N<>, 15989 Donderdag 4 April. A*. 1912. <§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon' en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Liefde en Plicht. LEIDSCH DA&BLAD PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 18 regels ƒ1.05. Iedere regel meer /'0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiên van 30 woorden 40 Oents contant elk tiental woorden meer 10 Oente, Voor het inoasseeren wordt f 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden i 2 f 1.10. Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. franco per post 1.65. Op Goeden Vrijdag en Tweeden Fnaachdag zal het MI.eidgch Dag blad" niet verschijnen. Arbeidsbeurs. Burgemeester «en "Wethouders van. Leiden [Krengen ter algemeens kennis, dat grtu [rende het 1ste kwartaal 1912 bij het be- iStuuT der Arbeidsbeitty zijn ingekomen 50 aanvragen van patroons en 332 van werk lieden en dat door bemiddeling dier Beurs ïrijn geplaatst 32 werklieden, verdeeld als yolgt: (hiervan zijn 8 geplaatst als boom- 'snoeiers hij de gemeente en 1 te Papendrecht op aanvrage der Beurt te Dordrecht). Bloemisten 1 Letterzetters 1 Loopknechten 6 Metselaars 1 Naaisters 1 Opperlieden i 1 3 Schilders 1 Timmerlieden 4 Wierkl. zonder vakkennis. 10 T 1 Werksters 5 Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJ SELA AR, burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. I Leiden, 4 April £912. Het aanhouden van het scheeps journaal voor de schippers der Tisschersvloot een onredelijke eisch. Reeds meermalen, bereikten on3 redactie- bureau klachten van Katwijksohe zeevis- schers, die waren, verbaliseeïd wegens het niet of niet op de voorgeschreven wijze, tij dens [hun verblijf op de Noordzee, aanhou den, .van het bij de wet voorgeschreven dag register of scheepsjournaal. Men wees ons! dan op het onredelijke en heb onmogelijke yen de bij Kon. besluit voorgeschreven be paling voor den pchipper, om het journaal' £an te hi ouden. Dit maakte onze belang- BteHing gaande tem besloten eens eetnJ 'Zitting bij te wonen van het Leidseh Kan tongerecht, waarin deze zaken in de laatste fittingen werden behandeld. De gelegenheid bood zich daarvoor Maan dag j.l. laan. Waren 'roeda eer een aantal schippers veroordeeld, 'ditmaal moesten We lder 68 personen voor hetzelfde feat terecht jftean. Zij waren meeeïb allen versohenen en Vermoedelijk WaTen ter .ook andere belang stellenden in hot vissoherSbedrijf medegiö- komen, om te liooren hoe het huti kaïue- Irkuds zou vergaan. Die vinsohersbevolkinlg LVait deze zaak op aifls een levenskwestie coi [den eisch, die hierbij dan den schipper wordt [gesteld, als absoluut onmogelijk na te ko men. Tot een volledige kennis van zaken kaa iden wij ter terechtzitting evenwel niet. Wij' hadden dan ook mokten hooren den verba lisant, dep. inspecteur bij de;soheepvaart, 'den heer Leffers, uit 's-Gravenhage, die tot onze verwondering Piet door den Ambte naar van hot O. M. Was gedagvaard. Het moge waar izijn, wat de kantomreohter op merkte, dat hij als uitvoerder der wet ver plicht was tot verbaliseeren en dat hij aller minst de onvriendelijke qualificaties die, zoo als de kantonrechter in de tram had afge luisterd, de visscherlieden hem hadden ge geven, verdient, het ware toch goed geweest, wanneer hij tegenover de eenparige en be sliste verklaringen van al deze zeeliedeni, dat zij volstrekt onmogelijk in staat zijn, hetgeen de wet hun voorschrijft, te kunnen volbrengen, had kunnen verklaren wat zijp meening daaromtrent is. „Wij zijn er van overtuigd, dat de heer Leffers het journaal ook niet zou kunnep aanhouden," verzekerden onze schippers tel kens weer. „Zij wilden hem wel eens aan boord hebben," klonk het meer dan eens in hittere ironie', „daP kon hij zijn wijsheid) eens tooncn." De kantonrechter sprak de Vrees uit, dat hij dan wel eens nieb zou kunnen terug- keeren, al voegde hij er terecht aan toe, dat dozen ambtenaar geen verwijt kon treffon, waar hij, mede geroepen de Scheepvaartwet uit te voeren, alleen zijn plicht doet, als hij de schii>pers verbaliseert. Daar waren bij de beklaagden oude, Ver weerde en iP hun vak vergrijsde mannen, die een veertigtal jaren het visschersbedrijf hadden uitgeoefend, die stormen hebben ge trotseerd, gevaren doorstaan, maar wier han den totaal verkeerd staan om de pen te voeren; met bewogen Stem verklaarden zij de wetenschap te missen, voor dit werk ver- ciseht. En tl och, de recders hebben nooit over hen te klagen gehad. Zij hebben hun vaartuigen steeds behouden door storm en branding gevoerd en weer op do reede ge bracht. Daar waren ook körcls bij in de kracht van hun leven en jonge mannen, die, dank zij het beter schoolonderwijs, zeker wel in staat mochten worden geacht de staten in te vullen, maar daarmede zijn ze nog niet klaar. Zij moeten ook kennis hebben van sextant en chronometer en met deze zoek instrumenten kunnen werken- „Maarook al zouden wij dit kunnen," verzekerden deze mannen, „dan zou ons nog de tijd er toe ontbreken. Ook de schipper moet aap ]>oord bij do vischvapgst werken als de minste matroos. In drukke dagen en naohten zajn ze mede geregeld in het getouw en wie zou, als htet zeebanket vot schal kt en opgehaald; moet worden, dit werk verzuimen voor het invullen van 'een register, waaraan tochj niemand wat heeft?" „"Want, ziet u1, EdelAchtbare," zoo ver klaarde er een, vwij zouden bij het begip van 'den tooht het journaal al kunnen laten opmaken en Piemand zou bij thuiskomst kun nen constateeren, dat het valschelijk ware ingevuld; maar wij mogen en willen nie,t oneerlijk zijn. Het past ons slecht vijf gul den boete te betalen,, waar de readers ons dit niet vergoeden, maar we kunnen er niets aan doen; een volgend jaar ziet u hier ons weer voor dezelfde overtreding. Wij moeten uit Vi-sschen gaan, dat is eenmaal ons beroep, doch wij kunnen niet volbren gen wat nu' van ons wordt. Verlangd." Het was te merken, dat de Ambtenaar Van het O. M., Vertrouwende op de waar heidsliefde dezer mannen, met het geval ©enigszins Verlegen Was. Hij motiveerde zijp .tedsch slechts met de opmerking, dat def overtreding Vaststond ten dat hij daarom straf moest Vragen, en in dit geval voor elke overtreding f 6 En als de arme schip pers tegen wil en dank overtreders der wet, klaagden Over zooveel geld, daja liet de kantonrechter genoegzaam doorschemeren, dat heb vonnis pog clementer kon luiden en dat ook hij medelijden met hen had, omdat de wet hier vrijwel het onmogelijke van deze mannen vergt. Hij raadde hun aam zich tot den Minister te wenden en als zij antwoordden, dat een met de handteekenin- gen "van bijna alle belanghebbenden verzon den [adres geen resultaat heeft gehad, dan drong hij er op aan dat een deputatie van de beste woordvoerders, uit hun midden naar iden Minister zou gaan om Z.Exc. onder hot oog te brengen, dat er iets on billijks ton onredelijks voor hen in deze wet gelegen is, en dat hetgeen voor een behoor lijk ingericht koopvaardijschip mogelijk en uitvoerbaar is, nog niet kan worden toe gepast op een visschersvaartuig. Wij maken ons gaarne tot tolk van deze gevoelens en zouden aan Z.Exc. den Minis ter willen vragen of men hier niet het onmogelijke van deze visscherlieden eischt. „Ik heb meer dan 30 jaren als schipper met Gods hulp mijn vaartuig ter vangst ge leid en in behouden haven teruggebracht, zonder aanhouden van een journaal," ver zekerde ons een oude vis3cherman met tranen in de oogen, en waarlijk, wij gelooven ook, dat het zonder dit journaal met een prac- tisch bevaren man wel gaat, en de vrees, dat 'zonder strenge toepassing van dit wets artikel de visschers vloot gevaar dreigt, vrij wel denkbeeldig is. En ai mag men van hooger 'hand lep anders over denken, men zal toch .ook wel willen erkennen, dat ter allerminst periouluni in mora is. En waarom deze eenvoudige mannen, die voor 't meerendeel op de vissoherevloob hun spoten hebben verdiend, dan zoo ineens het mes op de keel gezet? Waarom, als mep do toepassing in ket belang der veiligheid van hen, die zich met vissdhers vaar tuigen, ter zee hegeven, Volstrekt noodig acht, dan niet een overgangsmaatregel getroffen, waar door ido 'Poeders in do gelegenheid gesteld worden, 'zich bij de wet aan te passen, bijv. door den schippers jongmaatjes ter zijde te stellen, die in overleg met dezen dit werk 'doen, zooals de kantonrechter in overweging gaf? Maar daarvoor is eenigo tijd van voorbe reiding en overleg noodig. Men zal met dezen maatregel niets anders bereiken dan dat hij tegen wil cn dank wordt overtreden, en de mannen zich maar een vonnis getroos ten, wat zeker niet den eerbied voor 's lands wetten verhoogen Zal, allerminst bij het jonger 'geslacht, klat in deze, zij het dan ook noodgedwongen, wetsovertreding1 wordt voorgegaan 'door ouderen, en er zoo mee vertrouwd Wordt. Het is aan de houding dezer eenvoudige, maar stoere visschorlie* den, volstrekt niet revolutionnair uit alles' te merken, dat' zij in dezen maatregel een nuttelooze plagerij zien en niets anders. Daar door worden zij zoo bitter gestemd en ver vult met Wrok1 tegen het gezag, dat zich wTeekt op den mJan, met de uitvoering der Wet belast. Ons dunkt, dat het van wijs beleid van den Minister zou getuigen, voorshands de zen m'aatregel te schorsen cn nader overleg met de reeders, wion het ten slotte 't inleest aangaat, to plegen. Mocht de Regeering daarnaar geen ooren hebben en doof blijven voor de klaagtonen dezer visscherlieden, laten dan één of meer Kamerleden deze zaak aan een onderzoek onderwerpen, om, indien zij met ons tot de overtuiging' komen, dat wetstoepassing op dit oogenblik een onrcdelijken eisch aan do schippers stelt, waaraan we niet twijfelen, dan de zaak in do Kamer aanhangig maken. Zoó kan liet pi eb blijven'. Leiden, 4 Aprih Naar aan de „N. R. C." wordt gemeld, zal er een poging worden gedaan om dr. W- Brede Kristensen, hoogleeraar in de ge schiedenis der godsdiensten aan de universi teit alhier, voor zijn vaderland en -de uni versiteit van Christiania te herwinnen. Er was bij het Noorsohe Storthing een voorstel aanhangig om aan de universit9at te Christiania een leerstoel in te stellen voor de geschiedenis der godsdiensten, op een salaris van 6000 kronen. De leerstoel zou niet bij de theologische, maar bij de litera- risch-fdisofisohe faculteit be hooren. Er werd reeds een naam genoemd van een ge leerde, die er volgens sommigen voor in aanmerking kwam, volgens anderen eohtcr niet. Weer anderen wilden vrije mededin ging, waarbij men sollicitanten uit het bui tenland verwachtte. Maar van verschillende kanten zei men, dat prof. Kristensen do aangewezen man was. Hij is de eerste in zijn vak van de heele wereld, zeide afge vaardigde Sandberg. Maar meer dan één spreker bracht in het midden, dat men prof. Kristensen toch niet zou krijigen. Hij had al te kennen ge geven, dat hij te Leiden wou blijven, waar hij voor zijn studie de beste omgeving vond. Ten slotte werd het voorstel om het pro fessoraat in te stellen met 59 tegen 57 stem men verworpen, en aangenomen, met slechts 7 stemmen tegen, om de Regeering te verzoeken, alsnog bij prof. Kristensen pogingen aan te wenden om hem voor Christiania te winnen, en, vond zij hem daartoe bereid, in het volgende Storthing met een nieuw voorstel tot instelling van het professoraat te komen. Het ziet er dus naar uit, zegt het blad, dat voorloopig de leerstoel van de geschie denis der godsdiensten te Christiania af hangt van de vraag of prof. Kristensen hem wil bezetten. Gelukkig weten wij, dat die leden \an het Storthing, die zeiden: „Prof. Kristensen wil toch niet", gelijk hebben. De hoogleeraar vindt inderdaad geheel afgescheiden van de salariskwestie, die onze oorrespondent aanroert te Lei den een omgeving voor zijn studie, die Christiania hem niet kan bieden. Leiden met zijn bibliotheek, zijn rijk museum, waar de studie van het Oosten van oudsher heeft gebloeid. Op het oogenblik is prof. Kristensen op weg naar Athene, zoo hij er al niet is om er het Oriëntalistencongres bij te wo nen. Na wat in Griekenland te hebben rond- gezien, steekt, hij naar Egypte over, waar hij eenigen tijd voor zijn studie blijft. De „Sts.-Crt." bevat de statuten van de Chr. Jonge li ngsv. onder de zinspreuk „Zoekt den Heere en leeft", Amos 5 6a, ■je Katwijk-aan-Zeevan. Drieburgsch ütev fanfarekorps te Waardervan den tuinders- bond ,,De Hoop geleidt ons", te Ter-Aar; van het Kruisverbond „St.-Bonifaoius", te Alphen aan den Rijn. Ds. J. G. Deur, pred. bij de Ned.* Herv. Gem. te Gouda, heeft gisteren zijn 25-jarige ambtsvervulling onder vele blij ken van belangstelling herdacht. Van gemeenteleden werd den jubilaris als blijk van erkentelijkheid een tegeltableau aangeboden, een interieur van de St.-Jans- kerk voorstellende. In de zitting van gisteravond van den Amsterdamschen Raad kwam aan de orde het voorstel van B. cn Ws. om lien te mach tigen het voormalig hoofdkantoor der gemeente- gasfabrieken, aan po Keizersgracht te be* stemmen cn in te richten voor den dienst der gemeente-arbeidsbeurs, en voorts lokalen van dat gebouw beschikbaar te stellen voor het centraal-bureau voor sociale (en rechts, kundige) adviezen, en voor dp Kamers van Arbeid; vooir dit doel een bedrag van f 155,000 uit te trekken. B. en Ws, uit to noodigen op bet ter rein van den voormaligen Parkschouwburg nevens het Wcrtheimpark, een gebouw te doen opriohten, ten einde dit tgn gebruiko af te staan aan een vereeniging tot opiiokv ting en instandhouding van een openbare lees zaal met bibliotheek te Amsterdam; ten be hoeve van den bouw hiervan een bedrag van f 100,000 beschikbaar te stellen. Een motie-Lambrechtsen van Ritthem o.s-, luidende: De Raad, van oordeel, dat hetl voormalige hoofdkantoor van de gemeente- gasfabrieken aan de Keizersgracht 444446 behoort te worden bestemd tot huisvesting van een openbare leeszaam met bibliotheek, noodigt B. en Ws', uit, hun voorstel terug te nemen en nadere voorstellen te doen met betrekking tot het naar behooren huisvesten van de Arbeidsbeurs en de Kamers van Ar beid, werd cohter aangenomen met 25 tegen! 10 stemmen. Niet de Arbeidsbeurs, maar de Openbark Leeszaal komt dus op do Keizersgracht bij' het Molenpad. Er worden pogingen aangewend oni een gemeensohappelijken keuringsdienst vaq' levens- en genotmiddelen en gebruiksarti kelen te organiseeren voor de gemeenten IJselstein, Montfoort, Jutphaas, Vianen', Vreeswijk, Wijk-bij-Duurstede, Schoonhoven, en Oudewater. Do Directeur-Generaal van den Land', bouw brengt ter kennis, dat het in dit jaap te honden veeartsenijkundig examen zal aan vangen op Maandag 13 Mei, des voormid* dags te 9 uur, in de lokalen van 's Rijke! veeartsenijschool te Utrecht. In de vergadering van den Gemeente raad van Doornspijk weigerden enkele raadsleden mede te werken aan de vaststel ling van de kohieren van den hoofdelijke# omslag. De heer Draaier deelde mede, dat hij eri eenige andeTe Raadsleden zich bezwaard! achten mede te werken aan de vaststelling der genoemde kohieren, waarbij belasting eal worden geheven ook van den kleinen, man, en dat terwijl er zooveel geld zoek is, dat niet ten nutte der gemeente werd be steed. Klachten over vervalsohing van man daten en andere stukken vinden geen oC onvoldoende verhoor, terwijl de klagers met een kluitje in 't riet worden gestuurd en soms zelfs onaangenaam worden beje gend. Zoolang de verduisterde gelden niet zijn verantwoord, kon do heer D. het niet met zijn geweten overeenbrengen aan del 1») In het zwakke soliijuael van het bedekte elecbrische lioht zag zij het rustig slapende, bleeke gelaat en de geelachtige, gevouwen handen, die nu onbeweeglijk op de dekens lagen. Ook de zuster sliep. Zij ging gerust gesteld naar haar kamertje, kleedde zich ült en viel reeds half slapend in haar bed.. De nacht verstreek zonder stoornis. Toen Yollmiller den volgenden morgen Aaar dö zieke kwam zien, was hij verbaasd, dat zij betrekkelijk zoo goed was na de woeste bui van den vorigen dag. Denzelfden avond, toen Louise nog laat aan haar keukentafel achter den inktkoker gezeten en haar ha'rt voor Henni uitgestort nod, was men in de woning der Strieglers niet minder onrustig dan het met haar ge weten worstelende meisje. Moeder Striegler, die haar man naar be-d bad gebracht, ging nog eens door het huis om all es na te zien. Bij de kamer van haar *oon bleef zij een oogenblik luisterend staan of zij zijn ademhaling ook hoorde, welker geluid anders duidelijk door het dunne houtwerk der deur drong. Dat deed zij meestal. Het gaf haar een geruststellend gevoel, wanneer zij het gezonde ademhalen van haar zoon hoorde, voordat zij zich ter ruste begaf. Het was nog een stukje herinnering uit de jonge jaren van haar kind, hetwelk zij had overgebracht naar 2ljn mannelijken leeftijd. Zij hoorde heden niets en wijl haar hart vol onrust was, drukte zij zacht den ouderwetschen, ijzeren klink neer en keek naar binnen. Het kamertje was leeg. In het bed lag niemand. En door het open raam bescheen de sikkel der maan het gladde, witte lin nen. Het sloeg tien uren op den dichtet- bijzijnden kerktoren. De gezellen, die na middernacht weer moesten opstaan, slie pen reeds vast. Of haar jongen beneden was in de bakkerij Zij begaf zich door de lange, smalle gang naar de verbindingsdeur, welke volgens ouden bouwtrant het achtergedeelte van het huis met het voorgedeelte verbond. Het was beneden donker. Niet eens was bet veiligheidslampje aangestoken, dat altijd moest branden voor het geval, dat er iets in de bakkerij kon gebeuren. De oude vrouw raakte uit haar humeur over die achteloosheid en nam het lampje van het plankje aan den muur, waarop het stond. „Natuurlijk leeg gebrand 1 Leeg als de zak van een handwerksjongen," mompelde zij bij zichzelve en vulde het met de nieuwe olie uit de blikken kan, welke er naast stond. Buiten klapte een deur. Moeder Strieg ler luisterde met gespannen aandacht; zij zette het brandende lampje neer en ging naar voren. Nu hoorde zij fluisteren. Dat kwam uit den winkel. Dieven Och, onzin Er waren geen dieven in het stadje. Zoo iets liet men aan de naburige Berlijners over. Nu bewoog de winkelklok zich zacht, maar de klepel werd vast gehouden, opdab deze geen geluid zou geven Dab ontging het fijne gehoor van moeder Striegler niet, ofschoon het zand op de uitgesleten 9tee- nen in d« gang onder haar voeten knarste. Nu had zii ook reeds den klink gegrepen en rukte de deur, welke naar den winkel leidde, open. Door den tocht ging haar licht uit. Voor sloeg de winkeldeur in heb slot. Een sleutel knarste en werd uit het slot getrokken. De vrouw kwam juist nog bijtijds om twee gedaanten te zien, die over bet marktplein snelden, den kant naar het station op. Het licht der maan bescheen beiden. Moeder Striegler zag duideb'jk en scherp het profiel van haar zoon. „Groote goedheidriep zij uit, terwijl zij zich op de ouderwetsche leeren sofa liet neervallen. „Dat is niet mogelijk!" Het duurde een heelen tijd voordat zij weer wat tob zichzelve was gekomen. Het knetteren van het licht in welks flikkeren de vlam een kevertje was gevlogen, welks verkoold lichaampje nu als een glinsterend, zwart stipje neerlag, wekte haar uit haar somber gepeins op. Zij stond op en <leed een paar schreden. Maar zij moest zich aan de toonbank vasthouden, ten einde niet neer te zijgen, zóó ellendig voelde zij zich. En nu viel haar benevelde blik op een boek, dat half van onder een stapel pakpakier uitstak. Werktuiglijk greep zij er naar. Haar opgewekte argwaan zocht en vond: tusschen de bladen lag een brief, Louise's brief aan baar verloofde. Hoe kwam die hier? De oude vrouw streek over haar oogen, de zenuwachtigheid maakte haar onzeker. Maar zij vergiste zich niet. Dat was Louise's handschrift en het couvert was open zij haalde den brief te voorschijn en las. Het hart stond haar stil. Zou Henni dat gelezen hebben en zou hij daarop met die... bij nacht en ontijd weggeloopen zijn. wijl hij heel goed wist hoe zijn ouders over de Boheemsche dachten Moeder Striegler schudde haar oud hoofd, vouwde den brief dicht, schoof dezen weer in het couvert en legde alles op zijn oude plaats. Het uurwerk van den kerktoren haalde tot een helderen slag uit. „Elf!" mompelde de oude vrouw. „Reeds elf uren!" En zij legde haar bevende rechterhand op den stapel pakpapier, waaronder heb boek met don brief lag. En alsof zij de daad van haar zoon moest verontschuldigen, zeide zij plechtig: „Mijn zoon weet daarvan niets af; absoluut niets!" Buiten klonk een luide stap over de straat- steenen. Moeder Striegler schoof het lichb achter de toonbank en luisterde. Haar harb klopte sneller. Als hij eens terugkwam Wanneer zijn geweten hem had gemaand Maar de stap ging voorbij; een paar huizen verder klonk de huisschel van een buurman in de stilte van den nacht- Zij viel moedeloos weer op de sofa neer en ondersteunde haar hoofd met beide han den. Hoe zon het nu gaan? Met de zaak? Met Louise? Met Henni, haar eenigen jon gen? Ach, hoe zou alles nu worden? De smart strekte haar magere armen uib. De zorg sloop op zachte zolen in heb ouderwetsche huis. Zij reikten elkaar de hand en grepen in heb hart der oude vrouw. Een wanhopig gesnik weerklonk door de stilte van den avond. Moedertranen Heete moedert ran en I De rtiorgentrein uit Berlijn braohb weinig passagiers. Een paar arbeiders, die in heb stadje werk hadden en die niemand in heb bijzonder kende. „Als ons maar niemand ziet," zeide Jo- sepha, die met Henldrik uit een coupé steeg. „Wie zou ons zien?" antwoordde de jon ge man eenigszins korzelig. „Het is immers nog zoo vroeg." „En in de zaak?" „Ja, in de zaak..." Zij moesten hun kaar tjes afgeven, zoodat hun gesprek staakte. „Ga maar spoedig naar je kamer, Jo- sepha, opdat gij niet gezien wordt. Ik zal wel ongemerkt binnenkomen. Ik heb al de gezellen in mijn zak; dus voor mij betee- kent het niets." „Ja, dat zegt ge nu wel, Hendrik, maar ais je moeder mij ziet, wat moet ik dan. zeggen? Ik kan daar toch ook niet zoo staan, als iemand..." Zij liepen samen over den eenzamen sta tionsweg naar .de stad, welke ter zijde van het stationsgebouw lag. Het was koel zoo vroeg in den morgen. Hendrik had den kraag van zijn jas opgeslagen en de han den in de zakken van zijn overjas begraven. Ook het meisje bad het koud. Op de vroo- lijke stemming in de Berlijnsche tingel tangels, welke zij bezocht hadden, volgde een vervelende toestand van ontnuchtering, nu zij beiden voor het gevaar der ontdek king stonden. „Zoo ik mij maar niet door jou had laten' overreden," klaagde het meisje en haar oogen gleden met een vorschenden blik! over hem heen. (Wordb v#rvoJg<L)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 1