éto. 15931,
laEIDSCH DAG-BLAD, Zaterdag 27 Januari. Eerste Blad.
Anno 1912.
PERSOVERZICHT.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
üffi&p doel geslist.
Het wetsontwerp tot verhooging der ver
goeding voor bouwkosten aan de b ij-
rondere scholen ligt ter behande
ling gereed.
B^j de kleine vier ton zullen, naar de
Begeering voorstelt, twee ton gevoegd
worden voor subsidie der bijzondere scho
len.
„D e Standaard" vindt dit niet vol
doende en heeft er minister Heemskerk
Over aangevallen.
.Het blad schreef o. a.:
.Het bouwen van scholen blijft e«ven on
mogelijk ook al wordt het nieuwe wetsont-
werpje voor bouwsubsidi©, aangenomen.
Dit ontwerp je, dat wellicht iedereen te
vriend wil houden, krtfgt ten slotte allen
iegen zioh. Liberalen en socialisten lachen
er om en houden bet met leedvermaak ona
voor, nlg zij met ons spreken, dat wij nu
«neer dan veertig jaar gestreden hebben
voor het Bijzonder Onderwijs, dat als
vrucht daarvan in de Kamers een groote
rechteche meerderheid is, dat er een
rechtsch ministerie is opgetreden met de
belofte om het Bijzonder Onderwijs te hel
pen, en dat daarvoor zes jaar tijd heeft
gekregen, en dat er nu nog zoo goed
a 1 a n i e t s wordt gedaan. En het is waar t
Neen, dan heeft dr. Kuyper bij de laatste
begrootingsdebatten weer getoond oete r
te gevoelen wat er leeft in het hart
des volks en wat ons Christenvolk heilig is
Indien van dit ministerie geen afdoender
hulp aan het Bijzonder Onderwijs gegeven
wordt, dan zal daarvan in 1913 zeker
niet de vuurvonk uitgaan, die de op
Eichzelf doode fakkels in laaien gloed zal
eetten en werkelijk zal doen opvlammen".*
Deze voorstelling van zaken wordt door
„H et Huisgezin'' onwaar genoemd.
Het blad voert er o. m. het volgende
tegen aan:
Onwaar is, dat het ontwerpje iedereen
te vriend wil houden.
Waar is, dat bij het afdeelingsonderzoek
de linkerzijde zioli tegen het voorstel ver
zette, de rechterzijde daarmee ingenomen
heid betuigde.
Onwaar is, dat het ministerienHeemskerk
in 1903 is opgetreden ab een onderwijs-
ministerie.
Waar is, dat het kabinet niettemin bij
imeer dan één gelegenheid getoond heeft,
foor het Bijzonder Onderwijs te willen doen
Wat in zijn vermogen is.
En vast staat wel, dat, indien dr. Kuy
per thans minister was, hij in de gegeven
omstandigheden evenmin zou kunnen tot
etand brengen wat de schrijver in „De
Standaard" blijkbaar van hem schijnt
te verwachten.
Daarom juist is de tegenstelling Heoms-
cerk-Kuyper zoo unfair en heb dreigement
aan het adres van het ministerie zoo be
denkelijk.
In haar Persoverzicht ontleent ,,D e
Standaard'" eenige beschouwingen
aan ,,D e Z e e u w". Er wordt in gewezen
op de goeue, men rnag wel zeggen, zeer
goede winsten, die do landbou
wer ia het algemeen dezen zomer heeft
gemaakt, en dan komen de volgende op
merkingen
„Vele landbouwers hebben het afgeloo-
pen jaar een bovenst-best jaar gehad.
Mooie opbrengst. -Royale prijzen. Geen te
genslag. Prachtige winst. Er zijn er onder,
die, naar men meent te kunnen berekenen,
tusschen de drie en acht duizend gulden
overlegden.
Dit is geen praatje.
Een landbouwer, die 18 ge met aardappe
len (2000 H.L.) a f 3 had, maakte daarop
zeker een mooi winstje."
Heb blad betreurt het, dat heb niet. ver
nam, dat de loonen der daglooners in ver
band met de rijke oogsten een weinig wer
den. verhoogd of aan de monschen een
duurte-toeslag werd geschonken. Wel ver
nam het andere dingen. Bijvoorbeeld:
„Wij vernamen van een arbeider, wiens
dagloon van f 1, op 60 cents terugging, om
dat hij zooveel meisjes had, die mee ver
dienden. Wij kennen ook gevallen, dat een
arbeider, die verlette* moest om zijn kindje
te begraven, dat verlet 's Zaterdags van
zijn weekgeld zag afhouden. Wij kennen ge
vallen, dat door dergelijke onbillijke inhou
dingen, alsmede door andere tegenstrijdig
heden, een arbeider, in den winter; nu,
het niet hooger bracht dan tot een week
geld van een rijksdaalder 1
Negentig cents daags verdienen de dor-
schers hier en daar, op andere plaatsen
is 't echter meer maar wanneer de arbei
der vraagt, onder meer wegens de goe
de uitkomsten van den zomer meent hij dit
te mogen doenvraagt aan den zoo rijk
bevoorrechten landbouwer, of het niet een
dubbeltje per dag meer mag zijn, dan
krijgt hij een weigerend antwoord.
Wij vertellen, zoo gaat ,,D e Zee uw"
voort, deze dingen niet om den arbeider
tegen den boer of den boer tegen den a.r-
beider op te zetten. Doch zij zijn in sommi
ge streken zoo menigvuldig en zoo stuitend,
dat zwijgen misdadig zou kunnen worden.
't Is waar, de arbeider klaagt niet; en
met de machine aohter zich, en het hon-
gerzwaard voor zich', duidt liij een zooda
nige weigering niet euvel; maar indien hij
God vreest, zegt hij bet aan zijn God; on.
indien dan het gelijk aan zijn zijde mocht
zijn, dan zou dat kwaad wezen voor zijn
baas.
Wij mogen hierop wel eens met beschei
denheid de aandacht vestigen.
En nu het toch in den toeslag-tijd is,
valt allicht^ ons woord bij de werkgevers
vooral bij onze Christenwerkgevers, in
goede aarde.
Het is zeer te hopen, zegt dan „De
Standaard", dat de voorbeelden, door
„D e Zeen w" genoemd, uitzonderingsge
vallen betreffen, en dan zijn ze nog erg ge
noeg. Wie zoo de arbeiders behandelt),
drijft ze in de armen van bet socialisme,
en handelt onverantwoordelijk. Christen
werkgevers, die alzoo handelen, zouden wij
ons moeilijk kunnen voorstellen.
De k o s t e 1 o o z e r e o h t s b ij s t a nd
aanon vermogenden, zoo zegt ,,D e
Rotterd a m m e r", fcrekt in .ten
laatsten tijd sterk de aandacht.
En bij de begrootingsddbatten over
Justitie in de Tweede Kamer dér Staten-
Generaal èn in den Amsterdamsohen ge
meenteraad maakte deze aangelegenheid
het onderwerp van uitvoerige bespreking
uit.
Het verheugde ons, dat. over het algemeen
deze instelling met sympathie werd begroet
en vrij sterk het besef leefde, dat naar uit
breiding moet wordén gezocht.
"Velerlei voordeel tooh ligt in een deug-
delijken rechtbijstand besloten.
Reeds is het van beteekenis, dat zij, die
rechtmatige aanspraken hebben, deze op
gemakkelijke wijze kunnen verwezenlijken.
Anders dreigt het gevaar, dafc het rechts
besef op bedenkelijke wijze wordt onder
mijnd.
Aan den anderen kant moet het evenzeer
worden geloofd, dat zij, die ten onrechte
eischen doen gelden vóór dafc een proce
dure wordt aangevangen, van hun onge
lijk overtuigd worden.
Groote opvoedende kracht kan zoo van
deze instelling uitgaan. Zij zal de wets-
en rechtskennis van de gegadigden ver-
hoogen. Daarnaast zal ook bij de bevoegde
autoriteiten beter inzicht postvatten om
trent de rechtsbehoeften, welke leven in de
kringen van hen, die hulp zoeken.
Goede wisselwerking zal alzoo worden
geoefend. Het sociale element in het recht
zal zich sterker openbaren. Dit alles zal
gelijk prof. Drucker in de Tweede Ka
mer terecht. opmerkte de populariteit
van het recht verhoogen.
De vrees, dat hierdoor processen zullen
vermeerderen, behoeft niet te rijzen. Juist
het voorkomen van procedures, het bewer
ken van minnelijke sohikkingen en het ge
ven van allerhande adviezen bij dikwijls
ingewikkelde rechtshandelingen is de aan
gewezen taak.
Wat tot hiertoe in dit opzicht geschiedde
is onvoldoende. Wel gaf het aan iede«re
rechtbank verbonden „Bureau van Consul
tatie" prijzenswaardige hulp. Ook traden
enkele vereenigigen helpend op, maar in
de bestaande behoeften is door dit alles
op verre na niet voorzien.
In onze groote re planteen dienen daarom
onpartijdig samengestelde vereenigingen te
worden gevormd, die zioh het. geven van
rechtskundige hulp ten doel stellen. Bij Rijk
en Gemeente kan dan om subsidie warden
gevraagd.
Verre geven wij aan dergelijke particu
liere vereenigingen de v orkeur boven ge
meentelijke bureaux,, oteafe zal de Rijks
commissie van reahtsjcundige hulp aan on-
en minvermogenden Worden ingesteld. Laat
men gereed zijn om fcjjdig 'met- haar in con
tact te kunnen, tredbn l
In „Het Huisgezin" lazen wij
Het Regeeringsverslag ovér de h u i s-
indust.ri e stelt de misstanden, aan deze
industrie in veel gevallen als het ware eigen,
in een zeer scherp licht.
Afbeulen van kinderen, afbeulen van
vrouwen, afbeulen van oude menschen, af
beulen voor een minder dan karig loon.
Deze dingen mochten niet voorkomen;
zij komen voor.
Zij mogen niet worden bestendigd.
De overheid zal wc4 moéten ingrijpen, nu
de werkgevers, tuk op veel werk voor 9en
schijntje geld, niet geneigd zijn dit voordeel
prijs te geven.
Er zullen er wel zijn; die dit zouden willen
hia-ar de concurrentie dwingt her. te doen
iflls anderen.
Nu hebben we- nog pas de heerlijkheid van
het particulier initiatief ©n het noodlottige
der overheidszorg hooren bezingen.
Wri,j, ook geven aan particulier initiatief
boven.overheidszorg <le voorkeur. Maar we
verkiezen der.© laatste toch boven het laten
voortduren van ongerechtigheden.
En wauneer er Ru g"een uitzicht is, dat
het particulier initiatief, natuurlijk niet ovr'.r
twee eeuwen, maar in afzienbaren tijcl, de
euvelen dor huisindustrie afsnijdt, dan moet
de overheid wel ingrijpen.
Niemand vermoedelijk zal redeneerenpf©
kinderen, die vrouwen, die oude menschen
behoeven zich niet te laten- afbeulen, ze wor
den niet gedwongen dat werk aan te nemen
ze worden wei gedwongen, nl. door bét
scherpe zwaard vein den honger.
Maar wel zal men misschien redeneeren
pas op, dat g© aan de huisindustrie raakt,
want ge zult honger brengen in gezinnen,
waar mén nu althans een Schamel stukje
brood heeft.
Helaas, dit laatste kan waar zijn. Het.
maant tpt voorzichtig optreden maar het
kan nooit tot onthouding leiden, tenzij men
ojj het hoe-Ie terrein der: sociale wetgeving
met de banden in den schoot wil gaan zitten.
Beter is een krot van een kuis dan geen
huis. Inderdaad, maar- met deze stelling
zou men niet eenigen kwaden wil de heele
verbetering der volkshuisvesting kunnen
tegenhouden.
Beter een klein loon dan geen weak en
geen loon. Zeker, maar dit wil nieti zeggen,
dat men de loonen moet drukken en laag
houden. Nu is huisindustrie denkbaar en
bestaanbaar op een manier, dat men geen
redelijke" aanmerking zou kunnen maken.
Eu in zioh zou er niets tegen zijn, dat moe
der de vrouw of de kinderen of de ooide va
der een handje hielpen. Maar liet fatale is,
dat het niet bij een handje helpen bMjft,
doch dat het afjakkeren wordt van to jonge
en te oude krachten.
Tegen deze ellende moet de overheid op
treden, nu van anderen kant geen redding
mogelijk is.
Alweer de overheid! Inderdaad, maar dat
is de schuld van de werkgevers zelf, die mis
bruiken lieten insluipen en misbruiken be
stendigden.
Dc „N i e u w e Haarlemsche Con-
rant" schrijft:
In „De Residentiebode" vinden
wij een verslag van een vergadering der
„R..-K. Propag.ancladub Leo XIII", te
's-Gravenhsge, waar de zeereerw. heer Lam
bert Po ell, uit Tilburg, optrad als .spreker
over de noodzakelijkheid van
K-atholioke f akvereenigi n-
gen.
En teekenend is het, dat in deze vergade
ring een aantal Katholieke typografen, on
der betuiging, dat zij goed Katholiek wa
ren, kwamen debatfceeren tegen dgn spreker
en poogden té betoogen, dat een Katho
lieke organisatie niet noodig en niet
wenschelijk is!
Natuurlijk werd daarbij ook een beroep
gedaan op dr. Poels en diens socialen ar
beid.
Tegenover de ontkenning van intercon
fessioneels en neutrale neigingen onder Ka
tholieken, onlangs nog zoo herhaaldelijk cn
luidruchtig uitgesproken, is het goed eens
op de teekenen des tïjds to wijzen> dio ook
hier wéér zoo duidelijk spreken.
Wie van de werkliedenbeweging onder de
Roomsehen deskundig is, zal deze teekenoD
niet misverstaan I
Een g ,o u d' e n j u b i 1 e u m.Don
tweedon Feharuari a. s. hoopt Adr. Jong
bloed den dag te herdenken, dat hij vóór
50 jaar in dienst trad in de katoenweverij
van de heeven Driessen.
Een haas als dief. Me-i
schrijft uit Haarlem aan „De Msb.": Een
boer, die in de omstreken van ónze stad
door de duinen op weg was naar huis, za£
bij een zandheuveltje een haas zitten, welke
schijnbaar was in slaap gevallen. Na weinig
tijd had een flinkedag op den kop het
dier verdoofd en de boer dacht na hoe het
beest verder naar huis te transporteeren.
In een der punten van zijn gtroóten rooden
zakdoek had hij voor f 100 baar geld ge
knoopt, reden waarom hij er tegen op zag
zijn slachtoffer er in te wikkeen.
Geen ander middel hebbende om het dier
te bedekken en voor de menschen niet wil
lende weten, dat hij e haasje verschalkt
had, stak hij kop en voorpooten in zijn
zak en bond zijn zakdoek om de rest van net»
lichaam, dat in den zak geen plaats vond.
Bij huis gekomen, wilcle de boer zijn vrouw
verrassen en legde aan de buitendeur den
ingewikkelden baas zoolang neer. Na aan
zijn vrouw het verhaal zijner wonderlijke
vangst gedaan te hebben, gaat hij naar bui
ten om den jachtbuit to voorschijn te halen
Maar o schrik, het haasje is weer bijgeko
men, heeft zijn aohterpooten losgewerkt en
de vlakte gekozen.
De verbaasde boer zag nu aan den hori
zon nog een al kleiner wordend stipje van
zijn kostbaren zakdoek, welke nog om het
middel van den haas gebonden hing, en die
van uit de verte nu en dan nog even wee
moedig vaarwel; scheen toe te wuiven.
Gelukkige jager, die het vette haasje en-
der schots, of gelukkige strooper, die het in
zijn strikken krijgt.
Verleden week w e r d b ij A ii-
dijk do landbouwer L. B. dood aan dort
kant van een slöot gevonden. Men dacht,
dat de ongelukkige, na in de sloot geraakt
te zijn, met veel moeite erin geslaagd was
weer op het droge te komen en daarna-,
uitgeput zijnde, was doodgevroren. Het ge
rucht gaat nu echter, dat hier een misdaad
in het spel is. Het slachtoffer toch bleek
van zijn geld beroofd to zijn. Thans heeft
men het lijk ter schouwing weer opgegra
ven.
Ton gevolge van een lek in
de gasleiding in de woning van v. d. Veen
te Hoorn, ontwaakten dc bewoners gister
morgen mot hevige hoofdpijnen en neiging
t-ot brakingen.
Spoedig aangewende hulp deed erger
voorkomen
Gisternacht omstreeks drie
uren is er brand uitgebroken in de woning
van J. Mulder, veehouder te Kolderveen-
aohe Bovenboer (gem. Nijeveen.)
Huis en inboedel, benevens levende have,
uitgezonderd 2 koeien, 1 geit en eenigo big
gen, werden een prooi van de vlammen.
Oorzaak onbekend.
De koop m a n K S vier, is gi s-
teravond buiten Hoorn op den dijk do~>r
twee onbekende mannen aangevallen en zijn
portefeuille, inhoudende 309 gulden, ia hem
afhandig gemaakt.
D e 16-j arigeJaadeVulsisgis-
termorgen te Leeuwarden onder een met
ookes geladen wagon geraakt, met het go-
volg, dat hij aan de bekomen verwon dingen
is overleden.
Sedert Maandagnacht «ijn
dé korporaals v. d. B. en W., on do mili
cien W., uit hun garnizoen te Assen ver
dwenen. Een deel van hun militaire uit
rusting is in de buurt van Emmea gevon
den.
Waarschijnlijk zijn de vluchtelingen naar
het buitenland gegaan.
Omindegovangeniete komen
heeft zioh gisternamiddag bij de politie te
Culemburg een man aangemeld, die zeide
op 8 dezer kleedingstukken te hebben ont
vreemd uit een logement te Meppel. Na
dat dé juistheid van deze mededeeling ge
bleken was, is de man gevankelijk naar
Meppel vervoerd.
Te Luik ia Ma and ag middag
tegen vier uren in het door een geestelijke
orde bestuurd krankzinnigengesticht voor
vrouwen, St.-Agathe, brand uitgebroken.
Het gesticht bc-stond uit twee vleugels en
verscheidene afzonderlijke gebouwtjes. De
brand brak uit in een ouden vleugel, waar
zich ongeveer: 90 zieken bevonden. Men
nam onmiddellijk maatregelen om do zie
ken uit de brandende gebouwen te verwij
deren, wat échter met moeilijkheden ge
paard ging, daar velen-weigerde de inrich
ting te verlaten. De brandweer beproefde
daarop den brand te blusschen, maar had
zwaar werk door onvoldoenden waterdruk.
De brand vernielde het oude gebouw, waar
van alleen de muren bleven staar, en tast
te ook een gedeelte van den anderen vleu
gel aan. Men schat de veroorzaakte schade
op 300,000 franken.
Vreeselijk drama. In heb
Fransche stadje Lorient heeft een vrouw,
die pas uit het krankzinnigengesticht was
ontslagen, waar zij eenigen tijd in obser
vatie was geweest, in hare woning een
haardvuur aangelegd en drie harer kindc-
"«n, 5 maanden, 2^ en 5 jaar oud, die va/
honger schreeuwden, in een vlaag van
waanzin daar opgeworpen om ze levend te
laten verbranden. Op het hulpgeroep der
kleinen drong een buurvrouw het huis bin
nen en wist de kinderen uit het vuur te
halen, maar de ongelukkige moeder wierp
ze opnieuw daarin. Inmiddels kwam er
hulp opdagen en konden de kinderen op
nieuw gered en de moeder in bedwang ge
houden worden.
Twee der kinderen zijn zoo ernstig ge
brand, dat men voor hun leven vreest; do
moeder is in een gesticht opgesloten.
Inzake den moord op d'o ƒ«-
weliersfamilie in de Albe Jacobstrasse to
Berlijn heeft de politie bij een pandjeshuis
gisteren 115 peiBonen gearresteerd. Het
verhoor leverde niets op.
Juweelendiefstal. De „Daily
News" meldt dafc de Fransche en Engelsc.ie
veiligheidsdienst op zoek zijn naar twee
flessentrekkers, die van juweliers te Pa
rijs voor ongeveer 500,009 franks juweelen
hebben gestolen. Berichten uit Parijs mel
den dat een aanhoudingsbevel tegen hen
is gegeven. Een inspecteur van de Fransche
politie is te Londén aangekomen om te hel
pen aan de opsporing
Hetzelfde blad vertelt dat eon dame clio^
zeide een Amerikaansche te zijn, verleden'
jaar bij eon Pórijseh juwelier juweelen
kocht en steeds contant betaalde. In den
herfst verliet de dame Parijs en de juwe
lier ontving toen eenige kleinere bestellin
gen uit Lond'en gezonden, betreffende ju
weelen van kleine waarde. Later kwam e°n
bestelling van 20.000 franken voor welke
de damo een wissel zond, betaalbaar in
Maart. Eenigen tijcl later bestelde dé dame
een groote hoeveelheid juweelen en meldde
dat zij ze ontvangen had' maar de juwelier
kreeg hét. bedrag niet. Hij begaf zich toen
naar Londen on vond aan de verschillende
adressen aan welk© hij de juweelen had
gezonden het signalement van een heer,
die de pakken, bestemd voor de dame ont
vangen had en daarop vertrokken was.
3)
Mevrouw Heyroth viel plots ding haar
oud© vertrouwde om den hals en begon te
Aiden. Zoo bleven de beide dames nog lang
bij elkander m vertrouwelijk gesprek en
mevrouw Heyroth ging zeer getroost en
verlicht huiswaarts. Het deed zoo goed heb
hart eens uit t© stortenHaar vriendin
wist na haar vertrek niet* boters te doen
dan het groote nieuws zoo spoedigmoge
lijk verder te vertellen. En 's middags he
pen al velen langzaam on nieuwsgierig kij
kend voorbij het statige hoerenhuis, dat
plotseling een nieuwe aantrekkelijkheid
had gekregen.
Terwijl de achoone mevrouw Stephany
dien middag onbewust weer tal van tongen
m rad bewegen bracht, maakte zij zelf een
waadebng. Bij het fantastische licht va.n de
scheidende zon giDg zij naar den tuin van
het slot en overdacht gebeurtenissen uit
het verleden.
Zij wilde alleen zijn. Zij blad een belang-
rljkeB stap gedaan met den koop van het
gr&oèe huis en zij vroeg zich af of zij daar
mee goed of verkeerd gehandeld had. Was
het goed, dat zij zich hier aan banden ge
legd had, zich hier vast gevestigd had juist
in den tijd, dat zij volop kon genieten van
haair vrijheid, en daarbij een sterk verlan
gen m zich voelde om haar vleugels kraoh-
uit te slaan Was heb^goed, dab zij haar
woonplaats hier in het stille plaatsje had
gekozen
En de man, om wien dit alles begonnen
was, waar bevond die zich? Waarom had
zij hem tot nog toe niet ontmoet, terwijl zij
toch vaak genoeg reeds had gewandeld op
plaatsen, waar hij komen kon?
Langzaam ging zij door een laan, van
waar zij den stroom kon zien, die met-.vrij
groote kracht de muren van het .slot be
speelde. Een frissehe wind kwam van. den
kant van het water en bracht een hoogen
blos op de wangen van de jonge vrouw.
Hier was het geweest, dat zij Joost von
Ribbeek voor het laatst had gezien; hier
was haar tegemoetkoming met koelen af
weer teruggewezen. Toen dat gebeurde,
waren zij beiden arm geweest, en hn, als
man, had daarom natuurlijk het onmoge
lijke van een verloving ingezien. Daarom
was hij zoo koel geweest; hij wasS meer be
redeneerd dan zij.
Thans stonden de zaken echter anders.
Zij kw&m terug in gouden gewaad en kon
naast haar liefde ook vele aardsehe schat
ten aan de voeten van den man, dien zij
beminde, neder-leggen.
Of hij misschien nu in het Casino was?
Zij ging naar dat deel van dén slottuin,
waardoor een weg naar het Casano liep, en
keek door de struiken naar het reeds ver
lichte gebouw. Ziji meende de stemmen te
hooren der officieren, die daar vroolijk bij
een waren. Vroeger wandelden de officie
ren vaak in den slottuin, maar tegenwoor
dig werd de poort van dén tuin al vroeg
gesloten, zoodot zij niet geregeld hun weg
meer door het. park namen. Ook Ribbeek
a_ging vroeger altijd door het park. Zij wisfr^
dat en hoopte, uafc hij dit ook heden zou
doen.
Over het dal, waarop zij uitzag, lag nog
het avondzonnelichtde rivier kronkelde
als een zilveren slang door het diep groen
der laag gelegen weiden. Eén groote sleep
boot zag Frartcisca-. Langzaam werkte deze
voort tegen den stroom in, met achter zich'
een tiental kleine schepen. De stoomboot
deed haar déuken aan een mensch, die ©en
7.waren arbeid uitvoert, zuchtend en gebo
gen onder een geweldigen last. Zwarte,
dikke rookwolken puften uit. den schoor
steen naar bovendat was als de adem van
een hijgend mensch...
Zóó was het huwelijk geweest, dat nu tot
haaf verleden behoordezóó had ook zij ge
hijgd om vrij te komen, maar zij had voort
moeten gaan op hetzelf gekozen pad...
Franci&ca hief het hoofd trotsch op.
Goed. Maar zij was nog jong; nog was er
tijd om gelukkig te worden.
Daar klonk een stap achter haar, snel
draaide zij zich om en stootte bijna tegen
een officier aan.
„Joost
Zij had het woord uitgesproken vóór zij
er bij dacht. De ontmoeting kwam zoo plot
seling.
Een o ogenblik weifelde de officier. Hij
scheen niet -dadelijk te zien in de scheme-,
ring wie hém zoo had aangesproken. Rib
beek herkende haar toen echter en terstond
nam hij een koele, afwerende houding aan.
„U bent in het pa.rk opgesloten, me
vrouw De poorten gaan tegenwoordig
vroeg dichfc. Wilt u mij volgen? Dan zal
voor u bij den opzichter aanbellen; deze
sal dan wei even uitlaten."
„Kimt u mij niet bij het Casino uitiaten?"
vroeg Francisoa en trachtte hem tegen te
houden. „Het is een prachtige avond. Ver
tel mij eens h'oc het u in de verloop,e*i
jaren gegaan is. Wij hebben nooit weer iéts
van elkaar géhoord.
„Zooals dafc gewoonlijk gaat in het leven,
mevrouw, wat voor- en tegempoed; het zal
u ook zoo gegaan zijn, niaar wij moeten ons
haasten, andei's vindon wij» misschien nie
mand meer in het slot."
Met vlugge schreden ging hij haar vóór,
nu langs bloemperken en groepjes heesters.
Bij het slot trok hij aan een bel en even
daarna klonken schreden in de gang en
werd cle deur geopend.
„Och, wees zoo goed, deze dame even uit
te latenzij is in den tuin ingesloten. Me
vrouw, tot uw dienst!"
Ribbeek en Satovv reden door den zonni-
gen herfstmorgen naar het landgood vaJi
den ouden heer Satow. De zeven bruggen,
die zij over moesten, lagen achter hen en
zij zetten hun paarden tot sneller dra-f aan
tot de stijgende weg een langzamer tempo
gebood. De weg maakte hier een bocht en
liep verder door het herfstgetinte boscli-
„Is je jongste zuster Annalena ook
thuis?" vroeg Ribbeek, toen het heerenhuis
in de verte zichtbaar werd.
„Ja-, de kostschool, waar zij ander» is,
heeft vacantie, en zoo is zij een paar weken
thuis. Annalena zal natuurlijk alles in hu ia
weer in rep en roer brengen. Van den op
zichter tot den staljongen, allen dragen zij
haar op de handen en niemand weigert
Kaar wat zij vraagt. De paarden krijgen
nog weer een* beweging, want als zij or
een te pakken krijgt, dan zit zij dadelijk
op zijn rug en maakt een toertje. Het i»
merkwaardig, zelfs Dorofché vergoelijkt
alles, wat zij doet, en als ik wat over Arma-
lena's luidruchtigheid zeg, dan zegt Do-
rot-hé dadelijk „Gun haar toch die zonnige,
onbezorgde jeugü! Wie weet hoeveel moei
lijkheden het leven haar nog brengen zal."
„Dat is weer net iets voor je zuster. Zij
denkt altijd het eerst aan anderen," zei
Ribbeek ernstig.
Het bosch nam steeds meer het karakter
van een park aan; verscheiden wegen, door
groene grasvelden omrand, voerden naar
het „Slot," zooals men hét huiis van de
familie Satow in den omtrek noemde, hoe
wel het slechts een zeer eenvoudig, ruim
landhuis was.
De oude Jobann wachtte de heer en reeds
bij het begin van den oprit, om hun paar
den in ontvangst te nemen. Toen zij uit
den zadel gesprongen waren, zei hij
„De familie zit nog aan de ontbijttafel."'
De heeren traden daarop in de breedö
vestibule, waar het groote wapenbord dor
familie was opgehangen. De muren waren
met jachttropeeën van de meest verschillen
de soort behangen. Reeds hier kreeg men
den indruk, dat men in dit huis meer van
gezelligheid en eenvoud hield dan van mod£
en weelde.
„Welkom hier?" riep de oude heer Sa
tow, toen -zij de eetkamer binnentraden.
„Daar zijn ze dus toch l"
(Wordt vervolgd.)
f