N°.
Vrijdag 2T Februari»
A0. 1912.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Leidsehe Sehouwburg.
föB£SALLIANGE
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Blaar doel gemist.
LEIDSCH
DAG-BLAB
f PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootere letter» naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant olk
tiental woorden meer 10 CentB. Voor het inoassearen wordt f 0.05 berekend.
t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per week 9 Oents i per 3 maanden 1 f 1.10.
Bciten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30.
Zooals wij reeds mededeelden, heeft
CA. D. O. Ket tooneestuk.
Öpgevoerd voor een uitverkocht Gebouw
ivoor Kunst en Wetenschappen in I>en Hang
jen dat wil. wat zeggen l
Over de uitvoering was iedereen vol lof i
Het „Dagblad van Zuid-Holland en
ffl-Gravenhage" schreef destijds:
„Opgevoerd werd „Mésalliance" van
B Schuil, dat op zoo vordienstelijke wijze
Bwerd opgevoerd (trouwens niet onbekend
„van A. D. O.) dat in de pauze uit de ge
sprekken bleek, clat men in de meenir.g
„was het stuk te zien opgevoerd door b e-
„roepsspe*ler s."
„De Nieuwe Courant" vermeldde, dat
„het publiek herhaaldelijk het vlotte en
mbitieuse spel toejuichte."
„Het Vaderland"„Wel moge de uitvoe
ring gisteren door „A. D. O.", gegeven ren
volle geslaagd heeten. Dit constateeren wij
niet alleen uit het saooes, dat de spelers
hadden met hun uitstekend spel
dat zij te zien gaven, maar ook door heb
(fcaJrijk aanwezige publiek."
Zietdaar, lezers van het „Leidseh Dag
blad', wat men in Den Haag van de opvoe
ring zeide.
Gaat dus Woensdag naar den Schouw
burg, ge ziet goed spel en... doet nog oen
goed werk bovendien l
Er is op het oogenblik weinig actie merk
baar op we zullen maar zeggen ge
meentelijk gebied. Dit bleek gisternamiddag
bij de Raadsvergadering al onmiddellijk. Be
halve eenige missives van God. Staten, hou
dende goedkeuring van genomen Raadsbeslui
ten, waren er sinds de vorige zitting slechts
twee stukken ingekomen en deze werden nog
jwel naai* de 6ni.pparm.aiid verwezen of
om den offioieolen term to bezigen voor
kennisgeving aangenomen. Het eerste was
!een circulaire van den Bond van Technici,
met een begeleidend Schrijven van het be-
Btuur der Leidsehe afdeeling van dien Bond,
in welke circulaire een noodkreet werd aan
geheven over de in het algemeen slechte
bezoldiging der technische ambtenaren. Ter
wijl verschillende categorieën ambtenaren en
beambten in dc laatste jaren verheuging kre
gen, bleven de salarissen der technici over
't algemeen gelijke aan die voor een jaar
of tien, zoodat het gebeurt altijd volgens
do eiroulairo dat een technisch opzichter
dezelfde bezoldiging geniet, als de werkman,
die onder hem staat. Do bezoldiging is der
halve niet in overeenstemming met den le
vensstandaard en met do verantwoordelijk
heid, die deze ambtenaren dragen. Dc Raad
keek alsof' hij zeggen wilde: „Nou zijn we
juist het rijtje langs geweest en daar begint
liet weer van voren af aan."
Zoover zal het niet komen, want de Voor
zatter stelde voor om de circulaire voor ken
nisgeving aan te nemen en de Raad stemde
zwijgend toe.
Het komt ons voor, dat dergelijke alge
meen© adressen, die vermoedelijk naar alle
gem .-best- worden gezonden, ook minder ge-
scliikt zijn voor praeadviozen van B. en
Ws. Meanen de technische ambtenaren in
zekere, dus ook onze gemeente, dat zij in
vergelijking met andere ambtenaren stiof-
móedeerlijk zijn bedeeld, laten ze dan zelf met
een met redenen omkleed verzoekschrift ko
men. Dan gaat het grif niet in de papier
mand, althans niet zonder protest uit den
Raad.
Het adres van de Nederlandsche Kermie-
vakgenooten had iets komisch. Deze heeren
wilden adhacsio schenken aan een verzoek
schrift, -dat alleen in hun verbeelding be
stond, een adres n.l. om de kermis weer in
haar <oude eer te herstellen. Op de gezichten
der Raadsleden stond te lezen: „Nooit van
gehoord", cn do Voorzitter verzekerde spoe
dig dat het ook nooit was ingekomen. Een
adhacsie-betuiging voor 'iets dat niet bestaat,
heeft natuurlijk geep. zin en dusaange
nomen voor kennisgeving.
Als nu maar niet de omgekeorde regel
wordt gevolgd en na do adhaesie-betuiging
het adres zelf komt. Dan zullen B. en Ws.
er nog een advies over uitbrengen moeten.
Met do agenda liep het ook, alsof heb
gesmeerd was: Elke hamerslag een punt
afgedaan.
Bij het voorstel om voor het Openbaar
Slachthuis aan een 18-tal luit.-kwarticrmccs-
ters de gelegenheid open te stellen zich in
de vee- en vleeschkcuring te bekwamen, had
den we minstens een paar opmerk i ogen ver
wacht. Deze outsus zal moeten worden ge
geven door den directeur en adjunot-direc-
teur en in den gemeentelijken tijd. Zooiets
was er onder het oude régime niet zonder
kleerscheuren doorgegaan. De tegenwoordige
directeur vindt echter meer genade in de
oogen van den Raad, dan zijn voorganger,
en 't is tegenwoordig alles pais on vree.
We hopen, dat dit de exploitatie ten goede
is gekomen en wachten met belangstelling
het verslag over 1911 af.
De aankoop van. eenige voortuintjes aan
de Heerenstraat, noodig om deze straat te
verbroeden, ging er ook vlot door. Er werd
alleen gevraagd hoe het nu kwam als de an
dere eigenaren niet willen verkoopen, Dc heer
Korevaar dacht dat die zich nog wel' eens
zouden beraden en anders stond nog altijd
do weg der onteigening open. Het komt ons
voor, dat f 7,50 per M2. en een minimum
prijs van f 150 voor elk tuintje, wolletjes
is. Laten de nog onwilligcu maar toeslaan.
Daar is ook nog een spreekwoord waarin
van het deksel op den neus krijgen gespro
ken wordt. De verbreed ing van de Heeren -
straat daar ter plaatse keuren we goed,
maar zou het nu ook geen overweging ver
dienen erven vorder de sloot voor een rij
huisjes te dempen en dat gedeelte bij dc
straat te trekken? Die verbetering zoude
vooral aan te bevelen zijn.
Naai* ..aanleiding van het voorstel tot op
hooging van het bekende terrein aan den
Zoeterwoudschem -Singel, waarvan de kos
ten genomen zullen worden uit het z.g.
Eonds voor inl. manufacturen, vroeg de heer
Reimeringor, wellicht meer om de nieuws
gierigheid dor burgerij dan -die van zichzelf te
bevredigen, wie dit fonds tot dusverre had be
heerd. Het antwoord luidde: de gemeento-
ontvanger onder toezicht van B. en Ws.
Dat zal wel zoo zijn en we mogen den be
heerder cn den vroegeren generaties van het
College van B. en Ws. tot op zekere hoogte
dankbaar zijn, dat ze het voor deze generatie,
hebben bewaardmaar we b6gTijt>en nog
altijd niet waarom de gemeenteraad tot dus
ver onkundig van het bestaan van dit Eonds
is gehouden. Als men dit bedenkt, komt men,
zooals de lieer Rcimcringer, onwillekeurig
tot do tweodo vraag: zijn er ook nog moer
van die geheime potjes?
Do Voorzitter zeide schertsend, dat liij
druk aan 't zoeken was, doch tob op dit
■oogen blik zonder succes.
„Helaas!" zuchtte do Raad.
Over de in-gebruik-geving aan den Bond
voor Licli. Opvoeding van het opgehoogde
terrein is nogal wat gepraat. De heer Roem
was daar principieel tegen. Iiij ziet het nut
niet van de tegenwoordig zoo sterk over
dreven sport in. Het terrein is daarvoor te
goed. Men had er een volkspark van moeten
maken. Wij zouden voor het idee van den
heer Roem hebben kunnen voelen als dit
terrein ergens elders had gelogen. Maar zoo
onmiddellijk bij het Plantsoen vindon we
oen tweede plantsoen niet zoo noodig.
De lieer Sijtsma, hoewel de inrichting van
speel- en sportterrein toejuichend, vreesde
dat ze niet vol doende, ten goode zouden ko
men aan het volkskind, dat nu uit gebrek
aan ruimte voor beweging en spel, rebellie
pleegt op straat. De heeren Van der Eist
on Fischer deelden dit gevoelen niet. Er zal
inderdaad gelegenheid en plaats zijn voor
dit doel dor jeugdige bevolking onzer stad,
vooral als men er in de scholen toe over
gaat een deel der gymnastieklessen te ver
vangen door openlucht-spel. Ook de Ver
een i ging voor Kinderspeeltuinen zal op dit
terrein gastvrijheid worden verleend.
Do gom. derft door het in gebruik afstaan
van dit terrein aan paclit en rente een f450,
docli zal -dit bedrag langs anderen weg nog
wel kunnen krijgen, vermoedelijk. Men wil
het toch verhuren voor het plaateen van
paardenspelion, het houden van tentoonstel
lingen, wedstrijden, enz.
Zoo krijgt het veld dan toch een bestem
ming en onzes inziens een goolo bestemming.
Ook over het voorstel om moeracr contact
te brengen tusschen het Gemeentelijk Werk-
loozenfonds cn de Arbeidsbeurs, dat B. en
Ws. geïnspireerd was door de besturen dezer
beida instellingen, heeft men nogal wat ge
discussieerd. Om een goede controle te heb
ben en simulatie te voorkomen, werd voor
gesteld dat de werklooze leden een er Ver
een i ging, die bij het Weiklcozenfonds is
aangesloten, zich dagelijks groepsgewijze zul
len moeten aanmelden bij de Arbeidsbeurs
op straffe van verval van het. recht op
bijslag. Do heeren Fokker on Sijtsma von
den die dagolijkscho optochten van werk-
loozen vc.ar den werkman min of meer ver
nederend en achtten liet niet noodig.
Do liceTen Briët en Zwiers, resp. bestuur
ders van het Gem. Werkloozanfonds on de
Arbeidsbeurs, m eend on dat het wel noodig
was en achtten liet niet vernederend. Vak-
verconigingen kunnen, wol voldoende controle
uitoefenen, mam- de gemengde vereenigingon
minder goed en daarvoor is de dagolijkscho
aangifte va.n groot nut. De hoer Pexa sloot
zich bij den heer Briët aan ter bestrijding
van de heereu Fokker en Sijtsma cn za,g
in een dagelijkscho wandeling van groepen
werkloozcD, menschen dus die toch niote te
doon hebben, absoluut geen vernedering. Hot
werd er voor dc hoeren bestrijders niet beter
op, toen de heeren Botarmaiis en Van Tol
zich ook voor den voorges lolden contróle-maat-
rogol verklaarden. „Stemmen uit de prac-
tijk" werd er geroepen.
Wij vernamen och ter geen besliste verze
kering, dat vroeger zonder dit controle
middel fraudo is gepleegd geworden. Hoe
het zij, het bleek wel, dat de stemming in
don Raad zóó was, dab do beido bestrijders
van den piaatregol, die belichaamd was in
enkele artikelen tusschen do bestaande
verordeningen in te voegen, voor een ver
loren' zaak pleitten. Een amendement, door
don heer Fokker ingediend, dat beoogde den
gang der* werkloozon naar do Arbeidsbeurs
te beperken tob óén enkele reis, verkreeg
slechte drie stemmen.
Het tweede aanvullend kohier* van do plaat
selijke directe belasting over 1911, werd zon
der dat de deuren or voor behoefden gesloten
te worden, vastgesteld. Het belastbaar in
komen werd staande de behandeling met f 100
vermeerderd dooi*dat een der aangoslagenen
had "verklaard, dat zijn aanslag met dit
bedrag moest worden verhoogd. Zoo eerlijk
moesten eens allo belast i n gbetal en den zijn,
dan 'zouden we geen controleur moer noodig
hebben en het percentage zou aillLoht met
een procentje verminderd kunnen worden.
Bij de rondvraag kwam de heer Fokker
nog even naar den bekenden weg vragen, toen
hij informeerde of het besluit tot ophef
fing van de verordening op de gemeente
lijke sneeuwopruiming reeds door God. Staten
was goedgekeurd. Zoo niet, dan moest cr
nu toch sneeuw opgeruimd worden, oordeelde
hij. „Mis!" zei do Voorzitter met zijn ge
wonen gullen lach. Of wij de sneeuw willen
opruimen of niet, staat aan ons alleen; de
afschaffing van de heffing eencr retributie
moet de goedkeuring vpn God, Staten heb
ben. En dio goedkeuring is nog niet inge
komen. Do heer Fokker mag nog betalen 1
erd er geroepen onder hilariteit. En de
heer Fokker lachte zelf mee. Zoo ging men
ïeeds voor vieren heen.
Leiden, 2 EFebpuari.
Sneeuw. Vrees niet dezer, dab gij
thans een dichterlijke ontboezeming krijgt
te verteren over de sneeuw, over de verre
witte velden en de donsen vlokken en h J.t
zachte kleed, dat de aarde toedekt. Gij kent
die aardigheden. Neen, het lust ons thans
zuiver historisch te zijn, en geen stap tc
doen, waarvan wij niet zeker zijn. Er ligt
eand genoeg op de gladde straten.
De middelbaren en ouderen onder ons
herinneren zich nog wel den tijd dat 's win
ters voor de Studentensociëteit de arrea
in rijen stonden, en dat heb vroolijk belge
rinkel door de- straten klonk. Van sneeuw-
opruimen wist niemand, en onze stad leeK:
's winters op de steden uit Rusland, zooais
wij die van mooie plaatjes kennen, gedoken
in een sneeuwkleed. Je kunt de sneeuw er
echt boven op voelen.
Maar de beschaving staat niet stil. Wij
hebben de sneeuwopruiming gekregen, van
gemeentewege nog wel. En toen zijn de
zachte winters gekomen, alsof dc natuur
liet maar matig vond, dat de nietige
mensoh zoo weinig de uitte wade waardeer
de, en met zulk een koortsachtigen ijver er
op uit was om de sneeuw op te ruimen.
Maar de animo luwde. De gemeente-
affaire kwijnde en werd ten slotte wegens
gebrek aan sneeuw en gebrek aan klanten
geliquideerd.
In onzen snellevenden tijd schijnt oo*
dit weer lang geleden.
Maar cr is. niets nieuws onder de zon en
de geschiedenis herhaalt zich.
De sneeuwopruiming is nauwelijks afge
schaft of de natuur verwaardigt zich weer
ons haar zachte vlokken toe te zenden. En
het sneeuwt weer, en de stad en de velden
zijn als witte banen, en het is vorstig en
hard en glad, en ovenals in lang vervlogen
tijden zagen wij heden de arren weqr gaan
dwars door do stad, fleurig en rinkelend.
En nu lacht een ieder. De gemeente lacht,
want zij krijgt gelijk, en speelt de mooie
rol. Maar de burger lacht, want hij vindt
die wiftte straten wel aardig, en is nu zijn
eigen baas met de sneeuw, en de jeugd
lacht en de dienstboden lachen, als ze n ;b
hoofd buiten do deur steken en een witte
bom hen treft dat dc sneeuw als een dia
deem in de haren blijft zitten. En zo zijn
niet allen zoo brutaal als die eene, die van
morgen, toen een agent, een dienaar van
den Heiligen Hermandad, haar kwajn aan
zeggen om wat zand te strooien, hem met
een sneeuwbal in de rede vieL
Een dergelijk optreden noemt men par
ticulier initiatief, en zoo is ook de sneeuw
opruiming weer aan het particulier initia
tief overgelaten, tot ongerief voor hen, die
er door heen moeten, en de dieren, «Jie
vraohten moeten trokken. Totdat de ge
schiedenis zich wederom herhalen zal.
Gisteravond hield de „Vereonigmg
voor Vrouwenkiesrecht", afd. Leiden, in do
Nutezaai een openbare vergadering, waar
in ds. N. J. C. Schermerhorn pred. te Nieu-
we-Niedorp, als spr. optrad met een rede
over „De vrouw en de drankbestrijding",
terwijl freule Wiohers, lid van heb Hoofd
bestuur, eenige propagandistische voor
drachten hield.
De zaal had een feestelijk aanzien, door
dat eenige groene plantengroepen war3H
aangebracht, en een fraai bloemstuk de be
stuurstafel tooide.
De presidente mej. Lulofs, opende de door
een zeer gemengd publiek goed bezoent©
vergadering met een, opwekkend woord,
waarbij izij opmerkte dat tot dusverre nog
steeds het kiesreehbvraagstuk, in het bijzon
der met betrekking der vrouw was behan
deld, doch dat het onderwerp voor dezen
avond er op gericht was de bezoekers ook
in andere richting te ontwikkelen, hoewel
propaganda voor vrouwenkiesrecht ook Diet
zou worden vergeten, waarvoor freule
Wickers zou zorgen. Deze ving aan met
een parabel van een vrouw, die gevangen
zat en door het too ver woord „mensch"
werd verlost.
De heer Schermerhorn hield daarna een
boeiende en met gloed uitgesproken rede.
waarin hij met voorbijgaan van de finan
cieel© schade door den drank veroorzaakt,
de nadeelige gevolgen schetste van den
drinkgewoonten voor het lichaam en voor
„Hintze", zei Güntsck op den terugweg
tiaar huis, „France ie. tooh een charmante
vrouw; men moet vel respect voor tiaar
krijgen. Je hadt de oogen van Ribbeek eens
moeten zien, toen hij voorgesteld werd ais
leider! Hij kon natuur ,k niet weigeren;
maar zin had hij er zeker niet in. France
ral nu gelegenheden genoeg kunnen maken,
om met hem alleen te zijn, zonder dat heb
opvalt. Nu, hij is in den Venusberg aan
geland. Of hij er ook weer uitkomt1?..."
„Maar wat zal de oude heer Satow daar-
•van /eggen 1"
„Hij kneep de oogen dicht, toen Ribbeek
benoemd werd, en scheen scherp na te
denken. Natuurlijk zal hij zijn tegenmijncn
laten springen; daar kun je van verzekerd
tdjn. Heb je niet gehoord hoe hij een af-
ispraak met haai* maakte voor een tochtje
per slede 1 Daar zal Friedrioh Satow niet bij
(ontbreken 1"
Het feestcomité had besloten, dat het
carnaval zoo luisterrijk mogelijk zou gevierd
iworden.
En hoe meer men den grooten dag nader-
a®, des te onrustiger begonnen de harten
te kloppen van al degenen, die wenschen ©n
verlangens aan het feest hadden verbon
den. De opwinding in de stad werd met
den dag grooter; alleen mevrouw Stepk'any
bleef steeds kalm, steeds even vriendelijk
en tegemoetkomend voor een ieder. Zij
was de vertrouwde® van zeer velen en zij
kende bijna alle kostumes van de dames,
die m stilte raad bij haar waren komen
vragen.
„Ik zwijg als het graf," zoo zei ze her
haaldelijk en liet uit Berlijn twee zeer be
kwame naaisters komen, die onder haar
toezicht de meeste kostumes maakten.
Hoeveel er voor al die feestkleedij uit
haar beurs betaald werd, dat vermoedden
de dames wel, doch zij vroegen er gemaks
halve maar niet verder naar. Zoo waren
velen haar dank verschuldigd en Francisca
dacht daar met voldoening aan: het maakte
haar positie vaster. Maar zij was zoo ver
standig bij haar kalme, voorzichtige tactiek
te blijven, die haar, zij het dan langs omwe
gen, het zekerst tot haar doel zou voeren.
Zij had tot nu toe bereikt wat zij zich
voorloopig ten doel gesteld had: haar huis
was het middelpunt van het beste gezel
schap geworden en gaf den toen in de stad
aan. En toch was kletserij voorkomen. Zij
had zich de vertrouwde van anderen weten
te maken; nu sprak ieder over zijn eigen
vreezen en hopen en er bleef geen tijd over
om te roeren en te spinnen over mevrouw
Stephany'e privaataangelegenheden.
Een eigenaardig programma was het ge
weest, clat zij voor dit feest had samenge
steld. Tot middernacht zou het eigenlijke
gemaskerde bal duren; na het démasqué
zouden dan verschillende verrassingen vol
gen. Er was een lokaal uitgekozen, dat
naast voldoende dansruimte ook een goed
tooneel had, en op dat tooneel zouden
ecihoone tableaux vertoond worden. Dan
zou er nog een slotnummer volgen, dab voor
de bezoekers voorloopig een geheim bleef.
En aan muziek zou het vooral niet ontbre
ken.
Ribbeek haalde verruimd adem, toen
eindelijk de gFoote avend daar was en de
repetities achter den rug waren. Hij zag
er slecht uit de laatste weken. Het lokken
van Francisca, al de pogingen, die zij deed
om hein voor zich' in te nemen, maakten
hem gejaagd en zenuwachtig.
Ket was tijd om zich voor het bal te
kleeden en onrustig stapte, hij in zijn ka
mer op cn neer. Hij had een Faustkostuum
gekozen, maar hij zag er tegen op het aan
te doen.
Een haastig geklop op zijn deur schrikte
Ribbeek op uit zijn overpeinzin;
„Binnen 1 O, ben jij het, Satow?" Verrast
trad Ribbeek op 7jjn vriend toe.
Goeden avond, Ribbeek!" zei Friedrich.
„Je zult niet gemakkelijk raden wat mij
tot je voert. Jij bent toch he-t hoofd
van alles, zou je mij nog niet aan een
kaart voor het gemaskerde bal kunnen 1 ?-
pen?"
„Welzeker. Heb je iemand die er nog
graag heen wil?"
„Ikzelf, Ribbeek. Je kijkt me zoo ver
wonderd aanmaar geloof mij, ik houd het
niet langer in mijn eenzaamheid uit. Ik
moet Francisca zien. Mijn oom heeft mij
in Bedekte woorden aangemoedigd om te
gaan. Franoisca is mij-, volgens hem, niet
kwaad gezand. Ik heb haar een paar maal
gesproken, maar nu al in dagen niet meer.
Ik brand van verlangen om haar te ont
moeten. Ik wil haar vanavond gemaskerd
naderen, waarom niet? Ik doe een domino
aan.../'
„Neem mijn kostuum, 8atow, een Faust-
pak. Ik zie wel, je wilt niefc geraden zijn.
Nu, neem dan mijn pak, dat zal je het ge
makkelijker maken."
„Jouw kostuum? Maar jij dan?"
„Ik blijf hier. Je wilt tooh immers tegen
het demasqué heengaan? Zij weten wel, dab
ik als Faust zou komen; dus niemand zal
vermoeden wie je bent. Na middernacht
beginnen mijn plichten eerst. Dan treed ik
als regisseur op. Tot zoo lang blijf ik lie
ver liier. Dolle dingen zijn het die wij voor
het voetlicht zullen brengen. Van zoo iets
houdt Francisca. Als je haar ooit bot vrouw
krijgt, zal je geen gemakkelijk leven naast
haar hebben.'
„Och kom, RibbeekDat zal wel wat
meevallen. Zij voelt zioh onbevredigd;
maar als men alles doet om haar gelukkig
te maken, dan moeb dat tooh anders wor
den."
Ribbeek zweeg. Als het werkelijk tot een
huwelijk tusschen Satow en Francisca moest
komen, wat ging dat hem ten slotte aan?
Friedrich Satow had zioh! in het bont ge
doe in de zaal begeven. Hij had er pleizier
in, dat hij herhaaldelijk als Ribbeek werd
aangesproken. Het kostuumgeheim was
niet erg goed bewaard, blijkbaar. Maar
hem gaf 't voordeel dab niemand vermoed
de dat hij, Satow, in dab Faustkostuum
stak. Hij leunde tegen een pilaar en keek
ongeduldig de zaal door.
„Waar kijk je 2300 scherp naar uit, Rib-
bec?" zoo klonk plotseling een gedempte
stem tot hem door.
„Wat gaat dat jou aan?" antwoordde
Satow ongedwongen en keek daarbij oplet
tend naar heb gelaat van den blonden Hol-
landschen visscher, of hij daarin ook een
bekenden trek ontdekken kon.
„Misschien meer dan je denkt," was liet
wederwoord van den slanken jongeling, die
de handen in de broekzakken stak en zacht
heen en weer wiegelde Daarbij lachten een
paar vroolijke bruine oogen. hem lokkend
toe, welke Friedrioh meende meer gezien
te hebben, doch maar niefc terecht kon bren
gen. Een blonde pruik be dekte het hoofd
van den visscher en zijn gelaat was met
schmink goed bewerkt. Een kleine zuidwes
ter volmaakte het visscherskosfcuum.
„Je ziet er inderdaad uit als een visschers-
man, die zoo van zijn schuit komt," zei
Satow. „Het eenige, dat je nu nog ont
breekt, is je blonde liefste."
„Naar wie ik heelemaal geen verlangen
lieb," zei de jonge zeeman lachenu.
„Je bent zeker een vreemdeling en be
hoort niet thuis in deze stad, dat je je zoo
zonder masker vertoond; alleen met wat
poeder en schmink bewerkt? Ben jc niob
bang herkend te worden?"
„Neen, daar zelfs jij mij niet schijnt ba
herkennen, Ribbeek, ben ik daar heelemaal
niet bank voor. Maar het is voor jou beter
zoo." Dit 'laatste zei de visscher met opge
wonden, vreemd aandoende stem cue aan
vrouwengeluid herinnerde. „Je weet hoe
het met mij gesteld is, Joost," ging hij ge
jaagd voort. „En voor den laatsten keer
vraag ik je of je clan lieelemoal geen liefde
voor mij gevoelt?"
(Wordt vervolgd.)