éto. 15931, laEIDSCH DAG-BLAD, Zaterdag 27 Januari. Eerste Blad. Anno 1912. PERSOVERZICHT. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. üffi&p doel geslist. Het wetsontwerp tot verhooging der ver goeding voor bouwkosten aan de b ij- rondere scholen ligt ter behande ling gereed. B^j de kleine vier ton zullen, naar de Begeering voorstelt, twee ton gevoegd worden voor subsidie der bijzondere scho len. „D e Standaard" vindt dit niet vol doende en heeft er minister Heemskerk Over aangevallen. .Het blad schreef o. a.: .Het bouwen van scholen blijft e«ven on mogelijk ook al wordt het nieuwe wetsont- werpje voor bouwsubsidi©, aangenomen. Dit ontwerp je, dat wellicht iedereen te vriend wil houden, krtfgt ten slotte allen iegen zioh. Liberalen en socialisten lachen er om en houden bet met leedvermaak ona voor, nlg zij met ons spreken, dat wij nu «neer dan veertig jaar gestreden hebben voor het Bijzonder Onderwijs, dat als vrucht daarvan in de Kamers een groote rechteche meerderheid is, dat er een rechtsch ministerie is opgetreden met de belofte om het Bijzonder Onderwijs te hel pen, en dat daarvoor zes jaar tijd heeft gekregen, en dat er nu nog zoo goed a 1 a n i e t s wordt gedaan. En het is waar t Neen, dan heeft dr. Kuyper bij de laatste begrootingsdebatten weer getoond oete r te gevoelen wat er leeft in het hart des volks en wat ons Christenvolk heilig is Indien van dit ministerie geen afdoender hulp aan het Bijzonder Onderwijs gegeven wordt, dan zal daarvan in 1913 zeker niet de vuurvonk uitgaan, die de op Eichzelf doode fakkels in laaien gloed zal eetten en werkelijk zal doen opvlammen".* Deze voorstelling van zaken wordt door „H et Huisgezin'' onwaar genoemd. Het blad voert er o. m. het volgende tegen aan: Onwaar is, dat het ontwerpje iedereen te vriend wil houden. Waar is, dat bij het afdeelingsonderzoek de linkerzijde zioli tegen het voorstel ver zette, de rechterzijde daarmee ingenomen heid betuigde. Onwaar is, dat het ministerienHeemskerk in 1903 is opgetreden ab een onderwijs- ministerie. Waar is, dat het kabinet niettemin bij imeer dan één gelegenheid getoond heeft, foor het Bijzonder Onderwijs te willen doen Wat in zijn vermogen is. En vast staat wel, dat, indien dr. Kuy per thans minister was, hij in de gegeven omstandigheden evenmin zou kunnen tot etand brengen wat de schrijver in „De Standaard" blijkbaar van hem schijnt te verwachten. Daarom juist is de tegenstelling Heoms- cerk-Kuyper zoo unfair en heb dreigement aan het adres van het ministerie zoo be denkelijk. In haar Persoverzicht ontleent ,,D e Standaard'" eenige beschouwingen aan ,,D e Z e e u w". Er wordt in gewezen op de goeue, men rnag wel zeggen, zeer goede winsten, die do landbou wer ia het algemeen dezen zomer heeft gemaakt, en dan komen de volgende op merkingen „Vele landbouwers hebben het afgeloo- pen jaar een bovenst-best jaar gehad. Mooie opbrengst. -Royale prijzen. Geen te genslag. Prachtige winst. Er zijn er onder, die, naar men meent te kunnen berekenen, tusschen de drie en acht duizend gulden overlegden. Dit is geen praatje. Een landbouwer, die 18 ge met aardappe len (2000 H.L.) a f 3 had, maakte daarop zeker een mooi winstje." Heb blad betreurt het, dat heb niet. ver nam, dat de loonen der daglooners in ver band met de rijke oogsten een weinig wer den. verhoogd of aan de monschen een duurte-toeslag werd geschonken. Wel ver nam het andere dingen. Bijvoorbeeld: „Wij vernamen van een arbeider, wiens dagloon van f 1, op 60 cents terugging, om dat hij zooveel meisjes had, die mee ver dienden. Wij kennen ook gevallen, dat een arbeider, die verlette* moest om zijn kindje te begraven, dat verlet 's Zaterdags van zijn weekgeld zag afhouden. Wij kennen ge vallen, dat door dergelijke onbillijke inhou dingen, alsmede door andere tegenstrijdig heden, een arbeider, in den winter; nu, het niet hooger bracht dan tot een week geld van een rijksdaalder 1 Negentig cents daags verdienen de dor- schers hier en daar, op andere plaatsen is 't echter meer maar wanneer de arbei der vraagt, onder meer wegens de goe de uitkomsten van den zomer meent hij dit te mogen doenvraagt aan den zoo rijk bevoorrechten landbouwer, of het niet een dubbeltje per dag meer mag zijn, dan krijgt hij een weigerend antwoord. Wij vertellen, zoo gaat ,,D e Zee uw" voort, deze dingen niet om den arbeider tegen den boer of den boer tegen den a.r- beider op te zetten. Doch zij zijn in sommi ge streken zoo menigvuldig en zoo stuitend, dat zwijgen misdadig zou kunnen worden. 't Is waar, de arbeider klaagt niet; en met de machine aohter zich, en het hon- gerzwaard voor zich', duidt liij een zooda nige weigering niet euvel; maar indien hij God vreest, zegt hij bet aan zijn God; on. indien dan het gelijk aan zijn zijde mocht zijn, dan zou dat kwaad wezen voor zijn baas. Wij mogen hierop wel eens met beschei denheid de aandacht vestigen. En nu het toch in den toeslag-tijd is, valt allicht^ ons woord bij de werkgevers vooral bij onze Christenwerkgevers, in goede aarde. Het is zeer te hopen, zegt dan „De Standaard", dat de voorbeelden, door „D e Zeen w" genoemd, uitzonderingsge vallen betreffen, en dan zijn ze nog erg ge noeg. Wie zoo de arbeiders behandelt), drijft ze in de armen van bet socialisme, en handelt onverantwoordelijk. Christen werkgevers, die alzoo handelen, zouden wij ons moeilijk kunnen voorstellen. De k o s t e 1 o o z e r e o h t s b ij s t a nd aanon vermogenden, zoo zegt ,,D e Rotterd a m m e r", fcrekt in .ten laatsten tijd sterk de aandacht. En bij de begrootingsddbatten over Justitie in de Tweede Kamer dér Staten- Generaal èn in den Amsterdamsohen ge meenteraad maakte deze aangelegenheid het onderwerp van uitvoerige bespreking uit. Het verheugde ons, dat. over het algemeen deze instelling met sympathie werd begroet en vrij sterk het besef leefde, dat naar uit breiding moet wordén gezocht. "Velerlei voordeel tooh ligt in een deug- delijken rechtbijstand besloten. Reeds is het van beteekenis, dat zij, die rechtmatige aanspraken hebben, deze op gemakkelijke wijze kunnen verwezenlijken. Anders dreigt het gevaar, dafc het rechts besef op bedenkelijke wijze wordt onder mijnd. Aan den anderen kant moet het evenzeer worden geloofd, dat zij, die ten onrechte eischen doen gelden vóór dafc een proce dure wordt aangevangen, van hun onge lijk overtuigd worden. Groote opvoedende kracht kan zoo van deze instelling uitgaan. Zij zal de wets- en rechtskennis van de gegadigden ver- hoogen. Daarnaast zal ook bij de bevoegde autoriteiten beter inzicht postvatten om trent de rechtsbehoeften, welke leven in de kringen van hen, die hulp zoeken. Goede wisselwerking zal alzoo worden geoefend. Het sociale element in het recht zal zich sterker openbaren. Dit alles zal gelijk prof. Drucker in de Tweede Ka mer terecht. opmerkte de populariteit van het recht verhoogen. De vrees, dat hierdoor processen zullen vermeerderen, behoeft niet te rijzen. Juist het voorkomen van procedures, het bewer ken van minnelijke sohikkingen en het ge ven van allerhande adviezen bij dikwijls ingewikkelde rechtshandelingen is de aan gewezen taak. Wat tot hiertoe in dit opzicht geschiedde is onvoldoende. Wel gaf het aan iede«re rechtbank verbonden „Bureau van Consul tatie" prijzenswaardige hulp. Ook traden enkele vereenigigen helpend op, maar in de bestaande behoeften is door dit alles op verre na niet voorzien. In onze groote re planteen dienen daarom onpartijdig samengestelde vereenigingen te worden gevormd, die zioh het. geven van rechtskundige hulp ten doel stellen. Bij Rijk en Gemeente kan dan om subsidie warden gevraagd. Verre geven wij aan dergelijke particu liere vereenigingen de v orkeur boven ge meentelijke bureaux,, oteafe zal de Rijks commissie van reahtsjcundige hulp aan on- en minvermogenden Worden ingesteld. Laat men gereed zijn om fcjjdig 'met- haar in con tact te kunnen, tredbn l In „Het Huisgezin" lazen wij Het Regeeringsverslag ovér de h u i s- indust.ri e stelt de misstanden, aan deze industrie in veel gevallen als het ware eigen, in een zeer scherp licht. Afbeulen van kinderen, afbeulen van vrouwen, afbeulen van oude menschen, af beulen voor een minder dan karig loon. Deze dingen mochten niet voorkomen; zij komen voor. Zij mogen niet worden bestendigd. De overheid zal wc4 moéten ingrijpen, nu de werkgevers, tuk op veel werk voor 9en schijntje geld, niet geneigd zijn dit voordeel prijs te geven. Er zullen er wel zijn; die dit zouden willen hia-ar de concurrentie dwingt her. te doen iflls anderen. Nu hebben we- nog pas de heerlijkheid van het particulier initiatief ©n het noodlottige der overheidszorg hooren bezingen. Wri,j, ook geven aan particulier initiatief boven.overheidszorg <le voorkeur. Maar we verkiezen der.© laatste toch boven het laten voortduren van ongerechtigheden. En wauneer er Ru g"een uitzicht is, dat het particulier initiatief, natuurlijk niet ovr'.r twee eeuwen, maar in afzienbaren tijcl, de euvelen dor huisindustrie afsnijdt, dan moet de overheid wel ingrijpen. Niemand vermoedelijk zal redeneerenpf© kinderen, die vrouwen, die oude menschen behoeven zich niet te laten- afbeulen, ze wor den niet gedwongen dat werk aan te nemen ze worden wei gedwongen, nl. door bét scherpe zwaard vein den honger. Maar wel zal men misschien redeneeren pas op, dat g© aan de huisindustrie raakt, want ge zult honger brengen in gezinnen, waar mén nu althans een Schamel stukje brood heeft. Helaas, dit laatste kan waar zijn. Het. maant tpt voorzichtig optreden maar het kan nooit tot onthouding leiden, tenzij men ojj het hoe-Ie terrein der: sociale wetgeving met de banden in den schoot wil gaan zitten. Beter is een krot van een kuis dan geen huis. Inderdaad, maar- met deze stelling zou men niet eenigen kwaden wil de heele verbetering der volkshuisvesting kunnen tegenhouden. Beter een klein loon dan geen weak en geen loon. Zeker, maar dit wil nieti zeggen, dat men de loonen moet drukken en laag houden. Nu is huisindustrie denkbaar en bestaanbaar op een manier, dat men geen redelijke" aanmerking zou kunnen maken. Eu in zioh zou er niets tegen zijn, dat moe der de vrouw of de kinderen of de ooide va der een handje hielpen. Maar liet fatale is, dat het niet bij een handje helpen bMjft, doch dat het afjakkeren wordt van to jonge en te oude krachten. Tegen deze ellende moet de overheid op treden, nu van anderen kant geen redding mogelijk is. Alweer de overheid! Inderdaad, maar dat is de schuld van de werkgevers zelf, die mis bruiken lieten insluipen en misbruiken be stendigden. Dc „N i e u w e Haarlemsche Con- rant" schrijft: In „De Residentiebode" vinden wij een verslag van een vergadering der „R..-K. Propag.ancladub Leo XIII", te 's-Gravenhsge, waar de zeereerw. heer Lam bert Po ell, uit Tilburg, optrad als .spreker over de noodzakelijkheid van K-atholioke f akvereenigi n- gen. En teekenend is het, dat in deze vergade ring een aantal Katholieke typografen, on der betuiging, dat zij goed Katholiek wa ren, kwamen debatfceeren tegen dgn spreker en poogden té betoogen, dat een Katho lieke organisatie niet noodig en niet wenschelijk is! Natuurlijk werd daarbij ook een beroep gedaan op dr. Poels en diens socialen ar beid. Tegenover de ontkenning van intercon fessioneels en neutrale neigingen onder Ka tholieken, onlangs nog zoo herhaaldelijk cn luidruchtig uitgesproken, is het goed eens op de teekenen des tïjds to wijzen> dio ook hier wéér zoo duidelijk spreken. Wie van de werkliedenbeweging onder de Roomsehen deskundig is, zal deze teekenoD niet misverstaan I Een g ,o u d' e n j u b i 1 e u m.Don tweedon Feharuari a. s. hoopt Adr. Jong bloed den dag te herdenken, dat hij vóór 50 jaar in dienst trad in de katoenweverij van de heeven Driessen. Een haas als dief. Me-i schrijft uit Haarlem aan „De Msb.": Een boer, die in de omstreken van ónze stad door de duinen op weg was naar huis, za£ bij een zandheuveltje een haas zitten, welke schijnbaar was in slaap gevallen. Na weinig tijd had een flinkedag op den kop het dier verdoofd en de boer dacht na hoe het beest verder naar huis te transporteeren. In een der punten van zijn gtroóten rooden zakdoek had hij voor f 100 baar geld ge knoopt, reden waarom hij er tegen op zag zijn slachtoffer er in te wikkeen. Geen ander middel hebbende om het dier te bedekken en voor de menschen niet wil lende weten, dat hij e haasje verschalkt had, stak hij kop en voorpooten in zijn zak en bond zijn zakdoek om de rest van net» lichaam, dat in den zak geen plaats vond. Bij huis gekomen, wilcle de boer zijn vrouw verrassen en legde aan de buitendeur den ingewikkelden baas zoolang neer. Na aan zijn vrouw het verhaal zijner wonderlijke vangst gedaan te hebben, gaat hij naar bui ten om den jachtbuit to voorschijn te halen Maar o schrik, het haasje is weer bijgeko men, heeft zijn aohterpooten losgewerkt en de vlakte gekozen. De verbaasde boer zag nu aan den hori zon nog een al kleiner wordend stipje van zijn kostbaren zakdoek, welke nog om het middel van den haas gebonden hing, en die van uit de verte nu en dan nog even wee moedig vaarwel; scheen toe te wuiven. Gelukkige jager, die het vette haasje en- der schots, of gelukkige strooper, die het in zijn strikken krijgt. Verleden week w e r d b ij A ii- dijk do landbouwer L. B. dood aan dort kant van een slöot gevonden. Men dacht, dat de ongelukkige, na in de sloot geraakt te zijn, met veel moeite erin geslaagd was weer op het droge te komen en daarna-, uitgeput zijnde, was doodgevroren. Het ge rucht gaat nu echter, dat hier een misdaad in het spel is. Het slachtoffer toch bleek van zijn geld beroofd to zijn. Thans heeft men het lijk ter schouwing weer opgegra ven. Ton gevolge van een lek in de gasleiding in de woning van v. d. Veen te Hoorn, ontwaakten dc bewoners gister morgen mot hevige hoofdpijnen en neiging t-ot brakingen. Spoedig aangewende hulp deed erger voorkomen Gisternacht omstreeks drie uren is er brand uitgebroken in de woning van J. Mulder, veehouder te Kolderveen- aohe Bovenboer (gem. Nijeveen.) Huis en inboedel, benevens levende have, uitgezonderd 2 koeien, 1 geit en eenigo big gen, werden een prooi van de vlammen. Oorzaak onbekend. De koop m a n K S vier, is gi s- teravond buiten Hoorn op den dijk do~>r twee onbekende mannen aangevallen en zijn portefeuille, inhoudende 309 gulden, ia hem afhandig gemaakt. D e 16-j arigeJaadeVulsisgis- termorgen te Leeuwarden onder een met ookes geladen wagon geraakt, met het go- volg, dat hij aan de bekomen verwon dingen is overleden. Sedert Maandagnacht «ijn dé korporaals v. d. B. en W., on do mili cien W., uit hun garnizoen te Assen ver dwenen. Een deel van hun militaire uit rusting is in de buurt van Emmea gevon den. Waarschijnlijk zijn de vluchtelingen naar het buitenland gegaan. Omindegovangeniete komen heeft zioh gisternamiddag bij de politie te Culemburg een man aangemeld, die zeide op 8 dezer kleedingstukken te hebben ont vreemd uit een logement te Meppel. Na dat dé juistheid van deze mededeeling ge bleken was, is de man gevankelijk naar Meppel vervoerd. Te Luik ia Ma and ag middag tegen vier uren in het door een geestelijke orde bestuurd krankzinnigengesticht voor vrouwen, St.-Agathe, brand uitgebroken. Het gesticht bc-stond uit twee vleugels en verscheidene afzonderlijke gebouwtjes. De brand brak uit in een ouden vleugel, waar zich ongeveer: 90 zieken bevonden. Men nam onmiddellijk maatregelen om do zie ken uit de brandende gebouwen te verwij deren, wat échter met moeilijkheden ge paard ging, daar velen-weigerde de inrich ting te verlaten. De brandweer beproefde daarop den brand te blusschen, maar had zwaar werk door onvoldoenden waterdruk. De brand vernielde het oude gebouw, waar van alleen de muren bleven staar, en tast te ook een gedeelte van den anderen vleu gel aan. Men schat de veroorzaakte schade op 300,000 franken. Vreeselijk drama. In heb Fransche stadje Lorient heeft een vrouw, die pas uit het krankzinnigengesticht was ontslagen, waar zij eenigen tijd in obser vatie was geweest, in hare woning een haardvuur aangelegd en drie harer kindc- "«n, 5 maanden, 2^ en 5 jaar oud, die va/ honger schreeuwden, in een vlaag van waanzin daar opgeworpen om ze levend te laten verbranden. Op het hulpgeroep der kleinen drong een buurvrouw het huis bin nen en wist de kinderen uit het vuur te halen, maar de ongelukkige moeder wierp ze opnieuw daarin. Inmiddels kwam er hulp opdagen en konden de kinderen op nieuw gered en de moeder in bedwang ge houden worden. Twee der kinderen zijn zoo ernstig ge brand, dat men voor hun leven vreest; do moeder is in een gesticht opgesloten. Inzake den moord op d'o ƒ«- weliersfamilie in de Albe Jacobstrasse to Berlijn heeft de politie bij een pandjeshuis gisteren 115 peiBonen gearresteerd. Het verhoor leverde niets op. Juweelendiefstal. De „Daily News" meldt dafc de Fransche en Engelsc.ie veiligheidsdienst op zoek zijn naar twee flessentrekkers, die van juweliers te Pa rijs voor ongeveer 500,009 franks juweelen hebben gestolen. Berichten uit Parijs mel den dat een aanhoudingsbevel tegen hen is gegeven. Een inspecteur van de Fransche politie is te Londén aangekomen om te hel pen aan de opsporing Hetzelfde blad vertelt dat eon dame clio^ zeide een Amerikaansche te zijn, verleden' jaar bij eon Pórijseh juwelier juweelen kocht en steeds contant betaalde. In den herfst verliet de dame Parijs en de juwe lier ontving toen eenige kleinere bestellin gen uit Lond'en gezonden, betreffende ju weelen van kleine waarde. Later kwam e°n bestelling van 20.000 franken voor welke de damo een wissel zond, betaalbaar in Maart. Eenigen tijcl later bestelde dé dame een groote hoeveelheid juweelen en meldde dat zij ze ontvangen had' maar de juwelier kreeg hét. bedrag niet. Hij begaf zich toen naar Londen on vond aan de verschillende adressen aan welk© hij de juweelen had gezonden het signalement van een heer, die de pakken, bestemd voor de dame ont vangen had en daarop vertrokken was. 3) Mevrouw Heyroth viel plots ding haar oud© vertrouwde om den hals en begon te Aiden. Zoo bleven de beide dames nog lang bij elkander m vertrouwelijk gesprek en mevrouw Heyroth ging zeer getroost en verlicht huiswaarts. Het deed zoo goed heb hart eens uit t© stortenHaar vriendin wist na haar vertrek niet* boters te doen dan het groote nieuws zoo spoedigmoge lijk verder te vertellen. En 's middags he pen al velen langzaam on nieuwsgierig kij kend voorbij het statige hoerenhuis, dat plotseling een nieuwe aantrekkelijkheid had gekregen. Terwijl de achoone mevrouw Stephany dien middag onbewust weer tal van tongen m rad bewegen bracht, maakte zij zelf een waadebng. Bij het fantastische licht va.n de scheidende zon giDg zij naar den tuin van het slot en overdacht gebeurtenissen uit het verleden. Zij wilde alleen zijn. Zij blad een belang- rljkeB stap gedaan met den koop van het gr&oèe huis en zij vroeg zich af of zij daar mee goed of verkeerd gehandeld had. Was het goed, dat zij zich hier aan banden ge legd had, zich hier vast gevestigd had juist in den tijd, dat zij volop kon genieten van haair vrijheid, en daarbij een sterk verlan gen m zich voelde om haar vleugels kraoh- uit te slaan Was heb^goed, dab zij haar woonplaats hier in het stille plaatsje had gekozen En de man, om wien dit alles begonnen was, waar bevond die zich? Waarom had zij hem tot nog toe niet ontmoet, terwijl zij toch vaak genoeg reeds had gewandeld op plaatsen, waar hij komen kon? Langzaam ging zij door een laan, van waar zij den stroom kon zien, die met-.vrij groote kracht de muren van het .slot be speelde. Een frissehe wind kwam van. den kant van het water en bracht een hoogen blos op de wangen van de jonge vrouw. Hier was het geweest, dat zij Joost von Ribbeek voor het laatst had gezien; hier was haar tegemoetkoming met koelen af weer teruggewezen. Toen dat gebeurde, waren zij beiden arm geweest, en hn, als man, had daarom natuurlijk het onmoge lijke van een verloving ingezien. Daarom was hij zoo koel geweest; hij wasS meer be redeneerd dan zij. Thans stonden de zaken echter anders. Zij kw&m terug in gouden gewaad en kon naast haar liefde ook vele aardsehe schat ten aan de voeten van den man, dien zij beminde, neder-leggen. Of hij misschien nu in het Casino was? Zij ging naar dat deel van dén slottuin, waardoor een weg naar het Casano liep, en keek door de struiken naar het reeds ver lichte gebouw. Ziji meende de stemmen te hooren der officieren, die daar vroolijk bij een waren. Vroeger wandelden de officie ren vaak in den slottuin, maar tegenwoor dig werd de poort van dén tuin al vroeg gesloten, zoodot zij niet geregeld hun weg meer door het. park namen. Ook Ribbeek a_ging vroeger altijd door het park. Zij wisfr^ dat en hoopte, uafc hij dit ook heden zou doen. Over het dal, waarop zij uitzag, lag nog het avondzonnelichtde rivier kronkelde als een zilveren slang door het diep groen der laag gelegen weiden. Eén groote sleep boot zag Frartcisca-. Langzaam werkte deze voort tegen den stroom in, met achter zich' een tiental kleine schepen. De stoomboot deed haar déuken aan een mensch, die ©en 7.waren arbeid uitvoert, zuchtend en gebo gen onder een geweldigen last. Zwarte, dikke rookwolken puften uit. den schoor steen naar bovendat was als de adem van een hijgend mensch... Zóó was het huwelijk geweest, dat nu tot haaf verleden behoordezóó had ook zij ge hijgd om vrij te komen, maar zij had voort moeten gaan op hetzelf gekozen pad... Franci&ca hief het hoofd trotsch op. Goed. Maar zij was nog jong; nog was er tijd om gelukkig te worden. Daar klonk een stap achter haar, snel draaide zij zich om en stootte bijna tegen een officier aan. „Joost Zij had het woord uitgesproken vóór zij er bij dacht. De ontmoeting kwam zoo plot seling. Een o ogenblik weifelde de officier. Hij scheen niet -dadelijk te zien in de scheme-, ring wie hém zoo had aangesproken. Rib beek herkende haar toen echter en terstond nam hij een koele, afwerende houding aan. „U bent in het pa.rk opgesloten, me vrouw De poorten gaan tegenwoordig vroeg dichfc. Wilt u mij volgen? Dan zal voor u bij den opzichter aanbellen; deze sal dan wei even uitlaten." „Kimt u mij niet bij het Casino uitiaten?" vroeg Francisoa en trachtte hem tegen te houden. „Het is een prachtige avond. Ver tel mij eens h'oc het u in de verloop,e*i jaren gegaan is. Wij hebben nooit weer iéts van elkaar géhoord. „Zooals dafc gewoonlijk gaat in het leven, mevrouw, wat voor- en tegempoed; het zal u ook zoo gegaan zijn, niaar wij moeten ons haasten, andei's vindon wij» misschien nie mand meer in het slot." Met vlugge schreden ging hij haar vóór, nu langs bloemperken en groepjes heesters. Bij het slot trok hij aan een bel en even daarna klonken schreden in de gang en werd cle deur geopend. „Och, wees zoo goed, deze dame even uit te latenzij is in den tuin ingesloten. Me vrouw, tot uw dienst!" Ribbeek en Satovv reden door den zonni- gen herfstmorgen naar het landgood vaJi den ouden heer Satow. De zeven bruggen, die zij over moesten, lagen achter hen en zij zetten hun paarden tot sneller dra-f aan tot de stijgende weg een langzamer tempo gebood. De weg maakte hier een bocht en liep verder door het herfstgetinte boscli- „Is je jongste zuster Annalena ook thuis?" vroeg Ribbeek, toen het heerenhuis in de verte zichtbaar werd. „Ja-, de kostschool, waar zij ander» is, heeft vacantie, en zoo is zij een paar weken thuis. Annalena zal natuurlijk alles in hu ia weer in rep en roer brengen. Van den op zichter tot den staljongen, allen dragen zij haar op de handen en niemand weigert Kaar wat zij vraagt. De paarden krijgen nog weer een* beweging, want als zij or een te pakken krijgt, dan zit zij dadelijk op zijn rug en maakt een toertje. Het i» merkwaardig, zelfs Dorofché vergoelijkt alles, wat zij doet, en als ik wat over Arma- lena's luidruchtigheid zeg, dan zegt Do- rot-hé dadelijk „Gun haar toch die zonnige, onbezorgde jeugü! Wie weet hoeveel moei lijkheden het leven haar nog brengen zal." „Dat is weer net iets voor je zuster. Zij denkt altijd het eerst aan anderen," zei Ribbeek ernstig. Het bosch nam steeds meer het karakter van een park aan; verscheiden wegen, door groene grasvelden omrand, voerden naar het „Slot," zooals men hét huiis van de familie Satow in den omtrek noemde, hoe wel het slechts een zeer eenvoudig, ruim landhuis was. De oude Jobann wachtte de heer en reeds bij het begin van den oprit, om hun paar den in ontvangst te nemen. Toen zij uit den zadel gesprongen waren, zei hij „De familie zit nog aan de ontbijttafel."' De heeren traden daarop in de breedö vestibule, waar het groote wapenbord dor familie was opgehangen. De muren waren met jachttropeeën van de meest verschillen de soort behangen. Reeds hier kreeg men den indruk, dat men in dit huis meer van gezelligheid en eenvoud hield dan van mod£ en weelde. „Welkom hier?" riep de oude heer Sa tow, toen -zij de eetkamer binnentraden. „Daar zijn ze dus toch l" (Wordt vervolgd.) f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5