
den boete te betalen,, waar de readers ons
dit niet vergoeden, maar we kunnen er niets
aan doen; een volgend jaar ziet u hier
ons weer voor dezelfde overtreding. Wij
moeten uit Vi-sschen gaan, dat is eenmaal
ons beroep, doch wij kunnen niet volbren
gen wat nu' van ons wordt. Verlangd."
Het was te merken, dat de Ambtenaar
Van het O. M., Vertrouwende op de waar
heidsliefde dezer mannen, met het geval
©enigszins Verlegen Was. Hij motiveerde zijp
.tedsch slechts met de opmerking, dat def
overtreding Vaststond ten dat hij daarom
straf moest Vragen, en in dit geval voor
elke overtreding f 6 En als de arme schip
pers tegen wil en dank overtreders der wet,
klaagden Over zooveel geld, daja liet de
kantonrechter genoegzaam doorschemeren,
dat heb vonnis pog clementer kon luiden
en dat ook hij medelijden met hen had,
omdat de wet hier vrijwel het onmogelijke
van deze mannen vergt. Hij raadde hun aam
zich tot den Minister te wenden en als zij
antwoordden, dat een met de handteekenin-
gen "van bijna alle belanghebbenden verzon
den [adres geen resultaat heeft gehad, dan
drong hij er op aan dat een deputatie van
de beste woordvoerders, uit hun midden
naar iden Minister zou gaan om Z.Exc.
onder hot oog te brengen, dat er iets on
billijks ton onredelijks voor hen in deze wet
gelegen is, en dat hetgeen voor een behoor
lijk ingericht koopvaardijschip mogelijk en
uitvoerbaar is, nog niet kan worden toe
gepast op een visschersvaartuig.
Wij maken ons gaarne tot tolk van deze
gevoelens en zouden aan Z.Exc. den Minis
ter willen vragen of men hier niet het
onmogelijke van deze visscherlieden eischt.
„Ik heb meer dan 30 jaren als schipper
met Gods hulp mijn vaartuig ter vangst ge
leid en in behouden haven teruggebracht,
zonder aanhouden van een journaal," ver
zekerde ons een oude vis3cherman met tranen
in de oogen, en waarlijk, wij gelooven ook,
dat het zonder dit journaal met een prac-
tisch bevaren man wel gaat, en de vrees,
dat 'zonder strenge toepassing van dit wets
artikel de visschers vloot gevaar dreigt, vrij
wel denkbeeldig is. En ai mag men van
hooger 'hand lep anders over denken, men
zal toch .ook wel willen erkennen, dat ter
allerminst periouluni in mora is.
En waarom deze eenvoudige mannen, die
voor 't meerendeel op de vissoherevloob hun
spoten hebben verdiend, dan zoo ineens het
mes op de keel gezet? Waarom, als mep
do toepassing in ket belang der veiligheid
van hen, die zich met vissdhers vaar tuigen,
ter zee hegeven, Volstrekt noodig acht, dan
niet een overgangsmaatregel getroffen, waar
door ido 'Poeders in do gelegenheid gesteld
worden, 'zich bij de wet aan te passen, bijv.
door den schippers jongmaatjes ter zijde te
stellen, die in overleg met dezen dit werk
'doen, zooals de kantonrechter in overweging
gaf?
Maar daarvoor is eenigo tijd van voorbe
reiding en overleg noodig. Men zal met
dezen maatregel niets anders bereiken dan dat
hij tegen wil cn dank wordt overtreden,
en de mannen zich maar een vonnis getroos
ten, wat zeker niet den eerbied voor 's lands
wetten verhoogen Zal, allerminst bij het
jonger 'geslacht, klat in deze, zij het dan
ook noodgedwongen, wetsovertreding1 wordt
voorgegaan 'door ouderen, en er zoo mee
vertrouwd Wordt. Het is aan de houding
dezer eenvoudige, maar stoere visschorlie*
den, volstrekt niet revolutionnair uit alles'
te merken, dat' zij in dezen maatregel een
nuttelooze plagerij zien en niets anders. Daar
door worden zij zoo bitter gestemd en ver
vult met Wrok1 tegen het gezag, dat zich
wTeekt op den mJan, met de uitvoering der
Wet belast.
Ons dunkt, dat het van wijs beleid van
den Minister zou getuigen, voorshands de
zen m'aatregel te schorsen cn nader overleg
met de reeders, wion het ten slotte 't inleest
aangaat, to plegen.
Mocht de Regeering daarnaar geen ooren
hebben en doof blijven voor de klaagtonen
dezer visscherlieden, laten dan één of meer
Kamerleden deze zaak aan een onderzoek
onderwerpen, om, indien zij met ons tot de
overtuiging' komen, dat wetstoepassing op
dit oogenblik een onrcdelijken eisch aan do
schippers stelt, waaraan we niet twijfelen,
dan de zaak in do Kamer aanhangig maken.
Zoó kan liet pi eb blijven'.
Leiden, 4 Aprih
Naar aan de „N. R. C." wordt gemeld,
zal er een poging worden gedaan om dr. W-
Brede Kristensen, hoogleeraar in de ge
schiedenis der godsdiensten aan de universi
teit alhier, voor zijn vaderland en -de uni
versiteit van Christiania te herwinnen.
Er was bij het Noorsohe Storthing een
voorstel aanhangig om aan de universit9at
te Christiania een leerstoel in te stellen
voor de geschiedenis der godsdiensten, op
een salaris van 6000 kronen. De leerstoel zou
niet bij de theologische, maar bij de litera-
risch-fdisofisohe faculteit be hooren. Er
werd reeds een naam genoemd van een ge
leerde, die er volgens sommigen voor in
aanmerking kwam, volgens anderen eohtcr
niet. Weer anderen wilden vrije mededin
ging, waarbij men sollicitanten uit het bui
tenland verwachtte. Maar van verschillende
kanten zei men, dat prof. Kristensen do
aangewezen man was. Hij is de eerste in
zijn vak van de heele wereld, zeide afge
vaardigde Sandberg.
Maar meer dan één spreker bracht in
het midden, dat men prof. Kristensen toch
niet zou krijigen. Hij had al te kennen ge
geven, dat hij te Leiden wou blijven, waar
hij voor zijn studie de beste omgeving vond.
Ten slotte werd het voorstel om het pro
fessoraat in te stellen met 59 tegen 57 stem
men verworpen, en aangenomen, met
slechts 7 stemmen tegen, om de Regeering
te verzoeken, alsnog bij prof. Kristensen
pogingen aan te wenden om hem voor
Christiania te winnen, en, vond zij hem
daartoe bereid, in het volgende Storthing
met een nieuw voorstel tot instelling van
het professoraat te komen.
Het ziet er dus naar uit, zegt het blad,
dat voorloopig de leerstoel van de geschie
denis der godsdiensten te Christiania af
hangt van de vraag of prof. Kristensen
hem wil bezetten. Gelukkig weten wij, dat
die leden \an het Storthing, die zeiden:
„Prof. Kristensen wil toch niet", gelijk
hebben. De hoogleeraar vindt inderdaad
geheel afgescheiden van de salariskwestie,
die onze oorrespondent aanroert te Lei
den een omgeving voor zijn studie, die
Christiania hem niet kan bieden. Leiden
met zijn bibliotheek, zijn rijk museum,
waar de studie van het Oosten van oudsher
heeft gebloeid.
Op het oogenblik is prof. Kristensen op
weg naar Athene, zoo hij er al niet is
om er het Oriëntalistencongres bij te wo
nen. Na wat in Griekenland te hebben rond-
gezien, steekt, hij naar Egypte over, waar
hij eenigen tijd voor zijn studie blijft.
De „Sts.-Crt." bevat de statuten van
de Chr. Jonge li ngsv. onder de zinspreuk
„Zoekt den Heere en leeft", Amos 5 6a,
■je Katwijk-aan-Zeevan. Drieburgsch ütev
fanfarekorps te Waardervan den tuinders-
bond ,,De Hoop geleidt ons", te Ter-Aar;
van het Kruisverbond „St.-Bonifaoius", te
Alphen aan den Rijn.
Ds. J. G. Deur, pred. bij de Ned.*
Herv. Gem. te Gouda, heeft gisteren zijn
25-jarige ambtsvervulling onder vele blij
ken van belangstelling herdacht.
Van gemeenteleden werd den jubilaris als
blijk van erkentelijkheid een tegeltableau
aangeboden, een interieur van de St.-Jans-
kerk voorstellende.
In de zitting van gisteravond van den
Amsterdamschen Raad kwam aan de orde
het voorstel van B. cn Ws. om lien te mach
tigen
het voormalig hoofdkantoor der gemeente-
gasfabrieken, aan po Keizersgracht te be*
stemmen cn in te richten voor den dienst
der gemeente-arbeidsbeurs, en voorts lokalen
van dat gebouw beschikbaar te stellen voor
het centraal-bureau voor sociale (en rechts,
kundige) adviezen, en voor dp Kamers van
Arbeid; vooir dit doel een bedrag van
f 155,000 uit te trekken.
B. en Ws, uit to noodigen op bet ter
rein van den voormaligen Parkschouwburg
nevens het Wcrtheimpark, een gebouw te
doen opriohten, ten einde dit tgn gebruiko
af te staan aan een vereeniging tot opiiokv
ting en instandhouding van een openbare lees
zaal met bibliotheek te Amsterdam; ten be
hoeve van den bouw hiervan een bedrag van
f 100,000 beschikbaar te stellen.
Een motie-Lambrechtsen van Ritthem o.s-,
luidende: De Raad, van oordeel, dat hetl
voormalige hoofdkantoor van de gemeente-
gasfabrieken aan de Keizersgracht 444446
behoort te worden bestemd tot huisvesting
van een openbare leeszaam met bibliotheek,
noodigt B. en Ws', uit, hun voorstel terug
te nemen en nadere voorstellen te doen met
betrekking tot het naar behooren huisvesten
van de Arbeidsbeurs en de Kamers van Ar
beid, werd cohter aangenomen met 25 tegen!
10 stemmen.
Niet de Arbeidsbeurs, maar de Openbark
Leeszaal komt dus op do Keizersgracht bij'
het Molenpad.
Er worden pogingen aangewend oni
een gemeensohappelijken keuringsdienst vaq'
levens- en genotmiddelen en gebruiksarti
kelen te organiseeren voor de gemeenten
IJselstein, Montfoort, Jutphaas, Vianen',
Vreeswijk, Wijk-bij-Duurstede, Schoonhoven,
en Oudewater.
Do Directeur-Generaal van den Land',
bouw brengt ter kennis, dat het in dit jaap
te honden veeartsenijkundig examen zal aan
vangen op Maandag 13 Mei, des voormid*
dags te 9 uur, in de lokalen van 's Rijke!
veeartsenijschool te Utrecht.
In de vergadering van den Gemeente
raad van Doornspijk weigerden enkele
raadsleden mede te werken aan de vaststel
ling van de kohieren van den hoofdelijke#
omslag.
De heer Draaier deelde mede, dat hij eri
eenige andeTe Raadsleden zich bezwaard!
achten mede te werken aan de vaststelling
der genoemde kohieren, waarbij belasting
eal worden geheven ook van den kleinen,
man, en dat terwijl er zooveel geld zoek is,
dat niet ten nutte der gemeente werd be
steed. Klachten over vervalsohing van man
daten en andere stukken vinden geen oC
onvoldoende verhoor, terwijl de klagers
met een kluitje in 't riet worden gestuurd
en soms zelfs onaangenaam worden beje
gend. Zoolang de verduisterde gelden niet
zijn verantwoord, kon do heer D. het niet
met zijn geweten overeenbrengen aan del
1»)
In het zwakke soliijuael van het bedekte
elecbrische lioht zag zij het rustig slapende,
bleeke gelaat en de geelachtige, gevouwen
handen, die nu onbeweeglijk op de dekens
lagen. Ook de zuster sliep. Zij ging gerust
gesteld naar haar kamertje, kleedde zich
ült en viel reeds half slapend in haar bed..
De nacht verstreek zonder stoornis. Toen
Yollmiller den volgenden morgen Aaar dö
zieke kwam zien, was hij verbaasd, dat zij
betrekkelijk zoo goed was na de woeste
bui van den vorigen dag.
Denzelfden avond, toen Louise nog laat
aan haar keukentafel achter den inktkoker
gezeten en haar ha'rt voor Henni uitgestort
nod, was men in de woning der Strieglers
niet minder onrustig dan het met haar ge
weten worstelende meisje.
Moeder Striegler, die haar man naar be-d
bad gebracht, ging nog eens door het huis
om all es na te zien. Bij de kamer van haar
*oon bleef zij een oogenblik luisterend staan
of zij zijn ademhaling ook hoorde, welker
geluid anders duidelijk door het dunne
houtwerk der deur drong. Dat deed zij
meestal. Het gaf haar een geruststellend
gevoel, wanneer zij het gezonde ademhalen
van haar zoon hoorde, voordat zij zich
ter ruste begaf. Het was nog een stukje
herinnering uit de jonge jaren van haar
kind, hetwelk zij had overgebracht naar
2ljn mannelijken leeftijd. Zij hoorde heden
niets en wijl haar hart vol onrust was,
drukte zij zacht den ouderwetschen, ijzeren
klink neer en keek naar binnen.
Het kamertje was leeg. In het bed lag
niemand. En door het open raam bescheen
de sikkel der maan het gladde, witte lin
nen. Het sloeg tien uren op den dichtet-
bijzijnden kerktoren. De gezellen, die na
middernacht weer moesten opstaan, slie
pen reeds vast. Of haar jongen beneden
was in de bakkerij
Zij begaf zich door de lange, smalle gang
naar de verbindingsdeur, welke volgens
ouden bouwtrant het achtergedeelte van
het huis met het voorgedeelte verbond.
Het was beneden donker. Niet eens was bet
veiligheidslampje aangestoken, dat altijd
moest branden voor het geval, dat er iets
in de bakkerij kon gebeuren. De oude
vrouw raakte uit haar humeur over die
achteloosheid en nam het lampje van het
plankje aan den muur, waarop het stond.
„Natuurlijk leeg gebrand 1 Leeg als de zak
van een handwerksjongen," mompelde zij
bij zichzelve en vulde het met de nieuwe
olie uit de blikken kan, welke er naast
stond.
Buiten klapte een deur. Moeder Strieg
ler luisterde met gespannen aandacht; zij
zette het brandende lampje neer en ging
naar voren. Nu hoorde zij fluisteren. Dat
kwam uit den winkel. Dieven Och, onzin
Er waren geen dieven in het stadje. Zoo
iets liet men aan de naburige Berlijners
over. Nu bewoog de winkelklok zich zacht,
maar de klepel werd vast gehouden, opdab
deze geen geluid zou geven Dab ontging
het fijne gehoor van moeder Striegler niet,
ofschoon het zand op de uitgesleten 9tee-
nen in d« gang onder haar voeten knarste.
Nu had zii ook reeds den klink gegrepen
en rukte de deur, welke naar den winkel
leidde, open. Door den tocht ging haar
licht uit. Voor sloeg de winkeldeur in heb
slot. Een sleutel knarste en werd uit het
slot getrokken. De vrouw kwam juist nog
bijtijds om twee gedaanten te zien, die
over bet marktplein snelden, den kant naar
het station op. Het licht der maan bescheen
beiden. Moeder Striegler zag duideb'jk en
scherp het profiel van haar zoon.
„Groote goedheidriep zij uit, terwijl
zij zich op de ouderwetsche leeren sofa liet
neervallen. „Dat is niet mogelijk!"
Het duurde een heelen tijd voordat zij
weer wat tob zichzelve was gekomen. Het
knetteren van het licht in welks flikkeren
de vlam een kevertje was gevlogen, welks
verkoold lichaampje nu als een glinsterend,
zwart stipje neerlag, wekte haar uit haar
somber gepeins op. Zij stond op en <leed
een paar schreden. Maar zij moest zich aan
de toonbank vasthouden, ten einde niet
neer te zijgen, zóó ellendig voelde zij zich.
En nu viel haar benevelde blik op een boek,
dat half van onder een stapel pakpakier
uitstak. Werktuiglijk greep zij er naar.
Haar opgewekte argwaan zocht en vond:
tusschen de bladen lag een brief, Louise's
brief aan baar verloofde. Hoe kwam die
hier?
De oude vrouw streek over haar oogen,
de zenuwachtigheid maakte haar onzeker.
Maar zij vergiste zich niet. Dat was
Louise's handschrift en het couvert was
open zij haalde den brief te voorschijn
en las. Het hart stond haar stil. Zou Henni
dat gelezen hebben en zou hij daarop met
die... bij nacht en ontijd weggeloopen zijn.
wijl hij heel goed wist hoe zijn ouders over
de Boheemsche dachten
Moeder Striegler schudde haar oud hoofd,
vouwde den brief dicht, schoof dezen weer
in het couvert en legde alles op zijn oude
plaats.
Het uurwerk van den kerktoren haalde
tot een helderen slag uit. „Elf!" mompelde
de oude vrouw. „Reeds elf uren!" En zij
legde haar bevende rechterhand op den
stapel pakpapier, waaronder heb boek met
don brief lag. En alsof zij de daad van
haar zoon moest verontschuldigen, zeide zij
plechtig: „Mijn zoon weet daarvan niets
af; absoluut niets!"
Buiten klonk een luide stap over de straat-
steenen. Moeder Striegler schoof het lichb
achter de toonbank en luisterde. Haar harb
klopte sneller. Als hij eens terugkwam
Wanneer zijn geweten hem had gemaand
Maar de stap ging voorbij; een paar huizen
verder klonk de huisschel van een buurman
in de stilte van den nacht-
Zij viel moedeloos weer op de sofa neer
en ondersteunde haar hoofd met beide han
den. Hoe zon het nu gaan? Met de zaak?
Met Louise? Met Henni, haar eenigen jon
gen? Ach, hoe zou alles nu worden?
De smart strekte haar magere armen uib.
De zorg sloop op zachte zolen in heb
ouderwetsche huis. Zij reikten elkaar de
hand en grepen in heb hart der oude vrouw.
Een wanhopig gesnik weerklonk door de
stilte van den avond. Moedertranen Heete
moedert ran en I
De rtiorgentrein uit Berlijn braohb weinig
passagiers. Een paar arbeiders, die in heb
stadje werk hadden en die niemand in heb
bijzonder kende.
„Als ons maar niemand ziet," zeide Jo-
sepha, die met Henldrik uit een coupé
steeg.
„Wie zou ons zien?" antwoordde de jon
ge man eenigszins korzelig. „Het is immers
nog zoo vroeg."
„En in de zaak?"
„Ja, in de zaak..." Zij moesten hun kaar
tjes afgeven, zoodat hun gesprek staakte.
„Ga maar spoedig naar je kamer, Jo-
sepha, opdat gij niet gezien wordt. Ik zal
wel ongemerkt binnenkomen. Ik heb al de
gezellen in mijn zak; dus voor mij betee-
kent het niets."
„Ja, dat zegt ge nu wel, Hendrik, maar
ais je moeder mij ziet, wat moet ik dan.
zeggen? Ik kan daar toch ook niet zoo
staan, als iemand..."
Zij liepen samen over den eenzamen sta
tionsweg naar .de stad, welke ter zijde van
het stationsgebouw lag. Het was koel zoo
vroeg in den morgen. Hendrik had den
kraag van zijn jas opgeslagen en de han
den in de zakken van zijn overjas begraven.
Ook het meisje bad het koud. Op de vroo-
lijke stemming in de Berlijnsche tingel
tangels, welke zij bezocht hadden, volgde
een vervelende toestand van ontnuchtering,
nu zij beiden voor het gevaar der ontdek
king stonden.
„Zoo ik mij maar niet door jou had laten'
overreden," klaagde het meisje en haar
oogen gleden met een vorschenden blik!
over hem heen.
(Wordb v#rvoJg<L)