VQDR DEJEUGD
Anekdoten.
Oplossingen der Raadsels.
Goede oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
Anno 1911.
jrn
V
Mil l hul m
v li-IDSCH DAGB1AD
ïi.* *-Aj» t tL' i dL»t tk*iL» t «JL? *Jl» t JLf a»JL» a *Jl* a«JL4 t tJJTLL't»Jls a
De Zonnebloem en de
Vlinders.
De eerste tabakspijpen.
De pijpen, die door de Indianen werden
gebruikt, hadden den vorm van een bolle
vork, waarvan zij de tanden in de neusga
ten staken, terwijl zij het Ir echte rv Tm. g
«ind over een bekken hielden, waarop
droge tabaksbladen Btonden te rookeu.
Qp die manier ademden zij den rook in.
Zoo vcmden de Spanjaarden tenminste
de gebruiken onder de Indianen toen rij
pas Amerika ontdekt hadden.
De Mexikanen gebruikten rieten pijpen
die mot bloemen en dieren beschilderd
waren en kunstig met goud versierd wer
den. Zij mengden onder hun tabak nog
rozenbladeren, of welriekende hars.
Ingez. door „Herderinnetje."
Een lastige opdracht.
Veldwachter; „Burgemeester, ik kom
awes vertellen, als dat ik een halve gek ge-
«r.e.teerd heb op het plein. Ik het 'em in
't wachthuissie gebracht. Wat belieft uwes
Verders, dat ik doen zal!"
Burgemeester: „Zie, dat je de andere
belft in 't oog houdt."
Zeluzame boeken.
„Gij verkoopt zieldzame boeken? Maar,
ik zie er geen een."
„Wel, deze boeken zijn zoo zeldzaam, dat
ik er zelf geen een vinden kan."
Een slimmerd.
'Agent: (tot een wielrijder die geen licht
op heeft) „Halt, je hebt geen licht op. Je
Saam."
Wielrijder: „Vraag dien maar aan je con
frater, ik ben nu al voor de zesde maal op
geschreven, omdat ik geen lioht opheb."
Agent: „O, dam hoef ik het niet te doen,
dan zullen we je wel vinden."
Wielrijder (terwijl hij er de sokken in-
Set) „Dat lukt."
Op een zeer fijn concert, waar de entree
prijs f 2.50 bedroeg zaten twee dames onder
de uitvoering in druk gesprek. De muziek
ging harder, zoodat de dames steeds luider
tot elkaar spraken. Plotseling, na een zeer
hard gedeelte, hadden alle musici twee ma
ten rust, en hoorde men, tot algemeen ver
maak der toeschouwers een der dames roe
pen: „Ik bak ze altijd met boter,"-
Ingez. door Johanna Parlevliet, te Zoete r-
woude.
Volgens program.
Kleine Anne: „Als je niet ophoudt dan
zeg ik het aan mama, en die zegt het aan
papa, en dan geeft papa je slaag."
Kleine Piet: „En dan ga ik schreeuwen,
'en dan komt grootmoe, en dan krijg ik oho-
oolaadjes, en dan krijg jij er niets van
mee."
i.
Zaterdagavond.
IL
Breuk.
III.
Sinterklaas.
J. en Greta van der Mark, Koos Plu,
Huig en Johan Kranenburg, „Hannibal",
„Dagbloem", „Dierenvriend", ,,'t Pleeg-
soontje", W. Gros, Dirk Houthof, Johan
nes Fabel, G. J. Boter, Mathilda Leening,
„Adelborst", „Regenboog", Hendrik van
den Heuvel, Aagje en Keeltje Scharloo,
Cornelia Stafleu, Geertruida Stoeke,
„Schenkeltje", „Duinroosje", Herman
Renier, „Bollenkweeker", „Kleine Zeeoffi
cier", „Herderinnetje", „Clasina", Tom
Rees, „Piet Hein", C. L. Janssen, „Avond
ster", E. G. van Heusden, Mien v. d. Vel
den, „Varentje", Jacobus Valentgoed, Joh.
en Adri Wempe, „Jan Vroolijk", „Kaptein
Marryat", „Juliana", Goudvischje",
Betsy de Vlieger, „Stormvrouwtje", „Vroo-
lijke Rina", „Wandelend takje", Albert de
Neef, Joh. Overduin, Jan van Dokkum,
Jan en Janna van Weizen, Gustaaf en
Cato Delfos, Herman Habraken, Anna Ha-
braken, Jansje Verhoef, Antoon en Anna
Hoogeveen, Anna Blom, „Lelie der Dalen",
Henri Romanesko, „Robinson Crusoë",
Alfda en Jacob Langeveld, „Het Matroos
je", te Leiden.
Hendrik en Cornelia van der Hoogt,
Hendrik en Berber de Vries, Willemina
Groenheide te A 1 p h e n.
Grietje van Ommering, te Hazers-
w o u d e.
„Vivia", te Koudekerk.
P. Marseille, Arie en Bram Moolenaar,
Lists
Albsrtus Meyers, Wilhelmina Meyers, te
N o o r d w ij k.
Catharina van Klaveren, te R ij n s-
b u T g.
B. Koning, Cornells Honig, te Voor
schoten.
„Koba en Mina", te Warmond.
„Vergeet-mij-nietje", Willem van der
Stoel, K. G. van Ammers, Arie van Santen,
te Wassenaar.
Johanna van Tilburg en Aartje Parle
vliet, te Zoeterwoude.
Prijzen vielen ten deel aan: „Vroolijko
Rina", Dirk Houthof, te L e i d e n, en Jo
hanna Parlevliet, te Zoeterwoude.
„Lelie der Dale n". Ja meisje, ik
ben het met je eene dat het Kerstfeest een
heerlijk feest is. Wij neren het ook altijd
zoo luisterrijk mogelijk, want dan is de
familie geheel compleet. Aan St.-Nioolaas
doen we daarentegen niets.
W. Groenheiden. Wat aardig voor
je broertje en zusje, dat ze zoo'n prettig
Kerstfeest gevierd hebben! Was jij er niet
bij of ben je al van de school af!
„Eekhoorntje", Je schuilnaam
vi'nd ik goed bedacht, vriendje; ik hoop,
dat hij dikwijls in onze rubriek zal prijken.
„V r o olijke Rina". Welzoo meisje,
zie je onze correspondentie steeds zoo ver
langend te gemoet? Nu, dat vind ik pret
tig, je moet maar trouw met ons meedoen.
Di'rk Houthof f. Je briefje kwam
waarschijnlijk te laat in mijn bezit, Vriend 1
Of de inhoud gaf mij geen aanleiding tot
correspondentie. Als je me eens wat te
vragen of te vertellen hebt, dan zal ik
gaarne een babbeltje met je houden.
Corrie v, d. Klein, dank ik voor
haar mooie Kerstkaart. Het was inderdaad
een lieve attentie van je.
„V a r e n t j e". Welzoo meisje, maak je
zulke goedo vorderingen in de Fransche
taal? Vindt je het prettig om vreemde
talen te leeren?
„Kapitein Mar jst". Tegen je
schuilnaam heb ik geen bezwaar, doch dan
moet je hem goed spellen vriendje.
„Stormvrouwtje." Ja meisje, de
jaren vliegen, en daarom is het spreek
woord niet vergeefsch, dat luidt: „De tijd
gaat snel, gebruik hem wel."
Jacobus en Pieter Valient
goed. Met genoegen vernam ik, dat je
zoo bijzonder in je schik bent met het ge
wonnen boekwerk, dat je als prijs ontving.
Ik gun jullie dat buitenkansje trouwens
van harte, omdat je steeds zoo trouw me
dewerkt.
Mi e n v. d. Velden. Aangenaam ken
nis te maken, nieuw raadselvriendinnetje.
Ik hoop je als een trouwe medewerkster te
leeren kennen.
„H erdeïinnetj e". Dat spijt me
zeer meisje, waarschijnlijk was het een
abuis en ik hoop, dat je het niet kwalijk
wilt nemen. Vriendelijk dank ik je voor de
toezending van je nieuwe bijdïAgen, waar
van ik gaarne een goed gebruik zal maken.
„K Ie ine Zeeoffioier" Het is
heel aardig van je, dat je evenals „Herde
rinnetje" mij zulke net geschreven bijdra
gen toezendt, waarvan ik gaarne zal pro
fiteered Wil je mij evenwel het genoegen i
doen, je briefjes zoowel met je waren
naam als met je schuilnaam te ondertee
kenen
Johanna Parlevliet. Heb je het
inderdaad zoo druk mot naaiwerk meisje?
Het zou me spijten, als je daardoor geen
tijd meer hadt aan onze rubriek mede te
werken. Wat aardig, dat je zusje zoo flink
groeit en al wat gaat babbelen. Ik vind die
kleuters allerliefst.
„D u i n r o o s j e". Ja meisje, het is na
tuurlijk heel verstandig om geduld te oefe
nen, maar je neefjes hadden dat al zoo
lang gedaan. Als jullie elkander met St.-
Nicolaas cadeaux hebt gegeven, dan begrijp
ik, dat je het met Kerstmis niet weer doet.
Heb jij al eens een prijsje gewonnen?
„V e r g e e t-m ij-n i e t j e," te Wasse
naar. Voor zoover ik mij herinner, hadt je
mij niets gevraagd, ik weet dus heuseh niet,
waarop ik je had moeten antwoorden.
Heintje Blankespoor, te Was
senaar heet ik hartelijk welkom in onzen
kring.,
W i 1 h'. Meyer s. Ik begrijp best, dat
er wel eens bezigheden kunnen zijn, die je
beletten met mij te correspondeeren en dat
neem ik je volstrekt net kwalijk.
GTietje v. Ommering, te Hazers.
woude. Ik kan me voorstellen, dat je aan
genaam verrast waart toen je vernam, dat
je de gelukkige prijswinster waart, en ik
hoop, dat het je zal aanmoedigen om steeds
ijverig met ons mee te blijven doen
HendrikdeVries, te Alphea. Ala
je naam in ons blaadje heeft gestaan, als
prijswinner dan moet je aan de administra/-
tie van ons blad een tien oents postzegel
zenden voor frankeerkosten van den prijs.
Hendrik en Cornelia v. d.
H o o g t, te Alphen, dank ik voor de mooie
prentkaarten.
A. d e l'E c 1 u s e. Ik herinner me heusch
niet, hoe lang je precies aan ons blaadje
meedoet, meisje; maar reeds geruimen tijd,
dat is zeker.
„V i o o 11 j e". Ik vind 't heel lief, dat je
dien armen kindertjes zoo'n prettig Kerst
feest bezorgd hebt. Ik zou willen, dat ieder
een nuar zijn vermogen er toe medewerkte
den armen te gedenken en hen gelukkig te
maken. MARIE VAN AMSTEL.
Ho. 15©06.
Bomler&a.g' 26 Becsmber.
i A 2 f
êêêttêêêêêêéiêêêê
hoek. In Ket midden van dezen achthoek
teekenen we een cirkel of roos, of plakken
er een uitgeknipte iroos op. Van de roos
naar de hoeken loopen balken, voorzien van
de cijfers 1 tet 10. Kortom, je teekent Afb.
1 zoo mooi Da als je zelf wilt en kunt hem
naar verkiezing kleuren of 'met plaatjes ver
sieren.
Zijn we met ons bord klaar, dan teekenen
we acht vlinders. We kunnen zc ook uit
knippen uit een prentenboek of als plak
plaatjes koopen. Die vlinders steken we met
behulp van een speld op acht verschillende
kurken. (Zie Afb. 2). Als we nu ten slotte
een dobbelsteen opzoeken, dan zijn vro klaar
om te beginnen.
Elk der acht spelers zet ziju vlinder op
het eerste groot© vak in eiken hoek. ge
nummerd van 1 tot 8. Tusschen eiken
vlinder en de bloem bevinden zich tien witte
en vier zwarte vakken. De witte vakken
mogen door de vlinders bezet worden, de
zwarte niet.
Elk gooit op zijn beurt met den dobbel
steen. Alleen do oogeu 1 en 2 tellen, de
andere met. Zit do vlinder voor een zwart
vak, dan moet hij 2 gooien om <^rer ^et
zwarte vak heen op het volgende witte t©
kunnen plaatsnomen. Volgt er op het vak
waar liij zit een wit rak, dan mag kij
alleen een nummer vooruit als hij 1 gooit.
Gooit hij meer dan 1 dan blijft hij zitten
tot hij weer aan de beurt is. Dus goed be-
grepen: Zit de vlinder op de vakkeu 1, 2
of 4, dan moet hij twee oogen gooien om
een nummer verder te kunnen vliegenop
de andere vakkc* mag hij alleen na heè
werpen van één oog vooiruit.
Is eon der vlinders op vak 10 anngeland,
dan moet hij bij den volgenden worp
zes oogen gooien om in den roos t© itom'ii
en dus het spel te winnen. Lukt het dea
eersten keéfr niet, dan mag hij als hij woer
aan de beurt is, het een tweede en derd©
maal nog eens probeeren. Is het hem ook
dc derde maal niet gelukt om zes oogen
te gooien, dan keert hij weer naar het eerst©
vak aan de punt terug.
Do vlinder, die het eerst het middelpunt
der bloom bereikt, wint hot spel.
NEEE 11 EIKEMAN*
(Een aardig gezelschapsspel voor acht personen).
Gaeu tijd van het Jaar leent zich' zoo
goed voor om thuis knusjes bijoen to zitten
en verschillende spelletjes te doen, als do
laatste feestdagen de. jaars: Kerstmis en
Oudejaarsavond.
Daarom hebben we dan ook ons best ge
daan telken jare als doze feestdagen ln het
verschiet kwamen, jelai het een of ander
aardig spelletje te leeren. Herinneren
jullie je het Mistletoespc) nog van
verleden jaar? Je? Het is can heel mooi
spelletje, maar nog al moeilijk om te leeren.
We zullen jelui nu voor den Oudejaars
avond een spelletje leeren, dat echter veel
gemakkelijker is dan dat van verleden jaar.
Hieraan kunnen dus ook de kleinsten van
ons meedoen.'Als d« grooteren het te een
voudig Vinden, dan moeten zij zich maar
weer eens vermaken met de spelen, die we
hun de vorige winters leerden.
W« hebben ons spel genoemd het spel
van de ïonnebleem en de vlinders. Het kan
door acht personen maar ook door minder
gespeeld worden. Het gezelligste is natuur
lijk als er acht spelers zijn.
Het spel stelt voor oen zonnebloem, waar
acht vlinders op af komen vliegen. Die
vlinders zijn do acht spelers. Ieder daarvan
moet trachten in het midden van do bloem
te komen. Die het eerst in het midden is,
wint het spel.
Voordat we jelui zeggen hoe dat gebeu
ren moet, zullen we eerst even vertellen
wat je voor dit spel noodig hebt. Allereerst
een hord met het sjml er op, zooals dat in
Afb. 1 te zien is. Dit is natuurlijk voor
het gebruik te klein en daarom raak-n va
er een naar ons voorbeeld na We gebru»-
Afb. 2.
ken daarvoor een stuk bordpapier van bijv.
50 c.M. in het vierkant. Dit beplakken we
mst wit papim en toekenen hierop een aoht-