fefo. 158 W. LEIBSCH DACïBLAB, Woensdag- 22 November. Tweeia Blad. Anno 1312.
Buitenlandseh Overzicht.
FEUILLETON.
Valsclie en ware liefde.
Tweede Kamer.
Het blijkt achteraf meer en meer, dat
fiet dezen zomer bij de onderhandelingen
jtnsschen Frankrijk -en Duitschland erg ge
spannen heeft tusschen de EuTopeesehe me
jgendheden. Bij de 1 11 abe Ir ach fci n g endie
[thans in de verschillende parlementen wor
pen gehouden, wordt nu en dan een tipje
"(Van den sluier opgelicht. Vooral de li o ri
jd i 11 g van Engeland is Duitschland een
jdcorii in het oog geweest. Thans heeft von
Kiderlen Wachter in de Bijksdagc-ommissie
je-en relaas, gegeven hierover. Aanvankelijk
ivlott'D het niet. Toc-n werd aan den Duit-
"ech n gezant opgedragen nota te nemen van
pen eventueele verklaring van Grey, dat
Pen overeenkomst tusschen Duitschland on
Frankrijk ook door hem werd gewenscht en
Ido overtuiging uit te spreken, dat zulks in
hcogo mate bevorderlijk zou zijn aan de
jcudcrhandelingen. Met dezen wensch echter
.feou liet moeilijk overeen te brengen zijn,
Warneer van Engelsche zijde, zonder dat nog
"iets bekend was omtrent de compensatie,
Idio Duitschland op politiek gebied zou ge-
Ven Duitsehlands eiscli omtrent koloniaal
gebied niet voor inwilliging vatbaar werd
geacht. Op 27 Juli verscheen een klaar
blijkelijk geïnspireerde mededeeling, waarin
Werd verklaard, dat het onjuist zou zijn
Juit do beraadslagingen van de Engelsche
ïuinisters do gevolgtrekking te maken, dat
'de Engelsche regeering plan had actief deel
to nemen aan de onderhandelingen mot
Duitschland.
Beschikkingen ten opzichte van de Kanaal-
vloot en do Atlantische vloot hadden niets
t-e maken met de Mairokko-kwestie.
Van dit oogenblik af begonnen de on
derhandelingen met Frankrijk beter te
vletten. -
Tech begint allerwegen zich do gezind
heid to openbaren, om do heele zaak nu
maar spoedig to vergeten.
De .Figaro" waarschuwt tegen de vertra
ging in .de goedkeuring van de Marokko-
ovcreenkomst door de Kamer, en hoopt,
dat de volksvertegenwoordiging het ver
drag, waarin zij tceh niets veranderen kan
spoedig zal aannemen.
Ook minister-president C a i 1' 1 a u x drong
Pr bij.de commissie voor de buitenlandsche
zaken op aan, dat zij de Kamer in staat zou'
stellen binnen den kortst mogelijken tijd een
oerdeel uit te spreken over het Gongo-ver-
drag-
Hij verklaarde zich tegen elke motie tot
Uitstel en zal de kwestie van vertrouwen
stellen.
Minister de Selves deelde mede, dat En
geland den tekst van het geheime Fransch-
Engelsche verdrag,: behoorende bij het
Fransoh-Spaansehe verdrag- van J?904,
wenscht te publieeeren.
Ook in België een nagalm van de kwes
tie.
In do.Kamcr-zijn de int er pel 1 a ti esover_de
nationale verdediging aan de orde.
Troel et brengt in herinnering, dat men
zich 3 maanden lang aan den vooravond
van een oorlog heeft kunnen gelooven. De
minister van oorlog heeft verklaard, dat alles
gereed was en liet noodige was verricht- In
dien men echter daarop tc wapen was ge
roepen, zonden de forten van Luik niet ver
dedigd zijn geworden.
De minister van oorlog antwoordt-, dat
men het land misleidt. Alles, wat moet wor
den gedaan om tegenstand te bieden aan
Pe.n inval, is tot in' de kleinste bijzonder
heden sedert jaren vastgesteld, doch het is
dnnoodig* op to merken, dat geen bijzonder
heden kunnen worden verstrekt betreffende,
de mcbilisatieplannen, die. zaken van ver
trouw elijken aard inhouden. Alles was ge-
Idaan om het leger binnen 5 tob 6 dagen te
mobiliseer en en samen te trekken.
De kies rech tao tie begint in E n-
geland van zich te doen spreken. Oók de
vrouwen doen natuurlijk vooraan mee in
den strijd.
Zij hebben gisteravond een betooging op
het plein voor het parlementsgebouw ge
houden. Een groote politiempoht bewaakte
streng de toegangswegen naar het parle
ment en verhinderde alle samenscholingen,
en belette ook, dat de afgevaardigden uit
15)
Zijn woning moest volgens verhalen als
een vesting worden bewaakt; overal wapens,
de ramen met ijzerdraad afgesloten en voor
eiken ingang voetangels.
In hoever deze verhalen op waarheid dan
•wel op fantasie berustten, wist niemand,
want geen mensch kwam ooit in het huis.
De oude huisknecht haalde dagelijks uit
het nabijgelegen dorp de noodige levens
middelen en de post, maar de oude man
liet nooit iets over het leven van zijn mees
ter los, zoodat alles, wat in dit huis voorviel
een geheim voor de buitenwereld was, en
langzamerhand begon men ook de belang
stelling er voor te verliezen. Eens zou toch
wel de -dood intreden en daarna zouden
misschien vele ophelderingen volgen. Men
wist alleen nog te vertellen, dat een neef
in Berlijn universeel erfgenaapi zou wor
den van het groote vermogen, mits de oude
man natuurlijk geen andere regeling had ge
troffen.
Yan Berlijn uit moest men bijna een heë-
len dag rijden, om in de buurt van het
Rodecksche bezit te komen.
De bankdirecteur Heiwig bevond zich *'n
gezelschap van zijn bediende Grote precies
op den aangegeven tijd op het Stettiner
station.
Waarom hij zich eigenlijk op deze reis
door zijn bediende liet vergezellen, was heen
zelf niet duidelijk; noodig lfad hij hem dan
'ook niet, maar de gewoonten van een voor
naam heer waren hem een tweede natuur
<Caxton hall, waar de kiesrechtvrouwen be
stendig vergaderden, verder kwamen dan
den omtrek van de hal. Enkele ontsnapten
evenwel aan den politiegordel en slaagden
er in, tot het parlementsplein door te drin
gen, alwaar eenigen in lmghtenis werden
genomen, niet zonder eenigé geweldpleging
tegenover haar die verzet boden.
Een reusachtige volksmenigte joelde en
tierde, doch nam overigens geen deel aan
de betooging.
Doch toen kwam eerst het werkelijke, ge
heim gehouden veldtochtplan aan het licht,
wa>nt terwijl de kiesreehtvrouwen de poli
tie daar bezighielden, gingen benden vrou
wen rondom het parlementsplein, en wier
pen, overal waar zij konden, de venstens
der gebouwen, huizen en winkels in. Ette
lijke ministeriegebouwen, Whitehall, het
postkantoor, Charingcross, het Westmin
ster Palace Hotel, alsmede de belendende
panden moesten het alzoo ontgelden.
Toen de politie opdaagde, was deze moed
willige glazenvernieling grootendeels vol
bracht, doch de meeste arrestaties ten
getale van vijftig hadden daarop plaats.
In het geheel zijn er 60 inhechtenisnemin
gen verricht. Alle gearresteerden werden
naar het politiebureau overgebracht; de
mees ten zijn voorlcopig vrijgelaten.
Mén schijnt in O 0 s t e n r ij k het af
stand doen van 'rechten door de aart s-
h e r t 0 ge n te willen rëglernenteeren.
De Tsjechische sociaal-democraten toch
hebben liet voornemen te kennen gegeven
heden in den Oostenrijkschen Bijksraad de
regeering te interpelleeren ter zake van
het huwelijk van den gewezen aartshertog
Ferdinand Karl en de onzekere rechtspo
sitie, ontstaan doordat deze afstand heeft
gedaan van zijn Tang en titels. Zij zuil ?*i
verder eischen, dat de te dezer za' e be
staande leemten in de wetgeving worden
aangevuld, het geheime familie-statuut
wordt gepubliceerd, dat van den afstand
van den aartshertog officieel kennis wordt
geven en het publiek volkomen op de hoog
te wordt gebracht van al de gevolgen, die
het gebeurde voor den aartshertog kan
hebben.
Gisteren lïebben in Busland op den
sterfdag van Tolstoï allerlei betocgingen
plaats gehad.
Bij alle kelken en hoogescholen van Pe
tersburg va# een sterke politiemacht opge
steld om alle demonstraties te voorkomen.
In de universiteit begonnen de studenten
tijdens de colleges een treurlied te zingen
en trokken toen de professoren de colleges
staakten, ónder het zingen van rev-olution-
naire liederen door de gangen van het ge
bouw. Daarna kwamen zij bijeen in de aula,
waar voorgesteld werd naar een kathedraal
te trekken en daar een betooging op touw
te zetten. De kalme elementen ontrieden
dit oohter. Het universiteitsgebouw werd
dadelijk 'door een sterke politiemacht bezet.
De weg iver de Kewa werd den studenten
ontzegd. Enkele troepen, die roode vlaggen
droegen, werden uit elkaar gejaagd. De rust
was spoedig hersteld.
De koning van Engeland heeft
in E g y p t e even stil gehouden op zijn reis
naar het Ocsten. Hij wisselde bezoeken met
den khedive en ontving ook den TuTksohén
prins Ziaeddin, die hem een brief van den
Sultan ter hand stelde.
De Koning gaf den prins een verzegelden
brief voor den Sultan.
Lord Kitchener stelde den Koning den
Egyptischen eerste-minister voor en boven
dien een aantal andere hooge Egyptische
en Britsohe ambtenaren en den Franse-hen
diplomatieke n agent.
De Kor.ng bood hetaanzienlijk gezel
schap een lupch aan op de Medina" en gaf
's avonds een klein diner.
P e 1* z i heeft de beslechting van het
geschil met Busland in handen van de
Engelsche regeering gelegd en deze verzoobt
haar te willen raden, wat gedaan dient te
worden om Busland te voldoen, daarbij
belovend den raad van Engeland te zullen
volgen. De Perzische regeering heeft zich
verder bereid verklaard de eischen van Bus
land in te willigen, onder voorwaarde ech
ter, dat de Russische troepen, zoo zij nog
niet vertrokken zijn, niet zullen opmar-
geworden en daar ginds in die eenzame
streek, men kon nooit weten
Natuurlijk reisde Grote derde klasse.
Hij was nog vermoeid van de visite aan
„zijn tante" den vorigen avond en bracht
dientengevolge het grootste deel van de
reis slapende door, terwijl hij den overigen
tijd aan zijn vriend dacht en aan dat, wat
zij samen hadden afgesproken.
Het was nog lang niet zekeri dat Timm
met de uitvoering van dé inbraak zou wach
ten; eigenlijlk zou hij ook dwaas zijn, als
hij het wel deed, waift gunstiger gelegen
heid dan den vorigen nacht zou zioh nooit
kunnen voordoen.
Grote ergerde zioh reeds over zijn voor
barigheid zijn vriend de gunstige gelegen
heid zoo aan den neus te hebben gehangen*
maar in stilte rekende hij toch op den korps
geest van het inbrekersgilde en stelde* zich
gerust met het idee, dat er toch nog, ook
indien Timm alleen aan het werk was ge
gaan, allerlei middelen waren om zijn vriend
tot een doeling te dwingen.
Het was reeds tamelijk donker, toen de
beide reizigers hun doel bereikten. Zij waren
de eenigen die op het kleine station uit
stapten, dat ongeveer tien minuten van het
dorp verwijderd lag. Yan daar af tot aan
het landgoed zou het volgens Helwigs be
rekening ongeveer nog een uur gaans zijn;
precies echter (kon hij het natuurlijk niet
zeggen.
Heiwig haalde een spoorboekje uit zijn
zak, dat hij bij het licht der lantaarn raad
pleegde. Om tien uren vertrok er een trein
naar Berlijn en dan niet weer vóór den vol
genden morgen acht uren.
„We zullen by mijn oom moeten overnach
ten en morgenochtend om acht uren terug
c-heeren, of zoo dit wel het geval is, onmid
dellijk naar Busland terugkeeren.
Uit Amerika komen berichten, dat
de gezondheidstoestand van president
T a f b slechter is geworden. Hij heeft long
ontsteking.
De toestand in C h i n a wordt ernstiger,
vooral door de haat tegen de vreemdelingen,
die weer is ontvlamd. Gisteren deelden wij
er reeds over mede.
Dat de rust in China nog lang op zich
kan laten wachten, blijkt ook. wel uit het
feit, dat Jee an Sji Kai heeft laten door
schemeren tegenover dé vreemde gezanten,
dat men waarschijnlijk rekenen moest op ja
renlange. gevechten bij dè onderdrukking
van den opstand. De groote moeilijkheid be
staat lïierin dat men met de provincies d;e
afvallig zijn of welke zich onafhankelijk ver
klaard hebben, niet in telegrafische verbin
ding kan treden, daar de leidingen meest
gestoord zijn.
De 3000 tor, metende kruiser „Haijoen"
heeft voor Hankotf, tijdens de afwezigheid
van admiraal Sah, de vlag der ops'tancleliü-
gen gehesehen.
Het is nog maar steeds niet te zeggen,
wat er van China worden zal.
Indische b egïootin g.
Uitvoerig behandelde de heer T h 0 m-
s o n de rede van dr. Kuyper, die eigenlijk
onbegrijpelijk van tweeslachtigheid was, of
schoon spr. van een Christen-staatsman
niet verwacht had, dat hij het Christendom
zou stellen'tegenover Jiet Islamisme in dien
zin, dat in Indië maar eens uitgevochten
moet worden welke [religie het wint ten
slotte. Maar wat wel; duidelijk uitkwam in
dr. Kuypers rede, was, dat zij neerkwam
op de bestrijding van het modernisme,
thans'ook in Indië, zooals hij gewoon is in
Nederland in „De Standaard" te doen.
Spreker hoopt, dat de Begeering haar
9bandpunt van 1910 zou handhaven, nl, gods
dienstvrijheid, geen r e chtst re e k soh e steun
aan de Zending, geen agressief optreden
tegen den Islam.
Ook spr. brak ten slotte een lans vóoi*
een vrijzinnige politiek tegenover de vreem
de Oosterlingen en protesteerde tegen de
door den heer Yan Hoogstraiten aangege
ven, van groote eenzijdigheid getuigende
politiek tegen de Chine-ezen, een hoogst ge
vaarlijk standpuntjuist thans; nü China
teekenen van ontwaken geeft.
Men waohte niet af tot China van ons
afdwingt wat het vaa ons wil, gelijk Japan
ons gedwongen heeft;
De heer D e Yiss er spreekt over het
standpunt, door de Qhristelijke natie in te
nemen tegenover Indië. De stelling, dat Ne
derland als moederland Christelijk tégen
over Indië nioet staan, neemt spr. voor zijn
rekening. Om. niet misverstaan te worden,
wil hij, negatief en positief, het een en an
der over die stelling zeggen.
De Begeering moet de taak van de Kerk
niet overnemen, het christen-zijn mag geen
prerogatief wezen tegenover de Mohainme-
daansche onderdanen en geen dwang mag
uitgeoefend worden met betrekking tot de
religie der onderdanen.
Echtheid van religie kan alleen opkomen
in volle vrijheid. Niet spoedig zal spr. zijn
stem geven aan het tegengaan van Mekka
vaarten.
Religievrijheid wenseht spr. naar twee
kanten, ook dus voor den christen, voor
den christen inlander. Het struikelblok
voor de Zending is dikwijls de bemoeilijkipg
door hadjis. Die vrijheid naar beide kanten
is dus nog niet voldoende gewaarborgd; dat
blijkt ook nog uit andere omstandigheden.
Slechts kan de godsdienstvrijheid zoo ver
gaan,, dat het staatsbelang er niet door ge
schaad wordt. Et is een panislamisme, al
dus prof. Snouck Hurgronje, waartegen
elk We ster scli rijk op zijn hoede moet zijn.
Maar sp'r. meent, dat het panislamisme en
de eschathologie van den Islam niet zoo ver
van elkaar staan als de heer Snouck Hur
gronje veronderstelt.
Directen steun voor de Christelijke Zen-
kunnen gaan," besloot Hel wig; na een poosje
te hebben nagedacht. „Neem den handkoffer
maar op en volg my; een rijtuig zal er wel
niet in dit nest te krijgen zijn."
„Weet u den weg, mijnheer?"
„Neen, maar we zullen in het dorp even
om inlichtingen vragen."
Aan het einde van het dorp lag een her
berg, blijkbaar de e6nige in de plaats
die er hoogst onaanzienlijk uitzag.
Zij kregen informaties .van den heröergier.
Zy moesten oyer het moeras, heette het. Het
landgoed lag aan een overkant, waarheen een
begaanbare weg leidde. Men diende zich echter
in acht te nemen niet van den weg af te
dwalen, daar het dan wel eens gevaariyk kon
worden.
„En de duisternis?"
0, dat was niet 200 erg. De hemel was
byna wolkloos en later zou de maan ook nog
wel op komen.
„Kom, dan zullen we maar op weg gaan.
We zullen mynheer Rodeck toch zeker wel
thuis treffen?"
De waard grynsde. „Mynheer gaat nooit
uit; maar of hy thuis is, kan men ook niet
zeggen."
Heiwig, gevolgd door Grote, stapt® moedig
voorwaarts. Rechts en links breidde zich het
moeras uit en Frits Grote, die voorgaf uit
een dergeiyko streek te komen, wist allerlei
griezelige verhalen te vertellen; maar ge
lukkig hadden zy steeds een licht in hot ge
zicht, dat hun als richtsnoer kon dienen, daar
zy begrepen, dat daar het landgoed wel moest
zyn gelegen.
De spraakzaamheid van den bediende had
niets opdringends en dat hy veel sprak was
eigenlijk nogal natuurlijk, waar de beide
mannen geheel op elkaar waren aangewezen
■ding wil spr. alleen niet in het belang van
de Christelijke Zending zelf; maar indirect
steune de Regeeriug de Zending.
De heer Snouck Hurgronje werkt mis
schien onbewust tegenover Indië met dit
dogma, dat er boven de andere godsdiensten
een humanistische religie staat van hoogere
eenheid. Voor dat standpunt kan spr. eer
bied hebben, maar de Begeering kan het
niet aanvaarden. Dan zou men in de fout
van vroeger vervallen, al kon men met
dogma's geheele groepen voor het Chris
tendom winnen.
Heeft spr. dr. Kuyper goed begrepen,
dan komt spr. tot de conclusie, dat deze te
weinig christelijk is. En niet ééns is »-pr.
het met diens uitlating, dat de Begeering
niet een religieus clement in hef ónderwijs
brengen kan; verderfelijk zou hij het vin
den, als de overtuiging meer én meer in
gang vond, dat een christelijk jongeling het
gouvernementsonderwijs niet dienen kan.
Evenzeer acht spr. liet onjuist het dessa-
onderwijs evenals het christelijk onderwijs
bijzonder onderwijs te noemen.
Bij de propageering van het christendom
heeft de Begeering acht te slaan op de ge
varen van het panislamisme en men moet
niet ingaan op het dogma van den heer
Snouck Hurgronje: cultuur boven religie,
maar uitgaan van de stelling: cultuur door
religie. Het christendom moet in de eerste
plaats gepredikt worden door de Zending
en met indireofcen steun van het Rijk.
De heer D e S t u e r s betoogt, dat het
moeilijk is na te gaan of de toestand op At.
jell- normaal is geworden en zulks omdat
van Atjeh zoo Weinig betrouwbaars verno
men wordthet koloniaal verslag is onvol
ledig, de pers geen betrouwbare bron en de
Minister te optimistisch. Wel wordt gezegd,
dat 1/3 Atjehei's minder is doodgeschoten
dan in 1910, maar men moet daarbij in aan
merking nemeni dat de Atjehsche bewolking
begint te dunnen en er dus vanzelf minder
dooden vallen kunnen; overigens beweert
spreker, da*» onze pacificatie-méthode nog
steeds gepaard gaat met dezelfde drama's
als vroeger herhaaldelijk door liem gescinïl-
derd.
De heer Van Hoogstrate 11 komt
nog eevns terug op de kwestie, dat in liet
Voorloopig Verslag uitvoeriger melding ge
maakt had moeten worden van de hulde, in
de afdéelingcn aan den Go u ve meur - Ge rie -
raai gebracht. Spr. heeft-met aijn opmerking
echter niets bedoeld tegen de Commissie va-n
Rapporteurs.
De Kamer ging hierna over tot het trek
ken der afdeelingen en begaf zich vervol
gens in de a-fdeelingen tot het kiezen van
voorzitters en onder-voorzitters.
De vergadering werd vervolgens te vier
uren verdaagd tot Woensdagochtend te
half elf.
- J u s't/i t i è~Ue g r o 0 11 n g 1912.
Eindverslag.
In haar eindverslag betreffende de jus-
titiebegro iting 1912 merkt de commissie
van rapporteurs op, dat aangaande de be
weegredenen, welke den minister hebben ge
leid tot net invoeren van een nieuw artikel
87bis (bijdrage in de kosten van instellingen
voor rechtsbijstand aan on- en minvermo
genden, f 30CO) en omtrent de gevolgen,
welke de voorgenomen subsidieëring zal
hebben,de Kamer nog onvolledig is inge
licht.
Staatsbegrooting voor 19 i 2.
In de Memorie van Antwoord der regee
ring nopens het 1ste Hoofdstuk der Staats-
begrooting voor 1912, verklaart de regee
ring dat wat den parlementairen
arbeid aangaat, dat naar haar rneeniiig,
aan de afdoening van de wetsontwerpen
betreffende het tarief van invoerrechten,
de kustverdediging, de ziekteverzekering en
de daarmede samenhangende herziening der
Ongevallenwet en het ontwerp betreffende
de Oiiderdoms- en Invaliditeitsverzekering
behoefte bestaan. Wat laatstgenoemd ont
werp betreft, verzekert de regeering dat
en zioh zoodoende in een byzondere ver
houding bevonden.
Ten slotte deed het Hel wig toch maar veel
genoegen, dezen slimmen, handigon vent by
zich te hebben, en ook zynerzgds gevoelde
hy zich tot zekere hoogte mededeelzaam
worden.
Over het eigeniyke doel van zyn reis sprak
hy evenwel niet, maar terloops vertelde hy,
dat zyn oom een oude, ietwat wondoriyke
jonggezel was, die alleen met zyn bediende
het uitgestrekte landgoed bewoondo. Frits
behoorde toch een weinig op da hoogte te
zyn van de omgeving, waarin hy zou komen,
daar hy anders nog zou kunnen mo9nen in een
roovershol te zyn terecht gekomen.
Want heel veel beter zag het oude huis er
niet uit, toen het eindelyk in het halfdonker
voor de reizigers opdoemde.
Het was aan den zoom van heb moeras
gelegen met het front naar de kale vlakte,
aan den achterkant door naaldwoud inge
sloten. Andere bewoonde huizen bevonden
zich niet in de buurt; een heel eind op zy
zag men de lichten flikkeren van de woning
van den pachter. Het dorp was geheel ver
dwenen, doordat het iets lager was gelegen.
Heiwig en Grote traden zonder hinder
nissen het huis binnen, maar moesten langen
tyd wachten eer zy een levend wezen ont
moetten.
Eindelyk verscheen Woitasch, Rodecks Pool-
sche bediende, die een zeer lompen indruk
maakte en die bovendien de Duitsche taal
lang niet meester was. Nadat hy zich ovor-
tulgd meende te hebben, dat de goed gekleede
heer geen commis-voyageur was, stemde hy
er in toe het late bezoek aan te melden en
spoedig daarop verdween Heiwig in de woon-
harerzijds het mogelijke zal gedaan worden,
ten einde afdoening te bespoedigen.
Als bijlage is bij de Memorie gevoegd een
overzicht van clen stand der werkzaamhe
den van de verschillende Staatscommissies.
Betreffende de opmerkingen van de Twee
de Kamer over de d u u r t e d e r 1 e-
v e 11 s mi d d e 1 e n in het Voorloopig Yer-
slag luidt liet antwoord:
- „Uit den tegemvoordigen stand der pri.i-
sen van verschillende eerste levensbehoef
ten ontstaat vcoi* diegenen onder hen, die
meb een gering inkomen in de behoeften
van hun gezin hebben te voorzien, inder
daad ongelegenheid, en met liet oog op den
invloed, welke buitengewone omstandighe
den, naar men hopen mag, van tijdelijken
aard, op de. prijzen hébben uitgeoefend, is
een noodmaatregel van regeeringswege ten
aanzien van die categorie, wel gerechtvaar
digd. Tegen een tijdelijke verhooging van
loon of salaris blijft echter naar liet oordeel
der Tegeerïng liet groote gevaar bestaan,
dat het gezin zich gewent aan een inkomen,
dat met den datum, waarop de loonsver-
liooging een eind neemt, weer wordt ver
laagd. Dit bezwaar wordt grootendeels on
dervangen door een iiitkeering of gratifica
tie in eens. Wel is waar is het niet mogelijk
bij de tijdelijk uit schaar soh te voortsprui
tende duurte van' sommige levensmiddelen,
de sreziniïëiï in staat te stellen geheel op
gelijke wijze als zij dat gewoon zijn in hun
behoeften te voorzien, maar zoodanige gra
tificatie zal hun. naar verwacht mag wor
den, de mogelijkheid brengen, ernstigen
nood af te wenden. De regeering is daarom
voornemens op de verschillende hoofdstuk
ken der begrooting de noodige gelden aan
te vragen, ten einde alle rijksambtenaren
en beambten en vrijwillig dienenden militai
ren die gehuwd zijn of 'als weduwnaar een
of meer kinderen beneden den leeftijd van
J8 jaar te hunnen laste hebben, en wier
jaarii'.ksch bruto-inkomen f 1000 niét over
treft, voor eens. een bijslag te geven
van f 20.
„Na het voorafgaande zal het begrijpe
lijk zijn, waarom in de Openingsrede van
de duurte van sommige levensmiddelen
wer gezwegen. De zaak eischte een onder
zoek, en een betuiging van leedwezen, zon
der meer, óver de duurte van sommige
artikelen en over de daaruit voortvloeiende
bezwaren beteekende niets."
Opa nni-conferentie.
Bij Kon. besluit z'Jn benoemd tot afge
vaardigden van Nederland en zijn koloniën
op de in de maand December a. s. te
's-Gravenhage te houden internationale
opium-conferentie, de heeren:
J. T. Gremér, pres. van de Ned. Handel
maatschappij, oud-minister van kol.,, eerste
gedelegeerde; mr. 0. Th. van Deventer, lid
van d'e Eerste Kamer; A. A. de Jongh, ge-
pens. hoofdinspecteur, clief van den dienst
der opium-regie in Ned.-Indië;- dr. J, G.
Seheurer, lid van de Tweede Kamer, en
W. G. van Wettum, inspecteur van de
opium-regie in Ned.-Indië.
Waterweg fiSüjia Maai.
Reuter seint d.d. gisteren uit Aken, dat
daar den vorigen dag vertrouwelijke be
raadslagingen waren gevoerd door de com
missie tot voorbereiding en bevordering
van een vaarweg van groote schepen, ter
verbinding van Rijn en Maas.
Er werd een vereeniging tot dat doel
opgericht die haar zetel zal hebben in Aken,
en die haar bemoeiingen zal uitstrekken
tót Keulen en de industrieplaatsen aan
dén Boven Rijn, en tot Nederland en
België.
Eflnldeblijk Van Tionkoveai.
Naar dit Haarlem gemeld wordt, is
aan mr. G. van Tienhoven, oud-Commis
saris der Koningin in cle Provincie Noord-
Holland, op initiatief van het bestuur der
Yereeniging van Burgemeesters in Noord-
Holland, een souvenir aangeboden,
bestaande uit een fraai bewerkt album met
photo's uit de geheele provincie,
Qok de Provinciale Staten zullen den heer
Van Tienhoven een huldeblijk aanbieden.
vertrekken van majoor Rodeck, terwijl Grote
in gezelschap van Woitasch achterbleef.
Frits Grote kon na do mededeeling van zyn
patroon natuuriyk wel Aannemen, dat zy den
nacht op het landgoed zouden biy ven logeeren,
en zoo kon hij toch ook wel aanspraak op
een weinig gasivryiioid maken.
Maar Woitasch scheen daarop in het minst
geen plan te hebben. Hy zette voor zyn Ber-
ïyner collega een brandende lamp op de tafel
en. trok zich daarna zelf in een donker hok
terug, waar hy waarschyniyk den nacht en
zeker ook een groot deel van den dag go-
wooniyk versliep. De meledesling van Grote,
dat hy en zyn meester den geheelen dag ijog
niets te eten hadden gehad, nam hy voor
kennisgeving aan, maar hy stond wel toe,
dat Grote ten slotte de lamp opnam om te
trachten zelf maar wat eten en drinken te
vinden.
In de provisiekast vond hy dan ook een
aangesneden ham, een snee brood en eenige
flesschon bier. Onderwyi had hij eens even
poolshoogte genomen in het liu's en was ook
voorby de kamer gekomen, waarin Lielwig
met zyn oom onderhandelde.
Het onderhoud tusschen de b9i.de mannen
was tameiyk luidruchtig en naar liet scheen
niet zeer vriondschappeiyk er bleek kwostie
van geld en van een testament te zyn.
Rodeck brulde ten minste: „Het ligt hier
in myn bureau en de duivel hale my, als ik
daaraan ook nog maar één woord vorander."
Het eigeniyke verloop van het gesprek kon
Grote evenwel niet hooren, te meer, daar h|j
vreesde elk oogenblik door Woitasch over
vallen te worden.
Na eenigen tyd verscheen Helwig.
(Wordt vervolgd).