No. 15954 Vrijdag 33 Februari. A0. 1912. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Haar doel gemist. LEIDSCH PRIJS DKR ADVERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1,05. Iedere regel meer ƒ0,17}. Grootere letters naar plaateruimte. Kleine advertentiën yan 30 woorden 40 Oents contant elk Mental woorden meer 10 Oents.-Voor het Inoaaseeren wordt 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURAJfX: Voor Leiden per week 9 Oentei per 3 maanden i i 1 J J f 1,10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1 1.30. Franco per poet 1.65. Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden, brengt ter ^Jgemeene kennis, dat aan den Ontvanger tier Directe Belastingen is ter hand gesteld toet kohier der Personeele belasting No. van den dienst 1912, executoir verklaard den 21sten Febr. j.l. en herinnert voorts '(J©n belanghebbenden aan hun verplichting 'dm den aanslag op den bij de Wet bepanl- ften voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, N C. DE GIJSELAAR* Leiden, 23 Februari 1912. BEKEftDïïiAKiNG. Aipbabetische lijst van de in deze Gemeente metterwoon gevestigde eigenaars ol beheerders van paarden. Burgemeester en Wethouders der ge meente Leiden, brengen ter algemeene kennis, dat de, ingevolge art. 17 van hrt Koninklijk besluit van 10 November 1892 (Staatsblad no. 253) opgemaakte alphabe- itbscihe lijst, bevattende de namen der in deze gemeente metterwoon gevestigde eigenaars pi beheerders van één of meer ter vordering aan te bieden paarden, tot het einde dezer tüaand, voor een ieder op de Seoretarie de- ser gemeente ter inzage is nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELA AR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 22 Februari 1912. Hoewel de agenda gisteren op ons den Jndruk maakte^ dat de vergadering wel te 4j£e uur, halfvier kon zijn afgeloopen, heeft rij tooh nog tot ruim halfvijf geduurd. De oorzaak daarvan lag bij het begin en het éènde. Men (kon eerst maar niet opschieten. Ben voorstel van den heer Van der Eist om bet mogelijk te maken binnen het verloop van één jaar het instituut „schoolartsen" öan een grondige herziening te onderwer pen, de verordening regelende het genees kundig onderzoek op de lagere schoten wil lende wijzigen, zoodat de heeren school artsen in plaats van voor drie jaren eleohts voor één jaar werden be noemd, vorderde traag en werd, wat Vooruit te voorzien was, verworpen. Wat .wil de heer Van der Eist toch, werd er gevraagd. Wie het vroegen hebben weinig aandacht geschonken aan het verslag van het verhandelde en de secties van de laat ste begrooting. De heer Van der Eist wil slechts één schoolarts, die zioh geheel aan tie behandeling der kinderen onzer scholen wijdt, en nu wilde hij bij voorbaat mogelijk maken, dat dit binnen een betrekkelijk kort tijdsverlbop kon geschieden. Werden de schoolartsen nu weef voor drie jaar benoemd (Jan moest de hervorming toch weer drie jaar wachten. De Voorzitter meende, dat die tijd er ook voor noodig was. Wij zijn het daarmede allerminst eens. Indien het een verandering was, waarmede B. en Ws. het eens waren en waarvoor men een enthusiaste meer derheid in den Raad zou kunnen verwach ten, kon het best in één jaar klaar komen. Maar het tegenstribbelen van B. en Ws. en de weinige steun dien de heer Van der E. uit den Raad ontving, moest wel sceptisch stemmen. Daarom kwam het theoretisch bezwaar een verordening te wijzigen om een voorstel mogelijk te maken, die dan alö het vjoorstel verworpen werd, weer in den ouden vorm diende te worden hersteld, ons vrij klemmend voor en wij vragen met den heer Van der Lip wat voor wetgeving Jfl dat? Met de wederinvoering der kermis, zal het het is gisteren gebleken ook wel niet zoo'n vaart nemen. Er was een adres ingekomen van een twintigtal caféhouders en winkeliers, die,- zooals het adres mededeelde, zeer geschaad zijn in hun bestaan door de afschaffing, hou dende het verzoek de kennis, zij het ook „gemoderniseerd" weder in te voeren. De vereeniging van Ikermisvakgenooten, die de vorige maal een beetje al te voortvarend met een adhaesie-adres was gekomen, had dit nu weer gedaan en ditmaal had hot adres zin. Qok de Leidsche geëmployeerden bdj het koffiehuishoudersbedrijf, te Leiden, voor zoover zij bij den Centralen Bond zijn aangesloten, hadden ook blijk van instem ming gegeven. Het adres was nog al pikant. De schuld der afschaffing werd voornamelijk aan één partij gegeven, die de afschaffing der ker mis als „zedelijkheidsproefdier" zou hebben gebruikt, zoo 't heette. En tusschen de re gels door kon men lezende Raad iéStiu om en nu kunnen wij de kans nog weer eens wagen. Hoe zou het dit adres vergaan? De Voorzitter nam het na de l?zing ter hand en stelde voor het aan te nemen voor kennisgeving, echter met dien verbande, dat het voor de leden ter inzia- in dc Lees kamer zou worden gelegd, de hoeren zoü den dan de waarde der argumenten eens kalm kunnen overwegen en als zij het noo dig achten zelf met een voorstel komen. Dit was heel handig gedaan. De heer Fdk- kcr, niet met zijn gewone voortvarendheid, doch aarzelend, vroeg waarom dit adres niet, evenals met adressen de gewoonte pleegt te zijn, om praeadvies in handen van B. en Ws. kon worden gesteld? De Voorzitter achtte dit o.i. zeer terecht niet noodig. Voor ruim anderhalf jaar heb ben zij dit gedaan en in hun College is ook bij de eenigszins veranderde samenstelling omtrent deze zaak geen ander advies te ver wachten. De gevoelens waren toen verdeeld en zullen dit nog wel zijn. Het initiatief om de oude kermis weder in eere te herstellen zal dus moeten komen uit den Raad zelf. Wij gelooven, dat het niet gebeuren zal. Men zal ten minste nu allereerst moeten afwachten wat de op aanstichting van den heer Cahen gevormde Commissie uit de burgerij ml doen. Alleraardigst liet men den Voorzitter er inloopen. Deze deelde mede, dat er op de Viechmarkt boom en zouden worden ge plaatst. De maiiktoommissie voelde er niet veel voor, maar men wilde toch tegemoet komen aan de verlangens van de schoon- heidsvxienden zonder de economische belan gen van de markt te schaden en daarom wilde men ze aan den kant plaatsen. „Ze staan er all'' fluisterde wethouder Bots, maar zij zijn zoo klein dat niemand ze ziet, vulde collega Van der Lip aan. Nu, zij waren ten minste aan het over de ge meente wakend oog van den burgervader ontsnapt, en blijkbaar ook aan de oogen der meeste raadsleden, die er vreemd van opzagen. Onze lezers mogen vanavond in den ma neschijn eons een kijkje nemen op de Visch- markt. Misschien dat zij ze vinden. Ten slotte deelde de Voorzitter mede dat de heeren binnenkort een lijvig stuk zullen -ontvangen inhoudende, en zooals hij het noemde een codificatie om gemeentelijk strafrecht. De heeren konden dit stuk dan eens op hun gemak bestradeeren voordat het in openbaTe behandeling kwam. Wij verbeeldden ons dat de oogen van sommige rechtsgeleerde leden glansden van genoegen. Dat oodifioeeren, dat zuiveren en schiften en ten slotte samen brengen in één algemeene wet van de tallooze verorde ningen, er ligt iets groots in. Was het niet Napoleon I die de codificatie van ons he- dendaagsche publiek- en privaatrecht teT hand nam? Dat zal nu een raadsvergadering worden. Arme verslaggevers, die al die rechtsgeleer de wijsheid straks zullen hebben te verslaan. Met de agenda 'liep het eerst nogal flink van stapel. Toen men echter kwam tot de wijziging der verordening houdende regle ment op het beheer en bestuur der Stede lijke fabrieken van Gas en Electriciteit, be gon het te hokken. De heeren Fokker, Pera en Sijtsma wilden bet recht van benoeming van ingenieurs en scheikundigen aan deze inrichting aan den Raad houden, terwijl de Commissie van Behéer had voorgesteld deze benoeming aan haar te laten, waarme de B. en Ws. aoooord gingen. Het zijn tech nische ambtenaren, aldus voerden de hee ren Korevaar en mr. Aalberse aan. De Com missarissen, die hen zien werken, leeren him waarde kennen, voorgelicht door de directie, on bij eer benoeming aan den Raad gelden dikwijle andere factoren. Er werd tegen aangevoerd, dat zoo'n ingenieur straks licht adjunct wordt en later wel een voorsprong krijgt bij de benoeming van di recteur, zoodat indirect de benoeming van de leiders der zaak in handen van B. en Ws. komt. Wij kregen den indruk dat hee ren Commissarissen dit nog niet zoo kwaad zouden vinden, immers de heer Korevaar sprak van het verre houden van bureau cratie bij oommeroieele bedrijven, waarop de heer Sijtsma repliceerde dat dit juist democratisch was. Doch hier openbaart zich juist de schaduwzijde der democratie, meen de de heer Aalberse, die zeide zelf ook wel iets voor demooratie te gevoelen. Het be noemen der leiders van oommeroieele zaken door aandeelhouders eener vennootschap en van leden eener coöperatie deed aan de bedrijven dikwijls veel kwaad. De heer Aalberse ging hier zeker te ver, toen hij een door de burgerij verkozen lichaam als de gemeenteraad vergeleek bij een groep aandeelhouders eener vennoot schap of nog wel leden-verbruikers eener coöperatie, zooals mr. Fokker ook deed uitkomen. De Raad gaat bijna altijd en in alle gevallen met de voordrachten van B. en Ws. mee, zooals de heer Pera nog op merkte. Het geldt hier technische ambte naren, en de meeste leden van den Raad zijn niet technisch genoeg onderlegd, om dezen te beoordeelen, is er terecht opge merkt, maar zijn ze dat allen op het gebied van onderwijs, van izooveel andere zaken, waarin zij ten 6lotte toch moeten beslissen? Wat echter nog het meest voor het stand punt van Commissarissen en B. en Ws. pleitte, was o. i. de omtandigheid dat het hier jonge ambtenaren geldt, die nog geen antecedenten hebben, en na van Delft te zijn gekomen, eerst bij wijze van proef oen poosje in het bedrijf hebben gewerkt, zoo dat de directie eigenlijk alleen over hen kan oordeelen. Dat het idee der opposanten tooh nog niet geheel absurd was, bleek uit de stemming. Een amendement van den heen Fokker kreeg nog tien stemmen. Bij hét Voorstel onï 'de grenzen, waarbinnen de -Raad het salaris van den directeur, den adj.-dir. en den höofdboekh. der Lichtfabr. zou vaststellen, te verhoogen, kwam de op positie uit denzelfden hoek. Alleen de heer Pera ziweog nu, maar daarvoor kregen wij den heer Hoogenboom, die een beginsalaris Van f 3000 voor den adjunct-directeur vol doende achtte. Hij verschilde met den heer Korevaar in opvatting dat men voor dit be drag niet een goed onderlegd eleotroteoh- nisch ingenieur zou kunnen krijgen. Deze be trekkingen liggen maar niet opgeschept, Zeide hij. "Wij gelooven heb met hem- Anders, wordt het geval wanneer mén eenmaal een goed ambtenaar heeft, om hem ba behouden. Maar daarvoor heeft de Raad de middelen. Hij kan Zulk een man in den vorm van' een personeele toelage nog altijd trachten vast te houden. De heer Fokker 6tddé voor dé grënzJen tusschen f3000 en f4000 te behouden, welk Amendement vrij wkt van zijn kans otn te worden aangenomlen verloor, toen B. en Ws- zich vereetnigden met de opvatting van den heer Hoogenboom en ook de laagste grenfc Wed-er tot f 3000 terugbrachten. De heer Aalberse merkte o. i. terecht op, dat de bedrijfsleiders In particulieren dienst in den regel veel hooger bezoldigd worden, ook doordat zij in den vorm van tantièmjeai boven het s!Ed.ari3 nog al iets genieten. Maar daar staat' weer tegenover 'dat zij dan ook geheel ia f hangen van het ïnareheéren eener zaak en dan ook veel minder vast zijn, dan in een betrekking bjj een openbaar lichaam! Wél eigenaardig dat de grensverhooging van de wedde van den directeur onaange vochten bleef. Allen voelden dab bij een zeer ömVangtrijk bedrijf als dat van onze lichtfabrieken een hoog salaris wordt ver- eischt ota den rechten man op de rechte plaats te krijgen. Het voorsbei van den heer Fokker om het salaris van den adjunot-direoteux tusschen f 3000 en f 4000 vast te leggen viel met 18 tegen 8 eibetmmen én ook zijn voorstel om dat van. den hoofdboekhouder op het oude péil té' houden viel mjeti 7 stemtnen voor. De mjeerderheid van. den Raad was nog al in een royale stemming. Misschien dat hier het cijfer van een klein millioen dat, naar de heer Korevaar mededeelde, jaarlijks door de handen van den hoofdboekhouder-kassier gaat, in dit geval indruk maakte. Dit cijfer 'demonstreert dan ook beter dan groote ver halen, wat ér op onzé lioht'fabrieken om! galat. Allen gunden den heer Van Doesburgh' zijn verhooging tot f 6000. De heer Sijtsma* die nog gelegenheid vond even te doen uit komen, wat Leiden aan dezen uitnemenden zaJkenman te danken had, wilde deze ver hooging het karakter geven van een perso neele toelage, opdat bij een volgende gele genheid er niet aan gebonden zou zijn, maar dat was men toch niet, zooals de heeren Van der Lip en de Voorzitter terecht opmerk ten. Ook de heer Kriens ikreeg de hem toe gedachte verhooging en zoo kwam men aan het laatste punt waarover de Raady zooals de Voorzitter bij het begin zeide, met genoe gen over mocht praten maar wat tea slotte aan de beslissing van B. en Ws. was overgelaten. Het gold de vraag of voortaan zooals ja ren lang geschiedt de levering van de polf- tiekleeding en wat daarmede in verband sbaab zal blijven bij denzelfden leveranrisr, die ze al dertig jaar leverde, of in het open baar worden aanbesteed. Het laatste nad een R.-K. Kleermakersvereeniging ge vraagd en de Kamer voor de Textielnijver heid en de vereeniging van politie-agenton hadden daarmede haar instemming betuigd. Ja, de genoemde Kamer van Arbeid wilde nog verder gaan door den agenten de vrjj- heid te laten sommige ink-oopen en repa raties zelf te laten doen waar ze dit liet best achten en daarmede ging natuurlijk weer de politie-vereeniging accoord. B. en Ws. wilden van het laatste en terecht niets weten, alleen hierom reeds niet, omdat de uniformen der agenten en wat daarbij be hoort uniform behooren te zijn, wat niet heb geval meer zou wezen als de een bijv. zijn handschoenen hier en de andere daar zou koopen. Dikwijls zou men wel goedkoo- per uitkomen maar het spreekwoord zegt niet tevergeefs, dat goedkoop dikwijls dunr- koop ia En eindelijk zou men de deur ope nen voor misbruiken. Als men weet dat de heer Pera secreta* ris is van de adreeseerende Kamer van Ar beid laat het rich denken dat hij er een boom over zou opzetten. En hij had zich uitnemend op de hoogte gesteld, nl daalde hij o. i. veel te veel in de bijzonderheden af, toen hij in vergelijkingen trad over de prijzen, die in sommige gevallen door deu particulieren leverancier in rekening waren gebracht en die anderen voor -dezelfde arti kelen vragen. Wat 56 ets. kostte was elders geprijsd voor 25 ets., artikelen voor f tl en f 3 wilde een ander leveren voor f 3.75 en f 1.25, enz. Men had zonder man en paard echter niet veel aan deze mededee- lingen, zoodat er dan ook herhaaldelijk ge- Toepen werd de artikelen met namen te' noemen. De Voorzitter scheen er eohter meer vaü te weten (of was hij vooraf door den heer Pera ingelicht?) en raadde onder vroolijk* heid van den Raad welke artikelen de heel Pera had bedoeld!. Dat zullen handschoe nen geweest zijn, zeide hij, dat echoenen, dat een parapluie, en dan trachtte hij de verschillen op te helderen. Den Raad, die blijkbaar voor openbare aanbesteding wel wat voelde, interesseerde deze detailkwestie eohter minder. Mr. Aalberse bracht nog twee zaken. W berde. Hij wilde in de aanbestedingsvoor- weiarden liefst een minimum-loonsbepahng opgenomen zien, en naar buitemlandsch voorbeeld ook vereenigingen doen mededin gen. Het geldt hier een huisindustrie, waar- 52) „Als wij en oom Anton de jonge huishou ding een beetje ondersteunen, Ribbeek blijft voorloopig tooh nog hier dan zal rich dat wel vinden. Als jij' nu die hypo theek wilde overnemen, dan betaal ik jou 'de renten, die anders voor Dorothé bestemd iwaren." „Neen, neen, Friedrich. Dat kan ik on mogelijk doen. Ik moet groote uitgaven 'doen voor het jacht en ik heb tooh al heel wat te betalen tegenwoordig. Misschien eeg je, dat het jacht een overbodige weelde ia; maar de dokter heeft gezegd, dat ik rei zen moet, en dat het dus eens goed voor mij zal zijn wat rond te zeilen. Mijn zenu wen zijn nog geheel van streek." Francisca zag baar man daarbij zoo lief aan, dat hij, haar comediespel niet door- 1 riend, haar in de armen nam en kuste. iFriedrioh besloot bij een eerstvolgende goede gelegenheid nogmaals met zijn vrouw Over Dorothé's toekomst te spreken. Het was Mei, toen Ribbeok terugkeerde. Sedert gisteren lag het jacht in een bocht van de rivier voor anker. Over een paar dagen werd baron Thumm verwacht, die de Pinksterdagen voor zijn bezoek had uitge kozen, omdat dan Annalena ook thuis zou rijn. De stuurman had al eenige proefvaar ten met het jacht gedaan en Franoisca weTd niet moede van het kijken naar het slanke schip. Friedrich was van plan vandaag een tocht mee te maken. Juist toen hij zich gereed wilde maken, kwam Ribbeek te paard de oprijlaan door. „Zoo, zoo, je wou zeilen, Satow?" „Welkom, Ribbeek, weer terug?" „Ja, en ik wilde dadelijk hierheen." „Kom dan mee naar het jacht. De be dienden zuilen wel voor je paard zorgen." Ribbeok gaf dadelijk toe, want een zoo goede gelegenheid, om met zijn vriend te spreken, zou niet gauw weerkomen. Zij gin gen aan boord en keken naar de toebereid selen, die voor het vertrek door de man- sohappen gemaakt werden. Toen zij uit de booht waren, werden alle zeilen bijgezet en vlogen zij voor den wind weg. Satow vertelde eerst van de moeilijke dagen, die hij doorgemaakt had. Vol deelneming hoorde Ribbeek hem aan en toen Friedrich uitgesproken had, begon ook hij vertrouwelijk te worden en sprak van rijn liefde. Friedrich was dadelijk be reid de zaak dieper te bespreken en roerde dus ook het zakelijke aan. „Ik ben niet in staat het kapitaal zonder de hulp van mijn vrouw uit te betalen. Zij beheert haar geld zelf en wij zijn niet in gemeenschap van goederen getrouwd. Zij komt mij financieel al zeer te gemoet en wil niet meer doen. Wette lijk ben ik ver plicht mijn zuster haar rente te betalen; tot meer kan ik niet gedwongen worden." „Maar ik begrijp niet, waarom je vrouw met haar groote vermogen niet een deel der hypothecaire lasten aflost." „Zij zegt, dat zy haar geld in solide on dernemingen belegd heeft, die haar groote geldsommen opbrengen. Haar eerste man was een goed financier." Beiden werden zeer stil En toen zij van het jacht afkwamen, had Satow beloofd, dat hij nogmaals met rijn vrouw over •Doro thé's kapitaal zou spreken en Ribbeek, dat hij het resultaat van dat gesprek rus tig zou afwachten. Rustig afwachten! Zoo had Ribbeek be loofd. Maar hoe kon hij rustig zijn, terwijl zijn hart van verlangen voor het geliefde meisje brandde 1 Toch bleef hj) voor het uiterlijk kalm, dank zij het aandringen van Dorothé, die haar broeder nog steeds wilde sparen, vooral in deze dagen, nu hij zoo alle hoop op de toekomst had moeten opge ven. Een maand lang hield hij dat uit. Toen begon de tijd van de schietoefeningen te na deren en Ribbeek, ziende aankomen, dat hij weldra weer voor eenige weken de stad moest verlaten, drong er op aan, dat een besluit genomen zou worden vóór zijn ver trek. Dorothé vroeg hem de zaak aan haar over te laten. Zij wilde voorkomen, dat hij ge tuige zou worden van een mogelijk familie drama. Zij had het beslissende gesprek nog van dag tot dag uitgesteld; maar heden moest rij handelen, heden zou Ribbeek ko men, volgens afspraak, om den uitslag te vernemen. Als zij haar doel niet bereikt had, zou hij dan nogmaals een poging wa gen. Gaf ook dat niet, dan was hun laatste hoop op oom Anton gevestigd voor wiens manier van zakon-doen Francisoa groot respect had. Om vijf uren kwam zij in de theekamér, waar Friedrich en Francisca haar wachtten, die een gesprek over de zeil sport begonnen., Dorothé schonk thee in on ging toen zwij gend zitten. „Wel, Dorothé, wil je ook niet eens een zeiltocht meemaken?" „Graag, als ik ten minste jelui niet stoor." „Hoe zou je ons storen?" ,.Ik heb zoo het gevoel, dat Francisoa het liefst moet jou alleen is, en dat vind ik ook zeer begrijpelijk," antwoordde Dorothé vriendelijk. „Wat zeg jij daarvan, Francisca?" lachte hij. „Niets l" Dat klonk zoo krachtig, dat Friedrioh verbaasd opkeek. Dorothé besloot na dat krachtige wooTd het moeilijke gesprek in te leiden. Zij beefde van opwinding en zette haar kopje, dat op het schoteltje rammel de, op de tafel. Er moest nu een eind aan alles komen; dat gevoelde zij. „Het is niet noodig een lange inleiding te houden, Francisca," begon zij. „Gij beiden weet, dat ik met Joost van Ribbeek in stilte verloofd ben. Voor ons huwelijk is een kapi taal noodig, dat hij niet heeft; maar mijn erfdeel is groot genoeg. Friedrich, je hebt laatst beloofd met Francisoa over mijn erf deel te zullen spreken. Ik hoop, dat dat ge sprek het gewensohte resultaat voor ons heeft gehad. Het zal jou, Francisca, toch gemakkelijk vallen Friedrich de uitbetaling mogelijk te maken. Wij zouden je er harte lijk dankbaar voor zijn." „Gemakkelijk vallen?" herhaalde Franr oisca. „Daar vergis je je tooh zeer in, Doro thé. Als ik hypotheken van Damitz over neem, dan beteekent dat een groot verliee voor mij. Ik heb alles zoo geregeld bdj ons huwelijk, als mij voor Friedrich het beste scheen." „Dus je wilt onzen wensoh niet vervul len?" „Neen." „Kom, Franoisca, kun je nu beslist niet daarop terugkomen?" drong Friedrich aan. „Ribbeek is mijn beste vriend; hij heeft vroeger, toen ik als jong officier in het re giment kwam, veel voor mij gedaan „En daarvoor heeft hij hier op Damita een onbegrensde gastvrijheid genoten. Ik dacht, dat, wat dat betreft, de schuld ver effend was. Ik vind het echter allesbehalve mooi, dat die vriend van onze gastvrijheid gebruik heeft gemaakt om Dorothé aan zich te bindon voor een toekomst, waarin zij rioh allerlei ontberingen zal moeten ge troosten. Wat ik doen kan om die toekom stige misère te voorkomen, zal geschieden.'» Dorothé sprong woedend op. „Als ik zoo'n leven wensch, dan is dat alleen mijn zaak." „En die van je voogd toch zeker ook?" „Oom Satow heeft niets tegen ons huwe lijk, hoewel hij ook voor het financieele ge waarschuwd heeft. Hij houdt van Joost. En over een jaar ben ik bovendien meer derjarig. „Zoo? Weet oom Anton er al van?" vroeg Friedrich en begon onrustig door dc kamer op en neer te loopen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 1