I>e luchtpomp.
Slappe beenderen.
iete daarvan mededcelen. Mismoedig- slen
terde hij op zekeren dag- door eon smalle,
donkere steeg, bleef onwillekeurig staan voor
den "winkel van een uitdrager entot zijn
groote verrassing zag bij daar een aantal
meubelen-, die nog voor korten tijd de ver
trekken zijner meesteres hadden gevuld. Plot
seling zag hij iets verder in de uitdragerij
ook de bekende vergulde kooi en daarin zat
als vanouds ,,Montezumdi\ heel genoeglijk
een nootje pellend. Het duurde niet lang, of
Eugénie's bediende was het met den uit
drager eens omtrent den prijs en haastte zich
met den vredergevonden vogel naar het sta
tion Du Hord, om zijn gebiedster den vriend,
waarnaar zij zeo lang had verlangd, zoo
spoedig mogelijk terug te brengen-
Eugénie was zeer verheugd, liefkoosde het
schoone dier en gaf het allerlei lekkers. Op
„Mcmtezuma" echter scheen het wederzien
niet zooveel indruk te maken. „Maar zeg
'dan toch eens wat „Montezuma 1" vleide
.Eugénie; de papegaai bleef evenwel zwijgen
en onverschillig. Eindelijk scheen hij toch
•voor haar aandringen te zwichten. „Monte
zuma" opende den snavel en luid klonk door
de zaal: „Vive laRépublique 1"
De aanwezigen verkeerden in een pijnlijke
verlegenheid, De er-Heizerin evenwel zucht
te: „De ondankbare", en begaf zich zoo snel
mogelijk naar een andere kamer, om daar
eens goed uit te huilen-
In de geschiedenis der natuurkunde is
het jaar 1650 bekend door de uitvinding van
de luchtpomp. Haar groote bekendheid kreeg
de luchtpomp vier jaren later, toen haar uit-
.v in der, Otto von Guericke, burgemeester van
Maagdenburg, op den Rijksdag te Regens-
burg voor keizer Ferdinand HI er een zeer
mooie proef mee uitvoerde.
Twee rood-koperen halve bollen, circa 60
c.M- diameter, sloten luchtdicht tegen elkaar.
Deze kogel werd door een luchtpomp lucht
ledig gemaakt en aan iedere zijde een paard
voorgespannen. Deze konden dsn kogel niet
van elkaar trekken, ook niet toen er aan
elke zijde 2, 3. 4 paarden werden gespannen.
Eerst aan 16 paarden gelukte het den at-
mosfeTischen druk te overwinnen.
In onzen tijd kunnen wij dat, wat den
eerzamen burgers van Regensburg in 1650
duivelskunst scheen, gemakkelijk berekenen,
want genomen proeven hebben aangetoond,
dat bij volkomen luchtledig de luchtdruk
op een vierk- aM. gemiddeld 1 kilogram
bedraagt-
De proef van Guericke wekte groot op
zien-
Het werd mode proeven te nemen met
luchtpompen, en er van te genieten als een
donsveer in het luchtledig even snel naar
boneden viel als een hagelkorrel, en wanneer
een klok in een luchtledige ruimte werd ge
luid zonder dat zij geluid gaf.
De Maagdenburger burgemeester wekte
door deze proef een groote belangstelling
voor de natuurwetenschappen in alle krin
gen, wien het vroeger koud had. gelaten, en
alleen reeds hierdoor verdient Guericke een
gTootere bekendheid bij het nageslacht-, dan
hem ten deel is gevallen-
Deze zeldzaam begaafde man had een le
vensloop, zóó wisselvallig, aan wiens lót-
gevallen het nageslacht zooveel te danken
heeft, dat ik; er oen paar fragmenten van wil
vertellen.
Guerike was jurist, werd raadsheer, later
burgemeester van Maagdenburg, (lie zich
uit liefhebberij met de natuurwetenschappen
bezighield.
Door de vreeselijke verwoesting zijner
stad werd hij genoodzaakt als ingenieur in
dienst te treden bij do Zweden.
Tevens schreef hij een historisch overzicht
over het beleg en de verwoesting van Maag
denburg.
Als ingenieur was hij de uitvinder van
den manometer, zonder Welken we ons tegen
woordig haast geen fietspomp meer kunnen
voorstellen, en zonder welken geeif stoom
machine kan werken.
Meer bekend is zijn elektriseermachine,
waarmede hij naam heeft gemaakt
Mindefr bekend is, da.t hij ook als astro
noom zeer verdienstelijk was, en den grond
slag legde voor de berekeningen waarmede
in later tijd de omloopstijd der kometen be
rekend kon worden.
Zoo dra voor hem de gelukszon weer begon
te schijnen, nam hij zijn beroep als advocaat
weer op, dat hij tot op hoogen ouderdom1
bleef vervullen.
Toen hij op 84-jarigen leeftijd te Ham
burg stierf, had hij al de verschrikkingen
van den oorlog over zijn vaderland zien
woeden, maar ook nog medegewerkt aan den
vreedzemen opbloei der beschaving, die op
deze periode van strijd was gevolgd-
Een nieuwe groente.
Uit Japan is een nieuwe groente in
Europa ingevoerd. De naam is Kéké, de
wetenschappelijke naam Oxalis edulisde
bladeren gelijken wat op die van het geluk
brengende klavertje-van-vieren. Maar meer
geluk brengen de wortels der Kéképlant, die,
doeltreffend bereid, een heerlijken smaak
hebben. Men kweekt de plant in den zomer,
om tegen het eind van den herfst en het
begin van den winter gebruikt te worden.
Do plant heeft lichten, kruimeligen
grond noodig, dio flink gemest moet wor
den, De wortels zijn wat grooter dan die
van de bolkervel, en hebben een kristol-
blanke kleur, die na het koken overgaat, tot
de kleur van gekookt wit van een ei- Men
schrapt ze, en haalt er de houtaohtig-e kern
uit, dan worden ze in zout water gekookt
en met witte saus en toevoeging van citroen
sap verder bereid.
In Duitschlapd en Engeland, schijnt deze
groente reeds veel gebruikt te worden-
Men plant ze in Maart of April: elke
plant heeft 20 cM. ruimte noodig en 6
tot 8 cM. diepte. Men houdt den grond
goed schoon door wieden of hakken en be
giet bij groote droogte. De rose bloemen
der Kéké-plant zijn zeer sierlijk en doen
een bloementuin geen oneer aan.
Men begint te oogsten, wanneer de eerste
vorst de bladeren doet verwelken, dan wor
den ze in een tegen vorst beschutten kelder
onder een laagje fijn zand gelegd, en men haalt
ze er uit, wanneer ze gebruikt moeten wor
den.
De smaak wordt als bijzondere lekkernij
geroemd.
SCHOOSJEHAAK.
Gedurende de voorjaarsmaanden viert in
Holland de schoonmaakwoede hoogtij. Zoo'n
schoonmaakfoest dateert nu juist niet uit
onzen tijd; ten bewijze hiervoor vermelden
wij het volgende staaltje uit 1CS6, toen n
het voorjaar LeycéSter zijn eerste bezoek
aan Amsterdam bracht. De Regeering wi
de hem met eer en staatsie ontvangen, maar
de voorjaarskermis kwam er door in wan
orde en de kramen moesten om zijnentwil
verhuizen. De vroedschap der stad machtig
de burgeme es teren, om alles te doen, wat
zij dienstig achttenv om Ley cester in geen
geval minder statig in te halen dan de ste
den Dordt? Delft en Leiden, waar hij bijzon
der plechtig was ontvangen. Behalve tal van
andere maatregelen, was ook de noodige
zorg besteed aan het geven van een ruim
logement, waarvoor het Prinsenhof was aan
gewezen.
Een aantal heeren waren met commissiën
van allerlei aard belast envoor het
schoonmaken was niemand minder aange
wezen dan de vrouw van den pensionnaris
mr. Ni col ais Sille, geheeten Jenne van
Trillo. Aan haar viel de eer te beurt, zieker
omdat zij de schoonmaakkunst in perfectie
verstond, het Prinsenhof eens onder handen
te nemen, vóór de hooge gast er zijn intrek
nam.
Zoodra Jenne benoemd was, monsterde zij
alle schrobstcrs, boensters en schuursters,
van Amsterdam, koos er een dertiental uit,
liet zand, bezems, zeemen en andere schoon-
maaksters-waarcligheidsteekenen aanrukken,
en trok toen aan den arbeid, waarvoor aan
werkloon en verschotten in rekening werd
gebracht 118 gulden 10 stuivers en 8 pen
ningen.
Of die schoonmaak in alle opzichten heeftj
voldaan, behoeft haast geen twijfel, wantj
een dichter keurde het waardig op de vol-,
gen de wijze zijn talenten «r voor beschik*.'
baar te Btellen:
„Heilig Hoflandwelk een weelde
Voor een vrouw
Plassend, plompend, schrobbend schreett»
wend:
Heidaar, houwl
Den oommandostaf te zwaaien
Over dertien schoonmaak wij ven,
En dat bezem voerend leger
Dwars door dik en dun te drijven-
Menig vrouw zott
Ook nog wel in onze tijden,
Jenne zulk een pret benijden.
Een goed ontwikkeld, krachtig geraamte
geeft aan onze huisdieren een goeden vorm
en stelt ze in staat verschillende functies
naar behooren te vervullen. Maar heel dik
wijls wordt er over geklaagd, dat de dieren
zwak zijn in de beenderen, zoodat vooral
de pooten een ongcwensehten, eenigszins
hoepelvormigen stand aannemen. Dit kan
men het best constate eren bij jong °n
groeiend vee. De rug zakt dan tevens ontij
dig door en zulke dieren worden vaak voor
het heele leven misvormd en de verkoop
waarde er van daalt aanmerkelijk. Bij var
kens ziet m°n niet zeldeD, dat ze totaal van
den poot geraken en als machteloos tegen'
den grond blijven liggen. Als het zoo ver is
gekomen^ ja, dan wordt er uitgezien naar,
middelen rm de kwaal te bezweren; dan,
wordt er geJoopen om voederkalk, d.i.
phosphorzure ka-lk. En als men daarmeda
niet geheel verstandig omgaat, als men deri
dieren daarvan te veel geeft, dan raakt-
men niet zelden van den regen in den drup,
de beesten willen niet langer eten en van
groeien is er in dat geval natuurlijk geen
sprake meer. Als onze boeren de oorzaak
maar kennen van die slapte der beenderen,
dan kunnen zij in veel gevallen die gevreesde
kwaal voorkomen.
De-dieren hebben geregeld voedsel noodig,
om te kunnen groeien; maar in dat. voer
moet men niet alleen aantreffen eiwit-, vet
en koolhydraten; doch tevens alle bestand-
d eel en, waaruit het dierlijk lichaam is op
gebouwd. De beenderen nu zijn gevormd rbt
beenstof of been weefsel, en daartusschen
hoopt zich phosphorzure kajk op. Deze -calk
geeft aan dn beenderen de noodige vastheid
en stevigheid. Wanneer echter in het Vuer
niet genoeg kalk wordt verstrekt, dan kun
nen de beenderen niet voldoende verharden,
zij blijven week en slap, en kunnen het ge
wicht der steeds groeiende spiermassa niet,
dragen, zoodat zij doorbuigen. Het dierlijkj
organisme tracht te voorzien in alle onder-
deelen des lichaams.
Bij schrale, ondoelmatige voedering der
runderen kan men soms waarnemen, dat zij
bij hot uitgaan van den winter nauwelijks
in staat zijn te blijven staan. Zij hebben een
ziekelijk uiterlijk en de melkgift is uiterst
gering. De boer weet dan vaak niet wat
zijn beesten mankeeren. Doch een meer er
varen buurman, wiens hulp wordt ingeroe
pen, verklaart, dat ze „den wolf in den
staart" hebben. Fluks wordt met een mes
een flinke snede in den staart gegeven, de
wonde ingewreven met peper en zout en het
anjie, gemartelde dier, gekweld door de
ondraaglijke pijn, springt rooht. Of het nu
genezen is? Verre van daar. De buurman-
dokter gaat des anderen daags niet onder
zoeken of de staartpunt nog eenigszins
week is -op het gevoeL Zoolang hier de ziek
te niet m haar oorzaak wordt aangepakt,
zoolanr kan er van volkomen genezing geen.
sprake zijn. Laten we de beenderen onzor
dieren verharden en versterken door het
voeren van kalkrijke voedermiddelen! Ge
ven we aan onze runderen en paarden hooi
van kalkrijke graslanden met graan *n
koeken, dan zullen de beenderen wel krach
tig en vast groeien en het noodige wee*