Het nieuwe stadhuis te Berlijn, een werk van don Stadtbaurat Ludwig Hoffmann. dat ziet men ook in Christiania bij de veer- bootjes van den havendienst. De enorme uitbreiding van. de telefoon, èn het ruime gebruik, dat daarvan gemaakt r. :>rdt, is nu wel voor een deel ook te ver klaren uit het onbeperkte vertrotiwen, dat men in elkaar stelt, anders zou altham in de zakenwereld de telefoon niet zóóveel gebruikt worden, waar wij veiligheidshalve per brief of telegram althans de bevestiging van een gevoerd gesprek verkieslijk achten Maar die verklaring moet to-°h voorname lijk worden gezocht in de technische vol maaktheid van de telefoon en in de goed koopte. Zooals de verlaging van briefport te tijner tijd maar voor heel korten tijd een te ruggang van de inkomsten daaruit veroor zaakte, zoo heeft ook naar de ervaring be wijst, een rationeele verlaging van de telefoonprijzen ten gevolge, dat een zooveel ruimer gebruik daarvan wordt gemaakt-, dat de schade weldra is ingehaald. De Zweedsohe statistiek van 1905 ge- Waagt van één telefoontoestel op de 46 in woners, tegen 50 in Noorwegen en 54 in Denemarken, 63 in Zwitserland, 113 in Duitsohland, 116 in Groot-Britannië. 135 bijt ons.. Hoe die cijfers zich in! andere landen later hebben ontwikkeld, is niet precies na te gaan; maar op het oogenblik Ikomt er in Zweden reeds een. telefoontoestel op elke 31 inwoners en in Denemarken op elke 35. In de steden is dit cijfer nog belang rijk lager. In Gothenburg vermeldt de statistiek van 1909 een toestel op iets meer dan 26 inwoners. Voor Stockholm is de vergelijking moei lijker, omdat een particulier telefoonnet daar naast het Staatsnet bestaat en hjjna driemaal zooveel (50,000 en 17,000 abonné's) heeft. Beide netten bepalen zich niet tot stad en voorsteden, maar beslaan een kring mot een straal van 70 K.M. Maar "wat betalen deze menschen voor hun telefoon? De abonné's van het Staatsnet betalen f 33 1/3 per jaar. Die van de „Allmanna" (de algemeen©), de particuliere maatschappij, zijn inge deeld, in 5 Iklassen. De talrijkste klasse is die der abonné's van 36 kronen, f 24. Dit abonnement geeft het recht tot een beperkt aantal (250) gesprekken met andere abon né's der vier laagste klassen, maar abonné's eeTste klasse, de zoogenaamde „sterretjes- abonné's, kunnen zij zoo vaak oproepen als zij willen. Alle steden en dorpen rondom Stockholm binnen een afstand van 70 K.M. gelegen kunnen zij bereiken. Een alxmné in Leiden zou bijvoorbeeld onder deze omstandigheden naar Amster dam, Haarlem, Den Haag, Deflt, Schiedam, Rotterdam, Gouda en alle tusschenliggende plaatsen kunnen telephoneeren, zonder dat dat een cent meer kost. De abonné's der vierde klasse betalen 9 kronen meer^ dus f30. Zij hi'-hen recht op 400 gesprekken per jaar binnen den ra dius van 70 K.M. benevens tot een onbe perkt aantal gesprekken met de in den gids met een sterretje voorziene abonné's. De 3de klasse betaalt f 40 per jaar. Het aantal hunner gesprekken is onbeperkt, maar zij zijn bij tweeën op een lijn geschakeld, ^ooals men dat ook in Den Haag kent. De tweede klasse betaalt f 54 en do eerste, de mensohen, die met een sterretje in het telefoonboek staan, f 66. Dat zijn de menschen^ die door de abon né's der derde en vierde klasse kunnen op geroepen worden, zonder dat die gesprek ken worden berekend. Winkeliers en hotels hebben deze telefoon. Dan is er nog een verschil tusschen de abonné's der eerste en die van de 2de en 3de klasse, in zooverre als de abonné's dfer eerste klasse hun tele foon ten dienste van derden mogen stellen. De abonné's der vierde en vijfde klasse die meer gesprekken voeren dan voor het betaalde abonnementsgeld geoorloofd is, be talen per gesprek 10 öre, dat is ongeveer 6^ cent. De rijkstelefoon en de „Allmanna" heb ben (en datzelfde yindt men ook in andere steden van het Noorden), beide een groot aantal automaten. Die vindt men in alle stations, bij alle aapjes- en automobiel standplaatsen en bovendien op alle pleinen van eenige beteekenis. Het zijn kleine kios ken waarin één persoon staan kan. Ze zijn wel overdekt, maar de zijwanden be ginnen pas een goeden halven meter boven den grond. De deuren slaan naar buiten open, en men staat een decimeter boven den beganen grond op een houten rek^ zoo als men die op balkons vindt. Bovendien is elke winkelier, althans sigarenwinkelier, abonné der eerste klasse, zoodat men daar telefoneeren kan, evenals in de talrijke con- rantenkiosken en de nog talrijker „Yatten- butiker", gelegenheden, waar men spuitwa ter en dergelijke koopt. Is iemand in Stockholm alleen abonné van een der telefonen, dan kan hij toch een ge sprek krijgen met een abonné van de an dere. Dat kost hem 5 öre? dus nog geen oent. Dat geldt wederom van de geheele zone. Een abonné der rijkstelefoon in Stock holm, die spreken wil met een abonné der „Allmanna" in Upsala bijvoorbeeld, be taalt toch maar 3£ cent. Zijn de afstanden grooter dan 70 K.M., dan wordt dit tarief hooger. Ook in Denemarken arbeiden thans de particuliere maatschappijen nog naast het Staatsbedrijf. De Staatstelefoon heef» eerst een duizendtal abonné's, ,de particu liere 75,000. In 1810 bemiddelde de Staats telefoon 646,000 gewone en 38S.500 intercom munale gesprekken, terwijl de particulier© maatschappijen 162 millioen gesprekken tel den. Hier loopen de particuliere concessies over eenige jaren af en het geheele bedrijf komt aan den Staat. De Kopenhaagsche abonné betaalt 65 kronen, dat is dus iets meer dan f 43. Waarvoor hij dan met alle plaatsen op Seeland spreken kan. Dit is het tarief van de twee abonné's op één lijn ge schakeld met onbeperkt aantal gesprekken, dat het meest voorkomt.. Een bijzonderheid van het Zweedsohe be drijf, dat uitnemend functionneeTt, men wordt er snel en beleefd bediend^ en ge sprekken van Langsele bijvoorbeeld naar Stockholm, een afstand iets grooter dan wan Leiden naar Berlijn, waren zoo duidelijk als een stadsgesprek in Leiden dient nog vermeld, dat is namelijk de opleiding. Deze opleiding is niet enkel technisch en admi nistratief, maar de aanstaande telefoniste krijgt ook spreeklessen. Het is merkwaar dig met hoe weinig geluid zij duidelijk kun nen spreken. Ik herinner mij een gesprek van Abiskojock met Stockholm, een afstand van bijna 180 K.M., op een nogal storm- achtigen dag. Ik kon mij niet verstaan baar maken, noch ook den man in Stock holm verstaan, hoewel het den vorigen dag uitstekend gegaan was. Toen namen de bei de telefonisten de zaak voor ons in de hand en al fluisterend, althans heel gedempt pra tend, fungeerden zij als tolken, met uitne mend resultaat. Enorm is het gebruik, dat van de tele foon wordt gemaakt. Daarvoor nog een paar cijfers ten bewij ze. In het district Gothenburg bevonden zich in 1909 11,771 abonné's. Deze voerden ,34 millioen gewone en ruim 1,110,000 inter communale gesprekken, waarbij men alweer niet dient te vergeten, dat het Gothenburg- sche net twee geheele provincies bedekt. Op eiken abonné komen dus een goede 2800 ge wone en 93 intercommunale gesprekken. De intercommunale telefoon heeft dan ook de telegraaf grootendeels uitgesoha/- keld, terwijl bij ons op elke duizend inwo ners 1020 telegrammen per jaar komen, is dat cijfer in Zweden slechts 526 telegram- men op de duizend inwonersj dus weinig meer dan de helft. Zooals gezegd, er werken een groot aan-' tal factoren samen om in Zweden de tele foon zoo populair te maken;, maar .als de voornaamste oorzaak daarvan noemde ieder daarnaar gevraagd, de buitengewone goed-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 20