XaESIDSOH üDAdBiLJLÜDg Saterdag* li H©ir©3£i?3©s\ Barst® Blad. Aamo 1© v- PERSOVERZICHT. FEUILLETON. ITalscae en warj liefde. Uit d@ Rechtzaal. Ho. 15838. J De volgende driestar gaf „D e Stan d a a t d" Telkens hoort men van lieden, voor wie het een uitkomst zou zijn, indien er een in i d d e n p a r t ij optrad. Men keu re dit niet uit de hoogte- af. Immers, het feit ligt er nu eenmaal toe, dat een niet zoo kleine groep niet princi pieel aangelegd is, en het nooit wordt. Dat ligt aan henzelf en aan den toestand. Slechts een zeer enkele maal komt het in de politiek tot een zuiver principieele be slissing, en in verreweg de meeste gevallen wordt, als het op het finaal besluit aan komt, water in den wijn gedaan. Niet omdat men hieraan voorkeur geeft, maar omdat het niet anders kan. Dit heeft ten gevolge, dat de principieel aangelegd1© geesten keer op keer zich teleur gesteld-zien en de leiding toch aan de goes- ten van meer gemengde structuur moeten overgeven. En bij dezen eisch van den toestand komt dan de persoonlijke aanleg. Slechte zeer en kelen zijn in staat elk vraagstuk tot op den bodem te peilen, de meesten moeten drij ven op anderer oordeel. En daar nu bij elk vraagstuk onvoorwaardelijk drie uitspra ken tegenover elkander staan, twee van de beide uiterste kanten, en een derde, die tusscben deze beide instaat, laat het zich' uiteraard wel begrijpen, dat, wie zelf geen oordeel kan vellen, allicht geneigd is, om bij voorkeur aan den middenman gelijk te geven. Slechts in één opzicht bestaat hierop een zeer besliste uitzondering, en die uilzonde ring komt. uit de religie op. Zelfs de een voudigste .in den lande kan op het stuk der religie een zeer vaste overtuiging bezitten, en niet zelden staan zelfs de eenvoudigen hierin'veel vaster da-n de boogere klasse in de maatschappij. Dit nu breekt de kans van elke middenpartij. Zulk een groep toch kan wel de Cudtuur aanbidders tob zich trek ken, maar deze zijn steeds dun gezaaid, terwijl zij de religieus-gewortelden steeds zal afstooten, en met hen de massa. Want wel is heb waar, dat in de massa ook een zeer sterk ongodsdienstig element schuilt, maar dit element staat dan gemeen lijk zoo fel en 'bitter tegen liet religieuze element over, dab het reeds daarom ten eenenmale ongeschikt, is, om zich in de ver draagzame rol der middenmannen te schik ken. Dit nu maakt, dat er voor de middenpar tij, althans ten onzent, niet anders overblij ven den de lauwen op principieel gebied, eenerzijds opkomend uit oud-liberale krin gen, waar men persoonlijk nog aan religie hecht-,maar zo in.de politiek, niet wil, en anderzijds uit Christelijke kringen, voor zoover er ook -in die kringen zijn, die het religieuze kleed voor lief nemen, zonder principieel te onderzoeken wat er onder zit. Ook in vroegere perioden heeft men wel gepoogd met zulk een vlag zonder kleur uit te varen, maar steeds liep het op een droef fiasco uit, meest zelfs zeer spoedig. En ebt zal zoo blijven, zoolaDg in onzen volkskring 't voo t of t e g e n de religie den doorslag blijft geven. Eerst als dit er bij ons uitging, zou ook in ons land een mid denpartij bloeien kunnen. Gcl::k het- nu s!aat, kan dit niet. Zulk een Centrum ontsteelt ons nooit de religieuze mannen van innige overtuiging, en kan evenmin ooit de echte zonen van liberalen huize met. een religieuze politiek verzoenen. Persoonlijk moge men elkaar nader ko men, want persoonlijk heeft het laatste genre iets ongemeen, aantrekkelijks, maar in zaken ontbreekt tnsschen deze twee ele menten, waeruit zulk een centrum zich vor men moest, de lijm. Over de positie der Katholie ken werd in e t C e ut r u m" geschre ven. Het artikel sluit aldus: Onze voormannen, onze organisatie?., onze vereenigingen, onze arbeid worden cok bij andersdenkenden steeds meer bekend en, 4) Eva keerde zich om. „Ben je van plan naar hom toe te gaan?" „Uat zal wel moeten; op een brief ant woordt hjj toch met." „Ga d«n aad. hik morgenoch'end." „Dat gaat met, lieveling. Morgen, goede genade, het ia immers al morgen. Nu dien ik in de eers'e p'aats alle ach'erdocht te ver mijden, daar zy op de Beurs razend alim zyn. Zeg eens, Eva, helpt dat werkeiyk tegen zenuwachtigheid, zulk een huidinspuiting? Ik zou dat nu wel ncodig hebben 1" Met een roerende beweging sloeg zy de armen om den hals van haar man. „OBkar, beloof me, dat je dat nooit zult doen, nooit! Je weet niet hoe vreeselyk de gevolgen zyn kunnen. Maar geloof me, hetis verschrikkelijk l ikzelf zal me weer van die gekke gewoonte kunnen losrukken, nuikten minste een zorg met jou kan doelen. Indien jy, die altyd met je zelf in het reine wilt zijn, indien jy hiermee begon, zou dat vaat en stellig je oniergang zyn." En spoedig was nu ook hot laatste licht in de villa der Helwigs uitgedraaid. Mevrouw Henny Scholinus had ongewoon weinig geslapen den nacht, die volgde op het feest bij do HolwigB, want het verlies van haar kostbaar sieraad scheen toch dieperen i indruk op haar te hebben gemaakt, dan zy zichzelf wel wilde bekennen. „Ik had me zoo op het avondje bjj Hel wig verheugd." klaagde zy den volgenden morg©n aan liet ontbyt tegen haar man, die do cou- voor zoover het anti-pap isme <1© geesten niet gevangen houdt, ook meer gewaar deerd. Niemand kan er nog aan denken, de katholieken over den Moerdijk te willen dringen, of als een minderwaardig volks deel te beschouwen. Onze positie is daarvoor te stehk gewor den. De ommekeer, welke zich bij de overige volksgroepen voltrok, heeft daartoe het zijne bijgedragen. Door de aftakeling van het liberalisme e-n de toenemende macht der sociaal-demo cratie kwam (kentering in menig oordeel en wijziging in de verhoudingen. Het liberalisme is gebleken, niet dc groo- te zedelijke, staatlkundigo en maatschappe lijke kracht te zijn, als waarvoor het in ve ler oog doorging. En staat wel één partij zoo stevig tegen over het aanstormend socialisme als juist de katholieke, met haar scherp omlijnde be ginselen, liaar bloeiend vereeniglngsleven en madntige discipline? De vraag werd gesteldzij stemde tot na denken. En wanneer het aanzien der Nederland- sche katholieken in den loop der laatste jaren is verhoogd, dan was daarop onmis- Ikenbaar ook van invloed de overweging, dat zonder hen een element ontbreken zou in ons volksbestaan, meor dan eenig ander geroepen, om het gewenschte evenwicht te bewaren. In een kruiskopje Kwajongens- w e r k zegt de ,,N ieuwe ilaa r- lemsche Courant": Voor de manier, waarop cle s o c i a 1 i s- t is c h e f r a c t i e in deze dagen in de Tweede Kamer optreedt, is geen au- öer, zachter woord te bedenken dan dat, v/at we hierboven schrev en Het- gaat eenvoudig alle perken te buiten, zooals deze deels vervelende, deels onbe schofte personen met de belangen der na tie en den kostbaren tijd van het parlement omspringen. Het is onzegbaar-schandelijk, zooals een oud-schoolmeester als Ter Laan optreedt te genover mannen> die in jaren, ondervinding en wetenschap verre zijn meerderen zijn; zooals een blufmaker als Duys zich gedraagt tegenover mannen met een wereldnaam van wetenschap, kennis- en hoogheid van ziel als jhr. Lohman. Vooral tegen den -heer Lohman gaan deze lieden allerfelst te keer, en dat doen ze op een manier, die in een vergadering van ba liekluivers nog onuitstaanbaar zou wezen. Het is nu duidelijk, dat, ondanks de ver zekering van Troelstra., dat de socialisten geen obstructie drijven, de behandeling der Militiewet op de meest brutale wijze wordt tegengewerkt. En daarenboven toonen de roode kabaaimakers zulke grove manieren, als in ons Nederlandscke parlement tot .dus verre nooit zijn voorgekomen. Het Ne de li 9,nd sche volk dat de waardig heid van het Parlement hooghouden wil, en dat van de Kamer ernstig werk" wil zien, moet nu toch dit kwajongenswerk van Days, Ter Laan, Schaper c.s. met ver geten Het zal toch, hopen wij, zijn baste zonen niet d"Or individuen als deze lui willen zien uitgescholden en getreiterd, zijn belangen niet willen .verschopt zien door janhagel als het stelletje kabaalmakcrs, dat nu het ern stig, waarachtig volksbelang door allerlei grollen in de goot probeert te schoppen. Bij 'elke Kamerverkiezing moet. dit nu op den voorgrond worden gesteld: of het lava- jongenswerk in ons wetgevende lichaam maar verder moet worden geduldLaat men zich die vraag stééds weer stellen, geen man van eer en ernst, die b;j dit alles koud blijft. Onder het hoofd Geld kloppen uit andermans ellen d' e zegt ,,H e t Volk". Hoe waar het is, dat tal van lieden -uit de duurte, dio op dengeen, die geen waren te veiikoopen heeft, dat is o.a. de geheele arbeidersklasse, zoo verschrikkelijk zwaar rant zat in te kyken, „en nu moest deze vei velende geschiedenis er tusschen komen! Die speld was je laatste St Nicoiaascadeau. Oti o, en ik heb een voorgevoel, dat hy nooit weer te voorrchyu zal komen." „Heb je reeds een b oodschap naar Hel wig gestuurd?" „Na'uuriyk, reads een halfuur 'ge'éien mtar och, het zal Loch niets helpen Indien iemand ze vindt, nu ja, zouden er nog wel etiiyke vinders zyn?" Scholinus legde de courant neer „Juweelen kunnen iemand al evenzeer bypnotiseeren als geld, dat weet ik maar al te goed uit myn beroepsleven." Hy keek op zyn horloge; zyn spreekuur begon om negen uur en de conscientieuo arts deed zyn patiënten geen minuut te kort. Dezen morgen was het niet druktoen Scholinus de wachtkamer doorliep, om zyn spreekkamer te beryken, was er nog geen patient aanwezig. Nauweiyks had hy voor zyn schryflafel plaats genomen, toen er werd gebeld, en de bediende 'n oogenblik later een gesluierde dame binnenliet. Het was Eva. Scholinus herkend© kaar on* middeliyk aan haar slanke gestalte, maar hevig schrok by terug, toen Era zich van den sluier had ontdaan, daar dit doodsbleeke gelaat slechts zeer weinig herinnerde aan de blozen de, opgewekte vrouw, naast wie hy den vorigen avond aan tafel had gezeten. „Kan iemand ons hier booren, dokter?" vroog Eva haastig zonder te groeten. „Kun nen wy hier door niemand worden gestoord?" „Door niemand, mevrouw. U bevindt u hier by den dokter; maar tot uw geruststelling wil ik ook die gordynen nog wol dichtschui ven. Gaat u zitten- '4 êfijjUift." Era liot zich In een etoel neervallen, wachtte drukt-, voordeel slaan, blijkt uit een inge zonden stuk in ,,D e Standaard": Daar schrijft „Een Hillegomsche huis moeder" o. a. het volgende „Gaarne wil ik u aantoonen, dat dit ge roep den toestand niet beter maakt, de „dure tijden" zoo duur niet behoeven te zijn, en u aantoonen, dat groothandelaren en menscKen, die de markt dwingen kun nen, schromelijk misbruik van den toestand maken. Men vraagt allerwegen om loonsverhoo- ging van 50 ets. of f 1 voor gemeentewerk lieden of arbeiders, die in maatschappe lijke inrichtingen werkzaam zijn. Gaarne gun ik zulken lieden deze kleine verhoo ging, omdat er winters in elk gezin, maar ook in dat van den arbeider of kleinen burger, veel noodig is, wat men 's zomers ontberen kan. Jammer is het echter, dat dit geld niet hun ten goede komt, maar in den zak te recht komt van hem, die het niet noodig heeft en zich tén koste van den arme en minder bedeelde tracht te verrijken. Iémand, die meer dan 30 jaren aardop- pelen verbouwt, verzekerde mij, „dat hij in geen jaren zoo'n best aardappeljaar ge kend heeft. Kleine aardappelen zijn er bijna niet, alle aardappelen zijn bijna even groot en goed." Hedenochtend zei een groententeler en handelaar: „De groente is dezen winter wel wat schaaieeher en iets duurder, maar zóó erg io liet nu niet, als men er over roept." Nu hoor ik, dat men in Amsterdam 18 ets. voor een roede kool of een savoye- kool durft' vragen en voor één st-ruik an dijvie 6 of 7 centen. De tarwe-oogst is dit jaar ook bijzonder meegevallen. Een eigenaar van een gfoote rijst-pel-fa- briek in de Zaanstreek liet zich het» volgen de ontvallen: „Alles moet nu duur zijn! Ik heb mijn rijst 1 cent per pond opgesla gen; dit geeft mij een voordeeltje van f6000 per week." In de Haarlemmermeer heeft iemand bijna, alle uien uit den omtrek opgekocht en doet ze nu duur van de hand, wat hem in een oogenblik een voordeeltje van eem'ge duizenden bezorgt. Een andere geldmankoopt een onmoge lijke n voorraad aardappelen op en doet ze nu zeer duur van de band,- terwijl do aard appel goedkooper kan rijn dan andere jaren. Dit nu noem ik woekerwinst, een schan delijk benadeelen van den minderen min.' Waar is het, dat er op dit oogenblik, zegt „Het Volk", met de levensmidde len schromelijk gewoekerd wordt. Wij go looven dan ook niet, dat de handelaar, hij rij groot- of kleinhandelaar, bij deze duur te eenige schade heeft, de meesten hebben zelfs voordeel. Maar als deze inzendster zegt:-die f0.50 of f 1, die men aan werk lieden als toeslag geeft, komen tod; niet in hun! zak terecht, geeft dat een verkeer den indruk. Want als zij die f0.50 of f l niet krijgen, betalen ze voor hun benoodigl- heden ^een cent minder en van hun inico- men komt toch. het groot© r deel in de kas van de verltoopers terecht. Wat geeft het hun waar dat geld blijft, zij zijn het kwijt. En een toeslag 's voor hen de eenig mogelijke hulp. Maar welk een toestand in onze fraaie maatschappij dat juist de ellende van de massa het middel tot verrijking van enge len is Onbevoegd les geven. In hooger beroep diende gisteren voor de Amsterdamsche re-chtbank de zaak van den heer A. H. van der Belt, leera-ar aan de R. K. H. B. S. te Amsterdam, die, of schoon enkel in het bezit van akte als hoofdonderwijzer, aan de inrichting ook on derwijs gaf in de geschiedenis, zij het ook dat hem bij Kon. Besluit bevoegdheid was verleend onderwijs in de aardrijkskunde en gesdtiedenis te geven. De voorzitter van de Commissie van Toezicht op het M. O. had deze zaak voor het Kantongereoht aankan- totdat de d kter ook was gezeten, haalde nu uit ha<r handtaschje eon in papier gewik keld voorwerpje, dat zy op de schryftafel legde. „Hier, dokter, is de diamanten speld van uw vrouw lerug." Scholinus toonde zich een weinig verbaasd, terwyl hy zyn onderzoekende blikken op Eva liet rusten. „Wat ontzettend vriendeiyk msvrouw, dat u zelf de moeite hebt geno men dat ding terug te brengen. Wy hebben natuuiiyk gisteravond het verlies reeds ge merkt en hebben vanmorgen cadelyk den knecht naar u gezonden, die uw huis zal hebben bereikt, toen u juist was verdwenen." „Waarschyniyk wel; ik ben meteenrytuig hier gekomen." „NatuurJyk, mevrouw, by zulk stormachtig weer." Er ontstond een kleine pauze Daarop hor- nam Eva: „Vindt u niets opvallende by deze zaak, dokter?" „Ik zou zeggen, dat u deze gelukkige vondst wel onmiddeljyk aan Henny persoon- lyk had kunnen afgeven, in plaats van in de spreekkamer, maar misschien hadt u meteon het plan den dokter eens to spreken." „Hoe weet u dat?" „Met allerlei aanwüzingon, mevrouw. Als wy, doctoren, in gezelschap zyn, dan willen we natuurlijk evenmin als anderen ons be roep ook daar nog uitoefenen, maar we kunnen toch onmogeiyk het scherpziend oog thuis laten. Dat u gebukt gaat onder iets, dat heb ik reeds giateren wel kunnen bemerken." „Dan zal u me ook wel kunnen zeggen, waaraan ik lyd." Scholinus glimlachte. „Misschien zou ik dat kunnen, mevrouw, en daarmee zou ik stellig uw verbazing opwekken. Ik zou echter liever gig gemaakt, omdat hij van oordeel was, dat de Kroon niet Let recht had aan onbevoeg den dergelijke bevoegdheid te verleenen. Overeenkomstig den cisch van het O. M. had de kantonrechter bdklaagde vrijgespro ken. Het O. M. bij de Amsterdamsoiie recht bank vroeg: vernietiging van Let vrijspre kend vonnis van den kantonrechter en ont slag van rechtsvervolging omdat het ten laste gelegde wel bewezen, doch niet straf baar ia. Een kiezentrekker. Voor da 5de Kamer der rechtbank to Am sterdam zyn giateren in hooger beroep doorliet O.M. tegen een tandtechnicus gcëisckt t wee geld boeten ƒ150, subs. 50 dagen hechtenis voor elke boete, wegens het onbevoegd uitoefenen der tandheelkunde, tweemaal gepleegd, door een dienstmeisje twee kieien te trekken legen betaling van f 3. De kantonrechter had bekl. veroordeeld lot twee boeten k f 100, sub3. 60 dagen hech tenis voor elke boolo. Verduistering. De 4de Kamer der rechtbank te Amster dam heeft gisteren veroordeeld tot een jaar en 2 maanden geyangeniustraf (ge- eisoht was 2 jaar) den handelsreiziger G. E. H., wagens verduistering van een aantal struis- en phantasieveeren tot een bedrag van f 20 en van een a-antal opgezette vogels, die hem als monster waren toevertrouwd. Struikraof. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft gis teren onder vernietiging van het vonnis der Rechtbank om redenen van vorm, doch overeenkomstig de opgelegde straf den 35-jarigen straatmakcr J. Hofman ,©en re cidivist, bovendien van tal van misdaden verdacht, veroordeeld tot 6 jaar gevangenis straf wegens diefstal voorafgegaan door geweldpleging. Uit de vorige behandeling zij herinnerd dat hij op 13 Juni jl. een 2l-jarigc dame, die hem den weg had gevraagd, gelokt had in een laantje aan de grens van Huizen en Bussum, haar van biaar fiets gesmeten, bij de keel gegrepen en een vuistslag op den mond gegeven, waarna hij zioh haar taschje met f 12 toeeigende. De advccaat- generaal had 8 jaar gevangenisstraf tegen hem geeischt. Het arrest van het Hof kwam tot een qualifier tie geheel tegenovergesteld aan die van de Rechtbank. Lieze liad bekl. veroor deeld wegen» afpersing, doch vrijgesproken van den diefstal vóórafgegaan door geweld pleging. Op grond nu van 's Hofs arrest requireerde de advocaat-generaal bekl'a onmiddellijke gev angenneming wegens ge vaar van ontvluchting. Het Hof begaf zioh voor geruimen tijd in Raadkamer en deelde daarna als zijn be slissing mede, dat het zich onbevoegd acht te op het requisitoir in te gaan, uit over weging dat uit art. 220 Wetb. van Straf- vord. vanzelf de preventieve heohtcnis voortvloeit en van kracht blijft. Mitsdien werd den bekl. op de gebruikelijke wijze drie dagen tijd gelaten om desverlangd in caEaatie te gaan. Doodslag. Voor het gerechtshof te Arnhem heeft Donderdag in hooger beroep terechtgestaan de arbeider T. van H„ te Tiël, door de 'rechtbank aldaar veroordeeld tot 6 jaar ge vangenisstraf, wegens poging t-ot doodslag, gepleegd op den agent van politie Van Beek te Tiel. Bij een vorige zitting was bekl. bij geslo ten deuren gehoord. Naar aanleiding daar van, werd thans een nieuwe getuige ge hoord. De bekl. wilde ook dezen getuige met gesloten deuren doen hooren, op welk verzoek het Kof evenwel niet inging. Get. vertelde toen dat er een meisje in het spel was en dat bekl. mot een dollen kop den aanslag pleegde. De bekl. verklaarde dat hij niet de bedoc- uw vertrouwen willen winnen; vertelt u me dus maar eerst alles." „Goed. Allereerst dan over dit sieraad. U vei onderstelt waarschyniyk, dat ik het heb gevonden „Misschien ook iemand anders; dat doet weinig ter zake." „Neon, dat toch is niet juist. Ikzelf heb het in elk geval gevonden, of neen, gevonden is dat eigeniyk niet. Het zat gisteravond in myn japonzak, in den zak." Eva had dit aarzelend, met zachte stem, gezegd; waarna zy nu plotseling de handen Yoor haar gelaat sloeg. Ook Scholmua voelde een yskoude rilling langs zyn ïug giyden; maar de gewoonte zich te beheerschen verliet hem ook ditmaal niet en met kalme, rüstige stem antwoordde hy „Dat ia een zser vreemd geval, mevrouw, en ik kan me best voorstellen, welk gevoel u naar den dokter heeft gedreven. Mag ik u een3 vragen: Is een flauwe grap van een derden persoon hier uitgoaloten?" „Geheel onmogeiyk, dokter." „Goed. Het is altyd goed eerst allerlei mo gelijkheden uit te sluiten. Nu een tweede vraag: Waarom draagt u in den laatsten tyd, zolfs by gelegenheden als gisteren by voorbeeld, 6teeds lange mouwen? Ik bedoel waarom u zoo angstig uw boven arm bedekt houdt?" „Dus toch!" zuchtte zy, terwyl zy huiverde. Wy kennen dit euvel der moderne mensch- keid immers maar al to goed," vervolgd© de dokter medejydend; „wy weten hoezeer het vooral onder de lioogere etanden verbreid la. En men kan het oog van een ervaren dokter niet meer op een dwaalspoor brengen, ook niet door het dragen vaa lange mouwen. Maar, mevrouw Heiwig, hoe is het mogeiyk, ling heeft gehad den agent te raken. Hij wilde op iemand schieten, zonder dat het hem kon schelen. Toen liij toevallig Van Beek ontmoette schoot hij op dezen. De procureur-generaal was van oordeel, dat de eerste bckentenif van bekl. gehandhaafd moet worden, daar bekl. deze niet op aannemelijke gronden heeft herroepen. Spr. requireerde veroor- deeling tot 10 jaar gevangenisstraf. De ver dediger mr. Van Schaik pleitte clementie. Een ontrouwe penning meester. Het O. M. bij de rechtbank te Groningen eischte tegen M. D. L., vroeger penning meester der afd. Groningen van den Bond van Kledingindustrie wegens verduiste ring van f 384 \an gelden door de afdee* ling gezet op de Nutsspaarbank, 4 maan den gevangenisstraf. Prfict. Apotlickeis-exiimeu. De minister van binnenlandsche zaken brengt in de „Stcb." ter algemeen© kennis, dat in de maanden November en December te Leiden, te Utrecht, te Groningen en te Amsterdam gelegenheid zal worden gege ven tot het afleggen van de practische examens van'apotheker. Die examens zullen aanvangen te Leiden op 11 December, te Utrecht cp 4 December, te Groningen op 18 December en te Am sterdam bp 23 dezer. Zij, dio tot die examens wenschen te wor den toegelaten, moeten daarvan vóór 20 de zer schriftelijk opgave doen bij den voorzit ter dér examencommissie, en wel voor Lei den bij den hoogleeraar clr. L. van Itallie, aldaar; voor Utrecht bij den hoogleeraar dr. N. Schoor], aldaar; voer Groningen bij den hoogleeraar dr. C. van Wisselingh, al daar, en voor Amsterdam bij den buitenge woon hoogleeraar dr. G. Hondius Boldingh, aldaar. Voor bijzonderheden zie men de „Stct." No. 264. Pen «3roef sprookje. „Er was ejreis een jonge aartshertog en een 'heel mooie prinses. Het was zoo'n mooi paar dat men hun een rijk wilde schenken aan die geheimzinnige kusten van Amerika, die lang geleden de goudveroveraars lokten, als een vlucht valken. Helaasde keizerlijke idylle eindigde in bloed en hoe oud het dra ma, van Queretaro ook zij, er is niemcud die zonder ontroering derlct aan het vreese- lijke lot van de bekoorlijke keizerin Char lotte, die plotseling krankzinnig werd toen zij hoorde, dat de Mexicanen keizer Maxï- miliaan, haar beminden echtgenoot liackfen ge vangengenomen. Het gebeurde in 1867. Sedert leidde kei zerin Charlotte, beroofd van haar verrcand, een vorstelijk en onbewust bestaan in haar kasteel te Bouchout, en men 1 e wijst aan het arme verloren wezen, thans een oude vrouw van 72 jaar, (keizerlijke eer. Keizerin Charlotte is krankzinnig, en todh weet zij nog niet, dat Maximiliaan werd veroordeeld en doodgeschoten. En men zou voor haar heur krankzinnigheid ze genen. Maar, wat tragischer is schrijft .,La Gazette de Hollande", aan wie het boven staande is ontleend „Sedert eenig^n tijd schijnt de ingesluimerde geest van de onge lukkige prinses, bij het einde van haar le ven, te ontwaken. Zij spreekt den naam Maximiliaan uit en haar angstige blik on dervraagt. de gezichten om 'tiaar heen, die zioh afwenden. Haar geest schijnt te zijn herboren, alsof het afschuwelijke noodlot 'biaar n«og een uiterst zielsverdriet wilde op leggen. dat haar tot nu toe was bespaard. En de vertrouwden van de ongchilkkigo prinses maken zich ongerust en wenschen dat de Voorzienigheid dit lichaam, dat eens zo/ schoon wa-s en nu zonder ziel rond waarde, wegnemei voor tiaar die ontzetten de gave wordt teruggeschonken, welke haar zou dooden: het bewustzijn dat een jonge vrouw als u zich aan de morphinezucht kan overgeven, die toch meestal het gevolg is van een groot zieloleed of van licbamoiyke pyn? U verheugt zich toch in een bloeiende gezon beid en voor zoover ik beoordeelen kan „Ook in een ongestoord geluk!" vulde Eva bitter aan, toen de dokter midden in den zin afbrak. „Beste dokier, laten we deze kwestie laten lusten en ons alleen by de feiten bepalen. Het is waar, dat ik sod rfc eenigen iyd morphino gebruik, om myn zenuwen te kalmeeren; maar hoewel ik van de schadelUke gevolgen van dit vergif dikwyis had gehoord, ik had toch nooit kunnen denken, dat het verstand, de wil, het geheugen zoo vreeselyk daaronder zouden lydenl Scholinus liet zich verder in zyn stoel achterover vallen, terwyl hy vioeg: „Vertel u alles maar een3, mevrouw Holwig, van het begin af, hoe het is gekomen." „Indien ik u van het begin af zou vei tellen, dokter, diende ik te beginnen met een tyd, dien ik me niet goed meer herinner," zuchtte Eva. „Men heeft me eons onvoorzichtig, maar zonder kwade bedoeling, medegedeeld, dat myn verzorgster, wegens diefachtige neigingen, haar beroep heeft moeten neerleggon. De gedachte van haar die neigingen misschen te hebben overgeërfd, heeft me altyd zeor gekweld. Ik werd op de meest voorzichtige manier opgevoed; men leerde my het goede liefhebben en het slechte verachten, maar telkens weer overviel my hot idee of dat geen verntslaagj© zou worden, dat by de eerste de beste gelegenheid zou afvallen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5