No. 15952.
XiEIDSCH DAGBLAD, Woensdag: 21 Fefomarï. Tweede Blad.
Anno 1912.
Buitenlandseh Overzieht.
FEUILLETON.
Haar doe3 gemist.
Tweede Kamer.
De oorlog voert zijn sleepend bestaan
yoort. Toch zijn er omstandigheden, die r.r
op wijzen, dat wellicht spoedig omvangrijke
militaire evoluties te wachten zijn.
Zondag deed kapitein Moizo een vlieg
tocht in de omtrek van Tripoli waarbij '.ij
een aanzienlijke vermeerdering van de
vijandelijke macht heeft opgemerkt. Hij
schat de getalsterkte van de Turksch-
Arabische troepen nu op ongeveer
14,000 man. Bij Zanzoer heeft hij ook twee
ilinies van verschansingen opgemerkt.
Ook in Italië is nieuwe levendigheid te
bespeuren. De generale staf heeft eenige
honderdduizenden automobielbrillen besteld
om de soldaten te beschermen tegen het
fijne woestijnzand. Verschillende schermut
selingen worden reeds gemeld. Ook in de
Roode Zee blijft het onveilig.
Morgen komt liet Italiaanschc
parlement bijeen. Behalve heb beken
de annexatie-besluit, staan op de agenda
ter behandeling verschillende interpellaties,
zoodat er rijkelijk gelegenheid zal zijn, over-
de Tripolitaansche quaestie een hartig
woordje te zeggen.
De sociaal-democratische partij zal aan
oe regeering vragen, welke gronden zij wel
heeft gehad om de Tripolitaansche onder
neming te beginnen, terwijl de afgevaardig-
icfe (Javagnari van den premier wil weten,
of hij het niet beter vindt de bespreking
van de buitenlandsche politiek uit te stel
len tot tijd on wijle geheel Tripolitanie be
zet zal zijn l
Verschillende interpollanten zullen ver
klaring vragen omtrent het optreden van
den censor cn de uitwijzingen van journa
listen uit Tripolis.
Vermoedelijk echter zal men over een en
'ander niet veel belangrijks hooren, daar de
legeering wel de grootst mogelijke terug
houdendheid in aolit zal nemen.
De bekende presidentscrisis in
Du itsch 1 and brengt allerlei inci
denten. Gisteren heeft in den Rijksdag een
zeer levendig debat plaats gehad over dc
viaag of Bebel al dan niet gezegd zou heb
ben, dat de sociaal-democratische vice-prc-
öident, bij ontstentenis van dén president,
het „Hoch" op den Keizer zou uitbrengen.
De nationaal-liberale afgevaardigde Schif-
fer, verklaarde, dat de voorstelling, door
dr. Paasche gegeven, volkomen juist was.
Bcbel heeft deze belangrijke mededeeling
gedaan in tegenwoordigheid van afgevaar
digden van het Centrum, de Vrijzinnige
Volkspartij en de nationaal-liberale partij.
Niet alleen zou de vice-president het
„Hoch" uitbrengen, doch eventueel ook
naar het hof gaan.
De heer Bebel nam hierop het woord om
ihtdruikkelijk te verklaren, dat van het ver
haal van den heer Schiffer geen woord
waar was. Bij de onderhandelingen over da
verdeeling van het presidium had Belvl
pertinent gezegd, dab de sociaal-demoerau-
sche vice-president alleen de staatsrechte
lijke verplichtingen zou nakomen. Met deze
verklaring namen de heeren van de andere
partijen genoegen. En hiermede was de
zaak afgeloopen. Toen er daarna nog over
het ,Hoch" op den Keizer gesproken werd.
heeft Bebel opnieuw te kennen gegeven,
'dat. zijn partij hieraan niet zou meedoen.
Alleen heeft hij gezegd: „Wanneer de pre
sident door ziekte verhinderd mocht zijn
1 de officieele verplichtingen te vervullen,
clan spreekt het vanzelf, dat de eerste vice-
president moet invallen. Dooh het kan ge
beuren", voegde hij er als een grap aan
hoe, ,,dat de vice-president, dan een darm-
koliek krijgt." Toen was er echter geen
sprake van naar het hof gaan en ook niet
iVau het „Hoch"
Verschillenden leden verklaarden daarop
'dat Schiffer gelijk had. Waarschijnlijk komt
de zaak hierop neer dat de oude heer Bebel
een grapje bedoeld heeft, dat echter door
niemand begrepen is, en in verband met
den ernst der kwestie ook niet zoo aan
stonds begrijpelijk was.
De dreigende m-ij nwerker ss ta
king in E n g el a n d vervult meer en
meer de gemoederen.
89;
„Daar heeft Annalena zoowaar een kunst
stukje verricht!" riep oom Satow. „Dat
zal een van ons haar toch niet gemakkelijk
(kunnen nadoen. Zij heeft hem de geheele la-
ding schroot in den kop gejaagd. Die is
zeker in volle vaart op je aangekomen,
meisje! Mijne heeren, even een hoeratje
voor onze jaohtkoningin
Het was een druk heen en weer geloop
op deze plaats. Er waren eenige buffetten
geplaatst en banken, terwijl in het midden
een groot vuur brandde. De dames waren
per auto hierheen gekomen en bedienden
de heeren. Nadat men zoo had gegeten en
gedronken, werd voortgegaan met de
jacht.
Dorotlic bleef alleen bij het vuur achter.
Zij zette tafels en banken terecht en
plaatste toen een grooten pot met bouillon
in de heete asch. Toen zij zich weer wilde
'oprichten, pakten een paar stevige'handen
Laar beet Ribbeek was stil nader gekomen,
zijn voetstappen waren gedempt door de
6neeuw. Nu hief hij haar met een zachten
kreet op, zoodat haar voeten den grond
niet meer raakten.
„Eindelijk, DorothcDe eerste maal, dat
ij na ueken weer eens geheel alleen zijn.
Ik kan het niet langer uithouden. Ik denk
er nu met je broer over te spreken; dat
y/il zeggen, zoodra als ik terugkom."
„Als je terugkomt?" vroeg zij verschrikt
en sloeg haar arm om zijn hals.
„Ik heb last om naar Berlijn te gaan- Ik
De Verzoeningsraad heeft vergaderd; de
conferentie is echter geëindigd zonder dat
eenig resultaat werd bereikt.
De vertegenwoordigers cler mijneigena-
ren verklaren, dat zij de voorwaarden, j
waarop zij het beginsel van een minimum- j
loon willen aanvaarden, aan de vergadering-
hebben medegedeeld, maar dat de arbeiders
geweigerd hebben deze voorwaarden aan te
nemén.
Eerste minister Asquith heeft vertegen
woordigers van mijneigenaars en van de
arbeiders uitgenocdigd met hem en eenige
andere ministers op 22 dezer bijeen te ko
men op het ministerie van buitenlandsche
tzaken ter bespreking vam de moeilijkheden,
voortspruitende uit de mogelijkheid van
een staking in de kolenmijnen.
In het Engelsche graafschap Glanmorgan
vreest men voor ernstige on g e r e g e 1 d-
heden bij een eventueele staking, zooals
blijkt uit een schrijven van het hoofd der
politie, waarin hij verzoekt om uitzending-
van 3500 man infanterie en 500 man cavale
rie. In dien brief verklaart hij, dat cle mijn
werkers in het district, daar zij geen weer-
standskas bezitten, beslist tot gewelddadig
heden zullen overgaan, waarom hij een
sterke macht noodig acht ten einde ongere
geldheden en plunderingen van den aanvang
aan te kunnen tegengaan. Bovendien noemt
hij het vrij zeker," dat de overheid niet
alleen te doen zal krijgen met de stakers,
maar ook met een teugellooze, door armoe
de cn ellende tot het uiterste gedreven
menigte, die met cle staking niets heeft uit
te staan.
De kiesrechtvrouwen schijnen
zich van den ernst der tijden niet bewust.
Mejuffrouw Christabel Pankhurst beeft
Maandag in een vergadering te Londen
verklaard, dat indien minister Lloycl Geor
ge Vrijdag in de Albert Hall niet den olijf
tak in de hand nam, den 4den Maart de
grootste protestbetooging gehouden zou
woTden, waarin de vereeniging nog ooit be
trokken was geweest-.
Een andere spreekster vroeg om de deel
neming van 10C0 vrijwilligsters aan de be
tooging. Indien zij 1000 ruiten inwierpen,
zou dat 1000 cellen beteekencn, 1000 mon
den om te voeden, en dat zou licht kunnen
werpen op duizend nieuwe kwesties, waar
in vrouwen betrokken waren.
F r a n k r ij k en Spanje zijn nog al
tijd aan het onderhandelen over Marokko.
De Madridsche correspondent van de
„Times" heeft van een hooggeplaatst di
plomaat vernomen, dat er vermoedelijk ccn
ontmoeting zal plaats Rebben tussc-ken ko
ning Alfonso en president Fallières, zoo
dra de Fransclie en de Spaansehe regeerm-
gen liet over de Marokkaansche quaestie
eens zullen zijn geworden. De bijeenkomst
zou ten doel hebben de laatste wolken, d:e
den Fransck-Spaanschen politieiken hemel
dan nog mochten verduisteren, weg te va
gen. De bijzonderheden \an de ontmoeting
zijn nog niet vastgesteld; het denkbeeld
moet echter aan beide zijden van de Pyre
neeën gunstig ontvangen zijn.
Wij hebben onlangs iets meegedeeld om
trent de rehabilitatie van F erre r.
Het vonnis van liet Spaansehe Iloog Mili
tair Gerechtshof voor leger en vloot, dat de
opheffing van de in-beslag-neming van
F e r r e r's vermogen uitsprak, is niet ge
grond op de motiveering dat Ferrer niet de
hoofdleider van den opstand in Barcelona
zou zijn geweest en dus ten onrechte zou
veroordeeld zijn, maar op de uitlegging van
de artikelen van het Militaire en Burgerlijke
Strafwetboek', betreffende de burgerlijke
verantwoordelijkheid, die den aanvoerder
van een opstand voor de daarbij begane mis
daden treft-, als de aanleggers van den op
stand bekend zijn en de oproerlingen niet
onder de onmiddellijke bevelen der aanleg
gers staan.
De kwestie welke de hoofdstad van C h i-
n a zal worden blijft aan de orde. De repu
blikeinen willen Nanking, Joean-Sji-Kai
wil Peking. De republikeinen willen met
allo geweld Joean naar Nanking hebben.
Maar deze schijnt te aarzelen. Het schijnt
ook dat het vertrek van Joean uit Peking
op dit oogenblik scbrómelijke gevolgen zou
kunnen hebben. Het is toch alleen Yoe:;n-
Sji-Kai's tegenwoordigheid, die de vele op
moet invallen voor een kameraad, die ziek
geworden is. Gisteren heb ik het eerst ge
hoord."
„En hoe lang zal je weg moeten, denk
je, Joost?"
„Vier maanden. Laat hei, noofd maar
niet hangen, lieveling. Ge-loof me, er is
niets aan te doen. Als ik terugkom komen
wij met onze plannen voor den dag. Dit
comediespel, dat wij steeds maar vol moe
ten houden, is hoogst pijnlijk. Misschien
valt het gemakkelijker, als wij elkaar* den
eersten tijd niet op Damitz ontmoeten. En
laat ons nu een glaasje drinken op onze
liefde Zij leve
Zijn vroolijkheid stak haar ook aan. Zij
grepen eikaars handen, kusten elkaar weer
en zagen met, dat Fried-rich vlak bij hen
stond. Deze had iets verloren, was even
-teruggegaan en maakte nu weer haastig,
dat hij wegkwam.
„Zoo! Ziet Dorothé'e vrijer er zóó uit?"
dacht Friedn'ch. „Dat is een lamme ge
schiedenis."
Met een laatste vroolijk geknal eindigde
de jacht. Er was heel wat geschoten. Bij
lustig trompetgeschal en fakkellicht werd
de buit bezichtigd. De Koning van de
Jagers werd uitgeroepen; het was de jonge
Hans von Thumm. Annalena drukte den
baron met stralend gezicht de hand.
„Ja, maar het geldt mijn neef," zei de
baron wat stroef
„Goed, dat blijft toch in de familie,"
lachte Annalena.
„Neem me niet kwalijk, dat ik gelukkiger
ben geweest dan gij, oom," zei Hans. „Deze
waardigheid zou veel beter u dan mij pas
sen.
tevreden elementen in bedwang houdt. De
aanhangers der thans niet te Peking ver
blijf houdende prinsen zouden van zijn af
wezigheid onmiddellijk gebruik maken om
een oproer uit te lokken, en aldus vreemde
tusschenkomst noodig te maken.
Of de opstandelingen met de door Joean-
Sji-Kai aangevoerde redenen otn niet naar
Nanking te gaan genoegen zullen nemen?
Aan de „New-York Herald" wordt ge
meld, dat de beweging ten gunste van Nan
king als hoofdstad van het rijk aangroeit.
Telegrammen uit Kanton melden, dat die
provincie vastbesloten is de voor de
Mantsjoe-dynostie vrijgevige bepalingen
niet te erkennen tenzij Nanking als hoofd
stad wordt uitgeroepen, het ministerie zal
worden samengesteld uit beproefde man
nen van het leger, dat onder eveneens ne-
proefcle aanvoerders moet zijn gesteld.
Toch lioud'en de republikeinen vol. Een
telegram uit Sjanghai meldt dat Tang Sjao
Ji morgen met andere republikeinen naar
Peking vertrekt, om Joean-Sji-Kai van daar
te begeleiden naar Nanking, waar hij als
president geïnstalleerd zal wordeu.
Een grappige kant van de C'hineesche
kwestie is liet volgende
Te Sjanghai hebben de meisjes v a n
de school Tsjang Joe welke naam be-
teekent „het voetpad van de kracht'* al
len blakende van oorlogsvuur aan den on-
velhebber der in haar sto.cl gelegerde troe
pen voor eenigen tijd het volgende epistel
doen toekomen:
„Mijnheer de generaal,
De hemel heeft dén vrouwen dezelfde
rechten als den mannen toegekend. Sedert
overoude tijden hebben talrijke vrouwen
het beroep van soldaat uitgeoefend. De
Mantsj-oe-s zijn op het punt van te sterven
en de Chineezen van machtig te worden. Da
Chineezen van verscheidene provincies heb
ben zich bij de republikeinen van ILoepé
gevoegd; de vreemdelingen (keuren evenals
de Chineezen den opstand goed: de hande
laars en studenten hebben achtereenvolgens
troepen op de been gebracht, die dood cn
verderf zaaien. Weldra zullen de Mantsjoes
geheel uit China verjaagd zijn, doch tot nog
toe is nog geen uit vrouwen samengestelde
troep gevormd. Koesteren de vrouwen dan
vrees om te sterven? Zijn zij niet waardig
ten oorlog te trekken? Wij voelen ons zeer
vernederd, dat wij achteraf gehouden wor
den. Wij willen met de mannen deelnemen
aan de vernietiging van onze vijanden; ie
naald voldoet ons niet meer, wij eischen de
wapens op! Troepen van jonge vrouwen
7Aillen zich vormen, die met ongeduld uw
goedkeurend antwoord venvachten."
De generaal heeft daarop het volgende
laconieke antwoord gegeven:
„Dames scholieren,
Indien wij u noodig hébben, zullen wij u
waarschuwen."
Er worclt niet bij verteld oï de krijgs
haftige meisjes ook strafwerk hebben ge
kregen voor haar stoutheid.
In de Kamerzitting van gisteren deelde
de Voorzitter mede, dat de afdeelingen be
noemd hebben tot voorzitters de heeren No-
lens, Van Sas se van Yrsselt, Lohman, Van de
Velde èn Loeff, en tot onder-voorzitters de
heeren Van Vliet, Van Dedem, De Stoers,
De Ram en Van Vuuven.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter deelde mede, dat de
centrale afdeeling besloten heeft Woensdag
in de afdeelingen te onderzoeken een reeks
wetsontwerpen, vroeger reed6 vermeld.
Mocht een der afdeelingen deze week niet
met het onderzoek gereed komen, dan zal
het afdeelingsonderzoek volgende week
Vrijdagmiddag voortgezet kunnen worden.
De heer Roodhuyzen zegt, dab voor
het afdeelingsonderzoek wel bestemd is de
suppletoire marinebegrooting voor het
pantserschip, doch dat de besprekingen
over het marine-personeel uitgesteld werd.
De V oorzitter zegt, dat na de be-
„Kom, kom, houd maar op met die grap
pen," zei oom en ging boos naar het slot
terug.
„Wat heeft hij toch?" vroeg Annalena
aan Hans.
„Hij is ijverzuchtig, eerstens op mijn
geluk bij het jagen en dan op mijn jeugd."
„Maar van zoo iets heb ik nooit wat bij'
hem gemerkt," zei Annalena verwonderd.
„Voor mij is hij steecis een goede, vader
lijke vriend geweest."
„Vaderlijke vriendzeg clat maar niet,
waar hij bij is. Vaderlijk wil hij juist niet
zijn. Pas maar op met hem
Meteen liep hij weg.
Annalena bleef nog even in gedachten
staan, tot haar broeder op haar toé kwam
en zei:
„Kom Annalena het wordt tijd om naar
binnen te gaan. Je moet nog toilet maken
en nog wat rusten voor het diner."
Slot Damitz was schitterend verlicht.
Overal straalden kronen en gloeilampen.
In de vestibule kwamen de bezoekers, na,
zich verfrischt te hebben, bijeen. Toen de
laatsten van boven gekomen waren, wer
den de groote deuren van de eetzaal ge
opend en men zag Lenz achter een reus
achtige soepterrine staan, gereed om het
geurige vocht rond te dienen.
Een delicate erwtensoep was het, waar
mee de maaltijd geopend werd: de kok had
zichzelf daarbij overtroffen. De wit-met-
groene tafelversiering verwekte ook alge-
meene bewondering.
De jongeren aten in de kleine eetzaal,
die naast de groote lag. Daar was een kost
bare versiering aangebracht van hyacinten
en tulpen; geel en donkerrood waren de
overiieersehende kleuren. Deze versiering
slissing over het pantserschip deze bespre
kingen gehouden zullen kunnen worden.
Vervolgens stelt de Voorzitter voor
Dinsdag a. s. in openbare vergadering aan
de orde te stellen een reeds vroeger mede
gedeelde serie wetsontwerpen, waarbij
o. m. de Armenwet en de Bakkerswet.
De interpellatie-Treub over het- spoor
weg-rapport is van deze lijst afgevoerd,
aangezien de Minister van Waterstaat, nog
wachtende is het advies van den Raad van
Toezicht.
De heer T r e. u b acht de zaak urgent,
waar de bedoelde Staatscommissie tot de
conclusie kwam, dat- 6 millioen is ingeteerd.
Spr. dringt dus op spoed aan.
De heer Brummelkamp meent-, dat
de Bakkerswet het eerste op de agenda-
lijst moet geplaatst worden, wegens de
urgentie der zaak. Het indienen is trou
wens reeds besproken, zoodat de zaak uit
geput is. Spr. stelt dus voor de Bakkers
wet. No. 1 te plaatsen.
De heer Troelstra sluit zich van
harte hierbij aan. Hij vergelijkt voor den
stand van den parlementairen arbeid ten
aanzien van de Armenwet, de wet tot be
scherming van in bet wild levende vogels
en de Bakkerswet. Er is gcenerlei reden
de Bakkerswet achteraf te stellen.
Spr. stelt verder voor ook zijn motie be
treffende het ouderdompspensioen nog op
cle agenda te plaatsen. Ook deze zaak is
urgent, gelijk spr. bij de indiening der mo
tie reeds uitvoerig aantoonde. Met leedwe
zen en verbazing constateerde spr., dat
deze motie niet op de agenda werd gezet.
Met aandrang en ernst, dringt spr. er op
aan, deze motie alsnog op de lijst te plaat
sen en niet het allerlaatste, zoodat zij nog
vóór Paschen behandald kan worden; in
elk geval vóór de moties Arts en Ter Laan
betreffende cle onderwijzersjaarwedden.
De heer Roodhuyzen sluit zich hier
bij aan. Yoor spr. is de motie-Troelsbra
niets anders dan een aanvulling op het ulti
matum, door den heer Kuyper hier gesteld,
wat betreft cle behandeling der verzekerings
wetten vóór 1913.
De lieer E 1 h o r s t dringt ook aan op
spoedige behandeling der Bakkerswet-.
De lieer De SavorninLohma n ver
klaart zich tegen het voorstel van den hee-r
Troelstra om zijn pensionneeringsmotie op
de agenda te plaatsen. Hij vreest er niets
anders clan verlies van tijd van. W ie dus
spoed wil mee cle verzekeringswetten, most
tegenstemmen
De Voorzitter wijst er op, dat de be
handeling der Bakkerswet, indien deze voor
afgaat lang zal duren; er zijn reeds 40
amendementen ingediend. In het belang van
een vluggere behandeling is het ontwerp
achteraan geplaatst.
Wat cle motie-Troelstra betreft, noodzake
lijk is, dat de wetsontwerpen voorafgaan.
De heer B runimelkamp stelt thans
definitief voor de Bakkerswet te behande
len.
De heer T roelstra zegt, dat bij zijn
partij het plan bestaat zoo weinig mogelijk
tijd in beslag te nemen bij de behandeling
der Bakkerswet, maar de amendementen
zullen toch tijd (kosten. De Bakkerswet raoet
dus voorgaan
Dat wetsontwerpen gewoonlijk voor mo
ties gaan, ka-n waa-r zijn, maar spr.'s motie
is urgent. Vooral bezwaar heeft spr. tegen
het betoog an den heer Lohman, die zegt,
dat cle motie te gelijk met het wetsontwerp
moet behandeld worden. Maar de bedoeling
is juist een spoedige behandeling. Samen
koppeling met het ontwerp komt neer op
een ter-zijde-stelling der motie. Dat de tijd,
aan de motie besteed, in elk geval, bij aan
neming of verwerping, verloren is, begrijpt
spr. van den heer Lohman, maar geeft hij
niet toe. Die tijd is volstrekt niet verloren.
Dat bij aanneming der motie geen haast
zou gemaakt worden met de gewenschte re
geling, kan spr. niet aannemen, in verband
met een eerlijke politiek. Dc Minister zelf
heeft in deze Kamer-toegegeven, dat een
uiflichting van het punt in kwestie uit het
wetsontwerp mogelijk zou zijin. De bedoe
ling van spr. is de voorziening voor hen,
die reeds den 70-jarigen leeftijd bereikt
hebben, los te maken van de lotgevallen
paste uitstekend bij het oude Meiszner pos-
selein, dat hier gebruikt werd, terwijl men
aan de groote tafel van verguld Sèvres at.
„Kijk toch eens naar dat zware zilver en
dat kostbare kristal," fluisterde mevrouw
Giintsch kapitein Hintze, clie naast kaar
zat, toe. „Wat moet Francisca toch
een reusachtig vermogen hebbenMaar zij
verstaat de kunst ook om haar geld goed
te gebruiken. Ribbeek was toch dom, toen
hij haar afwees indertijd. Ik geloof overi
gens, dat France hem nog altijd niet heeft
kunnen vergeten. Ik heb -zoo pas een eigen
aar dïgen blik van haar opgevangen, toen
Ribbeek zoo druk met Dorothé praatte. Hij
moet morgen weg. Daarom vergeet- liij
voorzichtig te zijn zooals gewoonlijk."
„Gij ziet spoken, beste mevrouw," zoo
weerde Hintze haar argwaan af. „France
is volkomen gelukkig met haar man en
als..."
„...er eenmaal een kind is, wilt ge zeggen,
dan is alles goed. Ja, dat meent men. Maar
denk je dan, dat France geschikt is om een
goede moeder te zijn?"
„Er behoort wat toe, om dat te zijn zoo
als gij, mevrouw. Een echte moeder, clie
zich het beste gevoelt te midden van haar
kinderen..."
Mevrouw Güntsch keek hem zóó ondeu-
gend-lachend aan, dat hij opeens vergat wat
hij verder wilde zeggen.
„Vergis je je niet, Hintze? Ik ben al een
paar dagen hier en mijn kinderen moeten
het zonder mij doen. Morgen is het Casino-
bal en mijn man wil maar, dat ik aan alles
mee doe. Hij z£St altijd, clat mij dit uitgaan
zoo goed doetT"
Hintze keek haar aan en zei toen:
„Inderdaad, dat vind ik ook. En u hebt
van het ontwerp Maar cle heer Lohman
gaat hiertegen in. Spr. stelt nu voor zijn
pensioen-motie na de moties Arts en Ter
Laan te plaatsen.
Dc heer D c Savornin Loh m a n
zegt, dat, als hij tegen het ontwerp-Talma
was, hij voor clc motie-Troelstra zou moe
ten zijn, omdat daardoor de behandeling-
van het ontwerp wordt verschoven. Maar
spr. vreest, dat de behandeling der motie
ten nauwste verband houdende met dc be-f
ginsclcn van het ontwerp, veel tijd in be
slag zal nemen. Gevolig" van aanneming dei
motie zal ook een wetsontwerp zijn. clat
tijd in beslag neemt.
De heer Roodhu y ze n zegt, dat men,
den heer Lohman hooiend, zou rneenen een
voorstander- van het ontwerp-Talma voor
zich te hebben, wat toch niet het geval is,
getuige een viertal artikelen in „Dc Ne
derlander." Hij wenscht juist, dat deze ont
werpen geen wet zullen worden. Spr. meent,
dat dc Kamer liet voorstcl-Troelstra betref,
fende behandeling van zijn motie moet aan
nemen.
Het voorstcl-Brummelkamp om de Bak
kerswet eerst te behandelen wordt met 48
tegen 47 stemmen verworpen.
Tegen stemden de heeren: Middelburg,-
De Monté VerLoren, Van Asch van Wijde.
Fleskcns, Van der Bovch, Van don Bcrch
van Heemstede, Heemskerk, Van Veen,
Roessingh, Loeff, Van Foreest, Tydeman,
Jannink, Artz, Schimmclpenninck, Van Len-
nep, Van Best, Van Nispen (Nijmegen),
De Ram, BI urn, Van Vliet, De Beaufort.
De Kantcr, Fruyticr, Van Sasse v. Yssclt,
Van Dedem. Van Wassenaar, Rink, Dc.
Wykerslooth, Smeenge, Van Hamel, Van
Doorn, Kuyper, Van Lynden. Lohman, P.i-
tijn, Beckers, Dolk, Nolens, De Stuérs, De
Geer, Van Vlijmen, Do Visser, Ankerman.
Duynstee, Hub recht, Snoeck ILenkcmans
en de Voorzitter.
Het voorstel-Troelstra om zijn pensioen-
motie op de agenda ie plaatsen, wordt met
56 tegen 39 stemmen verworpen (rechts
tegen links.)
De vergadering wordt hierna gesloten.
De Scheveniugsche haven.
Het „Vacl." kan aan het bericht omtrent
stichting van een vestingwerlk te Schevenin-
gen toevoegen, dat hier waarschijnlijk alleen
sprake is van een klein vestingwerk van :.o-
caal karakter^ uitsluitend bestemd om een
onverwacht binnendringen door den haven
mond te beletten, maar niet van dien aard.
dat het in ons stelsel van defensie van eeni
ge overwegende beteekenis zou zijn, en ze
ker niet zoodanigi dat daardoor het karak
ter van Den Haag als open stoel zou te loor
gaan.
In die richting beweegt zich, volgens het
blad, het onderzoek, waarop het vorig be
richt van de „N. R. C." doelde.
iSotterdnm - garnizoensstad.
Dezer dagen meldde „De Nieuwe Ct.'\
clat de garnizoenen te Delft en te Gouda
zouden worden opgeheven en dat daarente
gen in Rotterdam een cleel onzer weermacht
in garnizoen zou worden gelegd.
Naar de „N. R. C.verneemt wordt over
de ontrekking der troepen aan cle twee bo
vengenoemde garnizoensplaatsen inderdaad
ernstig gedacht, o.a. in verband met het ge
mis voor behoorlijk oefenterrein, dat zich
vooral in Gouda zeer doet gevoelen.
Omtrent de (k'azerneering te Rotterdam
kan nog niets met zekerheid worden gemeld.
Wel echter is het een feit, dat de regeering
het voornemen koestert in het belang van
de localiseering cler militie, een deel der
lichting in Rotterdam in garnizoen te bren
gen, indieu daartegen uit anderen hoofde
geen overwegende bezwaren bestaan. Tn
het bij-zonder dient hierbij de vraag in het
oog te worden gehouden of in of nabij Rot
terdam geschikt oefenterrein te vinden is.
Wat het bestuur der gemeente betreft,
reeds 3 jaar geleden ivendde het zich tot de
regeering met het verzoek het daarheen te
leiden^ dat ook Rotterdam als garnizoens
plaats wordt aangewezen.
thuis een goede vrouw, die op cle kinde
ren let."
„Ja, ja, dat zeg jij. Enfin, het is tegen
woordig een vergoeding voor de laatste
jaren, toen ik bij-na nooit uitging."
„Ja, drie kinderen, dat brengt wat
drukte mee."
„Wat weet jij daarvan?"
„Och kom, als men zoo alles mee maakt
als... oudere vriend, als oom...", zei hij
wat verlegen.
„Ja, je hebt ons vaak als vriend gera
den. Maar stil, Francisca staat op. Wat
schittert haar kostuum
De gasten vormden zich tot groepen en
bewonderden al het schoone om hen lieen.
Het drukst was het cchtel* in de theekamer
en cle vestibule, waar bij cle koffie den hee
ren zelfs werd toegestaan te rooken.
„Dat kon men niet weigeren," zei de
huisvrouw lachend, terwijl zij zelf een siga
ret aanstak.
De groote zaal was ondertussehen ruim
gemaakt en terwijl cle oude heeren zich om
de speeltafeltjes zetten, klonken hier de
eerste tonen eener palonai&e. De dans be
gon. Francisca zat in den kring cler oudere
dames in een hoek onder palmen en groen
naar de dansenden te kijken.
In cle kamer van Fricdrich, waar gespeeld
werd, rammelden de goudstukken. Er werd
niet gesproken en Lenz ging zachtjes van
tafeltje tot tafeltje, om de heeren te be
dienen. Het was niet noodig, dat iedereen
wist hoe hooge sommen hier verloren wer
den. Baron Thumm had het voorbeeld ge
geven en men was hem maar al te graag
gevolgd.
(Wordt vervolgd.)