i
Anekdoten.
Nieuwe Raadsels.
Goede oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
Mo. 15871. Woensdag* 15 November. Anno 191|.
i#.,
Schabfineimarkjes.
Een nieuw prijsraadsel.
Ingezonden door Corrie Pommee.
Geen verstand van foto's.
Boerin (tot een jongen uit de 9tad)>:
„Zeg eenst at voerde jij daar uit achter
op het erf hiernaast?"
Jong-en: „Ik heb eon foto genomen van
het huis."
Boerin: „Aap, daar je ben. Wil je dat wel
©ens gauw terugbrengen? Je hebt hier niks
wog te nomen, hoor je?"
Ingezonden doof Annie de l'Ecluse.
Uit de school.
„Meester, mag ik vandaag thuis blijven?"
„Waarom, jongen?"
„M'n grootvader is dood, meester."
Volgenden, dag: „Meester, mag ik van
daag thuis blijven?"
„Waarom nu weer?"
„M'n grootvader is nog dood, roeester."
Ingezonden door C. L. Janssen.
Onderwijzer: „Wat verheft den mensch
boven het dier, Kareltje?"
Kareltje: „De luchtballon, meester".
Kinderlijk.
Moeder: „Jan, waarom speel je niet met
dat ventje?"
Jan (zes jaar): „Moeder, hij is nog niet
aan mij voorgesteld."
Ingezonden door Treesje V- ren.
Zoo niet voorzien.
Lid der schoolcommissie, die bij het be-
■o«k der school door een goedig woordje de
kinderen voor zich wil innemen: „Wel jon
gens, wat ben jullie gelukkig. Ik wonschte,
dat ik ook nog schooljongen was en weer
bij jullie in de banken mocht komen zitten.
Weet ge waarom V'
Pietje: „Omdat u misschien alles verge
ten is, mijnheer, wat u vroeger geleerd
beeft.
Ingex. door „Aronskelk."
L
Mijn geheel bestaat uit 13 letters,
12 13 10 is een getal.
1 7 11 is een huisdier.
8 is een letter.
9 3 gebruikt men 's winters.
1 2 3 1 is een gebouw.
Hè bè. wat is dat 6 12 13 4.
iDgez. door „Rosa Fluweeltje."
IL .2
Die ons krijgt wenscht ons liever niet.
Wij geven pijn en veel verdriet.
Ontneemt ons echter hoofd, alsdan
Vindt gij ons bij een lorreraau.
Of ook wel in een prullemand.
Wie het gauw raadt, noem ik bij de hand.
III.
'k Ben een rivier in Nederland,
Vloei ook door and're oorden,
't Ben vol bedrijf aan allen kant,
En vruchtbaar langs mijn boorden.
Een letter anders, en dan ziet
Gij me aan den hemel prijken.
Maar 'k laat bij donkre lucht mij niet,
Door 's mensch'en oog bekijken.
Oplossingen der Raadsels.
I.
Schoenmaker houd u bij uw leest.
II.
Stier.
III.
vuur duur deel veel vlug mug
stug luim ruim slagen
dagen beginnen bezinnen.
L. Stafleu, Antoon en Anna Hoogeveen,
„Roosje," „Goudstaartje," „Juliaantje,"
„Pinksterbloem" C. v. d. Wilk, Cornelia
Stafleu, „De Arasterdammer," „Kwik
staartje," „Zonnestraaltje," „Duin-
bloempje," Truus van Kleef, Abramma en
H. G. van Bomli, A'rie Gille, „Albatros,"
Aplonia Mechelse, „Heliotrope," „Goud-
vischje," J. J. van Rijnswou, „Wilde Roos,"
„Rosa Fluweeltje," M. Optendrees, „Klap-
roosje," „Sleutelbloempje," Corrie Pom-
mée, „Raadsheertje," „Storm vrouwtje,"
„Postduif," Dora en Marie Barendse, „Vio-
lenkransje," Marie Zitman, „De twee Raad-
selvriendin.nen," „Frederik," Francina en
Treesje Veeren, „Roodkapje," „Juliana-
bloem," MaTgaretha en J. de Graaf, A. de
l'Ecluse, Jan en Janna van Weizen, „Blon
de Eliza," Annie Susan, Bertus v. Waas
dorp, Arie van Konijnenburg, Antje van
Konijnenburg, „Poppenmoedertje,'' „On
rust," „Stokertje," R. Forbes, Wilh'elmina
Groenheiden, „Dagbloem," „De kleme
Koopman," Marie Ooetveen, „Dieren
vriend," O. I< Janssen, „Piet Hein," „De
kleine Zeeofficier," Piet van der Voort,
„Aronskelk," „Bestuurder No. 34," NeUie
v. Tongeren, E. G. van Heusden, Gustaaf
Delfos, „De twee Sinaasappels,„Sprok-
kelvrouwtje," „Papaver," Cato Delfos,
„Rozeknopje," Anna Blom, Nico Bergers,
Abram Leget, Abram van Rossen, te Lei
den.
Grietje van Ommering, te H a t e r s-
w o u d e.
„Klavertje-Vier," te L i s s e.
„De beide Boterbloempjes," te Ouds-
boom.
Cornells Honig, te Voorschoten.
K. G. van Ammers, Adriana de Jong,
H. Binnendijk, „Theeroosje," Willem van
der Stoel, Ane van Santen, Dora de Bode,
Trijntje Kriege, te Wassenaar.
Aartje en Johanna Parle vliet, Marijtje
Rijnsburger, Johanna van Tilburg, te Zoe
te r w o u d e.
Prezen vielen ten deel aan:
Antoon en Anna Hoogeveen, „Juliaantje,
te Leiden, Willem van der Stoel, te
Wassenaar.
„Papave r." Neen vriendje, ik heb er
niets op tegen dat je in 't vervolg liever
onder een sohuilnaam met ons medewerkt,
maar denk er aan, dat je je briefjes dan
6teeds met je waren naam en je schuilnaam
onderteekent.
„Sinaasappels." Ik vind jullie
schuilnaam nog al grappig; doch heb er
geen bezwaar tegen.
N e 1 1 ie v. Tongeren. Schuilnamen
moeten de kinderen zelf bedenken, meisje.
„Bestuurder No. 3 4." Wel vriend
je wat moest ik nu hooren, ben je ziek?
Dat spijt me voor je. Ik hoep van harte,
dat je de mazelen slechts in een lichte graad
hebt en je niet al te ziek gevoelt. Het wa#
heel aardig van je Moeder, om mij uit jouw
naam een briefje te Schrijven. Vriendelijke
groetjes en van harte beterschap.
„K 1 e i n e Ze e-o f f i c i e r." Het doet
me pleizier, dat jo de verhaaltjes in ons
blaadje steeds met genoegen leest. Ik hoop,
dat het nieuwe feuilleton je bevallen zal.
C. L. J a n s s e n. Zoo lang je niet meer
zorg aan je werk besteedt kan ik aan je
verlangen geen gevolg geven. Je briefjes
zien er meer dan slordig uit.
„Dierenvriend." Welzoo vriend
ben je jarig geweest? Nog wel gefeliciteerd
hoor I Ik kan me voorstellen, dat jullie dol
veel pleizier gehad hebt, toen er vriendjes
kwamen spelen. Wat hebben jullie gedaan?
Zeker eenige bedaarde spelletjes, is 't niet?
„D a g b 1 o e m". Was je Moeder nog al
ingenomen, met de verrassing, die je haar
bereid hebt? Ik hoop, dat jullie den feest
dag geDoegelijk gevierd hebt.
Wilhelmina Groenheiden,
dank ik voor haar mooie prentkaart.
R. T o r b e s Ik vind het al heel merk
waardig, dat je na een vier-jarig verblijf
in Shanghai hier dadelijk het onderwijs kon
volgen en met de klas waarin je volgens je
leeftijd behoort, mee kuilt komen. Hoe be
valt het je overigens in Holland?
A. van Rossen. Hoe oud ben je
vriendje? Kan je nog niet met inkt schrij
ven?
Annie Suzan. Je moet vooral beden
ken meisje, dat ik alleen ójè briefjes be
antwoorden kan, waarvan de inhoud mij
daartoe eenige aanleiding geeft.
„Blonde E 1 i z a." Neen beste kind,
dat verzuim neera ik je niet kwalijk. In het
vervolg nioet je je briefje maar wat eerder
klaar maken.
Trijntje Kriege, te Wassenaar.
Wat je mij van die plaatjes verteldet, vind
ik h'êel aardig. Het moedigt nog eens aan,
om het een en ander op te sparen.
„J üli'aantj e." Je rnoogt wel eens je
best doen om wat netter te schrijven meisje,
want je briefjes zien er niet bijzonder
netjes uit.
Annie de l'Ecluse dank ik voor
haar mooie prentkaart.
Francina en Treesje Veeren.
Ja kinderen, de tijd schiet al weer op, nog
een week of drie en het prettige St.-Nico-
laasfeest is dddr. Jullie moet maar goed je
best doen op school en thuis heel lief zijn,
opdat die goede Sint je niet behoeft te
straffen, want daar houdt hij niet van.
AnnaBlom. Ja meisje, ik vind, dat je
al heel best met ons mee kunt doen. Je
briefje zag er heel netjes uit voor een
meisje van je leeftijd.
„R o z e n k n o p j e." Ik begrijp wel, dat
je mij niet elke week een briefje kunt
schrijven, doch' je moogt het ook om de
veertien dagen doen. Wat maalk je voor
Papa? Je kunt 't me gerust -vertellen, want
ik beloof je, dat ik je geheimpje niet zal
verraden.
J. vanRenswou. Wel meisje, wat
heb je prachtige cadeaus gekregen met je
verjaardag! Je hebt waarlijk alle reden
om in je nopjes te zijn. Wat naar voor je
Moeder, dat ze zoo aan hoofdpijn l'jdt;
want daar is niet veel aan te doen, he laas
„G oudvisch j e." Je moogt zooveel
raadsels en aneodoten inzenden als ju vilt,
maar op een apart stukje papier schrijven,
meisje.
,,R o o s j e", Ik feliciteer je met je
twaalfden verjaardag, meisje, en hoop, dot
je heden een recht prettigen dag zult be
leven. Ik wed, dat het je nog nooit gebeurd
is. dat men je in de courant geluk wensoh-
te. Is 't wel?
„St o r m v r o u w t j e", dank ik voor
haar mooie prentkaart.
„G oudstaart j e." Wel gefeliciteerd
met dat heerlijk geschenk, meisje I Ik kan
me voorstellen, hoe gelukkig jo er mede
bent. Veel groetjes^ oo<k voor je moeder.
MARIE VAN AMSTEL.
AAAAAAAAAAAAAAAAAA AAA A AA AAA
VJ
L»
1
A.OHAAAA4I AAAA»A»AA»»AAAAA»AAAAAAAA
Afb. 15.
V.
We veronderstellen, dat het schild van
onzen kalender nu wel goed droog aal zijn
en dat we dus met het beschilderen kun
nen beginnen. We kunnen hiervoor
waterverf nemen met wat dextrine ver
mengd. De kleur van de verf moet goed
afsteken met de kleur van het schild. Heb
ben we dit wit genomen, dan kunnen we
do verf bij voorbeeld, donker- of vuurrood
nemen.
Als randversiering gebruiken we de door
ons nu al veel gebruikte dubbele rij hartjes
Hoe eenvoudig ook is dit een aardige ver
siering! Voor de hoeken jiemen we echter
iets anders, dan we reeds hebben. "We nemen
daarvoor de hieronder afgebeelde versiering,
Afb. 13.
die een heel mooien hoek vormt, zij is wel
wat moeilijker, maar daarom geven we hein
in de werkelijke grootte, dan behoeft ge
Afb. 14.
hem maar uit te knippen, op karton te
plakken en daarin uit te 6nijden.
In de ledige, vakken in den linker be
neden- en rechter bovenhoek schilderen we
een drietal rozen, waarvoor we in Afb. 14
het patroon in de, goede grootte afbeelden.
Tot zoover kunnen de jongens onder jelui
het wel alleen af, doch nu volgt er iets
dat alleen de meisjes kunnen klaarspelen,
nl. het maken van den eigenlijken kalender.
Hiertoe (koop en we drie stukken 5 c.M.
breed lint. Natuurlijk kiezen we lint in de
zelfde kleur als de gebezigde verf. Op het
eerste lint worden met flinke, duidelijke
letter de namen van de dagen der weck
geborduurd. We mogen ze wel verkorte®,
dus: Zond., Maand., enz. Op het tweede
lint komen de cijfers 1 tot 31 en op het
derde lint de namen der maanden: Jan.,
Febr., enz.
Schuiven we nu elk lint, (dat we aan
do einden netjes hebben afgewerkt) door de
drie paar gleuven, dan hebben we een ka
lender die ieder jaar weer opnieuw kan
worden gebruikt en er zoo mooi uitziet, flat
onze Ouders er best mee in 'hun schik
zullen zijn. We geven hierboven een Afb.
van het geheel, dan kunt ge zelf oordeelen.
Evenals vorige jaren zullen we f k thans,
dat wil zeggen, de volgende week weer een
prijsraadsel plaatsen.
Was ons vorig prijsraadsel nog al moeilijk,
zoodab we maar weinig goede oplossingen
ontvingen, ons nieuwe prijsraadsel is zoo in.
gericht, dat alonzejonge lezers er
aan kunnen deelnemen. We verwachten
daarom een groot aantal oplossingen en ho
pen in die verwachting niet teleurgesteld
te worden.
NEEF HEINEMAN.
Hoe bet streng plichtbesef der bemanning
de passagiers redde.
Het is nu honderd jaar geleden, dat er
een Nederlandsch dichter geboren werd, dief
nog zeer jong zijnde al heel mooi verzen
maakte en waarvan er verscheidene zelfs
op muziek zijn gezet. Eén daarvan luidt:
„Ik heb een vriend met ijzeren hand, eu
koel gebiedend oog"...
Misschien zijn er wel onder jullie, die het
kennen? En dit komt dan hier op neer,
dat die vriend: de plicht is, die ons niet
met rust laat, als wij zijn wil niet uitvoe
ren en die ons de grootste voldoening
schenkt, als wij de door hem opgedragen
taak nakomen: plichtbesef is een heerlijk
iets in den men'oh I
Niet altijd' is het echter even gemakke
lijk „dien vriend met koel gebiedend oog"
te volgen.
Luistert slechts eens, hoe ook weer plicht
besef het leven redde van wel omtrent dui
zend rrenecben.
In het vorige najaar ging er een stoom
boot van New-York naar Liverpool. Drie