No. 15835. USIDSCXX DAGrBEi&BWoensdag* 8 November. Tweede Blad. Anno 1911. Buitenlandseh Overzicht. Ingezonden. FEUILLETON. Valsche en ware liefde. De langverbeide ope-ning van het Fran- "ache parle ment heeft dan toch ein delijk gisteren plaats gehad. In zijn toespraak herinnerde de voorzit ter, Brisson aan de mannelijke kalmte van het land gedurende de FransolnDuitsche onderhandelingen. Zoo toonde het land dat het zich bewust van zijn kracht is en van hetgeen het wilde. Brisson bracht-vervolgens den buitenland- schen parlementen dank voor de betuigin gen van deelneming met de ramp van de „Liberté". Minister De Selves diende daarop het wetsontwerp tot goedkeuring van de (Fransch-Duitsche overeenkomst in. Het ontwerp werd verwezen naar de commissie .voor buitenlands'che zaken. "Van alle kanten komen de goedkeuringen van het verdrag door de mogendheden in. Eigenaardig is het feit-, dat ook de Sul tan van Marokko zelf, er zijn goedkeuring aan heeft gehecht. Er is veel werk voor de Fransche Ka mer. Tal van interpellaties vooral liggen te wachten. Ook de ministerieele rede van Caillaux te St.-Calais zal nog wel eens ter sprake komen. Behalve over Marokko heeft hij het bij die gelegenheid ook gehad over 'de binnenlandsche politiek. Hij verklaarde o.a., dat de regeering wat de verhouding van kerk en staat betreft en de sociale wetgeving, bet hervormingswerk krachtig zou voortzetten en voor alles naar orde en rust in het land sturen. Zoj noodig, zal het kabinet er niet voor terugdeinzen door nieuwe wetten zoowel het anarchisti sche als het rcactionnaire drijven in den lande tegen te gaan. De radicale pers toont zich zeer ingeno men met het ministerieele program. De conservatieve „Gaulois" is in de wolken over 's ministers standpunt t3n opzichte der -syndicale saboteurs. De .,Bataille Syn- dicaliste", het orgaan van de C. G. T. ver klaart, dat nog nimmer een regeering' hoofd met zulk een heftigheid zich tegen het pro letariaat heeft uitgelaten. In het Engolsche Lagerhuis heeft de minister van buitei.Mndsche za- kes, Grey, officieel twee incidenten uit den laatsten tijd geloochend. Ten eerste de bewering, die in sommige kringen geloof had gevonden, c fc de Brit fiche ambassadeur te Weenen betrokken zou zijn geweest bij de publicatie van een artikel, waarin kritiek werd geoefend op de staatkundevan Duitschland. En verder .was door de Duitsche pers bericht, dat mi nister Mc Kenna in een openbare rede voering de Duitsche staatkunde bad aange vallen. Van beide beweringen was niets waar. De minister zeide: ,,Een feit is, dat de Britsche amfcassa^ deur* te Weenen geen aandeel heeft gehad in de publicatie van het bewuste artikel en er evenmin van heeft geweten voor het verscheen. En Mc Kenna heeft geenszins de uitdruk kingen gebruikt, die hem in den mond wa ren gelegd. Deze zijn in het bericht over de redevoering ingevoegd en Mo. Kenna heeft niets van dien aard gezegd." Grey waarschuwde tegen het publiceeren van dergelijke onware berichten. Hoe spoe dig worden ze niet geloofd en is er een maal een opgewondenheid ontstaan, dan vermag de regeering er soms maar weinig tegen. Minister Asquith heeft een deputatie ont vangen. die kwam aandringen op alge meen stemrecht voor mannen. De minister zeide, dat hij het volkomen met de deputatie eens was, dat alle mannen op pond van hun burgerschap stemrecht be hoorden te hebben. Het wetsontwerp, dat in de volgende zitting ingediend zal worden zal het kies- reoht verleenen aan iederen ,,b-na fide" volwassen inwoner, terwijl niemand meer dan één stem zal kunnen uitbrengen. Het ontwerp bepaalt niets omtrent het kiesrecht voor vrouwen; het Lagerhuis zou dit echter, zoo het wilde, in de wet kun nen doen opnemen. De Duitsche pers heeft in het af treden van den minister van koloniën von Lindequist een prachtig onderwerp van Koog-politiek gehalte. Men weet dat de Rijkskanselier woedend is over het gebrek aan tucht van den kolo-. nialen minister. Overigens zjjn de opinies over de hou ding van v. L. in den bondsraad zeer ver deeld. Slechts een klein gedeelte keurt de houding goed, de overgroote meerderheid staat aan de zijde van den rijkskanselier en ziet in het optreden van v. L. een onge motiveerde overschatting van zijn positie als minister, die hij blijkbaar met die van een verantwoordelijk minister verward heeft. Ook de Keizer keurt de houding van den vroegeren minister af, en is van mee ning dat deze zich schuldig zou hebben ge maakt aan desertie. Een en ander zal nog wel in den Rijks dag ter sprake komen. Morgen begint daar de bespreking over het Marokko-verdrag. De toon zal, naar de stemming in den lande te oordeelen, wel niet bepaald aangenaam zijn voor de regeéring. Wij deelden reeds mee dat de Hon- gaarsch' e minister-president verklaard had, dat de onderhandelingen met de oppositie, om de stelselmatige o b- structie in de Hongaarsclie Kamer te doen eindigen, mislukt waren. In den loop van den dag werden nog door verschillende staatslieden van invloed pogingen onderno men om op het laatste oogenblik een verge lijk tot stand te brengen, doch zij bleven zonder resultaat, zoodafc de aangekondigde botsing tusschen regeering en oppositie on vermijdelijk is. Veel besproken werd de aankondiging van graaf Julius Andrassy, dat hij tegen de verkiezing van graaf Tisza tot Kamer voorzitter obstructie zou voeren. ,,De man, die den lSden November verbroken heeft," zoo verklaarde hij, ,,mag geen voorzitter wordenAan deze verklaring was een op gewonden gedachtenwiseling tusschen Tisza en Andrassy voorafgegaan. Later heeft Tisza Andrassy voor den heftigsten verte genwoordiger der hoogste politieke machte loosheid'uitgemaakt. In een vergadering van de regeerings- partij is dienzelfden avond besloten de ver kiezing van graaf Tisza tot voorzitter van de Kamer in plaats van den gisteren offi cieel afgetreden zijnden voorzitter Berze- viczy onder alle omstandigheden voor de eerstvolgende vergadering te bepalen. Daartegenover hebben de partijen der op positie besloten om haar met alle ten dien ste staande middelen te verhinderen. Men weet, welke middelen de Hongair- sclie kamer beschouwt als „ten dienste staande. Men heeft zich afgevraagd, wat torii vel de rede mocht zijn dat J o e a n-s j i-k a i steeds weigerde om naar Peking te komen en het eerste ministerschap op zich te nemen in China, Thans verluidt dat hij zich de laatste dagen heeft te nutte gemaakt om met de rebellen van Hoepeh tot overeenstemming te komen. Feitelijk moet een wapenstil stand gedurende den tijd van tien weken re^r beklonken zijn, welke Joean-Sji-Kai in -at zal stellen, naar Peking te gaan en to beproeven orde te brengen in den chaos. Gemeld wordt nu ook, dat de rebellen, van Hoepeh ten minste den eisch, dat China een republiek zal vormen, hebben laten vallen. Het berioht, dat de keizer van China ge vlucht zou zijn, wordt niet bevestigd. Wel wordt uit Peking gemeld, dat een menigte prinsessen en andere aanzienlijke dames een toevlucht hebben gezocht in M buitenland- sche nederzettingen. De Pekingsche berichtgever van de „Ti mes" wijst op het eigenaardig feit, dat zoowel Chineezen en Mandsjor bescher ming zoeken onder buitenlandsohe vlag. En het merkwaardigste daarbij is, dat bet mee- rendeel van die hulpzoekenden indertijd be hoorde tot hen, die het hevigst te keer gin gen tegen het verleenen van concess" aan buitenlanders, onder voorwendsel, dat daar door souvereine rechten van China werden geschonden. De keizerlijke regeering schijnt alle ge- Yoel van waardigheid verloren te hebben. Maandagavond werd, zooals wij reeds met oen enkel woord mededeelden, door de Kroon een edict uitgegeven, waarin de deugden van den generaal der opstandelin gen, Sjang Sjao Tseng, hoog opgehèmeld worden, en hem verzocht werd zich als kei zerlijk commissaris- naar de Yangtse-vallei begeven om de bevolking aldaar kennis te geven van de welwillende gezindheid van de Kroon jegens de opstandelingen. Een telegram uit Peking meldt heden, dat Joean Sji Kai dóór de Nationale Ver gadering formeel i3 benoemd tot eersten minister. Geachte Redactie In Uw Dagblad van 1 November komt onder „Gemengd Nieuws" het zeer droe vig ongeval voor een 12-jarigen knaap over komen die door de tram Leiden—Den Haag werd overreden. Den wagenbestuurder treft geen schuld'. Dat is juiist, want hij geraakte onder c:n van de gevolgrijtuigen. Maar nu wil ik alleen maar vragen waar om de trams niet van voldoende weermid delen, zal ik ze maar noemen, voorzien zijn, om het overrijden van mensch en d'ier te voorkomen, althans te beperken. Heb ik niet reeds jaren geleden gelezen dat de trams in Amerika \an die middelen zijn voorzien .waardoor het zoo goed! als onmógelijk is om dahronder te geraken? En wanneer dat zoo is, wordt het dan geen tijd dat de trams, die zoo zoetjes aan alle wegen in ons land onveilig beginnen te maken, daarvan voorzien worden? Ij)e aandacht van bevoegden meen ik bier- op te moeten vestigen. Met beleefden dank voor de verleende plaatsruimte, Uw abonné, WK. Mijnhócr "de Redacteur I iWilt li zoo goed zijn onderstaande t'e plaatsen? Bij voorbaat mijn dank. i\Vi nk e 1 s 1 ui t i n gl Op den voorgrond wil ik stellen dat ik als Rijksambtenaar geheel £n al bui ten de winkelsluitingsbeweging sta. Toch zou ik ook mijn mèenjng daarover willen kenbaar maken om te trachten dat vraag-: stuk tot -een oplossing te brengen. Dat een winkelbediende meer rust -ge niete, zoodat eón arbeidsdag van 12 k 13 uren niet meer voorkome, daar ben ik een sterke voorstander van. Dat daardoor echter een patroon' gedwongen zou 'wor den zijn winkel te sluiten en dus over zijn eigene arbeidskracht niet beschikken mag tegen zoo'n vrijheidsberooving. ben ik sterk gekant. Er is evenwel een middenweg! De arbeidswet doet die aan de hand. Een patroon mag geen personen bene den 16- of 17-jarigen leeftijd langer dan 7 uren 's avonds in dienst hebben. Die wet dwingt den patroon toch' niet óók reeds om 7 uren 't bijltje er bij neer te leggen? Welnu, laat men die wet wat aanvullen of uitbreiden, zoodat het winkelpersoneel er onder valt en de pa troon zal (na 8 of 9 uren) v r ij in zijn doen en laten blijven of hij- sluiten wil of niet. In de hoop de beweging hierdoor iets nader tot haar doel gebracht te heb-i ben, Hoogachtend U.Ed dw. Dn.? 1 G. M. Mijnheer de Redacteur 1 Gij staat mij zeker voor de laatste' maal wel eenige ruimte toe in het -„Leidsch Dagblad", als antwoord aan P. J. Bomli. Wat Bomli schrijft over het hondje, dat zijn pootje optilt, nu Bomlit die geschie denis krijgt gij van mij cadeau, misschien kunt gij het dan wel gebruiken voor een Zondagsblad van een zeker dagblad, want werkelijk het was echt moppig!! Uw ver weer over China- is echt Bomli-achtig om nu eens in uw trant tc schrijven. Gij dacht bij dit schrijven aan den steenen muur, juist Bomli, daarom val ik op uw stuk jes los als een stier op een roode vlag. Ik weet bij ondervinding Bomli, dat gij altijd anders schrijft, als dat de werkelijk heid is. Een bewijs wil ik den lezers daar van mededeelen. Tijdens de timmerlieden staking bespraken wij dikwijls verschillen de zaken met de staking in verband staan de. Op zekeren dag deelde Bomli mij mede dat er 2 vrije socialistische onderkruipers waren gekomen. Toen ik-Bomli mededeel de dat dit een onjuistheid of leugen was, beaamde hij dit, en gingen wij samen de Gehoorzaal huren voor een openb. verg. (Spiekman). Echter in het volgend num mer van j,De Timmerman", schreef Bomli toch bovenstaande leugen, aan ons adres. Had ik gelijk toen ik Bomli den raad gaf om zijn eigen straatje schoon te vegen? Als curiositeit, wil ik aan het boven staande nog het volgende toevoegen. Een van Bomli's geestverwanten, die toen Bom li' in bescherming nam, kwam mij later mededeelen dat hij zich in den persoon Bomli vergist had, en hetzelfde 'had on dervonden. Bomli's verweer over hef devies „Een voor allen, allen voor één," is weer Bom li-achtig. De staking- der zeelieden en dc-r böuwvakarbeiders vindt hij sympathiek, maar,de tactiekziet uwesIn welk orgaan hebt gij verklaard dat gij die sta kingen sympathiek vindt? Dat durfde gij niet, Bomli. Dat de arbeidersbeweging nu op haar beenen komt te staan en aardig leert marcheeren, het volgendeEen dei- organisaties, die reeds lang op eigen bee nen staat en als de bloem der moderne vakbeweging wordt uitgespeeld, is de A. N. D.-B. (Alg. Ned. Diamantbewerkers- Bond.) .Weet gij wat de voorzitter IT. Po lak er van zeide in een der laatste num mers van Het Weekblad. „De leden waren een'troep parvenu's, waarvan hij spuwde". Gelukkig dat dit nog maar een klein stukje der moderne vakbeweging is, dat op eigen beenen leert staan, maar als nu de geheele moderne vakbeweging het zoover brengt als de A. N. D.-B., en de leiders denken zóó over het gehalte, nu, Bomli, laat hen (de leden) dan anarchistische krachttoeren doen (directe aktie) en de arbeiders zullen geen parvenu's worden, maar strijdbare makkers, totdat wij bereikt hebben: Allen voor één, één voor allen!" H. v. DUUREN, Loten Paleis voor Volksvlijt. Naar wordt medegedeeld, moet door eeni ge obligatiehouders der premieleenlng van het Paleis voor Volksvlijt een proces aan hangig zijn gemaakt tegen de commissie van beheer van het Waarborgfonds. MacSimistOEnexasvieiBS. De commissie voor de machinisten-exa mens, aanvangende 23 dezer, zal zitting houden te Utrecht. De aanvragen om tot die examens te wor den toegelaten moeten den voorzitter der commissie (den heer J. Stook er, te Hilver sum vóór 18 dezer bereikt hebben.) Voor bijzonderheden zie men de „Stc-t." no. 261. Examen Maleische taal, enz. De commissie tot het afnemen van het examen in de Maleische taal en in de land en volkenkunde van Ned.-Indië aan Euro- peesche onderwijzers van gouverne- ments- en particuliere kweekscholen voor de vorming van inlandsche onderwijzers daar te lande4 noodigt hen die wenschen deel te nemen aan het in de maand Decem ber 1911 te Leiden af te nemen examen, uit daarvan vóór 25 dezer schriftelijk te doen blijken aan den secretaris der com missie den heer J. C. G. Jonker, Plantsoen' 73, Leiden. Voor bijzonderheden zis men de „Stct." no. 261. SPORT, STANDEN. Korfbal; Nederlandschë Korfbal-Bond. Dool- Puateü Voreenigingen '6 'i i O O a Eerste Klasse Zuid. l.A. L. O.- 2.0 S. C. R. 3. Vitesse (L.) 4. Velox 5. Amicuia' 3 3 0 0 6 30 11 2.—i 2 2 0 0 4 15 6 2.— 3 2 0 1 4 19 8 1.33 3 0 0 3 14 26 3003— 5 32 Derde Klasse Zuid. 1. Fluks 1 1 0 0 2 12 0 2.0. S. C. R. II 1 1 0 0 2 5 2 2.— 3. Vitesse II (H.) 1001— 2 5 4. I-I S. V, 1001— 0 12 t Hockey. Nedorlandsche Hockey- en Bandy Bond. Tweede IClassc A. 1.H D. M. 2 24 12 1 2. 2. Hilversum 2 2 4 5 2 2.— 3. G. H. C. 3 1 1 1 3 5 5 1.— 4. Victoria 3 1 2 2 7 10 0.63 5. Leiden 2—1 1 1 2 6 0.50 6. Utrecht 2 2 18 Voetbal. Nederlandsche Voetbal-Bond. Westelijke Tweede Klasse B. 1. Xerx-es 6 6 0 0 12 18 7 2.— 2. Concordia 5 4 0 1 8 17 3 1.60 3. A. F. C. 6 3 12 7 12 8 1.16 4.D. V. S. 7 4 0 3 8 18 12 1.14 5. D. V. V, 7 3 0 4 6 11 13 0.85 6. A j a x 7 2 0 5 4 10 18 0.57 7. Achilles 6 114 3 4 13 0.50 8. Unitas 6 10 5 2 6 22 0.33 Westelijke Derde Klasse B. l.D. 0. S. 6 6 0 0 12 29 5 2.— 2.V. F. C. 5 4 0 1 8 12 3 1.60 3. Olympia 5 4 0 1 8 13 5 1.60 4. Zeist 6 3 0 3 6 10 11 1.— 5.R. V. Cf 6 2 0 4 4 10 15 0.66 6. Hermes 6 2 0 4 4 7 12 0.66 7. Voorwaarts 6 2 0 4 4 6 14 0.66. 8. Sportman 6 0 0 6 0 6 28 Reserve Tweede Klasse B. l.S. V. V. II 2 2 0 0 4 8 0 2. Concordia II 3201 4 6 8 3.Xerxes II 4211 5 7 5 4. D. V. V. II 3 1 1 1 3 3 3 5. V. F. C. II 5 2 0 3 4 8 7 6.Ajax II 3 0 0 3 0 1 10 Leidsche Voetba 1-B ond. Eerste Klasse. 2 1.33 1.25 1— 0.80, 1. L'. V.- V.- 3 3 0 0 6 13 3 2. s 2. Beresteyn I 3 2 0 1 4 15 1 1.33 3. Sportman II 2 10 1 2 4 2 1.—f 4.D. L. V. I 5 10 4 2 2 14 0.40. 5,Ajax III 10 0 1 0 1 15 1 Tweede Klasse. 1. L. Hercules I 4 4 0 0 8 33 5 2. 2.L. V. C. E. I 3 2 0 1 2 9 2 1.33 3. L. V. V. II 2 10 1 2 6 5 1.— 4. D. V. S. II 5 10 4 2 18 20 0.40, 5. Ajax IV 2 0 0 2 0 34 6. Beresteyn II 1 Derde Klasse- l.L'. V. V.- III. 2 110 -3 10 5 1.50 2. Sportman III 2 110 3 5 4 1.50 3.D. L. V. II 3 0 2 1 2 7 8 0.66 4. L. Hercules II 3 0 2 1 2 6 11 0.60, 5. Concordia - —v Vierde Klas. B. 1. Sportman IV 3 3 0 0 6 22 5 2.-1 2.L. V. C. E. II 10 0 1 2 4 i 3. Beresteyn III 10 0 1 2 7 4. L. Hercules III 10 0 1 1 11 Advocaat Waldau geleidde de gastvrouw aan tafel. Afgezien nog van de eer, was dit tevens een zeer aangename taak, daar Eva Heiwig bekend Btond eren knap als aardig te zjjn. Menigeen was van meenig, dat deze jonge, blonde vrouw zich een andere vriendin had moeten kiezen dan juist Henuy Scholinus, wier schoonheid het mannenoog nog veel meer aantrok. Henny's echtgenoot was aan Eva's rechter kant gezeten. De bakende en te Berlijn zeer hoog aangeschreven zenuwdokter zag er ver moeid en afgemat uit; maar ieder wist ook, dst dokter Scholinus zeer veel te doen had en heel ongaarne zyn t(jd door .gezellige avond jes" in beslag liet nemen. Voor de familie Heiwig zorgde hy echter altijd een uurtje over te hebben en ook heden trachtte hy, door allerlei attenties aan zijn buurvrouw, te bewijzen hoe aangenaam hem de uitnoodiging was geweest. Deze pogingen mislukten echter grootendeels, aangezien Eva Heiwig bijna vooitdurend en uitsluitend in beslag werd genomen door baar tafelheer. De jonge, ongehuwde advocaat had te Ber lijn wel is waar nog niet zulk sen naam ge maakt als dokter Scholinus, maar hij had toch enkele processen reeds met succes ge roerd en met het scheidingsproces van gravin L. had hjj veel van zich doen spreken. Sedert dien t(jd hadden de dames een zwak voor bem en was bij door Scholinus by de famite Heiwig geïntroduceerd. Tegen het einde van het diner, tosn het dessert reeds werd gediend, onderhield hjj zich met de gastvrouw over diamanten. De jonge vrouw droeg van die schitterende steenen eigenlijk meer aan zich dan wel paste by haar fijne, teere gestalte, en z(j bekende dan ook openhartig, dat zij voor juweelen eigenlijk een ziekelijke liefde bezat. Bij de uitdrukking ziekelijk" wierp zij een schuwen blik op dokter Scholinua, die het woord echter niet scheen te hebben gehoord. Toch liet zy haar stem een weinig zakken, terwijl zy vervolgde: „Dat is natuurlijk niet woordelijk op te vatten, mijnheer Waldau. Maar telkens, wan neer m(jn man mij zulk een sieraad geeft, kan lk daarvan zoo recht kinderlijk genieten sn als ik esns een bijzonder mooi ding bij anderen zie „Dan komt zeker een beetje vrouwenjaloezie in u op?" vroeg hij glimlachend. „Dat woord klinkt Diet erg mooi," ant woordde z|j nadenkend, terwijl oen blik wierp naar het andere einde der tafel, waar de heer Helwlg met mevrouw Scholinus zat te praten. Waldau hief dreigend zijn vinger op. „0 mevrouw, deze blik gold stellig niet uw echt genoot; na uw bekentenis daareven mag ik sr zeker iets anders uit besluiten?!" „Waarom?" „Mevrouw Henuy Scholinus draagt immers eeu bijzonder moois diamaoton speld in het haar?" Eva begon onrustig te worden en een zacht rood bedekte haar fijn gezichtje, om dadelijk daarop weer voor opvallende bleekheid te verdwijnen. „Ja werkelijk," antwoordde z|J eindelijk, „dis speld is buitengewoon, buitengewoon mooi. Grote, geef me een glaasje wijn." De bediende stond juist achter haar en voerde hst bevel haastig, doch geluidloos uit. Toen hij verder bedionde, keek Waldau hem na. „Een handige vont; geen druppeltje heeft hij nog vermorst; hebt u hem al lang, me vrouw?" „Neen, pas een week. Mijn man Is erg met hem ingenomen." „Zeo, natuurlijk prachtige getuigschriften .Natuurlijk. Waarom vraagt u dat zoo?" „Dat gezioht vertrouw ik niet recht." „Och, die gladgeschoren gezichten schijnen allemaal een masker te dragen." Mijnheer Heiwig wierp zijn vrouw eeu blik toe, waaruit deze begreep, dat zjj het sein messt geven om de séance op ts heffen. Waldau geleidde zijn dame naar het aan grenzende salon. „Zal ik uw echtgenoot b(j gelegenheid uw wsnsch maar vorklappen?" vroeg hij zaoht. „Hoe meent u „Een diamanten speld; er zijn nog wel meer dergelijke mooie soorten te krijgen." „0 neen, als 't u blieft, spreek er geen woord over tegen hem." En nu wendde zi) zich tot mevrouw Scholinus, die juist aan den arm van den huisheer binnentrad. „Mijn beste Henuy, wat zie je er weer beeldig uit vandaag 1" Hartelijk drukten zU elkaar de hand. „Jy ook, Eva, maar je echijnt zeer opgewonden te zijn; je oogen glinsteren ten minste koot ts- aohtig." Na de koffie trokken de heeren zich in de rookkamer terug, terwijl Prits Grote de li keuren ronddiende. Buiten op de gang had hjj van de gelegenheid gebruik gemaakt om uit elke fiesch eeu proefje te nemen. Daarna kauwde hi) vlug een paar koffisboonen, om den reuk te verdrijven, en met onverstoor bare waardigheid zette hy nu weer zyn taak voort. „Hy is werkeiyk goud waard," zei Heiwig tot Scholinus, die zich in oen heerlyken fau teuil had laten neervallen en alle likeuren liet voorbygaan. „Kyk maar, sik zyner bewe gingen is zoo vlug en zeker als vsn een zakkenroller." Waldau merkte tusschen twee trekken aan zyn sigaar op: „Bent u er dan wel zoo zeker van, mijnheer Hel wig, dat hy vroeger niet In die richting is werkzaam geweost „Daarover heb ik nooit zeer vesl nage dacht; ik ben in elk geval uitstekend over hem tevreden." Men bleef niet heel lang. Daar met dit diner eigeniyk hst uitgaaneseizoen vau dezen kring werd geopend, waren de gasten allon nog frisch en uitgaanslustlg; maar de stem ming van den gastheer scheen eenigszins ge drukt te zyn. Natuuriyk, de bankdirecteur Heiwig had het zeer druk; hy stood aau het hoofd van een groots zaak, zoodat het geen wonder was, dat zyn zakenzorgen hem soms wat ter neer drukten. Maar overigens werd hy algemeen beschouwd als iemand, die rykeiyk de zonzyde van het leven leerde kennen. Hy bezat een der mooiste villa's uit ds buurt eu over de goede, innige verhouding tusschen hem en zyn vrouw werd altyd met ophef gesproken. Dat hua ongeveer driejarig huweiyk tot nu toe kinderloos was gebleven, werd alge meen betreurd, maar ook werd betwyfeld of Helwlg wel een geschikte vader zou zyn. Een geschikte gastheer was hy dezen avond echter zeer zeker niet. Hy was ver strooid, stil, byna knorrig, dronk het eene glas cognac na het andere en keek eenmaal zelfs heimelijk op zijn horloge. Zoo was het dus geen wonier, dot de gas ten vroeger dan hun plan of gewoonte was het feest opbraken. Eva vroeg nog wel, dat zij wat zouden blyven, maar aan hru- verlangen werd niet voldaan. Weldra lag de villa verlaten en stil in den donkeren, sterloezen 1 obornacht, Waldau had zich bij het echtpaar Scholinus aangesloten. Hy keek op zijn horloge, waarna hy tot mevrouw Henny zeide„Het is nauwe- lyki elf uur; voor het begin van het seizoen hebben wy hot eigeniyk te kort gemaakt van avond. Ik zou nog wel lust hebben orgens oen gliasje te drinken 1" „Ik ook wel; hoe denk jy er over, Otto?" „Morgenochtend om negen uren komen de eerste patiënten al weer, lieveling." „O, je kunt dan ook nog meer dan genoog slaap krygen; als wij een auto nemen..." Nauwelyks nog had dokter Scholinus toe gegeven, of een in do nabyheid zyndo auto werd aangehouden. By het instappen wierp Otto Scholinus nog een blik op de villa der Helwige: „Hoe snel kan alles toch van aan zien veranderen. Enkele minuten geleden straalde uit alle vensters nog het licht en nu ls alles reeds In volmaakte duisternis ge huld en ziet men maar één lichtje, dat zeker ook gauw zal worden uitgedraaid." „Natuuriyk, man; ieder is bly als.de gasten vertrokken zyn; indien ook iedereen zenuwen had als kabeltouwen, kon jy gerust je beroep op zyde zetten." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5