Ko. 15©^0, OSIBË&H DAGBLAD, Woensdag* 13 Maart. Tweede Blad. Buitenlandseh Overzicht. Tweede Kamer. Faillissementen. FEUILLETON. Arnio 1©12. In de buurt van Tobroek hebben de- ner dagen talnjke sohermutselin- g en plaats. Gistermiddag om 12 uren beschermden cle Jtaliaansche troepen een compagnie schana- gravers, die bezig waren met den aanleg ,,van een nieuw fort, toen talrijke scharen (Turken en Arabieren naderden. Op e©n af- Wand van 4 kilometer openden de Italia-" <&en het vuur, waarop een verwo^<^e?«^5£hfcj. /fcetstend. Tegen 4 uren trokken de Turkiri: en Arabieren zich terug. De IÖftrarien h'ud- 'jden 13 dooden en *73 gewonden.ri-' De Turksche minister van binnenl&rd-- *cho zaken heeft den walm van. Syrië, \£Aleppo en Beiroet, en den gouverneurs van Jeruzalem en den Libanon bevel gegeven, 'de zich nog op Ottomaansoh grondgebied /bevindende Italianen morgen met geweld (uit het land te zetten, daar dan de termijn van 2 weken vervalt, die hun lot yertrekken gelaten was. Het oorlogsnieuws is overigens schaarsoh 'én men heeft ruimte voor sensatiebe rich ten. v De te Napels verschijnende „Mattin©" bevat nl. het volgende bericht, voor welks juistheid het blad echter verkliarfc in t-'J' staan: „Aan de regeeriog is med^gïdeelJ, fdaè twee zeer gevaarlijke anarchis ten, een Tsjech en een Macedonië-*, van \&aloniki zijn vertrokken naar Napels. Zij /moeten van de jong-Turksche partij de op dracht hebben ontvangen een aanslag le (doen op het leven van minister-president /Gioiitti en den minister van bui tenian-dsche 'zaken San Giuliano en zelfs op dat van een ('nog veel hooger geplaatste persoonlijkheid." Wij komen nog eens terug op de groote geestdrift-, die uit de Fransche pers lepreekfc in verband met de w ar-p e. r- fiohou wing te \inoonnes, een [tailitair feest, dat minister Millerard weder in eere hersteld heeft. Met president Fallières waren alle minis ters aanwezig, terwijl vele burger- en mili taire autoriteiten op een tribune hadden plaats genomen. Duizenden en duizenden Parijzenaars 'trolkken 's morgens met de troepen op naar (Vincennes, reeds onderweg de soldaten geestdriftige ovaties breDgende. Na het défilé werd een schijngevecht ge- 'houden. Batterijen werden opgesteld, en jterwijl de artillerie den aanval inleidde, na derde de infanterie, ontwikkelde zich lot een breede linie en zette ten slotte, onder het gedonder van het geschut en het rate len der mitrailleurs, een stormaanval door toet gevelde bajonet tjofc vlak voor de tci- .bunesj waar snel plaats werd gemaakt voor de ohargeerende cavalerie. Na deze evoluties brak een geweldig ge juich los van ,,Vive l'armée, Yive Mille- Xand De heele pers erkent eenstemmig, dat tninisler Miilerand met zijii denkbeeld een Srolkomon succes heeft behaald. De „Figaro" o.a. schrijft: „Deze „revue du Printemps" was inder daad de lente van het herlevend (F r a n Ik r ij k, die wij vierden in deze pa triottische ceremonie, welko men ons zoove le jaren ontbonden heeft alsof ons leger Hit ons mid cl er. verbannen ware. Deze plechtigheid beteekent de terugkeer (feot de tradities van dapperheid en eenheid, Welke een volk passen, dat in vrede rustig .wil leven, en dat beseft, dat men, om dien (vrede te handhavent zonder loven en -bieden teen flink en voor zijn doel berekend leger dient te organiseeren en to onderhouden." •Er is ongetwijfeld iets veranderd in Frank rijk. De bladen van cle linkerzijde, als „Pe tite Republique" „x\ction", „Lanterne", (Verklaren met voldoening te constateeren, dat het republikeinsche leger thans boven «de partijen staat. Alleen de „Humanité" laat een anderen jifcoon hooren en vreest, dat dergelijke „luid- Iluchtige en uitbarstende betoogiiigen een vaarlijk chauvinisme in het leven zal '«toepen." In Duitse h land schijnt de positie Ivan den minister van financiën, W e r- muth, niet sterk te znn. Van rechts is nog al oppo-sitic gevoerd tegen liem, omdat men vreeede, dat hij het bekende wetsont werp tot uitbreiding der erf lasten weer in den Rijksdag zou indienen. Gisteren liepen dan ook geruchten, dat hij af wilde treden. De „Lok.-Anz." loochent dit, maar laat tegelijkertijd door schemeren, dat de politieke gezondheid van den staatssecretaris tot bezorgdheid aan leiding geeft» Men krijgt nlb de houding van de bladen, die betrekkingen onderhou den met het rijksministerie van financiën, "^dS,h ook den indruk, dat zelfs Wermuth /3jn positie niet optimistisch beoordeelt. Dat zou dan willen zeggen, dat de regee- 'rihg van von Bethmann Hollweg met haar "''belastingplannen weer gezwicht is voor den druk van rechts. In den Landdag in Hessen-heeft cle regeering gisteren een uur lang het werk gestaakt-. Een socialistisch afgevaardigde had den minister van binnenlandsche zaken op beleedigende wijze aangevallen, zonder dat bij t-ot de orde geroepen was. Daarop verlieten alle regeeringsvertegenwoordigerg de zaal. De vergadering werd geschorst en eerst na een uur onderhandeld te hebben slaagde inen er in de regeering weer in de zaal te krijgen. Het verzuimde werd nu hersteld en de minister kreeg volledige ge noegdoening. De Engelsche marinebegroo- t i n g heeft 't licht gezien. Zij wijst een to taal aan van 44,085,100, zijnde een vermin dering van 307,100 vergeleken bij cle bo- grooting Yan het vorige jaar. Het nieuwe bouwprogram omvat 4 groote gepantserde schepen, 8 licht gepantserde kruisers, 20 torpedojagers, benevens een aantal onderzeekooten en andere kleinere vaartuigen. Het personeel wordt vermeer derd met 2000 manschappen. Churchill's toelichtende verklaring stelt vast, dat de begrooting is opgesteld onder de veronderstelling, dat de bestaande pro gramma's van andere zeevarende mogend heden niet uitgebreid zouden worden. In dien dit wel gebeurde, zou het noodzakelijk worden een aanvullende begrooting zoowel met betrekking tot de manschappen als tot het geld in te dienen. De Russische R ij k s <l o e m a £s be gonnen met de behandeling van cle bog'roo ting voor 1912. Do president van de begrootin.gsoommissie Alcxejenko, stelde iu het licht-, dat de commissie door .wijzigingen van het oor spronkelijke o'nt-wcrp, niettegenstaande ton volle rekening, is. gehouden met de behoof- ton van liet volk, een voordcelig overschot van 232 millioen Rbl- had verkregen. Bo vendien zullen tot 'dekking, van dc buiten gewone uitgaven,- behalve cle tot d-*lging van schatkistbiljetten uitgetrokken 100 mil lioen, niet 14,7 brillioen van het kasgeld, zcoa.ls liet- eerste ontwerp bepaalde, maar 54 millioen van het overschot worden be steed. Dc begroeting van dit jaar is do derde zonder nadeclig saldo. Do begrooting voor 1912 is 500 millioen liooger dan die vaji 1907 cu deze som. ds alleen bestemd voor gewone uitgaven, terwijl nog eên .kassaldo overblijft van meer;-clan 400 millioen. Deze mededeeling verwekte stormachtige toejuichingen- "Wij zijn thans in de gelegenheid een uit voeriger beschrijving te geven van J oean- S j i-Iv a i's p 1 e c h t i g c e e d s a f 1 c g g i n g als President der C li i n e es c h e re- pub l i e k- Op het vastgestelde uur trad Joenn, in goneracls-uniform en omgeven door een groo- ten staf vau officieren, dc zaal binnen ca word lüj door «alle aanwezigen met een plechtstatige buiging begroet. Op do voor hem aangewezen plaats las hij toen met zachte stem van een perka menten rol den eed van trouw aan de repu bliek af, welke meer het karakter had van oen eenvoudige verklaring van trouw aan de natie. Hierop sokroed de leider der Nanking- scko gedelegeerden, Tsai-Yoean Pcd, naar voren om de rol in ontvangst te nomon, daarbij oen korto toespraak houdend. Dc President antwoordde, wederom lezende van oen manuscript, en daarmede was de eigen lijke plechtigheid af gel oo pon- Doch, nu kwamen twee groot-lainn's in prachtige-gele gewaden, en in do handen' twee gouden Boodha-beelden houdend, welke bedekt waren mot het oeronionieele kleod, hata genoemd, hetwelk de beteokonis hoeft van een tceken van onderwerping aan don hoogsten vertegenwoordiger van het we- reldscli gezag. Joean-Sji-Kai nam de hata on sloeg die om den hals der lama's, daar mede te kennen gevende dat hij de souvo- rcin was. De Najikingsohe gedelegeerden trad(\n nu naar voren en begon plechtiglijk voor den President om dan plaats te maken voor de generaals, die op hun beurt gevolgd wer- deu door de hoogwaardigheidsbeklcedcrs enz-, waarbij do onderscheiding van rang en voor rang stiptelijk werd i n aoht-genomen. De grijze baarden en de plechtstatige wijze» van optreden der oude ambtenaren, in hun oude nationale kleedy, vormden con scherpe tegenstelling mot het «volmaakt "Wes- tersch voorkomen der- Nankingsche gedele geerden- Terwijl aldus de aanwezigen ccc bewezen aan don President, drongen door de ge opende ranion dc klanken naar binnen van het Chinocscho volkslied, dat door oen mi litaire kapel word- ten gehoore gobraobb Toen, even plotseling als hij gekomen was, verliet de President .de zaal. Inkoop van z ij d e li n g a c h diensten in hét Pensio-en- f O n d s. Op artikel 5 lichtte de heer H e 1 s d i n- g e n gisteren een amendement toe, om voor dc bijdrage voor inkoop aan te nemen, dat de belanghebbende zijn werkkring aan ving op een jaarwedde van f 420. Hij ver dedigde het met het motief, dafc hij wil voorkomen, dat de inkoopsom te hoog wordt. Na bestrijding door den Minister werd dit amendement vei worpen met 45 tegen 14 stemmen. Een amendement-Helsdingen op art. 0 (betreffende de bijstorfcing voor de pen sioen»! nkoop) en strekkende om do betaling clezer bijdrage niet te doen plaats hebben in 2 jaren maar in 4 jaren, werd na bestrij ding door den Minister verworpen met 33 tegen 27 stemmen. Eindelijk verdedigde cle heer Smeenge een amendement op art. 8, om de terugwer kende kra-cht van het ontwerp niet tot 1 Januari 1908, maar tot 1904 te doen gelden. De. Minister bestreed het, omdat iedere terugwerkende kracht willekeurig is en daarom is het boter', zdoh te houden aan 11X18, toen het wetsontwerp door Minist-cr De Meester is toegezegd, en de verwachtin gen het eerst zijn opgewekt. Na verder debat werd het verworpen mot 45 tegen 19 stemmen, Het wetsontwerp werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hierna kwam in behandeling het wets ontwerp, hc.idenclc nadere wijziging en aan vulling der Indische comptabiliteitswet. De heer De Savornin Lohman besprak de bepaling, dafc Indie rechtsper soonlijkheid zal krijgen, en betoogde, dat, al geeft men Indie rechtspersoonlijkheid, de Staat toch altijd verantwoordelijk blijft-, met name voor het aangaan van leeningen. Spreker zette zeer uitvoerig uiteen, dab de wetgever van Indie onmogelijk een rechtspersoon kan maken, die een eigen wil heeft, omdat Indie feitelijk geregeerd wordt als onderdeel van do Kroon. Dit ontwerp geeft aan Indië slechts in schijn rechtspersoonlijkheid. De twijfelach tige toestand van thans moet rechtskundig met meer bestendigd blijven. Het moet vaststaan, dat Indie een eigen aansprake lijkheid krijgt. Daartoe zal India in de eerste plaats zelf kracht moeten ontwikke len. Heden te elf uren voortzetting. Het aangevraagde pantser- schip. Het Voorloopig Verslag in verschenen over de suppletoir© begroeting voor Marine ten behoeve van den aanbouw van het ctoor den Minister van Marine voorgestelde pantscrschip. Met nadruk werd er de aandacht op ge- v?«tigd, dat de Kamer vóór een moeilijke en gewichtige beslissing staat.. Indien zij de aangevraagde gelden toestaat, wordt, daar het schip, waarvoor zij dienen, slechts het onderdeel van een voorgenomen formatie is, besloten tot het aanbouwen van een eska der van vier schepen met een waterver plaatsing- van 7600 ton, en wordt antwoord gegeven op de strijdvraag, of voor de ver dediging van Indio een torpedo vloot dan wel een artïllerievloot de meest aangewe zene is. De beslissing is des to moeilijker, waar ©enerzijds het voorstel door den Mi nister met klem wordt verdedigd anderzijds zijn plannen van deskundige zijden aan scherpe critiek zijn onderworpen. Ook het advies van den Gouverneur-Generaal scheen niet gunstig voor de plannen van den Mi nister te luideu, al legde hij zich ton slotte bij het advies van dep commandant der zee macht. in Nederlandsch-Indie neer. Waren verschillende leden geneigd de vraag, of een torpecloboot dan wel een artil- lericvloot het meesb gewenscht is, in laatst- bedoeiden geest te beantwoorden, op de tweede vraag, of b»i keuze van een artille- rievloot het voorstel van den minister aan beveling verdient-, meenden verscheiden© hunner een ontkennend antwoord te moe ten geven. Eenige leden verdedigden het standpunt der staatscommissie van 1903, en meenden, dat met een aan hooge oiaohen voldoende torpedovloot resultaten zijn te bereiken, welke van een vlocffc vau panteerschepen van ongeveer een derde der grootte van die der tegenstanders niet kunnen worden ver wacht. Door verschillende andero leden werd de aanbouw van een artillerie vloot verdedigd. Alvorens een beslissing to nemen achtten vercchiilend© leden ccn nader onderzoek gewensoht. Zij waren van oordeel, dat de Kamer thans de noodigo voorlichting mist om een beslising te nemen in positieven zin. Zaowel door de leden, die in een torpedo, vloot de beste oplossing zagen, als door hen, die voorstanders waren van een artillerie- vloot, werd opnieuw heb door den Miuister in zijn Memorie van Toelichting gehand haafd tvpe-pantaerschip bestreden. Opgemerkt, werd, dat niet ccn deskundige buiten 's Ministers Dep. liet voorgestelde type heeft goedgekeurd en dat ook de Raad van Defensie bezwaren heeft doen verne men, waaraan niet is tegemoet gekomen. De noodzakelijkheid van een eskader van groote re sahepen werd door verschil lende leden bepleit. Sommigen drongen andermaal aan op een rijf tal schepen van 14,090 a-15,000 ton. Ook afgezien van de vraag, voor aan bouw groote of kleine sommen meesten worden besteed, is naar eenige andero le den meenden, d© tijd daar, dat heb welva rende maar kleine Nederland niet meer voor een groot deel do vloot bekostigt, noodig voor den Indischen dienst. De heer Yan Wassen a or van C a t w ij c k heeft in een afzonderlijke nota zijn bezwaren tegen 's Ministers voor stel uitvoerig uiteengezet. Hij schrijft, dat aan de Kamer door den Minister een voorstel is gedaan, waarvan zij kan nagaan, dat liet, wat het techni sche gedeelte betreft, eenig on alléén be rust op de opinio van den Minister, terwijl zijn adviseurs geen blijk geven het er met eens te zijn. Zij weet, dat de hoofdreden, waarom de Minister een klein schip voorstelt, niet is, dat hij kleine schepen beter acht dan 'groote, maar dat hij meent-, en waar schijnlijk terecht, dat groote schepen onze personeele en unancieele krachten te bo ven gaan, en zij begrijpt dat een even- tueele aanrander van ons bezit daarmede rekening zal houden, maar alleen met de mate, waarin wij in staat zullen zijn zijn plannen to verijdelen. Zij weet, dat wij reeds jarenlang ecu artillerievloot voor Indie hebben gehad, en ziet het resultaat dat schepen als uo thana in Indië aanwezige van liet typo der „Tromp1', die als laatste van dit. type a 1S04 to water is gelaten, due 8 jaren gele den, nu reeds worden beschouwd als niet voldoende voor het uoel waarloa zij ge bouwd werden. Zij worden dus voor .Ne derland bestemd, om schepen te vervangen die ook jonger zijn dan do gemiddelde levensduur dien de Minister meent voor eea schip te mogen rekcuen, doch die reeds jaren geleden werden verklaard onbruik baar to zijn voor liet doel waarvoor ze go- bouwd werden. Mocht de Kamer er toe overgaan dit schip te voteeren, dan kan zij er zeker van zajn, dat de aanbouw voor Indië gedreven wordt in. ecu richting, die geen onkel tech nicus de juiste acht en die alleen wordt in geslagen cmdat de Minister groote kanon nen in Indië onmisbaar acht. en geen geld beschikbaar heeft om ze op schepen te zet ten, die bij zulke kanonnen passen of, zooals de Baad van Defcnoie zegt: „Wij krijgen een projeol, dat, hoewel superieur in hoofd bewapening, op andere punteu inferieur aan onze reeds bestaande schepen", en: „het draagt, den ^tempel van het te groote waarde toekennen aan ecu der factoren waarbij blijkbaar bedoeld wordt de artil lerie. De Vogelwet. Art. 22 der Jachtwet 'stelt als uitersten tarmijh voor het /.oeken van «kievitseieren 30 April. Daar echter het vervoeren drir eieren t-ot S Mei is toegestaan, wordt clan destien gedurende bijna een volle week met het oicrrapcu doorgegaan na den sluitings datum. De heevcn Kugcnhóltz, Troelstra en Vlie gen wcn-fclrm daaraan een einde te ma'xen en hebben een amendement voorgesteld.» waarbij als den laatsten dag voor het ei er- rapen 28 April en voor het vervoeren, enz, 30 April wordt bepaald. De heer Tydeman heeft amendementen voorgesteld, waarvan liet eerste tot strek king lieeft de opneming in de web van e n categorie van vogels, dio, als „sohadelijk voor den land-, tuin- of boschbouiv of voor de vissoherij" buiten de algcmeene bescher ming zuilen gehouden worden, te doen ver vallen. Een ander amendement beoogthet ver krijgen der vergunning om vogels to doo- don niet alleen voor gebruikers" vaai gron den, maar cok voor eigenaren^ al zijn d?zo niet gebruikers, mogelijk te maken; het af weren van sohude-aanbrengende vogels niet alleen door middel van vuurwapenen, maar ook door andere middelen te veroorloven; to verbieden het vervoeren der geclóode oC gevangen Vogels, ten einde het vangen of dooden uit winstbejag te voorkomen. Een vierde amendement heeft de bedoe-' ling om dtiidriijkr te zeggen, dat de verg in- ningsbewijzm briiojren te bëhelzcn d-ui duur, waarvoor zij gelden, dus de data van begin en ©inde daarvan. Voorts zullen de terreineni waarop dc schadelijke vogels zul len mogen gedood of gevangen worden, moe ten worden aangewezen, ten einde mis bruik vau de vergunning tegen tc ga-vi., Eindelijk is het wenschelijk, de geoorloofde vangwijzen of doodingsmiddelen uitdrukke lijk l>ij het geven der vergunningen te bcp.v Ion en t e vet melden. De Commissie vau Rapporteurs stelt neg voor in te voegen: Van de bedoelde vergunningen mag op gronden of wateren van derden geen ge bruik worden gemaakt dan in gezelschap van den eigenaar of rechthebbende, of met diens schriftelijke toestemming, mits deze op vordering onmiddellijk wordt vertoond aan de bedoelde ambtenaren. J. Toff, venter in garen en band, te Am sterdam. M. Waas. koopman te Helder. Geëindigd liet faillissement van W. de Mol, schoenmaker, te Katv/ijk-aan-Zee. Uren t© Uonden. 4) Ik deel dat niet. Ik stel over het geheel .fjeen vertrouwen in de Londenaars van he- •gen ten dage. Zij zijn lang niet zoo nauwge- (aeb als hun voorva»d»er©n ten tijde van do Vreeselijke pest. Toen teekende de eerlijke (burger, zoodra do besmettelijke ziekte bij /hem haar intrek had genomen, een groot jrood kruis op zijn deur, wat zooveel be- .teekent als: „Als gij uw leven liefhebt, &om dan niet over mijn drempel". Tegen woordig noodigt de achterkleinzoon arg- ïooze lieden met huichelachtige woorden in tijn besmet huis en zet ze besmette levens middelen m besmette schotels voor, alleen jom een paar armzalige shillings aan hen te Verdienen. De aldus bedrogene eet en 'drinkt, betaalt zijn geld en... krijgt de pok ten. Honderd oude, halfvergeten verhalen van besmetting schieten mij te binnen, terwijl £k als een rustelooze geest om de groote, ge polijste tafel heenwandel, en pas die op ïnijn toestand toe. Mijn gemoed staat daar bij folterpijnen uit, doch de tijd verstrijkt iflidus snel Ik vertrouw mijn ooren niet, tels mijn roode vriend plotseling de deur Smtsluit en met een stralend gelaat verkon digt, dat ik nu nog maar een uur behoef te jachten. In den loop van dat uur verschijnen vijf ,■0011108, een oude, twee van middelbaren leeftijd en twee jonge meisjes. Zij dragen Itflen k&pothoeden en hebben gebedenl>oe- ken in de handen, ten teekem dafc zij heden slechts van den trein gebruik maken, orn in een kerk van een voorstad de namiddag- godsdienstoefening bij te wonen. Heb gezel schap verdeelt zich op vier lederen sofa's en ziet mij, nu ik eindelijk weer op de mijne tot rust ben gekomen, strak, zwijgend en verwijtend aan, want dafc ik niet met de zelfde vrome bedoeling op reis ben, bewijzen haar mijn ronde hoed en mijn valies. Ik ver draag vijf minuten lang het kruisvuur uit de tien oogen; daarna ga ik naar buiten, om den man der wet te verzoeken, mij zoo spoedig mogelijk te laten instappen. Het is buiten levendig geworden. Mijn roode agent heeft gezelschap gekregen. Hij dringt zich door een kring van kruiers heen en komt op mij toe. Ik kan ten allen tijde instappen, beweert hij; de wagons staan immers voor liet perron, maar het zal nog wel een goed haïïuur duren voordat de trein reisvaardig is. „Liever een halfuur in. den ooupé zitten dan nog een halve minuut in de wachtka mer", beweer ik. De man haalt mijn bagage en laat mij daarop in den allermooisten coupé stappen. Hij» gaat heen met de belofte, dat hij mij zal waarschuwen, wanneer ik een kaartje aan het loket kan krijgen. De tijd verstrijkt langzaam, maar hij ver strijkt tooh. De locomotief komt snuivend aan stoom en. Eenige dozijnen Zondagsreizi gers stappen meer of minder verlegen en beschaamd in. Nu verschijnen de vijf kapot- hoeden, welke mij in het voorbijgaan nog snel vijf verwijtende blikken toewerpen, en kiezen, alle gemeenschap met mij vermij dend, den aangrenzenden ooupé. En nu verschijnt mijn vriend, de roodo agent. Hij heeft voor mijn koffer gezorgd en beweert, dafc het nu hoog t'.d wordt om een kaartje te koopen; de trein vertrekt over rijf minuten. Ik waag liet hem nog maals een geldstuk in de liand te drukken. Hij neemt dab tot mijn vreugde zonder eenig bezwaar aan, wensoht mij aangedaan een goéde reie en verwijdert zich. Ik snel naar het loket: „Een kaartje naar W." „Kaartje naar W. W. 1 Het spijt me. maar de sneltrein naar Edinburg houdt met in W. op U zal tot vijf uren moeten wachten." Een oogonblik sta ik als aan den grond genageld, doch daarop snel ik, indachtig aan de weinige oogenblikken, welke ik nog heb, naar den allermooisten ooupé. „Instappen! Instappen!" roept, terwijl ik dat doe, de conducteur. Hij heeft de helft van den wagon reeds gesloten. Ik vlieg, door angst gedreven, op den eersten den besten kruier toe en draag hem op onmidddelliJk mijn koffer uit den trein te halen. De man is daartoe beTeid, maar weet niet of het verlangde in den goederen wagen No. 1 vlak achter de locomotief, of in No. 2 aan heb uiterste eind van den trein te vinden is. Ik weet dafc ook niet: drie collega's, die hij achtereenvolgens raad pleegt, weten dat evenmin. Niemand 'weet het, behalve de roode agent, en deze is spoorloos verdwenen. Heb is inmiddels ook reeds te laat geworden. Alle wagons zijn ge sloten. Over een halve minuut reist mijn koffer op eigen houtje naar Edinburg en van daar naar Tule; keert misschien over een jaar, misschien nooifc terug. Nu ver schijnt plotseling een reddende engel, een welbekende, met roode bakkebaarden; hij ziet, dab ik bijna onder den last van nnjn verdriet bezwijk en begrijpt in een oogwenk de toedracht der zaak Op d-en conducteur toesnellen, hem een onverstaanbaar woord toeroepen, een wagon openrukken en een koffer daaruit sleuren, is hot werk van een seconde. De trein stoomt weg. W\j staren elkaar hijgend aan. De agent put zich uit in verontschuldigingen, dat hij mijn eigen dom in den verkeerden trein heeft gezet; ik mij iu dankbetuigingen, dab hij het nog juist bijtijds weer daaruit heeft gehaald. Daarop ga ik neerslachtig c-n met gebogen hoofd weer naar de fatale wachtkamer. De agent volgt met den sleutel. Het spijt hem zeer, maar het is zijn heilige pLichfc, mij tot vijf uren op te eluiten. Als hij vertrokken is, sfcrek ik mij op de oude, bekende lederen canapé uit en barst in tranen over mij a hard lot uit. Bij die ge noeglijke bezigheid overvalt mij de slaap, de trooster van iedereen. Mij geeft hij, he laas, geen beteren troost, dan een langen, ingewikkelden droom, waarin ik allerlei bergenhooge hinderpalen moet over win nen, ten einde den trein van vijf uren te be reiken, welke ten slotte vol leedvermaak wegstoomb. Ik zend hem een jammerkreet na en ontwaak, ontwaak en rijs verschrikt overeind. Het is stikdonker in de wachtkamer. De agent heeft mij vergeten. De trein van vijf uren is er van door. Ik val vernietigd weer op mijn legerstede. Mijn roode vriend heeft mij vergeten; hij, de beschermengel, dio mij den geheelen dag onder zijn hoede heeft genomen en op wiens trouw ik huizen zou gebouwd hebben. Misschien ligt hij nu thuis in een zacht bed en snurkt den slaap van don rechtvaardi gen dienaar der gerechtigheid. Zonder zich om de ongelukkige te bekommeren, die hij tot den volgendon morgen in do vreesclijk- ste van alle wachtkamers heeft opgesloten. Tot aan den volgenden morgen! Ontzctten- do gedachte! Tot aan morgen vroeg! Neen, ik houd het niet uit. Er moge gebeuren, wat er wil, ik klop zoo lang tegen de deur, totdat er hulp komt opdagen. Ik spring vastberaden op en zoek in het duisber naai* de deur. Ik vind achtereen volgens al de lederen 6ofa's en ontelbare malen de groote tafel, maar do deur pas, nadat ik mijn hoofd bijna tegen de schoor steenmantel te pletter heb gestooten. Maar wat lang duurt, wordt eindelijk goed, zeer góedEr valt een zwakke lichtstraal door het sleutelgat en: een heerlijke straal vaa hoop in mijn lmrt. Want als er buiten nog licht brandt, dan is de agent nog niet weg, en als bi; nog niet weg is, dan rijden er nog treinen, en als er nog treinen rijden, dan ri het immers met onmogelijk, dafc zich nu iu den donkeren nacht één van hen over do kleine stad W. erbarmt, waarlangs men overdag zoo wijsneuzig voorhij gestoomd is. Ik klop, schud, duw, zonder eenig resul taat. Klop en schud weer en hoor in do verto een zacht gogrinnik, een gegrinnik uit een vrouwenleed, als mijn gehoor mij niet bedriegt. Het komt steeds meer nader. Er wordt aan den buitenkant heel zacht iets op den deurknop gelegd en deze word^ heen en weer bewogen. (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5