No. 158^T4« LSI^SCH 3ïA@23!LJLl&, SSatsrtsf SIS Swoir©Bifeer. SJëi'&e Slad. Buitenlandseh Overzieht. FEUILLETON. Valsche en ware liefde. Sê Ket maakt een «igenaardigon indruk, Roosevelt, vroeger de vervolger der trusts, thans te zien verdedigen, wat liij eertijds verguisde, te- meer daar Taft slechts de po litiek van Roosevelt voortzet. Ook ten aanzien van- de. arbitrage-ver dragen is Roosevelt het niet met zijn opvol ger eens, ofschoon tijden^ zijn regeerings- pöriodo een groot aantal dergelijke verdra gen zijn gesloten- Uit een en ander valt af t-c leiden, dat Taft bij do aanstaande presidentsverkiezing zekefr niet op den steun van Roosevelt zal mogen rekenen- Gemeenteraad van Noord-wijk. Voorzitter: de burgemeester, jhr. W. C. van Panhuys. Aanwezig alle lecSjn. Tot onderwijzer {van bijstand voor het herhalings onderwijs-- te Noordwijk-Binnen wordt- met algemeené stemmen benoemd de h'e-er H. C. ten Geuzendam. Aan de orde was toen: benoeming van een gemeente-geneesheer voor 1912. De heer Van Beelên zegt, zich gedron gen t-e voelen, mede te deelen, dat bij hem dezelfde geneesheer, die drié jaar geleden werd benoemd, dr. A. Kervel, niet meer in aanmerking kan komen omdat deze lid van den Raad is. Wethouder Alkemade zegt, dat hij eenige jaren geleden ook be-zwaren heeft gemaakt, doch dat er toenmaals bij den Commissaris der Koningin, wiens oordeel was gevraagd, geen bezwaren tegen de benoeming beston den, behoudens, dat dr. A. Kervel dan de doodenschouw niet zal mogen verrichten. Dr. A. Kervel wordt daarop benoemd met 10 van de 12 uitgebrachte stemmen (één onthouding) Op dr. Herrnanides wa ren twee stemmen uitgebracht. De Voorzitter vraagt aan di\ Kervel, of hij de benoeming aanneemt, waarop deze bevestigend antwoordt. De heer Van Beelen zegt-, dat hij van meening is, te moeten vragen, of de Raad den heer Kervel wei tot gemeente-genees heer mocht benoemen. Spr. herinnert er aan, dat het vroeger reeds in den Raad is gezegd, dat een dergelijke benoeming een oomedie is. Deze comedie vindt hij èn den benoemde èn der gemeente onwaardig. Spr. vindt het een goochelen met de bepalingen der wet en een sollen met de belangen der gemeente. Het ligt toch naar sprekers -meening niet pp den weg van den Raad, om dr. Kervel f 200 toe te stoppen en hem dis pensatie te geven voor de werkzaamheden, die hij daarvoor belioort te. verrichten, zoo dat hij voor die f 200 niets behoeft te doen. Als bekend veronderstelt spr., het dat in de laatste jaren1 geen enkele ge meentepatiënt door den geneeskundige, die met die armenpraktijk is- Ibelast, werd be handeld. Buiten vaccinatie en. dbodschouw. heeft de gemeente-geneesheer geen work, behalve assistentie van. de vroedvrouw. Dr. Kervel wordt door bedoelde benoeming feitelijk ambtenaar der gemeente. Dr. Kervel is be reid gedurende zijn ambtstijd de vaccinatie kosteloos teverrichten. Spr. vindt, dat juist daardoor de comedie compleet en het spel doorzichtig wordt. Door zijn benoeming wordt dr. Kervel onbezoldigd vaccinateur der gemeente Als ambtenaar is dr. Kervel g>ohouden - de bepalingen der instructie, of zal hij vraagt spr. vaocineeren wan neer en zoo vaak hij dit wenscht 1 Mag de gemeente zulke gratis-diensten aanvaarden, indien het ten minste waar is, dat de ge meente-geneesheer niet onder B. en Ws. staat Staat de gemeente-geneesheer wèl onder B. en Ws., dan zou volgens sprdkers mee ning volgens geest en letter der wet dr. Kervel niet te handhaven zijn als Raadslid, omdat hij dan (zij het onbezoldigd) gsmeen. te-vaccinateur, dus gemeente-ambtenaar is. Spr. herhaalt, dat het groote oomedie is, dat dr. Kervel niets ontvangt voor de vac cinatie, waaraan nogal werk is, en daarente gen f 200 voor de armenpraktijk, waarvoor hij niets te doen heeft. Ware zoo iets ge beurd in een voor-vorige eeuw, toen men aan een zaak een draai gaf, om een vriend je te ibelpen, dan ware het te begrijpen. Maar in onzen tijd van hoogstaand rechts gevoel moet een gemeenteraad geen achter deurtje openen, om de gelegenheid te ge ven tot wetsonduiking, meent spreker. De Gemeentewet ia op het punt van amb tenaar-Raadslid zeer streng. Spr. herinnert er aan, dat de uitzondering gemaakt op den regel, dat een gemeente ambtenaar geen lid van den Raad mag zijn tegen den zin der Regeering bij amende ment in den Raad is gebracht. Bovendien zijm er ook practische bezwa ren vanwege -het toezioht, door het gemeen tebestuur uit te oefenen op de vaccinatie. Ingeval dr. A. Kervel zijn taak als vaccina teur eens niet goed vervulde, zoo vraagt -spreker zich. af zou het dan niet even moeilijk zijn, hem te ontslaan, als liet nu sommigen wellicht moeilijk valt, hem niet te benoemen.' Ware er te Noordwijk maar één arts, spr, zou zich neer kunnen leggen bij een ,,Nood breekt wet". Ten slotte stelt spr. voor: ,,Dat de Raad gahoord zijn be zwaren de benoeming van dr. Ker vel intrekt, en overgaat tot een nieu we benoeming.'' De Voorzitter zegt, dat hij gehoopt had, dat de keuze anders ware uitgevallen, want ook hij is van meening^ dat de benoeming aan gegronde critiek onderhevig is op grond van art. 23 G.-W. De ondergeschiktheid van den gemeente geneesheer aan liet Gemeentebestuur is ook schijnbaar ontdclken door het gratis-vacci ne eren door dr. Kervel. Er is een mouw aangepast, maar ontdui king van de wet blijft het, naar 's Voor zitters meaning. Drie. jaar geleden heeft spr, niet willen ageeren tegen de benoe ming van dr. Kervel, omdat hij toen nog zoo kort burgemeester was. De Voorzitter zegt, mede te gaan met het voorstel-Van Beelen. Dr. A. Kervel zegt, dat hij den uitleg, door den Voorzitter gegeven, om zijn ver- sdhildn houding te motiveeren, wil aanvaar den. Spr. zegt, dat het blijkens uitzonde ring, in art. 23 G.-W. genoemd geen prin cipe-kwestie is. Op de Provinciale Griffie heeft men spr. indertijd medegedeeld, dat de wetten op vaccinatie en doodschouw yan kracht zijn geweest nh het in-werking-treden van de Gemeente wetreden, waarom in de laatste geen veranderingen dienaangaande zijn aangebracht. Bovendien bestaat dezelfde, toestand in andere gemeenten, o.a. te Wad dingsveen. Spr. zegt ten slottet -dat het tot heden niet gebruikelijk was, dat de Voor zatter staande de vergadering van den be noemde vraagt, of hij de benoeming aan vaardt, en dat het evenmin tot heden ge- hruikolijïk was, dat door Raadsleden en Voorzitter, critiek wordt, geoefend op een .pas genopien Raadsbesluit, De Voorzitter replioeert. De heer A. v. d. Berg meent, dat de Voorzitter vóór de stemming een en ander in het midden had moeten brengen, waar op de Voorzitter antwoordt, dat hij dit niet kan doen, omdat: lo. de Raad geheel vrij is, en 2o. de Raadsleden heb recht zouden hebben, zioo'n houding van den Voorzitter voorbarig te noemen. Wethouder Alkemade herhaalt, dat hij in dertijd dezelfde bezwaren heeft geopperd, thans door den heer Van Beelen geopperd. Voor hem echter is de zaak afgedaan, nu het gebleken is, dat de Commissaris der Koningin geen bezwaren.heeft tegen de be noeming, die thans voor de derde maal hoeft plaats gehad. Het vootótel-Van Beelen wordt daarna verworpen met 7 stemmen tegen, 5 vóór en 1 onthouding. Vóór sternden de heeren A. Balkenende, J. P. Barnhoorn, W. van Bee len, M. Verloop en C. Passchier. Tegen de heeren C. W. Alkemade A.W.zn., W. N. Al kemade, Th J. van Went, C. Alkemade Sr., C. J. L. van der Meer, J. de Groot en A v. d. Berg. Dr. A. Kervel zegt, dat hij aan den Voor zitter zou willen vragen, of deze wel den oorrectén weg heeft bewandeld in deze zaak. Spr. vraagt: lo. Is 't mogelijk, dat zOo'n benoeming op deze. wijze zou worden inge trokken; 2o of er voor denbenoemde in geval van intrekking geen hoogcr beroep zou bestaan; 3o. Of de Voorzitter den heer Van Beelen niet te kennen had behooren te geven, dat deze zijn bezwaren tegen het lidmaatschap van den Raad van den ge meente-geneesheer ter bevoegder plaatse bad in te d:enen Spr. meent, dat de Voorzitter het recht miste, de stemming over het voorstel-Vin. Beelen te doen plaats hebben. Gaarne wd spr. aannemen, dat geen persoonlijke over wegingen den heer Van Beelen of den Voorzitter geleid hebben; daarvoor staan beiden naar sprekers meening te hoog. De Voorziter zegt, dat hij te veel gevoel van- betamelijkheid zou bezitten, om evenals dr. Kervel te spreken over een zaak, die hem zóó persoonlijk aanbelangde, als de onderhavige benoeming den lieer Kervel. Eenige af- en overschrijvingen worden daarna zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Aan de orde kwam toen punt 6 der' agen da; Stratenplan der Noordwijksclie Bouw maatschappij. B. en Ws. stelden voor, te bepalen, dat de straten, die langs en tusschen de dertig woningen aan den Boerenburgerweg zullen loopen, en die wat breedte cn richting be treft geheel naar genoegen van B. en Ws. zijn, 70 c.M. boven den hoogsten waterstand te plaatse zullen worden aangelegd. Wethouder Alkemade stelt echter voor, dat. de Raad het Dagelijksch' Bestuur zal machtigen, het bepalen der hoogte van ge noemde straten aan zich te houden. B. en Ws. zouden dan aan den architect (den heer H. Liefferink) overlegging kun nen vragen van een volledig plan van riolee- ring, hoogte der straten, enz. Intusschen zou wethouder Alkcmade zoo spoedig mogelijk willen gaan werken aan het wijzigen en aanvullen' van de bestaande bouwverordening, die op vele punten onvol ledig is. Na een zeer lange discussie, waarin oolc nog de heer Liefferink gehoord werd, die op de publieke tribune zat, werd genoemd voorste] zonder hoofdelijke stemming aan genomen. B. en Ws. werden vervolgens gemachtigd het zoogenaamde „Wachthuis" aan een Voorst.raat publiek te verkóópen, als het geen dienst meer behoeft te doen doordien het nieuw te bouwen politie-buveau vol doende ruimte zal hebbr-n voor arrestanten- lokalen, teekenzalen, enz. Punt 8 der agenda betrof het verzoek der Gemeentewerklieden om locnsverhzo- ging met het oog op de dure tijden. B. en Ws. stelden voor, aan adressanten met Kerstmis aanstaande een gratificatie van f 10 per persoon uit te keer en.' Dit voorstel, geamendeerd door den heer J. de Groot, die ook den veld wachters be doelde gratificatie wënschto toe te kennen, werd zonder hoofdelijke stemming aange nomen. .Een voorstel van d,en he.er-A. v. d. Berg, om den gemeentewerklieden Vink en V. d. Schalk, die de eenigen zijp, die f 9 week loon hebben, een loensv.erhocging van f 1 per week te yerleenen waardoor zij hetzelf de loon zc-nden verdienen als de. terrein- knechts der gasfabriek, werd aangehouden tot een volgende vergadering; die. toch in de volgende maand nog -zal moeten- plaata hebben. Daarna word de vergadering gesloten. Concert. Kleine Stadszaal. Mejuffrouw Van der Harst, de concertgoïf- sbetr, had een gelukkigen avond. Gelukkig- ten vopzichte van haren zang, omdat zij zoor goed bij stem was, gelukkig met heb optreden van haar leerlingen, die- een goed figuur maakten, en ook gelukkig door do over groote belangstelling van het Leidseho publiek. Want dat stroomde naar binnen; men zat reeds mannetje aan' mannetje; tafels werden als stdelcn gebruikt, en nog hield die stroom druppelsgewijs aan tot onder liet tweede nummer van liet programma. Met liet vertolken van dat programma hoeft Gelijkerwijs een steen, die in het water wordt geploft, liet oppervlak nog langen jtijd doet narimpelen, ook als hij zelf reeds rustig op den bodem zioh heeft ingebur gerd; gelijkerwijs een knuppel in een hoen derhok geslingerd de kippen zal uiteen doen stuiven, en als dé stok al lang stil ligt, het gevederde volkje nog al maar nerveus- kakelend rondloopt, zoo doet de Marok- kaanscke kwestie. Hrt tractaat is geteekend. Alles is m orde, maar de nawerking doet zich nog overal gevoelen. In de begrootingsoommisie van den 'Durtschen Rijksdag heeft von Kider- len-Wachter vertrouwelijk eenige uren ver teld van de onderhandelingen in zake Marokko. In de besprekingen, die volgden en die over het algemeen eveneens een vertrouwe lijk karakter droegen, uitten de sociaal democraten de meening, dat de Duitsche regeering tegenover Frankrijk en Engeland nog vredelievender had moeten zijn. Het centrum verklaarde in het algemeen roet de liouding van de Duitscke diplomatie te kunnen medegaan, maar betreurde evenwel met de liberalen, en de conservatieve spre kers in het bijzonder, dat de officieuze pers zoo slecht gewerkt had en het Duit sche rijk over de feitelijke gebeurtenissen zoo zeer in het onzekere was gelaten. Daar om had de volksvertegenwoordiging het recht en den plicht gehad, aan de vader landlievende ontstemming van 't Duitsche volk uiting t-e geven. En de Enjgebchen kunnen nog maar geen vrede viaden met de vijandige houding van von Heyd ebrand en andere Rijka- dagleden tegenover Groot-Britannië. Lord Selborne heeft dezer dagen gezegd: „Het is een ernstige zaah voor ons en. voor het Duitsche volk, dat z^lk een man openlijk* zijn vijandschap jegens Engeland, en zijn begeerte naar een oorlog betuigt. Ik ben er zeker van, dat niemand, van welke partij ook in dit land op die woorden in ons parlement zal reageeren. Op het oogenblik zijn wij wat binnenlandsohe aangelegenhe den betreft ernstiger en hartstochtelijker verdeeld dan we ooit waren in de historie vlan ons land, zelfs niet ton tijde van de groote rebellie, maar in buitenlandsche za ken trekken we allen écn lijn." „"Wij zijn ons niet bewast Duitsohland eenig onrecht te hebben gtKtoan. Wij wen- schen oprecht vrienden te zijn met het Duitsche volk. Ma-ar we jbben het reoht als zulke woorden worden gebruikt om een verklaring te vragen. Er ia of te veel of te weinig gezegd. Dat het toch wel erg gespannen heeft oip sommige momenten, blijkt wel uit een rede van den heer Ponsonby, die er op wees, dat Engeland in September aan den vooravond van een oorlog stond. De Noorjzee vloot Was gereed om op te treden, de torpedonetten waren reeds uitgeworpen, uit vrees voor een Duitscben torpedo-aan val, terwijl eigenlijk niemand wist van het geen er omging. Nu we toch over Engeland spiehen, tege lijk' nog een bericht van daar. De Surrey County Council heeft een ver ordening uitgevaardigd die thans aan de bekrachtiging van den minister yan bin nenlandsohe zaken is onderworpen waar bij het verboden wordt in landelijke distric ten op van openbare wegen (ook water wegen) zichtbare plaatsen reclamebor den e. d. op te stellen, welke het land schap kuunen ontsieren. Met belangstelling ziet men in Engeland uit naar de beslissing van den minister, daar bij een bekrachti ging van de verordening hoogstwaarschijn lijk odk andere graafschappen het voorbeeld van Surrey zullen volgen. Er zijn in Enge land blijkbaar ook velen, die zich ergeren aan de toenemende ontsiering van het lands chap door allerlei reclame- middelen, zooals we helaas ook in ons land in den laatsten tijd meer en meer kunnen waarnemen. De k i esre ch-tv rouwen zijn gisteren bij minister Asguith geweest- Zij hebben „En als iemand met een ridderlijk gevoel," ▼oegde Henny er aan toe. „Otto heeft vol maakt gel\jk, dat je hem gerust die zaak in handen kunt geven, en je kunt overtuigd zyn, dat hy het er goed voor je zal afbrengen, en ik weet zeker, dat hy het met genoegen voor je zal willen deen. Zal ik hem vanmiddag op de thee verzoeken Dat scheen Eva niet zeer gewonsoht, hoe wel zy overigens wel veel voor het voorstel gevoelde. Nu de echtscheiding eenmaal vaststond, moest zy dus nog wel vooreerst van de gast- vryheld harer vrienden gebruik maken „Ik zal voorloopig wel by jullie moeten blyven," zei Henny; „maar ik heb Diet voldoende goed in myn handkoffertje meegenomen. Heiwig is voor een paar dagen op reis gegaan; ik denk naar zyn oom. Het zal het beste zyn, dat ik nog eens en nu voor de laatste maal naar de villa terugkeer om al myn goed te halen. Vindt je ook niet, Henny?" „Kan het dienstmeisje dat niet doen, Eva „Neen, dat zou ik liever niet willen. Al myn diamanten zyn ginds nog en hoewel Ik het meisje vertrouw „Natuuriyk, dan is het iets anders. Wanneer kom je dan weer terug?" Een oogenblik dacht Eva na. „Hetlyktmy het b68te, dat ik vanavond wegga en den nacht gebruik voor het inpakken. Dan kan niemand my storen en dan behoef ik ook de nieuwsgierige, spottende gezichten van het tegen hem verklaard dat de regeering- een wetsontwerp op het kiesrecht behoorde op ta stellen, waarin mannen en vrouwen waren gelijkgesteld- Ajsqiütli antwoordde, dat zulks onmogelijk was, doch indien de kiësrechtvrouweu het Lagerhuis het volgende jaar zouden kunnen overhalen om voor een amendement te stem men op het ontwerp, bij welk amendement den vrouwen het kiesrecht zou worden toe gekend, dan zou de regeering de beslissing van het Lagerhuis eerbiedigen- Met gemengde gevoelens trokken de be- tcogsbelrs af. .Wederom gaat - een O o s t e n r ij k s c h e aartshertog zijn liooge positie verlaten en gewoon burger worden- De Weensche „Abendpost" toch deelt mede, dat aartshertog Ferdinand Karei eenigen tijd geleden, zonder toestemming van den Keizer in het huwelijk is getreden. De Keizer heeft een verzoek van den aartshertog, om gemach tigd te w<yden tot het dosn va-n afstand van zijn titel en rang, in bevestigenden sia be antwoord. De aartshertog zal den-naam-vaas Ferdinand Brag dragen- Spanje weet nog altijd niet hoe heb in Marokko voor hem zal afloopen- De regee ring sohijnt langzamerhand tot heb besef te komen, dat zij bij de aanstaande onderhande lingen met Frankrijk toch wel een veer zal moeten laten. In een uitvoerig artikel althans van het regeoringsorgaan „Oorrespondencia de Es- pan awordt bet-oogd, dat Spanje Frankrijk mede behoort schadeloos te stellen voor de concessies, die laatstgenoemd land aan Duitscliland heeft gedaan, daar ook Spanjo daarvan .profiteert- Frankrijk mag daarbij echter niet uit het oog verliezen, dat Spanje zijn nationalen. trots heeft en dat deze geëerbiedigd moet worden- Maar of Frankrijk zioh daal' erg aan storen zal, is de vraag. Uit China komen maar steeds ernstige beriohten. Fransche spoorwegbeambten berichten, dat een hevig gevecht gisterenavond en 'heden morgen te ILankou heeft plaats gevonden- Volgens berichten Uit Shanghai is Nan king totaal van het verkeer -■ afgesneden. Nanking wordt beschouwd, als de spil, waarom thans alles draait- Valt de stad. in handen der opstandelingen, dan valt aan weerstand tegen de verwezenlijking van hun plannen niet meer te denken; zegeviert generaal Sjang echter, dan kan men zioh voorbereiden op tooneelen van verwoesting en plundering, die een totale wijziging zullen brengen in don stand van zaken- Er verluidt, dat prins Tsjing en Joeansji- kai aan de Europeesche mogendheden zullen verzoeken, den Keizer te beschermen- De partiouliere secretaris van J o c an-S j i- Kai heeft eónige mededeelingen gedaan om trent zijns meesters plannen. Joean-Sji-Kai acht het voor alles zijn plicht om het rijk voor ontbinding te be waken- Het is waar dat bij Joean-Sji-Kai is aangedrongen, om het presidentschap te aan vaarden, maar Lij meent dat de toekomstige regeeringsvorm voor China een kwestie is van te groof belang om door één man te worden bepaald of door persoonlijke eerzucht te worden beïnvloed. Naar Joean's overtuiging zoude het be ter voor China zijn den troon te behouden in oen streng beperkte monarchie. Hij zal zi ch oehter nederleggeh bij de beslissing van de afgevaardigden dor prftyinüiën, die YCOt een. samenkomst te Peking zijn bij eengeroepen om vast te stollen of do repu bliek zal worden ingesteld dan wel de mo narchie moet worden gehouden- Joean Ver trouwt dab als uitvloeisel van die bijeen komst overeenstemming zal worden verkre- j gen mot de provinciën, die zioh afgeschoi- j den hebben. Hij meent dat met die zoo- I genaamde onafhankelijkheidsverklaringen geen afscheiding van China is beoogd, doch j van het oude regime in China. I Oud-president R o os-o velt valt in het tijdschrift „Outlook" de tegenwoordige re geering der Voreenig de Staten heftig aan wegens haar optreden tegen de trusts. Hij noemt dit een kleingeestige en zeer hin derlijke poging om de industrieën weder te rug te voeren naar den verderfelijkon con cur rontiesti'ijd van de negentiende eeuw. personeel niet te zien. Op den duur wordt alles natuuriyk toch bekend, maar wat achter onzen rug wordt geredeneerd, is gemakkelyker te verdragen dan hetgeen men ons in het gezicht verzwygt. Ben je dat niet met me eens?" Ja, dat ben ik. Maar tooh zou ik ook daar voor niet bevreesd zyn." Het was onwillekeurig later geworden dan in Eva's bedoeling had gelegen en reeds acht uren, toen het dienstmeisje bet rytuig aan meldde. Scholinus liet de jonge vrouw met een ernstig en zeer bedenkelyk gezicht vertrekken. „Dus tot morgenochtend. U denkt er aan, dat u onder myn behandeling is en dat voor u een zek9r voorwerp, dat zooveel kwaad heeft veroorzaakt niet mear mag bestaan, zelfs niet al zou het in uw handen jeuken." Eva keek den eerlyken man in do bezorgde oogen. „Heb maar geen zorg, beste vriend; ik heb dat mooie apparaat reeds in duizenden stukken gehamerd. Bent u nu tevreden?" Scholinus reikte haar de hand. „U bent een eeriyke, dappere vrouw." Zoodra Eva was weggereden, zooht dokter Scholinus zyn vrouw op, om haar dit laatste gesprek mede to deelen. „Ik begryp niets msor van dit karakter; dat is geen zwakte, maar sterke wilskracht. Langzamerhand begin ook ik aan die diamant geschiedenis te twyfelen; die zaak moet be paald toch nog anders in elkaar zitten dan ik my heb voorgesteld." „Aha, myn lieve, domme, knappe, min, kom je weikeiyk eindelijk tot andere in zichten Hoe denk jy eigoniyk over de echt scheiding?" Scholinns haalde de schouders op. „We moeten afwachton; or zal zeker op de oen of andere mauier nog wel een verklaring komen." Toen Eva eindeiyk by de villa uitsteeg, wachtte haar een verrassing in zooverre, dat zy bemerkte, dat haar geliefde hond met even groote innigheid als vroeger aan haar gehecht was. Pluto moest gelegenheid hebben ge vonden by Scholinus te ontvluchten en was het rytuig gevolgd, om nu by het uitstappen zyn meesteres kwispelend te begroeten. „Het is toch beter, dat ik by je ben," scheen hy te willen zeggen. Eva liefkoosde het prachtige dier en ging het huls binnen. Op den drempel overviel haar plotseling de verschrikkeiyke gedachte, dat haar man zyn reis kon. hebbon uitgesteld, en reeds stond zy op het punt weer om te draaien, toen het kamermeisje, een jong, aan- hankeiyk ding, verheugd kwam aanhuppelen met den uitroep: „Och hoe heerlyk, dat me vrouw weer hlor komt. Mynheer is vanmorgen heel vroeg al vertrokken met Grote en nu z\jn wy, meisjes, alleen in dit groote huia. Mevrouw gaat toch niet weer weg?" Eva voelde zich ietwat verlegen worden. „Vannacht biyf ik hier, Anna," antwoordde zy aarzelend. „Morgenochtend ga ik weer weg. Ik zal mevrouw Scholinus op een reis naar het zuiden vergezellen, waarvoor ik natuuriyk nog enkele voorbereidingen dien te maken „In elk geval blyft u dus vannacht hier en Pluto is er gelukkig ook weer," zei het meisje tevreden. „Wy waren namelQk allemaal wat bang, mevrouw, daar den vorigen nacht twee huizen verder is ingebroken." Eva had maar half toegeluisterdde leugen van die reis bedrukte haar nog; maar zy be. greep, dat zy de eens op zich genomen roj moest voortzetten. Zy beval daarom den groo. ten leeron koffer, dien zy altyd op reis mee nam, naar haar kamer te brengen; zy wees de hulp van de toegesnelde kamenier tamelyk ruw af en trok zich daarna in de woonver trekken nan den tuinkant terug. Allereerst bezocht zy de werkkamer van haar man. Het was meor de gewoonte der huisvrouw dan die der echtgenoote, want in haar drie jarig huweiyk had zy slechts weinig tyd in dit vertrek doorgebracht; het samenzyn met Oskar was overdag beperkt gebleven tot de maaltyden en ook nu gevoelde zy zich vreemd in deze omgeving. Een nette heerenkamor. Verder niets. In de overigens leege papiermand lag een half verscheurd papier, Eva's briefje, waarin zy hem had meedegedeeld, dat zy zich onder Scholinus' behandeling wilde stellen. Hy had het dus zelfs niet eens de moeite waard ge vonden dit geheim ten minste voorloopig voor het personeel te verbergen. Met een gevoel van bitterheid en afkeer wendde Eva zich om. Zij kon op dit oogen blik onmogelijk begrijpen, dat zij ooit v ui dezen man had kunnen houden; maar h'et was ook nooit een diepgaande liefde ge weest. Dat zij om zoo iemand zich zoo had kun nen verlagen, om aan morphine verslaafd te geraken, leek haar eigenlijk een raadsel. Zij draaide het licht uit, ging door het salon, om zoo verder naar haar vroeger boudoir te gaan. Maar even bleef zij bij de glazen verandadeur staan, die slechts met een zwak slot was gesloten. Ze had tot nu toe geen gelegenheid gehad om een roljaloe- zie te laten aanbrengen, en nu was er nar tuurlijk heelemaal geen sprake meer van; enfin, h'et was haar nu ook volmaakt on verschillig; zij zou hier toch nooit weer ko men. In den tuin had zij altijd zoohi op recht pleizier gehadhij lag zoo beschut tusschen huizen en was overigens zoo een zaam als een klein paradijsje. Nu wa-s het donker buiten. Eva drukte haar gezichtje tegen de rui ten en trachtte naar buiten te turen. Zi]; kon echter nauwelijks de dichtst bijstaan lo hoornen cn struiken onderscheiden en plot seling bemerkte zij, dat zij al even dwaas was als het kamermeisje Anna: zij was be paald angstig. Het electrisch licht in het salon deed haar natuurlijk zichtbaar zijn van buiten af en zoo iemand naar binnen keek, moest hij wel zien hoe eenzaam zij was. Zij draaide het licht uit en ging op het gevoel af verder de eetkamer door, do slaapkamer door naar haar boudoirtje, lat in de slaapkamer uitkwam. Hier was het werkelijk behaaglijk warm en gezellig licht. De koffer was naar hier gebracht zooals Eva had verzocht en nu kon zij dus beginnen te pakken. Zij had alles hier bij elkaar en slechts af en toe. behoefde zij naar de slaapkamer te gaan. Zij sloot de deur, die naar de eetkamer leidde, af; nu en dan luisterde zij even of zij ook iets hoorde, maar geen enkel gehad drong tot haar door; het personeel had zich zeker reeds ter ruste begeven. De ka/- menier, de kookster en h'et kamermeisje sliepen alle drie in het andere gedeelte vail de villa in het benedenhuis, door vele deu ren van haar gescheiden, zoodat het geem -wonder was, dat zij niets ven hen had ge* hoord. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 13