•jÊt©„ X58Ö8. LEIBSOE BAGBlalB, ^atardag- II Ho¥smb@r. Derde Blad. Anno Ï91S, Buitenlandseh Overzicht. YLÏNDERS. Men moge van den DuitschenRijk 3- k a ns e 1 i e r, von Bethmann Hollweg zeg gen wat men wil, niemand zal kunnen ont kennen, dat hij een eerlijk man is.- Hij mist heb redenaarstalent van de breede ge baren en mooie woorden; politieke trucs zijn hem vreemd. Hij is meer geleerde dan staatsman en meer filosoof dan practicus. Hij gaat zijn weg, zooals hijzelf en zijn Keizer meenen, dat die-de ware is. En heeft hij zich eenmaal dien weg uifcgebaand^ dan gaat hij dien ten einde. Of hij daarbij in vloedrijke partijen van zich vervreemdt laat hem koud. Of hij daarbij zijn eigen positie in de waagschaal stelt, deert hem niet. Wij -ebben gisteren gewezen op de moei lijke en ondankbare taak, die de kanselier had, toen hij het Marokko-traota&t moest verdedigen. Niemand in den Rijksdag scheen zich van deze bezwaren bewust althans uit geen enkele redevoering btftebT eenig begrip er van. Wel werd de kanselier heftig aangevallen. Het pleit voor 'hem en voor zijn politieke oprechtheid, dat hij zich daardoor geen ©ogenblik heeft laten afbrengen van zijn standpunt. Integendeel met klacht h°-'", hij de aan vallen gepareerd en hij heeft dconser vatieve partij, dooi- wier steun hij tot nog toe zoo sterk stoiwt, eenvoudig af gestraft. Luister naar wat hij den leider der conservatieven, den heer vonHeyde brand, te slikken gaf. Het was in ver band met de verhouding tot Engeland. ,,Ik betreur het. aldus de kanselier, dat deze uitspraken over onze verhouding tot een anderen staat gedaan worden op een toon, wenschelijtk misschien in verkiezings vergaderingen, doch niet gebruikelijk in een Parlement, dat zich bewust is van zijn waardigheid. Hartstochtelijke en de gren zen overschrijdende woorden, zooals de beer von Heydehrand gebruikt heeft-, mogen mis schien dienstig zijn vQor de partijbelangen Gevendige toejuichingen links), doch zij doen bet Duitsohe rijk kwaad (opnieuw toe juichingen links). De sterke man (met een minachtende handbeweging) heeft het zwaard niet steeds in den... mond te nemen (stormachtig applaus links). ,,Ik hoop, dat gij overtuigd zijt, mijne bieeren, dat ik niet- te kort heb gedaan aan de eer van het volk, waartoe ik de eer heb té beroeren, in onze houding tegenover. Engeland. Beide verwijten, in dit opzicht tot mij gericht, raken dikwijls meer de na derende verkiezingen ^an Marokko en den Congo. (Groote beweging in het Huis: ihioorthoortlinks en bij de sociaal-demo craten). Om utopistische veroveringsplan nen en partij-doeleinden de nationale harts tochten. tot op het kookpunt te brengen, is de vaderlandsliefde compromitfceerer». een waard e vol bezit vergooienS tórmaoh'ti ge toejuichingen links groote beweging in het Huis). Het was duidelijk, dat naast den heer von Heydebrand ook de kroonprins dit standje in zijn zak kon steken. De Kr oonprins was niet in den Rijksdag aanwezig. Trouwens veel prettigs zou hij er met ge hooid hebben. Zijn houding wordt algemeen afgekeurd. De afgevaardigde Wiemer zeide o. a. „Ik kan liet niet als een aanbevelenswaar dige nieuwigheid beschouwen, dat de erfge naam van de kroon van de tribune van den Rijksdag openlijk demonstreert tegen de politiek van den verantwoordelijken Rijks kanselier (Aanhoudend rumoer "rechts; zeer juist! links). Deze gebeurtenis heeft ook in buitenlandsche bladen onaangename com mentaren uitgelokt. De „Éclair" schrijft, dat deze gebeurtenis bewijst, dat in Duitsch- land een sterke oorlogspartij bestaat. (Rechts: God zij dank!).. Was zoo'n demon stratie noodig De Rijkskanselier moet zelf weten, wat hij op zulk een behandeling zal doen. Op dit oogenblik, nu een dergelijk optreden de vredelievendheid, verstoort, achten wij dit optreden niet gepast." De Kroonprins heeft dienzelfden avond met den- Rijkskanselier a an -'s keizers -tafel gegeten,- Algemeen was de aardig heid in Berlijn, dat hij wel een warm "a v o n d m a a 1 bij Papa zou hebben gehad. De Keizer heeft ondertusschen door den kanselier denzelfden dag van zijn rede, aan tafel te noodigen, aan dézen een blijk van onverzwakt vertrouwen gegeven. Men spreekt thans reeds van een kan seliers-crisis. Een feit is, dat bijna niemand in den Rijksdag ingenomenheid betoonde met de politiek van von Beth mann. Thans zal blijken wie sterker is in Duitschland, de Keizer of de Rijks- d a g. Maar ook de Kroonprins heeft een slechte pers. Men acht zijn optreden ongepast, en gunt hem van harte het lang niet nialsche standje dat hij van zijn vader wel gekregen zal hebben. Deze gedenkwaardige Rijksdagzitting is een zaak van internationaal belang gewor den. De woorden van den Rijkskanselier hebben in Franki' ij k en En g el and commentaren uitgelokt. Vooral de passage „W.ij hebben in Marokko niets afgestaan dat wij niet reeds gegeven hadden," zal in Frankrijk nog wel gébruikt worden. De „Liberté" speelt ze al tegen de re geering uit. De „Times" schrijvende over de zitting van den Duitschen Rijksdag van gisteren, betreurt ernstig de heftige aanvallen van Heydebrand op Engeland. Hoewel liet blad best inziet dat die redevoering gehouden werd met het oog op de aanstaande Rijks dagverkiezingen, beschouwt toch de „Ti mes" de redevoering en de geestdrift waar mede zij ontvangen werd als een onrustba rend symptoom, te meer daar zij door niets gerechtvaardigd werden. In Engeland is het feit nog altijd het aftreden van Balfour. Vrij spoedig is voorloopig Bonar Law, een van de leidende voorstanders der tariefhervor ming, aangewezen als opvolger van Bal four. Alle ambtgenoot-en hebben de verze kering gegeven dab zij hem getrouw zullen steunen. Deze afspraken zullen het de ver gadering van de unionistische partij op Maandag mogelijk maken om Bonar Law met algemeene stemmen te kiezen. Het is intusschen nog onzeker of deze de benoeming zal aannemen. Balfour heeft een goedé pers. Hij heeft een belangrijke loopbaan achter zich. Wie die loophaan nagaat, zal vermoede lijk moeten toegeven dat hij niet altijd han delde in het belang van zijn land, al han- deldé hij ongetwijfeld steeds met de besta bedoelingen, en zal tevens moeten erken- nen dat hij een hoogstaande figuur was Heden brengen de partij-organen van alle politieke kleur hulde aan den man, uien men thans als partij-leider rhissen zal in het Lagerhuis. In F r a n k r ij k is eenige opschudding verwekt door de publicatie in de „Ma-tin" van een geheim verdrag met Spanje over Marokko. De toch al niet aangename toon tusschen de-beide landen wordt er niet beter door, al jstaater niét veel nieuws in het stuk. In de F ranse he K a nx£ ir'ts^de be handeling van de,s-k fu i t-i n t e r- p e 11 at i^ J>egönnen. t Dahietou, eischte, da.t ragen de schuldigen een vervolging zou worden ingesteld. Do anarchist Goudo kwam tegen do veron derstelling, dat er sabotage zou zijn gepleegd en verklaarde, dat de saboteurs de groote heeren van de directies der kruitfabrieken waren. Chcron nam het woord om aan te toonen dat hem, a.ls gewezen onder-seoretaris van oorlog, niets te verwijten was en: hij bewees afdoende, dat hij ten minste zijn plicht had gedaan. Do interpellatie, die met .eénige spanning- was te genioot" gezien men. fluisterde van een aanval van Clemenceau en -vail een val van het kabihét verloopt kalm. Rusland slokt geleidelijk Finland in. Gisteren is in de Doema het ontwerp tot inlijving van twee kerspelen' in het gou vernement Wyborg aan de orde geweest. Finland, zoo zei do minister 'Kokotsef, kan geen afzonderlijke positie in "het. ondeelbare Russische rijk innemen. Moge' op dit oogen blik ook in Finland politieke opwinding keerschen, deze zal tot kalmte komen. In een broederlijke vereeniging met Rusland ligt de waarborg voor den •economisclien bloei, met de veiligheid ook, van Finland. Het wetsontwerp is met groote meerderheid aangenomen. Thans weer China. De toestand, blijft te Peking hoogst ge- Spannen, hetgeen er niet op verbeteren zal nu de opstand reids zoo goed 'als voor de poorten der hoofdstad staat. Reeds had de aangrenzende provincie Sjantóeng zich onafhankelijk verklaard, en nu wordt bericht, dat ook dé provincie Tsjili, waarin Peking gelegen is, zich van het rijk wil afscheiden. Aan de „Times" werd eergisteren uit Peking geseind, dat de pro vinciale raad des avonds iri buitengewone zitting te Tientsin zou vergaderen, om tot de afscheiding te besluiten en den onder koning te verzekerenafstand tte doén van zijn macht. Op do wallen der verboden stad, waar binnen de keizerlijke paleizen zijn gelegen, werden reeds kanonnen geplaatst Alle groote steden nagenoeg in Midden- en Zuid-Cbina zijn thans in handen van de ops tan deli ngen. Nog een öojrenblik scheen het, alsof het centraal-gezag. -zich in Kan ton zou kunnen staande houden. Men meende dat de overheid, na alle troepen te hebben samengetrokken, kon rekenen op don steun van een uit 52,000 man samenge stelde macht, op wier trouw kon worden ge rekend. Maar ook Kanton heeft - zich nu onafhankelijk verklaard. Do gevolgen der onrustige tijden blijven ook thans niet uit. Het rooverwezen, in gewone tijden reeds sterlc ontwikkeld in China, steekt thans duohtig het hoofd op; de piraten beginnen de West-rivier wederom onveilig te maken. Ook de laatste berichten geven nog wei nig hoop voor de Mantsjoe-dynastie. Maatschappij voor Toonkunst. Boheemsch strijkkwartet. Weer stroomde .de groote Stadszaal vol ojn na de Wognummers, de Bohemers te hoo ren. Sinds de Wognummers den vorigen avond het podium verlieten, was daar als een oase een Oostersch palmenwoud opge groeid, in welks schaduw de Bohemers hun heerlijke instrumenten lieten zingen. Die instrumenten vertolkten werkn van Dvo rak, Haydn en Brahms; welke drie compo nisten dat met elkaar gemeen hébben, dat zij in Oostenrijk het eind van hun leven doorbrachten. Haydn en Brahms stierven in Weenen, en Dvorak in Bohemen. Dvorak heeft heel wat voor de ontwikkeling der muziek in Bohemen gedaan, en veel gecom poneerd waarin Boheemsche melodieën ver werkt worden; het is geen wonder dat dit Boheemsch kwartet met voorliefde en met ongemeen sublime weergave zijn strijkkwar tetten vertolkt. Ditmaal was opus 51 gekozen; waarin zulk een prachtige „Dumka" voorkomt; ook een wat zoetelijke Romance en een banale Finale; maar met markante accenten echt Boheemsch gespeeld. Zeer gemakkelijk spreekt deze muziek tot ons; ook die van Haydn, die den overgang vormde tot den stroeven en moeilijker te naderen Brahms. Haydn's frissche, haast naïeve muziek werd bewust gespeeld, waardoor iedere noot een beteekenis kreeg; heerlijk was 't korte Ada gio, waarin de eerste viool de melodieuze- tweede viool omspeelt; dan het statig Me nuet en de zoo prachtig gespeelde Finale. Na de pauze werd het geduld van de Bo hemers door den steeds komenden en gaan den man op een lange proef gesteld, totdat eindelijk Brahms aan hét woord kon komen, die lang niet zoo toegankelijk is als Dvorak en Haydn, maar die bij nadere kennisma king steeds wint. Er zijn muziekliefhebbers, die BraHms even hoog, zelfs kooger dan Beethoven stellen, maai' dit zal lang niet iedereen toegeven. Wat in de werken van Brakms boeit, is het diepe, echte gevoel, zich uitend in de meest nobele melodieën, waarvan in dit gespeelde kwartet-opus heerlijke staaltjes aanwezig waren. Vooral de melodie, die in het Andante met de eer ste viool opbloeit, en de alt-solo, in het der de deel, is muziek van onverwelkbare schoonheid. Daartegenover staat nog veel, "wat duister is, vooral in het eerste deel van dit kwartet. Het Allegretto con variazioni (laatste deel) maakte een grootschen indruk door het rijke varieeren van het thema; waartusschen de cello zijn geestige trekjes en beroemde staccati liet hooren. Onover troffen boeiend en nobel werd dit werk door het kwartet gespeeld. Wij behoeven deze vier kunstenaars niet te gaan roemen, noch hun nameü te noe men. Door hun jaarlijkseh bezoek zijn zij van de Leidenaars goede vrienden, die Koog staan aangeschreven; een bewijs hiérvan is te vinden in de ieder jaar geheel gevulde zaal en in het hartelijk applaus, dat hun bij het binnenkomen te gemoet klinkt en bij het weggaan een tot wederzien in zich sluit. I11 „O© GemeentewoDing" te Noordwykerliout. Men schrijft ons uit Noord\vijkerhoutf Gisteravond was het lichtbeeldenavond in. „De Gemeentewoning". De lichtbeelden waren de attractie, waarmede ds. Boeke de leden in het gebouw verzamelde, om over eenige ernstige en belangrijke zaken met hen te spreken. Medegedeeld werd vooraf, dat de man-» nen- en vr 0 uwenzangvereenigingen samcru gesmolten zijn tot één zangkorps „Corcois dia", onder de zinspreuk: „Concordia par-; vae res crescunt," d.w.z.„Door eensgej zindheid worden kleine dingen groot.'1 Daarna zong men gezamenlijk een paar verzen uit Psalm 89, voorkomende in den bundel van „De Gemeente woning," die zich steeds uitbreidt. Ds. Boeke sprak vóór de korte pauze over. den „Zakbijbelbond," den Bond, die er voor werkt, dat ieder rnensch- zijn eigen bijbel immer bij zich zal ben, om bij elke geschikte gelegenheid u.. ..et Wcord Gods kracht en troost te kunnen putten. Ds. Bceke beval het streven van dien Bond warm aan. Met lichtbeelden liet hij portretten zien van voorvechters van den Bond, welke in Engeland zijn oorsprong vond; plaatjes worden vertoond van groepen politic-agen ten, spoor- en tramwegpersoneel, enz., enz., die allen bij dien B-ond zijn aangesloten.; Verder werden vertoond aardige plaatjes uit Australië en Korea, waar de handige) zakbijbeltjes ook reeds bij duizenden ver spreid werden. Exemplaren van de vier, Evangeliën, enz. in het handige zakfor maat waren ter bezichtiging én voor aam koop aanwezig'. In de pauze zong men het lied: „Ik heb' mijn bijbel bij me" van Morris Hartness. Na de pauze behandelde spr. de geschie denis van „De Gemeen te woning" in woord en beeld. Zoo ergens, dan is op deze sticlv ting van t oepassing de reeds eerder aange haalde zinspreuk: „Concordia parvae res crescunt." Een plaatje liet zien „De Ge meentewoning (eerste tentoonstelling), ge-; huisvest in de „oude school". Een ander plaatje vertoonde de "archiefkast, die in dé eerste jaren van het bestaan der Stichting alle bezittingen bevatte; weer een an, der de openingstentoonstelling in het nieu we gebouw, waarin sinds geruimen tijd de Stichting werkt. Ten slotte een plaatje van de huis vlij btentoonstcl ling. Spr. wees er op, hoe de op handen zijnde winter bij uitstek de geschikte tijd is- voor huisvlijt. Als men nu gedurende) den winter daarop eens toelegde, dan kon er wellicht in het voorjaar weer eens een. tentoonstelling van het vervaardigde wor den gehouden. Mej-. Van Dissel was weer genegen, een huisvlijtcursus te geven. Om eens te laten zien, wat onderlinge werkzaamheid, geba-i seerd op eensgezindheid, en mogelijk ge maakt door den ernstigen wil, om het goede te bevorderen, tot stand'kali bren gen, vertoonde spr. nog een drietal foto's van de Ver. „De Oosterspeelplaats" te Am sterdam, waarvan uitsluitend arbeiders lid zijn, en in wier gebouw de arbeiderskinds ren, die anders op straat zouden slenteren,; nuttig en aangenaam worden bezig gehou-: den door menschen uit den arbeidersstand,- die zich daarvoor belangloos beschikbaar stellen. Spr. meende, dat er op dat gebied ook X50QOOOOOCGOC In een allerliefst boudoir zit-een blonde vrouw voor een knappend houtvuurtje. Het' is grimmig buiten. De zon heeft zich af en toe wel even vertoond, maai* is telkens .weer verjaagd door kille sneeuwbuitjes, die op straat een morsig spoor achterlieten en, nu de avond begint te vallen, hangt er een somber, grijs waas, hetwelk natüren, die daarvoor gevoelig zijn, droefgeestig Stemt. Ongeduldig had mevrouw Van Hout-urn zioli van het raam afgewend, haar hand werk een lapje fijn linnen, waarin zij met behendigde vingers door- uitgetrokken dra den de kunstige figuren: zat de maken, op zij gelegd en ziok behagéhjk gevlijd in een hoekje van de ruime Ohèstérfield, waarin haar slank persoontje bijna verdwijnt tus- 'fchen de donzige kussens. Vóór haar 6taat de lage theetafel met kleine lekkernijen voor haar afternoon-tea. Haar omgeving getuigt van goeden smaak en verfijnde levensbehoeften. De meubelen eijn overtrokken met vroolijk cretonneeen dessin van rozen in tintén van hét teerste rose tot fluweelig donkerrood overgaande, doorvlochten men blaren van dezelfde f.jii groene tint als de zijden overgordijnen, die rustig uitkomen oj3 het teere behang. Een mooi antiek bureau vol portretten, een paar tafeltjes met bibelots, een aardig ouderwe-tsoh spiegeltje en mooie gravures aan den wand, een licht gekleurd kleed c-p den grond, hier en daar planten en over al met zorg geschikte bloemen: een benij denswaardig plekje oni te zitten droomen, dat ie.deren bezoeker een indruk geeft van comfort en gezelligheid, van er uren lang te willen blijven! Welk een heerlijk leventje moet die Claire van Houtum toch hebben! Jong, mooi, ge fortuneerd, weduwe zonder (kinderen; dus zoo vrij als een vogeltje in de lucht! Vrij, ja zekerMaar met absolute vrijheid gaat ook onherroepelijk eenzaamheid gepaard. I Eenzaamheid, die zooveel gelegenheid laat tot denken, tot terugdenken aan vroegere, lang vervlogen tijden; heerlijk wanneer het mooie souvenirs zijn die men weer door leeft; maar zoo ontzettend voor hen, die terugkijken op verloren illusies, of zich) machteloos voelen om goed te maken, vat zij misdreven. Claire tuurt voor zich uit. Het vuur knet tert zoo lustig, het vlamt zoo grillig, zoo vroolijk op en even speelt er een lachje om haar mond. Zij ziet er zoo jong, zoo blij uit! De straatlantaarn werpt haar schijnsel even op (bet coquet gekapte hoofdjegoud glanzend is het haar en ertkele krulletjes kijken uitdagend over het voorhoofd heen. Haar oogen lachen. „Die Claire, zij is toch altijd even dartel en zonnig! Ernstig is, zij. nooit!" zeggen haar kennissen. Zouden zij dat nog denken, als zij Kaar konden gadeslaan in eenzame uren'? Claires blik dwaalt af naar een plekje in den haard, waar geen vlammen knetteren, in rossen gloed; niets ligt er dan verkoold hout en asch. Langzaam verdwijnt het lachje van het mooie, vriendelijke gezichtje; de oogon glanzen niet meer, droefgeestig staren zij op die sombere plek; zij huivert even, het is alsof zij ineens veelouder lijkt. Zij denkt aan een.stuk van haar verleden; een verleden, dat eerst, teen zij nog heel jong was, als eemmpoie tuin, was, waar, alles even welig groeide; bloemen waren er, schitterend van 'kleur, iederen dag weer nieuwe; kleurige vogeltjes fladderden er blij rond en zongen hun hoogste lied, jubelend in gouden zonneschijn. In latere jaren Kad zij - zelf met haar mooie, kleine hand als een bedorven kind al de kostbarebloemen afgerukt om zich zelf een oogenblik van genot te geven; toen was het langzamerhand een verwaar loosde tuin geworden, de bloemen waren verwelkt of uitgebloeid, liéten haar laatste blaadjes achteloos vallen op de met on kruid bedekte paden, geen blij gezang weer klonk er meer, en de verwilderde takken van de boomen lieten geen zonnestraaltje meer door. Wat had zij van haar leven ge maakt? Zooails zoovelen „elle y avait oher- ché une courté joie"dat was alles. Zij was de afgod van haar ouders, die al haar wenschen vervulden, eigenlijk vóór die nog uitgesproken waren! Overal, waar zij kwam, werd haar ij delheid gestreeld om dat aardige gezichtje met die lachende oogen, die haar den bijnaam van „petit rayon de soleil" bezorgden. Over den ernst-des levens, neen, daarover had zij nooit nog nagedacht; zij was lief en goedhartig van aard, maar ernstige gedach ten hield zij er niet op na. Alles, wat maar eenigszins een schaduw had kunnen werpen op haar bestaan, werd angstvallig door de ouders voor haar ver borgen gehouden. „Laat het kind nog maar zoolang mogelijk genieten, zij is nog zoo jong en het is altijd nog vroeg genoeg om^ te hooren van- (^Verdrietelijkheden en-van-;' den strijd, '.dié; efivom ons Keen gestreden" wordtzeulèiupijijtot. elkaar. Hoeveet oudeis denken er niet zo&i 2r$' meenen het zoo heel goed; voor alle leed willen zij hun 'lievelingen behoeden; alles, wat hun pijn zou kunnen doen, vermijden. Zichzelf cijferen zij geheel weg; geen op offering is hun te groot, onuitputtelijk is hun teederheid, maar zij bedenken niet; hoe egoïst zij die kindleren maken, hoe zwak in moeilijke oogenblikken, hoe onge schikt om den rechten weg te volgen, die zeker niet altijd de meest aangename schijnt voor een oppervlakkig mensohen- kind. Claire trouwde een degelijk, ernstig man, dié, na slechts enkele uren in haar gezel schap geweest te zijn, tot de overtuiging kw.am, dat zij voor zijn levensgeluk onmis baar was, het zonnetje in zijn huis zou worden. Korte tijd van onstuimig geluk volgde en toen kwam de ontgoochelingzij voelden dat zij niet bij elkaar pasten. Yan Houtum was stil en eenigszins teruggetrokken van aard en Claire begreep hem niet, impulsief als zfj was; als zij hem onstuimig om den hals vloog en half verstikte onder haar liefkoo- zingen, weerde hij haai* soms zachtjes af, het Koofd vol erpstige zaken. Zij schreef het toe aan onverschilligheid en ontevreden verweet zij hem eijn koelheid. Zij had zioh haar huwelijksléven zoo heel andera voorge steld Een man, die altijd maar hard werkte, niets hield van „pretjes",' altijd zoo akelig ernstig keekhaar nooit eens be wonderde, ja, het zelfs niet opmerkte, alfl zij een nieuw toilet aanliad. Neen, dat was toch wel wat al te erg! Zich rustig bezig houden in huis kon zij niet; zij verveelde zich en liet zich daarom meevoeren in den dwarrelwind van allerlei pretjes, die Kaar au fond toch onvoldaan lieten. Steeds was zij omringd door jongelui, die haar een „bout de cour" maakten. Van Houtum, die zich veel illusies had ge. maalkt van een rustig kalm-huiselijk leven, was te trotsch, om zijn vrouw te toonen, dat hij leed onder de verwijdering, die er langzamerhand tussdben hen gekomen was. 'Claire dacht alleen aan zichzelf en wat ;haar pleizier deed; zij was egoïst ook in ghaar genegenheid; merkte zelfs niet. dat Hmar man niet gelukkig was. Zoo verliepen er eenige jaren totdat een ernstige ongesteldheid van Claire hen weel' tot elkaar bracht en zijn teedere zorg en. liefdevolle verpleging haar oogen opende voor zijn groote, trouwe liefde, die zij met haar oppervlakkige natuur nooit had kun nen begrijpen. Toen zij beter was geworden, brachten zij samen eenige maanden door in het zuiden van Franikrijk, in een plaatsje, waar het sprookjesachtig mooi was, met de prachtig ste pijnbossclien vlak bij de zeehet was vroeg in het voorjaar en er waren nog geeu ajidere gasten in het eenvoudige hotel. Het was, alsof die heele mooie wereld voor hen alleen was, en Claire, die zidh. 7.00 anders voelde worden, alsof al het leelijke van haar wegviel, alsof eerst nu haar oogeri werden geopend voor hoogere idealen, voelde voor het eerst, welk een zeldzaam geluk haar deel was; een geluk, dat zij bijna ochteloo3 verspeeld Ihad. Maar nu zou zij zich beteren Zij zou alles in 'het werk stellen om Yan Houtums leven te veraangenamen; altijd thuis zijn, als hij van. zijn werk kwam; hem opbeuren, als hij zorgen had; nooit meer (hom lastig val len met allerlei futiliteiten! Nu eerst zou den zij samen gelulkkig zijn; ze waren nog jong en heel een leven hadden zij voor zich., Arme ClaireHet geluk, dat zij nu ein delijk daoht gevonden te hebben, ihet mocht niet duren! Missöhien was het zoo het bests toch nog, want al waren haar voornemens ook nóg zoo goed bedoeld, todk was het waarschijnlijk een desillusie geworden-zoo lang haar persoonlijkheid niet een absolute, verandering had ondergaan. Do werkelijkheid kwam tusschenbèide met beslisten greep. Yan, Hout-urn V.ierf korten tijd na het verblijf in .Ibet Zuiden.) Het jonge vrouwtje bleef alleen achter alleen met haar leed en met de wroeging over een vehknoeid. leven. Alleen .aan zich zelf had zij dat te danken. Zij zou het nimmer meer ongedaan kunnen maken. O, die vreeselijke gedachte, die haar overal vervolgde en pijnigde, als zij alleen wa,s Daar gaat de deur open; liet eleetrr-teh licht wordt ontstoken; een elegant donker mevrouwtje komt haastig binnen en begroet Claire hartelijk. Zij brengt platen mee van ikostumes voor eein bal costumé, dat op handen is, en in minder dan geen tijd zitten zij, de aardige hoofdjes dicht hij. elkaar, ge bogen over allerlei figuren in bonte kle derdracht druk te overleggen wat \.u w.e! flatteuzer zal zijn: dat marquise-kostuu n mét gepoederde pruik, korte rokjes en schoentjes met hooge, yuurroode hakjes, ot 't roode van tule met paillettes bezaaide om hulsel van „la déesse du feu.".'Zij lachen m praten met verhoogde kleur en schitterend® oogen, vol plannen voor het komende feest. Als eén paar mooie vlindertjes, heel fijn van bouw en, kleur, fladderen' zij door het leven. Als het lot haai' even ruw heeft •ii*n- geraakt. zitten zij een oogenblik verhijs* terd ter neer en meenen voor altijd getrof fen te zijn, maar het duurt niet lang of de geurige roos in de verte lokt haar to* zich, zachtjes streelen zij de pijnlijke vleu geltjes langs de fluweelige blaadjeshet doet hun zoo weldadig aan en... getroost vliegen zij weer verder, naar een ander mooi plekje, dat Ib-un toelacht in het verschiet..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 13