N\ 15928 Maandag 22 Januari. A0, 1912. feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieels Kennisgeving. Leidsehe Sehouwburg. FEUILLETON. IDSC it"-- PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1—S regel» f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Gre.tere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 -woorden 40 Oeatecoatamti elk tiental woerden meer 10 0ent8,—Voor het inoaeseeren werdtfO.OS berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Gents; per 3 maanden 1 Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn Franco per post f 1.10. 1.30. 1.66. Besmettelijke ziekte* ROODVONK. J 3>e Burgemeester van Leiden; Gelet op artikel 21 der Wet van 4 De cember 1872 (Staatsblad No. 134); Brengt tec algemccne kennis, dat in de .week van 15 bot en met 21 Januari 1912 aangifte is gedaan van 7 gevallen van Rood vonk en dat in die week geen personen ftan die ziekte rijn overleden. Do Burgemeester voornoemd, N. O. DE GIJSELAARt Leiden, 28 Januari 1912. DRANKWET* Burgemeester en Wethouders van Leiden Gelet op de artfc. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter atgemeeno kennis, dat door PETRUS GADRI, caféhouder, wonende te Leiden, een verzoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van. aloohol- houdenden, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in het benedenlokaal van het perceel Steen- straat No. 10. burgemeester eti Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. TAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 28 Januari 1912. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelefc op de ertt. 12 en 37 der Drankwet Brengen ter algemeene kennis dat door (AGATHA H. HILLENAAR, echtgenoote van G. MOL, wonende te Leiden, een ver zoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcoholvrijen drank, voor gebruik ter plaatse van ver koop, in den winkel van het perceel Rijn straat No. 1. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, burgemeester. VAN STRUEN, Secretaris. Leiden, 22 Januari 1912. Leiden, 22 Januari. In haar Zaterdagavond gehouden le denvergadering heeft de „Vrijzinnige Kies. vereeniging" candidaat gesteld voor den gemeenteraad (vacature-Van Hoeken in het 2de district) mr. G. W. van der Pot( secre taris van Rijnlaad. Tot gewoen lid van hot Historisch Ge nootschap te Utrecht ia benoemd dT. H. J. A. Ruys, te Leiden. Bij Kon. besl.'i!. is de heer P. Buiten dijk, aTts, te Leiden, benoemd tot ridder ito de orde van Oranje-Nassain Do heer Buitendijk heeft als scheepsdok ter reeds verschillende reizen naar Indiö gemaakt en als hij dan in ïndië is, maakt hij van die gelegenheid gebruik op jacht of op ander onderzoek uit te gaan. Zoo heeft hij reeds vele malen dieren of andere voorv_rpen meegebracht, welke bijv. voot het Museum van Natuurlijke Historie zeer belangrijk waren, waaraan hij ze dan ook schor'Niet onwaarschijnlijk staat boven vermelde koninklijke onderscheiding hier mede in verband. In den loop van heb vorige jaar richtte het bestuur der afdeeling Leiden e. o. van de Hollandsche Maatschappij van Land bouw zich tot Burgemeester en Wethou ders van Leiden met een schrijven, waarin er op gewezen werd, dat tijdens de lammer markten reeds meermalen plotseling brand ontstaan was in het stroo der schapenhok ken. Dit leverde groot gevaar op, zoowel voor de marktbezockers als voor de die- rem Daarom werd het College van B. en Ws. verzocht maatregelen te doen nemen, waardoor bij eventueel begin van brand, deze terstond en volledig gcblu-sckt kon worden. Op dit verzoek ia gunstig beschikt. Bur gemeester en Wethouders hebben boven genoemd bestuur bericht, dat gedurende de groote lammermarkten één werkman bij elk der twee brandkranen zal geplaatst worden, terwijl bij kleine lammermarkten één werkman beide kranen zal bedienen. Bedankt is voop het beroep naar de Ned.-He*v. Gem. te Sijbekarspel door den heer A. E. K. Bolland, oand. te Leiden, en vpor dat naar de GerefKerk te Ka- merik (bij Woerden) door da. W. den Hengst, te Veenendaal. In zijn tijdelijke woning in de Sche- veningsche Boschjes is overleden de heer E. L. baron van Hardenbroek van Look horst, oud-burgemeester der gemeente Rijswijk, sedert 1910 kamerheer in gewonen dienst van H. M. de Koningin. Het vorige jaar had de overledene om gezondheidsredenen zijn ontslag als burge meester gevraagd. Vóór zijn benoeming tot burgemeester der gemeente Rijswijk was hij burgemeester van Noordwijk en Domburg. De overledene was ridder in de orde van Oranje-Nassau en van de Eikekroon. De ter-aarde ^bestel ling is bepaald op Dinsdag a.s., om 12 uren van het sterfhuis naar Oud-Eik en Duinen. Tot lid van het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond van Gemeenteambte naren is in de afd. Utrecht gekozen mr. G. Noorman, hoofdcommies ter gemeente secretarie te Utrecht. Heden is te Haarlem overleden mr. F. R. Ccioanmelin, oud-kantonrechter te Haarlemmermeer. Hij was geboren te Drie bergen in 1842. Hr. Ms. pantserdekschip „Utrecht", onder bevel van den kapitein ter zee W. T. de Booy, is 19 dezer te Ponta Delgada aangekomen. De gewone audiëntie van den minis ter van landbouw, nijverheid en handel zal Woensdag a. 9. niet plaats hebben. HAZERSWOUDE. De gemeenteraad zal vergaderen a. a. Woensdag, des voormid dags te 10 uren. KATWIJK-AAN-ZEE. De heer J. Raueh- baar, onderwijzer aan de derde openbare school alhier, is benoemd tot onderwijzer te Haarlem. NOORDWIJEERHOÜT. In het afge- loopen jaar werd dioor de St.-Elisabeths- Vereeniging het volgende aan arme ziekon uitgedeeld: 7757 L. melk, 987 eieren; 167 pond vleesch, 7 pond rookvleesch en 324 bons. WARMOND. Het perceel bloembollen land, genaamd „Hagheweide", is, nadat gebleken is, dat het -aan gestelde eischen voldoet, aangekocht door een liefhebber van motorsport. Wij vernemen dat aan do straatzijde (tussohen station en Warmon- derhek) een landhuis verrijzen zal en o.a. aan de -achterzijde, in den z.g.n. „Poel"f ee-n bewaarplaat*» voor motorbooten. ZOETERWOUDE. Raadsvergadering op. Donderdag 25 Januari v.m. te halftien. Agenda: lo. Ingekomen stukken. 2o. Benoeming leden voor de stembureelen. 3o. Vaststelling kohier der schoolgelden 4de kwartaal. 4<\ Vaststelling kohier belas ting op de honden. 50. Reclames hoofde lijke omslag. „FREULEKEN." De Koninklijke Vereeniging „Het Neder- landsch Tooncel" komt maar zelden to Leiden, In verband hiermee lijkt het ons niet go- lulddg oen Zondagavond uit te kiezen voor een opvoering als die van „Freuleken". Wol waa de Schouwburg, ook in de loges, aardig bezet, maar op een weekdag zou de belang- qfcoUing toch veel grooter geweest zijn. Zeven spelers van de Kon, Vereeniging zijn gisteravond hier gekomen om ons „Freu leken" te vertolken, komedie in drie bedrij ven door H. O- J. Roel vink en zij hebben dit voortreffelijk gedaan. Versoheidenheid van spifc doet eten. Men gaat in de reeks van schouwburg voor aid lin- gen soms nu en dan i ete eentonigs voelen. Het bekende onderwerp wordt er, meer of minder verdienstelijk zoo dikwijls behandeld, dat men iets voelt van een aangename verrassing zich in eens verplaatst te zien in een. 18de eouwsoh znilieu, waarbij geheel andere viuschijuingen zoo frisch naar voren komen. Wij noemen als voorbeeld hiervan de figuur van tante Jet, het type van den 18de eeuwscke ïegente- douairière wier leven opgaat in vormelijke ssdetjes en wier taal noch Fransdh noch Hol- landsch is, maar een mengeling van beide, zooals tc dien tijde in de mode was. Mevrouw Schwab gal van deze figuur een uitnemende creatie. Een ander genrefiguur was Miebetje, de 'meid van de familie van Avcrling, die in haar aclvterkoekscli dialeob en liaar frissche ongegeneerdheid, prachtig in den stijl is op- genomen én aan welke figuur mevrouw Lobo Braakensiek 'een levendig relief gaf. Aardig vooral wist zij de gemoedsbewegingen, van Miebetje in gelaat, houding en gang te doen uitkomen. Deze beide figuren, blijkbaar mjet liefdo door den auteur verzorgd, gaven een prettige, frissche Stemming. Het stuk speelt ottrüstreeks 1780 op' den huize „Ronde", de waning van Baron van Averling, burg am cester van een dorp in den Gelderschon achterhoek. Hij is weduwnaar, heeft drie kinderen. Job, do oudste, is lam' in 'zijn boenen en rijdt in een wagentje; hij studeert Veel en is do filosoof van de familie. Hij ziet alles wat er in het huis gebeurt, waar ieder 'rijn gang gaat en het leven geniet cn de arme Job nog wel eens vergoten wordt. Henri, is dé tweede zkxm, student ie Leiden, dio juist voor de tweede maal voor zija pro motie gezakt is en thuis komt, waar Papa hem woedend ontvangt. Eén dochter is er in liet gezin, Florentine, het „freuleken", een meisje van 17 jaar, ver troeteld. Tante Jet is bij de familie gelo geerd, toiaan men is haar druk gedoe en haar rime maken met de meid moede en is blij als rij afreist. Bij deze zes personen komt nu nog een zevende; waar zou anders in dit milieu de intrige kunnen bloeien. Plet is Iman van Aerschot, een jonker uit de buurt, vriend dor broodera Averling, die met Miebetje scharrelt, maar na de kennismaking met Florentine op haar verliefd wordt en zich declareert- Dat staat Miebetje aanvankelijk maar weinig aan en zij steekt dat niet onder stoelen en ban ken. Zjj schikt rich, echter in haar lot omdat zij naar haar broer in Amerika mag gaan. Dan is zij bij „haar volk." Als tante Jet af reist, door de gcheele familie in kales on te paard uitgeleide gedaan tot de naaste dili gence, nomen Iman van Aerschot en Miebetje de gelegenheid waar om afscheid te nemen. Daarbij gaat het nog al gezellig toe en juist natuurlijk op heb oogenblik dat er gezoemd wordt, komt Freuleken, binnen. Tableau. Dit vormt in hoofdtrekken den inhoud der eerste twee bedrijven, die veel bijval vonden. Emma Morel gaf van Freuleken een bekoor lijke creatie. Haar spel was van een voor naamheid, waaraan men den echten kunste naar herkent. Datzelfde trok ook in de fi guur van Job. Men merkte vooral ook in oogenbiikken waarop deze figuur slechts op een tweede plan kwam, in welke voortref felijke handen zij bij den heer Chrispijn was. Ook de andere spelers waren goed, het sa menspel sloot uitstekend en de aankleeding van Let stuk was prettig in don stijl ge houden. Wij zouden nu nog iets van het derde (laatste) bedrijf moeten zeggen. Daarin krij gen Van Aerschot en Florentine elkaar na tuurlijk; rij hot ook niet dadelijk; eerst nog eens een jaar wachten. Ons kon echter dit bedrijf niet zoo boei an, als de beide andere. De jaarteur, dio zoo aangenaam en geestig de figuren wist te scheppen, is er niet in ge slaagd de ontlcnooping tot een climax te ver werken, Er was iets mats in en het applaus aan het slot miste de warmte van de waar- deering na het eerste en tweede bedrijf. Nationale Tooueel- en Stedelijke Voordrachten-wedstrijd. Frijsuitdceliug in het Bonds^ebonw. De laatste avond was dus in het gebouw van den Volksbond gisteren aangebroken, die van de prijsuitdeeling. Een zaal even vol als de vorige avonden getuigde van de onverflauwde belangstelling van het pu bliek in dezen wedstrijd. Allereerst hield de voorzitter van de Rederijkerskamer „Vondel, de heer J. P. de Haas, een kleine boeöpraak, waarin het welkom den aan wezigen werd toegeroepen. Uit nan.m van de mededingende hooneelgezelsohappen trad thans een afgevaardigde naar voren en bood de 15-jarigo jubilcerende rederijk Ikerslcamer een herinneringsmedajlle aan, welke de voorzitter van dit Leid&ohe gezel schap op het vaandel hechtte. Na een kort woord van dank bracht.thans de voorzitter van den Volksbond, de heer W. de la Riviè- re, hulde aan het jubileerende gezelschap, aan de jury, wier moreele steun den wed* strijd ten goede kwam. Na al deze toespra ken, die overigens vlot van stapel liepen,; deed het jurylid, de heer H. P. F. Later- veer een, paar voordrachten hooren. Wé hadden het talent van dezen bekenden di lettant in het tooneel-samenspel reeds meer, malen genoten; thans heeft hij ook weder om een voodraoht geschonken, waarvan men niet meer van dilettantisme spreken mag. De jubileerende afdeeling „Vondel" be trad .1 zelf de planken omt buiten mede dinging, do aanwezigen een staaltje van haar spel te schenken. Een schoolhoofd heeft een onderwijzer noodig, de directeur van een kermisgezelschap een nieuwen aoro„ baat. Het schoolhoofd en de kermisman zul* len hun nieuwe kracht op eenzelfde afge sproken plaats ontmoeten. Het schoolhoofd wordt door een vergissing mefe den acro baat opgescheept cn de kermisreiziger eert woest heerschap, krijgt het goedige o-nder wijzertje voor zijn rekening. Het misver* stand duurt zoolang, totdat er voor de toe schouwers tal van komische tafereeltjes uit zijn voortgevloeid. Dan neemt buigende do geweldige en oeste eigenaar van de ker mistent afscheid van ons cn herkennen wé in zijn lach, den voorzitter van „Vondel", dien we in zwart gekleede jas, den gan- sohen avond, bedrijvig in de zaal hebben kunnen zien en dien we ook juist een osw-n blik misten. Het voor velen groote moment v^n i?n avond brak na de pauze aan, toen de jury op het podium gezeten de prijzen ging uit-' deelen. De eerste prijs in den tooneelwedstrijd, gr. br. med., uitgeloofd door II. M. de Ko ningin, werd behaald deor de. vereeniging „Leo XIII", uit Purmerend met- het stuk: „De gefopte communist"; de tweede prijs, gr. br. med., uitgeloofd door Z. K. H. den Prins der Nederlanden, door de. R--K. Sociëteit „Kunst en Vriendschap",, te Delft, met: „Geleerde Heeren"; de derde prijs, zilv. plaque van „Vreemdelin genverkeer", cloor „Amioitia", te Vlaardin- gen, met „Schuiven gaan ze"; de vierde prijs, zilv. med., door het gezelschap „Al- berdmgk Thijm", te Den Helder, met „Fre- derik de Groote"; de vijfde prijs, zilv. med-, door de rederijkerskamer St.-We re nfrides", te Amsterdam, met: „Rooie Sander." Een extra-prijs voer de be9to Neder landsch e uitspraak als vereeniging, zilv. lauwerkrans, verkreeg de R.-K. Socio* teit „Kunst en Vriendschap" te Delft. Persoonlijke prijzen werden verder uit gereikt; zilv. mecl. aan J. v. Beek (Bonds lid), voor zijn Tol van Brom in „De gefopte! Communist"; zilv. med. voor de boste Ne- derlandsche uitspraak, door P. J. Galjé, te Delft, voor zijn rol van Claerbeke in „Ge leerde Heeren", terwijl over den besten speler (geen Bondslid) door een verkeerde opgaaf als zoodanig, verschil van meemng over de rechtmatigheid van dezen prija ontstond. De prijzen in den stedeiijken voordrach ten-wedstrijd werden als volgt uitgedeeld: De eerste prijs, verg. zilv. med. uitge loofd door den burgemeester, jhr. mr. dr., N. C. de Gijeelaar, werd toegekend aan denl heer J. Snel met „Meerenberg en Medera- hlik"; de 2de prijs, zilv. med., aan den lieer 0. v. d. Wilk, met: „Dat hebben wij"; dé derde prijs, zilv. med., aan den heer J., 7) „Ik dank u, mevrouw. Ik heb geen ge tuigschrift noodig; ik ga niet meer dienen. Ook vertrek ik dadelijk en zal nimmer weer u of mijnheer onder de oogen komen. Gij kunt u daarop verlaten l Maar eerst wil ik het mijne doen en u de waarheid soggen, wijl niemand anders dat doet." Vilma maakte een toornige beweging, maar Leopoldine Liet haar niet aan het woord komen. Hartstochtelijk, met verhef fing van stem, zei de rij. „Het zijn maar een paar woorden. U maakt mijnheer onuitsprekelijk ongelukkig, gij brengt hem in het graf, en hij een man. zooa]s er geen tweede bestaat. U moest voor hem oip de knieën liggen en hem aanbidden en gij laat liem te gronde gaan Leopoldine haalde verruimd ademein delijk was het haar van het hart. „Gij zijt gek!" zeide Vilma; „ik verbied u dergelijke dingen te zeggen." „Ik ben niet meer uw dienstmaagd, me vrouw, en al was ik dat ook, ik moet Let u toch eenmaal zeggen: Ja, ik houd peel, innig veel van uw echtgenoot, meer dan woorden dat kunnen uitdrukken. Ik schaam mij niet, dat te zeggen, want er is nooit iets tusschen ons voorgevallen^ dat niet iedereen mag weten. Ik schaam mij niet, dat ik meer van hem houd, hem beter op prijs weet te stellen dan u, mevrouw. Ik ben slechts een arme dienstmaagd en niet zoo mooi als u en toch zou hij er beter aan toe zijn, wanneer ik zijn vrouw ware, want ik weet, wat hjj noodig heeft om gelukkig te zijn: een kalm, gezellig leven, veel har telijkheid, en dan heeft hij ook rust noodig, verpleging, een liefderijke oppassing als van een moeder. Hij heeft een vrouw noo dig, die niets anders wil dan hem lief to hebben en hem tevreden t© zien. En gij, mevrouw, denkt slechts aan uzelve en aan uw genoegen. Gij wilt hoogstens met hem pronken en u door hem laten aanbidden. Hij kan echter niet tegen het drukke, on gezellige leven, dat gij hem laat leiden. Hij mag u eiken dag minder gaarne; eiken dag geeft hij minder om u en lijdt meer. En ook zijn kwaal neemt toe, wijl gij hem niet ontziet, hem bovendien nog krenkt. (5ver korter of langer tijd zal hij niet meer van u houden. Hij zal van verdriet weg kwijnen, wellicht sterven. Ik ga, mevrouw; ik heb hier niets meer te zoeken. Alleen wensch ik van ganscher harte, dat mijnheer niet ongelukkig wordt; keer daarom tot u- zolve in, mevrouw, en verbeter u, vóór dat het te laat is. Hij is immers goed als een engel en meegaande als een kind. U kunt hem nog weer geheel winnen, als u niet vergeet, wat ik u gezegd heb." Vilma zat bleek, mot open mond en oogen, den karn in de hand, in haar peig noir, voor zich uit te staren. Zij kon blijk baar niet begrijpen, wat het dienstmeisje tegen haar ceide, maar toch voelde zij, dat haar vonnis waarheid bevatte, en zei ie niets. En Leopoldine verliet de kamer, het huis. Met haar mandje aan den arm vloog zij de straat op. Zij kon niet leven zonder mijnheer be zien. Zij had slechts voor hem geleefd en zonder hem was zij dood. En in het oogenblik, boen mevrouw haar toe riep: „Weg uit mijn huis!" was het haar dadelijk door het hoofd gegaan: ,,ïn bet water springen, vitriool drinken of op de rails van den trein gaan liggen." Terwijl mijnheer en mevrouw binnen we gens haar twistten, overwoog zij: „Men wordt licht weer uit het water opgehaald en de fluitende, dreunende trein jaagt mij schrik aan. Vitriool is het bestedat doet pijn; maar wanneer men genoeg drinkt, dan is heb uit!" En zij stak daarom het groene fleschje bij zich. Zij was gedachten- loos tot aan de grens der stad geloopen. Waar een afgezonderd plaatsje vinden? Zij dacht aan de gracht en sloeg reohts af. Leoipoldine Rep langzaam langs de rails van de tram. Zij voelde zich bijna kalm. In haar eenvoudig gemoed ontstond er geen twijfel over, dat men een gehuwden man niet mocht liefhebben. En haar dieróare „mijnheer" was nu eenmaal getrouwd. Zij mocht niet naar rijn kussen verlangen, niet bij hem blijven, nadat rij haar liefde had verraden; dat sprak vanzelf. Ook hem was het niet veroorloofd van haar te houden en daarom bleef haar niets anders over dan te sterven. Hoe goed toch, dat zij „haar", de „heks", alles had gezegd. Zij was ver bluft. Zij zal het niet vergeten! En gela ten zocht Leopoldine een plaatsje uit om te sterven. Overal waren menschen huizen in de buurb. Zij liep steeds verder. Ras ver derop t waar de trein een eind langs tuinen loopt, werd het eenzamer. Hier daalde bet meisje in een diepe gracht af# ofschoon de helling steil was. Het gras zag er nog, of schoon het reeds laat in den tijd was. friech uit en groen struikgewas stak boven de schuttingen der tuinen uit. Het was echter in geenen deele een romantisch plekje; maar Leopoldine voelde geen behoefte op uoniantische wijze de wereld te verlaten. Zij verlangde niets andera dan ongemerkt i tje sterven. Zij zat rechtop op bet gras i er helling. Een vijftig schreden van haar af lag een man in havelooze kleeding, met een vuile muts over zijn gelaat getrokken, j Hij sRep vast. Wellicht was hij beschonken, j Of mogelijk dood. Waarom niet ook dood! Zij nam het fleschje uit het mandje cn hield het in haar hand. Nu begon zij zich bijna over haar moed te verwonderen. Zij had altijd vrees voor den dood gekoesterd en zich verbaasd over degenen, van wier zelfmoord zij in de courant las. En nu was zij ternauwernood bang voor de donkere, moorddadige vloeistof. „Wat zullen zij zeggen?" dacht zij. Zij had tegen mevrouw gezegd, dat ziy. heenging, niet terugkwam, geen getuig schrift noodig had en zij had haar koffer achtergelaten. Zij kan het zich voorstellen. Tegen den middag komt mijnheer terug en zal dadelijk naar haar vragen. Zij hoort duidelijk zijn lieve stem, ziet den onrusti- gen, zoekenden blik van rijn blauwe oogen. „Waar is Poldi?" Ach, hij zal inzien, be grijpen hoezeer zij hem bemind heeft. Hij zal haar altijd betreuren. Het is zonderling, dat men zooveel van iemand kan houden 1 Zonder aarzelen laat zij haar leven voor hem. Reeds van het eerste oogenbRk, toen hij indertijd 's nachts met rijn vrouw aan kwam en haar zoo lief aankeek, terwijl zij het water in het glos schonk, reed» van dab oogenbRk had zij hem beminddie stem,; dio toon, waaop hij spreekt, het is om ra zend te worden En al zocht hij maar zijn Laarzentrekker, dan zette hij tooh zulk een lief gezichtj dat men hem wel om den hals had willen vallen I Het geheele jaar trekt aan haar geesteé* oog voorbijal de zieke en gezonde dagen, welke zij met hem doorleefd heeft. Zij ge niet nog eens in de herinnering van zijtn goedheid, zijn vriendelijkheid. Hij heofö nooit een onaangenaam woord tegen haar gezegd; haar nooit een onvriendelijken Wik toegeworpenBij hem zijn, dat is de hemel op aardeZij voelt een stekende pijn in haar hai*t; gloeiende tranen vloeien uit haar oogen. Zij moet ontkomen aan de gedachte, dat zij hem nooit zal terug zien Zij maakt het teeken des kruises. Zij is bot dusver ongeloovig en onverschillig ge weest; maar zij gelooft toch, dat dit teen ken zegen aanbrengt. Het komt niet bij haar op te gelooven, dat rij God door liaar dood zou kunnen beleedigen. Zoovele men schen maken zich van kant en ieder wseb waarom. Wat zou de lieve God daartegen hebben? Een andere, vrome gedachte gaat haar door het hoofd. „Lieve God", denkt zij, wanneer gij ons werkeRjk hoort maak dan toch, bid ik u, dat het mijnheer op deze wereld goed gaat en dat zijn vrouw hem het leven niet zuur maakt 1"- (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 1