IiEIBBöH BAGBLA», Zaterdag- SO ©ece-mbe-r. Tweed© Blad.
Asm© 1911.
Offieieele Kennisgeving.
B'>
PERSOVERZICHT.
Uit Xdsse.
FEUILLETON.
Alleen in een groote stad.
No. 15908.
KENNISGEVING.
In&clii'Sjving voor d© Militie.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gelet op art. 17 der gewijzigde en aan
gevulde Militiewet 1901 op art. 9 van het
gewijzigde en aangevulde Kon. besluit van
2 December 1901 (Staatsblad No. 230)
Herinneren belanghebbenden, geboren in
liet jaar 1893, bij deze voor de tweede maal
hun verplichting tot heb doen van aangifte
ter inschrijving vopr de militie in de maand
Januari 1912.
Voofts worden belanghebbenden verwit
tigd, dat tot de bovenbedoelde inschrijving
.meer bepaald zitting gehouden zal worden
in het Raadhuis (Kamer No. 9) alhier van
des voormiddags tien uren tot des namid
dags drie uren,
Op Dinsdag 2 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met do lettor A ot
B, tot en met BI.;
op Donderdag 4 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter B, van
Bo af, of C;
op Zaterdag 6 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter D, 15,
F of G;
op Dinsdag 9 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter H, I
of J;
op Donderdag 11 Jan, v or hen wier fa
milienaam aanvangt met de letter K
op Zaterdag 13 Januari, voor hen wier *a-
milienaam aanvangt met de letter L of M
op Dinsdag 16 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter N, O of
P;
op Donderdag 18 Jan., voor hen wier fa
milienaam aanvangt met de letter Q, R of
op Zaterdag 20 Januari, voor hen wier
familienaam aanvangt met de letter T, U
of V;
op Dinsdag 23 Januari, voor hen wier
familienaam aanva _t met de letter W, X,
Y of Z;
zullende van eikei.n, die tot de aangifte
verplicht is, een uittreksel uit het geboorte
register betreffende den in te schrijven per
soon of de overlegging van het huwelijks
boekje van diens ouders worden gevorderd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N, C. DE GT-TSF.LA A R
Burgemeester.
VAN STRTJEN. Secretaris.
Leiden, 30 December 1911.
Zooals men weet is het amendement-
Brummelkamp, om de benoeming van een
•zesdenhoogieeraar aan de The o-
logische faculteit der L e i d-
sclie Universiteit te schrappen,
verworpen. De loop der zaken is, zegt ,,D e
Stichtsche Courant" uit anti-
revolutionnair oogpunt te betreuren.
Dat de nieuwe hoogleeraar niet aan de
letterkundige, maar bij de „theologische"
faculteit zal benoemd worden, is, dit geven
wij den Minister toe, een uitvloeisel van
de wet op het Hooger Onderwijs.
Maar waartoe was deze*versterking noo
dig?
De gch'eele theologische faculteit aan de
tegenwoordige Rijks-Universiteit bestaat in
strijd met het Anti rev. beginsel. En vooral
de Leidsche faculteit is altijd geweest en is
nog de burcht van het Modernisme. Vooral
die faculteit heeft de Kerk zoo ontzettende
schade toegebracht en zij gaat daarmee nog
voort. W?.arom die faculteit nu te gaan ver
sterken met een zesden hoogleerar?
De Minister deed gevoelen, dat de,man,
dien hij op 't oog heeft, Orthodox is. Maar
was dit niet een reden te meer, om hem te
Utrecht te benoemen, dat bovendien nog
slechts vier theologische professoren heeft?
Aan de Leidsche faculteit zal die nieuwe
hoogleeraar vermoedelijk weinig invloed
ten goede oefenen, niet alleen omdat hij er
de eenige rechtzinnige zal zijn, maar ook
omdat het vak, dat hij doceeren zal, daar
toe niet meewerkt.
De Minister heeft nu in uitzicht gesteld,
dat ook de Utrechtsche Universiteit een
hoogleeraar in hetzelfde vak zal ontvangen.
Maar, zegt het blad, het is de vraag of er
dan een rechtzinnig man beschikbaar zal
zijn, en ook of, als he-t zoo ver is, minister
Heemskerk niet door een liberaal Minister
zal vervangen zijn.
In een driestar De Katholieke
Universiteit zegt „H et Cen-
fc.ru m"
De vraag, waar de katholieke universiteit
van Nederland verrijzen zal, vormt nog
steeds een onderwerp van polemiek tus-
sch'en eenige katholieke bladen.
Zooals men weet, wc-rd reeds gepleit voor
Den Bosch, Tilburg, Maastricht en Nijme
gen.
In den laatsten tijd gaat de „.strijd"
voornamelijk tusschen Nijmegen en Tilburg.
,,D _e Nieuwe T i 1 b u rgs ch e" houdt
de banier hoog voor de stad barer inwo
ning.
,,D e Gelderland® r" pleit voor de
-schoone Waalstad.
Wij zullen ons in dezen wedijver niet
mengen, te minder, daar hij ons wel wat
voorbarig lijkt.
Alleen zouden wij de opmerking willen
maken, of het nu wel als een u i t g e-
maakte zaak moet worden beschouwd,
dat te eeniger tijd want er kan voorloo-
pig nog slechts van toekomstmuziek sprake
zijn onze hoogeschool in het- Zuiden
zal verrijzen.
Wij willen liier geen pleidooi houden voor
eenige noordelijk, of in het centrum des
lands gelegen plaats, ook niet voor de
hoofdstad.
Maar het zou toch minder juist zijn,
dunkt ons, wanneer men de Katholieke
Universiteit, alleen omdat zij- Katholiek is,
bij voorkeur als een zaak van het Zuiden
ging beschouwen.
De meerderheid van Nederlands Katho
lieken woont niet beneden, maar benoorden
den Moerdijk.
Een omstandigheid, waarmee wij geens
zins willen te kennen geven, dat die- noor
delijk wonenden op eenig voorrecht of pre
rogatief zouden kunnen aanspraak maken
maar die toch ook niet aan de zuidelijk wo
nende minderheid, hoe sterk en dicht aan-
eengeschaard ook, bijzondere aanspraken
verleent.
Teleurgestelde afmaakïu&t
plaatst „D e Standaar d" boven het
volgende
Het kabaal bij Marine overtrof ditmaal
al wat onze Kamer dusver aan oppositie-
lawaai beleefd had. Het liep zóó grof, dat
de Voorzitter schorsen moest.
Er broeide en brandde blijkbaar passie.
Men had .zich voorgesteld ditmaal bij de
Begrootingsdiscussiën althans één Minister
omhals te 'kunnen brengen, en de Minister
van Marine was daarvoor sinds September
j.l. uitgekozen en gccondemneerd.
O vertalrijk was men dan ook opgekomen,
en. boen men met de duurte klaar w;as, zou
het spektakel beginnen. Er vlamde iets in
de oogen van politieken moordlust. Het of
fer was aangewezen. Samen zou men met
het groote sïachtersmes op den pecondem-
neerde aanvallen. De arm zette den zwaai
met het mes zelfs in.
Nog enkele oogenblikken en het neerge
slagen offer zou langs den grond rollen.
Op een motie was men voorbereid. Die
kon niet uitblijven. Dr. Kuyper diende
haar in. Het verzoek, in die motie ge
daan, zoo wist men te verzekeren, zou
zeker v orden afgewezen. En dan zou ao
slag vallen.
En daar keerde opeens de kans.
Kalm stond de heer Wentholt op, en zei,
dat hij wel met de motie meeging*.n
toen brak de woede los. De passie kon
zich niet inhouden. Het oficr ontsnapte,
en moest zonder voldongen slachting in
het nieuwe jaar overgaan. En toen be
gonnen de socialisten te huilen van kwaad
aardigheid. En natuurlijk..,de heet-
bloed-Liberalen huilden mee.
Toch oordeele men hier niet tc hard over.
Voor de vrienden van 't vorig Kabinet is
de heer Wentholt... een renegaat, die *'n
hun Kabinet zat en nu in dit Kabinet over
ging. Dat was eens, maar dat moest geen
tweeden keer gebeuren. En met het cog
daarop nu moest zoo helsch lawaai ingezet.
Eéns voor goed moest elk Minister van e<m
Linksch Kabinet weten, dat hij met de Link-
sche groep te staan of tc vallen had.
En of men nu al zegt, dat dit bij Oorlog,
Marine en Waterstaat, als technische De
partementen, toch niet hoeft toegegeven
moet, dat in onzen goeden tijd heel het Be
wind derwijs vérpolitiekt is, dat de esca
pade van voorheen niet wel meer gelden
kan.
„D e Standaard" schrijft over G e-
meente financiën eu O pen-
b a a r O n d e r w ij s
Van meer dan één zijde is er in de Tweede
Kamer, èn van de Ministerstafel, ën van Je
ledenbanken, beweerd, dat dc verruiming
van de Gemeente-financiën geen gevaar
oplevert, voor een 6tcrker concurrentie,
door het Openbaar Onderwijs aan het Bij
zonder Onderwijs aan te doen
Nu verstaan we tweeërlei uitnemend.
Ten eerste, dat, ook al bestond dit ge
vaar, daarom toch de verbetering en ver
ruiming der Gemeente-financiën niet mag
uitblijven, en ten andere, dat op het platte
land bedoeld gevaar veel mind ?r dreigt.
Van dit laatste was dan ook geen sprake.
Er was sprake uitsluitend van de groo
te steden, die zeer dringCDd verrui
ming van middelen noodig hebben, wijl „n-
ders zelfs haar krediet gevaar tkan loop°n.
Doch wie zal nu ontkennen, dat de zucht
om het Openbaar Onderwijs.op hooger voet
in te richten, juist in de groote steden odo
onweerstandelijk werkt, dat men, niette
genstaande de financiën, zwak stonden, toch
steeds doorging met het uitzetten van de
uitgaven voor dit onderwijs1?
Wie voor enkele maanden de zeer pre
cieze opgaven hierover in de „Sticht-
j s c h e C o u r a n f' op dit pnnt gevolgd
heeft, kan hierover niet meer in twijfel ver.
keeren, en zal nimmer toestemmen, dat d>t
enk-el aan de uitgaven voor houw lag. Zeer
zeker ook in den bouw lag schro-melijike over
drijving. De openbare scholen, die óf leeg
staan, óf slechts reer dun bevolkt zijn, ne
men hand over hand toe. Maar zeker niel
minder in het oog loopend was de zucht om
de salarissen op te drijven, het peil der ak
ten te verhoogen, de bewaarscholen uit te
breiden, en het schoolgeld te verlagen.
Nu vond dt dusver dan nog zekere stui
ting in den min goeden toestand der mid
delen. Doch juist daarom staat het-dan ook
te vreezen, dat verruiming der middelen
den laatsten breidel zal wegnemen, en de
concurrentie nogmaals voor ons zal opdrij
ven,
Ook over het schoolwezen in dc armelijke
streken in Drente en Overijsei bleef elk be
ter Jicht uit. Hot kan me£ billijk ziin, dat
het 1 vijk aan de gemeenten in. deze arme
streken hoogï extra-subsidies verleent, (.ot
f 70,000 's jaars, en zeven ton in het geheel,
terwijl het Bijzonder Onderwijs van elk
extra verstoken is, Het feit, dat aan dë
Gemeente-financiën zoo belangrijk moet bij
gesprongen, toont, dat de bewoners van de
ze streken niet kunnen bijpassenen nu
laat men de voorstanders van het Bijzonder
Onderwijs eerst meebetalen in de zware
kosten voor het Openbaar Onderwijs, r-n
dan nog moet alles voor het Bijzonder On
derwijs, wat extra-karakter draagt, uit par
ticuliere fondsen worden gevonden.
De motie van Almelo is in dit opzicht
welsprekend.
Naar bekend is, heeft, de rechtbank te
Amsterdam de gemeenteverordening van
Amsterdam in zake de w i n 1c e 1 s 1 u i-
fcing als verbindbaar aangenomen.
„D e Maasbode" maakt met genoe
gen melding van deze uitspraak, „omdat
er uit blijkt, dat, moge eenig onderdeel der
rechterlijke macht zich al eens in haar taak
vergissen, de rechter zich als zoodanig by
ons te lande aan zijn loffelijke gewoonte
houdt, om zich geen gezag aan te matigen,
dat niet het zijne is."
Vermoedelijk zullen de overtreders der
verordening, wien het er om te doen is
dozen overheidsmaatregel onmogelijk te
maken, nog wel in hooger beroep gaan,
doch ,,De Maasbode" acht dat geheel
overbodige moeite, want het vraagstuk is
h. i. te duidelijk, om er meer dan één prin
cipieele beslissing over uit te lokken.
„Want wij gelooven nooit, dat de Ilooge
Raad er voor te vinden zal zijn, zioh een
i hem vreemde taak n. 1. het gebied der
gemeentehuishouding vast te gtellen te
laten aanleunen.
Door de poging, om den rechter te intiuii-
I deeren, met hun besliste houding, zouden
de overtreders verkeerd doen, want dan
willen zij in hun strijd tegen de verorde
ning den rechter betrekken, die er niet
mee te maken heeft.
Deze, over een zuiver staatkundige vraag
loopendo kwestie, moet op geheel ander
terrein worden uilgevochten. Het- gaat al
leen om de vraag of do werkelijke of ver
meende particuliere belangen van eenige
burgers niet wat te veel zijn opgeofferd
aan het. werkelijke of \crmeendc algemeen
belang der gemeente.
Het debat daarover is dus van zuiver po
litieken aard en de getroffen burgers m©-
gen zich wel politiek tegen deze verorde
ning verzetten. Met dien verstande natuur
lijk, dat zij overtuigd moeten zijn van de
noodzakelijkheid, cm onder omRtaiulighedeo
hun particuliere belangen aan het alge
meen belang te offeren.
Doch om dezen strijd te beslechten mag
de rechter niet misbruikt, of de juiste be
ginselen der rechtspraak in gevaar ge
bracht worden. Wij zijn er om verheugd,
dat de rechter de gemeentelijke autonomie
niet heeft willen aantasten. Dat wil echter
niet zeggen, dafc wij ons zouden neerleggen
bij alle willekeurige gemeentelijke wetge
ving. Doch daar moet- met politieke midde
len tegen gewerkt worden, niet door mid
del van den rechter."
in.
De automatische ont-stekings- en blusch-
ap par aten op de gaslantaarns hier ter
plaatse wij zijn er aJlen reeds geruimen
tijd getuigen van geweest werken r.og
lang niet zooals men dit billijkerwijze mag
verwachten. Op de gaslantaarn op den Sta
tionsweg heeft men nu zoowat een halfjaar
lang het z.g. droge systeem gehad; maar
de werking van deze automaten was in een
woord treurig, zoodat men wijs heeft ge
daan deze aan den fabrikant terug te zen
den met een hartelijke dankbetuiging voor
het vrije gebruik daarvan, en met de op
merking, dat men ze niet wensen te aan ie
schaffen. Of zij werkelijk niet deugden, wij
durven het niet zeggen, maar vanwege dc
fabriek heette hef: men heeft hier aan de
gasfabriek geen verstand van die dingen.
Best mogelijk, maar als er dan zooveel ken
nis van zaken noodig is, als de fabrikant
hiermede wilde zeggen, clan is het toch ook
nog maar goed, dat men ze heeft opge-
do-ekt.
Nu hebben wij weer een ander model, na
melijk uurweilkautomaten.
Deze worden niet, zooals de eerstgenoem-
den, door een verhoogden druk op den re
gulateur van uit de fabriek bediend, maar
de benaming zegt het reeds: door een uur
werk wordt de werking veroorzaakt.
Wij hebben den gasdirecteur eens hooren
beweren, dat hij van deze automaten over
heb algemeen een gunstiger resultaat ver
wachtte, maar dat hij ook verwachtte, dat
deze uurwerken veelvuldige reparation zou
den behoeven, omdat hij deze op één lijn
stelde met gewone uurwerken. Bovendien
moeten deze automaten met het korten of
lengen der dagen, al naar gelang het gas
licht ontstoken moet worden, versteld wor
den
Met andere woorden: de werking van de
ze automaten kan wel goed zijn, mits ie
uurwerken steeds zuiver loopen, dus niet
vóór of achter, zooals men dab noemt. En
doordat het in-werking-stellen hiervan pre
cies gelijk is aan de werking van een ge
wonen wekker, die, zooals wij weten, ge
steld most worden op het uur, waarop men
den wekker wil laten „afloopen", moetea
dus deze automaten geregeld gesteld wor
den op het tijdslij), waarop men de gaslan
taarns wil doen ontsteken of blusscken. liet
regelen voor liet blusschen geldt natuurlijk
alleen voor de nachtlantaavns, omdat Je
gewone lantaarns altijd op hetzelfde uui
worden gebluso'at.
Men ziet, al loopen de uurwenken zuiver,
toch behoeven deze automaten een geregel
ds bediening van personeel.
Behalve dat ook deze automaten nog lang
niet correct wc-rken, op het oogcnblik ten
minste, hebben de gascomnrssïe en B. en
Ws. er zich blijkbaar ook geen al te nocgo
verwachtingen van gesteld, want in de
laatstgehouden Raadsvergadering heeft
men de nog openstaande plaats van den
derden lantaarnopsteker maar aangevuld.
Deze vacature had men met het oog op de
cventueele aanschaffing van dergel ijko
automaten nog open gelaten.
Dat de gasccmmissie en B. en Ws. er
geen groote verwachtingen van kocvd-eTen
blijkt, dunkt- ons, ook uit- het feit, dat men
liet salaris van dezen derden lantaarnop
steker verschillend heeft vastgesteld, name
lijk voor het geval dat hij den Stationsweg
en de nachtlantaarns niet, zooals op het
oogenblik, nu daar nog automaten zijn
aangebracht, en indien hij deze- wel moet
Ivdienen, dat is als men de automaten ge
heel zal afschaffen.
Wij zijn het in -deze volkomen eens mei
het raadslid Graaf van Lijnden, die inder
tijd zei: „Als men hierdoor geen merkbare
voordeelen kan behalen, dan ben ik voor
afschaffing der automaten, want dan is men
ten minste zeker, dat de lantaarns op tijd
worden ontstoken en geblus ht, en nu niet."
Wij voor ons zouden hiér nog aan too
kunnen voegen: „En indien deze bediening
dan eens iets te wenseben overlaat, welnu,
dan kan men gemakkelijker een menscb
controleeren dan een automaat."
Als de automaten gced werken, zeggen
enkele personen, is het gasverbruik merke
lijk minder, want dan worden alle lantaarns
gelijk ontstoken op het tijdstip, waarop
het noodig is, en wanneer dit moet ge
schieden door mensehenhanden, dan kas
het niet anders of minstens de helft dei
lantaarns brandt, reeds een kwartier vóór
dat het nu eigenlijk nocdig zou zijn, en wel,
omdat men geruimen tijd vroeger moet be
ginnen met de eerste, om met de laatste
niet te laat te zijn.
Wij zijn het ook met deze personen eens,
maar zij zeggen er een goed woord b'-j, na
melijk: als deze automaten „goed werken."
Juist, als zij goed werken, dan zijn wij
het ook met hen eensmaar zoo ver is het
nog niet, en als hét eens zoo ver gekomen
is, dat de werking daarvan volkomen cor
rect is, welnu, dan kan men ze altijd nog
aanschaffen.
Dit is onze meening van automatische
ontstekings- en blnsckapparaten voor gas
lantaarns.
Gemcoiïieraail van Xegwaartl.
Tegenwoordig alle leden.
Medegedeeld wordt o. a. dat Koninklijke
goedkeuring is verleend op het besluit van
Ged. Staten, waarbij de jaarwedde van
den gemeente-ontvanger is verhoogd tot
f 225, en zulks met ingang van l Jan. 1912.
Vastgesteld wordt het suppletoir Kohier
van den hoofdclijken omslag voor 1911 tot
een bedrag van f &4.30.
Hierna komt ter tafel een ontwerp-ver-
ordonmg tot heffing van rechten op do
verrichtingen van den ambtenaar van den
Burgerlijken Stand. Vroeger werden in
deze gemeente nagenoeg alle huwelijken
voltrokken op Vrijdag; tegenwoordig wordt
daarvoor elke dag gebruikt. Voorgesteld
wordt om, met ingang van 1 April 1912,
de kostelooze huwelijken te sluiten op Vrij
dag; op andere dagen te heffen f 6 ten be
hoeve van de gemeentekas.
Met algemeene stemmen wordt deze ver
ordening vastgesteld.
Alsnu komt ter tafel het verzoek van de
vereeniging „Volkswoningbouw", alhier,
waarbij aan de gemeente gevraagd wordt
een voorschot van f 70S2. De bedoeling is
9)
Ralph zou niet dulden, dat zij nog één
nacht onder hun dak doorbracht, en wilde
om verschillende redenen, dat zij vroeg in
den avond zou vertrekken. Het was nu
reeds vijf uren. Hij hoopte, dat hij vóór het
eten nog in de gelegenheid zou zijn een
geep rek onder vier oogen met haar te heb
ben. Maar niemand dacht er aan de kamer
te verlaten en hij begon te vreezen, dat hij
óf genoodzaakt zou zijn haar laat in den
avond op straat te zetten, óf lijdelijk zou
moeten toelaten, dat zij tot den volgenden
morgen zijn ouders bedroog.
Hij was dus niet weinig verheugd, toen
zijn vader opeens plotseling opstond, omdat
hij zich eensklaps bedacht, dat hij den
tuinman nog eenige orders moest geven.
'En toen zijn moeder zich een oogenblik.
later herinnerde, dat zij nog eenige brie
ven moest beantwoorden, begreep hij, dat
het spoedig tot een oplossing zou komen.
Het meisje zat op een gemakkelijk fau
teuiltje bij het vuur en hij bleef voor den
haard talmen en dralen, tot de dienstbode
het theeboeltje had opgeruimd. Zoolang
deze in de kamer was, konden zij niet an
ders dan over onverschillige onderwerpen
spreken. Hij antwoordde haar uiterst be
leefd. „Neen, ik ben hier niet voor lang,
slechts voor een paar dagen. Maar ik kom
natuurlijk zoo dikwijls over als ik eenigs-
zins kan."
„U hebt hier zeker geen goede gelegen
heid om te schilderen. Ik kan mij begrij
pen, dat het een heerlijke bezigheid is."
„Ja, ik vind h'et ten minste heerlijk."
„En Parijs moet een iedale stad zijn om
er te werken."
„Kent u Parijs?"
„Neen, ik ben er nooit geweest. Maar ik
stel het mij zeker ten onrechte voor
als een plaats, waar iedereen van kunst
houdt en waar de menschen zelfs op een
geestige manier doodhongeren."
„Neen, zoo is Parijs niet."
„Dat zal wel niet. Er is zeker even veel
ellende als in andere groote steden."
„Daar kunt u zeker van zijn, juffrouw
Teesdale."
De dienstbode verliet- het vertrek. Er
volgde een stilte. Met gebiedenden bbk zag
hij op haar neer. Toen het geluid der voet
stappen in de gang was weggestorven, zei
hij opeens op een toon van gezag:
„Juffrouw Thorpe, u verlaat vanavond
nog dit huis."
Zij gaf een onderdrukten kreet; toen
kromp zij ineen. Na een poos richtte zij'
zich langzaam en met moeite op en ging
zonder hem aan te zien en wankelend naar
de deuT.
„Wacht alsjeblieft een beetje," zei hij
streng. „Mijn ouders mogen niet weten,
dat men hen zoo heeft bedrogen. LT moet
hun uw excuus maken, omdat u zoo onver
wacht vertrekt."
„Hoe moet ik dat doen?" vroeg zij met
zwakke stem.
„U moet zeggen, dat u een telegram
hebt ontvangen. Ik heb het zoo juist voor
u aangenomen.
Zij knikte.
„Binnen een halfuur zal er een rijtuig
voor zijn om u te halen."
„Dat behoeft, niet," stamelde zij. „Ik be
hoef geen rijtuig te hebben. Ik zal wel te
voet gaan. Mijn koffer zal ik wel laten
halen."
„Neen, u moet heel gewoon, per rijtuig,
gaan. Misschien zullen mijn vader of ik u
naar den trein brengen, 't Is mogelijk, dat
mijn vader er op staat het te doen. Als u
tegen dien tijd nw gemak en uw durf nog
niet hebt teruggekregen, moet het maar
heeten, dat u een slechte tijding hebt ont
vangen."
Haar hand tastte bevend naar den deur
knop.
„Ik ben nog niet klaar. Ik wilde weten
of u ook eenig geld hebt aangenomen in
juffrouw Teesdales naam, sinds u hier
bent."
Het bloed steeg haar naar het gelaat.
„Neen."
„En of u ook van plan is het te doen,
als mijn vader u straks in het rijtuig wat
wil geven."
„Ik ben niet van plan diefstal te plegen,
mijnheer Hollingsworth."
„Is u in uw eer getast? Ik vroeg het u
alleen maar, omdat, daar ge u voor een
ander uitgeeft, het geld, dat ge in haar
naam ontvangt, door haar zou moeten wor
den teruggegeven. Dat is alles. Ik zaü u
niet langeT ophouden, als ge nu uw koffers
wilt pakken."
„Weet ge zeker, dat ge klaar zijt me
te vernederen?" Zij zag hem bevend aan.
„Vernederen? Een meisje, dat de hulp,
die een man haar heeft verleend, zoo schan
delijk vergeldt, mag geen aanspraak maken
op respect. U hebt van mijnheer Bartons
edelmoedigheid partij weten ie trekken om
in het huis van zijn familieleden te drin
gen en de menschen te beliegen en te be
driegen."
„Ik ben hier niet naar binnen gedron
gen; men heeft mij aangezet om te komen."
„En u deedt die laagheid zonder te be
denken, hoeveel verdriet u hem en zijn
vrouw bezorgde?"
„Dat is niet waar."
„Praat nu geen onzinU is geen oner
varen, onnadenkend meisje; u weet, dat,
als alles uitkwam, hij, als getrouwd man,
het meest van de gevolgen te lijden zou
hebben, en dat uw komst hier de zaak nog
moeilijker en ingewikkelder zou maken.
Maar u hoopte, dat er niets zou uitkomen,
vóór u goed en wel vertrokken was; wat er
dan gebeurde kon u niet schelen. Om een
paar weken lang een lui, gemakkelijk le
ventje te kunnen leiden, was u bereid het
geluk van een man, die u de grootste goed
heid bewezen heeft, op het spel te zetten."
,,Ik zeg u, dat het niet waar is. Ik dacht
niet, dat het hem kwaad of goed zou doen.
Hij had mij voorgesteld als juffrouw Tees
dale. Zoodra de gedachte in hem opkwam
deed hij het! Ik wist, dat hij woedend zou
zijn, als hij hoorde, dat ik hier was. Ik
vreesde vernederd te zullen worden, zooals
gij mij nu vernederd hebt; maar op dat
oogenblik dacht ik, dat ik de eenige was,
die er last of onaangenaamheid van kon
hebben."
„Op welk oogenblik?"
„Het oogenbik, waarop men mij opdrong
hier te komen."
„Zelfs al was u even traag van begrip
als u zegt, dan nog hadt u later meer dan
genoeg tijd om na te denken."
„Dat had ik niet. Uw moeder telefo
neerde mij 's morgens om mij te doen we
ten, dat ik op staanden voet moest komen."'
„Telefoneerde? Waarheen?"
„Naar het Oriental-Hotel, den morgen
nadat zij mij had ontmoet."
„Hoe kon zij u. telefoneeren naar het
Oriental-Hotel? De heer Barton had geen
kamer besproken voor juffrouw Teesdale."
„Zij kon mij ook niet telefoneeren; maar
zij vroeg naar mevrouw Lee.''
„Vond zij het niet heel vreemd, dat men,
in het hotel niets afwist van juffrouw
Teesdale?"
„Zij leidde er uit af, dat de kamer op
den naam van den heer Barton stond.
Vraag uw moeder zelf maar of ik dadelijk
bereid was te komen. Vraag haar zelf maar
hoeveel moeite het kostte mij over te halen.
Ik stond op het punt om weg te gaan. Ik
had nog twee gulden op zak om van te
leven, tot ik werk had gevonden. Londen
zag zwart van den mist. En toen kwam
opeens haar boodschap. „Het is ellendig
weer," zei zij; „u moet vandaag niet rei
zen." Ik telefoneerde terug, dat ik weg
m o e 8 t. Toen vroeg zij mij om een dag of
veertien bij haar te komen logeeren. Weer
zei ik, dat ik niet kom „Dan een week,"
-zei zij. Ik antwoordde, dat het onmogelijk
was. „Nu, kom dan voor een dag." En oók
dat wilde ik niet doen. Ik bleef zeggen, dat
ik onmogelijk kon. Maar men rustte f.Cefc
vóór ik „ja" had gezegd. Eindelijk.Jcwam
ook uw vadeT aan de telefoon. En terwjjl ik
bleef weigeren, zag ik steeds de sombere,
donkere straten voor mij, en in de vertx*
bleven die stemmen mij overreden en mij
gastvrijheid aanbieden."
(Wordt vervolgd.)