fefo. 158 W. LEIBSCH DACïBLAB, Woensdag- 22 November. Tweeia Blad. Anno 1312. Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. Valsclie en ware liefde. Tweede Kamer. Het blijkt achteraf meer en meer, dat fiet dezen zomer bij de onderhandelingen jtnsschen Frankrijk -en Duitschland erg ge spannen heeft tusschen de EuTopeesehe me jgendheden. Bij de 1 11 abe Ir ach fci n g endie [thans in de verschillende parlementen wor pen gehouden, wordt nu en dan een tipje "(Van den sluier opgelicht. Vooral de li o ri jd i 11 g van Engeland is Duitschland een jdcorii in het oog geweest. Thans heeft von Kiderlen Wachter in de Bijksdagc-ommissie je-en relaas, gegeven hierover. Aanvankelijk ivlott'D het niet. Toc-n werd aan den Duit- "ech n gezant opgedragen nota te nemen van pen eventueele verklaring van Grey, dat Pen overeenkomst tusschen Duitschland on Frankrijk ook door hem werd gewenscht en Ido overtuiging uit te spreken, dat zulks in hcogo mate bevorderlijk zou zijn aan de jcudcrhandelingen. Met dezen wensch echter .feou liet moeilijk overeen te brengen zijn, Warneer van Engelsche zijde, zonder dat nog "iets bekend was omtrent de compensatie, Idio Duitschland op politiek gebied zou ge- Ven Duitsehlands eiscli omtrent koloniaal gebied niet voor inwilliging vatbaar werd geacht. Op 27 Juli verscheen een klaar blijkelijk geïnspireerde mededeeling, waarin Werd verklaard, dat het onjuist zou zijn Juit do beraadslagingen van de Engelsche ïuinisters do gevolgtrekking te maken, dat 'de Engelsche regeering plan had actief deel to nemen aan de onderhandelingen mot Duitschland. Beschikkingen ten opzichte van de Kanaal- vloot en do Atlantische vloot hadden niets t-e maken met de Mairokko-kwestie. Van dit oogenblik af begonnen de on derhandelingen met Frankrijk beter te vletten. - Tech begint allerwegen zich do gezind heid to openbaren, om do heele zaak nu maar spoedig to vergeten. De .Figaro" waarschuwt tegen de vertra ging in .de goedkeuring van de Marokko- ovcreenkomst door de Kamer, en hoopt, dat de volksvertegenwoordiging het ver drag, waarin zij tceh niets veranderen kan spoedig zal aannemen. Ook minister-president C a i 1' 1 a u x drong Pr bij.de commissie voor de buitenlandsche zaken op aan, dat zij de Kamer in staat zou' stellen binnen den kortst mogelijken tijd een oerdeel uit te spreken over het Gongo-ver- drag- Hij verklaarde zich tegen elke motie tot Uitstel en zal de kwestie van vertrouwen stellen. Minister de Selves deelde mede, dat En geland den tekst van het geheime Fransch- Engelsche verdrag,: behoorende bij het Fransoh-Spaansehe verdrag- van J?904, wenscht te publieeeren. Ook in België een nagalm van de kwes tie. In do.Kamcr-zijn de int er pel 1 a ti esover_de nationale verdediging aan de orde. Troel et brengt in herinnering, dat men zich 3 maanden lang aan den vooravond van een oorlog heeft kunnen gelooven. De minister van oorlog heeft verklaard, dat alles gereed was en liet noodige was verricht- In dien men echter daarop tc wapen was ge roepen, zonden de forten van Luik niet ver dedigd zijn geworden. De minister van oorlog antwoordt-, dat men het land misleidt. Alles, wat moet wor den gedaan om tegenstand te bieden aan Pe.n inval, is tot in' de kleinste bijzonder heden sedert jaren vastgesteld, doch het is dnnoodig* op to merken, dat geen bijzonder heden kunnen worden verstrekt betreffende, de mcbilisatieplannen, die. zaken van ver trouw elijken aard inhouden. Alles was ge- Idaan om het leger binnen 5 tob 6 dagen te mobiliseer en en samen te trekken. De kies rech tao tie begint in E n- geland van zich te doen spreken. Oók de vrouwen doen natuurlijk vooraan mee in den strijd. Zij hebben gisteravond een betooging op het plein voor het parlementsgebouw ge houden. Een groote politiempoht bewaakte streng de toegangswegen naar het parle ment en verhinderde alle samenscholingen, en belette ook, dat de afgevaardigden uit 15) Zijn woning moest volgens verhalen als een vesting worden bewaakt; overal wapens, de ramen met ijzerdraad afgesloten en voor eiken ingang voetangels. In hoever deze verhalen op waarheid dan •wel op fantasie berustten, wist niemand, want geen mensch kwam ooit in het huis. De oude huisknecht haalde dagelijks uit het nabijgelegen dorp de noodige levens middelen en de post, maar de oude man liet nooit iets over het leven van zijn mees ter los, zoodat alles, wat in dit huis voorviel een geheim voor de buitenwereld was, en langzamerhand begon men ook de belang stelling er voor te verliezen. Eens zou toch wel de -dood intreden en daarna zouden misschien vele ophelderingen volgen. Men wist alleen nog te vertellen, dat een neef in Berlijn universeel erfgenaapi zou wor den van het groote vermogen, mits de oude man natuurlijk geen andere regeling had ge troffen. Yan Berlijn uit moest men bijna een heë- len dag rijden, om in de buurt van het Rodecksche bezit te komen. De bankdirecteur Heiwig bevond zich *'n gezelschap van zijn bediende Grote precies op den aangegeven tijd op het Stettiner station. Waarom hij zich eigenlijk op deze reis door zijn bediende liet vergezellen, was heen zelf niet duidelijk; noodig lfad hij hem dan 'ook niet, maar de gewoonten van een voor naam heer waren hem een tweede natuur <Caxton hall, waar de kiesrechtvrouwen be stendig vergaderden, verder kwamen dan den omtrek van de hal. Enkele ontsnapten evenwel aan den politiegordel en slaagden er in, tot het parlementsplein door te drin gen, alwaar eenigen in lmghtenis werden genomen, niet zonder eenigé geweldpleging tegenover haar die verzet boden. Een reusachtige volksmenigte joelde en tierde, doch nam overigens geen deel aan de betooging. Doch toen kwam eerst het werkelijke, ge heim gehouden veldtochtplan aan het licht, wa>nt terwijl de kiesreehtvrouwen de poli tie daar bezighielden, gingen benden vrou wen rondom het parlementsplein, en wier pen, overal waar zij konden, de venstens der gebouwen, huizen en winkels in. Ette lijke ministeriegebouwen, Whitehall, het postkantoor, Charingcross, het Westmin ster Palace Hotel, alsmede de belendende panden moesten het alzoo ontgelden. Toen de politie opdaagde, was deze moed willige glazenvernieling grootendeels vol bracht, doch de meeste arrestaties ten getale van vijftig hadden daarop plaats. In het geheel zijn er 60 inhechtenisnemin gen verricht. Alle gearresteerden werden naar het politiebureau overgebracht; de mees ten zijn voorlcopig vrijgelaten. Mén schijnt in O 0 s t e n r ij k het af stand doen van 'rechten door de aart s- h e r t 0 ge n te willen rëglernenteeren. De Tsjechische sociaal-democraten toch hebben liet voornemen te kennen gegeven heden in den Oostenrijkschen Bijksraad de regeering te interpelleeren ter zake van het huwelijk van den gewezen aartshertog Ferdinand Karl en de onzekere rechtspo sitie, ontstaan doordat deze afstand heeft gedaan van zijn Tang en titels. Zij zuil ?*i verder eischen, dat de te dezer za' e be staande leemten in de wetgeving worden aangevuld, het geheime familie-statuut wordt gepubliceerd, dat van den afstand van den aartshertog officieel kennis wordt geven en het publiek volkomen op de hoog te wordt gebracht van al de gevolgen, die het gebeurde voor den aartshertog kan hebben. Gisteren lïebben in Busland op den sterfdag van Tolstoï allerlei betocgingen plaats gehad. Bij alle kelken en hoogescholen van Pe tersburg va# een sterke politiemacht opge steld om alle demonstraties te voorkomen. In de universiteit begonnen de studenten tijdens de colleges een treurlied te zingen en trokken toen de professoren de colleges staakten, ónder het zingen van rev-olution- naire liederen door de gangen van het ge bouw. Daarna kwamen zij bijeen in de aula, waar voorgesteld werd naar een kathedraal te trekken en daar een betooging op touw te zetten. De kalme elementen ontrieden dit oohter. Het universiteitsgebouw werd dadelijk 'door een sterke politiemacht bezet. De weg iver de Kewa werd den studenten ontzegd. Enkele troepen, die roode vlaggen droegen, werden uit elkaar gejaagd. De rust was spoedig hersteld. De koning van Engeland heeft in E g y p t e even stil gehouden op zijn reis naar het Ocsten. Hij wisselde bezoeken met den khedive en ontving ook den TuTksohén prins Ziaeddin, die hem een brief van den Sultan ter hand stelde. De Koning gaf den prins een verzegelden brief voor den Sultan. Lord Kitchener stelde den Koning den Egyptischen eerste-minister voor en boven dien een aantal andere hooge Egyptische en Britsohe ambtenaren en den Franse-hen diplomatieke n agent. De Kor.ng bood hetaanzienlijk gezel schap een lupch aan op de Medina" en gaf 's avonds een klein diner. P e 1* z i heeft de beslechting van het geschil met Busland in handen van de Engelsche regeering gelegd en deze verzoobt haar te willen raden, wat gedaan dient te worden om Busland te voldoen, daarbij belovend den raad van Engeland te zullen volgen. De Perzische regeering heeft zich verder bereid verklaard de eischen van Bus land in te willigen, onder voorwaarde ech ter, dat de Russische troepen, zoo zij nog niet vertrokken zijn, niet zullen opmar- geworden en daar ginds in die eenzame streek, men kon nooit weten Natuurlijk reisde Grote derde klasse. Hij was nog vermoeid van de visite aan „zijn tante" den vorigen avond en bracht dientengevolge het grootste deel van de reis slapende door, terwijl hij den overigen tijd aan zijn vriend dacht en aan dat, wat zij samen hadden afgesproken. Het was nog lang niet zekeri dat Timm met de uitvoering van dé inbraak zou wach ten; eigenlijlk zou hij ook dwaas zijn, als hij het wel deed, waift gunstiger gelegen heid dan den vorigen nacht zou zioh nooit kunnen voordoen. Grote ergerde zioh reeds over zijn voor barigheid zijn vriend de gunstige gelegen heid zoo aan den neus te hebben gehangen* maar in stilte rekende hij toch op den korps geest van het inbrekersgilde en stelde* zich gerust met het idee, dat er toch nog, ook indien Timm alleen aan het werk was ge gaan, allerlei middelen waren om zijn vriend tot een doeling te dwingen. Het was reeds tamelijk donker, toen de beide reizigers hun doel bereikten. Zij waren de eenigen die op het kleine station uit stapten, dat ongeveer tien minuten van het dorp verwijderd lag. Yan daar af tot aan het landgoed zou het volgens Helwigs be rekening ongeveer nog een uur gaans zijn; precies echter (kon hij het natuurlijk niet zeggen. Heiwig haalde een spoorboekje uit zijn zak, dat hij bij het licht der lantaarn raad pleegde. Om tien uren vertrok er een trein naar Berlijn en dan niet weer vóór den vol genden morgen acht uren. „We zullen by mijn oom moeten overnach ten en morgenochtend om acht uren terug c-heeren, of zoo dit wel het geval is, onmid dellijk naar Busland terugkeeren. Uit Amerika komen berichten, dat de gezondheidstoestand van president T a f b slechter is geworden. Hij heeft long ontsteking. De toestand in C h i n a wordt ernstiger, vooral door de haat tegen de vreemdelingen, die weer is ontvlamd. Gisteren deelden wij er reeds over mede. Dat de rust in China nog lang op zich kan laten wachten, blijkt ook. wel uit het feit, dat Jee an Sji Kai heeft laten door schemeren tegenover dé vreemde gezanten, dat men waarschijnlijk rekenen moest op ja renlange. gevechten bij dè onderdrukking van den opstand. De groote moeilijkheid be staat lïierin dat men met de provincies d;e afvallig zijn of welke zich onafhankelijk ver klaard hebben, niet in telegrafische verbin ding kan treden, daar de leidingen meest gestoord zijn. De 3000 tor, metende kruiser „Haijoen" heeft voor Hankotf, tijdens de afwezigheid van admiraal Sah, de vlag der ops'tancleliü- gen gehesehen. Het is nog maar steeds niet te zeggen, wat er van China worden zal. Indische b egïootin g. Uitvoerig behandelde de heer T h 0 m- s o n de rede van dr. Kuyper, die eigenlijk onbegrijpelijk van tweeslachtigheid was, of schoon spr. van een Christen-staatsman niet verwacht had, dat hij het Christendom zou stellen'tegenover Jiet Islamisme in dien zin, dat in Indië maar eens uitgevochten moet worden welke [religie het wint ten slotte. Maar wat wel; duidelijk uitkwam in dr. Kuypers rede, was, dat zij neerkwam op de bestrijding van het modernisme, thans'ook in Indië, zooals hij gewoon is in Nederland in „De Standaard" te doen. Spreker hoopt, dat de Begeering haar 9bandpunt van 1910 zou handhaven, nl, gods dienstvrijheid, geen r e chtst re e k soh e steun aan de Zending, geen agressief optreden tegen den Islam. Ook spr. brak ten slotte een lans vóoi* een vrijzinnige politiek tegenover de vreem de Oosterlingen en protesteerde tegen de door den heer Yan Hoogstraiten aangege ven, van groote eenzijdigheid getuigende politiek tegen de Chine-ezen, een hoogst ge vaarlijk standpuntjuist thans; nü China teekenen van ontwaken geeft. Men waohte niet af tot China van ons afdwingt wat het vaa ons wil, gelijk Japan ons gedwongen heeft; De heer D e Yiss er spreekt over het standpunt, door de Qhristelijke natie in te nemen tegenover Indië. De stelling, dat Ne derland als moederland Christelijk tégen over Indië nioet staan, neemt spr. voor zijn rekening. Om. niet misverstaan te worden, wil hij, negatief en positief, het een en an der over die stelling zeggen. De Begeering moet de taak van de Kerk niet overnemen, het christen-zijn mag geen prerogatief wezen tegenover de Mohainme- daansche onderdanen en geen dwang mag uitgeoefend worden met betrekking tot de religie der onderdanen. Echtheid van religie kan alleen opkomen in volle vrijheid. Niet spoedig zal spr. zijn stem geven aan het tegengaan van Mekka vaarten. Religievrijheid wenseht spr. naar twee kanten, ook dus voor den christen, voor den christen inlander. Het struikelblok voor de Zending is dikwijls de bemoeilijkipg door hadjis. Die vrijheid naar beide kanten is dus nog niet voldoende gewaarborgd; dat blijkt ook nog uit andere omstandigheden. Slechts kan de godsdienstvrijheid zoo ver gaan,, dat het staatsbelang er niet door ge schaad wordt. Et is een panislamisme, al dus prof. Snouck Hurgronje, waartegen elk We ster scli rijk op zijn hoede moet zijn. Maar sp'r. meent, dat het panislamisme en de eschathologie van den Islam niet zoo ver van elkaar staan als de heer Snouck Hur gronje veronderstelt. Directen steun voor de Christelijke Zen- kunnen gaan," besloot Hel wig; na een poosje te hebben nagedacht. „Neem den handkoffer maar op en volg my; een rijtuig zal er wel niet in dit nest te krijgen zijn." „Weet u den weg, mijnheer?" „Neen, maar we zullen in het dorp even om inlichtingen vragen." Aan het einde van het dorp lag een her berg, blijkbaar de e6nige in de plaats die er hoogst onaanzienlijk uitzag. Zij kregen informaties .van den heröergier. Zy moesten oyer het moeras, heette het. Het landgoed lag aan een overkant, waarheen een begaanbare weg leidde. Men diende zich echter in acht te nemen niet van den weg af te dwalen, daar het dan wel eens gevaariyk kon worden. „En de duisternis?" 0, dat was niet 200 erg. De hemel was byna wolkloos en later zou de maan ook nog wel op komen. „Kom, dan zullen we maar op weg gaan. We zullen mynheer Rodeck toch zeker wel thuis treffen?" De waard grynsde. „Mynheer gaat nooit uit; maar of hy thuis is, kan men ook niet zeggen." Heiwig, gevolgd door Grote, stapt® moedig voorwaarts. Rechts en links breidde zich het moeras uit en Frits Grote, die voorgaf uit een dergeiyko streek te komen, wist allerlei griezelige verhalen te vertellen; maar ge lukkig hadden zy steeds een licht in hot ge zicht, dat hun als richtsnoer kon dienen, daar zy begrepen, dat daar het landgoed wel moest zyn gelegen. De spraakzaamheid van den bediende had niets opdringends en dat hy veel sprak was eigenlijk nogal natuurlijk, waar de beide mannen geheel op elkaar waren aangewezen ■ding wil spr. alleen niet in het belang van de Christelijke Zending zelf; maar indirect steune de Regeeriug de Zending. De heer Snouck Hurgronje werkt mis schien onbewust tegenover Indië met dit dogma, dat er boven de andere godsdiensten een humanistische religie staat van hoogere eenheid. Voor dat standpunt kan spr. eer bied hebben, maar de Begeering kan het niet aanvaarden. Dan zou men in de fout van vroeger vervallen, al kon men met dogma's geheele groepen voor het Chris tendom winnen. Heeft spr. dr. Kuyper goed begrepen, dan komt spr. tot de conclusie, dat deze te weinig christelijk is. En niet ééns is »-pr. het met diens uitlating, dat de Begeering niet een religieus clement in hef ónderwijs brengen kan; verderfelijk zou hij het vin den, als de overtuiging meer én meer in gang vond, dat een christelijk jongeling het gouvernementsonderwijs niet dienen kan. Evenzeer acht spr. liet onjuist het dessa- onderwijs evenals het christelijk onderwijs bijzonder onderwijs te noemen. Bij de propageering van het christendom heeft de Begeering acht te slaan op de ge varen van het panislamisme en men moet niet ingaan op het dogma van den heer Snouck Hurgronje: cultuur boven religie, maar uitgaan van de stelling: cultuur door religie. Het christendom moet in de eerste plaats gepredikt worden door de Zending en met indireofcen steun van het Rijk. De heer D e S t u e r s betoogt, dat het moeilijk is na te gaan of de toestand op At. jell- normaal is geworden en zulks omdat van Atjeh zoo Weinig betrouwbaars verno men wordthet koloniaal verslag is onvol ledig, de pers geen betrouwbare bron en de Minister te optimistisch. Wel wordt gezegd, dat 1/3 Atjehei's minder is doodgeschoten dan in 1910, maar men moet daarbij in aan merking nemeni dat de Atjehsche bewolking begint te dunnen en er dus vanzelf minder dooden vallen kunnen; overigens beweert spreker, da*» onze pacificatie-méthode nog steeds gepaard gaat met dezelfde drama's als vroeger herhaaldelijk door liem gescinïl- derd. De heer Van Hoogstrate 11 komt nog eevns terug op de kwestie, dat in liet Voorloopig Verslag uitvoeriger melding ge maakt had moeten worden van de hulde, in de afdéelingcn aan den Go u ve meur - Ge rie - raai gebracht. Spr. heeft-met aijn opmerking echter niets bedoeld tegen de Commissie va-n Rapporteurs. De Kamer ging hierna over tot het trek ken der afdeelingen en begaf zich vervol gens in de a-fdeelingen tot het kiezen van voorzitters en onder-voorzitters. De vergadering werd vervolgens te vier uren verdaagd tot Woensdagochtend te half elf. - J u s't/i t i è~Ue g r o 0 11 n g 1912. Eindverslag. In haar eindverslag betreffende de jus- titiebegro iting 1912 merkt de commissie van rapporteurs op, dat aangaande de be weegredenen, welke den minister hebben ge leid tot net invoeren van een nieuw artikel 87bis (bijdrage in de kosten van instellingen voor rechtsbijstand aan on- en minvermo genden, f 30CO) en omtrent de gevolgen, welke de voorgenomen subsidieëring zal hebben,de Kamer nog onvolledig is inge licht. Staatsbegrooting voor 19 i 2. In de Memorie van Antwoord der regee ring nopens het 1ste Hoofdstuk der Staats- begrooting voor 1912, verklaart de regee ring dat wat den parlementairen arbeid aangaat, dat naar haar rneeniiig, aan de afdoening van de wetsontwerpen betreffende het tarief van invoerrechten, de kustverdediging, de ziekteverzekering en de daarmede samenhangende herziening der Ongevallenwet en het ontwerp betreffende de Oiiderdoms- en Invaliditeitsverzekering behoefte bestaan. Wat laatstgenoemd ont werp betreft, verzekert de regeering dat en zioh zoodoende in een byzondere ver houding bevonden. Ten slotte deed het Hel wig toch maar veel genoegen, dezen slimmen, handigon vent by zich te hebben, en ook zynerzgds gevoelde hy zich tot zekere hoogte mededeelzaam worden. Over het eigeniyke doel van zyn reis sprak hy evenwel niet, maar terloops vertelde hy, dat zyn oom een oude, ietwat wondoriyke jonggezel was, die alleen met zyn bediende het uitgestrekte landgoed bewoondo. Frits behoorde toch een weinig op da hoogte te zyn van de omgeving, waarin hy zou komen, daar hy anders nog zou kunnen mo9nen in een roovershol te zyn terecht gekomen. Want heel veel beter zag het oude huis er niet uit, toen het eindelyk in het halfdonker voor de reizigers opdoemde. Het was aan den zoom van heb moeras gelegen met het front naar de kale vlakte, aan den achterkant door naaldwoud inge sloten. Andere bewoonde huizen bevonden zich niet in de buurt; een heel eind op zy zag men de lichten flikkeren van de woning van den pachter. Het dorp was geheel ver dwenen, doordat het iets lager was gelegen. Heiwig en Grote traden zonder hinder nissen het huis binnen, maar moesten langen tyd wachten eer zy een levend wezen ont moetten. Eindelyk verscheen Woitasch, Rodecks Pool- sche bediende, die een zeer lompen indruk maakte en die bovendien de Duitsche taal lang niet meester was. Nadat hy zich ovor- tulgd meende te hebben, dat de goed gekleede heer geen commis-voyageur was, stemde hy er in toe het late bezoek aan te melden en spoedig daarop verdween Heiwig in de woon- harerzijds het mogelijke zal gedaan worden, ten einde afdoening te bespoedigen. Als bijlage is bij de Memorie gevoegd een overzicht van clen stand der werkzaamhe den van de verschillende Staatscommissies. Betreffende de opmerkingen van de Twee de Kamer over de d u u r t e d e r 1 e- v e 11 s mi d d e 1 e n in het Voorloopig Yer- slag luidt liet antwoord: - „Uit den tegemvoordigen stand der pri.i- sen van verschillende eerste levensbehoef ten ontstaat vcoi* diegenen onder hen, die meb een gering inkomen in de behoeften van hun gezin hebben te voorzien, inder daad ongelegenheid, en met liet oog op den invloed, welke buitengewone omstandighe den, naar men hopen mag, van tijdelijken aard, op de. prijzen hébben uitgeoefend, is een noodmaatregel van regeeringswege ten aanzien van die categorie, wel gerechtvaar digd. Tegen een tijdelijke verhooging van loon of salaris blijft echter naar liet oordeel der Tegeerïng liet groote gevaar bestaan, dat het gezin zich gewent aan een inkomen, dat met den datum, waarop de loonsver- liooging een eind neemt, weer wordt ver laagd. Dit bezwaar wordt grootendeels on dervangen door een iiitkeering of gratifica tie in eens. Wel is waar is het niet mogelijk bij de tijdelijk uit schaar soh te voortsprui tende duurte van' sommige levensmiddelen, de sreziniïëiï in staat te stellen geheel op gelijke wijze als zij dat gewoon zijn in hun behoeften te voorzien, maar zoodanige gra tificatie zal hun. naar verwacht mag wor den, de mogelijkheid brengen, ernstigen nood af te wenden. De regeering is daarom voornemens op de verschillende hoofdstuk ken der begrooting de noodige gelden aan te vragen, ten einde alle rijksambtenaren en beambten en vrijwillig dienenden militai ren die gehuwd zijn of 'als weduwnaar een of meer kinderen beneden den leeftijd van J8 jaar te hunnen laste hebben, en wier jaarii'.ksch bruto-inkomen f 1000 niét over treft, voor eens. een bijslag te geven van f 20. „Na het voorafgaande zal het begrijpe lijk zijn, waarom in de Openingsrede van de duurte van sommige levensmiddelen wer gezwegen. De zaak eischte een onder zoek, en een betuiging van leedwezen, zon der meer, óver de duurte van sommige artikelen en over de daaruit voortvloeiende bezwaren beteekende niets." Opa nni-conferentie. Bij Kon. besluit z'Jn benoemd tot afge vaardigden van Nederland en zijn koloniën op de in de maand December a. s. te 's-Gravenhage te houden internationale opium-conferentie, de heeren: J. T. Gremér, pres. van de Ned. Handel maatschappij, oud-minister van kol.,, eerste gedelegeerde; mr. 0. Th. van Deventer, lid van d'e Eerste Kamer; A. A. de Jongh, ge- pens. hoofdinspecteur, clief van den dienst der opium-regie in Ned.-Indië;- dr. J, G. Seheurer, lid van de Tweede Kamer, en W. G. van Wettum, inspecteur van de opium-regie in Ned.-Indië. Waterweg fiSüjia Maai. Reuter seint d.d. gisteren uit Aken, dat daar den vorigen dag vertrouwelijke be raadslagingen waren gevoerd door de com missie tot voorbereiding en bevordering van een vaarweg van groote schepen, ter verbinding van Rijn en Maas. Er werd een vereeniging tot dat doel opgericht die haar zetel zal hebben in Aken, en die haar bemoeiingen zal uitstrekken tót Keulen en de industrieplaatsen aan dén Boven Rijn, en tot Nederland en België. Eflnldeblijk Van Tionkoveai. Naar dit Haarlem gemeld wordt, is aan mr. G. van Tienhoven, oud-Commis saris der Koningin in cle Provincie Noord- Holland, op initiatief van het bestuur der Yereeniging van Burgemeesters in Noord- Holland, een souvenir aangeboden, bestaande uit een fraai bewerkt album met photo's uit de geheele provincie, Qok de Provinciale Staten zullen den heer Van Tienhoven een huldeblijk aanbieden. vertrekken van majoor Rodeck, terwijl Grote in gezelschap van Woitasch achterbleef. Frits Grote kon na do mededeeling van zyn patroon natuuriyk wel Aannemen, dat zy den nacht op het landgoed zouden biy ven logeeren, en zoo kon hij toch ook wel aanspraak op een weinig gasivryiioid maken. Maar Woitasch scheen daarop in het minst geen plan te hebben. Hy zette voor zyn Ber- ïyner collega een brandende lamp op de tafel en. trok zich daarna zelf in een donker hok terug, waar hy waarschyniyk den nacht en zeker ook een groot deel van den dag go- wooniyk versliep. De meledesling van Grote, dat hy en zyn meester den geheelen dag ijog niets te eten hadden gehad, nam hy voor kennisgeving aan, maar hy stond wel toe, dat Grote ten slotte de lamp opnam om te trachten zelf maar wat eten en drinken te vinden. In de provisiekast vond hy dan ook een aangesneden ham, een snee brood en eenige flesschon bier. Onderwyi had hij eens even poolshoogte genomen in het liu's en was ook voorby de kamer gekomen, waarin Lielwig met zyn oom onderhandelde. Het onderhoud tusschen de b9i.de mannen was tameiyk luidruchtig en naar liet scheen niet zeer vriondschappeiyk er bleek kwostie van geld en van een testament te zyn. Rodeck brulde ten minste: „Het ligt hier in myn bureau en de duivel hale my, als ik daaraan ook nog maar één woord vorander." Het eigeniyke verloop van het gesprek kon Grote evenwel niet hooren, te meer, daar h|j vreesde elk oogenblik door Woitasch over vallen te worden. Na eenigen tyd verscheen Helwig. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5