No. 15968, LmBSCH DAGBLAD, Maandag- 11 Maart. Tweede Blad, Anno 1912. Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. Uren te Londen. Tweede Kamer. Uit de „Staatscourant". Yan het oorlogster rei n hier en daar een berichtje. In Barka en aan de Roode Zee is weer gevoohten. Naar het schijnt, heeft Italië allerlei plannen met de vloot. De verklaring nl., dab het zioK volle vrijheid van actie in de Middelland- sche Zee, met uitzondering van de Turk- sche kusten aan de Adriatisohe en Ionische Zee, voorbehoudt, versterkt in diplomatieke kringen de opvatting, dab Italië waarschijn lijk niet alleen zal probeeren één of meer eilanden in den Archipel te bezetten, maar o<Jk iets tegen Salonika ondernemen zal. Het kan daarbij, zoo meent men, de hoop koesteren, clat de nieuwe Oostenrijkse ne minister van buitenlandsche zaken niet zoo scherp zal optreden tegen een aanval op Europeesch Turkije als Aelirenthal dat ge daan heeft). Naar tiet bureau Hirsoh verneemt, is on der de mogendheden werkelijk ernstig het denkbeeld overwogen, of men de ïtaliaaan- sche regeering niet aan zou raden van ver dere bombavdementeu van havens in de Middellandsche Zee af te zien. Na zeer ern stige onderhandelingen is men toen over eengekomen niet zoover van de onzijdigheid af te w ijken, daar men Italië niet de ver zekering kon geven, dat het .nalaten van verdere bombardementen niet- een nadeel zou zijn voor zijn oorlogsvoering. Ook kon den de mogendheden er jegens.Turkije niet voor instaan, dat ondanks de tusschen- fkomst van Europa alle verdere bombarde menten achterwege zouden blijven. Daarom heeft men er van afgezien eenigen stap 'rij de Italiaansche regeering te doen. Den laatsten tijd is aan allerlei sympto men een krachtige herleving merkbaar van den ouden F r a ns c h e n militairen geest, welke door de regeering krach tig bevorderd wordt. In onbruik geraakte militaire tradities worden weder nageleefd: 'de Parijzenaars genieten weder van cle tap toe door de stratenZondagmiddag kunnen zij hun hart ophalen aan het. schouwspel ran een groote revue te Vinoermes over de troe pen van het Parijsche garnizoen, te houdm door den president der republiek natuur lijk zullen vliegmachines en motorballons boven het paradeveld evólumeeren. Thans maken de bladen gewag van een order van den minister van marine Del- caese, waarbij deze gelast, dat voortaan, zoowel in de haven als op zee, de voorge schreven eerbewijzen zullen gedaan worden bij het hijschen van de vlag. Tijdens zijn verblijf aan boord van de fr.Gloire", gedurende de jongste manoeu vres van het Noordereskader, had hij tot zijn verwondering bemerkt, dat in volle zee de standaard zonder eenig ceremonieel werd geheschen. De mh'n werkers beweging neemt in de verschillende landen zulkeafme- tingen aan, dat wij daarvoor ëcn aparte rubriek hebben geopend. Men zie daarvoor dus elders in ons blad. Wij moeten thans iets anders meedeelen uit Engeland. De laatsten tijd gingen er allerlei geruchten, dat er in het kabinet Verschil van opvatting heersohte. In verband met de steeds weer opduiken de geruchten omtrent verdeeldheid in het kabinet en vooral omtrent de verzwakking van de positie van minister. Lloyd George is het van belang, me do te deden, dat aan einde van een diner ter eere vanAs- q u i t li dezer dagen gegeven en waar alle ministers aanwezig waren, van alle zijden tuide kreten weerklonken om Lloyd George, en dat deze daarop in een korte toespraak y er klaar de, dat er zeker niemand was, die meer reden had om zich verbonden en Joy aal te gevoelen jegens den eersten mi nister dan hij. Hij had zijn ambt aanvaard onder buitengewoon moeilijke omstandighe den en hij had nooit zijn arbeid kunnen volhouden, zonder de sympathie en de hulp van zijn grooten politieken chef. Daarom wae hij dan ook verschenen, niet alleen om zijn loyauteit jegens den premier te too- nen, maar ook om getuigenis af te leggen van zijn persoonlijke vriendschap voor den man, die de toegenegenheid had verworven ,van allen, die ♦nder zijn politieke leiding i) Zes of zeven jaar geleden kwam ik op een Zaterdagavond begen middernacht met de boot te London aan. De vriendelijke ka pitein kon het niet over zijn hart verkrij gen om zijn eenige passagier met pak eu zak in het spookuur aan den oever te laten staan; hij stoomde daarom ter wille van mij de gewone landingsplaats voorbij en nog een flink eind stroomopwaarts. Toen de grauw-golo Zondagmorgen aan brak, lagen wij doodstil op de veel bezon gen, majestueuze Theems. Ook nu wiegelden op de rivier tallooze schepen en scheepjes met en zonder vlaggen, maar ik kon met den besten wil niet in geestdrift voor haai' geraken; zij was mij te vuil. De eigenaar van een roeibootje had de goedheid mij en mijn bagage aan land te roeien. Zijn geweten moest daarbij een oog toedrukken; want het was immers Zondag en op Zondag mag men, zooale iedereen weet, m Engeland niet roeien; doch zijn geweten maakte «zich heel gaarne voor een paar shillings daaraan schuldig. Steunend sleepte hij mijn zwaren koffer de glipperige aanlegtTap op en zeide toen, terwijl hij fcfoh heb zweet van het voorhoofd wischte: ,,Als u een rijtuig wil hebben, ma'am, de Jdeine Jack wil dat heel gaarne voor u ha len. Het is wel Zondag, maar voor een paar }toenningen extra, hè, Jack? Deze dame ver langt. een rijtuig." ,,Een rijtuig, ma'am?'' vroeg Jack, die haastig kwam toe-snellen. ,,Het is wel Zon- werkten, als nooit nog een politieke leider in de moderne tijden. Bij deze waardeeren- de. woorden sloot Sir Edward Grey zich van harte aan. Geen beter antwoord kon zeker worden gegeven op die steeds weer door de oppositie verspreide geruchten van ver deeldheid in het ministerie Asquith. De militante suffragettes heb ben eergisteravond een vergadering gehou den, waarin natuurlijk de gewone redevoe ringen werden gehouden. Er was op deze vergadering een onnoozel spreker, die de vraag stelde, waarom de dames nu juist on schuldige winkeliers aanvielen. Het ant woord was. De verliezen van de gebroken ruiten treffen minder de winkeliers dan wel de verzekeringsmaatschappijen, maar bo vendien, de winkeliers hebben het kiesrecht en kunnen dus de regeering dwingen de oorzaak van de'beweging weg te nemen. Te- reoht merkt de „Westm. Gaz." hiertegen op: Dat doen nu echter de eigenaars der ruiten juist niet. Integendeel, velen zien juist in die balddadigheden der vrouwen een argument tegen het vrouwenkiesrecht. Zoo is dus langs dezen weg zeker niets te v/innen. Miss Chri stabel Pankhurst is nog altijd zoek, de nasporingen der politie heb ben nog geen licht gebracht over de vraag, waar deze militante suffragette zich thans ophoudt. De politie heeft met. het oog op de ruitenvernielende dames thans een be kendmaking verspreid, waarin een beroep wordt gedaan op de benadeelden zelf, en op alle. ooggetuigen, van daden van baldda- digheid om Haar te steunen, door balddadi- gen te arresteeren en aan de politie over te leveren. In M e x i c o is het nog niet pluis. De. oorrespondent van de Daily Mail" te New-York, die blijkbaar niet veel vertrou wen" stelt in de berichten over den toestand aldaar, welke meestal uit Amerikaansche bron aan de grens van Texas komen, heeft Donderdag jl. president Madero telegra- phisch gevraagd of werkelijk de toestand in het land verergerd is. Het antwoord van Madero, dat riatuurlijlk ook met het noodige voorbehoud opgenomen moet worden, luid de: ,,Gij kunt met de meeste beslistheid verklaren, dat de toestand in Mexico met den dag verbetert. Er is niemand in Mexico, die gaarne zou zien, dat Amerika tussehen- beide treedt; men is algemeen van meening, dat de orde binnenkort iin de geheele repu bliek hersteld zal zijn en daarvoor neemt dan ook mijn regeering, die daarbij den steun ondervindt van de openbare meening, alle.noodige maatregelen." Omtrent den toestand in China wordt het volgende gemeld. De zgm. Nationale Vergadering te Nanking heeft het volgende program aangenomen: Joeansjikai zal na aflegging van den ambtseed den voorz. der Nat. Verg. de namen van de leden van diet nieuwe ministerie langs telegrafischen weg mededeelen. Na-dat de Vergadering de keu ze van de ministers goedgekeurd zal heb ben, zal het kabinet zich naar Nanking be geven om hét bewind te aanvaarden. Dr. Soenjatsen zai de voorloopige leiding neer leggen en het presidentschap aan Lijoean- lioeng, als vertegenwoordiger van Joeansji kai, overdragen. In overeenstemming niet dit Reuterbericht uit Nanking wordt. d.d. 8 Maarb uit Sjanghai aan de Morning Post" geseind, dat Joeansjikai aan den vioe-president Lijoeanhoeng verzocht heeft om zich van Woetsjang naar Nanking te begeven ten einde het presidentschap voor- loopig voor hem waar te nemen, in welk verzoek Lijoeanhoeng toegestemd heeft. De repablikeinsclie overheden in Sjanghai beginnen voorzichtig de troepen af te dan ken. 400 man, hoofdzakelijk uit Hangtsjou, hebben hun wapens en uniformen afgege ven en voor een maand soldij ontvangen. Bijzondere- voorzorgsmaatregelen zijn ge troffen om verdere onlusten van de troepen te vermijden, ook in Mantsjoerije. Hier heeft Joeansjikai na de te Peking opge dane ervaring den gouverneur-generaal ver zocht de troepen van politie-uitoefening te ontheffen en buiten de stad te houden, ver dachte troepenafdeelingen te ontwapenen en de bescherming van de veiligheid in de steden uitsluitend aan de politie toe te vertrouwen. dag, maar voor een shilling haal ik u er een, ma'am, dat maakt niets uit," merkte hij met een sluwen glimlach op. Toen ik den shilling had toegestaan, draaf- de de jonge woekeraar weg. Ik ging intus- 1 schen op mijn koffer zitten en keek om mij heem In welk gedeelte van Londen ik mij toen bevond, weet ik nu nog niet; in elk geval niet in het mooiste. Voor mij strekte zich een eindelooze, nauwe straat uit, waarvan al de huizen precies op elkaar ge leken. AI had de metselaar ook hier en daar een kleine afwisseling aangebracht, coo was de goede kolenrook dadelijk bij de hand geweest, om die met den mantel der liefde te bedekken. Trouwens, allee i was zwart, ravenzwart, zoo ver het oog 'reikte. Zelfs stak naast mij een zwart boompje boven een zwarten muur uit. De Londensche kinderen, die middelerwijl be delend een steeds nauweren kring om mij heen trokken, zagen er uit alsof zij uit den schoorsteen kwamen. ,.Arme stakkerds!" dacht ik, terwijl ik in mijn zak tastte; ,,geen zeep dezer aarde wascht jullie weer 6choon." Zij noemden mij' voortdurend ,,lady" en bedachten de hartverscheurcndste verhalen, om mij mijn geld uit de beurs te kloppen. Van den een was de moeder dood, de va der van een ander lag op sterven, terwijl de familie van een derde de pokken had. Zij hadden geen van allen sinds eergisteren gegeten en zagen er uit alsof zij in hun leven niets dan steenkolen hadden geslikt. Ik had juist al mijn kopergeld weggege ven toen Jack terugkwam. Met een grijns lach weee hij op het. voertuig dat hem op den voet volgde. Hij had goed lachen, die kleine snaak. Ik was minder vroolijk ge- Vogelenwet. De Regeering heeft een nader gewijzigd ontwerp van wet ingediend, houdende ba- palingen tob bescherming van in liet wild le vende vogels, zoomede een nota van wijzi ging van. het gewijzigde ontwerp van wet. De bedoeling van de voorgestelde wijzi ging _i& eensdeels het vervoeren van vogels, eieren en nesten door een ander dan den houder van een vergunning als bedoeld in artiikel 15, bijvoorbeeld per spoor of boot, mogelijk te maken en anderdeels de weten schappelijke inrichtingen in de gelegenheid te stellen het voor haar verzamelingen of ondezoekingen benoodigde materiaal te ver krijgen. De heer Van Veen en «Scheurer hebben een amendement op de Vogelenwet inge diend, om na art. 43 in te voegen een nieuw art. 43bis, luidende: Gedurende vijf jaren na het in-werking- treden van deze wet blijft, in gemeente en durende dien tijd bij algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen, het van- gen van lijsters door strikken niet lager gesteld dan één meter boven den grond, geoorloofd, doch op gronden van derden, niet dan met schriftèlijlke vergunning ot in gezelschap van den eigenaar of rechtheb bende. Het bestuur der Club van Nederiandsche Vogelkundigen heeft, onder herinnering aan een vroeger reeds ter zake gezonden adres met uitvoerige toelichting, de Tweede Ka mer andermaal verzocht heb ontwerp-Vogol- wet niet, of althans niet dan in zeer geamen- deerden vorm, te willen aannemen. .Schriftelijk beantwoorde vraag. De heer Roodhuyzen heeft de volgende vraag tot de Regeering gericht: Mag er op gerekend worden, nu de Eerste Kamer de tegemoetkoming we gens duurte van levensmidde len heeft geweigerd, dat de Regeering ten spoedigste de indiening van wetsvoorstellen zal bevorderen, waarbij aan die categorieën van Rijksambtenaren en Rijkswerklieden, wier traktement blijkens de indiening zelve der toeslag-voorstellen door de Regeering te gering wordt geacht, om, bij welken te genslag oolk, in het levensonderhoud te kun nen voorzien, verhoogiug van bezoldiging wordt toegekend De Minister van Binnenlandsche Zaken jantwoordde hierop: Do Regeering heeft tegen de wijze, waar op deze vraag is gesteld, bezwaar. Het is een strikvraag. Immers zij is gebouwd op de daarin uitgesproken onderstelling, dat het traktement van eenige categorieën van Rijks ambtenaren en -Rijkswerklieden, door de Regeering te gering wordt geacht, om, Irj wellken tegenslag ook, in het levensonder- houd te voorzien. De Regeering heeft echter, zoowel bij het schriftelijk als bij het mondeling debat, verklaard, dat zij tot haar voorstellen slechts in zeer bijzondere omstandigheden aan1 ei- ding heeft gevonden, en dat ook na loons- verhooging gelijke bijzondere omstandighe den gelijke ongelegenheid zouden kunnen te voorschijn roepen. Hieruit volgt, dat de vraag,-zooals zij is gesteld, niet voor beant- woording vatbaar is en dat loonsverhooging niet ter zake van de verwerping der toeslag- voorstellen verwacht (kan worden, maar de Regeering, gelijïk reeds meermalen is me degedeeld, voortgaat, geleidelijk, waar noo- dig, verhoogingen aan te brengen. Een gemeenteraad in staking. Het lid van de Tweede Kamer de heer Helsdingen, heeft, naar „Het Volk" meldt, de volgende schriftelijke vraag aan Jen Minister van Binnenlandsche Zaken gericht: „Kan de Minister mededeelen weüke mo tieven hem geleid hebben de Kroon te ad- viseeren goedkeuring te doen onthouden aan een besluit van den Raad der gemeente Het Bildt, wijziging brengend in de veror dening tot heffing van den hoofdclijken ont stemd, toen ik een blik op den koetsier zijner keuze wierp. Diens gelaat blonk als een opgeblazen, roode, volle maan; zijn schele oogen hadden den gewonen Zater- dagsroes nog nie't uitgeslapen. De hoed zat hem in den nek en uit een mouw van zijn vuile jas werd een nieuwsgierige elleboog zichtbaar. Ik verdacht Jaok er van, dat hij mij deze parel van een huurkoetsier met opzet had verschaft, want ik had mijn mee ning omtrent hem nog in geen enkel opzicht te kennen gegeven, toen de lecperd mij reeds toefluisterde „Gelooft u, dat hij dronken is, ma'am' Geef mij nog een shilling dan haal ik on middellijk een ander." ,Dat geloof ik werkelijk Jack. Een nog mooier exemplaar" antwoordde ik korzelig, want ik was uit mijn humeur. Bij mij zelve beredeneerde ik: „Die lui zijn altijd min of meer aangeschoten, zonder dat zij daarom omverwerpen of verdwalen. En wie ziet en kent mij in dit groote Babyion?" „Ik moet naar St.-Pancras," sprak ik de parel op den bok aan. „St.-Pancras? Tien shillings,'' bromde hij, zonder zich lang te bedenken. „Tien shillings?" herhaalde ik, en zette groote oogen op. „Ja, tien shillings!" schreeuwde hij reeds heftig, „ik neem vandaag geen penning minder. Wilt gij instappen of niet? Hebt gij mij laten halen of niet? Is het Zondag of niet Was ik op het punt naar de kerk te gaan of niet?" Toen hij zag, dat Jacks elastische mond zich bij die laatste vraag van oor tot oor uitstrekte en dat ikzelf een ietwat twijfe lenden blik over zijn toilet liet glijden, ge- Taakte hij buiten zichzelven van woede en slag, welke wijziging strekte om het maxi mum, dat door dezen hoofdelijken omslag j kan worden geheven te brengen van f 35,000 op f45,000?" Bij Kon. besluit is in zijn rang overge plaatst bij het rog. gren. en jagers, de kap. J. ,W. R. Sdu.il, van het 9de reg. inf.; met ingang van 1 April 1912 benoemd tot lid van den Raad van Bestuur der kolo nie Curasao M. C. Honriquez, koopman op Curasao, tijdel. lid van -dien Raad; met ingang van 1 Mei 1912 overgepl in zijn rang en ouderdom van rang bij den plaatsel. staf en benoemd tot plaatselijk comm. te Amsterdam, de luit—kol. P. J. G. Schott, commandant van het instructie-batal jon; is met ingang van 1 Mei 1912 aan den kolonel van den plaatsel. staf J. II. van der Burg, plaatsol. comm. te Amsterdam, op aanvrage, ter zake van langdurigen dienst, onder t-oek. van pons., eervol ontslag uit den mil. dienst verleend en het bedrag van het pensioen vastgesteld op f2100 'sjaars; is benoemd, buiten bezwaar van 's Rijles schatkist, tot vertegenwoordiger van de Nod-erl. Regeering op het in April 1912 te Rome te houden vierde intern, congres voor lichamelijke opvoeding. E. Deen. te 's.Gra.- venhage, lid van hot hoofdbestuur van den Nederlaiidschen Bond voor Lichamelijke Op voeding; aan P. Groot, hoofdcommies bij het Dep. van Justitie, verlof verleend tot het aan nemen van liet kruis „Pro Ecclesia et Ponti- lioohem door Z. H- den Paus gosohonken; lm et ingang van 1 April 1912 benoemd tot d istricts-ins pecteur der spoorwegdiensten L. W, Oapel, c.-i-, thans adj iuiot-ingeni-eur bij den Raad van Toozicht op de spoorweg diensten, tevens waarnemend districts-inspec teur der spoorwegdiensten, en zijn met in gang- van 1 April 1912 bij den Raad van Toezicht op de Spoorwegdïonslcn benoemd tot adjunct.commies G. de Nes, thans op zichter in oigemeenen diensb voor de spoor wegen, tot toch lüsch-anibto naar 2de kl. J. II. M. E. Crollaer, thans tijdelijk technisch-amb ten aar, en is bevorderd tot hoofdcommies IC. E. Q. van den Bergh, than3 commies; zijn mot ingang vau den tweeden Dinsdag van Mei 1912 benoemd tob leden van den Kolonialen Raad der kolonie Curacao, Mordy S. L. Maduro, Pli. F. do II as et h Muller on Ed. S. Lansberg; is J. Schorl, te Alkmaar, thans tijdelijk buieelanibtenaar van den Rijkswaterstaat, met ingang van 1 April d.o.v. benoemd, tot bureel ambten aar van den Rij les waters laat 3de kl. fribt ingang van 1 April 1912 benoemd tob ooihmies bij den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten, de districted nisfpeoteuT dei- spoorwegdiensten J. A d«^ Lint c.-i-, tc 's-Gravenhage; benoemd tob dis tri ets-inspec teur dor spoorwegdiensten A. J. Kuiper c.-i-, te Amsterdam; is de commies bij den Raad van Toezicht op do spoorwegdiensten J. A. de Lint c.-i., bólasb nucfc dc waarneming van do functie van disbriots-inspccteur der spoor wegdiensten bij' ontstentenis of afwezighoid. Van een der diiStriotsJnspocteurs der spoor wegdiensten. Bij Kon. besluit is benoemd: bij het re serve-personeel der landmacht, bij het per soneel van den Geneesk. Dienst: tot reserve- officier van gezondheid 2de kl. de heer J. W. F.'M. de Smit, arts; is de reserve-offi cier van gez. 2de (kl. J. Hoekstra, onder toe kenning van eervol ontslag als zoodanig uit den militairen dienst, benoemd tot officier van gez. 2de kl. bij het personeel van den geneesk. dienst der landmacht; toegekend de aan de Orde van Oranje- Nassau verbor-den eere-medaille in brons aan C. C. Jorissen, blikalagcrsknecht bij de Naaml. Venn Dordrechtsohe Metaalwaren- fabriek, voorbeen wed. J. Bekkers Zoon te Dordrecht; met ingang van 1 April 1912 aan L. Rae- mae&ers, op verzoek, eervol ontslag ver leend als Ieeraar aan do rijks hoogere bur gerschool te Wagon ingen zijn benoemd tot substituut bij het kanton gerecht te Rotterdam: mr. W. F. E. baron j van der Feltz. advocaat en procureur, te- liet van de hoogte van zijn bok zulk oen liagel van verwensoh ingen op mij neerda len, dat mij hooren en zien vergingen. Op het spektakel was het ineens in de ötraat levendig geworden. Oude vrouwen kropen uit kelderluiken te voorsohijn. Ra men werden opgeduwd en grijnzende men- schenkoofden vertoonden zich, dio den koet sier toeknikten en door kreten en schate rend gelach aanmoedigden. Bij dat schouwspel schoot mij plotseling de ontzettende gedachte door het hoofd: als gij je eens in een der beruohte gedeel ten van Londen bevondt, waarin men de menschen van alles berooft, on\ ze daarna eenvoudig te laten verdwijnen?! Ongcluks- kind, en je koffer staat midden op de straat! En gij hebt je beurs wel een kwar tier lang open in je- hand gehouden „Nu goed, tien shillings!" i;iep ik (ik zou in mijn angst ook tien pond gezegd hebben) en wierp mij hals over kop in het rijtuig. „Daar staat mijn koffer! Èn rijd wat vlug- Ik zou niet gaarne den trein missen!" Ik verwachte bevend, dat de kerel wei geren zou, mij en mijn bagage naar het verlangde doel te expedieererr Hij was echter beter dan hij er uitzag. Onbeholpen rolde hij van den bok af, vloekend tilde hij den koffer op, vloekend schoof hij dien op het rijtuig, vloekend ratelde hij eindelijk met mij weg. Wee den rampzaligen straatjongens, die ons op zweeplengte naderden! Wee den grooten honden, die ons over den weg lie pen Zij moesten het allen ontgelden, dat ik mij zoo slecht tegen den koetsier had gedragen. Wij veegden als een windvlaag door de vreedzame straten zonder ons te storen aan het plechtige gelui der klokken vens beëedigd klerk ten parkette van de ambtenaren van het Openbaar Ministerie tij de kantongerechten in het arrondissement Arnhem, waarnemend griffier bij het kan tongerecht eri plaatsvervangend griffier bij den Raad van Beroep (O.) te Arnhem on der toekenning van gelijktijdig eervol ont slag uit laatrigem. betrekking; te 's-Gra venhage: mr. K. J. v. Erpecum, adv. en pro- cureur te 's-Gravenhage tevens waarne mend griffier bij' het (kantongerecht, aldaa»*; is ba.noemd bij het reserve-personeel der landmacht, bij het personeel van den genees kundigen dienst, tot reserve-officier van gezondheid 2de kl. A. Pijper, arts; zijn met ingang van 16 Maart 1912 noemd bij het wapen der infanterie tot ka pitein bij den staf van het wapen de 1ste luit. W. Froger van dien staf, werkzaam bij de Kon. Militaire Academie; bij het 2de reg. de 1ste luit. J. A. F. Froe- ling, van het korps; bij het 3de reg., da lste luit. H. van der Zee, van het instructie- bat, bij het 10de reg., de lste luit. V. Donk, van het 4de reg., adjudant van de» commandant der lste divisie. fiond van Clirigteu-socinlUteu. Deze Bond zal zijn jaarlijksohe vergade-* ring houden op April iTweeden Paascli- dag) to Amsterdam. Den dag te voren zal er een openbar© vergadering worden gehoudin, die liet karakter zal hebben van een wijdingssa menkomst met proppjgandistisohe strek king. Op den beschrijvingsbrief komt o. m. heb volgende voorstel van het bondsbestuur voor De Bondsvergadering spreke als haar oordeel uit, dat het wensohelijk is, de be ginselverklaring van den Bond in die» geest to herzien, dat het aanvaarden vau de Apostolische Geloofsbelijdenis als eisolt vervalle en dat een beter verband wordo go- legd tusschen de religieuze en de econo-. misohe opvattingen, die den Bond tot bari* trekken. Zij benoemo voorts een commis sie ad hoc van 7 leden, tot voorbereiding van een nieuwe beginselverklaring en tot het ontwerpen van een uitgewerkt pro-, gram van beginselen en eisclien. Verder wordt voorgesteld te besluiten tot deelneming aan de a-otieve politiek bij de algemeen© verkiezingen in 1913. Een nieuw Pauselijk decreet. „De Tijd" ontleent, niet zonder voorbe houd, aan den Parijschen „Croix" een te1©- gram van het telegraafagentsohap Havas, waarin uit Rome het volgende wordt ge meld Er wordt een nieuw Pauselijk decreet voorbereid, dat veranderingen zal brengen in zekere regelen betreffende het canonieke reobt, in liet bijzonder.ten aanzien van de* vereischten leeftijd voor het ontvangen der priesterwijding. Deze laatste zou verschoven worden tot den leeftijd van 28 jaar. Het de creet zou in verband hiermede de semina risten verplichten tot het volgen van een tweejarigen philosophischen en een driejari gen theologischen cursus; de studie van de II. Schrift zou dan tot één jaar verplicht gesteld worden. Ook zou de H. Stoel in het zelfde- decreet bepalen, dat de seminaristen, die vóór den leeftijd van 28 jaren hun stu diën voltooid hebben, in de parochiën de zelfde function kunnen vervullen, welke thans door de kapelaans worden waargeno men, voor zoover dan deze function geen priesterlijke wijding vereischen. Reeds is, zegt het telegram, het Pauselijik decreet vastgesteld, en het wacht nog slechts op de laatste hand. Het zal dan ook ver schijnen op een datum, die betrekkelijk al zeer na-bij is, en het zal reeds van kracht zijn in het begin van het komende jaar. Paus Pius X hecht een groote waarde aan deze hervorming. Hij is van meening, dat in den togenwoordigen tijd de waarbor. gen niet genoegzaam kunnen zijn voor de rijpheid bij het ontvangen van de priester lijke wijding. Geen offer is Z. H. te groot, om de voorbereiding tot. den geestelijken stand zoo degelijk mogelijik te doen zijn. en aan de vrome kerkgangers, die ons ont steld en hoofdschuddend nakeken. Ik vond ons gedrag allesbehalve behoor lijk en zou mijn van schaamte blozend ge zicht maar al te gaarne in de kussens va* mijn karos gedrukt hebben, doch daarop had niet tevergeefs zoo menigen nacht heb hoofd van hun eigenaar gelegen. Zij blon ken van vet en hadden de lüclit naar bran dewijn. Als ik mij niet vergis, dan hebben vele huurrijtuigen der reuzenstad voor ettelijk© jaren de revue moeten passeeren, waarop een groot aantal den vuurdood heeft on dergaan. In hoop in het belang van het rij dende Londen, dat bij die gelegenheid ook het exemplaar, hetwelk mij naar St.-Pan cras bracht, in rook is opgegaan, zoo heb niet reeds vóór dien tijd zijn laatsten adem heeft uitgeblazen. Allee kraakte, rammelde en rinkelde aan heb ongelukkige voertuig. Elk oogenblik verwachtte ik, dat mijn koffer door de kap op mij zou neerrollen of dat ik den bodera, welke verscheidene scheuren vertoonde, on der mij zou zien wegvallen. Ik zou gaarne den man op den bok bezworen hebben, uib égards voor het eerwaardige voertuig, wab langzamer te rijden, maar ik kon heb raampje niet open krijgen en het andere was door een stevige vuiet midden in heb hart getroffen. Ging dat door mijn toedoen geheel stuk, dan werd het raampje op mijn rekening geschreven. Ik zette dus mijn voeten tegen de achterbank, was een half uur met gesloten oogen op alles voorbereid en was wkt blij, toen ik eindelijk in heb St.-Pancras-station aankwam. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5