No. 158^T4« LSI^SCH 3ïA@23!LJLl&, SSatsrtsf SIS Swoir©Bifeer. SJëi'&e Slad.
Buitenlandseh Overzieht.
FEUILLETON.
Valsche en ware liefde.
Sê
Ket maakt een «igenaardigon indruk,
Roosevelt, vroeger de vervolger der trusts,
thans te zien verdedigen, wat liij eertijds
verguisde, te- meer daar Taft slechts de po
litiek van Roosevelt voortzet.
Ook ten aanzien van- de. arbitrage-ver
dragen is Roosevelt het niet met zijn opvol
ger eens, ofschoon tijden^ zijn regeerings-
pöriodo een groot aantal dergelijke verdra
gen zijn gesloten-
Uit een en ander valt af t-c leiden, dat
Taft bij do aanstaande presidentsverkiezing
zekefr niet op den steun van Roosevelt zal
mogen rekenen-
Gemeenteraad van Noord-wijk.
Voorzitter: de burgemeester, jhr. W. C.
van Panhuys.
Aanwezig alle lecSjn.
Tot onderwijzer {van bijstand voor het
herhalings onderwijs-- te Noordwijk-Binnen
wordt- met algemeené stemmen benoemd de
h'e-er H. C. ten Geuzendam.
Aan de orde was toen: benoeming van
een gemeente-geneesheer voor 1912.
De heer Van Beelên zegt, zich gedron
gen t-e voelen, mede te deelen, dat bij hem
dezelfde geneesheer, die drié jaar geleden
werd benoemd, dr. A. Kervel, niet meer in
aanmerking kan komen omdat deze lid van
den Raad is.
Wethouder Alkemade zegt, dat hij eenige
jaren geleden ook be-zwaren heeft gemaakt,
doch dat er toenmaals bij den Commissaris
der Koningin, wiens oordeel was gevraagd,
geen bezwaren tegen de benoeming beston
den, behoudens, dat dr. A. Kervel dan de
doodenschouw niet zal mogen verrichten.
Dr. A. Kervel wordt daarop benoemd
met 10 van de 12 uitgebrachte stemmen
(één onthouding) Op dr. Herrnanides wa
ren twee stemmen uitgebracht.
De Voorzitter vraagt aan di\ Kervel, of
hij de benoeming aanneemt, waarop deze
bevestigend antwoordt.
De heer Van Beelen zegt-, dat hij van
meening is, te moeten vragen, of de Raad
den heer Kervel wei tot gemeente-genees
heer mocht benoemen. Spr. herinnert er
aan, dat het vroeger reeds in den Raad is
gezegd, dat een dergelijke benoeming een
oomedie is. Deze comedie vindt hij èn den
benoemde èn der gemeente onwaardig. Spr.
vindt het een goochelen met de bepalingen
der wet en een sollen met de belangen der
gemeente. Het ligt toch naar sprekers
-meening niet pp den weg van den Raad, om
dr. Kervel f 200 toe te stoppen en hem dis
pensatie te geven voor de werkzaamheden,
die hij daarvoor belioort te. verrichten, zoo
dat hij voor die f 200 niets behoeft te
doen. Als bekend veronderstelt spr., het
dat in de laatste jaren1 geen enkele ge
meentepatiënt door den geneeskundige, die
met die armenpraktijk is- Ibelast, werd be
handeld.
Buiten vaccinatie en. dbodschouw. heeft
de gemeente-geneesheer geen work, behalve
assistentie van. de vroedvrouw. Dr. Kervel
wordt door bedoelde benoeming feitelijk
ambtenaar der gemeente. Dr. Kervel is be
reid gedurende zijn ambtstijd de vaccinatie
kosteloos teverrichten. Spr. vindt, dat
juist daardoor de comedie compleet en het
spel doorzichtig wordt. Door zijn benoeming
wordt dr. Kervel onbezoldigd vaccinateur
der gemeente Als ambtenaar is dr. Kervel
g>ohouden - de bepalingen der instructie,
of zal hij vraagt spr. vaocineeren wan
neer en zoo vaak hij dit wenscht 1 Mag de
gemeente zulke gratis-diensten aanvaarden,
indien het ten minste waar is, dat de ge
meente-geneesheer niet onder B. en Ws.
staat
Staat de gemeente-geneesheer wèl onder
B. en Ws., dan zou volgens sprdkers mee
ning volgens geest en letter der wet dr.
Kervel niet te handhaven zijn als Raadslid,
omdat hij dan (zij het onbezoldigd) gsmeen.
te-vaccinateur, dus gemeente-ambtenaar is.
Spr. herhaalt, dat het groote oomedie is,
dat dr. Kervel niets ontvangt voor de vac
cinatie, waaraan nogal werk is, en daarente
gen f 200 voor de armenpraktijk, waarvoor
hij niets te doen heeft. Ware zoo iets ge
beurd in een voor-vorige eeuw, toen men
aan een zaak een draai gaf, om een vriend
je te ibelpen, dan ware het te begrijpen.
Maar in onzen tijd van hoogstaand rechts
gevoel moet een gemeenteraad geen achter
deurtje openen, om de gelegenheid te ge
ven tot wetsonduiking, meent spreker.
De Gemeentewet ia op het punt van amb
tenaar-Raadslid zeer streng.
Spr. herinnert er aan, dat de uitzondering
gemaakt op den regel, dat een gemeente
ambtenaar geen lid van den Raad mag zijn
tegen den zin der Regeering bij amende
ment in den Raad is gebracht.
Bovendien zijm er ook practische bezwa
ren vanwege -het toezioht, door het gemeen
tebestuur uit te oefenen op de vaccinatie.
Ingeval dr. A. Kervel zijn taak als vaccina
teur eens niet goed vervulde, zoo vraagt
-spreker zich. af zou het dan niet even
moeilijk zijn, hem te ontslaan, als liet nu
sommigen wellicht moeilijk valt, hem niet
te benoemen.'
Ware er te Noordwijk maar één arts, spr,
zou zich neer kunnen leggen bij een ,,Nood
breekt wet". Ten slotte stelt spr. voor:
,,Dat de Raad gahoord zijn be
zwaren de benoeming van dr. Ker
vel intrekt, en overgaat tot een nieu
we benoeming.''
De Voorzitter zegt, dat hij gehoopt had,
dat de keuze anders ware uitgevallen, want
ook hij is van meening^ dat de benoeming
aan gegronde critiek onderhevig is op
grond van art. 23 G.-W.
De ondergeschiktheid van den gemeente
geneesheer aan liet Gemeentebestuur is ook
schijnbaar ontdclken door het gratis-vacci
ne eren door dr. Kervel.
Er is een mouw aangepast, maar ontdui
king van de wet blijft het, naar 's Voor
zitters meaning. Drie. jaar geleden heeft
spr, niet willen ageeren tegen de benoe
ming van dr. Kervel, omdat hij toen nog
zoo kort burgemeester was.
De Voorzitter zegt, mede te gaan met
het voorstel-Van Beelen.
Dr. A. Kervel zegt, dat hij den uitleg,
door den Voorzitter gegeven, om zijn ver-
sdhildn houding te motiveeren, wil aanvaar
den.
Spr. zegt, dat het blijkens uitzonde
ring, in art. 23 G.-W. genoemd geen prin
cipe-kwestie is.
Op de Provinciale Griffie heeft men spr.
indertijd medegedeeld, dat de wetten op
vaccinatie en doodschouw yan kracht zijn
geweest nh het in-werking-treden van de
Gemeente wetreden, waarom in de laatste
geen veranderingen dienaangaande zijn
aangebracht. Bovendien bestaat dezelfde,
toestand in andere gemeenten, o.a. te Wad
dingsveen. Spr. zegt ten slottet -dat het tot
heden niet gebruikelijk was, dat de Voor
zatter staande de vergadering van den be
noemde vraagt, of hij de benoeming aan
vaardt, en dat het evenmin tot heden ge-
hruikolijïk was, dat door Raadsleden en
Voorzitter, critiek wordt, geoefend op een
.pas genopien Raadsbesluit,
De Voorzitter replioeert.
De heer A. v. d. Berg meent, dat de
Voorzitter vóór de stemming een en ander
in het midden had moeten brengen, waar
op de Voorzitter antwoordt, dat hij dit niet
kan doen, omdat: lo. de Raad geheel vrij
is, en 2o. de Raadsleden heb recht zouden
hebben, zioo'n houding van den Voorzitter
voorbarig te noemen.
Wethouder Alkemade herhaalt, dat hij in
dertijd dezelfde bezwaren heeft geopperd,
thans door den heer Van Beelen geopperd.
Voor hem echter is de zaak afgedaan, nu
het gebleken is, dat de Commissaris der
Koningin geen bezwaren.heeft tegen de be
noeming, die thans voor de derde maal hoeft
plaats gehad.
Het vootótel-Van Beelen wordt daarna
verworpen met 7 stemmen tegen, 5 vóór en
1 onthouding. Vóór sternden de heeren A.
Balkenende, J. P. Barnhoorn, W. van Bee
len, M. Verloop en C. Passchier. Tegen de
heeren C. W. Alkemade A.W.zn., W. N. Al
kemade, Th J. van Went, C. Alkemade Sr.,
C. J. L. van der Meer, J. de Groot en A
v. d. Berg.
Dr. A. Kervel zegt, dat hij aan den Voor
zitter zou willen vragen, of deze wel den
oorrectén weg heeft bewandeld in deze
zaak.
Spr. vraagt: lo. Is 't mogelijk, dat zOo'n
benoeming op deze. wijze zou worden inge
trokken; 2o of er voor denbenoemde in
geval van intrekking geen hoogcr beroep
zou bestaan; 3o. Of de Voorzitter den heer
Van Beelen niet te kennen had behooren
te geven, dat deze zijn bezwaren tegen het
lidmaatschap van den Raad van den ge
meente-geneesheer ter bevoegder plaatse
bad in te d:enen
Spr. meent, dat de Voorzitter het recht
miste, de stemming over het voorstel-Vin.
Beelen te doen plaats hebben. Gaarne wd
spr. aannemen, dat geen persoonlijke over
wegingen den heer Van Beelen of den
Voorzitter geleid hebben; daarvoor staan
beiden naar sprekers meening te hoog.
De Voorziter zegt, dat hij te veel gevoel
van- betamelijkheid zou bezitten, om evenals
dr. Kervel te spreken over een zaak, die
hem zóó persoonlijk aanbelangde, als de
onderhavige benoeming den lieer Kervel.
Eenige af- en overschrijvingen worden
daarna zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Aan de orde kwam toen punt 6 der' agen
da; Stratenplan der Noordwijksclie Bouw
maatschappij.
B. en Ws. stelden voor, te bepalen, dat
de straten, die langs en tusschen de dertig
woningen aan den Boerenburgerweg zullen
loopen, en die wat breedte cn richting be
treft geheel naar genoegen van B. en Ws.
zijn, 70 c.M. boven den hoogsten waterstand
te plaatse zullen worden aangelegd.
Wethouder Alkemade stelt echter voor,
dat. de Raad het Dagelijksch' Bestuur zal
machtigen, het bepalen der hoogte van ge
noemde straten aan zich te houden.
B. en Ws. zouden dan aan den architect
(den heer H. Liefferink) overlegging kun
nen vragen van een volledig plan van riolee-
ring, hoogte der straten, enz.
Intusschen zou wethouder Alkcmade zoo
spoedig mogelijk willen gaan werken aan
het wijzigen en aanvullen' van de bestaande
bouwverordening, die op vele punten onvol
ledig is.
Na een zeer lange discussie, waarin oolc
nog de heer Liefferink gehoord werd, die
op de publieke tribune zat, werd genoemd
voorste] zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
B. en Ws. werden vervolgens gemachtigd
het zoogenaamde „Wachthuis" aan een
Voorst.raat publiek te verkóópen, als het
geen dienst meer behoeft te doen doordien
het nieuw te bouwen politie-buveau vol
doende ruimte zal hebbr-n voor arrestanten-
lokalen, teekenzalen, enz.
Punt 8 der agenda betrof het verzoek
der Gemeentewerklieden om locnsverhzo-
ging met het oog op de dure tijden.
B. en Ws. stelden voor, aan adressanten
met Kerstmis aanstaande een gratificatie
van f 10 per persoon uit te keer en.'
Dit voorstel, geamendeerd door den heer
J. de Groot, die ook den veld wachters be
doelde gratificatie wënschto toe te kennen,
werd zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
.Een voorstel van d,en he.er-A. v. d. Berg,
om den gemeentewerklieden Vink en V. d.
Schalk, die de eenigen zijp, die f 9 week
loon hebben, een loensv.erhocging van f 1
per week te yerleenen waardoor zij hetzelf
de loon zc-nden verdienen als de. terrein-
knechts der gasfabriek, werd aangehouden
tot een volgende vergadering; die. toch in
de volgende maand nog -zal moeten- plaata
hebben.
Daarna word de vergadering gesloten.
Concert. Kleine Stadszaal.
Mejuffrouw Van der Harst, de concertgoïf-
sbetr, had een gelukkigen avond. Gelukkig-
ten vopzichte van haren zang, omdat zij
zoor goed bij stem was, gelukkig met heb
optreden van haar leerlingen, die- een goed
figuur maakten, en ook gelukkig door do
over groote belangstelling van het Leidseho
publiek. Want dat stroomde naar binnen;
men zat reeds mannetje aan' mannetje; tafels
werden als stdelcn gebruikt, en nog hield
die stroom druppelsgewijs aan tot onder liet
tweede nummer van liet programma.
Met liet vertolken van dat programma hoeft
Gelijkerwijs een steen, die in het water
wordt geploft, liet oppervlak nog langen
jtijd doet narimpelen, ook als hij zelf reeds
rustig op den bodem zioh heeft ingebur
gerd; gelijkerwijs een knuppel in een hoen
derhok geslingerd de kippen zal uiteen
doen stuiven, en als dé stok al lang stil ligt,
het gevederde volkje nog al maar nerveus-
kakelend rondloopt, zoo doet de Marok-
kaanscke kwestie.
Hrt tractaat is geteekend. Alles is m
orde, maar de nawerking doet zich nog
overal gevoelen.
In de begrootingsoommisie van den
'Durtschen Rijksdag heeft von Kider-
len-Wachter vertrouwelijk eenige uren ver
teld van de onderhandelingen in zake
Marokko.
In de besprekingen, die volgden en die
over het algemeen eveneens een vertrouwe
lijk karakter droegen, uitten de sociaal
democraten de meening, dat de Duitsche
regeering tegenover Frankrijk en Engeland
nog vredelievender had moeten zijn. Het
centrum verklaarde in het algemeen roet
de liouding van de Duitscke diplomatie te
kunnen medegaan, maar betreurde evenwel
met de liberalen, en de conservatieve spre
kers in het bijzonder, dat de officieuze
pers zoo slecht gewerkt had en het Duit
sche rijk over de feitelijke gebeurtenissen
zoo zeer in het onzekere was gelaten. Daar
om had de volksvertegenwoordiging het
recht en den plicht gehad, aan de vader
landlievende ontstemming van 't Duitsche
volk uiting t-e geven.
En de Enjgebchen kunnen nog maar geen
vrede viaden met de vijandige houding van
von Heyd ebrand en andere Rijka-
dagleden tegenover Groot-Britannië. Lord
Selborne heeft dezer dagen gezegd:
„Het is een ernstige zaah voor ons en.
voor het Duitsche volk, dat z^lk een man
openlijk* zijn vijandschap jegens Engeland,
en zijn begeerte naar een oorlog betuigt. Ik
ben er zeker van, dat niemand, van welke
partij ook in dit land op die woorden in ons
parlement zal reageeren. Op het oogenblik
zijn wij wat binnenlandsohe aangelegenhe
den betreft ernstiger en hartstochtelijker
verdeeld dan we ooit waren in de historie
vlan ons land, zelfs niet ton tijde van de
groote rebellie, maar in buitenlandsche za
ken trekken we allen écn lijn."
„"Wij zijn ons niet bewast Duitsohland
eenig onrecht te hebben gtKtoan. Wij wen-
schen oprecht vrienden te zijn met het
Duitsche volk. Ma-ar we jbben het reoht
als zulke woorden worden gebruikt om een
verklaring te vragen. Er ia of te veel of
te weinig gezegd.
Dat het toch wel erg gespannen
heeft oip sommige momenten, blijkt wel uit
een rede van den heer Ponsonby, die er
op wees, dat Engeland in September aan
den vooravond van een oorlog stond. De
Noorjzee vloot Was gereed om op te treden,
de torpedonetten waren reeds uitgeworpen,
uit vrees voor een Duitscben torpedo-aan
val, terwijl eigenlijk niemand wist van het
geen er omging.
Nu we toch over Engeland spiehen, tege
lijk' nog een bericht van daar.
De Surrey County Council heeft een ver
ordening uitgevaardigd die thans aan de
bekrachtiging van den minister yan bin
nenlandsohe zaken is onderworpen waar
bij het verboden wordt in landelijke distric
ten op van openbare wegen (ook water
wegen) zichtbare plaatsen reclamebor
den e. d. op te stellen, welke het land
schap kuunen ontsieren. Met belangstelling
ziet men in Engeland uit naar de beslissing
van den minister, daar bij een bekrachti
ging van de verordening hoogstwaarschijn
lijk odk andere graafschappen het voorbeeld
van Surrey zullen volgen. Er zijn in Enge
land blijkbaar ook velen, die zich ergeren
aan de toenemende ontsiering van
het lands chap door allerlei reclame-
middelen, zooals we helaas ook in ons land
in den laatsten tijd meer en meer kunnen
waarnemen.
De k i esre ch-tv rouwen zijn gisteren
bij minister Asguith geweest- Zij hebben
„En als iemand met een ridderlijk gevoel,"
▼oegde Henny er aan toe. „Otto heeft vol
maakt gel\jk, dat je hem gerust die zaak in
handen kunt geven, en je kunt overtuigd zyn,
dat hy het er goed voor je zal afbrengen, en
ik weet zeker, dat hy het met genoegen voor
je zal willen deen. Zal ik hem vanmiddag op
de thee verzoeken
Dat scheen Eva niet zeer gewonsoht, hoe
wel zy overigens wel veel voor het voorstel
gevoelde.
Nu de echtscheiding eenmaal vaststond,
moest zy dus nog wel vooreerst van de gast-
vryheld harer vrienden gebruik maken „Ik
zal voorloopig wel by jullie moeten blyven,"
zei Henny; „maar ik heb Diet voldoende goed
in myn handkoffertje meegenomen. Heiwig is
voor een paar dagen op reis gegaan; ik denk
naar zyn oom. Het zal het beste zyn, dat ik
nog eens en nu voor de laatste maal naar de
villa terugkeer om al myn goed te halen. Vindt
je ook niet, Henny?"
„Kan het dienstmeisje dat niet doen, Eva
„Neen, dat zou ik liever niet willen. Al
myn diamanten zyn ginds nog en hoewel Ik
het meisje vertrouw
„Natuuriyk, dan is het iets anders. Wanneer
kom je dan weer terug?"
Een oogenblik dacht Eva na. „Hetlyktmy
het b68te, dat ik vanavond wegga en den
nacht gebruik voor het inpakken. Dan kan
niemand my storen en dan behoef ik ook de
nieuwsgierige, spottende gezichten van het
tegen hem verklaard dat de regeering- een
wetsontwerp op het kiesrecht behoorde op ta
stellen, waarin mannen en vrouwen waren
gelijkgesteld-
Ajsqiütli antwoordde, dat zulks onmogelijk
was, doch indien de kiësrechtvrouweu het
Lagerhuis het volgende jaar zouden kunnen
overhalen om voor een amendement te stem
men op het ontwerp, bij welk amendement
den vrouwen het kiesrecht zou worden toe
gekend, dan zou de regeering de beslissing
van het Lagerhuis eerbiedigen-
Met gemengde gevoelens trokken de be-
tcogsbelrs af.
.Wederom gaat - een O o s t e n r ij k s c h e
aartshertog zijn liooge positie verlaten
en gewoon burger worden-
De Weensche „Abendpost" toch deelt mede,
dat aartshertog Ferdinand Karei eenigen tijd
geleden, zonder toestemming van den Keizer
in het huwelijk is getreden. De Keizer heeft
een verzoek van den aartshertog, om gemach
tigd te w<yden tot het dosn va-n afstand van
zijn titel en rang, in bevestigenden sia be
antwoord. De aartshertog zal den-naam-vaas
Ferdinand Brag dragen-
Spanje weet nog altijd niet hoe heb
in Marokko voor hem zal afloopen- De regee
ring sohijnt langzamerhand tot heb besef te
komen, dat zij bij de aanstaande onderhande
lingen met Frankrijk toch wel een veer
zal moeten laten.
In een uitvoerig artikel althans van het
regeoringsorgaan „Oorrespondencia de Es-
pan awordt bet-oogd, dat Spanje Frankrijk
mede behoort schadeloos te stellen voor de
concessies, die laatstgenoemd land aan
Duitscliland heeft gedaan, daar ook Spanjo
daarvan .profiteert-
Frankrijk mag daarbij echter niet uit het
oog verliezen, dat Spanje zijn nationalen.
trots heeft en dat deze geëerbiedigd moet
worden-
Maar of Frankrijk zioh daal' erg aan storen
zal, is de vraag.
Uit China komen maar steeds ernstige
beriohten.
Fransche spoorwegbeambten berichten, dat
een hevig gevecht gisterenavond en 'heden
morgen te ILankou heeft plaats gevonden-
Volgens berichten Uit Shanghai is Nan
king totaal van het verkeer -■ afgesneden.
Nanking wordt beschouwd, als de spil,
waarom thans alles draait- Valt de
stad. in handen der opstandelingen, dan
valt aan weerstand tegen de verwezenlijking
van hun plannen niet meer te denken;
zegeviert generaal Sjang echter, dan kan
men zioh voorbereiden op tooneelen van
verwoesting en plundering, die een totale
wijziging zullen brengen in don stand van
zaken-
Er verluidt, dat prins Tsjing en Joeansji-
kai aan de Europeesche mogendheden zullen
verzoeken, den Keizer te beschermen-
De partiouliere secretaris van J o c an-S j i-
Kai heeft eónige mededeelingen gedaan om
trent zijns meesters plannen.
Joean-Sji-Kai acht het voor alles zijn
plicht om het rijk voor ontbinding te be
waken- Het is waar dat bij Joean-Sji-Kai is
aangedrongen, om het presidentschap te aan
vaarden, maar Lij meent dat de toekomstige
regeeringsvorm voor China een kwestie is
van te groof belang om door één man te
worden bepaald of door persoonlijke eerzucht
te worden beïnvloed.
Naar Joean's overtuiging zoude het be
ter voor China zijn den troon te behouden
in oen streng beperkte monarchie. Hij zal
zi ch oehter nederleggeh bij de beslissing
van de afgevaardigden dor prftyinüiën, die
YCOt een. samenkomst te Peking zijn bij
eengeroepen om vast te stollen of do repu
bliek zal worden ingesteld dan wel de mo
narchie moet worden gehouden- Joean Ver
trouwt dab als uitvloeisel van die bijeen
komst overeenstemming zal worden verkre-
j gen mot de provinciën, die zioh afgeschoi-
j den hebben. Hij meent dat met die zoo-
I genaamde onafhankelijkheidsverklaringen
geen afscheiding van China is beoogd, doch
j van het oude regime in China.
I Oud-president R o os-o velt valt in het
tijdschrift „Outlook" de tegenwoordige re
geering der Voreenig de Staten heftig
aan wegens haar optreden tegen de trusts.
Hij noemt dit een kleingeestige en zeer hin
derlijke poging om de industrieën weder te
rug te voeren naar den verderfelijkon con
cur rontiesti'ijd van de negentiende eeuw.
personeel niet te zien. Op den duur wordt
alles natuuriyk toch bekend, maar wat achter
onzen rug wordt geredeneerd, is gemakkelyker
te verdragen dan hetgeen men ons in het
gezicht verzwygt. Ben je dat niet met me
eens?"
Ja, dat ben ik. Maar tooh zou ik ook daar
voor niet bevreesd zyn."
Het was onwillekeurig later geworden dan
in Eva's bedoeling had gelegen en reeds acht
uren, toen het dienstmeisje bet rytuig aan
meldde.
Scholinus liet de jonge vrouw met een
ernstig en zeer bedenkelyk gezicht vertrekken.
„Dus tot morgenochtend. U denkt er aan, dat
u onder myn behandeling is en dat voor u
een zek9r voorwerp, dat zooveel kwaad heeft
veroorzaakt niet mear mag bestaan, zelfs niet
al zou het in uw handen jeuken."
Eva keek den eerlyken man in do bezorgde
oogen. „Heb maar geen zorg, beste vriend;
ik heb dat mooie apparaat reeds in duizenden
stukken gehamerd. Bent u nu tevreden?"
Scholinus reikte haar de hand. „U bent een
eeriyke, dappere vrouw."
Zoodra Eva was weggereden, zooht dokter
Scholinus zyn vrouw op, om haar dit laatste
gesprek mede to deelen.
„Ik begryp niets msor van dit karakter;
dat is geen zwakte, maar sterke wilskracht.
Langzamerhand begin ook ik aan die diamant
geschiedenis te twyfelen; die zaak moet be
paald toch nog anders in elkaar zitten dan ik
my heb voorgesteld."
„Aha, myn lieve, domme, knappe, min,
kom je weikeiyk eindelijk tot andere in
zichten Hoe denk jy eigoniyk over de echt
scheiding?"
Scholinns haalde de schouders op. „We
moeten afwachton; or zal zeker op de oen
of andere mauier nog wel een verklaring
komen."
Toen Eva eindeiyk by de villa uitsteeg,
wachtte haar een verrassing in zooverre, dat
zy bemerkte, dat haar geliefde hond met even
groote innigheid als vroeger aan haar gehecht
was. Pluto moest gelegenheid hebben ge
vonden by Scholinus te ontvluchten en was
het rytuig gevolgd, om nu by het uitstappen
zyn meesteres kwispelend te begroeten.
„Het is toch beter, dat ik by je ben,"
scheen hy te willen zeggen.
Eva liefkoosde het prachtige dier en ging
het huls binnen. Op den drempel overviel haar
plotseling de verschrikkeiyke gedachte, dat
haar man zyn reis kon. hebbon uitgesteld, en
reeds stond zy op het punt weer om te
draaien, toen het kamermeisje, een jong, aan-
hankeiyk ding, verheugd kwam aanhuppelen
met den uitroep: „Och hoe heerlyk, dat me
vrouw weer hlor komt. Mynheer is vanmorgen
heel vroeg al vertrokken met Grote en nu
z\jn wy, meisjes, alleen in dit groote huia.
Mevrouw gaat toch niet weer weg?"
Eva voelde zich ietwat verlegen worden.
„Vannacht biyf ik hier, Anna," antwoordde
zy aarzelend. „Morgenochtend ga ik weer weg.
Ik zal mevrouw Scholinus op een reis naar
het zuiden vergezellen, waarvoor ik natuuriyk
nog enkele voorbereidingen dien te maken
„In elk geval blyft u dus vannacht hier en
Pluto is er gelukkig ook weer," zei het meisje
tevreden. „Wy waren namelQk allemaal wat
bang, mevrouw, daar den vorigen nacht twee
huizen verder is ingebroken."
Eva had maar half toegeluisterdde leugen
van die reis bedrukte haar nog; maar zy be.
greep, dat zy de eens op zich genomen roj
moest voortzetten. Zy beval daarom den groo.
ten leeron koffer, dien zy altyd op reis mee
nam, naar haar kamer te brengen; zy wees
de hulp van de toegesnelde kamenier tamelyk
ruw af en trok zich daarna in de woonver
trekken nan den tuinkant terug.
Allereerst bezocht zy de werkkamer van
haar man.
Het was meor de gewoonte der huisvrouw
dan die der echtgenoote, want in haar drie
jarig huweiyk had zy slechts weinig tyd in
dit vertrek doorgebracht; het samenzyn met
Oskar was overdag beperkt gebleven tot de
maaltyden en ook nu gevoelde zy zich vreemd
in deze omgeving. Een nette heerenkamor.
Verder niets.
In de overigens leege papiermand lag een
half verscheurd papier, Eva's briefje, waarin
zy hem had meedegedeeld, dat zy zich onder
Scholinus' behandeling wilde stellen. Hy had
het dus zelfs niet eens de moeite waard ge
vonden dit geheim ten minste voorloopig voor
het personeel te verbergen.
Met een gevoel van bitterheid en afkeer
wendde Eva zich om. Zij kon op dit oogen
blik onmogelijk begrijpen, dat zij ooit v ui
dezen man had kunnen houden; maar h'et
was ook nooit een diepgaande liefde ge
weest.
Dat zij om zoo iemand zich zoo had kun
nen verlagen, om aan morphine verslaafd
te geraken, leek haar eigenlijk een raadsel.
Zij draaide het licht uit, ging door het
salon, om zoo verder naar haar vroeger
boudoir te gaan. Maar even bleef zij bij de
glazen verandadeur staan, die slechts met
een zwak slot was gesloten. Ze had tot nu
toe geen gelegenheid gehad om een roljaloe-
zie te laten aanbrengen, en nu was er nar
tuurlijk heelemaal geen sprake meer van;
enfin, h'et was haar nu ook volmaakt on
verschillig; zij zou hier toch nooit weer ko
men. In den tuin had zij altijd zoohi op
recht pleizier gehadhij lag zoo beschut
tusschen huizen en was overigens zoo een
zaam als een klein paradijsje.
Nu wa-s het donker buiten.
Eva drukte haar gezichtje tegen de rui
ten en trachtte naar buiten te turen. Zi];
kon echter nauwelijks de dichtst bijstaan lo
hoornen cn struiken onderscheiden en plot
seling bemerkte zij, dat zij al even dwaas
was als het kamermeisje Anna: zij was be
paald angstig. Het electrisch licht in het
salon deed haar natuurlijk zichtbaar zijn
van buiten af en zoo iemand naar binnen
keek, moest hij wel zien hoe eenzaam zij
was.
Zij draaide het licht uit en ging op het
gevoel af verder de eetkamer door, do
slaapkamer door naar haar boudoirtje, lat
in de slaapkamer uitkwam.
Hier was het werkelijk behaaglijk warm
en gezellig licht. De koffer was naar hier
gebracht zooals Eva had verzocht en nu
kon zij dus beginnen te pakken. Zij had
alles hier bij elkaar en slechts af en toe.
behoefde zij naar de slaapkamer te gaan.
Zij sloot de deur, die naar de eetkamer
leidde, af; nu en dan luisterde zij even of
zij ook iets hoorde, maar geen enkel gehad
drong tot haar door; het personeel had
zich zeker reeds ter ruste begeven. De ka/-
menier, de kookster en h'et kamermeisje
sliepen alle drie in het andere gedeelte vail
de villa in het benedenhuis, door vele deu
ren van haar gescheiden, zoodat het geem
-wonder was, dat zij niets ven hen had ge*
hoord.
(Wordt vervolgd