No. 15954
Vrijdag 33 Februari.
A0. 1912.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Haar doel gemist.
LEIDSCH
PRIJS DKR ADVERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1,05. Iedere regel meer ƒ0,17}. Grootere letters naar
plaateruimte. Kleine advertentiën yan 30 woorden 40 Oents contant elk
Mental woorden meer 10 Oents.-Voor het Inoaaseeren wordt 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURAJfX:
Voor Leiden per week 9 Oentei per 3 maanden i i 1 J J f 1,10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1 1.30.
Franco per poet 1.65.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden, brengt ter
^Jgemeene kennis, dat aan den Ontvanger
tier Directe Belastingen is ter hand gesteld
toet kohier der Personeele belasting No.
van den dienst 1912, executoir verklaard
den 21sten Febr. j.l. en herinnert voorts
'(J©n belanghebbenden aan hun verplichting
'dm den aanslag op den bij de Wet bepanl-
ften voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
N C. DE GIJSELAAR*
Leiden, 23 Februari 1912.
BEKEftDïïiAKiNG.
Aipbabetische lijst van de in deze
Gemeente metterwoon gevestigde
eigenaars ol beheerders van paarden.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Leiden, brengen ter algemeene
kennis, dat de, ingevolge art. 17 van hrt
Koninklijk besluit van 10 November 1892
(Staatsblad no. 253) opgemaakte alphabe-
itbscihe lijst, bevattende de namen der in deze
gemeente metterwoon gevestigde eigenaars
pi beheerders van één of meer ter vordering
aan te bieden paarden, tot het einde dezer
tüaand, voor een ieder op de Seoretarie de-
ser gemeente ter inzage is nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELA AR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 22 Februari 1912.
Hoewel de agenda gisteren op ons den
Jndruk maakte^ dat de vergadering wel te
4j£e uur, halfvier kon zijn afgeloopen, heeft
rij tooh nog tot ruim halfvijf geduurd. De
oorzaak daarvan lag bij het begin en het
éènde. Men (kon eerst maar niet opschieten.
Ben voorstel van den heer Van der Eist om
bet mogelijk te maken binnen het verloop
van één jaar het instituut „schoolartsen"
öan een grondige herziening te onderwer
pen, de verordening regelende het genees
kundig onderzoek op de lagere schoten wil
lende wijzigen, zoodat de heeren school
artsen in plaats van voor drie jaren
eleohts voor één jaar werden be
noemd, vorderde traag en werd, wat
Vooruit te voorzien was, verworpen. Wat
.wil de heer Van der Eist toch, werd er
gevraagd. Wie het vroegen hebben weinig
aandacht geschonken aan het verslag van
het verhandelde en de secties van de laat
ste begrooting. De heer Van der Eist wil
slechts één schoolarts, die zioh geheel aan
tie behandeling der kinderen onzer scholen
wijdt, en nu wilde hij bij voorbaat mogelijk
maken, dat dit binnen een betrekkelijk kort
tijdsverlbop kon geschieden. Werden de
schoolartsen nu weef voor drie jaar benoemd
(Jan moest de hervorming toch weer drie
jaar wachten.
De Voorzitter meende, dat die tijd er
ook voor noodig was. Wij zijn het daarmede
allerminst eens. Indien het een verandering
was, waarmede B. en Ws. het eens waren
en waarvoor men een enthusiaste meer
derheid in den Raad zou kunnen verwach
ten, kon het best in één jaar klaar komen.
Maar het tegenstribbelen van B. en Ws. en
de weinige steun dien de heer Van der E.
uit den Raad ontving, moest wel sceptisch
stemmen. Daarom kwam het theoretisch
bezwaar een verordening te wijzigen om een
voorstel mogelijk te maken, die dan alö het
vjoorstel verworpen werd, weer in den
ouden vorm diende te worden hersteld, ons
vrij klemmend voor en wij vragen met den
heer Van der Lip wat voor wetgeving Jfl
dat?
Met de wederinvoering der kermis, zal het
het is gisteren gebleken ook wel niet
zoo'n vaart nemen.
Er was een adres ingekomen van een
twintigtal caféhouders en winkeliers, die,-
zooals het adres mededeelde, zeer geschaad
zijn in hun bestaan door de afschaffing, hou
dende het verzoek de kennis, zij het ook
„gemoderniseerd" weder in te voeren. De
vereeniging van Ikermisvakgenooten, die de
vorige maal een beetje al te voortvarend
met een adhaesie-adres was gekomen,
had dit nu weer gedaan en ditmaal had hot
adres zin. Qok de Leidsche geëmployeerden
bdj het koffiehuishoudersbedrijf, te Leiden,
voor zoover zij bij den Centralen Bond zijn
aangesloten, hadden ook blijk van instem
ming gegeven.
Het adres was nog al pikant. De schuld
der afschaffing werd voornamelijk aan één
partij gegeven, die de afschaffing der ker
mis als „zedelijkheidsproefdier" zou hebben
gebruikt, zoo 't heette. En tusschen de re
gels door kon men lezende Raad iéStiu om
en nu kunnen wij de kans nog weer eens
wagen.
Hoe zou het dit adres vergaan?
De Voorzitter nam het na de l?zing ter
hand en stelde voor het aan te nemen voor
kennisgeving, echter met dien verbande,
dat het voor de leden ter inzia- in dc Lees
kamer zou worden gelegd, de hoeren zoü
den dan de waarde der argumenten eens
kalm kunnen overwegen en als zij het noo
dig achten zelf met een voorstel komen.
Dit was heel handig gedaan. De heer Fdk-
kcr, niet met zijn gewone voortvarendheid,
doch aarzelend, vroeg waarom dit adres
niet, evenals met adressen de gewoonte
pleegt te zijn, om praeadvies in handen van
B. en Ws. kon worden gesteld?
De Voorzitter achtte dit o.i. zeer terecht
niet noodig. Voor ruim anderhalf jaar heb
ben zij dit gedaan en in hun College is ook
bij de eenigszins veranderde samenstelling
omtrent deze zaak geen ander advies te ver
wachten. De gevoelens waren toen verdeeld
en zullen dit nog wel zijn.
Het initiatief om de oude kermis weder
in eere te herstellen zal dus moeten komen
uit den Raad zelf. Wij gelooven, dat het
niet gebeuren zal.
Men zal ten minste nu allereerst moeten
afwachten wat de op aanstichting van den
heer Cahen gevormde Commissie uit de
burgerij ml doen.
Alleraardigst liet men den Voorzitter er
inloopen. Deze deelde mede, dat er op de
Viechmarkt boom en zouden worden ge
plaatst. De maiiktoommissie voelde er niet
veel voor, maar men wilde toch tegemoet
komen aan de verlangens van de schoon-
heidsvxienden zonder de economische belan
gen van de markt te schaden en daarom
wilde men ze aan den kant plaatsen.
„Ze staan er all'' fluisterde wethouder
Bots, maar zij zijn zoo klein dat niemand
ze ziet, vulde collega Van der Lip aan. Nu,
zij waren ten minste aan het over de ge
meente wakend oog van den burgervader
ontsnapt, en blijkbaar ook aan de oogen
der meeste raadsleden, die er vreemd van
opzagen.
Onze lezers mogen vanavond in den ma
neschijn eons een kijkje nemen op de Visch-
markt. Misschien dat zij ze vinden.
Ten slotte deelde de Voorzitter mede dat
de heeren binnenkort een lijvig stuk zullen
-ontvangen inhoudende, en zooals hij het
noemde een codificatie om gemeentelijk
strafrecht. De heeren konden dit stuk dan
eens op hun gemak bestradeeren voordat het
in openbaTe behandeling kwam.
Wij verbeeldden ons dat de oogen van
sommige rechtsgeleerde leden glansden van
genoegen. Dat oodifioeeren, dat zuiveren
en schiften en ten slotte samen brengen in
één algemeene wet van de tallooze verorde
ningen, er ligt iets groots in. Was het niet
Napoleon I die de codificatie van ons he-
dendaagsche publiek- en privaatrecht teT
hand nam?
Dat zal nu een raadsvergadering worden.
Arme verslaggevers, die al die rechtsgeleer
de wijsheid straks zullen hebben te verslaan.
Met de agenda 'liep het eerst nogal flink
van stapel. Toen men echter kwam tot de
wijziging der verordening houdende regle
ment op het beheer en bestuur der Stede
lijke fabrieken van Gas en Electriciteit, be
gon het te hokken. De heeren Fokker, Pera
en Sijtsma wilden bet recht van benoeming
van ingenieurs en scheikundigen aan deze
inrichting aan den Raad houden, terwijl
de Commissie van Behéer had voorgesteld
deze benoeming aan haar te laten, waarme
de B. en Ws. aoooord gingen. Het zijn tech
nische ambtenaren, aldus voerden de hee
ren Korevaar en mr. Aalberse aan. De Com
missarissen, die hen zien werken, leeren
him waarde kennen, voorgelicht door de
directie, on bij eer benoeming aan den Raad
gelden dikwijle andere factoren. Er werd
tegen aangevoerd, dat zoo'n ingenieur
straks licht adjunct wordt en later wel een
voorsprong krijgt bij de benoeming van di
recteur, zoodat indirect de benoeming van
de leiders der zaak in handen van B. en
Ws. komt. Wij kregen den indruk dat hee
ren Commissarissen dit nog niet zoo kwaad
zouden vinden, immers de heer Korevaar
sprak van het verre houden van bureau
cratie bij oommeroieele bedrijven, waarop
de heer Sijtsma repliceerde dat dit juist
democratisch was. Doch hier openbaart zich
juist de schaduwzijde der democratie, meen
de de heer Aalberse, die zeide zelf ook wel
iets voor demooratie te gevoelen. Het be
noemen der leiders van oommeroieele zaken
door aandeelhouders eener vennootschap
en van leden eener coöperatie deed aan de
bedrijven dikwijls veel kwaad.
De heer Aalberse ging hier zeker te ver,
toen hij een door de burgerij verkozen
lichaam als de gemeenteraad vergeleek bij
een groep aandeelhouders eener vennoot
schap of nog wel leden-verbruikers eener
coöperatie, zooals mr. Fokker ook deed
uitkomen. De Raad gaat bijna altijd en in
alle gevallen met de voordrachten van B.
en Ws. mee, zooals de heer Pera nog op
merkte. Het geldt hier technische ambte
naren, en de meeste leden van den Raad
zijn niet technisch genoeg onderlegd, om
dezen te beoordeelen, is er terecht opge
merkt, maar zijn ze dat allen op het gebied
van onderwijs, van izooveel andere zaken,
waarin zij ten 6lotte toch moeten beslissen?
Wat echter nog het meest voor het stand
punt van Commissarissen en B. en Ws.
pleitte, was o. i. de omtandigheid dat het
hier jonge ambtenaren geldt, die nog geen
antecedenten hebben, en na van Delft te
zijn gekomen, eerst bij wijze van proef oen
poosje in het bedrijf hebben gewerkt, zoo
dat de directie eigenlijk alleen over hen
kan oordeelen.
Dat het idee der opposanten tooh nog niet
geheel absurd was, bleek uit de stemming.
Een amendement van den heen Fokker kreeg
nog tien stemmen.
Bij hét Voorstel onï 'de grenzen, waarbinnen
de -Raad het salaris van den directeur, den
adj.-dir. en den höofdboekh. der Lichtfabr.
zou vaststellen, te verhoogen, kwam de op
positie uit denzelfden hoek. Alleen de heer
Pera ziweog nu, maar daarvoor kregen wij
den heer Hoogenboom, die een beginsalaris
Van f 3000 voor den adjunct-directeur vol
doende achtte. Hij verschilde met den heer
Korevaar in opvatting dat men voor dit be
drag niet een goed onderlegd eleotroteoh-
nisch ingenieur zou kunnen krijgen. Deze be
trekkingen liggen maar niet opgeschept, Zeide
hij. "Wij gelooven heb met hem- Anders, wordt
het geval wanneer mén eenmaal een goed
ambtenaar heeft, om hem ba behouden. Maar
daarvoor heeft de Raad de middelen. Hij
kan Zulk een man in den vorm van' een
personeele toelage nog altijd trachten vast te
houden.
De heer Fokker 6tddé voor dé grënzJen
tusschen f3000 en f4000 te behouden, welk
Amendement vrij wkt van zijn kans otn te
worden aangenomlen verloor, toen B. en Ws-
zich vereetnigden met de opvatting van den
heer Hoogenboom en ook de laagste grenfc
Wed-er tot f 3000 terugbrachten.
De heer Aalberse merkte o. i. terecht op,
dat de bedrijfsleiders In particulieren dienst
in den regel veel hooger bezoldigd worden,
ook doordat zij in den vorm van tantièmjeai
boven het s!Ed.ari3 nog al iets genieten. Maar
daar staat' weer tegenover 'dat zij dan ook
geheel ia f hangen van het ïnareheéren eener
zaak en dan ook veel minder vast zijn, dan
in een betrekking bjj een openbaar lichaam!
Wél eigenaardig dat de grensverhooging
van de wedde van den directeur onaange
vochten bleef. Allen voelden dab bij een
zeer ömVangtrijk bedrijf als dat van onze
lichtfabrieken een hoog salaris wordt ver-
eischt ota den rechten man op de rechte plaats
te krijgen.
Het voorsbei van den heer Fokker om het
salaris van den adjunot-direoteux tusschen
f 3000 en f 4000 vast te leggen viel met 18
tegen 8 eibetmmen én ook zijn voorstel om dat
van. den hoofdboekhouder op het oude péil
té' houden viel mjeti 7 stemtnen voor.
De mjeerderheid van. den Raad was nog al
in een royale stemming. Misschien dat hier
het cijfer van een klein millioen dat, naar
de heer Korevaar mededeelde, jaarlijks door
de handen van den hoofdboekhouder-kassier
gaat, in dit geval indruk maakte. Dit cijfer
'demonstreert dan ook beter dan groote ver
halen, wat ér op onzé lioht'fabrieken om!
galat.
Allen gunden den heer Van Doesburgh'
zijn verhooging tot f 6000. De heer Sijtsma*
die nog gelegenheid vond even te doen uit
komen, wat Leiden aan dezen uitnemenden
zaJkenman te danken had, wilde deze ver
hooging het karakter geven van een perso
neele toelage, opdat bij een volgende gele
genheid er niet aan gebonden zou zijn, maar
dat was men toch niet, zooals de heeren Van
der Lip en de Voorzitter terecht opmerk
ten.
Ook de heer Kriens ikreeg de hem toe
gedachte verhooging en zoo kwam men aan
het laatste punt waarover de Raady zooals
de Voorzitter bij het begin zeide, met genoe
gen over mocht praten maar wat tea
slotte aan de beslissing van B. en Ws. was
overgelaten.
Het gold de vraag of voortaan zooals ja
ren lang geschiedt de levering van de polf-
tiekleeding en wat daarmede in verband
sbaab zal blijven bij denzelfden leveranrisr,
die ze al dertig jaar leverde, of in het open
baar worden aanbesteed. Het laatste nad
een R.-K. Kleermakersvereeniging ge
vraagd en de Kamer voor de Textielnijver
heid en de vereeniging van politie-agenton
hadden daarmede haar instemming betuigd.
Ja, de genoemde Kamer van Arbeid wilde
nog verder gaan door den agenten de vrjj-
heid te laten sommige ink-oopen en repa
raties zelf te laten doen waar ze dit liet
best achten en daarmede ging natuurlijk
weer de politie-vereeniging accoord. B. en
Ws. wilden van het laatste en terecht niets
weten, alleen hierom reeds niet, omdat de
uniformen der agenten en wat daarbij be
hoort uniform behooren te zijn, wat niet
heb geval meer zou wezen als de een bijv.
zijn handschoenen hier en de andere daar
zou koopen. Dikwijls zou men wel goedkoo-
per uitkomen maar het spreekwoord zegt
niet tevergeefs, dat goedkoop dikwijls dunr-
koop ia En eindelijk zou men de deur ope
nen voor misbruiken.
Als men weet dat de heer Pera secreta*
ris is van de adreeseerende Kamer van Ar
beid laat het rich denken dat hij er een
boom over zou opzetten. En hij had zich
uitnemend op de hoogte gesteld, nl daalde
hij o. i. veel te veel in de bijzonderheden
af, toen hij in vergelijkingen trad over de
prijzen, die in sommige gevallen door deu
particulieren leverancier in rekening waren
gebracht en die anderen voor -dezelfde arti
kelen vragen. Wat 56 ets. kostte was elders
geprijsd voor 25 ets., artikelen voor f tl
en f 3 wilde een ander leveren voor f 3.75
en f 1.25, enz. Men had zonder man en
paard echter niet veel aan deze mededee-
lingen, zoodat er dan ook herhaaldelijk ge-
Toepen werd de artikelen met namen te'
noemen.
De Voorzitter scheen er eohter meer vaü
te weten (of was hij vooraf door den heer
Pera ingelicht?) en raadde onder vroolijk*
heid van den Raad welke artikelen de heel
Pera had bedoeld!. Dat zullen handschoe
nen geweest zijn, zeide hij, dat echoenen,
dat een parapluie, en dan trachtte hij de
verschillen op te helderen.
Den Raad, die blijkbaar voor openbare
aanbesteding wel wat voelde, interesseerde
deze detailkwestie eohter minder.
Mr. Aalberse bracht nog twee zaken. W
berde. Hij wilde in de aanbestedingsvoor-
weiarden liefst een minimum-loonsbepahng
opgenomen zien, en naar buitemlandsch
voorbeeld ook vereenigingen doen mededin
gen. Het geldt hier een huisindustrie, waar-
52)
„Als wij en oom Anton de jonge huishou
ding een beetje ondersteunen, Ribbeek
blijft voorloopig tooh nog hier dan zal
rich dat wel vinden. Als jij' nu die hypo
theek wilde overnemen, dan betaal ik jou
'de renten, die anders voor Dorothé bestemd
iwaren."
„Neen, neen, Friedrich. Dat kan ik on
mogelijk doen. Ik moet groote uitgaven
'doen voor het jacht en ik heb tooh al heel
wat te betalen tegenwoordig. Misschien
eeg je, dat het jacht een overbodige weelde
ia; maar de dokter heeft gezegd, dat ik rei
zen moet, en dat het dus eens goed voor
mij zal zijn wat rond te zeilen. Mijn zenu
wen zijn nog geheel van streek."
Francisca zag baar man daarbij zoo lief
aan, dat hij, haar comediespel niet door-
1 riend, haar in de armen nam en kuste.
iFriedrioh besloot bij een eerstvolgende
goede gelegenheid nogmaals met zijn vrouw
Over Dorothé's toekomst te spreken.
Het was Mei, toen Ribbeok terugkeerde.
Sedert gisteren lag het jacht in een bocht
van de rivier voor anker. Over een paar
dagen werd baron Thumm verwacht, die de
Pinksterdagen voor zijn bezoek had uitge
kozen, omdat dan Annalena ook thuis zou
rijn. De stuurman had al eenige proefvaar
ten met het jacht gedaan en Franoisca
weTd niet moede van het kijken naar het
slanke schip.
Friedrich was van plan vandaag een tocht
mee te maken. Juist toen hij zich gereed
wilde maken, kwam Ribbeek te paard de
oprijlaan door.
„Zoo, zoo, je wou zeilen, Satow?"
„Welkom, Ribbeek, weer terug?"
„Ja, en ik wilde dadelijk hierheen."
„Kom dan mee naar het jacht. De be
dienden zuilen wel voor je paard zorgen."
Ribbeok gaf dadelijk toe, want een zoo
goede gelegenheid, om met zijn vriend te
spreken, zou niet gauw weerkomen. Zij gin
gen aan boord en keken naar de toebereid
selen, die voor het vertrek door de man-
sohappen gemaakt werden. Toen zij uit de
booht waren, werden alle zeilen bijgezet en
vlogen zij voor den wind weg.
Satow vertelde eerst van de moeilijke
dagen, die hij doorgemaakt had.
Vol deelneming hoorde Ribbeek hem aan
en toen Friedrich uitgesproken had, begon
ook hij vertrouwelijk te worden en sprak
van rijn liefde. Friedrich was dadelijk be
reid de zaak dieper te bespreken en roerde
dus ook het zakelijke aan.
„Ik ben niet in staat het kapitaal zonder
de hulp van mijn vrouw uit te betalen. Zij
beheert haar geld zelf en wij zijn niet in
gemeenschap van goederen getrouwd. Zij
komt mij financieel al zeer te gemoet en
wil niet meer doen. Wette lijk ben ik ver
plicht mijn zuster haar rente te betalen;
tot meer kan ik niet gedwongen worden."
„Maar ik begrijp niet, waarom je vrouw
met haar groote vermogen niet een deel der
hypothecaire lasten aflost."
„Zij zegt, dat zy haar geld in solide on
dernemingen belegd heeft, die haar groote
geldsommen opbrengen. Haar eerste man
was een goed financier."
Beiden werden zeer stil En toen zij van
het jacht afkwamen, had Satow beloofd,
dat hij nogmaals met rijn vrouw over •Doro
thé's kapitaal zou spreken en Ribbeek,
dat hij het resultaat van dat gesprek rus
tig zou afwachten.
Rustig afwachten! Zoo had Ribbeek be
loofd. Maar hoe kon hij rustig zijn, terwijl
zijn hart van verlangen voor het geliefde
meisje brandde 1 Toch bleef hj) voor het
uiterlijk kalm, dank zij het aandringen van
Dorothé, die haar broeder nog steeds wilde
sparen, vooral in deze dagen, nu hij zoo
alle hoop op de toekomst had moeten opge
ven. Een maand lang hield hij dat uit. Toen
begon de tijd van de schietoefeningen te na
deren en Ribbeek, ziende aankomen, dat
hij weldra weer voor eenige weken de stad
moest verlaten, drong er op aan, dat een
besluit genomen zou worden vóór zijn ver
trek.
Dorothé vroeg hem de zaak aan haar over
te laten. Zij wilde voorkomen, dat hij ge
tuige zou worden van een mogelijk familie
drama. Zij had het beslissende gesprek nog
van dag tot dag uitgesteld; maar heden
moest rij handelen, heden zou Ribbeek ko
men, volgens afspraak, om den uitslag te
vernemen. Als zij haar doel niet bereikt
had, zou hij dan nogmaals een poging wa
gen. Gaf ook dat niet, dan was hun laatste
hoop op oom Anton gevestigd voor wiens
manier van zakon-doen Francisoa groot
respect had.
Om vijf uren kwam zij in de theekamér,
waar Friedrich en Francisca haar wachtten,
die een gesprek over de zeil sport begonnen.,
Dorothé schonk thee in on ging toen zwij
gend zitten.
„Wel, Dorothé, wil je ook niet eens een
zeiltocht meemaken?"
„Graag, als ik ten minste jelui niet
stoor."
„Hoe zou je ons storen?"
,.Ik heb zoo het gevoel, dat Francisoa het
liefst moet jou alleen is, en dat vind ik ook
zeer begrijpelijk," antwoordde Dorothé
vriendelijk.
„Wat zeg jij daarvan, Francisca?"
lachte hij.
„Niets l"
Dat klonk zoo krachtig, dat Friedrioh
verbaasd opkeek. Dorothé besloot na dat
krachtige wooTd het moeilijke gesprek in
te leiden. Zij beefde van opwinding en zette
haar kopje, dat op het schoteltje rammel
de, op de tafel. Er moest nu een eind aan
alles komen; dat gevoelde zij.
„Het is niet noodig een lange inleiding te
houden, Francisca," begon zij. „Gij beiden
weet, dat ik met Joost van Ribbeek in stilte
verloofd ben. Voor ons huwelijk is een kapi
taal noodig, dat hij niet heeft; maar mijn
erfdeel is groot genoeg. Friedrich, je hebt
laatst beloofd met Francisoa over mijn erf
deel te zullen spreken. Ik hoop, dat dat ge
sprek het gewensohte resultaat voor ons
heeft gehad. Het zal jou, Francisca, toch
gemakkelijk vallen Friedrich de uitbetaling
mogelijk te maken. Wij zouden je er harte
lijk dankbaar voor zijn."
„Gemakkelijk vallen?" herhaalde Franr
oisca. „Daar vergis je je tooh zeer in, Doro
thé. Als ik hypotheken van Damitz over
neem, dan beteekent dat een groot verliee
voor mij. Ik heb alles zoo geregeld bdj ons
huwelijk, als mij voor Friedrich het beste
scheen."
„Dus je wilt onzen wensoh niet vervul
len?"
„Neen."
„Kom, Franoisca, kun je nu beslist niet
daarop terugkomen?" drong Friedrich aan.
„Ribbeek is mijn beste vriend; hij heeft
vroeger, toen ik als jong officier in het re
giment kwam, veel voor mij gedaan
„En daarvoor heeft hij hier op Damita
een onbegrensde gastvrijheid genoten. Ik
dacht, dat, wat dat betreft, de schuld ver
effend was. Ik vind het echter allesbehalve
mooi, dat die vriend van onze gastvrijheid
gebruik heeft gemaakt om Dorothé aan zich
te bindon voor een toekomst, waarin zij
rioh allerlei ontberingen zal moeten ge
troosten. Wat ik doen kan om die toekom
stige misère te voorkomen, zal geschieden.'»
Dorothé sprong woedend op.
„Als ik zoo'n leven wensch, dan is dat
alleen mijn zaak."
„En die van je voogd toch zeker ook?"
„Oom Satow heeft niets tegen ons huwe
lijk, hoewel hij ook voor het financieele ge
waarschuwd heeft. Hij houdt van Joost.
En over een jaar ben ik bovendien meer
derjarig.
„Zoo? Weet oom Anton er al van?" vroeg
Friedrich en begon onrustig door dc kamer
op en neer te loopen.
(Wordt vervolgd.)