Over honig en zijn gebruik.
Amoer-iijgers in den Berlijnsclaen Dierentuin.
In Augustus van het vorige jaar deden
in den Berlijnschen Dierentuin twee jonge
Amoer-tijgers hun intrede, die thans ge
heel volwassen geworden zich ontwik
keld hebben tob prachtdieren. De Arno er-
tijger stamt af zooaJs trouwens rijn naa,u
aangeeft uit het Amoer-gebied en uan
daardoor ook in onze streken steeds in de
open lucht verkeeren. Ook deze exempla
ren brengen den winter door in eon ikooi
buiten het roof dierenhuis.
ueri kindéréri 'dié (ronde, mollige vormen,
welke de kunstenaars inspireerden tot hun
engelen- en Ainor.figuren. Dit is con période
van toeneming van hot gewioht (eerste ron-
'iding).
,Van Hot vijfde tot Kot' zevende jaa!r groeien
'de lichaampjes dn dé lengte. Zij behouden
in. deaen tijd nog hun ronde vormen. Deze
periode noemt men dé eerste lengte-toene
ming. Van hef* achtste tot het tiende jaar
'stijgt het géwicht weer. De eerst slanke vor
men verbreeden zich'; het is alsof het lijfje
;kraoht vergaart om: door te groeien. Op
deaem leeftijd wisselen ook do melktanden'
én de meisjes; die tob dan zich' slechts door
ïetri geringer lengte en ietwat lichter ge
wicht van 'dé jongens onderscheiden heb-
hem, némen nu! veel toe ïn gewicht' on dikte
tweede ronding).
Op h'eifc elfde jaair begint de tweede lengte-
loenéming. Deze is zéér belangrijk en ver-
^otrzaHlcts hoewel ook het gewicht verhoogd
Vördt, dp voor dezen leeftijd kenschètsecnde
Wanke, langairmige en! langbeenige lichamen.
Nu géraken d« mjeisjcö 'dien jongens van
Van-V leeftijd ver vooruit. Tot het vijftiende
jaar winnen rij het volkomen in lemgtte en
gewicht. Op' veertien 'jaar zijn de meisjes
.7 oentimterter langer en wegen 6 kilogram!
zwaarder. Eefrst op vijftien jaar halen de
jotngéns haar in wat lengte, op 16 jaar ook
wat gewicht betreft. Na het vijftiende jaar
groeien de ntedsje^ slechts langzaam- Zij ne
men tot haar twintigste slechts 10 centime
ter ten 5 tot 6 kilogram' toe, terwijl de
jongens 20 centimeter langér en 22 kilo
gram zwaarder worden. Ook na twintig blij
ven beide geslachten ietwat doorgroeien, De
vrouw bereikt haar maxi mum.lengte op 28;
'de man op 35-jarigen leeftijd.
De lengtegroei is bij de verschillende in
dividuen zieer verschillend. Slechts bij 18 op
de 100 menschen neemt de lengte juist toe
fcocals het gemiddelde aangeeft. Nog gtoo-
tere afwijkingen vertoonen de toenamen der
omtrekken, daar deze van talrijke, uit- en
inwendige omstandigheden, als .voedsel, le
venswijze, enzoovoort, afhangen; daarom is
dan ook de toeneming dn gewicht slechts
met de grootste voorzichtigheid als maat
staf te gebruiken.
De opmerking ligt voor de hand: dat is
nu de wetenschapEerst constateert men
wetten voor toeneming van lengte en van
gewicht en dan voegt mén er aan toe. dat
deze wetten slechts een zeer betrekkelijke
waarde hebben! Doch geduld. Behalve lengte
en gewicht heeft nog een rlerde verande
ring op vastgestelde wijze plaats en slechts
in verband hiermede gebruiken wij de. beido
eerste. "Wanneer we toch even groot gelee-
kende afbeeldingen van een kind van drie,
zeven en vijftien jaar met elkaar vergelijken,
dan kunnen we Da eenige oefening met vrij
gToote zekerheid den ouderdom1 bepalen,
zonder omtrent lengte of gewicht gegevens
te bezitten. Wij gaan dan af op den derden
en belangrijksten maatstaf bij den groei, op
de liahaamsverhoudingen, welke in ovoreen-
stépüning met den ouderdom veranderen. [Wij
tekenen onbewust hiernaar, en schatten
meestal zóó juist, dat wij zelfs fouten van
kunstenaars, die in hun werken de verhou
dingen niet nauwkeurig weergeven, terstond
opmerken. Aangezien namelijk het hoofd
van de geboorte tot aan den vollen wasdom!
telechts tot twee-, de romp tob drie-, de
armen tot! vier- en de beenen zelfs tot vijf
maal ihun oorspronkelijke grootte groeien,
wisselen dé verhoudingen der vcrschillendë
lichaamsdeelen voortdurend, en juist daar
door wordt de voor elk levensjaar verande-
ïejide gestalte van den groeiende bepaald.
Hoe jonger het kind is, zool korter zijn
de beenen on zoo grooter het hoofd. Bij
pasgeboren kinderen is de. totale lengte ge-
Hik aan viermaal de hoogte van het hoofd,
bij twoc-jarigo aan vijfmaal, hij zes.jarige
aan 'zes; bij twaalf-jarige aa.n zeven- en'
bij twintigjarige aan aohtmaal de hoogte van
hot hoofd. De lichaamslengte stijgt dus een
hoofdhoogte por 2, 2 X 2, 3 X 2 en 4
X 2 jaar. Er bestaat bij de geboorte een
groei wil of -drang, die in bepaalde, regel
matig langer durende perioden in kracht
vermindert. Op gelijke wijze els de ver
houding tusschen hoofd en lichaam, ver
anderen ook die tusschen de overige lichaams
deelen. i
Deze liohaamfiverhoudingen vormen den ze-
kersten miaatstaf omdat zij bij groobe en
kleine, magere en dikke kinderen, bij
meisje^ esn jongens altijd opgaan. De lengte-
groei daarentegen toont treeds groote afwij
kingen bij de verschillende individuen en
is bovendien voor jongens en meisjes ver
schillend. De toeneming in gewicht geschiedt
nog onregelmatiger. In verband met de
lichaamsverhoudingen echter kunnen toene
ming in lengte en gewicht een betrekkelijke
waarde verkrijgen. Volwassen is de nor
male man 180 centimeter lang en weegt 70
kilogram!. Zijn totale lengte is achtmaal de
hoogte van het hoofd. De normale vrouw
meet 170 centimeter, weegt 60 kilogram en
is eveneens achtmaal zoo lang als haar hoofd
hoog is.
Naar het "bovenstaande gerekend, is dus
een mensch van fcï-chtmaal de hoogte van
zijn eigen hoofd regelmatiger gebouwd dan
iemand van 71/* of 73/i „hoofden", ook al is
de laatste langer en zwaarder. Het kan
menigen kleinen, docli evenredig gebouwden
mensch tot troost zijn, dat, al zijn anderen
hem in lengte de baas, hij het wint in de
verhoudingen.
De groei 'bestaat' dus uit een aan vawte
wetten gehoorzamende verandering der
lichaamsverhoudingen en toeneming in lengde
en gewicht.
Hoe later dé volle wasdom' bereikt wordt,
hoe langer de groei duurt, des te regel
matiger verhouden zich de eindvormen.
Het blanke ras toont reeds, dat zij, die
het langst kind blijven, volwassen de schoon
ste en méést evenredige lichamen bezitten.
Een uitzondering hierop maken de Italia
nen, voornamelijk do Italiaansohe vrouwen,
die buitengewoon Vroeg haar vollen wasdom
bereiken. Bij lager staande rassen Houdt dc
gToei veel vtoeger op. Weinige bereiken dan
ook een lichaamslengte van achtmaal de
hoogte van hun hoofd. De moeste brengen
het slechts tot 7l/«, vele tot 7, de Akka6 zelfs,
slechts tot 6. Zij blijven in den groei op een
ontwikkelingstrap staan, welke overeenkomt)
met'het 6de tot het 15de levensjaar van het
blanke ras, welke dus betrekkelijk laag te
noemen is.
Behalve vele andcTe voorrechten, heeft dus
het blanke ras ook dat van langer duren-'
den groei en volkomener ontwikkeling en
daardoor tevens het grootste voorrecht: de
langste jeugd. I i 1 I I i. L.' L
De honig is afkomstig van den nektar,
door de bijen uit verschillende bloemen
verzameld. Nektar is het zoete, welrieken
de sap, dat door de honigklieren der bloe
men wordt afgesoheidenhij lokt de bijen
aan, ae-ze zuigen het sap uit de bloemkel-,
ken, om het naar heur woning te brengen'
en er honing van te maken.
Nektar is dus nog geen honig. Om dit
te worden, moet hij een liohte scheikundige I
bewerking ondergaan in dc voormaag o'er
bij. Daarna wordt de honig in de cellen der,
raten geborgen, welke cellen door de bijen
worden verzegeld, dichtgemaakt r_et een
wasdekseltje wanneer het overtollige
water uit den honig is verdampt. Die inge
dikte, zoogenaamd rijpe honig, is in die
verzegelde cellen voor bederi bewaard
De kleur, de rmaak, de geur en andere
eigenschappen van den honing verschillen
naar de planten van welke hij afkomstig ia
Hier volgen eenige algemeen© aanduidin
gen omtrent de kleur en de hoedanigheid
van den honig:
De versch uitgeslingerde honig is klaar,
doorschijnend, en geelachtig van k'eur.
Koolzaad slooren en vruchtboomen,
geven honig, welke spoedig kristalliseert;
de incarnastklaver en de witte klaver leve
ren klaren honig van goede kwaliteit ep;
de honig der blauwe korenbloemen is goed,
doch heeft een groenachtige kleur; die
der linden is lichtgeel van kleur, maar ook
van goede hoedanigheid; de acacia's bren
gen klaren en goeden honig voort, weliic
traag kristalliseert; op de boekweit halen
de bijen 's morgens bruinachtigen honig,
die niet slecht ishet heidekruid geeft
lichtgelen honig; deze laatste kon vroeger
niet of zeer moeilijk worden uitgeslingerd,
thans is een toestel uitgevonden, waarmee
de taaiste heide-honig kan worden geslin
gerd. Kleur en geur hangen ook af van het
weer groote droogte geeft donkere ho
nig en van den bodem.
Naar gelang de wijze, waarop de honig
wordt geoogst, onderscheidt men hem *n:
lek-, pers- en slingerhonig, terwijl mea-
ook heeft: honig in raten, raampjes of
sectiën..
Voorheen moesten de imkers hun honig
uit de raten laten druipen en deze vervol
gens persen; zij verkregen door het per
sen een mengsel, dat uit honig, was, stuif
meel en doode bijen bestond. Voorzeker
geen smakelijk en bekoorlijk mengselDe
ze methode heeft dan ook veel bijgedra
gen, om 't gebruik van den honig te 'verarn-
deren en deze door suiker te doen ver
vangen. De vreemde honig, welke nog
meest door bakkers, drogisten en apothe
kers gekocht wordt, is doorgaans geperste.
Hiji heeft het voordeel zeer goedkoop te
zijn, en wordt daarom boven onzen zuiveren
inlandschen honig verkozen.
Dank den vooruitgang ook op hot gebied
der bijenteelt, kunnen de imkers thans
zeer zuiveren honig leveren. In plaats van
den honig uit de raten te persen, gebruikt
reeds menige imker vo. ral daar, waar
de bijenhouders georganiseerd zijn den
honigslinger, een werktuig, warmee hij den
honig op eenvoudige, vlugge wijze uit de
raten of raampjes kan trekken. De wer
king berust op de middelpuntvliedende
kracht. Bij de moderne bijenteelt worden
oijenkasten met losse ramen gebruikt. Wil
de imker zijn honig oogsten, dan neemt
hij de gevulde ramen uit de kast, borstelt
■w de bijen af, ontzegelt de gesloten honig-
cellen en plaatst dan de raten in den'slin
ger. Hij zet het werktuig in beweging en
na verloop van enkele minuten is de honig
uit de-.cellen getrokken, zonder dat de ra
ten hebben geleden of eenige onzuiverheid
is meegegaan.
De operatieve genezing van blindheid.
Uit Parijs komt de tijding van een met
goeden uitslag volbrachte buitengewone oog
operatie, v aarvan men ver wachten, mug, dat
zij de oogheelkunde op nieuwe banen zal
leiden en die zelfs de hoop niet uitsluit-, dat>
de chirurgie eenmaal in staat zal zijn langs
operatieven weg in vele gevallen hulp tegen
blindheid te brengen.
De koene operatie, waarover prof. Dastire
in de Académie des Sciences-nauwkeurige
mededeelingen deed, is het werk van den
bekenden Parijschen oogarts, dr. Magitot.
De aan zijn ingrijpen ten grondslag liggen
de gedachte ligt volkomen op den weg, dien
de moderne chirurgie in de laatste jaren
ingeslagen heeft. Terwijl men vroeger *1
zeer tevreden was, wanneer men door ver
wijdering van het ongeneeslijk kranik geble
ven orgaan of weefsel genezing kon brengen,,
beproeft de nieuwe heelkunde zieke orga
nen door nieuwe te vervangen. Aan dr.
Magitot nu gelukte het langs dezen weg een
met volkomen blindheid geslagen patiënt
althans een deel van het gezichtsvermogen
terug te geven. Hij heeft tot dusver nog
slechts één enkele gelukkige operatie van
dien aard verricht, maar wat eenmaal ge
lukt is, (kan ook herhaald worden.
In de meeste gevallen van Clindheid ligt
de oorzaak in een ondoorzichtig gevozdai
hoornvlies. De Fransche arts beproefds i u,
deelen van een gezond hoornvlies van die
ren op blinde menschenoogen over te bren
gen maar die proeven mislukten de een na
de ander. Nu zeven maanden geleden on
dernam de geleerde het voor het eerst, een
stuk hoornvlies van een mensch bij deze
transplantatie-proeven te gebruiken. De lij
der was een jongmensch van vijftien jaar,
die, door kallk in de oogen te krijgen, het
gezicht totaal verloren had. Een ondoor
schijnende laag bedekte de lens en ver
sperde voor alle lichtindriukken den weg
naar de retina. Dr.Magitot sneed m dat
onbruikbaar geworden hoornvlies een
rechthoekig venster" en zette in die ope
ning een stuk gezond hoornvliesweefsel,
dat genomen was uit het oog van een. an
deren ongelukkigen patiënt, die ongenees
lijk aan de groene sta-ar leed, zonder dat
zijn hoornvlies beschadigd was. De verwij
dering van het hoornvlies bij dezen twee
den patiënt bleek noodzakelijk, omdat dat
vlies voor hem de oorzaak was geworden
van ondraaglijk lijden, en zoo deed zich het
geval voor, dat een operatie, die den een en
patiënt verlichting gaf, den anderen het
licht weer terugschonk.
Over deze tot heden nog nooit gewaagde
poging van een hoornvliesüransplantatie
berichtte prof. Dastre in de Académie de
volgepde bijzonderheden:
„De adhaesie van het weefsel slaagde in
den loop van acht dagen. Eenige wek°n
later werd het verband afgenomen en de
jonge man was in staat voldoende te zien,
om zich zonder hulp te kunnen bewegen
en gaan. Deze toesband is nu zeven maan
den lang bestendig gebleven; de gezichts
kracht van het gekwetste oog heeft een
tiende van de normale sterkte verkregen,
wat voldoende is om den patiënt zich vrij
te laten bewegen.
Het doorzichtige hoornvlies van het oog
is, naar men weet, een der gevoeligste or
ganische weefsels van het menschelijk
lichaam. Het wordt zeer spoedig na den
dood ondoorschijnend. Maar onder bepaal
de omstandigheden en bepaalde tempé ra-
tuurinwerkingen is het aan onderzoekers
gelukt, het hoornvlies eenige dagen in ge
zonden toestand te houden."
Hoeveel Inlanders lezen den Bijbel?
Op deze vraag is natuurlijk geen ant
woord te geven. Maar wèl is het de moeite
waard eens na te gaan, hoe omvangrijk het
werk is van het Britsch en Buitenlandsch
Bijbel-Genootschap hier te lande.
Sedert enkele weken is op Java een agent
van dat Genootschap geplaatst, wiens taak
het is den arbeid der colporteurs na te
gaan. Op Java werken tien inlandscbe ool-
portéurs, die nog elk een helper hebben. Zij
veitkoopen maandelijks ongeveer 2500 exem
plaren aan de inlandsche bevolking. De
koopera zijn volstrekt niet allen Christenen
integendeel zijn de meesten Mohammeda
nen, die gaarne in het boek der Christenen
willen lezen.
De prijzen zijn geen beletsel bij de be
vrediging of weetgierigheid. Voor 20 cents
hebben zij een mooien Bijbel, voor 2 cents
een enkel Evangelie.
Het werk van het Bijbelgenootschap is
hoogst interessant. Het bezit Bijbelverta
lingen in 425 dialecten en zelfstandige dia
lecten, en iet kan het aantal nog heel wat
uitbreiden, aangezien er op de wereld zoo
ongeveer 3000 talen zijn.
Het geheugen bij kinderen.
MeD weet, dat in Engeland op onderwijs-
gebied nog veel achterlijkheid heerscht. Tot
voor eenige jaren meende men daar a.,-
dat de ontwikkeling van het verstand in
een bepaalde richting ook in alle andere
richtingen bruikbaar was. Later is daar
twijfel aan gerezen, vooral, toen men zioh
afvroeg of de groote zondenbok Latijn voor
de kinderen nuttig was en of het aanlee-
ren van die taal het loeren van andere
talen zou vergemakkelijken. Gebleken is
nu, dat kinderen, die gemakkelijk tafels
van vermenigvuldiging uit het hoofd leeren,
met veel moeite te kampen hebben als zij
een stuk proza of poëzie moeten inpompen,
of dat jongens, wier oplettendheid door hit
voetbalspel geoefend is, blijk geven van
verregaande traagheid, als een ander val:
hun aandacht eischt.
Het kwam er nu op aan, na te gaan, on
der velke voorwaarden dat overbrengen
van de eene soort oefening in een andere
richting zou kunnen worden bevorderd.
Als toetssteen nam men het nut aan, dat
het te leeren onderwerp voor het tegen
woordige en toekomstige heeft; nut dus,
zoo ruim mogelijk genomen. In de eerste
plaats meent men, nu in Engeland,
v/ant in dit land zijn deze dingen onlangs
onderzocht dat het kind zuiver moet
leeren spreken, want dit onderricht is door
het schrijfonderwijs vel wat op den aoh
tergrond gedrongen. Verder is men voor
nemens, meer nadruk te leggen op de wijze
waarop de jeugd haar vrijen tijd besteedt,
daar deze voor het geheele leven van zoo
groot belang is. Dus wil men d« kinderen
nader tot dc schoonheid brengen, d«
schoonheid weer zoo ruim mogelijk opge
vat: in muziek, in literatuur, in beeldhouw
en schilderkunst, allereerst in de natuur.
De koninklijke boerderij te Windsor.
„De Veldbode" bevatte een artikel
A. A. ter Haar over deze boerderij.
Hieraan is het volgende ontl' -d:
Tot de Engelsche koninklijke landbouwbe
drijven behooren ook de Flemisch-boerderii
bij Windsor en de Shaw-boerderij te Sand
dringham.
Windsor is de officieel© bakermat van
den akkerbouw en de veeteelt welke een
groote invloed op den geheelen Enge1-
sohen landbouw uitoefent. Het slot Wind
sor, waarbij de eerstgenoemde boerderij ge
legen is, is de residentie van den koning
van Engeland, waar zioh ook het „hof
bevindt, maar de Koning vertoeft het
liefst op Sandringham.
De grond der Flemisch-boerderij is zeer
vruchtbaar; het -ele bedrijf legt een gun
stig getuigenis af voor de technische lei
ding. Beide boerderijen rijn in 't leven
geroepen door den Prins-Gemaal, dat wil
zeggen door den echtgenoot van Koningin
Victoria, de grootmoeder van den tegèn-
woorengen koning George V. Beide boer
derijen vormen een blijvende herinnering
aan de buitengewone sympathie van dett
Prins-Gemaal voor den landbouw. Koningin 1
Victoria had tegelijkertijd niet minder dan
5 boerderijen, welke van Windsor uit ber
stuurd werden. De Shaw-boerderij is 288
H. A. groot, waarvan 46 H. A bebouwd
wordendo oude Flemisoh-boerderij be
staat uit 160 H.A., waarvan 96 H. A. voor
akkerland dienen. Daarbij komen nog nn-
rlere landerijen ter grootte van 600 H. A.
Men zal denken, dat alles koninklijk b^zit
is, maar daarin dwaalt men dan, want van
een belangrijk deel is de Koning slechte
pachter. De bedrijven rijn geheel op de
veefokkerij ingericht. De vruchtopvolging
is in hoofdzaakgraan, boonen, tarwe, bi«-
teD.
Men houdt een kruising van Cheviot-
schapen met Leicester-bloedde dieren
leveren uitmuntende wol en zijn ook goede
slachtschapen. Verder treft m er aan
Berkshire en Yorkshire varkens en een
kruisingsproduct van beide. De boerderij
is een schilderachtig gebouw, eenigszins in
renaissanoe-stijl, hetwelk het opschrift
draagt: „Gebouwd onder het oppertoezicht
van den 'Prins-Gemaal in Het 20ste regee-
ringsjaar van H. M. Koningin Victoria."
Het is hier niet de plaats een beschrijving
te geven *an het inwendige, maar wel kun
nen we zeggen, dat het aan hooge eischen
voldoet.
De koestal kan 60 koeien bevatten, met
de koppen naar elkander staande. De stan-i
den zijn 9 voet lang, terwijl de scheidings
wanden van hout zijn.
Vóór elke koe staat een drvé-
deelige ijzeren krib; het middelste vak
bevat water, terwijl de andere vakken voor
voeder bestemd zijn. Het water wordt door
buizen aangevoerd, het voeder door de mid
dengang tusschen de twee ste^-n. De
vloer is geasphalteerd De veestapel be
staat in hoofdzaak uit Jersey-vee en ver
der uit kruisingsproducten van Jersey
koeien en Shorthorn- en He ordstieren.
Met de kruisingsproducten wordt niet door
gefokt; ze worden alle gemest. Bij het be
drijf behoort ook een pluimveefokkerij. De
woningen der arboiders trekken d© aan
dacht ioor haar bevalligen bouwtrant en
ruimte. Heel dikwijls hebben deelnemers
aan excursion van groote binnen- en bui
tenlandsch© landbouw maatschappij cm
Windsor bezocht; de vorstelijke bestuurder
bleek ook immer een vorstelijk gastheer.
De koning van Engeland is ook voorzitter
der Koninklijke (Engelsche) Landbouw-
maatschappij. Windsor vormt de band tus
schen het Engelsche Koningshuis en den
Engelsohen Landbouw.