•jÊt©„ X58Ö8. LEIBSOE BAGBlalB, ^atardag- II Ho¥smb@r. Derde Blad. Anno Ï91S,
Buitenlandseh Overzicht.
YLÏNDERS.
Men moge van den DuitschenRijk 3-
k a ns e 1 i e r, von Bethmann Hollweg zeg
gen wat men wil, niemand zal kunnen ont
kennen, dat hij een eerlijk man is.- Hij
mist heb redenaarstalent van de breede ge
baren en mooie woorden; politieke trucs
zijn hem vreemd. Hij is meer geleerde dan
staatsman en meer filosoof dan practicus.
Hij gaat zijn weg, zooals hijzelf en zijn
Keizer meenen, dat die-de ware is. En heeft
hij zich eenmaal dien weg uifcgebaand^ dan
gaat hij dien ten einde. Of hij daarbij in
vloedrijke partijen van zich vervreemdt
laat hem koud. Of hij daarbij zijn eigen
positie in de waagschaal stelt,
deert hem niet.
Wij -ebben gisteren gewezen op de moei
lijke en ondankbare taak, die de kanselier
had, toen hij het Marokko-traota&t moest
verdedigen. Niemand in den Rijksdag scheen
zich van deze bezwaren bewust althans uit
geen enkele redevoering btftebT eenig begrip
er van.
Wel werd de kanselier heftig aangevallen.
Het pleit voor 'hem en voor zijn politieke
oprechtheid, dat hij zich daardoor geen
©ogenblik heeft laten afbrengen van zijn
standpunt.
Integendeel met klacht h°-'", hij de aan
vallen gepareerd en hij heeft dconser
vatieve partij, dooi- wier steun hij
tot nog toe zoo sterk stoiwt, eenvoudig af
gestraft. Luister naar wat hij den leider
der conservatieven, den heer vonHeyde
brand, te slikken gaf. Het was in ver
band met de verhouding tot Engeland.
,,Ik betreur het. aldus de kanselier, dat
deze uitspraken over onze verhouding tot
een anderen staat gedaan worden op een
toon, wenschelijtk misschien in verkiezings
vergaderingen, doch niet gebruikelijk in een
Parlement, dat zich bewust is van zijn
waardigheid. Hartstochtelijke en de gren
zen overschrijdende woorden, zooals de beer
von Heydehrand gebruikt heeft-, mogen mis
schien dienstig zijn vQor de partijbelangen
Gevendige toejuichingen links), doch zij
doen bet Duitsohe rijk kwaad (opnieuw toe
juichingen links). De sterke man (met een
minachtende handbeweging) heeft het
zwaard niet steeds in den... mond te nemen
(stormachtig applaus links).
,,Ik hoop, dat gij overtuigd zijt, mijne
bieeren, dat ik niet- te kort heb gedaan aan
de eer van het volk, waartoe ik de eer
heb té beroeren, in onze houding tegenover.
Engeland. Beide verwijten, in dit opzicht
tot mij gericht, raken dikwijls meer de na
derende verkiezingen ^an Marokko en den
Congo. (Groote beweging in het Huis:
ihioorthoortlinks en bij de sociaal-demo
craten). Om utopistische veroveringsplan
nen en partij-doeleinden de nationale harts
tochten. tot op het kookpunt te brengen, is
de vaderlandsliefde compromitfceerer». een
waard e vol bezit vergooienS tórmaoh'ti ge
toejuichingen links groote beweging in het
Huis).
Het was duidelijk, dat naast den heer
von Heydebrand ook de kroonprins dit
standje in zijn zak kon steken.
De Kr oonprins was niet in den
Rijksdag aanwezig.
Trouwens veel prettigs zou hij er met ge
hooid hebben. Zijn houding wordt algemeen
afgekeurd.
De afgevaardigde Wiemer zeide o. a.
„Ik kan liet niet als een aanbevelenswaar
dige nieuwigheid beschouwen, dat de erfge
naam van de kroon van de tribune van den
Rijksdag openlijk demonstreert tegen de
politiek van den verantwoordelijken Rijks
kanselier (Aanhoudend rumoer "rechts; zeer
juist! links). Deze gebeurtenis heeft ook in
buitenlandsche bladen onaangename com
mentaren uitgelokt. De „Éclair" schrijft,
dat deze gebeurtenis bewijst, dat in Duitsch-
land een sterke oorlogspartij bestaat.
(Rechts: God zij dank!).. Was zoo'n demon
stratie noodig De Rijkskanselier moet zelf
weten, wat hij op zulk een behandeling zal
doen. Op dit oogenblik, nu een dergelijk
optreden de vredelievendheid, verstoort,
achten wij dit optreden niet gepast."
De Kroonprins heeft dienzelfden avond
met den- Rijkskanselier a an -'s keizers
-tafel gegeten,- Algemeen was de aardig
heid in Berlijn, dat hij wel een warm
"a v o n d m a a 1 bij Papa zou hebben gehad.
De Keizer heeft ondertusschen door den
kanselier denzelfden dag van zijn rede, aan
tafel te noodigen, aan dézen een blijk van
onverzwakt vertrouwen gegeven.
Men spreekt thans reeds van een kan
seliers-crisis. Een feit is, dat bijna
niemand in den Rijksdag ingenomenheid
betoonde met de politiek van von Beth
mann. Thans zal blijken wie sterker is in
Duitschland, de Keizer of de Rijks-
d a g.
Maar ook de Kroonprins heeft een slechte
pers. Men acht zijn optreden ongepast, en
gunt hem van harte het lang niet nialsche
standje dat hij van zijn vader wel gekregen
zal hebben.
Deze gedenkwaardige Rijksdagzitting is
een zaak van internationaal belang gewor
den. De woorden van den Rijkskanselier
hebben in Franki' ij k en En g el and
commentaren uitgelokt. Vooral de passage
„W.ij hebben in Marokko niets afgestaan
dat wij niet reeds gegeven hadden," zal in
Frankrijk nog wel gébruikt worden.
De „Liberté" speelt ze al tegen de re
geering uit.
De „Times" schrijvende over de zitting
van den Duitschen Rijksdag van gisteren,
betreurt ernstig de heftige aanvallen van
Heydebrand op Engeland. Hoewel liet blad
best inziet dat die redevoering gehouden
werd met het oog op de aanstaande Rijks
dagverkiezingen, beschouwt toch de „Ti
mes" de redevoering en de geestdrift waar
mede zij ontvangen werd als een onrustba
rend symptoom, te meer daar zij door niets
gerechtvaardigd werden.
In Engeland is het feit nog altijd
het aftreden van Balfour. Vrij
spoedig is voorloopig Bonar Law, een van
de leidende voorstanders der tariefhervor
ming, aangewezen als opvolger van Bal
four. Alle ambtgenoot-en hebben de verze
kering gegeven dab zij hem getrouw zullen
steunen. Deze afspraken zullen het de ver
gadering van de unionistische partij op
Maandag mogelijk maken om Bonar Law
met algemeene stemmen te kiezen.
Het is intusschen nog onzeker of deze
de benoeming zal aannemen.
Balfour heeft een goedé pers. Hij heeft
een belangrijke loopbaan achter zich.
Wie die loophaan nagaat, zal vermoede
lijk moeten toegeven dat hij niet altijd han
delde in het belang van zijn land, al han-
deldé hij ongetwijfeld steeds met de besta
bedoelingen, en zal tevens moeten erken-
nen dat hij een hoogstaande figuur was
Heden brengen de partij-organen van alle
politieke kleur hulde aan den man, uien
men thans als partij-leider rhissen zal in
het Lagerhuis.
In F r a n k r ij k is eenige opschudding
verwekt door de publicatie in de „Ma-tin"
van een geheim verdrag met
Spanje over Marokko. De toch al niet
aangename toon tusschen de-beide landen
wordt er niet beter door, al jstaater niét
veel nieuws in het stuk.
In de F ranse he K a nx£ ir'ts^de be
handeling van de,s-k fu i t-i n t e r-
p e 11 at i^ J>egönnen. t
Dahietou, eischte, da.t ragen de schuldigen
een vervolging zou worden ingesteld. Do
anarchist Goudo kwam tegen do veron
derstelling, dat er sabotage zou zijn gepleegd
en verklaarde, dat de saboteurs de groote
heeren van de directies der kruitfabrieken
waren.
Chcron nam het woord om aan te toonen
dat hem, a.ls gewezen onder-seoretaris van
oorlog, niets te verwijten was en: hij bewees
afdoende, dat hij ten minste zijn plicht had
gedaan.
Do interpellatie, die met .eénige spanning-
was te genioot" gezien men. fluisterde
van een aanval van Clemenceau en -vail een
val van het kabihét verloopt kalm.
Rusland slokt geleidelijk Finland in.
Gisteren is in de Doema het ontwerp tot
inlijving van twee kerspelen' in het gou
vernement Wyborg aan de orde geweest.
Finland, zoo zei do minister 'Kokotsef, kan
geen afzonderlijke positie in "het. ondeelbare
Russische rijk innemen. Moge' op dit oogen
blik ook in Finland politieke opwinding
keerschen, deze zal tot kalmte komen. In een
broederlijke vereeniging met Rusland ligt de
waarborg voor den •economisclien bloei, met
de veiligheid ook, van Finland.
Het wetsontwerp is met groote meerderheid
aangenomen.
Thans weer China.
De toestand, blijft te Peking hoogst ge-
Spannen, hetgeen er niet op verbeteren zal
nu de opstand reids zoo goed 'als voor de
poorten der hoofdstad staat.
Reeds had de aangrenzende provincie
Sjantóeng zich onafhankelijk verklaard, en
nu wordt bericht, dat ook dé provincie
Tsjili, waarin Peking gelegen is, zich van
het rijk wil afscheiden. Aan de „Times" werd
eergisteren uit Peking geseind, dat de pro
vinciale raad des avonds iri buitengewone
zitting te Tientsin zou vergaderen, om tot
de afscheiding te besluiten en den onder
koning te verzekerenafstand tte doén van
zijn macht.
Op do wallen der verboden stad, waar
binnen de keizerlijke paleizen zijn gelegen,
werden reeds kanonnen geplaatst
Alle groote steden nagenoeg in Midden-
en Zuid-Cbina zijn thans in handen van de
ops tan deli ngen. Nog een öojrenblik scheen
het, alsof het centraal-gezag. -zich in Kan
ton zou kunnen staande houden. Men
meende dat de overheid, na alle troepen te
hebben samengetrokken, kon rekenen op
don steun van een uit 52,000 man samenge
stelde macht, op wier trouw kon worden ge
rekend. Maar ook Kanton heeft - zich nu
onafhankelijk verklaard.
Do gevolgen der onrustige tijden blijven
ook thans niet uit. Het rooverwezen, in
gewone tijden reeds sterlc ontwikkeld in
China, steekt thans duohtig het hoofd op;
de piraten beginnen de West-rivier wederom
onveilig te maken.
Ook de laatste berichten geven nog wei
nig hoop voor de Mantsjoe-dynastie.
Maatschappij voor Toonkunst.
Boheemsch strijkkwartet.
Weer stroomde .de groote Stadszaal vol ojn
na de Wognummers, de Bohemers te hoo
ren. Sinds de Wognummers den vorigen
avond het podium verlieten, was daar als
een oase een Oostersch palmenwoud opge
groeid, in welks schaduw de Bohemers hun
heerlijke instrumenten lieten zingen. Die
instrumenten vertolkten werkn van Dvo
rak, Haydn en Brahms; welke drie compo
nisten dat met elkaar gemeen hébben, dat
zij in Oostenrijk het eind van hun leven
doorbrachten. Haydn en Brahms stierven
in Weenen, en Dvorak in Bohemen. Dvorak
heeft heel wat voor de ontwikkeling der
muziek in Bohemen gedaan, en veel gecom
poneerd waarin Boheemsche melodieën ver
werkt worden; het is geen wonder dat dit
Boheemsch kwartet met voorliefde en met
ongemeen sublime weergave zijn strijkkwar
tetten vertolkt.
Ditmaal was opus 51 gekozen; waarin zulk
een prachtige „Dumka" voorkomt; ook
een wat zoetelijke Romance en een banale
Finale; maar met markante accenten echt
Boheemsch gespeeld. Zeer gemakkelijk
spreekt deze muziek tot ons; ook die van
Haydn, die den overgang vormde tot den
stroeven en moeilijker te naderen Brahms.
Haydn's frissche, haast naïeve muziek werd
bewust gespeeld, waardoor iedere noot een
beteekenis kreeg; heerlijk was 't korte Ada
gio, waarin de eerste viool de melodieuze-
tweede viool omspeelt; dan het statig Me
nuet en de zoo prachtig gespeelde Finale.
Na de pauze werd het geduld van de Bo
hemers door den steeds komenden en gaan
den man op een lange proef gesteld, totdat
eindelijk Brahms aan hét woord kon komen,
die lang niet zoo toegankelijk is als Dvorak
en Haydn, maar die bij nadere kennisma
king steeds wint. Er zijn muziekliefhebbers,
die BraHms even hoog, zelfs kooger dan
Beethoven stellen, maai' dit zal lang niet
iedereen toegeven. Wat in de werken van
Brakms boeit, is het diepe, echte gevoel,
zich uitend in de meest nobele melodieën,
waarvan in dit gespeelde kwartet-opus
heerlijke staaltjes aanwezig waren. Vooral
de melodie, die in het Andante met de eer
ste viool opbloeit, en de alt-solo, in het der
de deel, is muziek van onverwelkbare
schoonheid. Daartegenover staat nog veel,
"wat duister is, vooral in het eerste deel van
dit kwartet. Het Allegretto con variazioni
(laatste deel) maakte een grootschen indruk
door het rijke varieeren van het thema;
waartusschen de cello zijn geestige trekjes
en beroemde staccati liet hooren. Onover
troffen boeiend en nobel werd dit werk door
het kwartet gespeeld.
Wij behoeven deze vier kunstenaars niet
te gaan roemen, noch hun nameü te noe
men. Door hun jaarlijkseh bezoek zijn zij
van de Leidenaars goede vrienden, die Koog
staan aangeschreven; een bewijs hiérvan
is te vinden in de ieder jaar geheel gevulde
zaal en in het hartelijk applaus, dat hun
bij het binnenkomen te gemoet klinkt en
bij het weggaan een tot wederzien in zich
sluit.
I11 „O© GemeentewoDing" te
Noordwykerliout.
Men schrijft ons uit Noord\vijkerhoutf
Gisteravond was het lichtbeeldenavond in.
„De Gemeentewoning". De lichtbeelden
waren de attractie, waarmede ds. Boeke de
leden in het gebouw verzamelde, om over
eenige ernstige en belangrijke zaken met
hen te spreken.
Medegedeeld werd vooraf, dat de man-»
nen- en vr 0 uwenzangvereenigingen samcru
gesmolten zijn tot één zangkorps „Corcois
dia", onder de zinspreuk: „Concordia par-;
vae res crescunt," d.w.z.„Door eensgej
zindheid worden kleine dingen groot.'1
Daarna zong men gezamenlijk een paar
verzen uit Psalm 89, voorkomende in den
bundel van „De Gemeente woning," die zich
steeds uitbreidt.
Ds. Boeke sprak vóór de korte pauze over.
den „Zakbijbelbond," den Bond, die er
voor werkt, dat ieder rnensch- zijn eigen
bijbel immer bij zich zal ben, om bij elke
geschikte gelegenheid u.. ..et Wcord Gods
kracht en troost te kunnen putten.
Ds. Bceke beval het streven van dien
Bond warm aan.
Met lichtbeelden liet hij portretten zien
van voorvechters van den Bond, welke in
Engeland zijn oorsprong vond; plaatjes
worden vertoond van groepen politic-agen
ten, spoor- en tramwegpersoneel, enz., enz.,
die allen bij dien B-ond zijn aangesloten.;
Verder werden vertoond aardige plaatjes
uit Australië en Korea, waar de handige)
zakbijbeltjes ook reeds bij duizenden ver
spreid werden. Exemplaren van de vier,
Evangeliën, enz. in het handige zakfor
maat waren ter bezichtiging én voor aam
koop aanwezig'.
In de pauze zong men het lied: „Ik heb'
mijn bijbel bij me" van Morris Hartness.
Na de pauze behandelde spr. de geschie
denis van „De Gemeen te woning" in woord
en beeld. Zoo ergens, dan is op deze sticlv
ting van t oepassing de reeds eerder aange
haalde zinspreuk: „Concordia parvae res
crescunt." Een plaatje liet zien „De Ge
meentewoning (eerste tentoonstelling), ge-;
huisvest in de „oude school". Een ander
plaatje vertoonde de "archiefkast, die in dé
eerste jaren van het bestaan der Stichting
alle bezittingen bevatte; weer een an,
der de openingstentoonstelling in het nieu
we gebouw, waarin sinds geruimen tijd de
Stichting werkt. Ten slotte een plaatje van
de huis vlij btentoonstcl ling.
Spr. wees er op, hoe de op handen
zijnde winter bij uitstek de geschikte tijd
is- voor huisvlijt. Als men nu gedurende)
den winter daarop eens toelegde, dan kon
er wellicht in het voorjaar weer eens een.
tentoonstelling van het vervaardigde wor
den gehouden.
Mej-. Van Dissel was weer genegen, een
huisvlijtcursus te geven. Om eens te laten
zien, wat onderlinge werkzaamheid, geba-i
seerd op eensgezindheid, en mogelijk ge
maakt door den ernstigen wil, om het
goede te bevorderen, tot stand'kali bren
gen, vertoonde spr. nog een drietal foto's
van de Ver. „De Oosterspeelplaats" te Am
sterdam, waarvan uitsluitend arbeiders lid
zijn, en in wier gebouw de arbeiderskinds
ren, die anders op straat zouden slenteren,;
nuttig en aangenaam worden bezig gehou-:
den door menschen uit den arbeidersstand,-
die zich daarvoor belangloos beschikbaar
stellen.
Spr. meende, dat er op dat gebied ook
X50QOOOOOCGOC
In een allerliefst boudoir zit-een blonde
vrouw voor een knappend houtvuurtje. Het'
is grimmig buiten. De zon heeft zich af en
toe wel even vertoond, maai* is telkens
.weer verjaagd door kille sneeuwbuitjes,
die op straat een morsig spoor achterlieten
en, nu de avond begint te vallen, hangt er
een somber, grijs waas, hetwelk natüren,
die daarvoor gevoelig zijn, droefgeestig
Stemt.
Ongeduldig had mevrouw Van Hout-urn
zioli van het raam afgewend, haar hand
werk een lapje fijn linnen, waarin zij met
behendigde vingers door- uitgetrokken dra
den de kunstige figuren: zat de maken, op
zij gelegd en ziok behagéhjk gevlijd in een
hoekje van de ruime Ohèstérfield, waarin
haar slank persoontje bijna verdwijnt tus-
'fchen de donzige kussens.
Vóór haar 6taat de lage theetafel met
kleine lekkernijen voor haar afternoon-tea.
Haar omgeving getuigt van goeden smaak
en verfijnde levensbehoeften. De meubelen
eijn overtrokken met vroolijk cretonneeen
dessin van rozen in tintén van hét teerste
rose tot fluweelig donkerrood overgaande,
doorvlochten men blaren van dezelfde f.jii
groene tint als de zijden overgordijnen, die
rustig uitkomen oj3 het teere behang. Een
mooi antiek bureau vol portretten, een
paar tafeltjes met bibelots, een aardig
ouderwe-tsoh spiegeltje en mooie gravures
aan den wand, een licht gekleurd kleed c-p
den grond, hier en daar planten en over
al met zorg geschikte bloemen: een benij
denswaardig plekje oni te zitten droomen,
dat ie.deren bezoeker een indruk geeft
van comfort en gezelligheid, van er uren
lang te willen blijven!
Welk een heerlijk leventje moet die Claire
van Houtum toch hebben! Jong, mooi, ge
fortuneerd, weduwe zonder (kinderen; dus
zoo vrij als een vogeltje in de lucht! Vrij,
ja zekerMaar met absolute vrijheid gaat
ook onherroepelijk eenzaamheid gepaard.
I Eenzaamheid, die zooveel gelegenheid laat
tot denken, tot terugdenken aan vroegere,
lang vervlogen tijden; heerlijk wanneer het
mooie souvenirs zijn die men weer door
leeft; maar zoo ontzettend voor hen, die
terugkijken op verloren illusies, of zich)
machteloos voelen om goed te maken, vat
zij misdreven.
Claire tuurt voor zich uit. Het vuur knet
tert zoo lustig, het vlamt zoo grillig, zoo
vroolijk op en even speelt er een lachje om
haar mond. Zij ziet er zoo jong, zoo blij uit!
De straatlantaarn werpt haar schijnsel
even op (bet coquet gekapte hoofdjegoud
glanzend is het haar en ertkele krulletjes
kijken uitdagend over het voorhoofd heen.
Haar oogen lachen.
„Die Claire, zij is toch altijd even dartel
en zonnig! Ernstig is, zij. nooit!" zeggen
haar kennissen.
Zouden zij dat nog denken, als zij Kaar
konden gadeslaan in eenzame uren'?
Claires blik dwaalt af naar een plekje in
den haard, waar geen vlammen knetteren,
in rossen gloed; niets ligt er dan verkoold
hout en asch. Langzaam verdwijnt het
lachje van het mooie, vriendelijke gezichtje;
de oogon glanzen niet meer, droefgeestig
staren zij op die sombere plek; zij huivert
even, het is alsof zij ineens veelouder lijkt.
Zij denkt aan een.stuk van haar verleden;
een verleden, dat eerst, teen zij nog heel
jong was, als eemmpoie tuin, was, waar, alles
even welig groeide; bloemen waren er,
schitterend van 'kleur, iederen dag weer
nieuwe; kleurige vogeltjes fladderden er blij
rond en zongen hun hoogste lied, jubelend
in gouden zonneschijn.
In latere jaren Kad zij - zelf met haar
mooie, kleine hand als een bedorven kind
al de kostbarebloemen afgerukt om zich
zelf een oogenblik van genot te geven;
toen was het langzamerhand een verwaar
loosde tuin geworden, de bloemen waren
verwelkt of uitgebloeid, liéten haar laatste
blaadjes achteloos vallen op de met on
kruid bedekte paden, geen blij gezang weer
klonk er meer, en de verwilderde takken
van de boomen lieten geen zonnestraaltje
meer door. Wat had zij van haar leven ge
maakt? Zooails zoovelen „elle y avait oher-
ché une courté joie"dat was alles.
Zij was de afgod van haar ouders, die al
haar wenschen vervulden, eigenlijk vóór die
nog uitgesproken waren! Overal, waar zij
kwam, werd haar ij delheid gestreeld om dat
aardige gezichtje met die lachende oogen,
die haar den bijnaam van „petit rayon de
soleil" bezorgden.
Over den ernst-des levens, neen, daarover
had zij nooit nog nagedacht; zij was lief en
goedhartig van aard, maar ernstige gedach
ten hield zij er niet op na.
Alles, wat maar eenigszins een schaduw
had kunnen werpen op haar bestaan, werd
angstvallig door de ouders voor haar ver
borgen gehouden. „Laat het kind nog maar
zoolang mogelijk genieten, zij is nog zoo
jong en het is altijd nog vroeg genoeg om^
te hooren van- (^Verdrietelijkheden en-van-;'
den strijd, '.dié; efivom ons Keen gestreden"
wordtzeulèiupijijtot. elkaar.
Hoeveet oudeis denken er niet zo&i 2r$'
meenen het zoo heel goed; voor alle leed
willen zij hun 'lievelingen behoeden; alles,
wat hun pijn zou kunnen doen, vermijden.
Zichzelf cijferen zij geheel weg; geen op
offering is hun te groot, onuitputtelijk is
hun teederheid, maar zij bedenken niet;
hoe egoïst zij die kindleren maken, hoe
zwak in moeilijke oogenblikken, hoe onge
schikt om den rechten weg te volgen, die
zeker niet altijd de meest aangename
schijnt voor een oppervlakkig mensohen-
kind.
Claire trouwde een degelijk, ernstig man,
dié, na slechts enkele uren in haar gezel
schap geweest te zijn, tot de overtuiging
kw.am, dat zij voor zijn levensgeluk onmis
baar was, het zonnetje in zijn huis zou
worden.
Korte tijd van onstuimig geluk volgde en
toen kwam de ontgoochelingzij voelden dat
zij niet bij elkaar pasten. Yan Houtum was
stil en eenigszins teruggetrokken van aard
en Claire begreep hem niet, impulsief als zfj
was; als zij hem onstuimig om den hals
vloog en half verstikte onder haar liefkoo-
zingen, weerde hij haai* soms zachtjes af,
het Koofd vol erpstige zaken. Zij schreef
het toe aan onverschilligheid en ontevreden
verweet zij hem eijn koelheid. Zij had zioh
haar huwelijksléven zoo heel andera voorge
steld Een man, die altijd maar hard
werkte, niets hield van „pretjes",' altijd
zoo akelig ernstig keekhaar nooit eens be
wonderde, ja, het zelfs niet opmerkte, alfl
zij een nieuw toilet aanliad. Neen, dat was
toch wel wat al te erg! Zich rustig bezig
houden in huis kon zij niet; zij verveelde
zich en liet zich daarom meevoeren in den
dwarrelwind van allerlei pretjes, die Kaar
au fond toch onvoldaan lieten. Steeds was
zij omringd door jongelui, die haar een
„bout de cour" maakten.
Van Houtum, die zich veel illusies had ge.
maalkt van een rustig kalm-huiselijk leven,
was te trotsch, om zijn vrouw te toonen,
dat hij leed onder de verwijdering, die er
langzamerhand tussdben hen gekomen was.
'Claire dacht alleen aan zichzelf en wat
;haar pleizier deed; zij was egoïst ook in
ghaar genegenheid; merkte zelfs niet. dat
Hmar man niet gelukkig was.
Zoo verliepen er eenige jaren totdat een
ernstige ongesteldheid van Claire hen weel'
tot elkaar bracht en zijn teedere zorg en.
liefdevolle verpleging haar oogen opende
voor zijn groote, trouwe liefde, die zij met
haar oppervlakkige natuur nooit had kun
nen begrijpen.
Toen zij beter was geworden, brachten zij
samen eenige maanden door in het zuiden
van Franikrijk, in een plaatsje, waar het
sprookjesachtig mooi was, met de prachtig
ste pijnbossclien vlak bij de zeehet was
vroeg in het voorjaar en er waren nog geeu
ajidere gasten in het eenvoudige hotel. Het
was, alsof die heele mooie wereld voor hen
alleen was, en Claire, die zidh. 7.00 anders
voelde worden, alsof al het leelijke van haar
wegviel, alsof eerst nu haar oogeri werden
geopend voor hoogere idealen, voelde voor
het eerst, welk een zeldzaam geluk haar
deel was; een geluk, dat zij bijna ochteloo3
verspeeld Ihad.
Maar nu zou zij zich beteren Zij zou alles
in 'het werk stellen om Yan Houtums leven
te veraangenamen; altijd thuis zijn, als hij
van. zijn werk kwam; hem opbeuren, als
hij zorgen had; nooit meer (hom lastig val
len met allerlei futiliteiten! Nu eerst zou
den zij samen gelulkkig zijn; ze waren nog
jong en heel een leven hadden zij voor zich.,
Arme ClaireHet geluk, dat zij nu ein
delijk daoht gevonden te hebben, ihet mocht
niet duren! Missöhien was het zoo het bests
toch nog, want al waren haar voornemens
ook nóg zoo goed bedoeld, todk was het
waarschijnlijk een desillusie geworden-zoo
lang haar persoonlijkheid niet een absolute,
verandering had ondergaan.
Do werkelijkheid kwam tusschenbèide
met beslisten greep. Yan, Hout-urn V.ierf
korten tijd na het verblijf in .Ibet Zuiden.)
Het jonge vrouwtje bleef alleen achter
alleen met haar leed en met de wroeging
over een vehknoeid. leven. Alleen .aan zich
zelf had zij dat te danken. Zij zou het
nimmer meer ongedaan kunnen maken. O,
die vreeselijke gedachte, die haar overal
vervolgde en pijnigde, als zij alleen wa,s
Daar gaat de deur open; liet eleetrr-teh
licht wordt ontstoken; een elegant donker
mevrouwtje komt haastig binnen en begroet
Claire hartelijk. Zij brengt platen mee van
ikostumes voor eein bal costumé, dat op
handen is, en in minder dan geen tijd zitten
zij, de aardige hoofdjes dicht hij. elkaar, ge
bogen over allerlei figuren in bonte kle
derdracht druk te overleggen wat \.u w.e!
flatteuzer zal zijn: dat marquise-kostuu n
mét gepoederde pruik, korte rokjes en
schoentjes met hooge, yuurroode hakjes, ot
't roode van tule met paillettes bezaaide om
hulsel van „la déesse du feu.".'Zij lachen m
praten met verhoogde kleur en schitterend®
oogen, vol plannen voor het komende feest.
Als eén paar mooie vlindertjes, heel fijn
van bouw en, kleur, fladderen' zij door het
leven. Als het lot haai' even ruw heeft •ii*n-
geraakt. zitten zij een oogenblik verhijs*
terd ter neer en meenen voor altijd getrof
fen te zijn, maar het duurt niet lang of
de geurige roos in de verte lokt haar to*
zich, zachtjes streelen zij de pijnlijke vleu
geltjes langs de fluweelige blaadjeshet
doet hun zoo weldadig aan en... getroost
vliegen zij weer verder, naar een ander mooi
plekje, dat Ib-un toelacht in het verschiet..