No. 15952. XiEIDSCH DAGBLAD, Woensdag: 21 Fefomarï. Tweede Blad. Anno 1912. Buitenlandseh Overzieht. FEUILLETON. Haar doe3 gemist. Tweede Kamer. De oorlog voert zijn sleepend bestaan yoort. Toch zijn er omstandigheden, die r.r op wijzen, dat wellicht spoedig omvangrijke militaire evoluties te wachten zijn. Zondag deed kapitein Moizo een vlieg tocht in de omtrek van Tripoli waarbij '.ij een aanzienlijke vermeerdering van de vijandelijke macht heeft opgemerkt. Hij schat de getalsterkte van de Turksch- Arabische troepen nu op ongeveer 14,000 man. Bij Zanzoer heeft hij ook twee ilinies van verschansingen opgemerkt. Ook in Italië is nieuwe levendigheid te bespeuren. De generale staf heeft eenige honderdduizenden automobielbrillen besteld om de soldaten te beschermen tegen het fijne woestijnzand. Verschillende schermut selingen worden reeds gemeld. Ook in de Roode Zee blijft het onveilig. Morgen komt liet Italiaanschc parlement bijeen. Behalve heb beken de annexatie-besluit, staan op de agenda ter behandeling verschillende interpellaties, zoodat er rijkelijk gelegenheid zal zijn, over- de Tripolitaansche quaestie een hartig woordje te zeggen. De sociaal-democratische partij zal aan oe regeering vragen, welke gronden zij wel heeft gehad om de Tripolitaansche onder neming te beginnen, terwijl de afgevaardig- icfe (Javagnari van den premier wil weten, of hij het niet beter vindt de bespreking van de buitenlandsche politiek uit te stel len tot tijd on wijle geheel Tripolitanie be zet zal zijn l Verschillende interpollanten zullen ver klaring vragen omtrent het optreden van den censor cn de uitwijzingen van journa listen uit Tripolis. Vermoedelijk echter zal men over een en 'ander niet veel belangrijks hooren, daar de legeering wel de grootst mogelijke terug houdendheid in aolit zal nemen. De bekende presidentscrisis in Du itsch 1 and brengt allerlei inci denten. Gisteren heeft in den Rijksdag een zeer levendig debat plaats gehad over dc viaag of Bebel al dan niet gezegd zou heb ben, dat de sociaal-democratische vice-prc- öident, bij ontstentenis van dén president, het „Hoch" op den Keizer zou uitbrengen. De nationaal-liberale afgevaardigde Schif- fer, verklaarde, dat de voorstelling, door dr. Paasche gegeven, volkomen juist was. Bcbel heeft deze belangrijke mededeeling gedaan in tegenwoordigheid van afgevaar digden van het Centrum, de Vrijzinnige Volkspartij en de nationaal-liberale partij. Niet alleen zou de vice-president het „Hoch" uitbrengen, doch eventueel ook naar het hof gaan. De heer Bebel nam hierop het woord om ihtdruikkelijk te verklaren, dat van het ver haal van den heer Schiffer geen woord waar was. Bij de onderhandelingen over da verdeeling van het presidium had Belvl pertinent gezegd, dab de sociaal-demoerau- sche vice-president alleen de staatsrechte lijke verplichtingen zou nakomen. Met deze verklaring namen de heeren van de andere partijen genoegen. En hiermede was de zaak afgeloopen. Toen er daarna nog over het ,Hoch" op den Keizer gesproken werd. heeft Bebel opnieuw te kennen gegeven, 'dat. zijn partij hieraan niet zou meedoen. Alleen heeft hij gezegd: „Wanneer de pre sident door ziekte verhinderd mocht zijn 1 de officieele verplichtingen te vervullen, clan spreekt het vanzelf, dat de eerste vice- president moet invallen. Dooh het kan ge beuren", voegde hij er als een grap aan hoe, ,,dat de vice-president, dan een darm- koliek krijgt." Toen was er echter geen sprake van naar het hof gaan en ook niet iVau het „Hoch" Verschillenden leden verklaarden daarop 'dat Schiffer gelijk had. Waarschijnlijk komt de zaak hierop neer dat de oude heer Bebel een grapje bedoeld heeft, dat echter door niemand begrepen is, en in verband met den ernst der kwestie ook niet zoo aan stonds begrijpelijk was. De dreigende m-ij nwerker ss ta king in E n g el a n d vervult meer en meer de gemoederen. 89; „Daar heeft Annalena zoowaar een kunst stukje verricht!" riep oom Satow. „Dat zal een van ons haar toch niet gemakkelijk (kunnen nadoen. Zij heeft hem de geheele la- ding schroot in den kop gejaagd. Die is zeker in volle vaart op je aangekomen, meisje! Mijne heeren, even een hoeratje voor onze jaohtkoningin Het was een druk heen en weer geloop op deze plaats. Er waren eenige buffetten geplaatst en banken, terwijl in het midden een groot vuur brandde. De dames waren per auto hierheen gekomen en bedienden de heeren. Nadat men zoo had gegeten en gedronken, werd voortgegaan met de jacht. Dorotlic bleef alleen bij het vuur achter. Zij zette tafels en banken terecht en plaatste toen een grooten pot met bouillon in de heete asch. Toen zij zich weer wilde 'oprichten, pakten een paar stevige'handen Laar beet Ribbeek was stil nader gekomen, zijn voetstappen waren gedempt door de 6neeuw. Nu hief hij haar met een zachten kreet op, zoodat haar voeten den grond niet meer raakten. „Eindelijk, DorothcDe eerste maal, dat ij na ueken weer eens geheel alleen zijn. Ik kan het niet langer uithouden. Ik denk er nu met je broer over te spreken; dat y/il zeggen, zoodra als ik terugkom." „Als je terugkomt?" vroeg zij verschrikt en sloeg haar arm om zijn hals. „Ik heb last om naar Berlijn te gaan- Ik De Verzoeningsraad heeft vergaderd; de conferentie is echter geëindigd zonder dat eenig resultaat werd bereikt. De vertegenwoordigers cler mijneigena- ren verklaren, dat zij de voorwaarden, j waarop zij het beginsel van een minimum- j loon willen aanvaarden, aan de vergadering- hebben medegedeeld, maar dat de arbeiders geweigerd hebben deze voorwaarden aan te nemén. Eerste minister Asquith heeft vertegen woordigers van mijneigenaars en van de arbeiders uitgenocdigd met hem en eenige andere ministers op 22 dezer bijeen te ko men op het ministerie van buitenlandsche tzaken ter bespreking vam de moeilijkheden, voortspruitende uit de mogelijkheid van een staking in de kolenmijnen. In het Engelsche graafschap Glanmorgan vreest men voor ernstige on g e r e g e 1 d- heden bij een eventueele staking, zooals blijkt uit een schrijven van het hoofd der politie, waarin hij verzoekt om uitzending- van 3500 man infanterie en 500 man cavale rie. In dien brief verklaart hij, dat cle mijn werkers in het district, daar zij geen weer- standskas bezitten, beslist tot gewelddadig heden zullen overgaan, waarom hij een sterke macht noodig acht ten einde ongere geldheden en plunderingen van den aanvang aan te kunnen tegengaan. Bovendien noemt hij het vrij zeker," dat de overheid niet alleen te doen zal krijgen met de stakers, maar ook met een teugellooze, door armoe de cn ellende tot het uiterste gedreven menigte, die met cle staking niets heeft uit te staan. De kiesrechtvrouwen schijnen zich van den ernst der tijden niet bewust. Mejuffrouw Christabel Pankhurst beeft Maandag in een vergadering te Londen verklaard, dat indien minister Lloycl Geor ge Vrijdag in de Albert Hall niet den olijf tak in de hand nam, den 4den Maart de grootste protestbetooging gehouden zou woTden, waarin de vereeniging nog ooit be trokken was geweest-. Een andere spreekster vroeg om de deel neming van 10C0 vrijwilligsters aan de be tooging. Indien zij 1000 ruiten inwierpen, zou dat 1000 cellen beteekencn, 1000 mon den om te voeden, en dat zou licht kunnen werpen op duizend nieuwe kwesties, waar in vrouwen betrokken waren. F r a n k r ij k en Spanje zijn nog al tijd aan het onderhandelen over Marokko. De Madridsche correspondent van de „Times" heeft van een hooggeplaatst di plomaat vernomen, dat er vermoedelijk ccn ontmoeting zal plaats Rebben tussc-ken ko ning Alfonso en president Fallières, zoo dra de Fransclie en de Spaansehe regeerm- gen liet over de Marokkaansche quaestie eens zullen zijn geworden. De bijeenkomst zou ten doel hebben de laatste wolken, d:e den Fransck-Spaanschen politieiken hemel dan nog mochten verduisteren, weg te va gen. De bijzonderheden \an de ontmoeting zijn nog niet vastgesteld; het denkbeeld moet echter aan beide zijden van de Pyre neeën gunstig ontvangen zijn. Wij hebben onlangs iets meegedeeld om trent de rehabilitatie van F erre r. Het vonnis van liet Spaansehe Iloog Mili tair Gerechtshof voor leger en vloot, dat de opheffing van de in-beslag-neming van F e r r e r's vermogen uitsprak, is niet ge grond op de motiveering dat Ferrer niet de hoofdleider van den opstand in Barcelona zou zijn geweest en dus ten onrechte zou veroordeeld zijn, maar op de uitlegging van de artikelen van het Militaire en Burgerlijke Strafwetboek', betreffende de burgerlijke verantwoordelijkheid, die den aanvoerder van een opstand voor de daarbij begane mis daden treft-, als de aanleggers van den op stand bekend zijn en de oproerlingen niet onder de onmiddellijke bevelen der aanleg gers staan. De kwestie welke de hoofdstad van C h i- n a zal worden blijft aan de orde. De repu blikeinen willen Nanking, Joean-Sji-Kai wil Peking. De republikeinen willen met allo geweld Joean naar Nanking hebben. Maar deze schijnt te aarzelen. Het schijnt ook dat het vertrek van Joean uit Peking op dit oogenblik scbrómelijke gevolgen zou kunnen hebben. Het is toch alleen Yoe:;n- Sji-Kai's tegenwoordigheid, die de vele op moet invallen voor een kameraad, die ziek geworden is. Gisteren heb ik het eerst ge hoord." „En hoe lang zal je weg moeten, denk je, Joost?" „Vier maanden. Laat hei, noofd maar niet hangen, lieveling. Ge-loof me, er is niets aan te doen. Als ik terugkom komen wij met onze plannen voor den dag. Dit comediespel, dat wij steeds maar vol moe ten houden, is hoogst pijnlijk. Misschien valt het gemakkelijker, als wij elkaar* den eersten tijd niet op Damitz ontmoeten. En laat ons nu een glaasje drinken op onze liefde Zij leve Zijn vroolijkheid stak haar ook aan. Zij grepen eikaars handen, kusten elkaar weer en zagen met, dat Fried-rich vlak bij hen stond. Deze had iets verloren, was even -teruggegaan en maakte nu weer haastig, dat hij wegkwam. „Zoo! Ziet Dorothé'e vrijer er zóó uit?" dacht Friedn'ch. „Dat is een lamme ge schiedenis." Met een laatste vroolijk geknal eindigde de jacht. Er was heel wat geschoten. Bij lustig trompetgeschal en fakkellicht werd de buit bezichtigd. De Koning van de Jagers werd uitgeroepen; het was de jonge Hans von Thumm. Annalena drukte den baron met stralend gezicht de hand. „Ja, maar het geldt mijn neef," zei de baron wat stroef „Goed, dat blijft toch in de familie," lachte Annalena. „Neem me niet kwalijk, dat ik gelukkiger ben geweest dan gij, oom," zei Hans. „Deze waardigheid zou veel beter u dan mij pas sen. tevreden elementen in bedwang houdt. De aanhangers der thans niet te Peking ver blijf houdende prinsen zouden van zijn af wezigheid onmiddellijk gebruik maken om een oproer uit te lokken, en aldus vreemde tusschenkomst noodig te maken. Of de opstandelingen met de door Joean- Sji-Kai aangevoerde redenen otn niet naar Nanking te gaan genoegen zullen nemen? Aan de „New-York Herald" wordt ge meld, dat de beweging ten gunste van Nan king als hoofdstad van het rijk aangroeit. Telegrammen uit Kanton melden, dat die provincie vastbesloten is de voor de Mantsjoe-dynostie vrijgevige bepalingen niet te erkennen tenzij Nanking als hoofd stad wordt uitgeroepen, het ministerie zal worden samengesteld uit beproefde man nen van het leger, dat onder eveneens ne- proefcle aanvoerders moet zijn gesteld. Toch lioud'en de republikeinen vol. Een telegram uit Sjanghai meldt dat Tang Sjao Ji morgen met andere republikeinen naar Peking vertrekt, om Joean-Sji-Kai van daar te begeleiden naar Nanking, waar hij als president geïnstalleerd zal wordeu. Een grappige kant van de C'hineesche kwestie is liet volgende Te Sjanghai hebben de meisjes v a n de school Tsjang Joe welke naam be- teekent „het voetpad van de kracht'* al len blakende van oorlogsvuur aan den on- velhebber der in haar sto.cl gelegerde troe pen voor eenigen tijd het volgende epistel doen toekomen: „Mijnheer de generaal, De hemel heeft dén vrouwen dezelfde rechten als den mannen toegekend. Sedert overoude tijden hebben talrijke vrouwen het beroep van soldaat uitgeoefend. De Mantsj-oe-s zijn op het punt van te sterven en de Chineezen van machtig te worden. Da Chineezen van verscheidene provincies heb ben zich bij de republikeinen van ILoepé gevoegd; de vreemdelingen (keuren evenals de Chineezen den opstand goed: de hande laars en studenten hebben achtereenvolgens troepen op de been gebracht, die dood cn verderf zaaien. Weldra zullen de Mantsjoes geheel uit China verjaagd zijn, doch tot nog toe is nog geen uit vrouwen samengestelde troep gevormd. Koesteren de vrouwen dan vrees om te sterven? Zijn zij niet waardig ten oorlog te trekken? Wij voelen ons zeer vernederd, dat wij achteraf gehouden wor den. Wij willen met de mannen deelnemen aan de vernietiging van onze vijanden; ie naald voldoet ons niet meer, wij eischen de wapens op! Troepen van jonge vrouwen 7Aillen zich vormen, die met ongeduld uw goedkeurend antwoord venvachten." De generaal heeft daarop het volgende laconieke antwoord gegeven: „Dames scholieren, Indien wij u noodig hébben, zullen wij u waarschuwen." Er worclt niet bij verteld oï de krijgs haftige meisjes ook strafwerk hebben ge kregen voor haar stoutheid. In de Kamerzitting van gisteren deelde de Voorzitter mede, dat de afdeelingen be noemd hebben tot voorzitters de heeren No- lens, Van Sas se van Yrsselt, Lohman, Van de Velde èn Loeff, en tot onder-voorzitters de heeren Van Vliet, Van Dedem, De Stoers, De Ram en Van Vuuven. Regeling van werkzaamheden. De Voorzitter deelde mede, dat de centrale afdeeling besloten heeft Woensdag in de afdeelingen te onderzoeken een reeks wetsontwerpen, vroeger reed6 vermeld. Mocht een der afdeelingen deze week niet met het onderzoek gereed komen, dan zal het afdeelingsonderzoek volgende week Vrijdagmiddag voortgezet kunnen worden. De heer Roodhuyzen zegt, dab voor het afdeelingsonderzoek wel bestemd is de suppletoire marinebegrooting voor het pantserschip, doch dat de besprekingen over het marine-personeel uitgesteld werd. De V oorzitter zegt, dat na de be- „Kom, kom, houd maar op met die grap pen," zei oom en ging boos naar het slot terug. „Wat heeft hij toch?" vroeg Annalena aan Hans. „Hij is ijverzuchtig, eerstens op mijn geluk bij het jagen en dan op mijn jeugd." „Maar van zoo iets heb ik nooit wat bij' hem gemerkt," zei Annalena verwonderd. „Voor mij is hij steecis een goede, vader lijke vriend geweest." „Vaderlijke vriendzeg clat maar niet, waar hij bij is. Vaderlijk wil hij juist niet zijn. Pas maar op met hem Meteen liep hij weg. Annalena bleef nog even in gedachten staan, tot haar broeder op haar toé kwam en zei: „Kom Annalena het wordt tijd om naar binnen te gaan. Je moet nog toilet maken en nog wat rusten voor het diner." Slot Damitz was schitterend verlicht. Overal straalden kronen en gloeilampen. In de vestibule kwamen de bezoekers, na, zich verfrischt te hebben, bijeen. Toen de laatsten van boven gekomen waren, wer den de groote deuren van de eetzaal ge opend en men zag Lenz achter een reus achtige soepterrine staan, gereed om het geurige vocht rond te dienen. Een delicate erwtensoep was het, waar mee de maaltijd geopend werd: de kok had zichzelf daarbij overtroffen. De wit-met- groene tafelversiering verwekte ook alge- meene bewondering. De jongeren aten in de kleine eetzaal, die naast de groote lag. Daar was een kost bare versiering aangebracht van hyacinten en tulpen; geel en donkerrood waren de overiieersehende kleuren. Deze versiering slissing over het pantserschip deze bespre kingen gehouden zullen kunnen worden. Vervolgens stelt de Voorzitter voor Dinsdag a. s. in openbare vergadering aan de orde te stellen een reeds vroeger mede gedeelde serie wetsontwerpen, waarbij o. m. de Armenwet en de Bakkerswet. De interpellatie-Treub over het- spoor weg-rapport is van deze lijst afgevoerd, aangezien de Minister van Waterstaat, nog wachtende is het advies van den Raad van Toezicht. De heer T r e. u b acht de zaak urgent, waar de bedoelde Staatscommissie tot de conclusie kwam, dat- 6 millioen is ingeteerd. Spr. dringt dus op spoed aan. De heer Brummelkamp meent-, dat de Bakkerswet het eerste op de agenda- lijst moet geplaatst worden, wegens de urgentie der zaak. Het indienen is trou wens reeds besproken, zoodat de zaak uit geput is. Spr. stelt dus voor de Bakkers wet. No. 1 te plaatsen. De heer Troelstra sluit zich van harte hierbij aan. Hij vergelijkt voor den stand van den parlementairen arbeid ten aanzien van de Armenwet, de wet tot be scherming van in bet wild levende vogels en de Bakkerswet. Er is gcenerlei reden de Bakkerswet achteraf te stellen. Spr. stelt verder voor ook zijn motie be treffende het ouderdompspensioen nog op cle agenda te plaatsen. Ook deze zaak is urgent, gelijk spr. bij de indiening der mo tie reeds uitvoerig aantoonde. Met leedwe zen en verbazing constateerde spr., dat deze motie niet op de agenda werd gezet. Met aandrang en ernst, dringt spr. er op aan, deze motie alsnog op de lijst te plaat sen en niet het allerlaatste, zoodat zij nog vóór Paschen behandald kan worden; in elk geval vóór de moties Arts en Ter Laan betreffende cle onderwijzersjaarwedden. De heer Roodhuyzen sluit zich hier bij aan. Yoor spr. is de motie-Troelsbra niets anders dan een aanvulling op het ulti matum, door den heer Kuyper hier gesteld, wat betreft cle behandeling der verzekerings wetten vóór 1913. De lieer E 1 h o r s t dringt ook aan op spoedige behandeling der Bakkerswet-. De lieer De SavorninLohma n ver klaart zich tegen het voorstel van den hee-r Troelstra om zijn pensionneeringsmotie op de agenda te plaatsen. Hij vreest er niets anders clan verlies van tijd van. W ie dus spoed wil mee cle verzekeringswetten, most tegenstemmen De Voorzitter wijst er op, dat de be handeling der Bakkerswet, indien deze voor afgaat lang zal duren; er zijn reeds 40 amendementen ingediend. In het belang van een vluggere behandeling is het ontwerp achteraan geplaatst. Wat cle motie-Troelstra betreft, noodzake lijk is, dat de wetsontwerpen voorafgaan. De heer B runimelkamp stelt thans definitief voor de Bakkerswet te behande len. De heer T roelstra zegt, dat bij zijn partij het plan bestaat zoo weinig mogelijk tijd in beslag te nemen bij de behandeling der Bakkerswet, maar de amendementen zullen toch tijd (kosten. De Bakkerswet raoet dus voorgaan Dat wetsontwerpen gewoonlijk voor mo ties gaan, ka-n waa-r zijn, maar spr.'s motie is urgent. Vooral bezwaar heeft spr. tegen het betoog an den heer Lohman, die zegt, dat cle motie te gelijk met het wetsontwerp moet behandeld worden. Maar de bedoeling is juist een spoedige behandeling. Samen koppeling met het ontwerp komt neer op een ter-zijde-stelling der motie. Dat de tijd, aan de motie besteed, in elk geval, bij aan neming of verwerping, verloren is, begrijpt spr. van den heer Lohman, maar geeft hij niet toe. Die tijd is volstrekt niet verloren. Dat bij aanneming der motie geen haast zou gemaakt worden met de gewenschte re geling, kan spr. niet aannemen, in verband met een eerlijke politiek. Dc Minister zelf heeft in deze Kamer-toegegeven, dat een uiflichting van het punt in kwestie uit het wetsontwerp mogelijk zou zijin. De bedoe ling van spr. is de voorziening voor hen, die reeds den 70-jarigen leeftijd bereikt hebben, los te maken van de lotgevallen paste uitstekend bij het oude Meiszner pos- selein, dat hier gebruikt werd, terwijl men aan de groote tafel van verguld Sèvres at. „Kijk toch eens naar dat zware zilver en dat kostbare kristal," fluisterde mevrouw Giintsch kapitein Hintze, clie naast kaar zat, toe. „Wat moet Francisca toch een reusachtig vermogen hebbenMaar zij verstaat de kunst ook om haar geld goed te gebruiken. Ribbeek was toch dom, toen hij haar afwees indertijd. Ik geloof overi gens, dat France hem nog altijd niet heeft kunnen vergeten. Ik heb -zoo pas een eigen aar dïgen blik van haar opgevangen, toen Ribbeek zoo druk met Dorothé praatte. Hij moet morgen weg. Daarom vergeet- liij voorzichtig te zijn zooals gewoonlijk." „Gij ziet spoken, beste mevrouw," zoo weerde Hintze haar argwaan af. „France is volkomen gelukkig met haar man en als..." „...er eenmaal een kind is, wilt ge zeggen, dan is alles goed. Ja, dat meent men. Maar denk je dan, dat France geschikt is om een goede moeder te zijn?" „Er behoort wat toe, om dat te zijn zoo als gij, mevrouw. Een echte moeder, clie zich het beste gevoelt te midden van haar kinderen..." Mevrouw Güntsch keek hem zóó ondeu- gend-lachend aan, dat hij opeens vergat wat hij verder wilde zeggen. „Vergis je je niet, Hintze? Ik ben al een paar dagen hier en mijn kinderen moeten het zonder mij doen. Morgen is het Casino- bal en mijn man wil maar, dat ik aan alles mee doe. Hij z£St altijd, clat mij dit uitgaan zoo goed doetT" Hintze keek haar aan en zei toen: „Inderdaad, dat vind ik ook. En u hebt van het ontwerp Maar cle heer Lohman gaat hiertegen in. Spr. stelt nu voor zijn pensioen-motie na de moties Arts en Ter Laan te plaatsen. Dc heer D c Savornin Loh m a n zegt, dat, als hij tegen het ontwerp-Talma was, hij voor clc motie-Troelstra zou moe ten zijn, omdat daardoor de behandeling- van het ontwerp wordt verschoven. Maar spr. vreest, dat de behandeling der motie ten nauwste verband houdende met dc be-f ginsclcn van het ontwerp, veel tijd in be slag zal nemen. Gevolig" van aanneming dei motie zal ook een wetsontwerp zijn. clat tijd in beslag neemt. De heer Roodhu y ze n zegt, dat men, den heer Lohman hooiend, zou rneenen een voorstander- van het ontwerp-Talma voor zich te hebben, wat toch niet het geval is, getuige een viertal artikelen in „Dc Ne derlander." Hij wenscht juist, dat deze ont werpen geen wet zullen worden. Spr. meent, dat dc Kamer liet voorstcl-Troelstra betref, fende behandeling van zijn motie moet aan nemen. Het voorstcl-Brummelkamp om de Bak kerswet eerst te behandelen wordt met 48 tegen 47 stemmen verworpen. Tegen stemden de heeren: Middelburg,- De Monté VerLoren, Van Asch van Wijde. Fleskcns, Van der Bovch, Van don Bcrch van Heemstede, Heemskerk, Van Veen, Roessingh, Loeff, Van Foreest, Tydeman, Jannink, Artz, Schimmclpenninck, Van Len- nep, Van Best, Van Nispen (Nijmegen), De Ram, BI urn, Van Vliet, De Beaufort. De Kantcr, Fruyticr, Van Sasse v. Yssclt, Van Dedem. Van Wassenaar, Rink, Dc. Wykerslooth, Smeenge, Van Hamel, Van Doorn, Kuyper, Van Lynden. Lohman, P.i- tijn, Beckers, Dolk, Nolens, De Stuérs, De Geer, Van Vlijmen, Do Visser, Ankerman. Duynstee, Hub recht, Snoeck ILenkcmans en de Voorzitter. Het voorstel-Troelstra om zijn pensioen- motie op de agenda ie plaatsen, wordt met 56 tegen 39 stemmen verworpen (rechts tegen links.) De vergadering wordt hierna gesloten. De Scheveniugsche haven. Het „Vacl." kan aan het bericht omtrent stichting van een vestingwerlk te Schevenin- gen toevoegen, dat hier waarschijnlijk alleen sprake is van een klein vestingwerk van :.o- caal karakter^ uitsluitend bestemd om een onverwacht binnendringen door den haven mond te beletten, maar niet van dien aard. dat het in ons stelsel van defensie van eeni ge overwegende beteekenis zou zijn, en ze ker niet zoodanigi dat daardoor het karak ter van Den Haag als open stoel zou te loor gaan. In die richting beweegt zich, volgens het blad, het onderzoek, waarop het vorig be richt van de „N. R. C." doelde. iSotterdnm - garnizoensstad. Dezer dagen meldde „De Nieuwe Ct.'\ clat de garnizoenen te Delft en te Gouda zouden worden opgeheven en dat daarente gen in Rotterdam een cleel onzer weermacht in garnizoen zou worden gelegd. Naar de „N. R. C.verneemt wordt over de ontrekking der troepen aan cle twee bo vengenoemde garnizoensplaatsen inderdaad ernstig gedacht, o.a. in verband met het ge mis voor behoorlijk oefenterrein, dat zich vooral in Gouda zeer doet gevoelen. Omtrent de (k'azerneering te Rotterdam kan nog niets met zekerheid worden gemeld. Wel echter is het een feit, dat de regeering het voornemen koestert in het belang van de localiseering cler militie, een deel der lichting in Rotterdam in garnizoen te bren gen, indieu daartegen uit anderen hoofde geen overwegende bezwaren bestaan. Tn het bij-zonder dient hierbij de vraag in het oog te worden gehouden of in of nabij Rot terdam geschikt oefenterrein te vinden is. Wat het bestuur der gemeente betreft, reeds 3 jaar geleden ivendde het zich tot de regeering met het verzoek het daarheen te leiden^ dat ook Rotterdam als garnizoens plaats wordt aangewezen. thuis een goede vrouw, die op cle kinde ren let." „Ja, ja, dat zeg jij. Enfin, het is tegen woordig een vergoeding voor de laatste jaren, toen ik bij-na nooit uitging." „Ja, drie kinderen, dat brengt wat drukte mee." „Wat weet jij daarvan?" „Och kom, als men zoo alles mee maakt als... oudere vriend, als oom...", zei hij wat verlegen. „Ja, je hebt ons vaak als vriend gera den. Maar stil, Francisca staat op. Wat schittert haar kostuum De gasten vormden zich tot groepen en bewonderden al het schoone om hen lieen. Het drukst was het cchtel* in de theekamer en cle vestibule, waar bij cle koffie den hee ren zelfs werd toegestaan te rooken. „Dat kon men niet weigeren," zei de huisvrouw lachend, terwijl zij zelf een siga ret aanstak. De groote zaal was ondertussehen ruim gemaakt en terwijl cle oude heeren zich om de speeltafeltjes zetten, klonken hier de eerste tonen eener palonai&e. De dans be gon. Francisca zat in den kring cler oudere dames in een hoek onder palmen en groen naar de dansenden te kijken. In cle kamer van Fricdrich, waar gespeeld werd, rammelden de goudstukken. Er werd niet gesproken en Lenz ging zachtjes van tafeltje tot tafeltje, om de heeren te be dienen. Het was niet noodig, dat iedereen wist hoe hooge sommen hier verloren wer den. Baron Thumm had het voorbeeld ge geven en men was hem maar al te graag gevolgd. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5