XaESIDSOH üDAdBiLJLÜDg Saterdag* li H©ir©3£i?3©s\ Barst® Blad.
Aamo 1©
v- PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
ITalscae en warj liefde.
Uit d@ Rechtzaal.
Ho. 15838.
J De volgende driestar gaf „D e
Stan d a a t d"
Telkens hoort men van lieden, voor wie
het een uitkomst zou zijn, indien er een
in i d d e n p a r t ij optrad.
Men keu re dit niet uit de hoogte- af.
Immers, het feit ligt er nu eenmaal toe,
dat een niet zoo kleine groep niet princi
pieel aangelegd is, en het nooit wordt. Dat
ligt aan henzelf en aan den toestand.
Slechts een zeer enkele maal komt het in
de politiek tot een zuiver principieele be
slissing, en in verreweg de meeste gevallen
wordt, als het op het finaal besluit aan
komt, water in den wijn gedaan. Niet omdat
men hieraan voorkeur geeft, maar omdat
het niet anders kan.
Dit heeft ten gevolge, dat de principieel
aangelegd1© geesten keer op keer zich teleur
gesteld-zien en de leiding toch aan de goes-
ten van meer gemengde structuur moeten
overgeven.
En bij dezen eisch van den toestand komt
dan de persoonlijke aanleg. Slechte zeer en
kelen zijn in staat elk vraagstuk tot op den
bodem te peilen, de meesten moeten drij
ven op anderer oordeel. En daar nu bij elk
vraagstuk onvoorwaardelijk drie uitspra
ken tegenover elkander staan, twee van de
beide uiterste kanten, en een derde, die
tusscben deze beide instaat, laat het zich'
uiteraard wel begrijpen, dat, wie zelf geen
oordeel kan vellen, allicht geneigd is, om
bij voorkeur aan den middenman gelijk te
geven.
Slechts in één opzicht bestaat hierop een
zeer besliste uitzondering, en die uilzonde
ring komt. uit de religie op. Zelfs de een
voudigste .in den lande kan op het stuk der
religie een zeer vaste overtuiging bezitten,
en niet zelden staan zelfs de eenvoudigen
hierin'veel vaster da-n de boogere klasse in
de maatschappij. Dit nu breekt de kans van
elke middenpartij. Zulk een groep toch kan
wel de Cudtuur aanbidders tob zich trek
ken, maar deze zijn steeds dun gezaaid,
terwijl zij de religieus-gewortelden steeds
zal afstooten, en met hen de massa.
Want wel is heb waar, dat in de massa
ook een zeer sterk ongodsdienstig element
schuilt, maar dit element staat dan gemeen
lijk zoo fel en 'bitter tegen liet religieuze
element over, dab het reeds daarom ten
eenenmale ongeschikt, is, om zich in de ver
draagzame rol der middenmannen te schik
ken.
Dit nu maakt, dat er voor de middenpar
tij, althans ten onzent, niet anders overblij
ven den de lauwen op principieel gebied,
eenerzijds opkomend uit oud-liberale krin
gen, waar men persoonlijk nog aan religie
hecht-,maar zo in.de politiek, niet wil, en
anderzijds uit Christelijke kringen, voor
zoover er ook -in die kringen zijn, die het
religieuze kleed voor lief nemen, zonder
principieel te onderzoeken wat er onder zit.
Ook in vroegere perioden heeft men wel
gepoogd met zulk een vlag zonder kleur uit
te varen, maar steeds liep het op een droef
fiasco uit, meest zelfs zeer spoedig.
En ebt zal zoo blijven, zoolaDg in onzen
volkskring 't voo t of t e g e n de religie
den doorslag blijft geven. Eerst als dit er bij
ons uitging, zou ook in ons land een mid
denpartij bloeien kunnen.
Gcl::k het- nu s!aat, kan dit niet.
Zulk een Centrum ontsteelt ons nooit de
religieuze mannen van innige overtuiging,
en kan evenmin ooit de echte zonen van
liberalen huize met. een religieuze politiek
verzoenen.
Persoonlijk moge men elkaar nader ko
men, want persoonlijk heeft het laatste
genre iets ongemeen, aantrekkelijks, maar
in zaken ontbreekt tnsschen deze twee ele
menten, waeruit zulk een centrum zich vor
men moest, de lijm.
Over de positie der Katholie
ken werd in e t C e ut r u m" geschre
ven. Het artikel sluit aldus:
Onze voormannen, onze organisatie?., onze
vereenigingen, onze arbeid worden cok bij
andersdenkenden steeds meer bekend en,
4)
Eva keerde zich om. „Ben je van plan naar
hom toe te gaan?"
„Uat zal wel moeten; op een brief ant
woordt hjj toch met."
„Ga d«n aad. hik morgenoch'end."
„Dat gaat met, lieveling. Morgen, goede
genade, het ia immers al morgen. Nu dien ik
in de eers'e p'aats alle ach'erdocht te ver
mijden, daar zy op de Beurs razend alim zyn.
Zeg eens, Eva, helpt dat werkeiyk tegen
zenuwachtigheid, zulk een huidinspuiting? Ik
zou dat nu wel ncodig hebben 1"
Met een roerende beweging sloeg zy de
armen om den hals van haar man.
„OBkar, beloof me, dat je dat nooit zult
doen, nooit! Je weet niet hoe vreeselyk de
gevolgen zyn kunnen. Maar geloof me, hetis
verschrikkelijk l ikzelf zal me weer van die
gekke gewoonte kunnen losrukken, nuikten
minste een zorg met jou kan doelen. Indien
jy, die altyd met je zelf in het reine wilt zijn,
indien jy hiermee begon, zou dat vaat en
stellig je oniergang zyn."
En spoedig was nu ook hot laatste licht in
de villa der Helwigs uitgedraaid.
Mevrouw Henny Scholinus had ongewoon
weinig geslapen den nacht, die volgde op het
feest bij do HolwigB, want het verlies van
haar kostbaar sieraad scheen toch dieperen
i indruk op haar te hebben gemaakt, dan zy
zichzelf wel wilde bekennen.
„Ik had me zoo op het avondje bjj Hel wig
verheugd." klaagde zy den volgenden morg©n
aan liet ontbyt tegen haar man, die do cou-
voor zoover het anti-pap isme <1© geesten
niet gevangen houdt, ook meer gewaar
deerd.
Niemand kan er nog aan denken, de
katholieken over den Moerdijk te willen
dringen, of als een minderwaardig volks
deel te beschouwen.
Onze positie is daarvoor te stehk gewor
den.
De ommekeer, welke zich bij de overige
volksgroepen voltrok, heeft daartoe het
zijne bijgedragen.
Door de aftakeling van het liberalisme
e-n de toenemende macht der sociaal-demo
cratie kwam (kentering in menig oordeel en
wijziging in de verhoudingen.
Het liberalisme is gebleken, niet dc groo-
te zedelijke, staatlkundigo en maatschappe
lijke kracht te zijn, als waarvoor het in ve
ler oog doorging.
En staat wel één partij zoo stevig tegen
over het aanstormend socialisme als juist
de katholieke, met haar scherp omlijnde be
ginselen, liaar bloeiend vereeniglngsleven
en madntige discipline?
De vraag werd gesteldzij stemde tot na
denken.
En wanneer het aanzien der Nederland-
sche katholieken in den loop der laatste
jaren is verhoogd, dan was daarop onmis-
Ikenbaar ook van invloed de overweging,
dat zonder hen een element ontbreken zou
in ons volksbestaan, meor dan eenig ander
geroepen, om het gewenschte evenwicht te
bewaren.
In een kruiskopje Kwajongens-
w e r k zegt de ,,N ieuwe ilaa r-
lemsche Courant":
Voor de manier, waarop cle s o c i a 1 i s-
t is c h e f r a c t i e in deze dagen in de
Tweede Kamer optreedt, is geen au-
öer, zachter woord te bedenken dan dat,
v/at we hierboven schrev en
Het- gaat eenvoudig alle perken te buiten,
zooals deze deels vervelende, deels onbe
schofte personen met de belangen der na
tie en den kostbaren tijd van het parlement
omspringen.
Het is onzegbaar-schandelijk, zooals een
oud-schoolmeester als Ter Laan optreedt te
genover mannen> die in jaren, ondervinding
en wetenschap verre zijn meerderen zijn;
zooals een blufmaker als Duys zich gedraagt
tegenover mannen met een wereldnaam
van wetenschap, kennis- en hoogheid van
ziel als jhr. Lohman.
Vooral tegen den -heer Lohman gaan deze
lieden allerfelst te keer, en dat doen ze op
een manier, die in een vergadering van ba
liekluivers nog onuitstaanbaar zou wezen.
Het is nu duidelijk, dat, ondanks de ver
zekering van Troelstra., dat de socialisten
geen obstructie drijven, de behandeling der
Militiewet op de meest brutale wijze wordt
tegengewerkt. En daarenboven toonen de
roode kabaaimakers zulke grove manieren,
als in ons Nederlandscke parlement tot .dus
verre nooit zijn voorgekomen.
Het Ne de li 9,nd sche volk dat de waardig
heid van het Parlement hooghouden wil, en
dat van de Kamer ernstig werk" wil zien,
moet nu toch dit kwajongenswerk van
Days, Ter Laan, Schaper c.s. met ver
geten
Het zal toch, hopen wij, zijn baste zonen
niet d"Or individuen als deze lui willen zien
uitgescholden en getreiterd, zijn belangen
niet willen .verschopt zien door janhagel als
het stelletje kabaalmakcrs, dat nu het ern
stig, waarachtig volksbelang door allerlei
grollen in de goot probeert te schoppen.
Bij 'elke Kamerverkiezing moet. dit nu op
den voorgrond worden gesteld: of het lava-
jongenswerk in ons wetgevende lichaam
maar verder moet worden geduldLaat
men zich die vraag stééds weer stellen,
geen man van eer en ernst, die b;j dit alles
koud blijft.
Onder het hoofd Geld kloppen uit
andermans ellen d' e zegt ,,H e t
Volk".
Hoe waar het is, dat tal van lieden -uit
de duurte, dio op dengeen, die geen waren
te veiikoopen heeft, dat is o.a. de geheele
arbeidersklasse, zoo verschrikkelijk zwaar
rant zat in te kyken, „en nu moest deze
vei velende geschiedenis er tusschen komen!
Die speld was je laatste St Nicoiaascadeau.
Oti o, en ik heb een voorgevoel, dat hy nooit
weer te voorrchyu zal komen."
„Heb je reeds een b oodschap naar Hel wig
gestuurd?"
„Na'uuriyk, reads een halfuur 'ge'éien
mtar och, het zal Loch niets helpen Indien
iemand ze vindt, nu ja, zouden er nog wel
etiiyke vinders zyn?"
Scholinus legde de courant neer „Juweelen
kunnen iemand al evenzeer bypnotiseeren als
geld, dat weet ik maar al te goed uit myn
beroepsleven."
Hy keek op zyn horloge; zyn spreekuur
begon om negen uur en de conscientieuo arts
deed zyn patiënten geen minuut te kort.
Dezen morgen was het niet druktoen
Scholinus de wachtkamer doorliep, om zyn
spreekkamer te beryken, was er nog geen
patient aanwezig.
Nauweiyks had hy voor zyn schryflafel plaats
genomen, toen er werd gebeld, en de bediende 'n
oogenblik later een gesluierde dame binnenliet.
Het was Eva. Scholinus herkend© kaar on*
middeliyk aan haar slanke gestalte, maar hevig
schrok by terug, toen Era zich van den sluier
had ontdaan, daar dit doodsbleeke gelaat
slechts zeer weinig herinnerde aan de blozen
de, opgewekte vrouw, naast wie hy den vorigen
avond aan tafel had gezeten.
„Kan iemand ons hier booren, dokter?"
vroog Eva haastig zonder te groeten. „Kun
nen wy hier door niemand worden gestoord?"
„Door niemand, mevrouw. U bevindt u hier
by den dokter; maar tot uw geruststelling
wil ik ook die gordynen nog wol dichtschui
ven. Gaat u zitten- '4 êfijjUift."
Era liot zich In een etoel neervallen, wachtte
drukt-, voordeel slaan, blijkt uit een inge
zonden stuk in ,,D e Standaard":
Daar schrijft „Een Hillegomsche huis
moeder" o. a. het volgende
„Gaarne wil ik u aantoonen, dat dit ge
roep den toestand niet beter maakt, de
„dure tijden" zoo duur niet behoeven te
zijn, en u aantoonen, dat groothandelaren
en menscKen, die de markt dwingen kun
nen, schromelijk misbruik van den toestand
maken.
Men vraagt allerwegen om loonsverhoo-
ging van 50 ets. of f 1 voor gemeentewerk
lieden of arbeiders, die in maatschappe
lijke inrichtingen werkzaam zijn. Gaarne
gun ik zulken lieden deze kleine verhoo
ging, omdat er winters in elk gezin,
maar ook in dat van den arbeider of
kleinen burger, veel noodig is, wat men
's zomers ontberen kan.
Jammer is het echter, dat dit geld niet
hun ten goede komt, maar in den zak te
recht komt van hem, die het niet noodig
heeft en zich tén koste van den arme en
minder bedeelde tracht te verrijken.
Iémand, die meer dan 30 jaren aardop-
pelen verbouwt, verzekerde mij, „dat hij
in geen jaren zoo'n best aardappeljaar ge
kend heeft. Kleine aardappelen zijn er
bijna niet, alle aardappelen zijn bijna even
groot en goed."
Hedenochtend zei een groententeler en
handelaar: „De groente is dezen winter
wel wat schaaieeher en iets duurder, maar
zóó erg io liet nu niet, als men er over
roept." Nu hoor ik, dat men in Amsterdam
18 ets. voor een roede kool of een savoye-
kool durft' vragen en voor één st-ruik an
dijvie 6 of 7 centen. De tarwe-oogst is dit
jaar ook bijzonder meegevallen.
Een eigenaar van een gfoote rijst-pel-fa-
briek in de Zaanstreek liet zich het» volgen
de ontvallen: „Alles moet nu duur zijn! Ik
heb mijn rijst 1 cent per pond opgesla
gen; dit geeft mij een voordeeltje van
f6000 per week."
In de Haarlemmermeer heeft iemand
bijna, alle uien uit den omtrek opgekocht en
doet ze nu duur van de hand, wat hem in
een oogenblik een voordeeltje van eem'ge
duizenden bezorgt.
Een andere geldmankoopt een onmoge
lijke n voorraad aardappelen op en doet ze
nu zeer duur van de band,- terwijl do aard
appel goedkooper kan rijn dan andere
jaren.
Dit nu noem ik woekerwinst, een schan
delijk benadeelen van den minderen min.'
Waar is het, dat er op dit oogenblik,
zegt „Het Volk", met de levensmidde
len schromelijk gewoekerd wordt. Wij go
looven dan ook niet, dat de handelaar, hij
rij groot- of kleinhandelaar, bij deze duur
te eenige schade heeft, de meesten hebben
zelfs voordeel. Maar als deze inzendster
zegt:-die f0.50 of f 1, die men aan werk
lieden als toeslag geeft, komen tod; niet
in hun! zak terecht, geeft dat een verkeer
den indruk. Want als zij die f0.50 of f l
niet krijgen, betalen ze voor hun benoodigl-
heden ^een cent minder en van hun inico-
men komt toch. het groot© r deel in de kas
van de verltoopers terecht.
Wat geeft het hun waar dat geld blijft,
zij zijn het kwijt. En een toeslag 's voor
hen de eenig mogelijke hulp.
Maar welk een toestand in onze fraaie
maatschappij dat juist de ellende van de
massa het middel tot verrijking van enge
len is
Onbevoegd les geven.
In hooger beroep diende gisteren voor de
Amsterdamsche re-chtbank de zaak van den
heer A. H. van der Belt, leera-ar aan de
R. K. H. B. S. te Amsterdam, die, of
schoon enkel in het bezit van akte als
hoofdonderwijzer, aan de inrichting ook on
derwijs gaf in de geschiedenis, zij het ook
dat hem bij Kon. Besluit bevoegdheid was
verleend onderwijs in de aardrijkskunde en
gesdtiedenis te geven. De voorzitter van de
Commissie van Toezicht op het M. O. had
deze zaak voor het Kantongereoht aankan-
totdat de d kter ook was gezeten, haalde
nu uit ha<r handtaschje eon in papier gewik
keld voorwerpje, dat zy op de schryftafel
legde.
„Hier, dokter, is de diamanten speld van
uw vrouw lerug."
Scholinus toonde zich een weinig verbaasd,
terwyl hy zyn onderzoekende blikken op Eva
liet rusten. „Wat ontzettend vriendeiyk
msvrouw, dat u zelf de moeite hebt geno
men dat ding terug te brengen. Wy hebben
natuuiiyk gisteravond het verlies reeds ge
merkt en hebben vanmorgen cadelyk den
knecht naar u gezonden, die uw huis zal
hebben bereikt, toen u juist was verdwenen."
„Waarschyniyk wel; ik ben meteenrytuig
hier gekomen."
„NatuurJyk, mevrouw, by zulk stormachtig
weer."
Er ontstond een kleine pauze Daarop hor-
nam Eva: „Vindt u niets opvallende by deze
zaak, dokter?"
„Ik zou zeggen, dat u deze gelukkige
vondst wel onmiddeljyk aan Henny persoon-
lyk had kunnen afgeven, in plaats van in
de spreekkamer, maar misschien hadt u meteon
het plan den dokter eens to spreken."
„Hoe weet u dat?"
„Met allerlei aanwüzingon, mevrouw. Als
wy, doctoren, in gezelschap zyn, dan willen
we natuurlijk evenmin als anderen ons be
roep ook daar nog uitoefenen, maar we kunnen
toch onmogeiyk het scherpziend oog thuis
laten. Dat u gebukt gaat onder iets, dat heb
ik reeds giateren wel kunnen bemerken."
„Dan zal u me ook wel kunnen zeggen,
waaraan ik lyd."
Scholinus glimlachte. „Misschien zou ik dat
kunnen, mevrouw, en daarmee zou ik stellig
uw verbazing opwekken. Ik zou echter liever
gig gemaakt, omdat hij van oordeel was, dat
de Kroon niet Let recht had aan onbevoeg
den dergelijke bevoegdheid te verleenen.
Overeenkomstig den cisch van het O. M.
had de kantonrechter bdklaagde vrijgespro
ken.
Het O. M. bij de Amsterdamsoiie recht
bank vroeg: vernietiging van Let vrijspre
kend vonnis van den kantonrechter en ont
slag van rechtsvervolging omdat het ten
laste gelegde wel bewezen, doch niet straf
baar ia.
Een kiezentrekker.
Voor da 5de Kamer der rechtbank to Am
sterdam zyn giateren in hooger beroep doorliet
O.M. tegen een tandtechnicus gcëisckt t wee geld
boeten ƒ150, subs. 50 dagen hechtenis voor
elke boete, wegens het onbevoegd uitoefenen
der tandheelkunde, tweemaal gepleegd, door
een dienstmeisje twee kieien te trekken legen
betaling van f 3.
De kantonrechter had bekl. veroordeeld lot
twee boeten k f 100, sub3. 60 dagen hech
tenis voor elke boolo.
Verduistering.
De 4de Kamer der rechtbank te Amster
dam heeft gisteren veroordeeld tot een
jaar en 2 maanden geyangeniustraf (ge-
eisoht was 2 jaar) den handelsreiziger G.
E. H., wagens verduistering van een aantal
struis- en phantasieveeren tot een bedrag
van f 20 en van een a-antal opgezette vogels,
die hem als monster waren toevertrouwd.
Struikraof.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft gis
teren onder vernietiging van het vonnis
der Rechtbank om redenen van vorm, doch
overeenkomstig de opgelegde straf den
35-jarigen straatmakcr J. Hofman ,©en re
cidivist, bovendien van tal van misdaden
verdacht, veroordeeld tot 6 jaar gevangenis
straf wegens diefstal voorafgegaan door
geweldpleging.
Uit de vorige behandeling zij herinnerd
dat hij op 13 Juni jl. een 2l-jarigc dame,
die hem den weg had gevraagd, gelokt had
in een laantje aan de grens van Huizen
en Bussum, haar van biaar fiets gesmeten,
bij de keel gegrepen en een vuistslag op
den mond gegeven, waarna hij zioh haar
taschje met f 12 toeeigende. De advccaat-
generaal had 8 jaar gevangenisstraf tegen
hem geeischt.
Het arrest van het Hof kwam tot een
qualifier tie geheel tegenovergesteld aan die
van de Rechtbank. Lieze liad bekl. veroor
deeld wegen» afpersing, doch vrijgesproken
van den diefstal vóórafgegaan door geweld
pleging. Op grond nu van 's Hofs arrest
requireerde de advocaat-generaal bekl'a
onmiddellijke gev angenneming wegens ge
vaar van ontvluchting.
Het Hof begaf zioh voor geruimen tijd in
Raadkamer en deelde daarna als zijn be
slissing mede, dat het zich onbevoegd acht
te op het requisitoir in te gaan, uit over
weging dat uit art. 220 Wetb. van Straf-
vord. vanzelf de preventieve heohtcnis
voortvloeit en van kracht blijft. Mitsdien
werd den bekl. op de gebruikelijke wijze
drie dagen tijd gelaten om desverlangd in
caEaatie te gaan.
Doodslag.
Voor het gerechtshof te Arnhem heeft
Donderdag in hooger beroep terechtgestaan
de arbeider T. van H„ te Tiël, door de
'rechtbank aldaar veroordeeld tot 6 jaar ge
vangenisstraf, wegens poging t-ot doodslag,
gepleegd op den agent van politie Van
Beek te Tiel.
Bij een vorige zitting was bekl. bij geslo
ten deuren gehoord. Naar aanleiding daar
van, werd thans een nieuwe getuige ge
hoord. De bekl. wilde ook dezen getuige
met gesloten deuren doen hooren, op welk
verzoek het Kof evenwel niet inging. Get.
vertelde toen dat er een meisje in het spel
was en dat bekl. mot een dollen kop den
aanslag pleegde.
De bekl. verklaarde dat hij niet de bedoc-
uw vertrouwen willen winnen; vertelt u me
dus maar eerst alles."
„Goed. Allereerst dan over dit sieraad. U
vei onderstelt waarschyniyk, dat ik het heb
gevonden
„Misschien ook iemand anders; dat doet
weinig ter zake."
„Neon, dat toch is niet juist. Ikzelf heb het
in elk geval gevonden, of neen, gevonden is
dat eigeniyk niet. Het zat gisteravond in myn
japonzak, in den zak."
Eva had dit aarzelend, met zachte stem,
gezegd; waarna zy nu plotseling de handen
Yoor haar gelaat sloeg.
Ook Scholmua voelde een yskoude rilling
langs zyn ïug giyden; maar de gewoonte zich
te beheerschen verliet hem ook ditmaal niet
en met kalme, rüstige stem antwoordde hy
„Dat ia een zser vreemd geval, mevrouw,
en ik kan me best voorstellen, welk gevoel
u naar den dokter heeft gedreven. Mag ik u
een3 vragen: Is een flauwe grap van een
derden persoon hier uitgoaloten?"
„Geheel onmogeiyk, dokter."
„Goed. Het is altyd goed eerst allerlei mo
gelijkheden uit te sluiten.
Nu een tweede vraag: Waarom draagt u
in den laatsten tyd, zolfs by gelegenheden als
gisteren by voorbeeld, 6teeds lange mouwen?
Ik bedoel waarom u zoo angstig uw boven
arm bedekt houdt?"
„Dus toch!" zuchtte zy, terwyl zy huiverde.
Wy kennen dit euvel der moderne mensch-
keid immers maar al to goed," vervolgd© de
dokter medejydend; „wy weten hoezeer het
vooral onder de lioogere etanden verbreid la.
En men kan het oog van een ervaren
dokter niet meer op een dwaalspoor brengen,
ook niet door het dragen vaa lange mouwen.
Maar, mevrouw Heiwig, hoe is het mogeiyk,
ling heeft gehad den agent te raken. Hij
wilde op iemand schieten, zonder dat het
hem kon schelen.
Toen liij toevallig Van Beek ontmoette
schoot hij op dezen. De procureur-generaal
was van oordeel, dat de eerste bckentenif
van bekl. gehandhaafd moet worden, daar
bekl. deze niet op aannemelijke gronden
heeft herroepen. Spr. requireerde veroor-
deeling tot 10 jaar gevangenisstraf. De ver
dediger mr. Van Schaik pleitte clementie.
Een ontrouwe penning
meester.
Het O. M. bij de rechtbank te Groningen
eischte tegen M. D. L., vroeger penning
meester der afd. Groningen van den Bond
van Kledingindustrie wegens verduiste
ring van f 384 \an gelden door de afdee*
ling gezet op de Nutsspaarbank, 4 maan
den gevangenisstraf.
Prfict. Apotlickeis-exiimeu.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt in de „Stcb." ter algemeen© kennis,
dat in de maanden November en December
te Leiden, te Utrecht, te Groningen en te
Amsterdam gelegenheid zal worden gege
ven tot het afleggen van de practische
examens van'apotheker.
Die examens zullen aanvangen te Leiden
op 11 December, te Utrecht cp 4 December,
te Groningen op 18 December en te Am
sterdam bp 23 dezer.
Zij, dio tot die examens wenschen te wor
den toegelaten, moeten daarvan vóór 20 de
zer schriftelijk opgave doen bij den voorzit
ter dér examencommissie, en wel voor Lei
den bij den hoogleeraar clr. L. van Itallie,
aldaar; voor Utrecht bij den hoogleeraar
dr. N. Schoor], aldaar; voer Groningen bij
den hoogleeraar dr. C. van Wisselingh, al
daar, en voor Amsterdam bij den buitenge
woon hoogleeraar dr. G. Hondius Boldingh,
aldaar.
Voor bijzonderheden zie men de „Stct."
No. 264.
Pen «3roef sprookje.
„Er was ejreis een jonge aartshertog en
een 'heel mooie prinses. Het was zoo'n mooi
paar dat men hun een rijk wilde schenken
aan die geheimzinnige kusten van Amerika,
die lang geleden de goudveroveraars lokten,
als een vlucht valken. Helaasde keizerlijke
idylle eindigde in bloed en hoe oud het dra
ma, van Queretaro ook zij, er is niemcud
die zonder ontroering derlct aan het vreese-
lijke lot van de bekoorlijke keizerin Char
lotte, die plotseling krankzinnig werd toen
zij hoorde, dat de Mexicanen keizer Maxï-
miliaan, haar beminden echtgenoot liackfen
ge vangengenomen.
Het gebeurde in 1867. Sedert leidde kei
zerin Charlotte, beroofd van haar verrcand,
een vorstelijk en onbewust bestaan in haar
kasteel te Bouchout, en men 1 e wijst aan
het arme verloren wezen, thans een oude
vrouw van 72 jaar, (keizerlijke eer.
Keizerin Charlotte is krankzinnig, en
todh weet zij nog niet, dat Maximiliaan
werd veroordeeld en doodgeschoten. En
men zou voor haar heur krankzinnigheid ze
genen.
Maar, wat tragischer is schrijft .,La
Gazette de Hollande", aan wie het boven
staande is ontleend „Sedert eenig^n tijd
schijnt de ingesluimerde geest van de onge
lukkige prinses, bij het einde van haar le
ven, te ontwaken. Zij spreekt den naam
Maximiliaan uit en haar angstige blik on
dervraagt. de gezichten om 'tiaar heen, die
zioh afwenden. Haar geest schijnt te zijn
herboren, alsof het afschuwelijke noodlot
'biaar n«og een uiterst zielsverdriet wilde op
leggen. dat haar tot nu toe was bespaard.
En de vertrouwden van de ongchilkkigo
prinses maken zich ongerust en wenschen
dat de Voorzienigheid dit lichaam, dat eens
zo/ schoon wa-s en nu zonder ziel rond
waarde, wegnemei voor tiaar die ontzetten
de gave wordt teruggeschonken, welke haar
zou dooden: het bewustzijn
dat een jonge vrouw als u zich aan de
morphinezucht kan overgeven, die toch meestal
het gevolg is van een groot zieloleed of
van licbamoiyke pyn? U verheugt zich toch
in een bloeiende gezon beid en voor zoover
ik beoordeelen kan
„Ook in een ongestoord geluk!" vulde
Eva bitter aan, toen de dokter midden in
den zin afbrak. „Beste dokier, laten we deze
kwestie laten lusten en ons alleen by de
feiten bepalen. Het is waar, dat ik sod rfc
eenigen iyd morphino gebruik, om myn
zenuwen te kalmeeren; maar hoewel ik van
de schadelUke gevolgen van dit vergif dikwyis
had gehoord, ik had toch nooit kunnen
denken, dat het verstand, de wil, het geheugen
zoo vreeselyk daaronder zouden lydenl
Scholinus liet zich verder in zyn stoel
achterover vallen, terwyl hy vioeg:
„Vertel u alles maar een3, mevrouw Holwig,
van het begin af, hoe het is gekomen."
„Indien ik u van het begin af zou vei tellen,
dokter, diende ik te beginnen met een tyd,
dien ik me niet goed meer herinner," zuchtte
Eva. „Men heeft me eons onvoorzichtig, maar
zonder kwade bedoeling, medegedeeld, dat
myn verzorgster, wegens diefachtige neigingen,
haar beroep heeft moeten neerleggon. De
gedachte van haar die neigingen misschen te
hebben overgeërfd, heeft me altyd zeor
gekweld. Ik werd op de meest voorzichtige
manier opgevoed; men leerde my het goede
liefhebben en het slechte verachten, maar
telkens weer overviel my hot idee of dat
geen verntslaagj© zou worden, dat by de
eerste de beste gelegenheid zou afvallen.
(Wordt vervolgd.)