N>. 15929 Donderdag Januari» A0. 1912. c-- §eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. FEUILLETON. Haar doel gemist. LEIDSCH PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels (1.05, Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiën Tan 30 woorden 40 Oents contantelk tiental woorden meer 10 Cente. Voor het inoaaseeren wordt0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Toor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten geTestigd sijn 1.30. Franco per post 1.65. Leiden, 25 Januari. Gisteravond trad op uitnoodiging van de vereeniging „Oud Leiden" in den „Hui ze Prins" aan het Rapenburg dr. J. Prin- een, uit Nijmegen, op met een voordracht wer een onzer merkwaardigste burgers yóór, tijdens en na het beleg onzer stad, n.1. den stad sech'rij ver of secretaris Jan van •Bout-, wiens naam in de Janrvan-Hout- kade in ons aller herinnering voortleeft. De belangstelling om van iemand, die van dezen man een bijzondere studie heeft ge maakt, het leven van Van Hout te hooren Bah etsen, ais eohter niet groot en de vergw- Öering was slecht bezocht. Dé voorzitter, prof. dr. L. Knappert, leidde met een kort woord den spreker bij sijn gehoor in als den man, die door gron- onderzoek dezen Leidschen burger ken- lie zooals geen ander. Dr. Prinsen begon met op de veelzijdig heid van de door hem te behandelen per soonlijkheid te wijzen, die als dichter, bur ger en huisvader en als stadsdienaar merk waardig te noemen is. Hij was de eerste Hollandsche dichter, die Pefcrarca had leeren begrijpen, en den geest van de renaissance in Holland bracht. Hij was de zorgzame huisvader, de vriend yan velen. Maar spr. wilde noch den dich ter, noch den mensch in Van Hout schetsen, maar den Leidenaar, die als secretaris der stad een langen tdjd de leiding van net stedelijk bestuur in handen had. Met een korte onderbreking van twee jaar, toen hij in 1569 op last van De Rossa ontslag kreeg, en de wijk nam naar Embden, waar hij als notaris zijn brood verdiende, is hij van 1565 tot aan zijn dood in 1609 secretaris der stad Leidon geweest. Tijdens het beleg stond hij burgemeester Van der Werf ter zijde, en trede ook met dezen naar Leicester, om de- ■en te bewegen de hoogeschool niet uit Leiden naar Utrecht te verplaatsen. Ook voor deze hoogeochool heeft hij veel gedaan; hij had mede de leiding bij de feestelijke inwijding der hoogeschool, zoo- afe hij langen tijd secretaris van 't college Tan curatoren was. Uitvoerig toonde spr. aan dat hij een uitnemende stadsdienaar was, die hoever zijn geest mocht uitsteken boven het ge wone, toch met voorbeeldige nauwgezet heid zich ook aan de kleinste zaken wijdde. Het Leidsch Archief is daar om van de groote werkkracht van dezen burger te ge tuigen. Toch deelde hij niet in de algemeen© sym pathie, en werd hij door de sta-dSregeering al eens beschuldigd zijn. taak niet naar be hoor en te vervullen, en werd hem eens ten laste gelegd oneerlijke handelingen ten op zichte van het Hoogheemraadschap Rijn land te hebben gepleegd. Hij he erft zich jechter zoowel van het een als van het an- 'der schitterend gerechtvaardigd. Uit verschillende door Van Hout opge maakte Charters, "rapporten enz., toonde »pr. aan hoe Van Hout reeds op een huma nistisch standpunt stond. Wars van den 'dwang van elke kerkleer, was hi) oprecht vroom, en is hij zooals hij leefde als een waar Christen gestorven, wat o. a. bleek uit zijn testament van 1606. Hij beoefende verschillende wetenschap pen, taal-, wis- en sterrenkunde, en bestu deerde de klassieken. Uit een door Van Hout samengesteld Charterboek las spr. een fragment voor, en maakte daaruit de gevolgtrekking dat deze als het ware den grond heeft gelegd voor de moderne geschiedbeechrijving en net archiefwezen. Na de pauze droeg spr. een door Van Hout gedacht zinnespel vooir, dat naar dezen vorm wel middeleeuwsch was, dooh naar aen inhoud aan Brederoo deed denken. Prof. Knappert sloot met een. woord van dank aan den spr. te ruim tien uren de ver gadering. Onder Voorzitterschap van prof. Oort had gisteravond in heb volkshuis de alge- meene vergadering plaats van de Vereeni- ging van Vrijzinnige Hervormden, alhier. De secretaresse, mej. G. D. M. van 't Haaff bracht verslag uit over het afgeloopen jaar en namens den penningmoesteri den heer Vos, die door ongesteldheid verhinderd was, deelde de voorzitter iets mee omtrent» den financieelen toestand. Daarop was de bestuursverkiezing aan de orde. In de plaats van de vijf aftredende bestuursleden, mej. Kuenen, mej. Van Manen en de hec-ren Mr. Draiayer, Hjorrée en De Zwart werden gekozenme vrouw M. Opstelten-Van Heuven, mevrouw O. Helle maVan der Velden Erdbrink, en de heeren prof.' Dr. J. Verdam C. Hen- ner en H. C. de Nie. Daarop hield Ds VaD der Wissel een voordracht over het onderwerp: „Waarom een orthodox predikant modem is gewor den", naar aanleiding van de brochure van Ds. Hulsman. In de vergadering van de kiesvereeui- ging „Burgerplicht en Gemeentebelang" is besloten haar loden vrij te laten aan de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezing al of niet deel te nemen. Bij beschikking va-n den minister van Marine zijn de navolgende plaatsingen enz. gelast officier van gezondheid 1ste kL L. S A. M. von Romer, thans geplaatst te Leiden, 29 dezer op nonactiviteit gesteld; officier-machinist 2de kl. G. R. Gall, 1 Februari 1912 tijdelijk werkzaam gesteld te Vlissingen; officier-machinist 2de kl. J. F. Cam pagne, 1 Februari 1912 geplaatst aan boord van Hr. Ms. „Kortenaer." De „Staatscourant" van heden bevat de statuten van de Afdeeling Leiden der Zuid-Hollandsche Vereeniging „Het Groene Kruis", te Leiden; Christelijke Gemengde Zangvoreeniging „Ex-Animo" (met mopd), te Heemstede; Vereeniging tob bevordering van Ambacht en Nijverheid, te Nieuwkoop Afdeeling Zoetormeer-Zegwaard der Zuid- Holiandsche Vereeniging „Het Groene Kruis", te Zoetermeer. De Zendings-Commissie der Christ.-Ge- ref. Kerk in Nederland heeft tegen 21 Febr. een Zendingsdag uitgeschreven in het Kerkgebouw der Christelijk Gereformeerde Gem., Lauriersgracht, te Amsterdam, Als spreker zal o.m. optreden dé. H. Jans sen, yan Leiden. Te 's-Gravenhage ie op 68-jarigen leef tijd' overleden de heer P. van den Blijk, gepens. luit.-kol. infanterie N.-I. leger. De begrafenis ia bepaald op a. s. Zater dag 11 uren naar de begraafplaat» Oud-Eik en-Duinen. De leden van de Eerste Kamer der State'n-Ge nor aal zijn ter vergadering bijeen geroepen tegen Dinsdag, 30 dezer, des avonds te halfnegen. In Mei j.l. heeft de gemeenteraad van Den Haag besloten, dat de heel- en verlosr- kundige hulp in het gemeente-ziekenhuis voortaan zal worden opgedragen aan twee geneesheeren, van wie de een zal zijn belast met den heelkundigen dienst, de ander met den verloskundigen en gyneaoologischen dienst. B. en We. hebben thans den gemeenteraad de volgende aanbeveling aangeboden ter be noeming van een heelkundige: 1. dr. J. Schoemaker, heelkundige in gemelde in richting; 2. dr. D. H. van der Goot, arte. Prins Hendrik heeft gisternamiddag, vergezeld van Zijn adjudant baron Van Pallandt, per auto Honselersdiijk bezocht, en daar den tuin van den beer A. Vreug- denhil Jz., en do dmivenkweekerij Nieuw Honsel bezichtigd. Z. K. H. nam met groo te belangstelling kennis van de inrich ting van de kassen, de verwarming en de electrische watervoorziening, en voorts van de vervroegde cultuur onder staand en lig gend glas. De Prins werd rondgeleid en ingelicht door den heer Vreugdenhil en diens vader, die de hoogo gasten tot Looe- duinen vergezelden, waar de inrichtingen van de firma H. v. Spronsen en Stoyn werden bezichtigd, Den 26sten Maart a. s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat de Z. Eerw. heer H. A. van Kcseel, O. M pastoor der St.-Joscph- kerk te Delft, vnoeger pater aan de Harte- brugakerk alhier, tot priester werd gewijd. Prof. Van Itereon, hoogleeraar aan do Technische Hoogeecbool te Delft, hee£t_riin studenten medegedeeld dat hi] het, e. enigen tijd geleden door hem ontvangen aanbod om op te treden ale hoofd van het laboratorium van het Nederlandsch-Indische Suikersyn- dicaah, heeft afgeslagen. Men vreesde sterk het tegenovergestelde en het bericht is dan ook met voldoening ontvangen. Tob het verkrijgen van den ofüoiera- rang zén thans bij de verschillende inrich tingen voor militair ondonriie 415 leerlin gen in opleiding. n.L bjj d» Kon. Mil Aca demie, voor het leger hier it lande: late studiejaar 62, 2do studiejaar 59, 3de studie jaar 56; voor bet legor in Oost ïndië; 3ste studiejaar 27, 2de studiejaar 26; 3d» studie jaar 29. Bij de Cadettenschool, van het 'leger hier te lande: late studiejaar 20, 2de studiejaar 21; voor 't, leger in Oost-Indiö3ste studie jaar 10, 2de studiejaar 11. Bij den hoofdounsus voor het leger hier te lande: eerste studiejaar 31, 2de studiejaar 29; voor het leger in Oosfc-Indië: 1ste stu diejaar 20, 2de studiejaar 14. Te Kinderdijk ontsliep gisteren in den ouderdom van 63 jaar de heer Hendrik Smit ■hoofd der firma J. K. Smit, scheeps bouwmeesters aldaar. De overledene stond, sedert korten tijd aan het hoofd van deze bekende scheepswerf aldaar, waarop veel baggermateriaal en riviervaartuigen ge bouwd zijn, en van dè scheepswerf te Krim pen aan de Lek, waar de grootste zeezeil- sohepen van Holland gebouwd zijn. („D. Ct.") De gemeenteraad van Middelburg heeft benoemd tot conrector aan het gym nasium aldaar dr. L. Rank, te Leeuwarden. NOORDWIJKERHOUT. Men is druk be zig met het herstellen van de ingezakte brug aan het Harde Pad. Spoedig zal zij wederom voor het publiek worden geopend. OEGSTGEEST. Herbenoemd is met in gang van 15 Februari a.s. tot burgemeester dezer gemeente en van "Voorhout Je heer J. G. M. van Griethuysen, secretaris van deze gemeente. SASSENHFjTMProf. Bavinck heeft gister avond voor de Ckr. Jongelingsvereeniglug „Jonathan' alhier een redo gehouden over: „Het Christendom in do 20st© oeuw." Spreke"* begon met te zegigoa: Wanneer we zoo het dagelijksch leven nagaan, doen we de ervaring op, dat ons levon zich beweegt in zeer kleinen kring, onverschillig of we wonen in een groote stad of in een klein dorp. Wanneer men zich deze dingen in denkt, kan men zich zoo moede on mat ge voelen en voelt men zoo de waarheid der woorden: „IJdelheid der ijdelheden, alios is ijdelheid." Hebben we evenwel liet voorrecht Christe nen te zijn, dan staan we op een hoogte, van waar we een blik kunnen werpen over den ganschen omtrek. De oenheid Gods brengt meo de eenheid der wereld cn ook de een heid van het menschelijk geslacht. Alle rnen- sohen zijn elkaar in den bloede verwant. In vroegere oeuw en zag men die eenheid niet in, dat fundamenteel artikel van ons geloof. Eb is ook maar één Middelaar, Jezus Christus. Hoewel Jezus is van Joodsohen stam, is Hij toch eigenlijk geen Jood, maar behoort toe aan de gehoele menschheid. Oolc Zijn werk komt ten bate van allen. -Hierna bespeak -de spr., do-«rtwikkeling van het Godsrijk in den loop der tijden. Het Christendom is in wezen cn kern uni verseel. Deze katholiciteit van het Christen dom komt uit in de woorden, waarin ge sproken woavlt vanliet Evangelie predi ken aan alle volken. Spr. wees op den beperkten gezichtskring der Profeten en Apostelen. Do Kruistochten hebben den blik verruimd. Toen kwamen het Vesten en het Oosten meer intiem met elkaar in aanraking. De ontdekkingsreizen! volgden en zoo is het voortgegaan tot de 19de en 20ste eeuw. We denken aan mannen als: Livingstone, Stanley, enz. Nu, in het begin van de 20ste eeuw, is de gansche aarde ontdekt, wat weefr mbgo- lijk is geworden door de verkeersmiddelen der 19de eeuw. Zoo zijn elle landen en volken in het wereldverkeer opgenomen. Dit allee heeft uitbreiding van kennis tenge volge; uitbreiding vooral van kennis der natuur en geschiedenis. Er is eenheid van stof, eenheid van kracht, eenheid van wetten, omdat alles zijn. oor sprong heeft in do scheppondo lcraohb van God. Wanneer wij dit alles overdenken, zulten wij dankbaar gestemd worden voor het vele goede cn groote, ons door God gegeven in <te laatste twee eeuwen. Door de menschen is dikwijls misbruik van dat alles gemaakte Do ongeloovigen brengen niet God do cere, maar don mensch. Zij beschouwen ontwik keling in verkeerden zin, als liet zich ont wikkelen door kracliteQ, in de dingen zelf gelegen. Verder zei spreker, dat het Christendom; nu een crisis doormaakt. Er is veel strijd. Niet tegen een bepaald deel van het ge loof, doch de strijd is aangebonden tegen het Christendom in 't algemeen. Daarom is onze roeping nu' duurder cn zwaarder. Daarom] ook moeten wij de waarheid leeren kennen en waardecrcn. Kennis is macht, ook op het geestelijk gebiecL Barmhartigheid dienen we te beoefenen. God liefhebben boven alles cn den naaste als onszclven. Verder moeten we het goede erkennen, dat er in de tegenwoordige maatschappij valt op be merken, en oog hebben voor de economische verhoudingenexpansie toepas sen op geestelijk gebied, n.l. het Evangelie uitbreiden over de geheele wereld. Dc strijd in de toekomst zal zijn tussclien Christus, Mohammed cn Boedha, waarvan wij stellig golooven, dat Christus overwinnaar zal zijn. De naaste toekomst is aan Jezus Christus. VOORHOUT. In „Boerhaave" hield do afd. Voorhout van het Holl. BloemboMen- kweekersgenootschap gisteravond een ver gadering, welke door den Voorzitter, deu beer Th. MenS) geopend werd^ die daarbij den leden een gelukkig jaar wenschte in bedrijf, handel en huisgezin. De beer L. Zonneveld las de notulen voor en ook een jaarverslag, waaruit bleek, dat de afd. driemaal vergaderde, waarbij de opkomst zeer uiteenloopend was, en het ledental,, met 8 vermeerderd, tot 37 was gestegen. Als afgevaardigden naar de Algemecne Ver gadering op 29 Januari te Haarlem, voor welke vergadering geen voorstellen van be lang waren ingekomen, werden benoemd do heeren C. Rooaen Mzn. en W. v. d. Laan. De laatste als plaatsvervanger. De behandeling der agenda voor die ver gadering deed het besluit nemen, dat vóór punt 7 en tegen punt 8 zal gestemd wor den. Den afgevaardigde werd tevens op gedragen, te verzoeken, dat het Weekblad van H. B.-G. een keertje minder gevouwen wordt-, opdat het formaat wat flinker voor- kome. Zoo klein als het nu is, is het al weg eer je het hebt. Met den voorsteller den heer Meijer, was de gehoele vergadering bet eens, dat hot een verbetering zijn zou. De heer Meijer vroeg hierop hoeveel be stuursleden er eigenlijk zijn, waarop, na telling en bespreking, men tot de conclusie kwam, dat er één te veel is. Spoedig werd echter de oplossing hier* over gegeven.,Een der leden van het be stuur had in een vroegere vergadering als zoodanig bedankt, en voor deze was een ander lid gekozen. Het bedoelde lid had de zen avond, geheel en al vergetend, dat hij geèn deel meer uitmaakte van het bestuur, uit gewoonte weer aan de tafel plaatö genomen. Daar het bestuur boven dien hem zeer gaarne in rijtn midden had, had men deze gelegenheid aangegrepen cm hem weer zonder dat hij er erg in had bin nen te loodsen; iets, waarmede hij, 'din ■abuis bemerkende, niet aoooord ging. Het geval gaf echter wel vroolijkheid. De heer Van der Laan vroog of in deze vergadering bestuursverkiezingen moeten plaats hebben, hetgeen bevestigend werd beantwoord. Vergeten is eohter dit op de 1) Franciaoa Heyroth. was plotseling in het iabadje waar zij opgegroeid was, maar dat sij sinds haar huwelijk had verlaten, terug gekomen. Zij was al eenige dagen het on derwerp der gesprekken, vooral onder de officieren. De beide kapiteins Güntsch en Hintee hadden het op hun weg van de kazerne naar hun woning ook druk over „de mooie •Franoisca." „Het is al vroeg, in vier jaar weduwe. Het rouwjaar is weldra om en wij zullen dan hier genoeg van haar hooren." zei Güntsch. „Weet je zeker, dat zij hier blijft? En ■ou zij weer trouwen?" „Natuurlijk, zij heeft den ouden Ste- phane geenszins uit liefde gehuwd. Om sijn geld is het haar te doen geweest. En nu zij dat heeft en eer vrij is wel, nu zoekt zij natuurlijk iemand in haar geboorte plaats, die beter bij haar past dan haar eerste man." „Meen je, dat zij nog een oude liefde voor iemand heeft?" „Ja, Hintee, oude liefde roest niet Zij zal ongetwijfeld op onzen Joost het oog hebben, zei Güntsch met- een geheimzinnig lachje. „Watt Joost von Ribbeek, zou die de ge lukkig© zijn?" riep Hint/ze ongeloovig. ,,St! niet te luid zulke dingen zeggen; men moet steeds voorzichtig zijn met ge rechten. Maar mijn vrouw rou je er heel wat van kunnen vertellen. Je west, ci'e vrouwen „Ja, ja, die vrouwenMaar U.bbeck, teg je; nu, het zou dom van den kerel weaen, als hij haar niet het hof ging ma ken." „Je weet, dat zij vroeger wel iets voor elkaar gevoelden Maar het kwam in hoofd zaak van haar kant. Ribbeek heeft vroeger geen huwelijk met haar gewild." „Goed, goed; maar nu is rij schatrijk, vroeger was zij arm; dat is nogal een be langrijk verschil, Güntach. Hij zal haar voor den tweeden keer niet weer van zich stooten." ,,Wie zal het zeggenMaar wijst hij haar af, dan neemt zij, wat ik je zeg, den eer ste den beste, die komt, uit nijd. Let op mijn woorden 1" „Et zijn er genoeg, die haar graag wil len hebben, en ook velen, die haar geld uit stekend gebruiken kunnen. Ik denk bij^ voorbeeld aan oWzen collega Satow. Het landgoed van zijn vader moet er niet schit terend vóór staan. De heeren spraken verder over regimeobs- zaken en hadden zoo ongemerkt de woning van Guntadh bereikt. Kapitien Hintee ging de laan, langs het oude slot dooi* naar het Casino, waar hij besloot zijn middagmaal aan de alge meen© tafel te gebruiken. Ook hier, vooral onder de oudere offi cieren, die Franckoa Stephany of Fran re «Jooals zij vertrouwelijk genoemd werd, nog als meisje gekend hadden, liep het gesprek over de schoon» rijke weduwe. „Een bijaoiKWr mooie vrouw," zei eea~ jonge hritenasfc „Jammer, dat ze nog in den rouw is", merkte een ander op. Haar paarden zijn al gearriveerd," ver telde Thiele. „Wat zeg je?" vroeg een oudere officier verbaasd. „Bij Becker zijn twee groote paarden van mevrouw Stephany gestald. Becker heeft zelf voor het transport gezorgd." „Zoo, zo«o, dus zij heeft rijden geleerd 1" „Een auto heeft zij o*"k," ging Thiele voort, die zich gevleid voelde nu hij de oudere kameraden zoo uitvoerig kon in lichten. „Hoor eens aan? Of de vaandrig goed op de hoogte is! Misschien wordt je wel op de aanstaande jours van de weduwe genoodigdl Franze heeft een goed hart; dat weet ik nog van vroeger. Zij heeft wel wat voor een ander ov©t." De spreker wierp, terwijl hij dit zei, een eigenaardigen blik op luitenant Ribbeek, die tegenover hem zat. „Zij heeft nu zooveed geld, dat zij doen kan wat zijl wiL Zij behoeft nu maar even. te wenken en zij kan dienaa. genoeg krij-- gen, zelfs onder hen, die vroeger niet» van. haar wilden weten." „Mijne heeren," aoo klonk plotseling de krachtige stem ven kapitein Hintze, „ik geloof, dat wij hier wat te vrijmoedig over mevrouw Stephany ©preken. Vroeger was rij als jong, mooi meisje door ons allen eer geacht. Wij spraken teen van Franse en waarom niet? Maar daar maakt zij ken nis met een ouden man te Berlijn, en ver - laat ons en ons stadje. Nu komt «ij ale rijke - weduwe terug, om bij ha&r moeder in te wonen. Thans m me een afstand teteache» haar en ons gekomen en wij doen goed »n plaats van Franze te spreken van mevrouw Stephany. Ik geloof, dat gij allen or zoo over denkt als ik?" Verschillende officieren betuigden hun bij val, waarna één verklaarde, dat hij rich toch gelukkig noemde, daar hij in de nabij heid van de schoon© vrouw zij kamer had, en haar dus dikwijls kon zien. Ribbeek begon ondertusachen een gesprek met zijn jongeren vriend Satow. „Mijn va/Ier heeffc al verscheiden malen gevraagd, waarom je zoo weinig op ons landgoed komt, Ribbeek. Heb je Zondag ook vrij? Mag ik den ouden heer zeggen, dat je dan komt?'' „Als je denkt, dat ik je vader welkom zal rijn, dan graag Satow," antwoordde Ribbeek, rijn vriend hartelijk aanziend. „Je weet toch wel, dat mijn vader zijn huis „Hohensatow" altijd voor ieder open stelt. Mijn vader vindt het pleirierig, dat wij het zoo goed samen kunnen vinden. En inderdaad, jij hebt er heel wat voor ge daan, om het mijl bij het regiment aange naam te maken." Ribbeek was opgestaan. De dienst riep. Met Satow verliet hij het Casino en druk pratend gingen zij naar do kazerne. „Het i» een mooie bezitting; dat „Hohen satow,'' meende Ribbeek. „Ja, maar ik vestig or mij voorioopig nog niet. Het bevalt mdj goed onder de militairen. Mijn vader is ofc'- nog sterk, hoewel mijn zuster Dooothé zich vaak over rijn gezondheid bezorgd maakt. Zij is dik wijl» te emstig. Heel ivnctero dan de vijdf- tseJijaa-ige Annalena; op (ben leeftijd neemt men het lieven niet coo «waar op. Ribbeek, kon je Franze Stephany van meer nabij?" „Ja, als jong meisje heb ik lia-ar gekend." „Wdj zu/tlen een interessanten tijd to ge- moet gaan, want natuurlijk zal rij met haar geld een man tot zich willen trekken. Zij zal wel een bedoeling met haar huwelijk met Stephany gehad hebben. „Oordeel niet te hardZij' was ami en het loven is moeilijk voor een vrouw, als -'i arm ia. Hoe geheel anders is rij als mijn ziia^ tor." Ribbeek was dat geheel met Satow eens. Dorothó etend voor hem b°ven iedere an dere vrouw; maar hij had haar nooit over zijn gevoelens durven spreken. Hij verbaas de ©r zioh nu over, dat hij den Jaatsten tijd niet vaker haar gezelschap had gezocht. Vroeger waren zij een tijdlang veel samen geweest. Ribbeek bleef aan liet meisje, denken^ ook nog, toen hij in de kazerne was. Terwijl in het Casino luid cn oppervlak kig over Francisca Stephany werd gespro ken, had d'eze met haar moeder, mevrouw Heyroth een min of meer scherp gesprek, „Zet dien stoel daar toch niet neer,. Franze," zei mevrouw Heyroth. „Friinze, noem mij zoo niet, moeder; dat herinnert mij aan den tijd van mijn ver nedering." „Vernedering?" zei mevrouw Heyroth op verbaasden toon. „Ja, want door de jaoht op den rijken' nm-n heb ik afstand van mijn geluk moebe* doen:" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 1