No. 15868. LEIBSCH DAGBXiAB, Zaterdag* 11 November. Tweede Blad. Anne 1911. De Octrooiwet op het punt har er invoering. Finaneieele Causerie. Brieven van een Leidenaar. Tweede Kamer. Reeds zijn een zestal jaren heengegaan, sedert wij de indiening een-er Octrooiwet besproken hebben. Eindelijk is zij: niet alleen tot stand gekomen, doch wordt ook hare invoering voorbereid, door velen met verlangen te gemoet gezien. iWij kunnen de vraag ter zijde laten, of de Octrooiwet van 7 Nov. 1910 aan de ver wachting beantwoorden zal. Voorshands is daarvan niet veel te zeggen. Zooals bekend is hebben wij vroeger een Octrooiwet ge had,! met de bedoeling om nuttige uitvin dingen en ontdekkingen te bevorderen. Ongeveer een halve eeuw gel-eden is die wet ingetrokken en inderdaad was zij voor dat doel niet meer noodig. Het gaat nu juist andersom als voorheen. De stroom van uitvindingen en ontdekkingen en van verbeteringen en nieuwe toepassingen daar van,: is zoo groot geworden, dat men er nauwelijks meer het oog op kan houden en dat vermindert, naar onze meening, de waarde ervan in niet geringe mate. Toch kan men met ontkennen dat hij, die een nieuw voortbrengsel, een nieuwe werk wijze, of een nieuwe verbetering van een. voortbrengsel of van een werkwijze uitge vonden, recht heeft om er ook de vruchten van te plukken en daarom aan bescher ming van Staatswege behoefte heeft. Daarom kan hem clan ook volgens de nieuwe wet op zijn aanvrage uitslui tend rechten worden toegekend. Hij Ver krijgt namelijk gedurende v ij f t i c n jaren de bevoegdheid om, met uitsluiting van anderen, het nieuwe voortbrengsel, of het voortbrengsel met de verbetering waarvoor ociipoi is verleend, in of voor zijn bedrijf te vervaardigen, in het verkeer te brengen, verder te verkoopen, te verhuren, of te leveren, in voorraad tc hebben of -t-e ge bruiken. Hetzelfde recht komt hem toe ten aam zienvan een geoctrooieerde w e r k w ij z e, of de geoctrooieerde verbetering van een werkwijze. Hij mag uitsluitend die werk wijze in of voor zijn bedrijf toepassen of de stof, volgens die werkwijze of met toe passing van die verbetering bereid, in of voor zijn bedrijf in het verkeer brengen, verder verkoopen enz,. Intusschen is het octrooirecht uitteraard vrij beperkt, want een uitvinding is slechts dan voor octrooi vatbaar, wanneer zij strekt tot verkrijging van eenige practische uitkomst op het gebied der n ij v e r- hei'd; met dien verstande dat, wanneer voor een werkwijze tot bereiding een-ar stof, octiooi is verleend, dit octrooi zich ook uitstrekt tot die.stof, mits volgens die werkwijze toebereid. Echter wordt geen octrooi verleend voor een stof op zich z e 1 v e. Het is vaak zeer moeilijk uit te maken, wie als uitvinder of ontdekker moet-wor den beschouwd. Twistvragen daarover heeft de wet afgesneden, door de bepaling dat degene, die het eerst een aanvrage om octrooi indient, als uitvinder wordt be- schouwd. Deze aanvraag moet worden gericht tot een bij de wet ingesteld lichaam, hetwelk den naam draagt van octrooiraad. Dit lichaam maakt de-el uit van het in Den Haag gevestigde bureau voor den jndus- triëelcn eigendom, hetwelk, zooals bekend is, betrekking heeft op de verzekering van het recht op handels- en fabrieksmerken. Beide onderwerpen zijn ten nauwste aan elkander verwant. Elke tot den octrooiraad gerichte aan vrage mag slechts op ééne enkele uitvin ding of ontdekking betrekking hebben en daarbij moet een bewijs worden overge legd, dat een bedrag van f 25 bij het bu reau voor den industriëelen eigendom is gestort. Dit is alleen voor de administra tiekosten. Het octrooirecht zelf wordt geenszins gratis verkregen en is integen deel vrij duur, zoodat uitvindingen van jweinig betcekenis uiteraard weinig van het voorrecht zullen profiteeren. Intusschen behoeft het recht van octrooi friet in vollen omvang in persoon te wor den uitgeoefend door liem die het ver kreeg. De octrooihouder kan aan een an der de bevoegdheid verleenen om hande lingen te verrichten, waartoe hij alleen be voegd is en die dus een ander niet vrij staan. Dit noemt men het verleenen eenier i i c e n t r i en dit kan zoowel om geld als bij wijze van milddadigheid geschieden, b.v. als legaat of schenking. Het kan ook geschieden bij besluit van den octrooiraad, Want het recht van d n octrooi'-ouder moet, zoowel als andere rechten,wijken voor li-et algemeen belang. De octrooihouder is na- rnelijk, na verloop van drie jaren nadat hij het octrooi verkreeg, verplicht om zoodanige lióentri te verleenen, welke in het algemeen belang der nijverheid enz. iwenschelijk is, en anders geschiedt het jdoor 'den raad. Zooals reeds werd opgemerkt, wordt het uitsluitend recht op een-e uitvinding geens zins kosteloos verleend. Het is integendeel Vrij duur, vooral omdat tusschen octrooien Van meer of minder belang geen verschil wordt gemaakt en bij het groot aantal uit vindingen en ontdekkingen van den nieu- tveren tijd is dus geenszins de mogelijkheid uitgesloten, dat de zaak nog een vrij aan zienlijke bate - voor de schatkist zal ople- teren. Het eerste en tweede jaar wordt '50 voor het octrooi betaald en dit klimt op ot honderd- dertig gulden, behalve de eeds genoemde administratiekosten en een onzienlijke boete in geval van te-Late-be- aling. In het veertiende jaar wordt na- urlijk voor het laatst betaald. De geza- enlijke kosten beloopen dan ongeveer 11400. Uitsluitende bevoegdheden hebben ma- uurlijk weinig waarde zonder de macht »m zijn recht te handhaven. Hij die weder rechtelijk handeling-en verricht, waartoe al ten de octrooihouder bevoegd is, kan {oor dezen in rechten tot schadeloosstel ling worden aangesproken; maar hij is bo vendien strafrechtelijk vervolgbaar, daar iet zeer goed mogelijk zou wezen- dat een inbreuk op eens anders rechten hier zoo loonend zou zijn, dat men er zich gaarne een veroordeeling tot schadevergoeding voor wilde getroosten. iVV. De fondsenmarkten blijven een gunstige tendenz aan den dag leggen. Zelfs Yankees, die voorbijgaand afbrokkelden, konden Donderdag te New-York krachtig herstel len, nadat zij, ondanks 't flauwe slot van Woensdag, reeds aanzienlijk boven pariteit der New-Yorksche slotkoérsen werden ver handeld op de Europeesche Beurzen. De betere stemming, die door New-York sterk werd geaccentueerd, vond haar oorzaak in de besliEsing van 't hof, in zake de reorga nisatie voorstellen den American Tobac-co company. Zooals men weet was zij een der Maatschappijen, die, met de Standard Oil, schuldig was bevonden aan overtre ding der Anti-Trust'-wet en dus genoodzaakt was in anderen vorm binnen de wet het be drijf voort te zetten. Een uitvoerig plan werd' nu geformuleerd en aan de goedkeu- keuring der Rechtbank voorgelegd, en nu werd, tegen de algemeene verwachting in, dit plan, met eenige onbeduidende wijzigin gen, goedgekeurd. Geen wonder dat dit gunstig werd opgevat, omdat daardoor aan de door de Regeèring tegen de Steel Cor poration aanhangig gemaakte procedure veel van haar scherpte wordt ontnomen. Was zoowel de Tabak- als de Olie-trust in vele opzichter, schuldig bevonden aan mono- poliseering, en daarvoor aan unfaire con currentie, toch is 't mogelijk gebleken een vorm te vinden, waarin beiden het bedrijf kunnen continueeren. Men houdt 't i*r al gemeen voor, dat de Steelt-rust den toets der wetsbepalingen heel wat beter' zal kunnen doorstaan dan de twee andere com binaties. Maar zelffe als er hier en daar moet worden gereorganiseerd, dan toch mag men redelijkerwijze aannemen, dat geen ingrijpende veranderingen zullen noo dig zijn en daarmede is 't voortbestaan der Corporatie vrijwel verzekerd. Hoe langer hoe meer blijkt dus, dat de vervolgingen der Regeering op politiek drijven berusten en dat in hoogte instantie een redelijke opvatting der wet heersoht. Geen wonder, dat de baissiers tot overhaaste dekking hun ner open posities overgingen zoodat een scherpe rijzing tot stand kwam. Bij de tal- rijke wijzigingen die de koersen en de stemming ondergaan door de zoo tegenstrij dige berichten, is het echter zeer de vraag of de ingetreden verbetering reeds mag worden beschouwd als basis voor een ver dere rijzing. Met de Amerikaansche Ver kiezingen in 't vooruitzicht en bij den ster ken invloed, dien de politiek op 't zaken leven uitoefent, behoeft het ternauwernood betoogd te worden, dat er morgen aan den dag iets gebeuren kan, waardoor de vooruit zichten weer van oen geheel anderen bont bekeken worden. Nerveuze markten nv t scherpe koersfluctuaties sohijnen daarom nog wel verwacht te mogen worden. Aan den anderen kant, zijn er, al mogen ook de zaken tijdelijk gebukt gaan onder deze omstandigheden, enkelj lichtpunten, die bij de beoordeeling van Amerika niet over 't hoofd moeten gezien worden. De oogst wordt dit jaar geraamd op een waar de van 4,567,000,(XX) doll, wat ruim 100 mil- lioen dollar meer is dan verleden jaar. De minder gunstige graanoogst wordt gocorn- penseeird door den grooten katoenoogst Het geld blijft goedkoop, getuige 't feit dat de Vereenigde Staten 80 mitlioen Mark Pruisische schatkistbiljetten opnamen; duidt dit eenerzijda op den slakkengang van eigen handel en industrie, aan den anderen kant is 't toch een gunstig ver schijnsel, om dat er uit b-lijkt, dat er van overspeculatie geen sprake is. De betalings balans blijft bij voortduring in het voordeel van Amerika. Over het algemeen blijven de fundamenteel© condities dus gunstig en :s het land gereed voor een nieuwe periode van bloei, zoodra de politieke factor is uit geschakeld. In 1914 zal het Panama-kanaal zijn voltooiing naderen en dat dit een ge weldige verandering zal teweeg brengen, blijkt reeds thans. Zoo is onze Holland- Amerika-lijn reeds bezig met plannen te beramen om door het Kanaal den West kust te bereiken, zoowel van Zuid- als van Noord-Amerika. Dat over het algemeen het Zuiden der Staten met de tot standkoming van de korte verbinding tusschen de twee Zeeën zal worden gebaat, is duidelijk; de overvloedige katoenoogst van dit jaar heeft de vooruitzichten in die streken eveneens niet weinig verbeterd. Men acht daarom de aandeelen der Southern Railway zeer koop- waardig, mits zij gesohiedpn met> eigen geld en door lieden, die beschikken ove~ een do sis taai geduld. Eveneens is men gepor teerd voor de 2de Preferente aandeelen der National Railways of Mexico, die de ver liezen, ontstaan door de revolutie, reeds beginnen in te halen, nu de rust in het land is teruggekeerd. Sedert enkele weiken is er wat meer be langstelling voor de waarden der Peruvian Corporation. Nadat de gewone aandeelen jarenlang in de buurt van 23 pCt. en de preerente tus- sclien 1015 pCt. hadden geschommeld, trad er in 1900 een verbetering in, die in 1906 haar culminatiepunt bereikte en de Commons tot 19, de preferente tot 55 pCt. deed monteeren. Ofschoon de zaken der Maatschappij bestendig vooruitgingen, en een verbetering in de koersen der aandee len dus logisch was, kon deze sterke stij ging toch moeilijk uit de behaalde resulta ten verklaard worden; er hepen geruchten volgens welke een reorganisatie van de fi- nantiën der Maatschappij in voorbereiding zou zijn; waardoor de achterstallige dividen den op de 4 pCt. Ciraralatiefpreferente- aandeelen zouden worden gefundeerd. In tusschen is er van die plannen, mogen ze al in voorbereiding zijn geweest, nieta geko men en in den loop der jaren zijn de koer sen der aandeelen sterk achteruitgegaan, zoodat deze in 1907 zelfs tot 6$ voor de Commons en tot 31 voor de Preferente aan deelen terugliepen. Thans noteeren we weer 11 en 43. In aanmerking nemende het dividend, dat de preferente aanueelen ver leden jaar toucheerden, nl. 1 en één vierde pCt., schijnt dit nog geenszins een koopje. Aan den anderen kant is de Maatschappij gestadig vooruitgegaan en is ze in vergelij king met een 10-tal jaren geleden niet alleen financieel krachtiger, doch de exploitatie der spoorwegen vooral geeft een steeds grooter ontvangst- en winstcijfer, wat er op wijst, dat de rijkdommen van het land steeds, meer worden blootgelegd. Waren -de bruto-ontvangsten uit hoofde der exploita tie van sporen en stoom booten op de meren in 1890'91 nog slechte ,1. 840.008 Peruaan- sche Soles, in 1900-G01 stegen ze tot 4.887.367, in het laatste jaarverslag ©ver 1009'10 bereikten ze reeds een totaal van 9.164.770 Soles, terwijl in liet op 30 Juni j.l. geëindigde boekjaar nogmaals een verbete ring viel aan te wijzen van 1.328-698 Soles, zoodat het totaal dit jaar 10.307.581 Soles zal bedragen. Aannemende dat de exploi tatiekosten over het' boekjaar 30 Juni 1910'11 even hoog zijn-geweest als in het daaraan voorafgaande jaar, zal de winst uit dien hoofde dus 132.000 pd. st. meer bedragen. Het totale winstcijfer bedroeg verleden jaar 285.177 pd. st., waaruit 2 pCt. extra werd betaald op de 5.400.000 pd. st-. 6 pCt. Debentures zoodat deze. 6 pCt. ten volle werd betaald en 1 en één vierde pCt. dividend op de Preferente aandeelen, wat 93.119 pd. st. vereischte. Er was dus een. surplus van 78.058 pd. st. Voegen wij dit bij het netto winstcijfer vajn 285.177 pd. st. en nemen wij- in aanmerking, dat er reeds 4 pCt. was betaald -op dé debentures, of 216.000 pd. st., dan krijgen wij een totaal van 579,235 pd. st. Rekenen wij nu de meer dere winst op Spoorwegen (132.870 pel. st.) en een grootere winst dan verleden jaar op de guano van 10.000 pd. st.,'dan komen wij op een winstcijfer van -722.105 pd. st. over boekjaar 1910'11. In Februari j.l. werd 57.200 pd. st. besteed aan aflossing van Debentures k 105 pCt.y terwijl de volle 6 pCt. op de toen uitstaande 5.348.600 pd. st. Debentures een bedrag van 320-916 pd. st. vereiseht. Er saldeert dan, 343.989 pd. st., zoodat een dividend van 2'pCt. op de Pre ferente aandeelen, 150.000 pd. st. absorbee- rende, zeer wel moglijk is. Er zou dan nog een surplus blijven van 193.989 pd. st. Bedroeg de reserve in ,1901 nog slechts 80.000 pd.. st., in het laatste jaarverslag was deze reeds tot 575.000- j>d. st. gestegen. Intusschen was ze slechts ten bedrage van 190.000 pd. st., deels in Consols en derge lijke fondsen, deels in Gash, belegdhet restant is dus als werkkapitaal gebruikt Gezien den gestadigen vooruitgang in de zaken der Peruvian Corporation en de waarschijnlijkheid dat. er over 't op 30 Juni j.l. geëindigde boekjaar een dividend van 2 pCt. zal kunnen worden uitgekeerd op de Preferente aandeelen, lijken deze laatste, met het oog op de toekomst niet duur. Mochten de financiën der Maatschappij van daag of morgen gereorganiseerd worden en de achterstallige dividenden op de Prefe rente aandeelen in den een of anderen vorm worden gefundeerd, dan zou hieruit, wat de Preferente aandeelen betreft-, een niet onaardige kapitaals winst voortvloeien, ter wijl. de gewone aandeelen, thans uit den aard der zaak nonvaleuxs, ook op den duur veel betere kansen zouden bieden. Blijft de Corporatie en. daarmede Peru zich ontwik kelen naar den maatstaf der laatete 10 jaren dan zou de betaling van de volle 4 pCt; op de Preferente aandeelen dit jaar reeds mogelijk, ofschoon zeker niet meer dan 2 pCt. zal worden uitgekeerd na verloop van nog' eens 10 jaren, volstrekt niet tot de onwaarschijnlijkheden behooren, terwijl op den duur de gewone aandeelen zelfs met- ongetroost naar huis behoeven te gaan. Klinkt het dus thans nog vreemd te hoo- ren spreken van ,,Oe n'est pas de Pérou", wellicht, dat dit gezegde over 25 jaren in derdaad weer actueel wordt! W. CCCLXXVII. Tot dusverre gold het vrijwel als een axioma dat de belangrijkste uitbreiding van Leiden aan den noordwestkant tusschen de Haarlemmertrekvaart en den Rijnsbur- gerweg was te verwachten en door het bou wen van een nieuw Ziekenhuis aan de overzijde van dien weg ook daar nog. Daar was men dicht bij het centrum van het ver keer bij het Station van HolL en Staats spoor en van de verschillende trams. Nu, de uitbreiding gaat daar ook kalmpjes haal' gang. Niet met die kootsachtige bouwwoede- als een jaar of tien geleden, gelukkig, wat toen ook op een halve mislukking uitliep, maar op een wijze, die aan een gezonde ontwikkeling van onze -gemeente, doet den ken, die er toe leiden zal, dat over een kwarteeuw de kom van het dorp Oegstgeest als een voorstad-van Leiden kan worden beschouwd, en dan ook ongetwijfeld bij Lei den zal zijn ingelijfd. Dat de stad echter ook een belangrijke neiging zou toonen, zich uit te zetten naar het Zuiden en Zuid-Oosten, daaraan werd langen tijd getwijfeld. De ontwerpers van het uitbreidingsplan der gemeente, die hun blik tot op verre toekomst gericht hielden, hadden daar wel geprojecteerd een 30 tot 4o Meter breede straat, met den weidschen naam van boulevard aangeduid, doch als men daarover eens sprak, dan werd schou derophalend gezegd, dat dit nu eens echte toekomstmuziek was. Het plan voor de nieuwe verbinding van den Rijn met het Ryn- en Schiekanaal door een wijd kanaal, waaraan nu is begonnen, bracht wel eenige wijziging in deze mee ning, vooral toen men vernam dat er van den Zoeterwoudschen weg naar den Hoo- gen Rijndijk langs den waterweg ook een verharde verbindingsweg zou komen. Daar langs het Kanaal zal mettertijd de industrie zich vestigen en een naar de eischen des tij ós gebouwde zwem- en badin richting zal tal van Leidenaars er heen voeren. Dan komt dit deel aan de beurt en Zoeterwoude zal zoo zoetjes aan worden bereikt. Maar daar tusschen veel dichter bij hot Singclgcdeelte, ligt nog altijd de boule vard'.... geprojecteerd op papier alleen. De gemeente behoort het Raamland toe en die zal niet zoo spoedig overgaan tot ex ploitatie van bouwterrein. En van den kant van den Zoeterwoudschen weg af zul len onze bouwers het ook nog wel niet aan pakken. De aanleg van een straat van 30 Meter zal hun wel afschrikken en er moet zeker nog veel meer woningnood komen, vóór men daar bouwt. Zoo redeneerde men, en ik heb ook wel eens gedacht dat m e n gelijk had. Men ziet hoe gauw het kan veranderen. De gemeente heeft een terrein op 't. Raam land. afgestaan voor 'n nieuw Invalidenhuis en zal de sloot dempen en het bestuur van 't- Fonds ter ondersteuning van den gew. dienst in de Nederlanden zal een begin maken met den aanleg van onzen boulevard aan den kant van den Hoogen Rijndijk. De gemeente heeft aan ondernemende bouwers een tegemoetkoming toegezegd voor den stratenaanleg en aan den Zoeter woudschen weg pakken zij het werk aan. Het begin is er dus, mede door den durf en de vooruitziendheid van ons gemeente bestuur en als de tijden ons niet ongunstig zijn, zal men eens zien hoc spoedig men elkaar ontmoet. Het gemeentebestuur zorgt- als een verstandig huisvader niet alleen voor bet hedenmaar oclk voor de toekomst. Aan dezen afstand van het terrein voor den bouw van het Invalidenhuis verbindt het ten overvloede de voorwaarde, dat de ge vel aan zekere schoonheidsnormen moet vo' doen, wat anders ook zonder dien drang wel zal geschieden, want het werk zit in goede handen en wordt niet uit de zuinige hand gemaakt. Aan het subsidie voor den straataanleg heeft het- gemeentebestuur ook eischen ge steld, wat den aard en den bouw der 'hui zen betreft. Fabrieken en werkplaatsen mogen er niet komende huizen moeten een huurwaarde van minstens f 300 bezitten en voortuintjes hebben, terwijl ook op het uiterlijke zal worden gelet. Dezer dagen las ik, dat er in Amsterdam door een combinatie een blok z.g. pension- huizen zou worden gebouwd, waar men een gemeenschappelijke centrale verwarming,, een gemeenschappelijke keuken en nog an dere zaken gemeenschappelijk had. Vo-.ir menscben met een behoorlijk inkomen zon der nu bepaald rijk te zijn iets be ge er cry. waardigs, vooral in een tijd nu het dienst boden vraagstuk voor menige mevrouw een moeilijk probleem is geworden. De gp nern- sohappelijke verwarming lijkt mij ai heel mooi en practisch toe, nu de vulling en ht-( stoken bijna geheel mechanisch plaats heeft Durft men dit hier ook niet eens próbee- ren V Waar men thans op zoo verschillend terrein coöperatie toepast, behoeft men er op dit gebied ook niet bang meer voor te zijn. Om eens een proef te nemen zou deze boulevard zich uitstekend leenen. Dit echter in het voorbijgaan. Het vóór naamste is, dat de breede verbindingsweg van twee stadsgedeelten na niet al te lan gen tijd tot stand komt. Mogelijk dat er dan odk' weldra een tram doorloopt om het verkeer van dit deel der buitenwijken met het centrum der stad en het station t-e ver gemakkelijken. Ik heb voor deze nieuwe uit breiding goeden moed en het- zou mij zeer bedriegen indien niet over een jaar of t-ien de thans nog slechts geprojecteerde bou levard er één in Werkelijkheid is met een mooie rij huizen met aan weerskanten villa's op het dan nog voormalig" Raamland. M i 1 i t i e w e t. Op art. 107 is een amendement-Ter Laan ingediend om in plaats van „de lichting 1913 bedraagt ten hoogste 23,000 man" te lezen: „Dé lichting 1916 bedraagt ten hoog ste 23,000 man." De heer Ter Laan licht het amende ment uitvoerig toe. De bedoeling is bij aan neming der wet te wachten tot 1916- Dit uitstel acht men gewenaeht met het oog op de behoorlijke huisvesting der meerdere duizenden manschappen, op de voorziening in de behoefte van de noodige officieren en onderofficieren en vooral met het oog op den slechten staat van 's lands finan ciën. Bij aanneming zal de wet niet op 1 Maart 1912, maar op 1 klaart 1915 in wer king moeten treden. De heer T h o m s o n zal tegen hét amen dement stemmen. Hij wil zich niet stellen op hét standpunt van de uitvoerende macht; die lieeft in dezen de verantwoor delijkheid. De heer S c h' a p e t verbaast zich over dit standpunt. Bij elke wet van eenig be lang geeft men de Regeermg tijdruimte voor de uitvoerende maatregelen. De Minister van Oorlog be spreekt de argumenten, door den heer Ter Laan aangevoerd. Spr. ontkent niet, dat het aantal officieren van gezondheid incom pleet is, maar in verschillende garnizoenen is deze dienst opgedragen aan burger-ge- neesheeren. Voor de huisvesting van hét grootere leger is voldoende ruimte. De ver sterking van de compagnieën is van geen invloed op de encadreering. Op het kader is inderdaad wel het een en ander aan te merken maar daarmede heeft de uitbreiding van het kader niets te maken. En voor het vóóronderriolVt alleen is de wet niet ge maakt; op de algemeene verbreiding daar van bchoét- men dus niet te wachten. Even min moet men wachten tot de vele gebre ken in het leger verbeterd zijn; daarvoor kwam men met deze wet, om n.l. zoo spoe dig mogelijk tot verbetering te geraken. Wat de kosten betreft, dat is zeer zeket een gewichtig bezwaar, maar dat wijken moet voor de noodzakelijkheid om het leger te verbeteren. Spr. wijst er daarbij op, dat de oorlogsuitgaven in ons land in evenre digheid zijn met de overige uitgaven dea lands. De heer T h o ra s o n beantwoordt de op merking van den heer Schaper, die hein verkeerd begreep. De kwestie, wanneer* de wet ingevoerd moet worden, is zaak der Regeering. Van den Minister verwonderde spr. de finaneieele beschouwing, welke hier aller minst thuis hoorde. Deze wenscht spr. dus ter zijde te laten. De heer T e. r Laan repliceert. Daarna komt het amendement-Ter Laan in stem ming; het wordt met 6-1 tegen 10 stemmen verworpen. Vóór stemden de soc.-dein. en de heeren Teenstra, Roodhuyzen, De Klerk, Van Fo- reest en Fcrf. De volgende artikelen worden z. h. st. aan genomen; alsook de tabel, bij art. 2S bchoo- rend. De beraadslaging is hiermede ten einde; de eindstemming zal op een nader te be palen dag plaats hebben. Om kwart voor vieren wordt de vergade ring verdaagd tot Dinsdagochtend a.s. te elf-uren, wanneer aan de orde is liet voor- stel-TroeLstra c s., een kiesrecht-adres aan H. M. de Koningin. Al zoo lieeft gister na middag de Tweede Kamer de behandeling van de Militicwet ten einde gebracht, op den laateten in dit jaar beschikbaren dag en na vier weken zwaren arbeid. Het valt menigeen mee, dat dit resultaat is bereikt bij krappen tijd en woordenvloed van den heer Ter Laan. De behandeling kon niet zoodanig wor den gerekt, dat de invoering van de wet met 1 Maart* van het volgende jaar (fatale datum om haar voor 1913 effect te doen hebben) werd verijdeld. Als slot hield ó'e heer Ter Laan nog eens breede beschouwingen over de wet en haar kosten en lasten, ter toelichting van een araendement om de invoering drie jaar uit te stellen. Hij sprak, vólgens ooggetuigen, alsof het voor het eerst was, onder moei lijk bedwongen ongeduld der Kamer, min stens een halfuur „in (telegramstijl" zcoals hij zelf verklaarde. En dit was geen ironie. De heer Ter Laan moet in onbe twijfelbare oprechtheid verklaard hebben, dat hij zich gedurende het geil eel e: debat een groot e beperking heeft opgelegd, dat hij uit het te zijner bc-uc-hikking staande materiaal slechts „enkele grepen" heeft gedaan en dat hij in deze zelfbeperking uitnemend meent te zijn geslaagd- Het laatete amendement werd door minis ter Golijn, nog eens met weerlegging van al Ter Laans argumenten, punt voor punt in tien minuten bestreden Ter rechterzijde werd gejuicht. Minister Colijn, alsook de ministers Heemskerk en Wentliolt, werden met dit einde van vele zijden ;gplukge wenscht. Wat betreft minister Colijn: gebleken is, dat hij bestand is tegen een zware proef. Hij staat dan ook, volgens veler oordeel, na deze welcen, ineens geheel vooraan in hot ministerie.'Zijn goed humeur, heeft hem bovendien geen enkel oogcnblik verlaten. De Kamer heeft de behandeling van do Militie wet, waarmede 17 October begonnen werd, als gezegd, in vier v/exra afgedaan Er waren voor noodig 16 dagve :gadoringen en 6 avondvergaderingende algemeene beschouwingen namen 5 dag/er gul e ringen en 1$ avondvergadering in beslag. van ïn aansluiting op het reeds vermelde aangaande bet verhandelde in deze ziirtng (kunnen wijl nu nog mededeek-n, dat T-. en Ws. inzake het verzoek van het Zieken fonds hadden voorgesteld f 300 besch'kbaar te stellen tot dekking van het nadeehg saldo van het laatste boekjaar en vervol gens telkenmale een bedrag te bepalen tob tegemoetkoming in de eventueele nadeelige saldo's der komende jaren. De 'beer Van Zapten stelde vo r elk een subsidie te geven van f 3.Y) dil .s iete meer dan het nadeclig saldo vin elk i-inr, waardoor het Fonds dan in den loop der tijden de nadeelige saldo's der vorig.-» jCi-n kon aanzuiveren. Over dit voorstel staak ten de stemmen echter, zooals wij reeds hebben gemeld. De vierde kw&rtaalstaat van het kohier schoolgeld werd vastgesteld tot een bedrag van f 125.70. Voofilbs werden wijzigingen goedgevon den in de gemeentebegrooting en in de be grooting der gasfabriek, dienst 1911, tot bedragen van f 350 en f 335. Do rekening van het Burgerlijk Armbe stuur bedroeg in ontvangsten f1896.53 en in uitgaven f 546.45$, een saldo aldus van f 1350.07$. De heeren Lefeber, Pijnacker en Van Zanten werden aangewezen om deze rekening te oontroleeiren. Hierna deelde de Voorzitter mede, dat Ged. Staten aanmerking hadden gemaakt op de voorgestelde wijze van aflossing van de aanvullingsleening, groot f 7500, geslo ten bij de maatschappij „Tot Nut van 't Algemeen" te 's-Gravenhage. Betreffende deze leening was aanvankelijk besloten om haar af te lossen in tien jaren, te beginnen als dc eerste leening, groot 25,000 bij de zelfde Maatschappij /.al zijn afgelost. Thans stelden B. en Ws. voor om de aanvullings- leening op te lossen in vijftien jaren, te be ginnen in 1932, als de leening van 1898, thans nog bedragende f 10,000, geheel zal zijn afgelost. Aldus werd besloten. In verband met een door den heer Pb'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 9