VOOR DEJEUGD
- IEOSCH DAGBIAD r
Ens Prijsraadsel.
Anekdoten.
Nieuwe Raadsels.
Goede oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
No. 1537*7,
Woensdag* 22 November.
Anno 1911.
Giijii::iiii:iiiii:iiiimiii;^Isri
Ingezonden door Francina Veeren.
Uit de school.
Meester: „Kun je me ook een reden aan
geven, Piet waarom „zeeiböot" vrouwelijk
is?''
Piet.... staa* met den mond vol tanden....
en zwijgt. Jantje, een kleine krullebol
steekt den viüger op.
Meester: „Zoo, Jantje, weet gij het! Zeg
dan eens op."
Jantje: „Omdat er zooveel mannen noodig
zijn om haar te besturen, meester."
Ingezonden door „De kleine Zeeoffioïer".
Spekslager (tot schilder): „Zie eens hier,
ik heb een nieuw uithangbord, schilder daar
nu mijn naam op: Hendrik Jan Meijer
en een flink groot en dik varken er onder,
dat de mensohen dadelijk kunnen zien wat
ik ben."
Ingezonden door „Piet Hein".
Edelmoedig.
„Mama: „Freddy, waarom heo je de per-
tik niet met je zusje gedeeld?"
Freddy: „Ik gaf haar de pit; als ze die
poot, kfl.n ze een heelen boom krijgen."
Ingezonden door A. de PEcluse.
Gevat.
Een schoenmakersleerling (komt bij een
d/potiheker binnen en vraagt voor een cent
anijsdrop. De apotheker voldoet aan het
verlangen var» den knaap en zegt: „Daar
heb je wat voor den hoest, houd je cent
maar. Onmiddellijk daarop vraagt de
schalk: „Och, mijnheer, geef me dan nog
voor een cent, asjeblieft."
Ingezonden door M. Oostveen.
Stilte.
„Wat is stilte, Marie?"
Marie: „Stilte is datgene wat je hoort als
je luistert."
Ingez. door Theresia Veeren.
L
Mjjn geheel bestaat uit 14 letters.
7 11 4 13 1 ïs een visah.
1 3 3 is een huisdier.
1 3 2 13 7 geeft licht.
13 14 6 is een rivier.
1 9 11 is een lichaamsdeel.
3 9 10 is een metaal.
8 14 8 rookt men uit.
1 9 8 is een nattig dier.
13 2 3 is een knaagdier.
3 4 8 is rond.
8 6 12 13 is een vrucht.
1 4 12 1 is aoe*.
Ingez. door Willemina Groenheiden,
te Alphen.
IL
Mijn geheel bestaat uit 8 letters.
8 7 6 5 is een jongensnaam.
8 2 5 is niet droog.
1 2 3 is op een wagen.
1 2 en 1 6 6 zijn verkorte meisjesnamen.
14 3 behoort onder het pluimgedierte.
Ingez. door „Albatros."
III.
Mijn geheel bestaat uit 8 letters en is
©en schuilnaam.
3 4 2 is ©©n stuk speelgoed.
6 7 8 is een dier.
6 4 5 is een knaagdier.
1 4 2 is een visch.
Oplossingen der Raadsels.
i.
Kerstvacantl
11.
Klappenlappen.
III.
Maas—maan.
Aplorda Mechelse, „Ro&a. Fluweeltje",
„De Amsterdammer", Bella Blekkink,
„Albatros", „Zeeuwsch Boerinnetje",
„Stormvrouwtje", „Postduif", „Raads
heer", „Héliotrope", M. Libot, „Goud-
staartje", „Goudvischje", „Duinbloempje",
J. J. v. Eenswou, „Sleutelbloem", „Twee
Sinaasappels", „Boterbloempjes", „Leeuw
van Modderspruit", Nico van Eek, Dora en
Marie Barendse, Annie Suzan, Betsie Chris-
tiaanee, Treesje Veeren, „Papaver", A.
Bomli, ML en D. Bomli, „Sdhenkeltje", Jo
hannes Overduin, „Blonde Eliza", Annie de
l'Ecluse, „De twee J's", I. en M. de Graaf,
Dirk van Zanten, „Onrust", N. Groen, C.
Vallentgood, Arie Gille, Truus van Kleef,
„Roosje", Corrie v. d. Klein, H. Kriek,
„Theeroosje", „Vroolijke Annie", „Regen
boog", „Iferderinnetje", Marie Oostveen,
Joh. Meijer, Abr. Leget, „Viooltje", „Die
renvriend" „Dagbloem", E. G. v. Heusdenj
„Meibloempje", „Columbus", Pieter Stoe-
ke, „Bestuurder No. 34", C. L. Janssen, Co-
ba en Mina Ravensbergen, Gustaaf Delfos,
Anton en Anna Hoogeveen, „Rozeknopje",
Bertha Soholz, Abr. v. Rossen, Nic.o Ber
gers, Anna Blom, „Stokertje", Cato Delfos,
allen te L e i d e n.
Willemina Groenheide, te A 1 p h e n.
Grietje van Ommering, te H a z e r s-
w o u d o.
Evert Woud, te K a t w ij k.
Cornelis Honig, te Voorschoten.
„Vergeet-mij-nietje", Adriana de Jong,
„Kleine Koopman", Dora de Bode, W. van
der Stoel, Trijntje Kriege, Arie van San
ten, K. G. v. Ammers, te Wassenaar.
„Pinksterbloem", Johannes en Aartje
Parlevliet, Johanna van Tilburg, te Zoe-
terwoude.
Prijzen vielen ten deel aan: „Wagenbe
stuurder 34" en „Blonde Eliza", te Lei
den en Cornells Honig te doorscho
ten.
Willem van der Stoel. Het was
inderdaad heel aardig en toevallig tevens,
dat je broer op zijn verjaardag een prijs
van ons ontving 1
Chr. Graafland, te Aarlan-
derveen. Als het gewonnen prijsje nog
niet in je bezit is, moet je maar een briefje
aan de administratie schrijven en daarbij
postzegels inzenden voor de frankcerkosten.
Je kunt den prijs ook aan ons bureau laten
afhalen.
Abramvan Rossen. Als je pas ne
gen jaar bent, ziet je briefje er nog al ta
melijk goed uit. Je moet maar flink best
blijven doen.
Bertha Soholz. Ik zal je noo't
kwalijk nemen, als je mij voor je school
werk in den steek laat; want dat moet na
tuurlijk voorgaan.
„Rozeknopje". De verrassing voor
je Pa vind ik heel aardig. Denk je er tijdig
mee gereed te komen?
Antóon en Anna Hoogeveen,
Met genoegen vernam ik jullie ingenomen
heid met het gewonnen boekwerk. Ik Loop,
dat het een aanmoediging voor je zal zijn
om steeds ijverig met ons te blijven mede
werken..
,,B estuurder No. 34." Met genoegen
vernam ik, dat je in beterschap toeneemt
en binnenkort weer in staat zult zijn je
briefjes enz. zelf te schrijven.
J. Midderham. Den schuilnaam, dien
je gekozen hebt, vind ik minder geschikt
en ik verzoek je daarom een anderen schuil
naam te willen bedenken. Als je raadsels
©n anekdoten wilt inzenden, moet je die op
een apart stukje papier schrijven en met
je naam onderteekenen.
„L elietje der Dale n." Ik vind
dat je je Moeder een mooi en nuttig cadeau,
hebt gegeven. Je Moeder zal je kleine ge^-1
sohenkjes evenveel waardeeren als groote-
re want zij weet immers dat je daarvoor
de spaarcenten bewaardet! Bovendien let
men bij ca de au x niet op de waarde maar
wel of ze met blijmoedigheid gegeven wer
den.
„Herderinnetje." Natuurlijk wil
ik je weer gaarne in onzen vriendenkring
opnemen. Je keurige briefjes zullen mij
recht aangenaam zijn. Maar zeg me eens
meisje, hoe kwam 't dat ik zc*> lang niete
van je hoorde?
Arie Smittenaar heet ik hartelijk
welkom in onzen kring en hoop hem spoe
dig nader te leeren kennen.
N. Groen en 0. Vallentgoed.
Het is mij precies hetzelfde óf jullie apart
of gezamenlijk aan de rubriek medewerkt.
„Blonde E 1 i z a." Als je mij maar
geregeld nieuwe bijdragen toezendt, dan zal
er wel eens iets bij. zijn, dat voor plaat
sing in aanmerking kan komen.
„Papaver." Omtrent de opgaven van
„Neef Heineman" kan ik je geen inlich
tingen geven. Je moet hem daar maar zelf
over schrijven.
„Z e e u w s o h B o e r i,n n e t j e".
Heb je zulke goede plannen voor St.-Ni-
oolaas, dat je er zoo naar verlangt? Ik
vier geen St.-Nicolaas, maar wel Kerst
feest; omdat dan al mijn kinderen thuis
zijn.
Befcsie Christiaans.. Als je
Moe aan hoofdpijn lijdt, dan heb ik mede
lijden met haar, want dat is iets verschrik
kelijks, vooral omdat er zoo weinig aan te
doen is.
Annie Suzan. Wat naar voor jul
lie, dat je Moe zoo ziek is, dat het buis-
houden nu uit elkaar is. Wat scheelt haar
eigenlijk? Je moogt wel een schuilnaam
bedeniken, al< je dat gaarne wilt doen.
Nico van Eek. Als je broer etn
boek beeft, dan heb jij er took ook pleiifler
van vriendje.
„Leeuw van Modderspruit."
Als de zaken zóó staan, dan neem ik je je
verzuim net kwalijk, vriendje. Het school
werk is een voornaam ding en als je daar
de geheele weeik flink aan werkt, dan heb
je des Zondags recht op een vrijen dag en
begrijp ik best, dat je er eens met de vriend-
jes op uit gaat.
,„S 1 e u t e 1 b 1 oi e m ip j e." Je hebt
den datum goed onthouden meisje, want
het is inderdaad, zooaLs je schreef.
k,G o u id a t a al t t j e. Ja meisje, dat
mag wel. Als je ze mij hebt toegezonden,
zal ik kunnen oordeelen of ze voor plaat
sing geschikt zijn.
„W i 1 d e R o o s." Zooals je het nu ge
daan hebt, is het best, meisje.
0. L. Janssen. Het schijnt wel dat
je niet mooier kunt schrijven, want weder
om waren je cijfers zéér onduidelijk.
MARIE VAN AMSTEL.
Onderlinge Correspondentie.
C. L. J a n s s e n, Middelweg 4, zou gaar
ne de volgende nummers van „Blonde-
Duinen-plaatjes'; ontvangen:
39 51 -— 66 57 59 60 61 62
64 66 67 72 73 78 79 Al
86 87 00 101 102 104 103
114 120 122 127 128 131 -
139 140 141 143.
eiL?i tiL*»JL» t9zk.'i iAjo«X» i«XJs1«JL«t *JL*t«ÜTLL*sJL-
te oefenen, plaatsen we deze nieuwe prijs
vraag. Dam kunnen we ons meteen eens
overtuigen hoeveel oplettende jongens en
meisjes we onder onze jonge lezers tellen.
Wie weet hoeveel aanstaande Sherlock Hol
messen er wel bij zijn.
„Maai- wat moeten we nu doen, Neef?"
Dat zal ik jullie vertellen!
Je ziet op onze Afbeelding een land
schap met boerderij. Het gaat er daar heel
levendig tce, nietwaar? Nu zou ik van
jelui wel eens willen weten hoeveel men-
schen zich hier bevinden?
,,0, i's het anders niet, neef? Da's ge
makkelijk genoegLaat eens zienéén, twee,
driebij elkaar zeven menschen
Ho, ho, vriendjes, zoo gemakkelijk gaat
het niet. Zeven menschen kun je zien, maar
er zijn er nog veel meer, die je niet ziet.
„Maar lioa kunnen we dit nu weten,, neef 1"
Dit kun je te weten komen, door de Af-
niet zitten als er beneden aan de wip niet
een andere jongen zit-
Aan dë geopende deuT der boerderij zien
we een fietsrijder voorbijkomen. Kijken we'
echter heel nauwkeurig, dan zien we achter
dezen fietsrijder boven den muur twee fiets-,
petten uitsteken, daaruit volgt dus dat er
drie fietsrijders achter elkander rijden.
V esrder -
Neen, nu scheid ik er uit, want andena,
zou ik het raadsel oplossen en dit moeten!
jullie ntt><-verder doen.
Je begrijpt nu allen zeker wel hoe je
bij het oplossen te werk moet gaan. Gaat
dus op deze wijze voort en vertel mij dan,
zoo spoedig r mogelijk: Hoeveel menschen'
(zichtbare en onzichtbare) komen op het land'
schap voor?
Denkt er aan: je mcogt niet enkoi een
getal opgeven, maar je moet tevens vermei-'
den hoe je aan dit getal komt.
vraag was: jelui een prijsraadsel te laten
traden-
We wilden echter dat iedereen, zelfs de
kleinsten van onze lezers hieraan zouden
kunnen meedoen, en daarom kozen we een
onderwerp waarvoor geen bijzondere inspan
ning van het hoofd ncodig is, alleen
een beetje oplettendheid. We hopen dat onze
keuze een goede zal zijn en de deelneming
algemeen.
Jelui hebt zeker wel eens van Sherlock
Helmes gehooTd of gelezen, nietwaar? Dat
was een Engelschman die de gave had om
alles, zelfs de kleinste kleinigheden op te
merken en uit te leggen. Aan een slikspatje
op iemands jas wist hij waar die persoon
vandaan kwam en aan een doorgerookte oude
tabakspijp of een ouden wandelstok bemerkte
'hij hoe oud iemand was en welk beroep
hij uitoefende. Menschen die zoo scherp kun
nen opmerken als Sherlock Holmes zijn er
Geeft je oogen goed den kost!
Jongelui, dit jaar valt 't St.-Nicolaasfeest
juist op den dag dat onze Kinderkrant ver
schijnt. Dit was voor ons een reden om
oenigen van jelui een surprise te bezorgen.
Jelui allemaal een cadeautje te geven, dat
gaat niet, dat. begrijp je wel. De vraag was
nu maarwie de gelukkigen zouden zijn-
De beste en eerlijkste oplossing van deze
zeker geen dertien in een dozijn, zelfs geen
twaalf.
Toch is het goed en zelfs noodig, dat
we reeds vroeg leeren ter dege uit onze
oogen te zien en op te letten, vooral waar
wat nuttigs op to merken of te zien valt-
De meesten van jelui zullen van Vader of
Moeder of van den Onderwijzer de ver
maning wel eens gehoord hebben, die we
hierboven schreven: „Geeft je oogen goed
den kost!" Dat wil niet alleen zeggen:
kijk goed uit je oogen, maar geef je tevens
Tekenschap van wat je ziet!
Ten ©inde jelui in die goede eigensohap
hfeelding nauwkeurig te bekijken. Al de men*
schen die we niet zien, maken toch hun
aanwezigheid op een of andere wijze bekend.
We zullen jelui even op weg helpen:
Vooraan in het midden van onze prent staat;
een dikke boer zijn pijp te rooken, maar;
hij staat er niet alleen, want zien we naar
den grond, dan bemerken we een groote scha
duw van den boer en daarnaast twee klein©
schaduwen.
Wat blijkt daaruit? Dat er naast den
boer nog twee kinderen staan.
Voorts zien we boven den muur een jongen
op een wipplank, maar die jongen kan daar