No. Ï5979.
Aim© 1912.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
JBoelclag>-.
Onder nemingskassen, hetzij verbondon aan
céne onderneming enkelvoudige onderhe-
niingskassen, hetzij verbonden aan een aan
tal ondernemingen gezamenlijk, samen-
ges teld e onderne mi n gs kassc n
Enkelvoudige onderneming s-
kasson kunnen worden gevormd door de
arbeiders, werkzaam bij ééu onderneming,
mits heb aantal dier arbeiders ten minste»
oen nader te bepalen aantal, bijv. 100 be
draagt.
Gecombineerde ondernemings-
kassen kunnen worden gevormd door de
arbeiders van meerdere ondernemingen ge
zamenlijk, mits liet aantal verzekerde arbei
ders ten minste een nader te bepalen aantal,
bijv. 100, bedraagt.
Laatstgenoemde worden beheerd door oen
bestuur*, bestaande uit: een voorzitter en een
secretaris-penningmeester, door de eigenaars
of beheerders der* gezamenlijke ondernemin
gen ie henoemeu, en minstens ééu arbeider
van elk der ondernemimren. door de verze
kerden te kiezen, met dien verstande, dab
voor elke 50 arbeiders in dienst van oen
onderneming een bestuurslid kan worden aan
gewezen.
Eindelijk zal voor die arbeiders', die bij
geen <ler voorgaande kassen verzekerd zul
len zijn, één of meer gemeentelijke zieken
kassen moeten worden opgericht. De benoe
ming van den voorzitter en secretaris zal
kunnen geschieden door den Gemeenteraad,
terwijl dc hij die kas verzekerde arbeiders
gezamenlijk voor iedere 50 loden een bestuurs
lid uit hun midden zullen aanwijzen.
De statuten van deze kassen worden door
den Gemeenteraad vastgesteld, terwijl de be
sluiten van het bestuur, betreffende de Im
paling der premie en verder geldelijke aan
gelegenheden, behalve de uit koeringen, de
goedkeuring van B. en Ws. behoeven.
Aan de gemeente Zou door den Staat, een
subsidie kunnen worden toegekend, als te
gemoetkoming i n de administratiekosten dei*
gemeentelijke ziekenkassen."
Het aandeel van den werkgeve'r in de
premie worde gesteld op ten hoogste 40 pCt.
liet ziekengeld op 50 pCfc. van liet gemiddeld
dagloon, uit te keeren na den 5den dag
der arbeidsongeschiktheid en gedurende ten
hoogste 2G weken.
"Wordt dé zaak alduS geregeld, dan zal
de uitvoering niet slechts ia naam, maar i.n
werkelijkheid, berusten bij de belanghebben
den, zoodat met recht mag worden verwacht,
dat het meest nuttig effect zal worden ver
kregen, 'zonder dat tob instelling' van nieu
we ooileges, tot heb scheppen van nieuwe
ambtelijke posities behoeft te worden over
gegaan 'en zonder dat het op dit gebied
reeds bestaande behoeft te verdwijnen."
Na in een artikel gewezen te hebben op
het feit, dat er vevsohillende misstanden
zijn, clie door het publiek onee r lij k e
concurrentie worden genoemd, zon
der dit echter in den waren zin des woords
te zijn, bespreekt ,,D e Rotterdam-
m e r" in een tweede artikel de echte on
eerlijke concurrentie. Het blad splitst de
gevallen van oneerlijke concurrentie in
twee groepen.
De eerste groep omvat de gevallen, waar
in de oneerlijke concurrentie een bepaald
persoon, onder de concurrenten treft; de
tweede groep bestaat uit al de andere ge
vallen, waarin de oneerlijke concurrentie
is gericht tegen al de concurrenten als zoo
danig of althans tegen een heele reeks of
groep concurrenten van eenzelfde soort.
Beide groepen worden dan besproken.
Eerst de groep, waar een bepaald persoon
of firma de dupe wordt.
Tot deze groep behobren vooreerst tal van
gevallen, waarin de oneerlijke concurrentie,
hierin bestaat, dab men door allerlei listige
kunstgrepen verwarring sticht bij het pu
bliek tusschen personen, winkels, kantoren,
goederen en wat dies meer zij. Dit kan op
allerlei manier geschieden. Men kan dit
doen door eens anders naam of handels
naam (firma.) te gebruiken. Soms ook mis
bruikt men op deze wijze niet den naam,
maar een of ander te eken, dat aan eens
anders zaak eigen is. Zoo komt heb voor,
dat men eens anders fabrieks- of handels-
merkt namaakt en dan daarin kleine, on
merkbare wijzigingen aanbrengt, zoodat
het niet precies hetzelfde is, maar tocli
het onderscheid zóó gering blijft, dat het
gvcote publiek het niet ziet. Brengt een
firma bijvoorbeeld briquet en in den han
del, waarop een driehoek is aangebracht
met daarin een hoofdletter O, dan brengt,
een andere firma veel minder deugdelijke
briquetben aan den man ook met een drie
hoek, maar plaatst daarin een hoofdletter
G. Anderen weer bootsen met geringe af
wijkingen uithangborden, uitwendig aan
zien van winkels en dergelijke, na. Hetzelf
de geschiedt met speciale verpakkingen,
etiquetten en dergelijke. Weer anderen ne
men titels van boeken, namen van kranten
en dergelijke over. Kortom, hier is een ein-
delooze variatie aanwezig van allerlei on
eerlijkheden, waarbij men vaak verbaasd
staat over de sclierpzmiglieid, waarmede op
deze. wijze het publick wordt misleid.
,,D e Rotterdammer" geeft ver
volgens eenige krasse staaltjes van dit
soort concurrentie.
De tweede groep, bestaande uit gevallen,
waarin de schade niet treft één bepaalde
zaak, maar alle zaken van dezelfde soort,
geschiedt op verschillende wijzen.
Vooreerst geschiedt zulks door het publiek
te misleiden omtrent de qualiteib der wa
ren, door den oneerlijken concurrent gele
verd. Zulks moet men natuurlijk niet al te
streng nemen. Wanneer een winkelier een
bepaald artikel aanprijst per circulaire als
het allerbeste en allergoedkoopste in het
gebruik, dan kan mon hem niet van oneer
lijke concurrentie beschuldigden. Maar ge
heel iets anders wordt dit, zoodra heb be
paalde misleiding wordt. Wanneer hij, om
nu eens iets te noemen, Russische petro
leum, die minderwaardig is, verkoopt als
Amerikaansche en daarvoor den winkel
prijs der Amerikaan sche vordert, dan
wordt liet publiek [bedrogen. En gaat hij er
nu toe over, om deze valsche Amerikaan-
sche petroleum één of twee centen goedkoo-
per te geven dan de concurrenten, dan be
nadeelt luj door dat bedrog zijn concur
renten, en is oneerlijke concurrentie aan
wezig.
Hetzelfde is het geval als de misleiding
van heb publiek. betreft niet de qualiteib,
maar de quantitei t, de hoeveelheid.
Voorbeelden daarvan zijn de verkoop por
flesch met de groote ziel, van strengen of
knotten garen van minder dan de opgege
ven of normale lengte, knoeien met het ge
wicht en dergelijke.
Ook komt het voor, dat rnen heb publiek
misleidt in zake clen prijs. Dit geschiedt
bijvoorbeeld do-or in de uitstalkast iets ten
toon te stellen, zeg een bontmantel, waar
aan een onzichtbaar gebrek is, voor een
lageren prijs. Zijn de menschen clan een
maal binnen gelokt, dan wordt hun met
allerlei omhaal meegedeeld, dat de ge-
etaleerde mantel niet veikocht wordt, om
dat er iets aan mankeert, maar dat men
een dergel ijken m antel Voor zoo en zooveel
meer kan. krijgen. Meif cToet dit dan óp zóó
dringende wijize, clat allèen zeer standvas
tige personen zonder te lcoopen weer den
winkel verlaten. Zoo lokt men door valsclie
voorspiegelingen de klanten van anderen
naar binnen. Hiertoe behöoren nu het belo
ven en ten slotte met allerlei vijven en zes
sen niet-geven van rabat, uifcverlcoopen on
der valsche voorwendsels (faillissement)
en dergelijke. De fabclaolitigste verhalen
worden hierbij soms opgeclischt om cle
menschen naar binnen te lokken.
Eindelijk behoort tot deze groep nog bet
zich aanmatigen van valsche onderscheidin
gen en titels, zoo bijvoorbeeld van hofleve
rancier, en dergelijke.
Een aardig staaltje van dit laatste bedrog
we ra op een der congressen meegedeeld.
Een winkelier had een mooie foxterrier,
die op een hondententoonstelling met een
medaille bekroond werd. De handige man
wist hiervan partij te trekken door deze
medaille als reclame te gebruiken voor...
sardines
De „Nieuwe Arnhemsche Cou
rant", aldus De Tijd", heeft een al-
lergrappigsten blunder gemaakt. Spreken
de over een pas verschenen brochure,
waarin de T a r i e f w e t werd bestreden,
nam het blad de gelegenheid te baat om
een predikant a faire te nemen. Het
schreef over hem:
„Wij hopen, dat dit werk veel gelezen
zal worden en daardoor veel nut zal doen.
Het zij bovenal Dominé Petersen, die nu
als lofredenaar *-an het Tariefontwerp
rondreist, ter lezing aanbevolen, wellicht
roept hij dan wel met Samech uit den
llOden Psalm: „Het haar mijns vleesches
is te berge gerezen van verschrikking voor
u, en ik heb gevreesd voor uwe oordeelen.'"
En hij zal voortaan het bespreken van het
Tarièfontwerp overlaten aan der zake des
kundigen."
Wij hebben het hier dus over „dor zake
kundigen" l En wie is nu de heer Samech
met wien volgons de „Nieuwe Arn
hemsche Courant" de predikant
samen iets moet uitroepen
Och de Psalmen zijn, zooals men weet,
verdeeld in verzen en nu staat in Let
Psalmboek van de redactie der „N i e u-
w e Arnhemsche Courant" bo
ven ieder vers de naam in de Hebreeuw-
sche letter, waarmede ieder vers in deze
taal aanvangt. De schrijver van het artikel,
die misschien nooit ter catechisatie, is ge
weest of zijn lessen is vergeten, ziel Sa
mech. voor een persoon aan, en zal straks
zijn lezers misschien vertollen dat Ko
ning David en zijn ministers allemaal
tegen de Taricfwet waren.
Van „der zake kundigen" gesproken!
Naar aanleiding van de Memorie van
Antwoord bij het voorstel van wet tot iu'fc
verleenen van ontslag aan g e h u v-
de ambtenaressen en onder-
wijzeres se n lezen wij in een artikel
in het Maartnummer van ,,B e 1 a n g e n
Eech t" o.a. het -volgende
Dat late huwelijken het gevolg dezer wet
niet alleen kunnent maar zullen zijn, is uit
het oogpunt van volkskracht een sterk ar
gument tegen de aanneming van dit ont
werp, terwijl het feit, dat een vereeniging
als die tot Verhooging v. h. Zedelijk be
wustzijn in dit wetsvoorstel een bedreiging
van haar ethisch streven '/.iet-, menig gods
dienstig gezinde de oog-en moeten openen
voor de gevaarlijke zijde van deze over
heidsbemoeiing.
Er is ook een concurrentie-vraag gemoeid
met dit wetsv-oorsbel. Richten gehuwde on
derwijzeressen zelf scholen op, dan bedoe
len dezen zich. een bestaan te verzekeren, de
school wordt dus als winstgevend bedrijf be
oefend en blijft van subsidie verstoken,
aldus meent "de Minister. Dooh als een Ver
eeniging, die van haar school geen winstge
vend bedrijf maakt, een gehuwde onderwij
zeres als hoefd aanstelt, omdat die genood
zaakt isf haar werk goedkoop er te leveren'?
En als mevrouw X., geboren Y., tot hoofd
dier school benoemd, haar echtgenoot
ook onderwijzer, maar in heb bez.it van min
der akten bijv. tot eersten onderwijzer
krijgt'? Dan zijn dat zeker geen gronden,
waarop de - Regeering subsidie kan weige
ren, al bestond het goheele personeel van
zulk een school uit gehuwde onderwijzeres
sen of uit echtparen. Het aantal personen,
voor wie deze ontslag-wet ontworpen werd,
is betrekkelijk zeer klein, daar de over-
groote meerderheid der vrouwen bij bet
aangaan van een huwelijk haar betrekk-ag
vrijwillig opgeven, hetzij, omclat zij in het
huwelijk juist het middel zien, om uit een
werkkring, waarin zij slechts noodgedwon
gen blijven, op een fatsoenlijke manier ver
lost te worden, hetzij haar kracht ontoere-
kend is, om aan de door haar zelf gestelde
hooge eischen van heb beroep en van het
gezin, dat zij helpen stichten, geheel te vol
doen. Er zullen bij het in-behandeling-ne-
men van deze wet nog geheel andere argu
menten moeten worden aangevoerd, om een
zoo groote vrijheidsbeperking van de vrouw
voor de meerderheid onzer volksvertegen
woordigers aannemelijk te maken. Wij kun
nen de gedachte niet weren: als één of
meer hoogstaande vrouwen zich eens in het
parlement konden doen hooren
Hier is weer een van de vele punten van
wetgeving, waarbij gehandeld wordt over
de vrouw zonder de vrouw, waarbij ver
waarloosd wordt het inzicht van vrouwen,
dat men toch verschillend acht met het in
zicht van mannen. Ook dat zal voor meer
Onder di-et opschrift De geneesheer,
in het gedrang schrijft een Mod. Doet-
in .„De Maasbode" over de positie
dor medici ten opzichte van de ontwor
pen Raden- en Ziektewet, waarin hij
ö,a» zegt:
Wordt do wet doorgevoerd, zooals zij nu
voorgesteld, dan wordt de geneesheer (het
\voord is in medische kringen gebruikt) „vor-
amb ten aard", een ambtenaar, die aangesteld
en ontslagen wordt door de bestuurders der
enkele erkonde ziekenfondsen, van wier goed
dunken hij volkomen afhankelijk is. De pa
tiënten zijn aan dat erkende ziekenfonds ge
bonden^ al willen zij hun geneesheer be
houden, dien zij om zijn persoonlijke eigen
schappen als arts waardeeren, als zijn han
delingen in strijd zijn met de inzichten der
bestuurders, dan is het mot hem gedaan.
Leert de ondervinding bij onze oostelijke
naburen ons nog niet genoeg? Is het niet
treurig, dat daar conflict op conflict is
.voorgekomen, die bij betere (regeling yer-
deden hadden kunnen worden?
Onder het lioofd De Ziektewet én de
decentralisatie der Ongevallen-
Verzekering vinden wij in het Maart-
3Uimmer van „Do Ri si c O-B an k'\ heb
maandelijks verschijnende orgaan van do Gen-
iralo Werkgc ve'rs.Risico.Bank te xAmstcrdanv,
do volgende opmerkingen:
"Wij hebben altijd aangedrongen op ver
eenvoudiging en decentralisatie der Ongeval
lenverzekering.
Om deze te verkrijgen is echter geen ge
compliceerde ineenschakeling yan ziekte- cn
ongevallenverzekering noodig, zooals do Be
geering voorstelt. Die vereenvoudiging kan
op hoogst eenvoudige wijze worden tob stand
gebracht, door namelijk--aan de agenten der
Rijksbank moer zelfstandigheid te geven.
Dit is oen kwestie van wijziging der On
gevallenwet, die zeer gemakkelijk cn met
weinig vertraging ware- aan te brengen bij
liet aanhangige ontwerp tot wijziging dier
wet. Daarvoor is ook geen uitbreiding van
personeel noodig, want de agenten cn con
trol eerend-gcnoeslcundigen doen hetzelfde
werk ook nu reeds, zij liet dan ook zon
der bevoegdheid tot beslissen.
Door do Ziekteverzekering el' bij fo be
trekken, heeft men allerlei moeilijkheden in
liet leven geroepen. De doeltreffendheid de
zer decentralisatie, do vraag wie de kosten
dor eer-s te drie maanden zal betalen, en vooral
do toepasselijkheid der voorgestelde bepalin
gen mede op land. cn tuinbouwongevallen,
geven stof tot velerlei critiek en klachten.
Het ontwerp.Ziektewet zelf zou er on
getwijfeld bij winnen, wanneer men dit ge-
heele aanhangsel de ineensckakeLing met
de Ongevallenverzekering er uit lichtte cn
do gewcnschtc decentralisatie tot sbaivl
bracht op do boven aangegeven eenvoudige
wijze, bij heb ontwerp tot wijziging der On
gevallenwet, respectievelijk bij de op handea
zijnde regeling der Land. en Tuinbouwon-
gevallen ver zekering in haa'i* verschillende
vertakkingeu, als in dat der Ziekteverzen
kering.
Mr. Vlaanderen schreef in Het „Tijd
schrift dor M a a t s c h a p p ij van N ij-
verheid" over de Arbeider sziektc-
verzekering een. artikel,, waarin nog
maals met nadruk gewezen wordt cp de won-
schelijkheid om het groote doel van de wet
te bereiken zonder het vele goede, dat juist
op dit gebied reeds bestaat, to vernietigen.
Na do web van Talma aan Critiek onder
worpen te hebben, doet do schrijver de vol
gende regeling aan de hand, waarbij mot<
bestaande toestanden rekening wordt gehou
den cn de bezwaren der minis tori eelo ont
werpen worden ondervangen:
„Do uitvoering der verzekering moet be
rusten bij ziekenkassen, opgericht en be
boerd door do belanghebbenden zelf, terwijl
voor hen, die in zoodanigo leassen geen
plaats mochten vinden, de verzekering zal
moeten geschieden bij van overheidswege op
ie richten ziekenkassen.
Regel zij dus de particuliere, uitzonde
ring do openbare kas.
Als particuliere1 kassen' kunnen WOrden
toegelaten
i)
Zoolang moeder leefde, had Hein altijd
gezegd, mocht er geen stoel verkocht wor
den. De oude ziel zou zioh „dood geërgerd"
hebben, als er ook maar één stukje, dat
vader zaliger aangeraakt had, onder den
hamer was gekomen. En wat moeder
.weuschte, was voor Hein een bevel.
Vader Willems woonde in Zandhuizen,
een halfuur van de stad Z., was bakker in
zijn tijd, speciaal roggebroodbakker.
Anderhalve last in de week werden in
den trog tot deeg getrapt en clirie ovens
waren dagelijks stampvol met veertien- en
acht-ponders. De /aak marcheerde uitste
kend en twee paarden waren geregeld in de
weer om de zoete en zure brooden den boer
op te brengen, en als 's winters de wegen
in den naburigen polder, waar beste klan
ten woonden, één moeras waren geworden,
moesten de molenaars niet hun trekdieren
helpen, want dan waren er drie of vier
noodig, om Albert, den ouden knecht, met
zijn wagen te brengen waar hij zijn moest.
Toen vader stierf, had Hein met moeder
'do zaak op den ouden voet voortgezet. Het
had lang geduurd, vóór moeder kon beslui
ten den naam op het tuimelraam boven de
winkeldeur te veranderen; maar toen de
letters van liet voortdurend afzeepen
moeder was bijzonder proper en helder
zoo goed als verdwenen waren, kreeg Hein
het er door, dat er kwam te staan: „Wed
H. Willems, brood-, koek- en beschuitbak
kerij en kruidenierswaren."
Dab had Hein zoo gewild, omdat Jans en
Fenna, zijn twee eenige zusters, hem voort
durend „steken onder water" gaven, als zij
moeder 's Zondags opzochten. Het verdroot
hem altijd te hooren van „zich er in
draaien" en „mooi leventje bij moeder",
„gemakkelijk aan den kost komen" en der
gelijke liefelijkheden meer.
Daarom had Hein er voor gezorgd, dat,
ook voor het oog van de wereld, mceder de
baas bleef. Moeders naam stond op de zak
ken, moeder teekende de kwitanties; zelfs
liad hij het ijzer, waarmee de brooden wer
den gemerkt, de zoete met één in het mid
den, de zure met twee indrukken, aan elk
uiteinde één, dat ijzer had hij. laten veran
deren, zoodat men duidelijk de letters
W. H. W. op de bovenkorst kon lezen.
De 28-jarige lobbes, moeders lieveling,
hield wèl de boeken bij voor moeder, die in
den laatsten tijd wat „doezelig" werd in
het hoofd, zooveel vergat en niet meer zoo
goed met cle pen voort kon als vroeger;
hij kocht wèl de rogge in, bestuurde feite
lijk als heer en meester de zaak, maar hij
bleef, wat luj onder vader geweest was;
de eerste knecht met vijf gulden loon en
den kost.
En nu was moeder dood en begraven.
Onder de begrafenis waren Jans, die met
Gerrit, haar man, een kruidenierswinkel
hield, en Fenna., die met Jan, den mulder,
getrouwd was, in het sterfhuis achtergeble
ven. Terwijl Hein zijn goede moeder de
laatste eer bewees, stond te weenen als
een kind, toen de kist werd neergelaten en
bij geholpen moest worden door den dood
graver om een schopje aarde voorzichtig
op de kist te laten vallen, als ware hij bang
moeder in haar rust te storen, haar te ver
schrikken, in dien tussohentijd hadden de
zusters al eens rondgekeken en al heel
gauw ruzie gekregen over het oude servies,
waar zij als kinderen nooit niet de vingers
aan mochten komen, en dat zorgvuldig in
het hoekbuffeb geborgen was, slechts met
hooge feestdagen te voorschijn kwamover
de oude klok, de linnenkast en de chiffon
nière; over het mooie damast en de gouden
oorbellen van mceder. En juist waren zij
op 't hoogst aan het kijven, toen de rijtui
gen van het kerkhof terugkwamen en Hein
met zijn beide zwagers, een paar buren
en eenige verre bloedverwanten binnen
kwamen, Hein bedrukt en zwijgend, Jan
met een Goddank, wat een zit," en Ger
rit bewerende, dat het een „deftige" be
grafenis v/as geweest.
Na het begrafenismaal staken de Keeiren
een sigaar op, wandelden het huis door,
clen tuin eens in, schijnbaar om den vrou
wen de gelegenheid te geven „af te ne
men," doch werkelijk om goed rond te glu
ren. Je kon dien Hein nooit vertrouwen.
Die zou wel gezorgd hebben, dat hij bin
nen was tegen, dat moeder dood ging,
had Fenna beweerd; en Jans was altijd
Overtuigd geweest, dat moeder een geheim
testament hacl laten opmaken door den
notaris, waairbij zij lieelemaal onterfd zou
den worclen, maar daar zou zij het niet bij
laten zitten en Gerrit evenmin.
Toen alle „vreemden'' weg waren', werd
koffie gedronken met een koekje er bij en
iwierp Gerrit eens een balletje op van de
kwestie, waar het nu om ging
„En hoe staat het nou, Hein?" vroeg hij.
„Hoe 't staat? Wat hèdoel je?" zei Hein,
nog in gedachten op het kerkhof, waar hij
moeder had achtergelaten.
„Wel, dat is me ook een vraag", ging
Gerrit voort; „ik bedoel met het testa
ment".
„O, is 't dat?" vroeg Hein; „heeft het
zoo'n haast Ik weet er niets van. Je moet-
liet maar aan den notaris vragen".
„Hoor eens, Hein", kraste Fenna met
haar uilengeluid, „eerlijk ieder het zijne,
hooren al wat moeder jou bij haar leven
gegeven heeft, moet terugkomen, hoorIk
heb er gisteren nog naar geïnformeerd bij
een, die 't weten kan."
„Zoo, zoo, zusje," zei Hein, „moest je
daar al over beginnen toen moeder nog bo
ven aarde stond Ik weet niet wat moeder
bepaald heeft; wèl heeft ze mij dikwijls ge
zegd, -dat z-e niet graag wou, dat dc zaak
in vreemde handen overging; als het clus
kan, wil ik wel graag cle zaak overnemen.
Maar dat is alles van later zorg. Laten we
dezen dag wijden alléén aan ons lief moe
dertje. Morgen, zoo vroeg als jullie willen,
gaan we naar den notaris en we zullen liet
wel samen vinden. Jullie weet, dat ik er
altijd voor geweest hen, om ales in zijn
we7.en te laten, zoolang moeder oog in
leven was. De notaris zei wel, dat er in het-
Wetboek stond, dat niemand in een onver
deelden boedel behoeft te blijven, maar ik
heb dat deelen, om moeders wil, altijd
tegengehouden, en ik dank de zusjes en ook
jullie, Gerrit en Jan, dat je mij mijn zin
hebt gelaten. Nu wil ik graag met jullie
deelen je zult uit de boeken zien, clat ik
alleen mijn loon heb genoten als onder va
der en tevens, dat de zaak is vooruitgegaan
na vaders doe cl, zoodat jullie allemaal pro
fiteeredkunt van wat moeder en ik heb
ben uitgezuinigd."
Na liet bezoek aan den notaris werd
dan één volksvertegenwoordiger een reden
zijn, om tegen dit weinig urgente wetsvo3i>
stel te stemmen.
In een viertal nummers van de Friesch*
„Gereformeerde Kerkbode"
heeft cis. J. D (ekker) van K (ollum) de
kwestie Theologische School en
Y r ij e Universiteit besproken. In
het laatste nummer bepleit ds. D. de ver.
eeniging van clie beicle onderwijsinriohtin»
gon met subsidie uit 's Rijks schat,
kist. Hij schrijft daarover o. m. het vol.
gencle
»»En waren zoo Kampen en Amsterdam
verbonden en cle twee stroomen uit cn»
kerkelijk verleden ook daar samengevloeid^
en wij gekomen tot clie eene Gereformeer-
cle Vrije Universiteit-, die onverdeeld ona
aller hart en liefde had, gelijk met onze
Christelijke foholen op lagcr-onderwijs.
gebied, met die Universiteit de worsteling
op hooger-onderwijs-gebied, met de ongo
loovige en dwalende Universiteiten aan
gebonden, den stnj^ tusschen revolutie en
evolutie, tusschen Calvinisme en Darwinia- i-
me aamgebonden. M~ r dan ook voor dio
Universiteit gelijk recht met de openbare
Universiteiten. De schoolstrijd ook op
hooger-onclerwijs-gebied uitgestreden meb
volkomen, ook nnancieele gelijkstelling
van bijzonder openbaar onderwijs; de ka
pitalen uit 's lands middelen voor Open
bare Universiteiten beschikbaar gesteld,,
naar evenredigheid ook toegekend aam de
komende Roomsche en bestaande Gerefor»
meerde Universiteit. Wel zou dib het Rijk
op belangrijke offers komen te staan, doch
heb recht zou cr door worden bevorderd,
en een stuitend onrecht door worden wegr
genomen, en het geestelijk welzijn van onB
volk ongemeen door worden gebaat. En
dat gaat boven enkele millioenen.
Vereeniging van gyninnstiekondcr-
wijzers in Nederland,
Op de algemeone vergadering, dio 8 en
9 April a-s. te Nijmegen gehouden wordt,
zal dr. Brox,-medicus te Maastricht, spre*
ken over het onderwerp„De school moet
menschen vormen" en daarbij de vol gen do
stellingen toelichten:
1. De wisselwerking tusschen geest en
lichaam cischt, dat ook cle lichamelijke op*
voeding aan de school behoort.
2. Voor cle lichamelijke oefening behoort
voor iedevcn vollen schooldag een bepaalde
tijd op den rooster der lessen voor te ko
men. De tegenwoordige strijd om het be
staan eischt, clat deze materie wettelijk ge*
re-geld wordt
3. Vrijstelling van de lichaamsoefening in
de school mag alleen verleend worden op
medische gronden
4. Voor lichamelijk achterlijken moeten af,
zonderlijke cursusen in lichamelijke oefe
ning ingericht worden.
5. Naast de lichamelijke oefening in do
school moet ook bevorderd worden het hou-,
clen van lichaamsoefening in vrijen tijd.
Het is noodzakelijk clat dit gcsehïeclo ondec
deskundige leiding.
6. Medische keuring van deelnemers aan
sport en openluchtspel is absoluut ver*
cischte.
De heer R. M. Roemer, gjunna-stiekleefraap
aan een H. B.-S. met 5-jarigen cursus te
Amsterdam, zal een lezing houden over
„De Ncclerlandsohe schoolgymnastiek en do
aanvallen daavop."
Behandeld zal worclen een voorBtel vaxï
de Zuiderafdeelimg, om aan den Minister
van Binnenla.ndsche Zaken heb verzoek Co
richten, don minimum-leeftijcl voor adspi-
ranten voor examen in vak I te bepalen'
op 17 jaar.
De praktijk zal bestaan in:
a. Het demonstreeren van eenige hoofd
groepen van oefeningen en spelen door
eenige leerligen cler Rijkskweekschool voor
Onderwijzers te Haarlem, onder leiding
van den heer Jph. v. d. Boom.
b. Een les met leerlingen (jongens) eencr
lagere sohool te Nijmegen, oncler leiding
van den heer De Tieter, aldaar.
overeengekomen, dat Hein het huis met d6
zaak tegen inbreng van idem zooveel zou
krijgen; dat cle overige onroerende goede
ren publick zouden geveild worden; dat
Hein het hoekbuffet. Jans de hellen en do
chiffonnière on Fenna dc linnenkast cn het
damast zou krijgen, en dab over de rest
van den inboedel boeldag zou worden ge
houden..
Om tien uren zou cle verkoop beginnen'..
's Morgens vroeg reeds waren or mannen'
gekomen met een groot zeildoek, palen,
schragen en planken en hadden vóór het
huis een afdak opgeslagen, clat deed den
ken aan een kermiskraam, die „opCn" is.
Dagen te voren was cle canclidaat met een'
klerk en den man, die als oproeper zou
fimgeeren, bij Hein thuis gekomen, hadden
op alle meubelstukken, die verkocht zouden
worden, een nummer geplakt, lijsten oPoC*
maakt, en op den dag zelf verscheen des
notaris in hoogst eigen persoon met den
geheelen staf, een halfuur na den bepaalderf
tijd, ten tooneele, en nam met zijn eandi-
daat plaats in liet kamertje naast de deur,
dat met een schuifraam in verbinding
stoncl met den winkel.
De klerk ging met- zijn lange lijsten aart
de tafels zitten, clie van planken en schra
gen in elkaar waren gezet, onder het zeil
doek. De oproeper, voorzien van een langen
stok met een grooten koperen lepel aan
een der uiteinden, stond er boven op on
het publiek zat bf binnen op banken
stond onder bet zeil of buiten te wachteu
op de dingen, die komen zouden.
fWordfc yervolgd.)]