VOOR DEJEUGD
•f ÜIIDSGH DAGBIAD
Oplossingen der Raadsels.
üoede oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
Vaar lucifers al goed voor zijn!
"ft-
>unstjes.
Voort itei Schecnertuurttje.
EEST KLEINE HELD.
Nieuwe B>aa»dsels.
Ingaz. door Treesje Veereu.
I.
't Ben onontbeerlijk
In 't huisgezin;
Zelfs de armste werkman
Heeft mij in zijn woning,
Bij 't schraalst gewin
3 2 zegt gij gaarne.
Tegen uw moeder,
En 4 2 noemt gij gaarne uw lieven vader.
In het oord waar men de 4 2 1 3 ziet
De 1 2 4 woont niet.
't 1 2 3 wordt om zijn zachtheid bemind.
Reeds genoeg! Raad maar wat 'k ben
iieve kind.
Ingez. door „Aronskelk".
a
Kom wie rijmt er mee?
Moeder sohenkt een kopje
Broer slaapt in zijn
Om hem zoemt een
Jan speelt met zijn
Trekt het bij den
Zusje zet haar
't Mooiste hoedje
piet slaat op de
Willem maakt zijn
Vader leest de
Does ligt in zijn
Ingez. door een „Raadselvriendje.
III.
'k Kom van der bergentop en breng ver
woesting aan.
Zes lettere heb ik maar nu kunt gij zoe
ken gaan.
1 2 vindt men in de kast', en in de tafel
meest.
En als de speler roept ik 3 4 5 't is feest.
Met 6 l meet men u wat u het meest
beviel.
Met 3 4 6 1 draait want kijk het is een f
i.
Woestijn.
II.
Gras.
III.
Koor..
„Frederik van Venetiën", „Vroolijko Ri-
na", Frans en Anna Kriek, Dirk Houthoff,
Jan en Janna van Welzcn, Joh. Meijer,
„Afrikaan", „Margriet", „Piet Hein" „Va-
rentje", „Duinroosje", „Schen&elije",
Mien d. Velden, Jan Oostveen, Jolian n
Adriaan Wempe, Fientje Ragut, „Kapi
tein Marryat", M. Optendrees, Arie GUle,
Joh. Overduin, Aplonia Meohelse, G. Rijns-
burger, „Morgenster", „Zeeuwsch Boerin
netje", „Broer en Zus", W. N. Prins, „On
rust", „Wandelend takje", „Wilhelmus",
E. G. van Heusden, Jo Verwer, Mina Ver-
wer, „Kleine Teekenaal*" Annie de l'Eclu-
se, „Kleine Huishoudster", Corrie Habra-
ken, Toos Kettenis, „Bij-de-hand", Jo Kg-
gink, Jannetje en Marietje Lacourt Guus-
taaf Delfos, Leoma Veggel, „Matroosje",
„Dagbloem", Cato Delfos, Gerritje Los,
Francien an Theresia Veeren, „Genovéva".
„Dierenvriend", „Kleine Winkelier", Cor.
nelia Stafleu, „Padverkenner", „Pinkster
bloem", Franciena Crania, P. J. van der
Linden, Marie Bosselaar, Koos Plu, Wilhel-
mina Groenheiden, Anton en Anna Hoogc-
veen, Anna Habraken, „Jan Konijn", „Sto-
kertje", „De Amsterdammer", „Colum.
bus", Petronella en Sophia van der Boru,
„Rozeknopje", „Oranjeboompje", F. v.
Nouhuijs, L. Stafleu, „Jan Vroolijk", Jo
hannes Fabel, Abraham de Groot, Bard. r.
Dam, Barbara en Dirk Snel, „I)e Henge
laar", G. van Zonneveld, „Alpenroosje",
„Verpleegstertje", Jan van 't Riet, „Pieter
Maritz", „Maarten Tromp", „Kleine Zee
officier", Hendrik van den Heuvël, H. van
Leeuwen, „Stormvrouwtje", Tom Rees,
„Blauwboretje", Jentje en Wiéna Beekma,
„Morgenrood", „Het Krekeltje", Anna en
Herman Ilabraken, Albertus van der Lin
den, Jan Sleijser, „Het Schelpje", Jansje
Verhoef, „De kleine Smid", „Kleine Or
ganist", „Fraitmannetje", „Roosje", Ma
thilda Leening, Abraham van Rossen, „Ro
zenboompje", „Robinson Crusoe", Jo Breo.
baart, Hendrik Kriek, Herman Renier,
„Kleine Wachtmeester", „De Verzame
laarster", „Juliana", „Blond Anneke",
Anna Blom, „Lelie der Dalen", „Albatros"
Jacoba van Rijnswou, „Nachtegaal", „Wil
de Roos", Jouan Wiering, „De kleine Oran
jeman", „Meidoorn", „Klavertje-vier",
Piet van der Voort, E. Kooreman, Baartje
en Annie Oudshoorn, ,,'t Soldaatje", „Paul
Krüger", allen te L e i u e n.
Hendrik en Berber de Vries, te A 1 p h e n.
Grietje van Ommering, te Hsiert*
w o u 3 e.
J. Blok, te H i 11 e g o m.
Cornells Peursum, „Sid6el", te Kal-
w ij k.
H. Cromaagt, „Schoenmakertje", H. en
W. Galenkamp, te Koudekerk.
„De Witte Zwaan", D. Nieuwenhuis, F.
van Leeuwen, Arie en Bram Moolenaar,
Joh. v. d. Laan, Adr. v. Til, „Wildlast",
te L i s s e.
„Boterbloempje", „Dierenvriend", Joh.
en Dirk van Leeuwen, A. en G. Visser.
„Locomotief", te Oegstgeest.
„Hyacint en Tulp" te Rijnsburg.
Schoolmeester, „Narcis", te Sasseö-
h e i m.
Irena van Paridon, te Valkenburg.
Barend Koning, Cornelis Honig, te
Voorschoten.
Arie van Santen, W. v. d. Stoel, Maria
v. d. Loo, Jacob v. d. Kooy, „Clivia", Cla-
zina Nell, Heintje Blankespoor, K. G. van
Ammers, te Wassenaar.
Joh. van Tilburg, Flora Parlevliet, Aar
tje Parlevliet, Antje Karens, „Roodkapje"
Eva Bol te Zoeterwoude.
Prijzen vielen ten deel aan: „De beide
Boterbloempjes", „Kleine Winkelier", te
Leiden, Heintje Blankespoor te W a s-
s e n a a r.
Levin&v. Veggel. Ik vind het Keel
best, dat je broertje in 't vervolg ook mee
doet. Je schuilnaam vond ik niet bijzonder
aardig, wil je eens een anderen bedenken?
,,S i d s e 1". Met genoegen vernam ik je
ingenomenheid met het gewonnen prijsje.
Ik hoop, dat het je een aanmoediging zal
zijn om trouw met ons te blijven meedoen.
„C 1 i v i Vriendelijk dank voor je
mooie prentkaart.
Petronella en Sophia van
der Born. Jullie leeftijd is voorloopig
nog geen bezwaar, om aan onze rubriek
mede te werken, meisjes.
Wilhelmina Groenheiden.
Wel meisjes, wat prachtige cadeaus heb je
gekregen bij gelegenheid van je verjaar
dag! Hoe oud ben je nu?
,,P inkste rbüoe m". Welzoo, kom jij
weer eens kijken Hoe komt het dat ik zoo
lang niets van je hoorde?
Cato D e 1 o 6. Hartelijk gefeliciteerd
met je verjaardag, Toosje. Ik hoop, dat je
een prettigen dag zult hebbenHet is je
zeker nog nimmer overkomen, dat men je in
de courant geluk weneohte, is 't wel?
,,K 1 a v e r t j e-v i e r". Wat naar voor
je moeder, dat het met die kwetsuur nog
niet beter gaat en zij zoo koortsig is! Je
Moeder zal waarschijnlijk niet voldoende
rust houden.
„Kleine Oranjeman". Zeke^
rriendje, ik ben het volkomen met je ©©nsi
dat men liever mocht willen dat er geen ijl
kwam, dan zulk gevaarlijk ijs. Doch vai^
veel ongelukken is het eigen schuld en roe*
keloosheid omdat de menschen zich te
spoedig wagen.
Johan Wiering. Welzoo vriend,j
had je zooveel pleizier in die tentoonstel-i
ling? Kook het er niet onfriech, bij ai diql
dieren
„R ozenboompj e". O, kindlief
al rampen heeft die jonge vrouw m kor,
ten tijd beleefd. Het is ontzettend
treurig, zoo twee kinderen achter elkaa.
te moeten verliezen, en nu het derde aan
dezelfde riekte lijdend! Het is te hopen,;
dat haar derde kindje nu maar genese*
mag, om rijn arme moeder te troosten.
Maria van der Loo. Je veronder
stelling was volkomen juist meisje, wand
inderdaad mogen alle kinderen van aboni
nd's meedoen, zonder daarvoor van te vo.
ren permissie te vragen.
„Stormvrouwtje". Zeker meisje,
ik vind het best, gelukkig, dat zij al wat!
in beterschap toeneemt. Met genoegen ver
nam ik je ingenomenheid met het gewon
nen prijsje.
„Kleine Z e e-O f f io i er." Natuur
lijk mag je vriend weer met ons meedoen,
heel gaarne zelfs. Ik begrijp zeer goed, dat
ae raadsels moeten wachten op het sohool-
werk, dat moet natuurlijk voor gaan.
Barbara on Dirk Snel. Ik vind
't heel prettig als jullie mij geregeld nieu-'
we raadsels en aneodoten wilt toezenden.
Je moet echter niet teleurgesteld zijn, als
ze niet dadelijk, geplaatst worden.
Johannes Arbouw heet ik harte
lijk welkom in onzen kring.
„Rozeknopj e". Als Ma of je zuster,
je bij het oplossen een weinig behulpzaam
willen zijn, dan zal je het wel spoedig al
leen leeren doen, daar twijfol ik niet aan.
Wat zal je Ma het stil hebben, als broer
naar school is.
JohanvanEwijk. Arme jongen, ben
je ziek? Het spijt me zulks te vernemen en
ik hoop van harte dat je spoedig herstel
len zult. Je potloodbriefjee neem ik natuur
lijk gaarne voor lief.
„Morgenster." Aan geschikte, bij
dragen heb ik altijd gebrek. In den regel
ziet het gezondene er slordig uit zoodat
het ook daardoor dikwijls niet voor plaat
sing in aanmerking kan komen.
„Broer en Zus". Jullie nieuwe
raadsels of anecdoten zie ik gaarne te ge-
moet.
Johan Wempe. In dank ontving ik
je nieuwe bijdrage, die ik, indien geschikt,
gaarne zaJ plaatsen.Wil je er in vervolg
aan denken dat bij het inzenden van nieu
we bijdragen het papier slechte aan eene
zijde besohreven mag worden?
Jan Oostveen. Ik heb er geen be
zwaar tegen dat je je briefjes bij die vaD
je zusje insluit.
„S o b e n k e 11 j e". Gelukwenschen zijn
altijd welkom, zoodat ik de jouwe nog
gaarne aanneem.
„Margriet". Ik kan je onmogelijk
zeggen, warom je naam de vorige week niet
op de lijst voorkwam. Kan je briefje ook te
laat in mijn bezit gekomen zijn? Vriende
lijke groetjes.
MARIE VAN AMSTEL.
No. 15934. Woensdag1 31 Januari.
ÜLnno 1912.
III.
Om tot Het malien van lichamen over te
gaan, nemen wij tot uitgangspunt de Drie
zijdige Pjrramide (Afb. 6). Tot grondvorm
Afb. 6.
ïnakeu wij eerst den gelijkz'ijdigen driehoek
Afb. 1). Dan steken wij in eiken erwt een
stokje, maar zoo, dat ze in één punt samen
komen, en daar weer met een erwt kun
nen vastgemaakt worden.
Voor het volgende werk moet men eerst
een ruit maken, zooals Afb. 2- Op dit
kwadraat worden weer vier stokjes schuin
gezet, en door een erwt verbonden. Evenals
yan boven, kan men ook van onder aan
'io erwten vier staafjes steken en deze weer
bet elkaar verbinden, dan krijgt hij den
'yorm van een achtvlak (Afb. 7J.
Afb. 7.
Van een ruit als Afbeelding 2
kan ook een Dobbelsteen (Afb. 8) wor
den gemaakt door op de erwten aan
Afb. S.'
de hoeken loodrecht vier stokjes le zetten,
daarop weer erwten te steken, en zoo van
boven ook een ruit te maken als van onderen.
Hebben we ons aldus geoefend in het ma
ken van meetkundige figuren, dan zullen ook
samengestelde werkjes wel gelukken. Om te
beginnen geven wij eenige tuinmeubelen en
wel eerst een stoel (Afb. 9). Deze ge>ft
Alb. 9.
niets nieuws, want wij moeten eerst een
figuur maken aJs den dobbelsteen, alleen
moet hier het dekvlak, de zitting, kleiner
zijn dan het grondvlak. Om de zitting zelf
te maken, worden er twee stokjes kruise
lings ingezet. Voor de leuning nemen wij
eerst twee loodrechte stokjes, en steken op
de einden erwten. Daarop kunnen twee stok
jes kruiselings ingezet worden, ook nog twee
andere, dio het bovendeel der leuning af
sluiten.
Voor de tafel, die nu volgt, maken wij
Afb. 10.
hetzelfde, als voor den stoel zonder leuning;
maar het blad van de tafel moet geen kwa
draat, maar een rechthoek zijn. De pooten
zijn gekruist (Afb 10). Op de tafel volgt
de bank. Deze iö, zooals afbeelding 11 aan-
Afb. 11.
wijst, reeds wat moeilijker te maken. Wie
deze goed maakt, kan ook gerust pirobee-
ren zelf iets te maken. De hiergegeven voor
beelden zijn overigens nog maar heel een
voudig. Er zijn anders op deze wijze aller
lei aardige en ook zeer moeilijke voorwer
pen te maken, huizen, kerken, enz. Mis
schien vertellen we hiervan latcT nog wel
eens wat meer.
V
j? Allerlei
8Pelen
^~~ia ,v'v
EN
L
Het is in den winter vroeg donker. De
lamp moet tcch zoolang branden en daar
om wacht moeder al zoolang mogelijk mét
haar op te sfeken. Zij houdt wel van een
uurtje schemeren. Ook grootvader vindt het
zoo gezellig in het halfduister naar de
grillige vlammen in den haard te kijken,
terwijl buiten de hagel tegen dc ruiten
klettert.
Maar wij, jongens, vinden dat schemeren
niets gezellig, hoor! Wat moeten wij nou
in vredesnaam in het halfduister uitvoeren?
Kattekwaad, natuurlijk, zegt Vader.
't Mocht wat. We kunnen tcch niet als
stommotjes bij grootvader gaan zitten. En
doet tLOii ereis wat als je niet kunt.
Zoo hebben jullie al dikwijle gemopperd,
Ja, ik ken dat. En daarom wil ik je ee^
'aardig spelletje loeren voor de schemer*
uurtje^ waarbij je geen licht noodig hebt.'
We willen namelijk eene mot elkaar ge*
tallen leeren raden, dio een van oiu? gedacht
heeft. Onder den titel dien we hierbovon|
plaats ten zullen we voortaan telkenmale)
zulk een kunststukje mcedeelen, die moet)
je dan uit !h!et hoofd leeren, wat niet zoo
heel moeilijk is. En als we dan weer zitten;
te schemeren, dan gaan we onze kunst be»
ginnen.
Hier volgt de eerste opgave: 1
Ge laat uw: broers ©u zusters een getal
bedenken. Zij nemen bijv. 10; hier moeten
ze 1 bijtellen 11), dit getal dubbel
nomen 22), daarna 1 bijtellen 23))
cn ten 6lotte hierbij het getal dat ze ge»,
dacht hebben 33). -Dit getal moeten ze
zeggen.
Dan trek' je ©r zelf stilletjes 3 van af
(blijft 30) en deelt dit oversfohot door 3
ion het gedachte gotal 10 hebt ge gevonden.
Probeert het nu zelf eens met een ander
getal.
i XX.
Men kan Jiot raden van een getal nog
op een andere manier bewerkstelligen:
Het gedachte getal (hij voorbeeld5) wotrdt
mot 2 vermenigvuldigd 10), daar 5 bij
voegen 15), daarna met 5 verm enig vul,
iligen 76). Deze uitkomst moet worden
pioogodeeld.
Men laat dan het laatste cijfer vervallen
(hier 6) trekt van het overblijvende 2 af en
liet gedachte gotal 6 blijft over,
HEEP HEI NEMAN.
Tegen het began van de maand Septem
ber van het jaar 1792 hadden er hevige ge
vechten plaats in Frankrijk. Generaaf Du-
moncier lag gereed om den vijand te ont
moeten en er waren tal van Oostenrijk era
op de grens. Jan, het kleinzoontje van een
paar eenvoudige boerenluidjefc, was al eens
op verkenning geweest en kwam nu h.ei
hongerig thuis.
Wel jongen, waar heb je zoo lang geze
ten 1 barstten beide ouwetjes uit, toen hun
geliefd kleinkind zoo laat binnengestapt
kwam.
Och, ik ben de soldaten van generaal Du-
moncior eens wezen bewonderen; het is wei
de moeite waard.
Maar jongen, hoe durf je nu? zei Grootje;
maar Grootvader juichte in zijn hart zijn
flinken kleinzoon too die wel voor nieta
vervaard scheen, zto jong als hij nog was.
Jantje liep intusschen even de keuken
binnen en...... wat zog hij daar? Twee
Ooetenrijksche soldaten waren doodleuk
bozig de soep op te eten, die boven het
vuur hing en waar hij wel behoefte «urn
had, na dien vermoeienden marsch. In een
ommezien had onze kleine held evenwel
een prachtige krijgslist bedacht, om zich-