Ingezonden.
Bevorderd tot officier ra de orde van
Oranje-Nassau: de heer C. van Hamers-
velt, referendaris bij het dep. van justitie,
waar hij zijn 40-jarig jubileum vierde; en
ils. C. A. de Meyere, oudste pred. bij de
Ev. Luthersche Gemeente te 's-Gravenhage,
welke haar 300-jarig bestaan herdacht, als
mede het 150-jarig bestaan van haar korte
lings gerestaureerd kerkgebouw.
r Mijnheer de Redacte-uï l
^Werkelijk het dient gememoreerd. Er «lient
op gewezen te worden hoe belangrijk de
nieuwe Blauwpoortsbrng voor ons is
e.n i k maak gaarne van uw gastvrijheid ge
bruik hierover een enkel woord in het mad
den to brengen. Bij voorbaat mijn dank.
Met belangstelling hebben wij den bouw
gadegeslagen van dezen brug, die zoo mid
den in do stad ligt, zoo door tallooze vreem
delingen bezien worden zal, en zoo van
groot belang was uit een oogpunt van
schoonheid als stads-mdnurnent. He
belangrijke plaats en de functie van even
wicht in liet stadsschoen kon toch immers zoo
veel gevaar loopen juist ontsierd te worden
en verbroken. .Wij mogen ons dan wel ge
lukkig achten een zoo schoon monument rij
ker geworden te zijn. He intimiteit van onze
stad, die zoo gretig wordt opgemerkt door
hen, die zoeken naar schoonheid in oude
steden,.... het degelijke Hollandscho ka-
rak tor van het werk onzer voorvaderen, dat
zoozeer de kunstgevoelens stemt, is in deze
nieuw© brug uitgedrukt en bewaard ge
bleven.
He Bond Heemschut, welke zoo ijvert
om het stadsschoen o. a te bewaren, zal ge
troffen worden door een dergelijke aan
winst van stadsschoen, waar dit zoo geheel
en al in liet karakter van Holland, laat
ons zeggen van Leiden past.
He schoon©, kleine boogjes, welke meegaan
in de glooiing naar de straat, doen het zoo
goed in hun weerspiegeling, werken zoo
fundamenteel mee, in kracht-uitdrukking,
zonder star te zijn, als zooveel „sterks"-.
H-oo ontzettend leelijk had de ontwerper zich'
er af kunnen maken, doofr een paar dubbel T-
ijzers te gebruiken. Voorwaar een verlei
ding van groote kraoht. Met die leelijk©
T-s had [hij zijn ruimte kunnen over&chra-
gen, zooals heden ten dage voortdurend
geknoeid wordt aan schoone „ouderwetsobe"
gevels. Een glazen onderpui, met... dub
bel T. En waar dat rationeel© voorbeeld zoo
bijkans ingeburgerd is, dat ons odg en ons
gevoel daaraan zou gaan wennen, is het
des te opmerkelijker, dat de lieer Rückefrt,
die het sohoone plan ontwierp, zich dqar
verre van gehouden heeft. En waar het niet
andea's mogelijk was, waar de groot©
spanning als klap brug op en taeeir moest kun
nen, daar heeft hij' de verhoudingen wel
zoo gekozen, dat dit allerminst slecht
staat.
Goed geflankeerd, staan dan v-örder 'die
lantaarnpalen op granieten voet. Massaal,
kraclitig, zonder dien onzin-opschik, waarmee
zoo menig© brug wördt „afgemaakt". Zelfs
het wacQitershuisjeWat gaat dat mee op
in don totaalindruk'. Hese zuiver van verhou
ding, van kleuren'rust, doch ook van Hol
land-karakter, staat het daar tegenovör dien
kloeken bruggenbouw. Met degelijk mate
riaal, in eenvoud opgetrokken, zijn het de
verhoudingen en de kleur, welke er die bij
zondere bekoring, die eigenaardige graai©
aan verleenen.
En al mogen er 'onderdoden zijn, welke
wij persoonlijk niet zouden willen onderschrij
ven, zij mogen werkelijk wel verzwegen
worden tegenover de .geheel© conceptie.
Leklens schoon is gered, is ges tegenl
WILLEM C. BROUWER.
Leiderdorp, 16 Heo. 1911.
Liefdadigheidsvoorstellingen*
1 1 Mijnheer de Redacteur!
Ten einde den heer Hageman van ©enig
antwoord te dienen, doe ik nogmaals een be
roep op uw bekende wriwillendheid om mij
©enige ruimt© in uw kolommen te willen
toestaan, waarvoor bij voorbaat mijn oprech
ten dank
Genoemde lieer kon een gevoel van erger
nis niet onderdrukken bij' het lezen van mijn
ingezonden schrijven onder den titel van
„Liefdadigheidsvoorstellingen", ik van mijn
kant sta er ©ohter verwonderd van, dat
iemand zoovele woorden noodig heeft, om,
naar 't schijnt, aan te iconen, dat hij de
schrijver van bedoeld stukje niet is.
Ik begrijp, dat het zeer onaangenaam' is,
voor den bedrijver van een vermeend onheil
aangezien te worden, waaraan men part
noch dool heeft, maar wanneer de heer Ha
geman werkelijk in mim stukje hatelijkhe
den zag, wanneer hij inderdaad tot-de over
tuiging gekemen is dat een „Offenbach"-
vij-and een betere of juistere onderteekening
ware geweest dan ©en „Kindervriend" (een
valseko onderteekening' dus), en dat de in-
'boud van mijn schrijven hem aanleiding gaf
zichzelf af te vragen of ik alleen naar den
Schouwburg ben gegaan om stof te verzame
len ten einde te trachten „Offenbach" weel*
eens te kunnen afbreken (een unfaire be
langstelling), dan zou ik zeker in zijn ge-
yal niet bevreesd rijn voor den inzender
>an zulk een schrijven, die van dergelijke
Vordtfrven karaktertrekken blijk geeft, aan
gezien te worden.
Indien d© heer Hageman er een andere mee
ting op na houdt, zal hij er waarschijnlijk
wel reden voor lïebben.
Bovengenoemde verdachtmakingen en insi
nuaties van den heer Hageman aan mijn
adres, goven mij echter aanleiding den inhoud
Van mijn sdirijven van 1-1 dezer, nog eens in
't kort weer te geven en nader toe te lichten.
Ik heb geprotesteerd dat Liefdadigheidsuit-
iVoeringen gegeven worden door Vereenigin-
gen, die niet in staat zijn zelfstandig een
voorstelling te geven, zonder dat het op
!&cn dóbaclo uitloopt. Ik gebruik hier mjet
opzet hot woord „zelfstandig", omdat de
leerste keer dat „Offenbach" een voorstelling
gaf zonder hulp van personen die buiten
genoemde Vereeniging staan, op een totale
[mislukking uitgeloopen is.
.Of was hot guooea van de .opvoering van
„Francbemont de Marskramer', met welk
succes d© heer Witmans zich terecht verde
digde, niet voor een groot gedeelte te dan
ken aan de welwillende medewerking van
de Vereenïging „Mignon", waarvan de leden
onder leiding van hun bekwamen dansieer-
aax oen ballet uitvoerden, waarover algemeen
met de meeste waaxdeering werd geoordeeld?
He welwillende medewerking van deze Vetr-
eeniging was -echter op de meeste affiches
vergeten te vermelden, zoodat ik er ook
eerst later van gewaar werd
De heer Hageman zal dit laatste wellicht
weer als een hatelijkheid aan liet adres van
„Offenbach" bestempelen, ik zal mij echter
door het gebrek aan onderscheidingsvermogen
van dien beer niet van de wijs laten bren
gen en er in volharden de 'dingen bij hun
waren naam te noemen.
Ik heb persoonlijk tot „Offenbach" niet
in de minste betrekking gestaan en kan
daarom met d© meeste vrijmoedigheid en
beslistheid d© aantijgingen van den lieer Ha
geman aan mijn persoon, terugwerpen en
hem medodoolen, dat zijn oordeel tegenover
ieder© onder© vereoniging dan „Offenbach'',
die door ©en overmoedig optreden liet ver
der© bessoek aan. Liefdadigheidsvoorstellingen
dreigt te benadeden, gelijk zou zijn.
Bovendien hoeft d© bate van de vorig©
uitvoering mij ©enigszins teleurgesteld, waar
om ik nu zoo vrij ben geweest „Ofl'enbach"
te verzoeken, indien zij kosten in mindering
brengt, de publiceering van de opbrengst
van een gespecificeerd© opgaaf vergezeld te
doen gaan, omdat ik meen, dat oen ieder die
zich de betaling van de vrij hooge entreeprij
zen voor oen dergelijke vertooning getroost
heeft, gerechtigd is te weten, welk gedeelte
van zijn geld hij als nutteloos weggeworpen
kan beschouwen.
Ilc meen hiermede voldoende te hebben
aangetoond, dat het alleen mijn streven is
om te trachten te voorkomen, dat het geven
van liefdadigheidsvoorstellingen ontaardt in
liefdadigheids-oomedie (comedie hier op te
vatten in zijn juiste beteokenis) en da.t do
bedoelingen, die de heer Hageman mij ge
lieft in de schoenen te schuiven mij geheel
©ai al vreemd zijn, zoodat ik zonder schroom
mijn synoniem kan bewaren.
Hoogachtend,
Een Kindervriend.
Leiden, 18 December 1911.
[Hiermiede sluiten wij bet debat over dit
onderwerp. RED.]
Mijnbeer de Redacteur 1
Vergun mij s.v.p. eenige plaatsruimte in.
Uw blad naar aanleiding van het verslag
der 3-October-Vereeniging, voorkomende in
uw blad van 16 December 1.1.
Het is in hoofdzaak de bedoeling hier mo
gelijk misverstand te voorkomen in zake de
gevoerde discussie over het verstrekken van
koffie in plaats van volgens de a 1-
o u d e traditie bier. He ueeren Alt en
Van Waveren> verdedigden de oude tradi
tie: het verstrekken van bier, waarbij ik
mij volkomen aansloot. Ik heb echter geen
©ogenblik beweerd, dat bier een onschuldi
ge drank is!.Wel heb ik het bestuur inzake
de overwegingen die het b©&turu? er toe
brachten voortaan koffie te verstrekken,
duidelijk er op gewezen, dat koffie een lang
niet onschuldige drank is. Wat nu aangaat
het verzoek d&r geheelonthouding, inzake
het vrijlaten in de keuze; zoo verklaar ik
openlijk, dat èn van het standpunt der ge
heelonthouders èn de wijze van handelen
dien opzichte van het Bestuur niets te zeg
gen valt, integendeel allen lof verdienen.
Een geheel andere zaak is echter, dat het
bestuur in deze zaak eigenmachtig handel
de wat betreft het besluit voortaan geen
keuze meer te stellen en alleen koffie te
verstrekken.
De beantwoording van mijn vraag aan het
Bestuur, waarom een dergelijk' bes-luit niet
aan de vergadering werd overgelaten, heeft
mij absoluut met bevredigd, waardoor ik
tot mijn spijt hier aan influentie denken
moest. Ik constateer dus, dat het verzoek
der geheelonthouders schuldig is aan deze
influentie. Geen oogenblik beschuldig ik
echter dus de geheelonthouders nceh het
Bestuur der 3-October-V e re eariefi ng.
Wat de genoemde cijfers der keuze kof
fie of bier aangaat, wcnsch ik het volgend©
in het midden te brengen.
Van de 3600 bedeelden waren 3200 voor
koffie. Nu is het een feit. dat meestal de
vrouwen zich hiervoor opgeven, en wat is
dus duidelijker, dan dat deze vrouwen bijna
zonder uitzondering koffie zullen ontvan
gen.
Ik meen hier nog even te moeten aan toe
voegen dat het een besliste zaak is, dat de
geheelonthouding nog zoo'n en-orrne vlucht
als de cijfers 3200 tegen 400 zouden doen
vermoeden, nog niet aangenomen heeft.
Voorts dat het minder aantal mannen die
zelf voor de aangifte komen, er misschien
nog wat achter zoekt wanneer ze voor de
kenze koffie of bier gesteld worden. He
laas heeft het werken der onthoudingsver-
eenigingen reeds hiertoe het hare bijge
dragen, dat men in deze klasse der maat
schappij niet dan met schroom erkent (in
het openbaar ten minste) dat men een glas
bier of borrel drinkt. Het laatste mogen
de geheelonthouders als een succes beschou
wen, doch heeft met mijn beweringen en
opmerkingen niets uitstaande.
Een betere verhouding der cijfers zou
verkregen worden wanneer de mannen
zich persoonlijk moesten opgeven.
Ofschoon de buitengewone nauw
keurigheid van Uw verslaggever in het bij
zonder wat betreft het noemen mijner qua-
liteit bij mijn naam (waarom niet ge
noemd de qualiteit mijner mede voor- en
tegenstanders die spraken), meen ik toch
nog het volgende hierop te moeten aan
merken.
"Dat in 't verslag niets voorkwam van
mijn opmerkingen inzake de behartiging
der belangen van de leden, daar deze over
't algemeen over één kam geschoren wor
den met niet-leden.
Wanneer toch de toegang voor een of an
der voor niet-leden 10 cents is, zoo wordt
die toegang voor de leden ook bijv. op 10
cente bepaald; hetgeen volgens, mij ten
dienste staande gegevens bij een groot deel
der leden de liefhebberij in de Vereeniging
danig aan het tanen brengt. Ook aangaan
de het bestuur hierop antwoordde kwam
niets in het verslag voor, waarom ik dus
tot mijn spijt' mefen té moeten opmerken,
dat uw verslaggever zich in hoofdzaak par
tij stelde inzake het onderwerp koffie of
bier.
U Mijnheer de Redacteur, dankend voor
de welwillende plaatsing.
Hoogachtend,
H. BROUWx Hz.
Geachte Redactie
Zou onderfgeteekende, als afgevaardig
de van de Vereeniging voor Vrouw enlkies-
reoht, van de afdeeling Leiden, ter jaar
vergadering op 16 en 17 Dec. 1911 te Dor
drecht gehouden, een Iklein plaatsje mogen
vragen in. uw blad? Niet, natuurlijk, om een
verslag te geven, van het verhandelde, maar
eenvoudig om uiting te goven aan den mach
tigen indruk, dien men ontvangt en de won
dervolle bekoring, 'waaronder men geraakt,
wanneer men die zaal vol afgevaardigden
en belangstellende leden ziet, die allen zon
der uitzondering bezield zijn met enthu
siasm© voor onzem gezamenlijk en, recht
vaardigen strijd.
Wanneer men zoo'n. algemeene vergade
ring nooit heeft bijgewoond, kan men zich
onmogelijk begrijpen, met welke goede
voornemens, om onze zaak krachtig te hel
pen bevorderen, men weer naar huis gaat.
't Is daarom, dat ik uwe gastvrijheid
voor 'n enkelen keer inroepom dien leden
van onze Leidsche afdeeling toe te roepen:
„Begint eerst met te komen op onze huis
houdelijke en openbar© vergaderingen, zoo-
dat u op de hoogte komt en blijft, van ons
werken en strevenmaar dan vooral: be
zoekt eens een algemeen© winter- of zomer
vergadering, dan weet u zeker dat u zoo
onder den indruk komt van ons ernstig
werken, dat g© u gedrongen gevoelt,
voortaan krachtig mee te werken, om ons
heerlijk doel te bereiken.
't Is voor iemand als ondergeteekende,
onmogelijk te begrijpen, hoeveel vrouwen
er nog zijn, die totaal onverschillig staan
tegenover het kiesrekjhtvraagst.uk, en hoe
veel leden er zijn in onze afdeeling, die
zoo lauw zijn, dat van hen totaal geen
kracht uitgaat.
Aangezien op de jaarvergadering te
Dordrecht besloten is, om de zomervergade
ring in 1912 te Utrecht te houden en de
wintervergadering te s-Gravenhage, zou
het voor de Leidsche leden een heerlijke
gelegenheid zijn, zoo'n jaarvergadering te
bezoeken.
Met een opwekking daartoe eindig Ik en
bedank: u, Geachte Redactie voor uwe wel
willendheid.
Li VAN MAARENSuringar.;
Leiden, 19 December 1911.
Het Leidsche Contswlfaiie-ISiiareati
voor Alcoholisme.
Zeio lip.aft don ook Leiden zijn Consultatie-
Bureau voor Alcok'oOisme, dank zij den ïjve-
rigen bemoeiingen van1 hét bestuur der af
deeling Leiden van den Volksbond tegen
Drankmisbruik. Zes Januari a. s. voor het
eerst, en vervolgens eiken Zaterdagavond
van af acht uren," hoopt het zitting te hou
den in het voormalige Caecilia-gasthuis,
waarvan het gemeentebestuur een drietal
vertrekken welwillend beschikbaar heeft
gesteld.
Maar van veler medewerking en velerlei
steun hangt het af, of het metterdaad zijn
arbeid zal kunnen beginnen en voortzetten.
Het is dus alleszins gewenscht, dat doel en
werking m ruimen kring bekend worden.
Het is allereerst een instelling die be
doelt een ernstige volksziekte te bestudee-
ren om haar met goed gevolg te kunnen be
strijden. Zij wil alcoholisten steunen in
hun strijd tegen hun drankzucht. Zij is dus
geen bureau van werkverschaffing eq gel
delijke onderstand wordt door haar niet
verleend. Zij maakt geen propaganda voor
geheel-onthouding al tracht zij daartoe door
overreding patiënten over te halen en coza-
poeder zoowel als andere bedenkelijke
praeparaten acht zij uit den booze. Zij is
in de eerste plaats een medische instelling,
die, als elke andere, wil genezen. Dit ka
rakter maakt het hulpzoekenden gemakke
lijker zich aan te melden, en zij mogen
weten, dat zij als zieken worden beschouwd,
en als zoodanig zullen behandeld worden,
en dat het allerminst de bedoeling is hen
over hun zonde of overtredingen te onder
houden. Door den arts wordt een onder
zoek ingesteld naar afwijkingen van licha-
me!ijkên of geestelijken aard, en meteen is
hij in de gelegenheid velerlei gegevens vast
te leggen, die voor de studie van het alco
hol-waagstuk van belang kunnen zijn.
Voor te wordt den patiënt gewaagd naar
zijn maatschappelijke omstandigheden, le
venswijze, wekelijksche verdiensten en wat
maar dienen kan om hem in zijn dagelijksch
leven te leer en kennen. Zoo wordt reeds
menigmaal bij; het eerste bezoek een band
gelegd, en van lieverlede ontstaat een ver
trouwelijke verhouding, eerste voorwaarde
om te slagen. Zendt ze ons dan toe, gij
allen, die op uw weg een ongelukkige ont
moet, die van zijn ellende begeert verlost
te worden, wij zullen er u dankbaar voor
zijn. Wijst hen op ons C.-B. v. A. Van u
kan zooveel afhangen, .Qf het zal worden
gezocht als een toevluchtsoord, als een
plaats, waar redding mogelijk is".
Of zij zich vrijwillig zullen aanmelden?
Wij waren dezer dagen in de gelegenheid
•een zitting bij te wonen van het Amster-
damsclVe C.-B. v. A. Bij ons binnentreden
vonden wij de groote wachtkamer van het
gebouw van den Gemeentelijken Genees
kundigen Dienst geheel gevuld en om
streeks middernacht stond nog een groot
aantal hulpzoekenden op hun beurt te
wachten. Zij komen, zij komen terug, zij
blijven terugkomen. Verschillende oorzak^11
werken daartoe mede, waarvan ik er één
noemen moet: de onmisbare steun, die het
C.-B. ddar ondervindt van d© leden der
onderscheiden© drankbe&trijdingsvereeni-
gingen. Daaronder moet allereerst ge
noemd worden de Internationale Orde der
Goede Tempelieren die ïn de hoofdstad ver
scheidene afdeelingen (loges) telt. Wat
moeilijk, menigmaal ondankbaar, maar wat
uitnemend werk verrichten deze mannen.
Het deed goed van hun toewijding, hun op
offering te hlooren. Zij brengen genezing
zoekenden aan, en, wat meer zegt, zij hou
den ze vast. Zoodra zij de gevaren hebben
ingezien van hun noodlottige gewoonte,
moeten de alcoholisten hun leefwijze ver
anderen en een anderen vriendenkring
zoeken. Zij hebben dan reeds die vrienden
leeren kennen en begeeren andere. Hierbij
helpen ten deze Goed© Tempelieren^ zij
sluiten hechte vriendschapsbanden, zij hou
den wekelijksche bijeenkomsten, zij zoeken
hen op en staan in de ure der verzoeking
aan hun zijde. Wekelijks brengen zij ver
slag uit van hun bemoeiingen en ervaringen
en handelen daarnaar in overleg met het
C.-B. Wat voortreffelijke dingen mochten
wij daar hooren. En heel de avond in Am
sterdam, op enkele uitzonderingen na, was
een bewijs van de uitnemende resultaten,
die daar verkregen waren. Dankbaarheid
sprak uit menigen warmen handdruk, en de
verhalen van herkregen levensgeluk, h'uise-
lijken vrede, van terugkeerenden welstand
en levensmoed zeggen meer dan cijfers,
die van gunstige resultaten moeten getui
gen.
Hier ligt uwe taak, leden der Leidsche
Ver eeni gingen voor Drankbestrijding. Wilt
gij ons helpen? Op wie eerder zouden wij
een beroep willen doen, dan op u, die wel
bewust en georganiseerd het schoone doel
helpt verwezenlijken. Meldt u de eerste
maal bij ons aan, van wat kleur of richting
gij wezen moogt. Het gaat hier om meer,
om liet behoud van menschen naar lichaam
en ziel. Steunen wij elkander en laat het
worden één leger, dat in verschillende af
deelingen optrekt tegen één en denzelfden
vijand.
Veel meeT zou ik willen meedeelen van de
werkwijze van C.-B. Maar ik wil niet
onbescheiden wezen tegenover liet blad,
dat mij welwillend aan het woord liet, en
liever wachten tot wij zelf over eenige erva
ring beschikken kunnen. Dit werk verdient
aller belangstelling, omdat het een werk
is van algemeen belang. Zijn slachtoffers
telt het alcoholisme overal en onder alle
standen, en zijn gevolgen zijn van dien
aard, dat het niet geraden schijnt, hierbij
langer onverschillig toe te zien. Een aige
meene belangstelling in het droevig lot de
zer ongelukkigen, zal niet alleen hun, maar
ODiS- allen ten goede komen, omdat krachti
ge steun, hun verleend, tevens de gansch'e
gemeenschap verheft, terwijl, omgekeerd,
hun verwaarloozing, afstomping van het
gevoel ten gevolge zou hebben, die ook de
gezonden en sterkeren in-menschelijkheid
zou doen dalen. Bovendien moeten de ge
volgen voor de maatschappij in armoede,
verwaarloozing en misdaad, ook geldelijk
door allen gedragen wórden, zoddat reeds
het eigenbelang raadt aan deze dingen niet
onverschillig voorbij te gaan. H. E. K.
Geachte Redactie
Beleefd verzoek ik u deze regels in uw
veelgelezen Dagblad te willen plaatsen. Bij
voorbaat mijn kartel ijken dank.
Naar aanleiding van het bericht betref
fend© d© „weldaden" van het Zand-transport
zou ik eeni .go opmerkingen willen maken.
Het is velen lezers van uw blad, gelijk mij.
zeker wel opgevallen, dat, wanneer er uit
Katwijk aan den Rijn een bericht geplaatst
stend over d© afzon ding daar ter plaatse,
dit met een-zeker© minachtende afkeuring
neergeschreven was. Wij behoeven voor in
gewijden niet te zeggen uit welken hoek
de wind waait. De weldaden hier ter plaatse,
welk© do af zandig met zich brengt zijn niet
van belang ontbfr rt.
Ten eerste oen 40 H.A. beste teelgrond,
waaraan groot gebrek bestond te Katwijk
aan den Rijn, koant door d© afzanding be
schikbaar voer boeren .teelders en bloemis
ten. Ten tweed© is in de 2 jaar dat de Am-
sterdarasch© Hallast-Maatschappij hier wcik-
zaam is zeker wel naar mijn schatting
een bedrag van 50 a GO duizend gulden nan
arbeidsloon uitgekeerd waarvan ©en groot
gedeelte op het dorp wordt besteed.
Zoo zien wij dat de weldaden zeker niet
to versmaden zijn en ik zou den schrijver
van de Katwijksche berichten den raad. wil
len geven niet zoo'n ophef te maken over
3 a 4 beds van een schooling, die los ge
raakt zijn, door het malen der sleepboot, niet
toebehoor ende aan de Amsterdamsche Ballast-
Maatschappij, maar dienstdoende om loggers
te sleepen naar Katwijk-aan-Zee, dus geheel
voor rekening van heeren reeders.
Het is wel te betreuren, dat het Gemeente
bestuur van Katwijk zoo weinig meegaande
is met de belangen van een groot deel in
woners dezer plaats. Niet te verwonderen is
het daarom, dat de berichten van dien kant
komende-, niet zuiver weergegeven worden.
U dankzeggend voor de verleende plaats
ruimte, teekem ik,
H., te K.
i Geachte Redactie!
[Wilt u zoo goed zijn en aan ondergeteekende
een plaatsje verleenen in uw veelgelezen
blad? Bij Wöoxbaat mijn dank.
Ik wild© .schrijver van Zaterdag LI. o-veT
zijn weldaden van dat zand transport met
die beruchte zandbakken eens op de hoog
te stellen op -welke manier die schoeiing nu
eigenlijk zoo verschrikkelijk vernield is. Een
dag"" "té .Yorgn voeren wij met twee bakken
door den Rijn, teen gffjj den zoon van D.
Haasnoot ontmoetten mei' 'éehdie de
diepte aan het peilen was; vrage nd©~é^t£ra
hij zulks deed, antwoordde hij ons, dat er
een logger moest komen. Toen hebben vrij
hem gevraagd hoeveel diepgang zijn logger
had, waarop hij ons antwoordde van acht
voet. Daarop hebben wij hem gezegd dat
er niet. meer dan zes a vijf on oen halve
"voet water stond, waarop de logger toch ge
komen is en natuurlijk op die plaats is
vastgeraakt. En toen ,den volgenden morgen
is di© bewuste sleepboot, die den logger
gebracht lieeft, aan het draai on gegaanwaa®'
op hij onder getuigen van voel menschop
de schooling vernield heeft.
Dus schrijver van Zaterdag 1.1., ik vintï
wel dat u iemand aan het beschuldigen is,
die geen schuld heeft Het hjki mij toe,
dat- u totaal met de toedracht der zaak niet
op de hoogte is, maar wat nccrplaki in da
courant op een ander zijn gezegde.
Ik vind dat moest u niet doenmaar ver
tegenwoordig u zeiven eens bij dergelijke
gevallen. Dun kan men daar beter over spie
ken. .Wanneer wij een zes bakken in den
Rijn brengen, dragen wij daar zorg voor,
dat zij altijd vlot liggen. En wanneer nu de
boot daarvoor komt, wordt door de beman
ning daarvan die bak zoover van den wal
geduwd, zoodat hij oiroa midden in de vaart
ligt. En die plaats, waar die schoei Ing nu zoo
vernield is, zet de boot van de bakken nooit
aan, duidelijk bewijs dat de schuld aan de
boot van den logger ligt. Dat die schoeiing
stuk is, is geen belang voor Katwijk, dat
weten wij maaral te goed. Maar dat zond-
transport dat is voor ons arbeiders van Kati-
wijk wel degelijk van groot belang en daar
mee basta. I
Met dank voor de opname, J
Hoogachtend,
J. VEEHOEFE, een bakkcnschipper.-
Katwijk aan den Rijn 18 Dec. 1911.
Mijnheer de Redacteur 1
Beleefd verzoek ik U plaatsing van het
volgende. Bij voorbaat mijn dank.
In het „Leidsch DagbL" van heden lees
ik onder het hoofd „Uit de rechtzaak' een-
verslag van de behandeling mijner zaak
(beschuldiging van het doen verkoopt*
van ondeugdelijke melk).
Volgens het verslag acht dr. G. K. A.
van D. het onderzochte monster ondeugden
lijk; hij heeft sterk vermoeden op
vervalsching met water." Hoe moet ik dot
nu verstaan?
Dr. Van D. kan niet zeggen, niet zei->*
verklaren: „er is water in". Is die raeflU
nu ondeugdelijk, omdat er m i s s c K i e n
water in is?
Dr. Van E. komt flinker voor den dagv
en verklaart rondweg, dat er vervalsching
met water is. Wie der heeren heeft nu ge
lijk die zegt, dat er misschien vervalscht
is, of die zegt, dat er zieker vervalscht is.
Allebei kan toch niet. In een zaak als deze,
waar iemands goede naam mee gemoeid w,
mag men toch wel eenstemmigheid ver->
langen.
Wat de zaak voor mij nog vreemder
maakt, is het volgende.
Zoodra de cijfers en getallen van het
monster-onderzoek mij uit het proces-ver
baal bekend waren, heb ik deze voorgelegd
aan den heer Rïtsema Bos, ZuiveIconsulen\,
voor Z.-Holland te 's-Gravenhagetoch,
niet de eerste de beste op het gebied van
m elkonderzoek.
Genoemde heer verklaarde mij, dat hij'
het niet graag op zich zou nemen aan de,
hand der gegeven getallen te constateeren,
■dat de melk vervalscht was, en verklaarde
zich gaarne bereid zijn meening dienaang
voor het kantongerecht te,verdedigen; wat
ik den heer kantonrechte-r ook meedeelde.
Wie eenig verstand van melkanalyse'
heeft, zal die cijfers ook niét zoo kwaad
vinden; er was o.a. gevonden: 3.6 pCt. vet
en 11.3 pCt droge stof.
De melk verordening van Amsterdam (zie
„Telegraaf" 30 Nov.) vraagt slechts 2.85
pCt. vet en 11 pCt. droge stof.
Het laatste gedeelte van het verslag, heb
ik opgevat als een scherts, die de heer Kan
tonrechter zich. tegen een oud man, ver-,
oorloofde. Het is toch niet denkbaar, dat
waar verklaard wordt, dat de monsters
misschien verward zijn, dat daar de heer
Kantonrechter uit de analyse van een ver
keerd monster mij een berisping zou toe
dienen.
En nu ten slotte eem verzoek aan dé
heeren drs. Van D. en Van E.^ waar mis-,
eohïen, reeds meerderen op grond van huri
conclusie zijn veroordeeld.
Zouden bovengenoemd© heeren niet zotf
goed willen zijn in 't ,,L. Dagbl." met en*
kele regels mee te deelen, aan welke
verei&chten melk moet voldoen om deug
delijk te zijn?
Amsterdam vraagt 2-85 pCt. vet en li1
pCt. droge-stof; wat eischen de heeren?
Ik twijfel niet, M. de Red., of het „Ib
Dagblad" zal hun wel plaatsruimte dispmL
bel stellen.
Hoogachtend,
Uw Abonné,
I. SCHAAP.
Katwijk-aan-Zee, 18 December 1911.
CORRESPONDENTIE. - Ingezonden,
stukken of mededeelingen, waarvan de
schrijvers hun naam niet aan de Redactie
bekend maken, worden ongeplaatst ter
zijde gelegd.
Opffaye ran personen, die cirh t€
Leiden hebben gevestigd.
J. J. Hens, teekenaar, Oeg&tgeesterlajw
21.
A. J. J. Duzink, dienstbode, Zoeterw,
Singel 78.
N. Bennekers, Haarlemmerstraat 'J63&.
Wed. Verviers geb. J. H. van den KI»
hout, 3-Octobersbraa.t 11a.
L. R. de Hoog, bankwerker, Koning
straat 23a.
A. J. M. Dedkers, winkeljuffrouw, Planfc
soen 105.
A. Olivier, dienstbode, Korte Mare 3..
B. Stroeve, Oude Rijn 24.
Th. J.' van Stockum, Breestraat 173 A.-
L. S. A. M. van Römer, off. v. geaortd-
Jste kl. K. Marine, Stationsweg 36 A\
J'. Ft van Gils, schoenmaker, Magd.
Moon straat 50
A. H. M. Waterschot, winkeljuffTotrv#
Breestraat 11.
A. de Jongh, Witte Singei M.
B. G. Greben en gezin, weesvader Evang.*
Luthersch Weeshuis.
J. Koning en gezin, korporaal-kok, Do»*
lensteeg 3.