No. 15934, LEXDSCH DAGBLAD, Woensdag1 31 Januari. Tweede Blad. Anno 1912. Buitenlandseh Overzieht. Eerste Kamer. Ingezonden. FEUILLETON. Bfaap dool gessilst. Yan liet oor logste rrein weinig toieuws; enkele schermutselingen in Baika is alles. In Duitse ai land z,ijn de verkiezin gen voor den Rijksdag ook afgeloopen. Wij heboen er het noodige van verteld. Merk waardig is een schrijven van B 1 o wt den horigen Rijkskanselier, in de Hamburger Korrespondenz". Het luidt als volgt: „In \erband met de verkiezingen zijn mij uit nationaal-gezinde kringen tal yan brieven en telegrammen gezon den, waarin niet alleen de persoonlijke aanhankelijkheid jegens mij te kennen wordt gegevenf dooh ook de overtuiging, dat ik in mijn politieke werkzaamheden heb gestreefd naar Hetgeen voor een ge zonde ontwikiceling van het Duitsche volk en dus voor de macht en de orde van het Rijk en voor de ware belangen van Keizer en-Rijk bevorderlijk is. Dergelijke verklaringen vervullen mij met voldoening en met' een gevoel van dankbaarheid, vooral daar zij voortsprui ten uit onze gemeenschappelijke liefde roor het vaderland. Al deze verklaringen te beantwoorden is mij niet mogelijk. Daarom verzoek ik u mijn aank langs dezen weg in ontvangst te willen nemen." Al deze sympathiebe wijzen spruiten voort uit het feit, dat Bülow toen hij door de thans verslagen meerderheid tot aftre den werd genoopt, voospeld heeft wat thans gebeurd is. In den „Reichsanzeiger" dankt de K e i- ier voor de betuigingen van trouwe aan hankelijkheid hij do viering zijn geboorte dag en bij de 200ste herdenking yan dien van FrederU den Grooten. De gezindheid, die de herdenking van den grdóté'n' doode bij jong en oud in het land had-opgewekt, was er een waarborg voor, dat in weerwil van menig betreurenswaardig verschijnsel uit het heden de geest van Frederik oen Grooten steeds in het Pruisische volk zou voortleven. En dat wanneer het ooit coo- dig mocht zijn, het van hem afkomstige erf deel aan ideëele en materieele goederen te gen gevaar te beschermen, de Duitsche stam zich eensgezind om zijn vorst zou scha ren en zich boven allen partijtwist slechts zou laten leiden door de gedachte van den grooten koning: Alles voor het vaderland. Do i ertegenwoordigers voor Bergen in Henegouwen, bij welke zich de heer Vander- volde had aangesloten, hebben Maandag middag te Brussel een Langdurig onderhoud gehad met minister-president De Broque- ville over de staking in de Bon na g e. Er werd besloten, dat de eerste minister telegraphisch aan de directies een nieuw voorstel zou doen. Deze hadden Zondag, tijdens het onderhoud dat zij te Bergen met de ministers De Bróqueville en Hubert hadden, beloofd tot 1 Maart te zul len voortgaan met wekelijksche ui tb cl i- föqg van het loon. De strekking van et nieuwe voorstel is nu om dieze wijze van be taling tot 1 Juli te verlengen. Men hoopt dan tegen dien *atum een middel te vin den, dat tot de oplossing van het geschil kan leiden. Indien de directies het nieuwe voorstel aannemen, zullen de mijnwerkers den ar beid hervatten. Volgens de schaarsche berichten, welke over hetgeen in Portugal omgaat, bin nenkomen, maakt de jonge republiek een hoogst ernstige crisis door. De oproerige beweging onder de landbouwers van Evora, en de wi;ze waarop de regeering gepoogd heeft de rust te herstellen, schijnen het sein te zijn geweest tot het uitbreken van de reeds lang dreigende algemeen© werk staking. Te Lissabon ligt alles stil; men vreest, dat de arbeidersbevolking van Coïmba, Santarem, Pato en de meeste plaatsen in de provincie Alembejo en Al- garve dit voorbeeld volgen. De troepen zijn overal geconsigneerd en worden versterkt door politie, republikein- Bche garde en mariniers. Vooral de spoorwe gen worden streng bewaakt., ten einde da den van sabotage te voorkomen. De toestand in de hoofdstad is zorgwek kend. Het bestuur is m militaire handen gegeven. De straten liggen verlaten en de stemming is gedrukt. Al'lc winkels zijn ge sloten. De cavalerie rent woest door de stad met getrokken zijdgeweer. Samenscho lingen wordeü. uiteengejaagd. Verscheidene bommen zijn in het midden van de stad ge sprongen. Na 9 uren is het verboden zich op straat te bevinden. Het personeel van de spoorwegen dreigt zich bij do staking aan te sluiten. De militaire overheid heeft de inrichtin gen in de nabijheid van den zetel van de arbeidersvakvereeniging doen sluiten. De ministerraad heeft besloten, dat de troepen jacht zullen maken op verdachte personen en schietwapenen in beslag geno- -ou02 siuapjoaq ui oq "uapio.w uapnz naui men personen zullen aan boord van de oor logsschepen gebracht werden. Men vreest van deze gebeurtenissen in vloed op de politieke gesteldheid. Morgan S h u s t e r, de gewezen Ame. rikaansc-he financieele adviseur a an de Perzische regeering, aan wiens werkzaamheid ten bate van het zoo lang onderdrukte rijk door de Russen met ruwe hand een einde is gemaakt, was Maandag avond de gast van het „Persia Committee te Londen. In antwoord op een aan hem gewijden dronk, gaf hy> een schildering van de om standigheden, waaronder hij in Perzië ge leefd en gewerkt had en van de verschillen-, de incidenten, veroorzaakt door de Russen en die geleid hadden tot zijn ontslag. „Na een nauwgezette beschouwing van deze incidenten, die plaats hadden binnen een tijdsverloop van 11 maanden," zoo zei- de hij, „moet men boshst tot één van de twee volgende gevolgt rekkingen komen: Of de Russische en Britsche regeeringen moeten een politiek hebben willen volgen, die aan Perzië alle hoop om zich door eigen kracht uit zijn verval te verheffen, moest benomen öf beide regeeringen moeten to taal vèrkeerd ingelicht zijn geweest over hetgeen er gaande was, want anders is haar houding absoluut onverklaarbaar. Aan het Perzische volk, dat eeuwenlang gezucht heeft onder de zwaarste verdruk king, is nu de laatste hoop ontnomen om zich' een plaats te kunnen verwerven onder de kleine, onafhankelijke staten, juist toen het zoo goed op weg was om daartoe te ge raken." Behalve in P e r z i c, is Rus-and ook bezig in Mongolië alles naar zijn hand te zetten. De Mongoolsche vorsten hebben naar het schijnt het plan zich aan handen en voeten gebonden aan Rusland over te geven. Vol gens St.-Petersburgsche berichten hebben zij den consul-genraal van Rusland te Oerga gevraagd, om Russische instructeurs voor de vorming van een zelfstandig Mongoolsch leger. De Russische autoriteiten echter, die wel inzien welke houding Europa tegen de Russische uitbreidingsplannen in Oost-Azië aanneemt-, hebben geantwoord, dat zij het tegenwoordige tijdstip niet geschikt achten voor de inwilliging van dit verzoek. Wel licht achten zij het ook beter, geen Mon goolsch leger te gaan vormen, waarmede zij later moeite zouden kunnen hebbn. Een on verdedigd Mongolië is wel gemakkelijker In te pakken dan een met een goed leger. Uit verdere berichten blijkt, dat Mongo lië ernstig bezig is, alle sporen van de Ghi- neesche heerschappij uit te wissclien, en de afscheiding volkomen te maken. En wat te zeggen van China? Eigen aardig is de volgende beschouwing. In de ^New-York Herald" werpt iemand, die langen tijd in China gewoond heeft, fie schuld voor den ongelukkigen toestand, waarin China op het oogenbiik verkeert, op Engeland. Joean Sji Kai, zoo zegt hij, werd nl. op het oogenbiik, dat de keizer lijke troepen een uitnemende stategiscpe positie hadden ingenomen, door een diplo matieke interventie, op touw gezet ctoor Engeland, genoopt een wapenstilstand foe te staan, daar men hem financieele onder steuning in uitzicht had gesteld, die men echter later niet verleende, ook weder grootercdeels door Engciands schuld. Er rs alle reden om aan te nemen, verklaart deze zegsman, dat Joean Sji Kai, wanneer hij had kunnen beschikken over de hem toegezegde leening, de opstandelingen ^en onder had gekregen, niet alleen door zijn grootere legermacht-, maar ook omdat de rebellen tot het inzicht zouden zijn gekomen, dat liij in staat was om geriümen tijd n al hetgeen de toestand vereischte zou kun nen voorzien. Zoo kwam Joean Sji Kai in de moeilijke positie, waarin hij thans nog verkeert, is de overmoed van de rebellen steeds toege nomen en het land op den rand van den afgrond gebracht." Men neemt aan, dat het hof nu eindelijk besloten heeft om de door de republikeinen voorgeschreven voorwaarden van den af stand te aanvaarden. De bekendmaking wordt verwacht, zoodra de bijzonderheden vastgesteld zullen zijn. Joean Sji Kai heeft een verklaring gepu bliceerd waarin hij zegt geen eerzuoht te. be zitten met betrekking tot het preside ït- scha-p der republiek. Een aantal soldaten is gedood bij dyna- mietaanslagen op met keizerlijke troepen bezette treinen. De keizerlijken hebben gisteren zware verliezen geleden in het gevecht aan den spoorweg naar Poekou. Ondert-usschen komen overal berichten van bomaanslagen. De partijen staan nog alt-ijd tegenover elkaar en de beslissing op zich wachten. Vergadering van Dinsdag 30 Januari, 's avonds half negen. VoorzitterJ. E. N- liaron Schimmclpen- ninck van der Oye. Na mododceling dor ingekomen wetsont werpen en bescheiden wordt besloten mor gen om elf ureoi aan tc vangen niet dc open bare behandeling van de Militiewet. en ver der van verschillende wetsontwerpen, die daarvoor in aanmerking komen. Niets nicer aan dc orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Geen riuecnre. Het Kamerlidmaatschap wordt steeds minder een sineoure, z,egt „Do Vaderlan der". Tusschen 19 September en 22 Decem ber 1911, heeft de Tweede Kamer vijftig vergaderingen gehad', waarvan op 20 ook 's avonds vergaderd werd, en dat dikwijls tot in den nacht. Daarnaast werden er vele afdeeling8- en commissievergaderingen ge houden, zoodat zelfs zij er zijn van die onmenschen die, meénen, dat een Ka merlid het niet druk heeft-, moesten toege ven, dat dc vacantie wel verdiend was. Die vacantie is voor een groot deel der Kamerleden maar scliijn. In die vacantie heeft de Commissie voor Grondwetsherzie ning .schier onafgebroken vergaderd, en de Commissien van Voorbereiding evenzoo. Pe commissie voor de Taricfwet wae in functie; de Commissie voor de Ziekteverzekering heeft na 7 vergaderingen haar overleg met den Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid ten einde gebracht, en de Com missie voor de Invaliditeits- en Ouderdoms- verzekering is 23 Jan. bijeengekomen. Nu hebben de betrokken Kamerleden in dit opzicht recht tot klagen. Ze zijn to h de slachtoffers van onoordeelkundige wijze van werken van het Ministerie; de invali diteits- en ouderdomsverzekering is, zoo als dc „Standaard"' zoo juist opmerkte, twee jaar te laat ingekomen, en vandaar aat alles tegelijk kpmt, en er een opcen- hooping van werkzaamheden is ontstaan, die den Kamerleden niet alleen van lmn gerechte vacantie berooft maar ook de zaak niet ten goede komt. Meer dan één Kamerlid toch, die van twee dier commis sion lid is, werd voor de keuze gesteld' aan welke van dc twee bijeenkomsten hij zou deelnemen en het valt licht- tc begrijpen, dat waar hij ahs in- de Commissie, waaraan hij geen deelnam, zijn licht niet heeft kun nen laten schijnen, hij niet zal nalaten dat bij de openbare behandeling alsnog te doen, wat op den duur daarvan geen guii- stigen invloed zal hebbeu. Wanneer wij dit alles memoreeren zegt het blad is het ons in hoofdzaak hierom te doen, dat men ook buiten do Kamerkrin- zal weten, dat er hard gewerkt- wordt door de Kamer. Een wetenschap, die wel eens mag verbreid worden, nu meer en meer van de zijde der coalitie moeite wordt gedaan om dc legende ingang te doen vinden tla-t het aan de Kamer zou liggen, als er op sociaal gebied nog geen enkele wet van beteekenis in het Staats blad kwam. Vergadering van de Gezondheids- Commissie tc Bodegraven. De Voorzitter doet mededeeling van de verrichtingen van het Dag. Bestuur Lr uit voering van de in de vorige vergadering genomen besluiten. Ingekomen zijn o.a. be sluit tot benoeming van den heer P. W - Mari, arts te Moordrecht tot lid \an de Commissie; afschrift van 2 besluiten tot verbetering van woningen te Moordrecht; idem tot verbetering van do perceelen U. 113 en A. 63 te Zwammerdam; schrijven van den inspecteur Den Houter over diphthcri- tis te Boskoop en Oudèwater; al deze sbuk- ken worden voor kennisgeving aangenomen. Door den inspecteur jhr. De Craeff is verzocht een afschrift te mogen ontvangen van het aan Zwammerdam gezonden advies tot verbetering van 4 arbeiderswoningen in Oud-Bodegraven; hieraan is reeds vol daan. De Voorzitter deelt hieromtrent mede dat de eigenaar van deze pe-rceelep, inge volge het door de Gezondheidscommissie op gemaakte proces-verbaal, is veroordeeld tot- 4 boeten ad f 5 of-4 maal 2 dagen; af schrift van het vonnis wordt overgelegd. Van Waddinxveen is ingekomen een ver zoek om advies inzake verbetering der per ceelen A. Nr. 3742, voor zoover betreft- de vervanging van een houten ton door een steenen beerput; w.ordt besloten te advisee- ren tot het doen uitvoeren van dit werk zooals dit door Waddinxveen is gelast. Op voorstel van de subcommissie voor het woningonderzoek wordt geadviseerd tot onbewoonbaarverklaring van peroeel Ham, No. 1 te Boskoop. Inzake demping van eon sloot bij per ceel C No. 2 te Nieuwkoop wordt, besloten aan de Gezondheidscommissie van Locnen, onder wiens ressort een gedeelte van die sloot ligt, medewerking t-e vragen tot het doen dempen van een gedeelte behoorendo b.j perceel Wiln-is, wijk 4, No. 28. Sedert de vorige vergadering zijn de vol gende gevallen van besmettelijke ziekte aangegeven, als: te Weerden en Nieuwveen ieder 1 febris typh., te Boskoop 3, te Bo degraven 2 en te Zwammerdam l diphthe ritic. Een verzoek qm advies aangaande een nieuwe politieverordening te Woerden zal in een volgende vergadering behandeld worden. Ten opzichte van Ter-Aar, Reeuwijk en Oudewater wordt besloten bij den Raad voorziening te vragen, omdat B. en Ws. niet binnen den daarvoor gestelden termijn hebben voldaan aan liet voorschrift der wet-, nl. tot inzending van een afschrift van genomen besluiten tot verbetering van perceelen. Wordt besloten dat een onder zoek zal worden ingesteld naar den toestand van de privaten in de openbare school te Moordrecht. Na een bespreking van het verslag ovor 1911 wordt de vergadering gesloten. Uitvoer van aardappelen naar Dnitschlaud. De vele klachten over het tekort aan spoorwegwagens voor liet vervoer van aard appelen naar Duit-schland in uen jongsten herfst liggen nog versch in het geheugen. Dat ïntussche^ boe gerechtvaardigd deza klachten veelal waren, de spoorwegwagens niet leeg hebben gestaan, blijkt uit de uit- voer cijfers. In 1911 zijn in Duitschland ingevoerd in het geheel 794,000 ton (a 1000 K.G.) aard.ao pelen, tegen 310,00 ton in 1910. Hiervan zijn ingevoerd in Nederland in 1911: 387,000 ton, tegen 127,000 ton in het vorige jaar. Alleen in November werden over 100,000 ton aardappelen uit ons b*nd in Duitsch land ingevoerd, (hit is 10.000 wagons a 10,ÜU0 K.G of per dag 330 wagons! Zelfs in Dec. werden nog 28,000 ton aardappelen over de grenzen gebracht. Nu geschiedde dit ten deele wel per schip, doch vooral in Nov.t toen de waterstand algemeen nog laag was, is het- overgroote deel per spoor vervoerd. Ned. Land-b. -Wkbd. Mijnheer de Redacteur!' Met beleefd verzoek om onderstaand ötukj o te willen plaatsen,bij voorbaat onze dank. 20 December 1911 richtten wij een adree aan den gemeenteraad,, met het doel, om in de bestekhcpalingen van gemeentewerken te krijgen de bepaling om het steenhouw- werk benoodigcl voor die werken, zcoveel mogelijk in Leiden te laten maken, of, in dien men met ;t oog cp 't goedkoopcr Bel- gische werk voor buitenwerken dezen maat regel niet in het geheel meent te kunnen toepassen, dan althan. te bep&lei^ dat dan toch de hardsteen of zandsteen,bestemd voor de binnenwerken in de stad zelve be werkt wordt. Nu is onze mcening, dat de gemeente daar veel aan kan doen. Want als men op het oogenbiik den toestand in het steenhouwersbedrijf ziet dat er steen houwers zonder werk zijn en vele die nog werken, moeten met zeer weinig loon bevro den zijn, en ook vele steenhouwers buiten Leiden werk moeten zoeken, omdat er wei nig werk is, en wij zien dan dat het steen- houwwerk noodig voor de Gemeen tegebou- wen geheel kla-ar uit België komt dan komt hij ons de gedachte wel op, om tc zeggen; kan daar niets aan gedaan worden. Naar ons inzien als arbeiders in het steenhouwersbedrijf, kan daar veel aan gedaan worden, want ten eerste, wat het bewerken van hardsteen aangaat, kan de steenhouwer hier zeer goed concurreeren met zijn Belgischen vakgenoot; ook in de netheid van afwerken van een stuk hard steen, zijn do steenhouwers hier evengoed thuis als in België, met verschillende soort van werken zelfs beter. Wat- den prijs aan gaat dat scheelt op vele werken wel, maar daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Maar met niet zoo heel veel verschil in prijs, zouden ook hier de steen houwers wat aan Gemeentewerken hebben, want tot op lieden hebben zij er weinig of niets aan Nu is ons doei met dit schrijven, dat als B. en Ws. in den gemeenteraad met hun praead'vies komen, en naar wij hopen met gunstige, bepalingen voor dc daarbij be trokken steenhouwers, ook de gemeente raadsleden zoo veel mogelijk zullen d<j>en in het belang van het steenhouwersbedrijf. Het zou toch zeer onbillijk geweest zijn dat dc Raad zooals een der gemeenteraadsleden dit wilde, zonder het minste onderzoek; het adres direct maar in den doofpot tc stoppen. Gelukkig benferkten wij bij het lezen van het raadsvcrslag, dat niet a-Me leden er zoo over dachten. Ook werd er van bevoorrechting gespro ken. Maar ook wij steenhouwers brengen onze bclastingpenningen op, en daarom zouden wij ons dan ook wel met iets be voorrecht mogen zien, boven onz<r~^?elgïsclie vakgenooten, als dit ten minste bevoor rechting heet, en die bevoorrechting zou niet alleen ons, maar ook onzen ge zinnen ten goede komen, want ook vele steenhouwers weten heel goed wat werke loosheid is, en als men dan ziet, dat met veel moeite en kosten dc werkeloosheid on hare gevolgen eerst wordt verholpen door do Gemeente, hopen wij dat dit schrijven zijn doel niet zal missen en er ook voor de steenhouwers door de Gemeente goede bepalingen gemaakt zullen worden. Het Bestuur der Afd. Leiden van den Ned. Steenhouwersbond. W. F. MOENE, Voorzitter. 6) De groote klok sloeg twee uren, toen broeder en zuster ter ruste gingen. Maa-r Dorothé deed dien nacht geen oog dicht, terwijl Friedrich spoedig in een kalmen slaap viel, waaruit hij in den vroegen mor gen ontwaakte. Haastig kleedde hij rich aan, want hjj had een gevoel, dat hij reeds van den eersten dag af het personeel op het landgoed moest toonen, dat hij wist zijn verplichtingen na te komen. In de 6tallen, ontmoette hij Dorothé, dio daar rondging, om te zien of alles m orde was. „Dat is goed, Friedrich', dat je zoo vroeg bént. opgestaan," zei ze; „je kunt den op zichter ginds bij de nieuwe werken vinden. De rit daarheen zal je goed doen; je ziet er zoo afgemat uit." Zijn zuster bad gelijk, de frissche mor genwind verkwikte hem zeer. Na een kor ten rit den opzichter had hij al lang ver geten sloeg hij een pad in,dat wat naar boven voerde en dat hij het bergpad noem de. Daar waren tal van gaten gegrav-in, waarin jonge boomen geplant zouden wor den. Voor zoo iets was echter veel kapi taal noodig en daar dit ontbrak, liet de be planting op zich wachten. Terwijl hij hooger kwam, liet hij' rijn bliK gaan over het zonbestraalde landschap. Hoe mooi was het toch op dit landgoed Hij zag ook het etadje liggen, waar hij een jaar lang veel gelukkigs had beleefd. Het •regiment, de vrienden, het onbezorgde, vroolijke leven van officierdat alles zou hij nu moeten vaarwel zeggen, moeten rui len voor een leven, dat hem zeker veel zorg zou brengen; voor een werkkring, tegen cis moeilijkheden waarvan hij zich niet opge wassen gevoelde. En tochTerwijl hij terugreed en nog maals naar al het schcone om zich heen zag en bij zichzelf zei: „Dit is nu aJles van jou» jij bent hier de meester en zult het werk van je vader voortzetten, een lieve vrouw zoeken en met haar op het- vaderiijk: slot gelukkig leven," werd het- hem plotse ling zoo wonderlijk licht te moede, aat alle bedruktheid van hem gleed en hij met f ie ren moed de toekomst inzag. Er lag nog iets van die blijmoedige stem ming in zijn oogen, teen hij in de kamer trad, waar zijn zusters hem met het ontbijt opwachtten. „Heb je den opzichter gevonden?" vroeg Dorothé. Toen wendde hij zijn oogen af en zei ont wijkend: „Ik vond het beter eerst wat rond te rijden om mij een beetje te orienteereu. Toen volgde de opening van het testa ment, welke groote verrassing bracht. Den met gespannen aandacht luisterenden oom Anton ontroerde liet eigenaardig, toen hij hoorde, dat hij tot voogd over de beide nog minderjarige meisjes werd benoemd. Ook de passage in het geschrift, waarin van zijn ervaring en verstandig inzicht sprake was en waarin aan Friedrich werd aanbevolen vooral den raad van zijn oom op te volgen, trof den oude bijzonder. Toen nu de notaris heengegaan was en hij weer met de kinderen aJleen was, zei oom plotseling zeer ernstig: „Ik had niet gedacht, dat jullie vader mij zoo goed gezind was. Onze oneenigheden hadden wij wel al lang vergeten, maar ik kon er nooit toe komen den eersten stap ter verzoening te clocn. Ik heb jelui moe der zeer (liefgehad en om honger en liefde beweegt zich alles hier op aarde, vooral als men nog jong is. Goed beschouwd was het heel natuurlijk, dat je moeder je vader bo ven mij verkoos, want ik was toentertijd aJ veertig jaar en in haar oogen al zeer oud. Maar het heeft mij tech heed wat strijd gekost dat te overwinnen. Nu, dan wil ik dat weer in het reine brengen door jelui zooveel mogelijk te helpen. Het is nooit te laat, als men iets goed wil maken. Daarna verdiepten de beide heeren zich weer in de boeken, terw ijl Dorothé de reke ningen ordende en de sommen noteerde. Reeds nu liep het verschuldigde bedrag in de duizenden. „Ahal Daar hebben we de laatste afreke ning. Eindelijk iets, waar wij wat aan heb ben in den chaos." De oude heer staarde op het papier. „Het ziet er slechter uit dan ik gedacht liacl, kinderen. Je vader heeft zijn zaken niet goed bestuurd. Als Friedrich terstond alle schuld moet afbetalen, is hij geruï neerd. Het landgoed is al -zwaar gehypo thekeerd. Er kan geen sprake zijn van uit betaling van het deel, dat Dorothé toe komt. Aan een huwelijk met een onbemid- delden man, Dorothé, is dus niet te den ken. Friedrich is niet in staat voor een bruidsschat te zorgen." De oude heer, dio zoo kalm den toestand bloot legde, keek ernstig naar Dorothé, die van schrik en verrassing vuurrood werd. „U helpt mij toch nietwaar, oom? Ik ga bij u in de leer?" vroeg Friedrich ontwij kend. Als je geen hypotheek opgezegd wordt, zal het mi6scliien neg gaan; vooral ge- wcnscht zou het echter zijn, dat- je een rijke vrouw trouwde." „Friedrich zou een vrouw nemen, die li'j niet liefhad; maar oom'" riep Dorothé ontsteld. „Waarom moet het juist een vrouw zijn, die hij niet liefheeft, kind Hoewel het waar is, dat men zoo iets vaak doet. Geld moet hier komen; andei's zullen jelui allen tob den bedelstaf geraken." Nu kon Dorothé zich niet langer goecl Konden en zij begon.bitter te huilen. Troost woorden hielpen niet, totdat oom Anton eindelijk zei: Ja, meisje, dan moeten Friedrich. en .k het werk alleen voortzetten; maar wij kun nen het slecht buiten je hulp redden." Dat gaf! Dorothé ging naar haar kamer, waschte haar betraand gezicht en kwam toen kalm weer in de kamer terug. „Deze rekeningen zal ik betalen", zei oom Anton} toen zij eindelijk alles hadden nagegaan. „Ik leen je die som renteloos. E i dan zou ik er op gesteld rijn voor het vol gend jaar de zorg voor Annalena's opvoe ding op mij nemen. Die druktemaker bevalt mijmisschien worden wij nog eens goede vrienden. Voor jou, Dorothé, zal liet 't beste zijn, je voor een of andere betrek king te bekwamen, want als Friedrich trouwt, dan heb je hier geen arbeidsveld meer." ,.Maar als ik een rijke vrouw «brouw," zei Friedrich de gedachte had blijkbaar al post gevat bij hem „dan zal ik mijn zuster6 toch haar deel in de erfenis kunnen uitbetalen." „Als jc dat zult kunnen doen, moet je toekomstige vrouw millioenen bezitten. Want schuld afdoening gaat toch vóór, en. dat zal menige duizend gulden vragen. Een rijke vrouw wil echter ook op grooton voet leven en het is de vraag of zij zich ter wille van een paar arme schoonzusters zal wil len bekrimpen." „En schat n d) waarde van ons landgoed dan zóó laag, oom?" vroeg Dorothé, geheel terneergeslagen. „Het is toch een bijzonder mooie bezitting en een vrouw, die hier met Friedrich zou wonen, zal dat alles mede toe- behooren." „Natuurlijk, beste kind. En Friedrich is bovendien een man, op wien een vrouw trotsch kan zijn. Anders zou ik trouwens geen voorstel in deze richting hebben ge daan. Je zult nog allen gelukkig worden. Maar nu is het tijd om naar bed te gaan en huil nu niet langer, Dorothéalles zal wel terecht komen Oom Anton gaf Dorothé een hartelijken kus en verliet daarop de kamer. Broeder en zuster zaten echter nog langen tijd bijeen, praatben en maakten plannen; maar hoe meer zij zich in Kun toestand ver diepten, des te troosteloozer kwam hun die voor, tot zij ten slotte doodmoe hun bed op. zochten, om tot ver in den morgen tr sla pen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5