Lichtgas uit rioolmodder. SOJA. STOFGOUD. RECEPT. J.LLEELEX. Met het vaststellen van wettelijke bepa lingen op het aflaten van rioolvocht in open bare wateren stuit men immer, schrijft het blad „Gemeente-Reiniging", op het zeer lastige vraagstuk, om een behoorlijk afzet gebied te vinden voor de meer dikkere stof fen; de z.g. rioolmodder. In vele steden van ons land wordt de geheele inhoud der riolen gevoerd in een openbaar water en kan niet ontkend worden, dat dit systeem dikwijls schadelijk is. In het buitenland is men Nederland, althans wat het onderzo©ft naar en het bezit van een bruikbaar systeem betreft, al weder ver voor. In Engeland heeft bijna iedere stad haar „Sewage dispo sal works", terwijl Duitsehland hetzelfde doel beoogt met de „Klaranlagen." Doch men zit daarbij niet stil, steeds blijft men zoeken naar middelen, om rioo'lstoffen op nog volkomener wijze onschadelijk te maken enmeer te benutten. In Oldham heeft de ohemiker, de heer Qrosman/n een installatie gesticht, om het vet uit het rioolvocht te scheiden; het resi du vormt dan een mestpoeder van vrij' con stante meetwaarde. In Brünn (Mdhren) heeft men weder een andere vinding gedaan. In de daar bestaan de gasfabriek heeft men n.l proeven geno men om uit de gedroogde modder lichtgas te stoken. De brijachtige zelfstandigheid uit de jpinkbedden wordt eerst gedroogd, waarbij de massa tot op een vierde inkrimpt. Per 100 K.G. verkrijgt men bij de daarop vol gende droge distillatie 23 kub. M. goed lichtgas, 63 K.G. cokes en 0.75 ammonium- sulfaat. Voor het drogen van 100 K.G. dik ke modder zijn slechts 2 K.G. goede kolen noodig, waardoor de winst zoo groot is, dat een aldus werkende inrichting zich volko men kan betalen. Bovendien ondervangt men dan de in het buitenland dikwijls zeer lastige vraag, thoe men van de dikkere stof fen, uit de bezinkkelders, zal afkomen. Op een bijeenkomst van vakmannen op het gebied van gasfabricatie, gehouden te Marseille, waar voor liet eerst de te Brünn genomen proef ter sprake kwam, heeft men voorgeslagen in alle steden van Frank rijk deze methode in te voeren en men be rekende, dat in dat geval dagelijks circa 1,000,000 kub. M. gas en 170,000 K.G. am moniumsulfaat gewonnen zouden kunnen worden, wat een waarde van 200,000 fr. zou vertegenwoordigen. De bovenbedoelde proef staat nog geheel op zichzelf, zoodat bruikbare gegevens waarschijnlijk nog niet te verkrijgen zijn; doch de. mogelijkheid is in ieder geval be wezen en het zou zeer zeker aanbevelens waard zijn, zoo ook in Nederland op die wijze proeven genomen konden worden. De naam Soja klinkt in veler ooren niet vreemd meer. Jaren achtereen kende men alleen, als een soort specerij, de So ja-saus. die, verkocht in de bekende Japanscho kruikjes, dienst doet als specerij in soepen en aal aden of als sauB op het vleesch. Wat soja was, wist men echter niet precies en de wonderlijkste beweringen werden daar omtrent verkondigd; de ergste daarvan was wel dat soja een stof was, gedistilleerd uit dierenbloed Gelukkig voor de vegetariërs raakt die bewering kant noch wal: soja is een pro duct uit het plantenrijk. De sojaboom is een veel voorkomend' gewas in China, spe ciaal in Mandsjoerije, en hij wordt daar op groote schaal verbouwd' ter wille van zijn boontjes, die een m velerlei opzichten nut tig product vormen, nuttig voor menschen zoowel aLs voor dieren. Dc nedendaagsche nijverheid" heeft zich tan de soja-boon meester gemaakt en in Q3D laatöfcen tijd komen allerlei producten, waarvan de soja den grondslag vormt, in oen handel en de deskundigen bevelen de fabrikaten met overtuiging aan wegens het hooge gehalte aan nuttige bestanddee- len. In het bijzonder schijnen de eojar-pro ducten doeltreffend te zijn voor lijders aan stofwisselingsziekten, met name voor sui kerzieken, die in sojabrood!, enz. een uit stekend voedingsmiddel vinden. Maar soj a-saus en soj a-brood zijn bdj lange na niet de eenige productei*, van deze Aziatische plant. Daar worqt van allerlei van „gefabriekt". Men maakt al soj afmelk, soja^kaas, soj a-koekjes, soja-olie, soja- confituren; als groente wordt soja ge bruikt, evenzeer als rempla^ant van vleesch. Voor het vee perst men soja-koeken. En het nieuwste snufje op dit gebied is de soja- koffie, die in den laatsten tijd ook hier te lande in den handel wordt gebracht. Dit surrogaat van koffie munt in meer dan één opzicht uit. Vooreerst is de smaak er van sterk overeenkomend aan die van echte koffie en zeker niet slechter de nadeelige werking, die koffie voor sommige gestellen heeft, treft men niet bij soja-koffie aan, en dan iets wat in deze dagen waarlijk niet zonder beteekehis is is de sojar-koffie belangrijk bescheidener in prijs dan echte koffie, terwijl de gebruikswijze dezelfde ia. Een reden, voorzeker, om er ten minste een proef mede te nemen. Slechts de kracht van ons plichtsbesef kan ons er toe brengen tevreden te zijn met on® lot. Jules Simon. Wij, menSehen, zijn geneigd in dagen Van vele plagen en veel slagen, Omhoog te zien en dan te vragen: „O, God! heb ik dan dat verdiend?" Maar komt God ons met vreugde tegen, Ja, gunt Hij ons den groot en zegen Ons te doen hooren: ,,'k Ben uw vriend 1'» Dan zijn wij niet zoozeer genegen Te vragen: „Heb ik dat verdiend?" Laurillard. Rödgröd (Deensche pudding). 1 flesch bessensap, 2-i d.L water, 200 gram suiker, 75 gram zoete amandelen, 120 gram gries mee!. Bereiding: De bessensap met hc-t watrr en de suiker aan de kook brengen, het gnies- meel er roerende instrooien en alles onder voortdurend roeren laten doorkoken tot de massa gebonden is. Er dan de gemalen amandelen dcormengen en het geheel in een met koud water omspoelden steenen vorm koud laten worden! Men presenteert den pudding met vanieljesaós. In plaats van enkele bessensap kan men ook half bessen-, half frambozensap nemen. Tooh waar. Een onderwijzer, die het niet laten koa bij elke gelegenheid een loopje met zijn kennissen te nemen, komt op do wandeling een be vrienden buurman tegen. „Al zoo vroeg op de, wandeling?" wordt hem belangstellend gevraagd. „Ja, ik ben op weg naar een verzameling levende meesters." „Hm," zegt de ander, die veel aan kunst doet, „dat zou ook iets voor mij zijn. Per mitteert u het, dat ik met u meega?" „0, bet zal me een groot genoegen zijn." Haar aangekomen, bemerkt de belang stellende kunstliefhebber dat hij is aange land in een onderwijzersvergadering. Bootgesprek. Eerste rijke Amerikaansche, die ga&t trouwen, in een dekstoel aan - boord, tot tweede rijke Amerikaansche „Ja, en pa heeft in Parijs een heql mooie Rubens voor mij gekocht." „Hoeveel paardenkracht ?"- Mevrouw en Dienstbode. Mevrouw heeft een nieuwe meid. Op den avond van den eersten dag wordt de meid onderricht in het opwinden van de klok, welke precies veertien dagen loopt. >,Je draait den sleutel veertienmaal om; voor eiken dag één tlag." De meid draaide zeven keer den sleutel om en stapte toen bedaard van de stoel af. „Maar je bent nog niet klaar", meende mevrouw. „Ja, ziet u, mevrouw, daar ik niet zeker ben of ik wel veertien dagen bij u in dienst zal -blijven ben ik niet van plan om reeds een week vooruit het werk van een andere meid te doen." Beetgenomen. „Zoudt u er iets voor voélen, mijnheer Klap°mieijer", werd aan zeker meubelmaker in een provinciestadje gevraagd, „een ze tel in den Raad te bekleedén?" De man, die zich steeds gaarne met po litiek bezighoudt, kreeg een kleur van go- vleiden trots en stotterde: „O, meneer de burgemeester, dat zou mijn hoogste ver langen zijn." Eh den volgenden morgen werd hem de voorzittersstóel thuis bezorgd met verdoek dien te overtrekken. In de lucht. Voor het eerst maakte de vrouw van den aviateur een reis mee door het luchtruim. „Zeg eens, Jules," zeide zij, „ik geloof, dat wij moeten dalen." „Wat scheelt er aan?" vroeg haar echt genoot. „Ik geloof, dat een der zilveren knoop en van mijn mantel is gevallen. Ik zie hem op de aarde glinsteren." „Blijf zitten, vrouwlief," zei de lucht vaarder, „dat is de Zuiderzee.'' Een mislukte veront schuldiging. Mevrouw: Marie, je vergeet dat kleine stukje vleesch, dat er nog is." Marie (de nieuwe gedienstige): „Oob, mevrouw, heb ik het u nog niet verteld! De kat heeft dat opgegeten." Mevrouw; „Wat, een kat! Welke kat?" Marie (verbaasd)„Gunst, mevrouw, is hier geem kat?" V ertrouven. In het ziekenhuis lag een zieke. Hij was zeer terneergeslagen, omdat het met zijn genezing maar niet goed wilde gaan. „Moed gehouden sprak hem een jonge dokter toe. „Tier jaar gebeden heb ik de zelfde ziekte gehad, en kijk nu eens!" De patient liet zijn oogen over de stoere gestalte glijden. „Welken dokter hebt u gehad?" vroeg hij eindelijk met zwakke stem. Vrouwenrecht. „Watvindt je toch aan dat menscb?" voegde mevrouw haar echtvriend toe. „Heur haar, haar tanden, zelfs haar figuur, alles is valsch." „Nu, wat zou dat?" gaf meneer gemoede lijk ten antwoord. Als de wereld een. self made man bewondert, waarom zou zij dan niet bewonderen een selfmade w oman? B e w ij s van het tegenover gesteld o „Bij u in de stad is zeker ook gebrek aan dienstboden?" „Dat geloof ik niet. Mijn vrouw heeft ten minste iedere acht clagen een antex*;"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 22