N°. Vrijdag 2T Februari» A0. 1912. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leidsehe Sehouwburg. föB£SALLIANGE Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Blaar doel gemist. LEIDSCH DAG-BLAB f PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootere letter» naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant olk tiental woorden meer 10 CentB. Voor het inoassearen wordt f 0.05 berekend. t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per week 9 Oents i per 3 maanden 1 f 1.10. Bciten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30. Zooals wij reeds mededeelden, heeft CA. D. O. Ket tooneestuk. Öpgevoerd voor een uitverkocht Gebouw ivoor Kunst en Wetenschappen in I>en Hang jen dat wil. wat zeggen l Over de uitvoering was iedereen vol lof i Het „Dagblad van Zuid-Holland en ffl-Gravenhage" schreef destijds: „Opgevoerd werd „Mésalliance" van B Schuil, dat op zoo vordienstelijke wijze Bwerd opgevoerd (trouwens niet onbekend „van A. D. O.) dat in de pauze uit de ge sprekken bleek, clat men in de meenir.g „was het stuk te zien opgevoerd door b e- „roepsspe*ler s." „De Nieuwe Courant" vermeldde, dat „het publiek herhaaldelijk het vlotte en mbitieuse spel toejuichte." „Het Vaderland"„Wel moge de uitvoe ring gisteren door „A. D. O.", gegeven ren volle geslaagd heeten. Dit constateeren wij niet alleen uit het saooes, dat de spelers hadden met hun uitstekend spel dat zij te zien gaven, maar ook door heb (fcaJrijk aanwezige publiek." Zietdaar, lezers van het „Leidseh Dag blad', wat men in Den Haag van de opvoe ring zeide. Gaat dus Woensdag naar den Schouw burg, ge ziet goed spel en... doet nog oen goed werk bovendien l Er is op het oogenblik weinig actie merk baar op we zullen maar zeggen ge meentelijk gebied. Dit bleek gisternamiddag bij de Raadsvergadering al onmiddellijk. Be halve eenige missives van God. Staten, hou dende goedkeuring van genomen Raadsbeslui ten, waren er sinds de vorige zitting slechts twee stukken ingekomen en deze werden nog jwel naai* de 6ni.pparm.aiid verwezen of om den offioieolen term to bezigen voor kennisgeving aangenomen. Het eerste was !een circulaire van den Bond van Technici, met een begeleidend Schrijven van het be- Btuur der Leidsehe afdeeling van dien Bond, in welke circulaire een noodkreet werd aan geheven over de in het algemeen slechte bezoldiging der technische ambtenaren. Ter wijl verschillende categorieën ambtenaren en beambten in dc laatste jaren verheuging kre gen, bleven de salarissen der technici over 't algemeen gelijke aan die voor een jaar of tien, zoodat het gebeurt altijd volgens do eiroulairo dat een technisch opzichter dezelfde bezoldiging geniet, als de werkman, die onder hem staat. Do bezoldiging is der halve niet in overeenstemming met den le vensstandaard en met do verantwoordelijk heid, die deze ambtenaren dragen. Dc Raad keek alsof' hij zeggen wilde: „Nou zijn we juist het rijtje langs geweest en daar begint liet weer van voren af aan." Zoover zal het niet komen, want de Voor zatter stelde voor om de circulaire voor ken nisgeving aan te nemen en de Raad stemde zwijgend toe. Het komt ons voor, dat dergelijke alge meen© adressen, die vermoedelijk naar alle gem .-best- worden gezonden, ook minder ge- scliikt zijn voor praeadviozen van B. en Ws. Meanen de technische ambtenaren in zekere, dus ook onze gemeente, dat zij in vergelijking met andere ambtenaren stiof- móedeerlijk zijn bedeeld, laten ze dan zelf met een met redenen omkleed verzoekschrift ko men. Dan gaat het grif niet in de papier mand, althans niet zonder protest uit den Raad. Het adres van de Nederlandsche Kermie- vakgenooten had iets komisch. Deze heeren wilden adhacsio schenken aan een verzoek schrift, -dat alleen in hun verbeelding be stond, een adres n.l. om de kermis weer in haar <oude eer te herstellen. Op de gezichten der Raadsleden stond te lezen: „Nooit van gehoord", cn do Voorzitter verzekerde spoe dig dat het ook nooit was ingekomen. Een adhacsie-betuiging voor 'iets dat niet bestaat, heeft natuurlijk geep. zin en dusaange nomen voor kennisgeving. Als nu maar niet de omgekeorde regel wordt gevolgd en na do adhaesie-betuiging het adres zelf komt. Dan zullen B. en Ws. er nog een advies over uitbrengen moeten. Met do agenda liep het ook, alsof heb gesmeerd was: Elke hamerslag een punt afgedaan. Bij het voorstel om voor het Openbaar Slachthuis aan een 18-tal luit.-kwarticrmccs- ters de gelegenheid open te stellen zich in de vee- en vleeschkcuring te bekwamen, had den we minstens een paar opmerk i ogen ver wacht. Deze outsus zal moeten worden ge geven door den directeur en adjunot-direc- teur en in den gemeentelijken tijd. Zooiets was er onder het oude régime niet zonder kleerscheuren doorgegaan. De tegenwoordige directeur vindt echter meer genade in de oogen van den Raad, dan zijn voorganger, en 't is tegenwoordig alles pais on vree. We hopen, dat dit de exploitatie ten goede is gekomen en wachten met belangstelling het verslag over 1911 af. De aankoop van. eenige voortuintjes aan de Heerenstraat, noodig om deze straat te verbroeden, ging er ook vlot door. Er werd alleen gevraagd hoe het nu kwam als de an dere eigenaren niet willen verkoopen, Dc heer Korevaar dacht dat die zich nog wel' eens zouden beraden en anders stond nog altijd do weg der onteigening open. Het komt ons voor, dat f 7,50 per M2. en een minimum prijs van f 150 voor elk tuintje, wolletjes is. Laten de nog onwilligcu maar toeslaan. Daar is ook nog een spreekwoord waarin van het deksel op den neus krijgen gespro ken wordt. De verbreed ing van de Heeren - straat daar ter plaatse keuren we goed, maar zou het nu ook geen overweging ver dienen erven vorder de sloot voor een rij huisjes te dempen en dat gedeelte bij dc straat te trekken? Die verbetering zoude vooral aan te bevelen zijn. Naai* ..aanleiding van het voorstel tot op hooging van het bekende terrein aan den Zoeterwoudschem -Singel, waarvan de kos ten genomen zullen worden uit het z.g. Eonds voor inl. manufacturen, vroeg de heer Reimeringor, wellicht meer om de nieuws gierigheid dor burgerij dan -die van zichzelf te bevredigen, wie dit fonds tot dusverre had be heerd. Het antwoord luidde: de gemeento- ontvanger onder toezicht van B. en Ws. Dat zal wel zoo zijn en we mogen den be heerder cn den vroegeren generaties van het College van B. en Ws. tot op zekere hoogte dankbaar zijn, dat ze het voor deze generatie, hebben bewaardmaar we b6gTijt>en nog altijd niet waarom de gemeenteraad tot dus ver onkundig van het bestaan van dit Eonds is gehouden. Als men dit bedenkt, komt men, zooals de lieer Rcimcringer, onwillekeurig tot do tweodo vraag: zijn er ook nog moer van die geheime potjes? Do Voorzitter zeide schertsend, dat liij druk aan 't zoeken was, doch tob op dit ■oogen blik zonder succes. „Helaas!" zuchtte do Raad. Over de in-gebruik-geving aan den Bond voor Licli. Opvoeding van het opgehoogde terrein is nogal wat gepraat. De heer Roem was daar principieel tegen. Iiij ziet het nut niet van de tegenwoordig zoo sterk over dreven sport in. Het terrein is daarvoor te goed. Men had er een volkspark van moeten maken. Wij zouden voor het idee van den heer Roem hebben kunnen voelen als dit terrein ergens elders had gelogen. Maar zoo onmiddellijk bij het Plantsoen vindon we oen tweede plantsoen niet zoo noodig. De lieer Sijtsma, hoewel de inrichting van speel- en sportterrein toejuichend, vreesde dat ze niet vol doende, ten goode zouden ko men aan het volkskind, dat nu uit gebrek aan ruimte voor beweging en spel, rebellie pleegt op straat. De heeren Van der Eist on Fischer deelden dit gevoelen niet. Er zal inderdaad gelegenheid en plaats zijn voor dit doel dor jeugdige bevolking onzer stad, vooral als men er in de scholen toe over gaat een deel der gymnastieklessen te ver vangen door openlucht-spel. Ook de Ver een i ging voor Kinderspeeltuinen zal op dit terrein gastvrijheid worden verleend. Do gom. derft door het in gebruik afstaan van dit terrein aan paclit en rente een f450, docli zal -dit bedrag langs anderen weg nog wel kunnen krijgen, vermoedelijk. Men wil het toch verhuren voor het plaateen van paardenspelion, het houden van tentoonstel lingen, wedstrijden, enz. Zoo krijgt het veld dan toch een bestem ming en onzes inziens een goolo bestemming. Ook over het voorstel om moeracr contact te brengen tusschen het Gemeentelijk Werk- loozenfonds cn de Arbeidsbeurs, dat B. en Ws. geïnspireerd was door de besturen dezer beida instellingen, heeft men nogal wat ge discussieerd. Om een goede controle te heb ben en simulatie te voorkomen, werd voor gesteld dat de werklooze leden een er Ver een i ging, die bij het Weiklcozenfonds is aangesloten, zich dagelijks groepsgewijze zul len moeten aanmelden bij de Arbeidsbeurs op straffe van verval van het. recht op bijslag. Do heeren Fokker on Sijtsma von den die dagolijkscho optochten van werk- loozen vc.ar den werkman min of meer ver nederend en achtten liet niet noodig. Do liceTen Briët en Zwiers, resp. bestuur ders van het Gem. Werkloozanfonds on de Arbeidsbeurs, m eend on dat het wel noodig was en achtten liet niet vernederend. Vak- verconigingen kunnen, wol voldoende controle uitoefenen, mam- de gemengde vereenigingon minder goed en daarvoor is de dagolijkscho aangifte va.n groot nut. De hoer Pexa sloot zich bij den heer Briët aan ter bestrijding van de heereu Fokker en Sijtsma cn za,g in een dagelijkscho wandeling van groepen werkloozcD, menschen dus die toch niote te doon hebben, absoluut geen vernedering. Hot werd er voor dc hoeren bestrijders niet beter op, toen de heeren Botarmaiis en Van Tol zich ook voor den voorges lolden contróle-maat- rogol verklaarden. „Stemmen uit de prac- tijk" werd er geroepen. Wij vernamen och ter geen besliste verze kering, dat vroeger zonder dit controle middel fraudo is gepleegd geworden. Hoe het zij, het bleek wel, dat de stemming in don Raad zóó was, dab do beido bestrijders van den piaatregol, die belichaamd was in enkele artikelen tusschen do bestaande verordeningen in te voegen, voor een ver loren' zaak pleitten. Een amendement, door don heer Fokker ingediend, dat beoogde den gang der* werkloozon naar do Arbeidsbeurs te beperken tob óén enkele reis, verkreeg slechte drie stemmen. Het tweede aanvullend kohier* van do plaat selijke directe belasting over 1911, werd zon der dat de deuren or voor behoefden gesloten te worden, vastgesteld. Het belastbaar in komen werd staande de behandeling met f 100 vermeerderd dooi*dat een der aangoslagenen had "verklaard, dat zijn aanslag met dit bedrag moest worden verhoogd. Zoo eerlijk moesten eens allo belast i n gbetal en den zijn, dan 'zouden we geen controleur moer noodig hebben en het percentage zou aillLoht met een procentje verminderd kunnen worden. Bij de rondvraag kwam de heer Fokker nog even naar den bekenden weg vragen, toen hij informeerde of het besluit tot ophef fing van de verordening op de gemeente lijke sneeuwopruiming reeds door God. Staten was goedgekeurd. Zoo niet, dan moest cr nu toch sneeuw opgeruimd worden, oordeelde hij. „Mis!" zei do Voorzitter met zijn ge wonen gullen lach. Of wij de sneeuw willen opruimen of niet, staat aan ons alleen; de afschaffing van de heffing eencr retributie moet de goedkeuring vpn God, Staten heb ben. En dio goedkeuring is nog niet inge komen. Do heer Fokker mag nog betalen 1 erd er geroepen onder hilariteit. En de heer Fokker lachte zelf mee. Zoo ging men ïeeds voor vieren heen. Leiden, 2 EFebpuari. Sneeuw. Vrees niet dezer, dab gij thans een dichterlijke ontboezeming krijgt te verteren over de sneeuw, over de verre witte velden en de donsen vlokken en h J.t zachte kleed, dat de aarde toedekt. Gij kent die aardigheden. Neen, het lust ons thans zuiver historisch te zijn, en geen stap tc doen, waarvan wij niet zeker zijn. Er ligt eand genoeg op de gladde straten. De middelbaren en ouderen onder ons herinneren zich nog wel den tijd dat 's win ters voor de Studentensociëteit de arrea in rijen stonden, en dat heb vroolijk belge rinkel door de- straten klonk. Van sneeuw- opruimen wist niemand, en onze stad leeK: 's winters op de steden uit Rusland, zooais wij die van mooie plaatjes kennen, gedoken in een sneeuwkleed. Je kunt de sneeuw er echt boven op voelen. Maar de beschaving staat niet stil. Wij hebben de sneeuwopruiming gekregen, van gemeentewege nog wel. En toen zijn de zachte winters gekomen, alsof dc natuur liet maar matig vond, dat de nietige mensoh zoo weinig de uitte wade waardeer de, en met zulk een koortsachtigen ijver er op uit was om de sneeuw op te ruimen. Maar de animo luwde. De gemeente- affaire kwijnde en werd ten slotte wegens gebrek aan sneeuw en gebrek aan klanten geliquideerd. In onzen snellevenden tijd schijnt oo* dit weer lang geleden. Maar cr is. niets nieuws onder de zon en de geschiedenis herhaalt zich. De sneeuwopruiming is nauwelijks afge schaft of de natuur verwaardigt zich weer ons haar zachte vlokken toe te zenden. En het sneeuwt weer, en de stad en de velden zijn als witte banen, en het is vorstig en hard en glad, en ovenals in lang vervlogen tijden zagen wij heden de arren weqr gaan dwars door do stad, fleurig en rinkelend. En nu lacht een ieder. De gemeente lacht, want zij krijgt gelijk, en speelt de mooie rol. Maar de burger lacht, want hij vindt die wiftte straten wel aardig, en is nu zijn eigen baas met de sneeuw, en de jeugd lacht en de dienstboden lachen, als ze n ;b hoofd buiten do deur steken en een witte bom hen treft dat dc sneeuw als een dia deem in de haren blijft zitten. En zo zijn niet allen zoo brutaal als die eene, die van morgen, toen een agent, een dienaar van den Heiligen Hermandad, haar kwajn aan zeggen om wat zand te strooien, hem met een sneeuwbal in de rede vieL Een dergelijk optreden noemt men par ticulier initiatief, en zoo is ook de sneeuw opruiming weer aan het particulier initia tief overgelaten, tot ongerief voor hen, die er door heen moeten, en de dieren, «Jie vraohten moeten trokken. Totdat de ge schiedenis zich wederom herhalen zal. Gisteravond hield de „Vereonigmg voor Vrouwenkiesrecht", afd. Leiden, in do Nutezaai een openbare vergadering, waar in ds. N. J. C. Schermerhorn pred. te Nieu- we-Niedorp, als spr. optrad met een rede over „De vrouw en de drankbestrijding", terwijl freule Wiohers, lid van heb Hoofd bestuur, eenige propagandistische voor drachten hield. De zaal had een feestelijk aanzien, door dat eenige groene plantengroepen war3H aangebracht, en een fraai bloemstuk de be stuurstafel tooide. De presidente mej. Lulofs, opende de door een zeer gemengd publiek goed bezoent© vergadering met een, opwekkend woord, waarbij izij opmerkte dat tot dusverre nog steeds het kiesreehbvraagstuk, in het bijzon der met betrekking der vrouw was behan deld, doch dat het onderwerp voor dezen avond er op gericht was de bezoekers ook in andere richting te ontwikkelen, hoewel propaganda voor vrouwenkiesrecht ook Diet zou worden vergeten, waarvoor freule Wickers zou zorgen. Deze ving aan met een parabel van een vrouw, die gevangen zat en door het too ver woord „mensch" werd verlost. De heer Schermerhorn hield daarna een boeiende en met gloed uitgesproken rede. waarin hij met voorbijgaan van de finan cieel© schade door den drank veroorzaakt, de nadeelige gevolgen schetste van den drinkgewoonten voor het lichaam en voor „Hintze", zei Güntsck op den terugweg tiaar huis, „France ie. tooh een charmante vrouw; men moet vel respect voor tiaar krijgen. Je hadt de oogen van Ribbeek eens moeten zien, toen hij voorgesteld werd ais leider! Hij kon natuur ,k niet weigeren; maar zin had hij er zeker niet in. France ral nu gelegenheden genoeg kunnen maken, om met hem alleen te zijn, zonder dat heb opvalt. Nu, hij is in den Venusberg aan geland. Of hij er ook weer uitkomt1?..." „Maar wat zal de oude heer Satow daar- •van /eggen 1" „Hij kneep de oogen dicht, toen Ribbeek benoemd werd, en scheen scherp na te denken. Natuurlijk zal hij zijn tegenmijncn laten springen; daar kun je van verzekerd tdjn. Heb je niet gehoord hoe hij een af- ispraak met haai* maakte voor een tochtje per slede 1 Daar zal Friedrioh Satow niet bij (ontbreken 1" Het feestcomité had besloten, dat het carnaval zoo luisterrijk mogelijk zou gevierd iworden. En hoe meer men den grooten dag nader- a®, des te onrustiger begonnen de harten te kloppen van al degenen, die wenschen ©n verlangens aan het feest hadden verbon den. De opwinding in de stad werd met den dag grooter; alleen mevrouw Stepk'any bleef steeds kalm, steeds even vriendelijk en tegemoetkomend voor een ieder. Zij was de vertrouwde® van zeer velen en zij kende bijna alle kostumes van de dames, die m stilte raad bij haar waren komen vragen. „Ik zwijg als het graf," zoo zei ze her haaldelijk en liet uit Berlijn twee zeer be kwame naaisters komen, die onder haar toezicht de meeste kostumes maakten. Hoeveel er voor al die feestkleedij uit haar beurs betaald werd, dat vermoedden de dames wel, doch zij vroegen er gemaks halve maar niet verder naar. Zoo waren velen haar dank verschuldigd en Francisca dacht daar met voldoening aan: het maakte haar positie vaster. Maar zij was zoo ver standig bij haar kalme, voorzichtige tactiek te blijven, die haar, zij het dan langs omwe gen, het zekerst tot haar doel zou voeren. Zij had tot nu toe bereikt wat zij zich voorloopig ten doel gesteld had: haar huis was het middelpunt van het beste gezel schap geworden en gaf den toen in de stad aan. En toch was kletserij voorkomen. Zij had zich de vertrouwde van anderen weten te maken; nu sprak ieder over zijn eigen vreezen en hopen en er bleef geen tijd over om te roeren en te spinnen over mevrouw Stephany'e privaataangelegenheden. Een eigenaardig programma was het ge weest, clat zij voor dit feest had samenge steld. Tot middernacht zou het eigenlijke gemaskerde bal duren; na het démasqué zouden dan verschillende verrassingen vol gen. Er was een lokaal uitgekozen, dat naast voldoende dansruimte ook een goed tooneel had, en op dat tooneel zouden ecihoone tableaux vertoond worden. Dan zou er nog een slotnummer volgen, dab voor de bezoekers voorloopig een geheim bleef. En aan muziek zou het vooral niet ontbre ken. Ribbeek haalde verruimd adem, toen eindelijk de gFoote avend daar was en de repetities achter den rug waren. Hij zag er slecht uit de laatste weken. Het lokken van Francisca, al de pogingen, die zij deed om hein voor zich' in te nemen, maakten hem gejaagd en zenuwachtig. Ket was tijd om zich voor het bal te kleeden en onrustig stapte, hij in zijn ka mer op cn neer. Hij had een Faustkostuum gekozen, maar hij zag er tegen op het aan te doen. Een haastig geklop op zijn deur schrikte Ribbeek op uit zijn overpeinzin; „Binnen 1 O, ben jij het, Satow?" Verrast trad Ribbeek op 7jjn vriend toe. Goeden avond, Ribbeek!" zei Friedrich. „Je zult niet gemakkelijk raden wat mij tot je voert. Jij bent toch he-t hoofd van alles, zou je mij nog niet aan een kaart voor het gemaskerde bal kunnen 1 ?- pen?" „Welzeker. Heb je iemand die er nog graag heen wil?" „Ikzelf, Ribbeek. Je kijkt me zoo ver wonderd aanmaar geloof mij, ik houd het niet langer in mijn eenzaamheid uit. Ik moet Francisca zien. Mijn oom heeft mij in Bedekte woorden aangemoedigd om te gaan. Franoisca is mij-, volgens hem, niet kwaad gezand. Ik heb haar een paar maal gesproken, maar nu al in dagen niet meer. Ik brand van verlangen om haar te ont moeten. Ik wil haar vanavond gemaskerd naderen, waarom niet? Ik doe een domino aan.../' „Neem mijn kostuum, 8atow, een Faust- pak. Ik zie wel, je wilt niefc geraden zijn. Nu, neem dan mijn pak, dat zal je het ge makkelijker maken." „Jouw kostuum? Maar jij dan?" „Ik blijf hier. Je wilt tooh immers tegen het demasqué heengaan? Zij weten wel, dab ik als Faust zou komen; dus niemand zal vermoeden wie je bent. Na middernacht beginnen mijn plichten eerst. Dan treed ik als regisseur op. Tot zoo lang blijf ik lie ver liier. Dolle dingen zijn het die wij voor het voetlicht zullen brengen. Van zoo iets houdt Francisca. Als je haar ooit bot vrouw krijgt, zal je geen gemakkelijk leven naast haar hebben.' „Och kom, RibbeekDat zal wel wat meevallen. Zij voelt zioh onbevredigd; maar als men alles doet om haar gelukkig te maken, dan moeb dat tooh anders wor den." Ribbeek zweeg. Als het werkelijk tot een huwelijk tusschen Satow en Francisca moest komen, wat ging dat hem ten slotte aan? Friedrich Satow had zioh! in het bont ge doe in de zaal begeven. Hij had er pleizier in, dat hij herhaaldelijk als Ribbeek werd aangesproken. Het kostuumgeheim was niet erg goed bewaard, blijkbaar. Maar hem gaf 't voordeel dab niemand vermoed de dat hij, Satow, in dab Faustkostuum stak. Hij leunde tegen een pilaar en keek ongeduldig de zaal door. „Waar kijk je 2300 scherp naar uit, Rib- bec?" zoo klonk plotseling een gedempte stem tot hem door. „Wat gaat dat jou aan?" antwoordde Satow ongedwongen en keek daarbij oplet tend naar heb gelaat van den blonden Hol- landschen visscher, of hij daarin ook een bekenden trek ontdekken kon. „Misschien meer dan je denkt," was liet wederwoord van den slanken jongeling, die de handen in de broekzakken stak en zacht heen en weer wiegelde Daarbij lachten een paar vroolijke bruine oogen. hem lokkend toe, welke Friedrioh meende meer gezien te hebben, doch maar niefc terecht kon bren gen. Een blonde pruik be dekte het hoofd van den visscher en zijn gelaat was met schmink goed bewerkt. Een kleine zuidwes ter volmaakte het visscherskosfcuum. „Je ziet er inderdaad uit als een visschers- man, die zoo van zijn schuit komt," zei Satow. „Het eenige, dat je nu nog ont breekt, is je blonde liefste." „Naar wie ik heelemaal geen verlangen lieb," zei de jonge zeeman lachenu. „Je bent zeker een vreemdeling en be hoort niet thuis in deze stad, dat je je zoo zonder masker vertoond; alleen met wat poeder en schmink bewerkt? Ben jc niob bang herkend te worden?" „Neen, daar zelfs jij mij niet schijnt ba herkennen, Ribbeek, ben ik daar heelemaal niet bank voor. Maar het is voor jou beter zoo." Dit 'laatste zei de visscher met opge wonden, vreemd aandoende stem cue aan vrouwengeluid herinnerde. „Je weet hoe het met mij gesteld is, Joost," ging hij ge jaagd voort. „En voor den laatsten keer vraag ik je of je clan lieelemoal geen liefde voor mij gevoelt?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 1