IiEIBBöH BAGBLA», Zaterdag- SO ©ece-mbe-r. Tweed© Blad. Asm© 1911. Offieieele Kennisgeving. B'> PERSOVERZICHT. Uit Xdsse. FEUILLETON. Alleen in een groote stad. No. 15908. KENNISGEVING. In&clii'Sjving voor d© Militie. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gelet op art. 17 der gewijzigde en aan gevulde Militiewet 1901 op art. 9 van het gewijzigde en aangevulde Kon. besluit van 2 December 1901 (Staatsblad No. 230) Herinneren belanghebbenden, geboren in liet jaar 1893, bij deze voor de tweede maal hun verplichting tot heb doen van aangifte ter inschrijving vopr de militie in de maand Januari 1912. Voofts worden belanghebbenden verwit tigd, dat tot de bovenbedoelde inschrijving .meer bepaald zitting gehouden zal worden in het Raadhuis (Kamer No. 9) alhier van des voormiddags tien uren tot des namid dags drie uren, Op Dinsdag 2 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met do lettor A ot B, tot en met BI.; op Donderdag 4 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met de letter B, van Bo af, of C; op Zaterdag 6 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met de letter D, 15, F of G; op Dinsdag 9 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met de letter H, I of J; op Donderdag 11 Jan, v or hen wier fa milienaam aanvangt met de letter K op Zaterdag 13 Januari, voor hen wier *a- milienaam aanvangt met de letter L of M op Dinsdag 16 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met de letter N, O of P; op Donderdag 18 Jan., voor hen wier fa milienaam aanvangt met de letter Q, R of op Zaterdag 20 Januari, voor hen wier familienaam aanvangt met de letter T, U of V; op Dinsdag 23 Januari, voor hen wier familienaam aanva _t met de letter W, X, Y of Z; zullende van eikei.n, die tot de aangifte verplicht is, een uittreksel uit het geboorte register betreffende den in te schrijven per soon of de overlegging van het huwelijks boekje van diens ouders worden gevorderd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N, C. DE GT-TSF.LA A R Burgemeester. VAN STRTJEN. Secretaris. Leiden, 30 December 1911. Zooals men weet is het amendement- Brummelkamp, om de benoeming van een •zesdenhoogieeraar aan de The o- logische faculteit der L e i d- sclie Universiteit te schrappen, verworpen. De loop der zaken is, zegt ,,D e Stichtsche Courant" uit anti- revolutionnair oogpunt te betreuren. Dat de nieuwe hoogleeraar niet aan de letterkundige, maar bij de „theologische" faculteit zal benoemd worden, is, dit geven wij den Minister toe, een uitvloeisel van de wet op het Hooger Onderwijs. Maar waartoe was deze*versterking noo dig? De gch'eele theologische faculteit aan de tegenwoordige Rijks-Universiteit bestaat in strijd met het Anti rev. beginsel. En vooral de Leidsche faculteit is altijd geweest en is nog de burcht van het Modernisme. Vooral die faculteit heeft de Kerk zoo ontzettende schade toegebracht en zij gaat daarmee nog voort. W?.arom die faculteit nu te gaan ver sterken met een zesden hoogleerar? De Minister deed gevoelen, dat de,man, dien hij op 't oog heeft, Orthodox is. Maar was dit niet een reden te meer, om hem te Utrecht te benoemen, dat bovendien nog slechts vier theologische professoren heeft? Aan de Leidsche faculteit zal die nieuwe hoogleeraar vermoedelijk weinig invloed ten goede oefenen, niet alleen omdat hij er de eenige rechtzinnige zal zijn, maar ook omdat het vak, dat hij doceeren zal, daar toe niet meewerkt. De Minister heeft nu in uitzicht gesteld, dat ook de Utrechtsche Universiteit een hoogleeraar in hetzelfde vak zal ontvangen. Maar, zegt het blad, het is de vraag of er dan een rechtzinnig man beschikbaar zal zijn, en ook of, als he-t zoo ver is, minister Heemskerk niet door een liberaal Minister zal vervangen zijn. In een driestar De Katholieke Universiteit zegt „H et Cen- fc.ru m" De vraag, waar de katholieke universiteit van Nederland verrijzen zal, vormt nog steeds een onderwerp van polemiek tus- sch'en eenige katholieke bladen. Zooals men weet, wc-rd reeds gepleit voor Den Bosch, Tilburg, Maastricht en Nijme gen. In den laatsten tijd gaat de „.strijd" voornamelijk tusschen Nijmegen en Tilburg. ,,D _e Nieuwe T i 1 b u rgs ch e" houdt de banier hoog voor de stad barer inwo ning. ,,D e Gelderland® r" pleit voor de -schoone Waalstad. Wij zullen ons in dezen wedijver niet mengen, te minder, daar hij ons wel wat voorbarig lijkt. Alleen zouden wij de opmerking willen maken, of het nu wel als een u i t g e- maakte zaak moet worden beschouwd, dat te eeniger tijd want er kan voorloo- pig nog slechts van toekomstmuziek sprake zijn onze hoogeschool in het- Zuiden zal verrijzen. Wij willen liier geen pleidooi houden voor eenige noordelijk, of in het centrum des lands gelegen plaats, ook niet voor de hoofdstad. Maar het zou toch minder juist zijn, dunkt ons, wanneer men de Katholieke Universiteit, alleen omdat zij- Katholiek is, bij voorkeur als een zaak van het Zuiden ging beschouwen. De meerderheid van Nederlands Katho lieken woont niet beneden, maar benoorden den Moerdijk. Een omstandigheid, waarmee wij geens zins willen te kennen geven, dat die- noor delijk wonenden op eenig voorrecht of pre rogatief zouden kunnen aanspraak maken maar die toch ook niet aan de zuidelijk wo nende minderheid, hoe sterk en dicht aan- eengeschaard ook, bijzondere aanspraken verleent. Teleurgestelde afmaakïu&t plaatst „D e Standaar d" boven het volgende Het kabaal bij Marine overtrof ditmaal al wat onze Kamer dusver aan oppositie- lawaai beleefd had. Het liep zóó grof, dat de Voorzitter schorsen moest. Er broeide en brandde blijkbaar passie. Men had .zich voorgesteld ditmaal bij de Begrootingsdiscussiën althans één Minister omhals te 'kunnen brengen, en de Minister van Marine was daarvoor sinds September j.l. uitgekozen en gccondemneerd. O vertalrijk was men dan ook opgekomen, en. boen men met de duurte klaar w;as, zou het spektakel beginnen. Er vlamde iets in de oogen van politieken moordlust. Het of fer was aangewezen. Samen zou men met het groote sïachtersmes op den pecondem- neerde aanvallen. De arm zette den zwaai met het mes zelfs in. Nog enkele oogenblikken en het neerge slagen offer zou langs den grond rollen. Op een motie was men voorbereid. Die kon niet uitblijven. Dr. Kuyper diende haar in. Het verzoek, in die motie ge daan, zoo wist men te verzekeren, zou zeker v orden afgewezen. En dan zou ao slag vallen. En daar keerde opeens de kans. Kalm stond de heer Wentholt op, en zei, dat hij wel met de motie meeging*.n toen brak de woede los. De passie kon zich niet inhouden. Het oficr ontsnapte, en moest zonder voldongen slachting in het nieuwe jaar overgaan. En toen be gonnen de socialisten te huilen van kwaad aardigheid. En natuurlijk..,de heet- bloed-Liberalen huilden mee. Toch oordeele men hier niet tc hard over. Voor de vrienden van 't vorig Kabinet is de heer Wentholt... een renegaat, die *'n hun Kabinet zat en nu in dit Kabinet over ging. Dat was eens, maar dat moest geen tweeden keer gebeuren. En met het cog daarop nu moest zoo helsch lawaai ingezet. Eéns voor goed moest elk Minister van e<m Linksch Kabinet weten, dat hij met de Link- sche groep te staan of tc vallen had. En of men nu al zegt, dat dit bij Oorlog, Marine en Waterstaat, als technische De partementen, toch niet hoeft toegegeven moet, dat in onzen goeden tijd heel het Be wind derwijs vérpolitiekt is, dat de esca pade van voorheen niet wel meer gelden kan. „D e Standaard" schrijft over G e- meente financiën eu O pen- b a a r O n d e r w ij s Van meer dan één zijde is er in de Tweede Kamer, èn van de Ministerstafel, ën van Je ledenbanken, beweerd, dat dc verruiming van de Gemeente-financiën geen gevaar oplevert, voor een 6tcrker concurrentie, door het Openbaar Onderwijs aan het Bij zonder Onderwijs aan te doen Nu verstaan we tweeërlei uitnemend. Ten eerste, dat, ook al bestond dit ge vaar, daarom toch de verbetering en ver ruiming der Gemeente-financiën niet mag uitblijven, en ten andere, dat op het platte land bedoeld gevaar veel mind ?r dreigt. Van dit laatste was dan ook geen sprake. Er was sprake uitsluitend van de groo te steden, die zeer dringCDd verrui ming van middelen noodig hebben, wijl „n- ders zelfs haar krediet gevaar tkan loop°n. Doch wie zal nu ontkennen, dat de zucht om het Openbaar Onderwijs.op hooger voet in te richten, juist in de groote steden odo onweerstandelijk werkt, dat men, niette genstaande de financiën, zwak stonden, toch steeds doorging met het uitzetten van de uitgaven voor dit onderwijs1? Wie voor enkele maanden de zeer pre cieze opgaven hierover in de „Sticht- j s c h e C o u r a n f' op dit pnnt gevolgd heeft, kan hierover niet meer in twijfel ver. keeren, en zal nimmer toestemmen, dat d>t enk-el aan de uitgaven voor houw lag. Zeer zeker ook in den bouw lag schro-melijike over drijving. De openbare scholen, die óf leeg staan, óf slechts reer dun bevolkt zijn, ne men hand over hand toe. Maar zeker niel minder in het oog loopend was de zucht om de salarissen op te drijven, het peil der ak ten te verhoogen, de bewaarscholen uit te breiden, en het schoolgeld te verlagen. Nu vond dt dusver dan nog zekere stui ting in den min goeden toestand der mid delen. Doch juist daarom staat het-dan ook te vreezen, dat verruiming der middelen den laatsten breidel zal wegnemen, en de concurrentie nogmaals voor ons zal opdrij ven, Ook over het schoolwezen in dc armelijke streken in Drente en Overijsei bleef elk be ter Jicht uit. Hot kan me£ billijk ziin, dat het 1 vijk aan de gemeenten in. deze arme streken hoogï extra-subsidies verleent, (.ot f 70,000 's jaars, en zeven ton in het geheel, terwijl het Bijzonder Onderwijs van elk extra verstoken is, Het feit, dat aan dë Gemeente-financiën zoo belangrijk moet bij gesprongen, toont, dat de bewoners van de ze streken niet kunnen bijpassenen nu laat men de voorstanders van het Bijzonder Onderwijs eerst meebetalen in de zware kosten voor het Openbaar Onderwijs, r-n dan nog moet alles voor het Bijzonder On derwijs, wat extra-karakter draagt, uit par ticuliere fondsen worden gevonden. De motie van Almelo is in dit opzicht welsprekend. Naar bekend is, heeft, de rechtbank te Amsterdam de gemeenteverordening van Amsterdam in zake de w i n 1c e 1 s 1 u i- fcing als verbindbaar aangenomen. „D e Maasbode" maakt met genoe gen melding van deze uitspraak, „omdat er uit blijkt, dat, moge eenig onderdeel der rechterlijke macht zich al eens in haar taak vergissen, de rechter zich als zoodanig by ons te lande aan zijn loffelijke gewoonte houdt, om zich geen gezag aan te matigen, dat niet het zijne is." Vermoedelijk zullen de overtreders der verordening, wien het er om te doen is dozen overheidsmaatregel onmogelijk te maken, nog wel in hooger beroep gaan, doch ,,De Maasbode" acht dat geheel overbodige moeite, want het vraagstuk is h. i. te duidelijk, om er meer dan één prin cipieele beslissing over uit te lokken. „Want wij gelooven nooit, dat de Ilooge Raad er voor te vinden zal zijn, zioh een i hem vreemde taak n. 1. het gebied der gemeentehuishouding vast te gtellen te laten aanleunen. Door de poging, om den rechter te intiuii- I deeren, met hun besliste houding, zouden de overtreders verkeerd doen, want dan willen zij in hun strijd tegen de verorde ning den rechter betrekken, die er niet mee te maken heeft. Deze, over een zuiver staatkundige vraag loopendo kwestie, moet op geheel ander terrein worden uilgevochten. Het- gaat al leen om de vraag of do werkelijke of ver meende particuliere belangen van eenige burgers niet wat te veel zijn opgeofferd aan het. werkelijke of \crmeendc algemeen belang der gemeente. Het debat daarover is dus van zuiver po litieken aard en de getroffen burgers m©- gen zich wel politiek tegen deze verorde ning verzetten. Met dien verstande natuur lijk, dat zij overtuigd moeten zijn van de noodzakelijkheid, cm onder omRtaiulighedeo hun particuliere belangen aan het alge meen belang te offeren. Doch om dezen strijd te beslechten mag de rechter niet misbruikt, of de juiste be ginselen der rechtspraak in gevaar ge bracht worden. Wij zijn er om verheugd, dat de rechter de gemeentelijke autonomie niet heeft willen aantasten. Dat wil echter niet zeggen, dafc wij ons zouden neerleggen bij alle willekeurige gemeentelijke wetge ving. Doch daar moet- met politieke midde len tegen gewerkt worden, niet door mid del van den rechter." in. De automatische ont-stekings- en blusch- ap par aten op de gaslantaarns hier ter plaatse wij zijn er aJlen reeds geruimen tijd getuigen van geweest werken r.og lang niet zooals men dit billijkerwijze mag verwachten. Op de gaslantaarn op den Sta tionsweg heeft men nu zoowat een halfjaar lang het z.g. droge systeem gehad; maar de werking van deze automaten was in een woord treurig, zoodat men wijs heeft ge daan deze aan den fabrikant terug te zen den met een hartelijke dankbetuiging voor het vrije gebruik daarvan, en met de op merking, dat men ze niet wensen te aan ie schaffen. Of zij werkelijk niet deugden, wij durven het niet zeggen, maar vanwege dc fabriek heette hef: men heeft hier aan de gasfabriek geen verstand van die dingen. Best mogelijk, maar als er dan zooveel ken nis van zaken noodig is, als de fabrikant hiermede wilde zeggen, clan is het toch ook nog maar goed, dat men ze heeft opge- do-ekt. Nu hebben wij weer een ander model, na melijk uurweilkautomaten. Deze worden niet, zooals de eerstgenoem- den, door een verhoogden druk op den re gulateur van uit de fabriek bediend, maar de benaming zegt het reeds: door een uur werk wordt de werking veroorzaakt. Wij hebben den gasdirecteur eens hooren beweren, dat hij van deze automaten over heb algemeen een gunstiger resultaat ver wachtte, maar dat hij ook verwachtte, dat deze uurwerken veelvuldige reparation zou den behoeven, omdat hij deze op één lijn stelde met gewone uurwerken. Bovendien moeten deze automaten met het korten of lengen der dagen, al naar gelang het gas licht ontstoken moet worden, versteld wor den Met andere woorden: de werking van de ze automaten kan wel goed zijn, mits ie uurwerken steeds zuiver loopen, dus niet vóór of achter, zooals men dab noemt. En doordat het in-werking-stellen hiervan pre cies gelijk is aan de werking van een ge wonen wekker, die, zooals wij weten, ge steld most worden op het uur, waarop men den wekker wil laten „afloopen", moetea dus deze automaten geregeld gesteld wor den op het tijdslij), waarop men de gaslan taarns wil doen ontsteken of blusscken. liet regelen voor liet blusschen geldt natuurlijk alleen voor de nachtlantaavns, omdat Je gewone lantaarns altijd op hetzelfde uui worden gebluso'at. Men ziet, al loopen de uurwenken zuiver, toch behoeven deze automaten een geregel ds bediening van personeel. Behalve dat ook deze automaten nog lang niet correct wc-rken, op het oogcnblik ten minste, hebben de gascomnrssïe en B. en Ws. er zich blijkbaar ook geen al te nocgo verwachtingen van gesteld, want in de laatstgehouden Raadsvergadering heeft men de nog openstaande plaats van den derden lantaarnopsteker maar aangevuld. Deze vacature had men met het oog op de cventueele aanschaffing van dergel ijko automaten nog open gelaten. Dat de gasccmmissie en B. en Ws. er geen groote verwachtingen van kocvd-eTen blijkt, dunkt- ons, ook uit- het feit, dat men liet salaris van dezen derden lantaarnop steker verschillend heeft vastgesteld, name lijk voor het geval dat hij den Stationsweg en de nachtlantaarns niet, zooals op het oogenblik, nu daar nog automaten zijn aangebracht, en indien hij deze- wel moet Ivdienen, dat is als men de automaten ge heel zal afschaffen. Wij zijn het in -deze volkomen eens mei het raadslid Graaf van Lijnden, die inder tijd zei: „Als men hierdoor geen merkbare voordeelen kan behalen, dan ben ik voor afschaffing der automaten, want dan is men ten minste zeker, dat de lantaarns op tijd worden ontstoken en geblus ht, en nu niet." Wij voor ons zouden hiér nog aan too kunnen voegen: „En indien deze bediening dan eens iets te wenseben overlaat, welnu, dan kan men gemakkelijker een menscb controleeren dan een automaat." Als de automaten gced werken, zeggen enkele personen, is het gasverbruik merke lijk minder, want dan worden alle lantaarns gelijk ontstoken op het tijdstip, waarop het noodig is, en wanneer dit moet ge schieden door mensehenhanden, dan kas het niet anders of minstens de helft dei lantaarns brandt, reeds een kwartier vóór dat het nu eigenlijk nocdig zou zijn, en wel, omdat men geruimen tijd vroeger moet be ginnen met de eerste, om met de laatste niet te laat te zijn. Wij zijn het ook met deze personen eens, maar zij zeggen er een goed woord b'-j, na melijk: als deze automaten „goed werken." Juist, als zij goed werken, dan zijn wij het ook met hen eensmaar zoo ver is het nog niet, en als hét eens zoo ver gekomen is, dat de werking daarvan volkomen cor rect is, welnu, dan kan men ze altijd nog aanschaffen. Dit is onze meening van automatische ontstekings- en blnsckapparaten voor gas lantaarns. Gemcoiïieraail van Xegwaartl. Tegenwoordig alle leden. Medegedeeld wordt o. a. dat Koninklijke goedkeuring is verleend op het besluit van Ged. Staten, waarbij de jaarwedde van den gemeente-ontvanger is verhoogd tot f 225, en zulks met ingang van l Jan. 1912. Vastgesteld wordt het suppletoir Kohier van den hoofdclijken omslag voor 1911 tot een bedrag van f &4.30. Hierna komt ter tafel een ontwerp-ver- ordonmg tot heffing van rechten op do verrichtingen van den ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Vroeger werden in deze gemeente nagenoeg alle huwelijken voltrokken op Vrijdag; tegenwoordig wordt daarvoor elke dag gebruikt. Voorgesteld wordt om, met ingang van 1 April 1912, de kostelooze huwelijken te sluiten op Vrij dag; op andere dagen te heffen f 6 ten be hoeve van de gemeentekas. Met algemeene stemmen wordt deze ver ordening vastgesteld. Alsnu komt ter tafel het verzoek van de vereeniging „Volkswoningbouw", alhier, waarbij aan de gemeente gevraagd wordt een voorschot van f 70S2. De bedoeling is 9) Ralph zou niet dulden, dat zij nog één nacht onder hun dak doorbracht, en wilde om verschillende redenen, dat zij vroeg in den avond zou vertrekken. Het was nu reeds vijf uren. Hij hoopte, dat hij vóór het eten nog in de gelegenheid zou zijn een geep rek onder vier oogen met haar te heb ben. Maar niemand dacht er aan de kamer te verlaten en hij begon te vreezen, dat hij óf genoodzaakt zou zijn haar laat in den avond op straat te zetten, óf lijdelijk zou moeten toelaten, dat zij tot den volgenden morgen zijn ouders bedroog. Hij was dus niet weinig verheugd, toen zijn vader opeens plotseling opstond, omdat hij zich eensklaps bedacht, dat hij den tuinman nog eenige orders moest geven. 'En toen zijn moeder zich een oogenblik. later herinnerde, dat zij nog eenige brie ven moest beantwoorden, begreep hij, dat het spoedig tot een oplossing zou komen. Het meisje zat op een gemakkelijk fau teuiltje bij het vuur en hij bleef voor den haard talmen en dralen, tot de dienstbode het theeboeltje had opgeruimd. Zoolang deze in de kamer was, konden zij niet an ders dan over onverschillige onderwerpen spreken. Hij antwoordde haar uiterst be leefd. „Neen, ik ben hier niet voor lang, slechts voor een paar dagen. Maar ik kom natuurlijk zoo dikwijls over als ik eenigs- zins kan." „U hebt hier zeker geen goede gelegen heid om te schilderen. Ik kan mij begrij pen, dat het een heerlijke bezigheid is." „Ja, ik vind h'et ten minste heerlijk." „En Parijs moet een iedale stad zijn om er te werken." „Kent u Parijs?" „Neen, ik ben er nooit geweest. Maar ik stel het mij zeker ten onrechte voor als een plaats, waar iedereen van kunst houdt en waar de menschen zelfs op een geestige manier doodhongeren." „Neen, zoo is Parijs niet." „Dat zal wel niet. Er is zeker even veel ellende als in andere groote steden." „Daar kunt u zeker van zijn, juffrouw Teesdale." De dienstbode verliet- het vertrek. Er volgde een stilte. Met gebiedenden bbk zag hij op haar neer. Toen het geluid der voet stappen in de gang was weggestorven, zei hij opeens op een toon van gezag: „Juffrouw Thorpe, u verlaat vanavond nog dit huis." Zij gaf een onderdrukten kreet; toen kromp zij ineen. Na een poos richtte zij' zich langzaam en met moeite op en ging zonder hem aan te zien en wankelend naar de deuT. „Wacht alsjeblieft een beetje," zei hij streng. „Mijn ouders mogen niet weten, dat men hen zoo heeft bedrogen. LT moet hun uw excuus maken, omdat u zoo onver wacht vertrekt." „Hoe moet ik dat doen?" vroeg zij met zwakke stem. „U moet zeggen, dat u een telegram hebt ontvangen. Ik heb het zoo juist voor u aangenomen. Zij knikte. „Binnen een halfuur zal er een rijtuig voor zijn om u te halen." „Dat behoeft, niet," stamelde zij. „Ik be hoef geen rijtuig te hebben. Ik zal wel te voet gaan. Mijn koffer zal ik wel laten halen." „Neen, u moet heel gewoon, per rijtuig, gaan. Misschien zullen mijn vader of ik u naar den trein brengen, 't Is mogelijk, dat mijn vader er op staat het te doen. Als u tegen dien tijd nw gemak en uw durf nog niet hebt teruggekregen, moet het maar heeten, dat u een slechte tijding hebt ont vangen." Haar hand tastte bevend naar den deur knop. „Ik ben nog niet klaar. Ik wilde weten of u ook eenig geld hebt aangenomen in juffrouw Teesdales naam, sinds u hier bent." Het bloed steeg haar naar het gelaat. „Neen." „En of u ook van plan is het te doen, als mijn vader u straks in het rijtuig wat wil geven." „Ik ben niet van plan diefstal te plegen, mijnheer Hollingsworth." „Is u in uw eer getast? Ik vroeg het u alleen maar, omdat, daar ge u voor een ander uitgeeft, het geld, dat ge in haar naam ontvangt, door haar zou moeten wor den teruggegeven. Dat is alles. Ik zaü u niet langeT ophouden, als ge nu uw koffers wilt pakken." „Weet ge zeker, dat ge klaar zijt me te vernederen?" Zij zag hem bevend aan. „Vernederen? Een meisje, dat de hulp, die een man haar heeft verleend, zoo schan delijk vergeldt, mag geen aanspraak maken op respect. U hebt van mijnheer Bartons edelmoedigheid partij weten ie trekken om in het huis van zijn familieleden te drin gen en de menschen te beliegen en te be driegen." „Ik ben hier niet naar binnen gedron gen; men heeft mij aangezet om te komen." „En u deedt die laagheid zonder te be denken, hoeveel verdriet u hem en zijn vrouw bezorgde?" „Dat is niet waar." „Praat nu geen onzinU is geen oner varen, onnadenkend meisje; u weet, dat, als alles uitkwam, hij, als getrouwd man, het meest van de gevolgen te lijden zou hebben, en dat uw komst hier de zaak nog moeilijker en ingewikkelder zou maken. Maar u hoopte, dat er niets zou uitkomen, vóór u goed en wel vertrokken was; wat er dan gebeurde kon u niet schelen. Om een paar weken lang een lui, gemakkelijk le ventje te kunnen leiden, was u bereid het geluk van een man, die u de grootste goed heid bewezen heeft, op het spel te zetten." ,,Ik zeg u, dat het niet waar is. Ik dacht niet, dat het hem kwaad of goed zou doen. Hij had mij voorgesteld als juffrouw Tees dale. Zoodra de gedachte in hem opkwam deed hij het! Ik wist, dat hij woedend zou zijn, als hij hoorde, dat ik hier was. Ik vreesde vernederd te zullen worden, zooals gij mij nu vernederd hebt; maar op dat oogenblik dacht ik, dat ik de eenige was, die er last of onaangenaamheid van kon hebben." „Op welk oogenblik?" „Het oogenbik, waarop men mij opdrong hier te komen." „Zelfs al was u even traag van begrip als u zegt, dan nog hadt u later meer dan genoeg tijd om na te denken." „Dat had ik niet. Uw moeder telefo neerde mij 's morgens om mij te doen we ten, dat ik op staanden voet moest komen."' „Telefoneerde? Waarheen?" „Naar het Oriental-Hotel, den morgen nadat zij mij had ontmoet." „Hoe kon zij u. telefoneeren naar het Oriental-Hotel? De heer Barton had geen kamer besproken voor juffrouw Teesdale." „Zij kon mij ook niet telefoneeren; maar zij vroeg naar mevrouw Lee.'' „Vond zij het niet heel vreemd, dat men, in het hotel niets afwist van juffrouw Teesdale?" „Zij leidde er uit af, dat de kamer op den naam van den heer Barton stond. Vraag uw moeder zelf maar of ik dadelijk bereid was te komen. Vraag haar zelf maar hoeveel moeite het kostte mij over te halen. Ik stond op het punt om weg te gaan. Ik had nog twee gulden op zak om van te leven, tot ik werk had gevonden. Londen zag zwart van den mist. En toen kwam opeens haar boodschap. „Het is ellendig weer," zei zij; „u moet vandaag niet rei zen." Ik telefoneerde terug, dat ik weg m o e 8 t. Toen vroeg zij mij om een dag of veertien bij haar te komen logeeren. Weer zei ik, dat ik niet kom „Dan een week," -zei zij. Ik antwoordde, dat het onmogelijk was. „Nu, kom dan voor een dag." En oók dat wilde ik niet doen. Ik bleef zeggen, dat ik onmogelijk kon. Maar men rustte f.Cefc vóór ik „ja" had gezegd. Eindelijk.Jcwam ook uw vadeT aan de telefoon. En terwjjl ik bleef weigeren, zag ik steeds de sombere, donkere straten voor mij, en in de vertx* bleven die stemmen mij overreden en mij gastvrijheid aanbieden." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 13