No. 15835.
USIDSCXX DAGrBEi&BWoensdag* 8 November. Tweede Blad.
Anno 1911.
Buitenlandseh Overzicht.
Ingezonden.
FEUILLETON.
Valsche en ware liefde.
De langverbeide ope-ning van het Fran-
"ache parle ment heeft dan toch ein
delijk gisteren plaats gehad.
In zijn toespraak herinnerde de voorzit
ter, Brisson aan de mannelijke kalmte van
het land gedurende de FransolnDuitsche
onderhandelingen. Zoo toonde het land dat
het zich bewust van zijn kracht is en van
hetgeen het wilde.
Brisson bracht-vervolgens den buitenland-
schen parlementen dank voor de betuigin
gen van deelneming met de ramp van de
„Liberté".
Minister De Selves diende daarop het
wetsontwerp tot goedkeuring van de
(Fransch-Duitsche overeenkomst in. Het
ontwerp werd verwezen naar de commissie
.voor buitenlands'che zaken.
"Van alle kanten komen de goedkeuringen
van het verdrag door de mogendheden in.
Eigenaardig is het feit-, dat ook de Sul
tan van Marokko zelf, er zijn goedkeuring
aan heeft gehecht.
Er is veel werk voor de Fransche Ka
mer. Tal van interpellaties vooral liggen te
wachten. Ook de ministerieele rede van
Caillaux te St.-Calais zal nog wel eens ter
sprake komen. Behalve over Marokko heeft
hij het bij die gelegenheid ook gehad over
'de binnenlandsche politiek.
Hij verklaarde o.a., dat de regeering wat
de verhouding van kerk en staat betreft en
de sociale wetgeving, bet hervormingswerk
krachtig zou voortzetten en voor alles naar
orde en rust in het land sturen. Zoj noodig,
zal het kabinet er niet voor terugdeinzen
door nieuwe wetten zoowel het anarchisti
sche als het rcactionnaire drijven in den
lande tegen te gaan.
De radicale pers toont zich zeer ingeno
men met het ministerieele program. De
conservatieve „Gaulois" is in de wolken
over 's ministers standpunt t3n opzichte
der -syndicale saboteurs. De .,Bataille Syn-
dicaliste", het orgaan van de C. G. T. ver
klaart, dat nog nimmer een regeering' hoofd
met zulk een heftigheid zich tegen het pro
letariaat heeft uitgelaten.
In het Engolsche Lagerhuis
heeft de minister van buitei.Mndsche za-
kes, Grey, officieel twee incidenten uit den
laatsten tijd geloochend.
Ten eerste de bewering, die in sommige
kringen geloof had gevonden, c fc de Brit
fiche ambassadeur te Weenen betrokken
zou zijn geweest bij de publicatie van een
artikel, waarin kritiek werd geoefend op
de staatkundevan Duitschland. En verder
.was door de Duitsche pers bericht, dat mi
nister Mc Kenna in een openbare rede
voering de Duitsche staatkunde bad aange
vallen.
Van beide beweringen was niets waar. De
minister zeide:
,,Een feit is, dat de Britsche amfcassa^
deur* te Weenen geen aandeel heeft gehad
in de publicatie van het bewuste artikel en
er evenmin van heeft geweten voor het
verscheen.
En Mc Kenna heeft geenszins de uitdruk
kingen gebruikt, die hem in den mond wa
ren gelegd. Deze zijn in het bericht over
de redevoering ingevoegd en Mo. Kenna
heeft niets van dien aard gezegd."
Grey waarschuwde tegen het publiceeren
van dergelijke onware berichten. Hoe spoe
dig worden ze niet geloofd en is er een
maal een opgewondenheid ontstaan, dan
vermag de regeering er soms maar weinig
tegen.
Minister Asquith heeft een deputatie ont
vangen. die kwam aandringen op alge
meen stemrecht voor mannen. De
minister zeide, dat hij het volkomen met de
deputatie eens was, dat alle mannen op
pond van hun burgerschap stemrecht be
hoorden te hebben.
Het wetsontwerp, dat in de volgende
zitting ingediend zal worden zal het kies-
reoht verleenen aan iederen ,,b-na fide"
volwassen inwoner, terwijl niemand meer
dan één stem zal kunnen uitbrengen.
Het ontwerp bepaalt niets omtrent het
kiesrecht voor vrouwen; het Lagerhuis zou
dit echter, zoo het wilde, in de wet kun
nen doen opnemen.
De Duitsche pers heeft in het af
treden van den minister van koloniën von
Lindequist een prachtig onderwerp van
Koog-politiek gehalte.
Men weet dat de Rijkskanselier woedend
is over het gebrek aan tucht van den kolo-.
nialen minister.
Overigens zjjn de opinies over de hou
ding van v. L. in den bondsraad zeer ver
deeld. Slechts een klein gedeelte keurt de
houding goed, de overgroote meerderheid
staat aan de zijde van den rijkskanselier
en ziet in het optreden van v. L. een onge
motiveerde overschatting van zijn positie
als minister, die hij blijkbaar met die van
een verantwoordelijk minister verward
heeft. Ook de Keizer keurt de houding van
den vroegeren minister af, en is van mee
ning dat deze zich schuldig zou hebben ge
maakt aan desertie.
Een en ander zal nog wel in den Rijks
dag ter sprake komen. Morgen begint daar
de bespreking over het Marokko-verdrag.
De toon zal, naar de stemming in den lande
te oordeelen, wel niet bepaald aangenaam
zijn voor de regeéring.
Wij deelden reeds mee dat de Hon-
gaarsch' e minister-president
verklaard had, dat de onderhandelingen
met de oppositie, om de stelselmatige o b-
structie in de Hongaarsclie Kamer te
doen eindigen, mislukt waren. In den loop
van den dag werden nog door verschillende
staatslieden van invloed pogingen onderno
men om op het laatste oogenblik een verge
lijk tot stand te brengen, doch zij bleven
zonder resultaat, zoodafc de aangekondigde
botsing tusschen regeering en oppositie on
vermijdelijk is.
Veel besproken werd de aankondiging
van graaf Julius Andrassy, dat hij tegen
de verkiezing van graaf Tisza tot Kamer
voorzitter obstructie zou voeren. ,,De man,
die den lSden November verbroken heeft,"
zoo verklaarde hij, ,,mag geen voorzitter
wordenAan deze verklaring was een op
gewonden gedachtenwiseling tusschen Tisza
en Andrassy voorafgegaan. Later heeft
Tisza Andrassy voor den heftigsten verte
genwoordiger der hoogste politieke machte
loosheid'uitgemaakt.
In een vergadering van de regeerings-
partij is dienzelfden avond besloten de ver
kiezing van graaf Tisza tot voorzitter van
de Kamer in plaats van den gisteren offi
cieel afgetreden zijnden voorzitter Berze-
viczy onder alle omstandigheden voor de
eerstvolgende vergadering te bepalen.
Daartegenover hebben de partijen der op
positie besloten om haar met alle ten dien
ste staande middelen te verhinderen.
Men weet, welke middelen de Hongair-
sclie kamer beschouwt als „ten dienste
staande.
Men heeft zich afgevraagd, wat torii vel
de rede mocht zijn dat J o e a n-s j i-k a i
steeds weigerde om naar Peking te komen
en het eerste ministerschap op zich te
nemen in China,
Thans verluidt dat hij zich de laatste
dagen heeft te nutte gemaakt om met de
rebellen van Hoepeh tot overeenstemming
te komen. Feitelijk moet een wapenstil
stand gedurende den tijd van tien weken
re^r beklonken zijn, welke Joean-Sji-Kai
in -at zal stellen, naar Peking te gaan
en to beproeven orde te brengen in den
chaos.
Gemeld wordt nu ook, dat de rebellen,
van Hoepeh ten minste den eisch, dat
China een republiek zal vormen, hebben
laten vallen.
Het berioht, dat de keizer van China ge
vlucht zou zijn, wordt niet bevestigd. Wel
wordt uit Peking gemeld, dat een menigte
prinsessen en andere aanzienlijke dames een
toevlucht hebben gezocht in M buitenland-
sche nederzettingen.
De Pekingsche berichtgever van de „Ti
mes" wijst op het eigenaardig feit, dat
zoowel Chineezen en Mandsjor bescher
ming zoeken onder buitenlandsohe vlag. En
het merkwaardigste daarbij is, dat bet mee-
rendeel van die hulpzoekenden indertijd be
hoorde tot hen, die het hevigst te keer gin
gen tegen het verleenen van concess" aan
buitenlanders, onder voorwendsel, dat daar
door souvereine rechten van China werden
geschonden.
De keizerlijke regeering schijnt alle ge-
Yoel van waardigheid verloren te hebben.
Maandagavond werd, zooals wij reeds met
oen enkel woord mededeelden, door de
Kroon een edict uitgegeven, waarin de
deugden van den generaal der opstandelin
gen, Sjang Sjao Tseng, hoog opgehèmeld
worden, en hem verzocht werd zich als kei
zerlijk commissaris- naar de Yangtse-vallei
begeven om de bevolking aldaar kennis
te geven van de welwillende gezindheid
van de Kroon jegens de opstandelingen.
Een telegram uit Peking meldt heden,
dat Joean Sji Kai dóór de Nationale Ver
gadering formeel i3 benoemd tot eersten
minister.
Geachte Redactie
In Uw Dagblad van 1 November komt
onder „Gemengd Nieuws" het zeer droe
vig ongeval voor een 12-jarigen knaap over
komen die door de tram Leiden—Den Haag
werd overreden.
Den wagenbestuurder treft geen schuld'.
Dat is juiist, want hij geraakte onder c:n
van de gevolgrijtuigen.
Maar nu wil ik alleen maar vragen waar
om de trams niet van voldoende weermid
delen, zal ik ze maar noemen, voorzien
zijn, om het overrijden van mensch en d'ier
te voorkomen, althans te beperken.
Heb ik niet reeds jaren geleden gelezen
dat de trams in Amerika \an die middelen
zijn voorzien .waardoor het zoo goed! als
onmógelijk is om dahronder te geraken?
En wanneer dat zoo is, wordt het dan
geen tijd dat de trams, die zoo zoetjes aan
alle wegen in ons land onveilig beginnen te
maken, daarvan voorzien worden?
Ij)e aandacht van bevoegden meen ik bier-
op te moeten vestigen.
Met beleefden dank voor de verleende
plaatsruimte,
Uw abonné,
WK.
Mijnhócr "de Redacteur I
iWilt li zoo goed zijn onderstaande t'e
plaatsen? Bij voorbaat mijn dank.
i\Vi nk e 1 s 1 ui t i n gl
Op den voorgrond wil ik stellen dat
ik als Rijksambtenaar geheel £n al bui
ten de winkelsluitingsbeweging sta. Toch
zou ik ook mijn mèenjng daarover willen
kenbaar maken om te trachten dat vraag-:
stuk tot -een oplossing te brengen.
Dat een winkelbediende meer rust -ge
niete, zoodat eón arbeidsdag van 12 k
13 uren niet meer voorkome, daar ben ik
een sterke voorstander van. Dat daardoor
echter een patroon' gedwongen zou 'wor
den zijn winkel te sluiten en dus over zijn
eigene arbeidskracht niet beschikken mag
tegen zoo'n vrijheidsberooving. ben ik sterk
gekant.
Er is evenwel een middenweg!
De arbeidswet doet die aan de hand.
Een patroon mag geen personen bene
den 16- of 17-jarigen leeftijd langer dan
7 uren 's avonds in dienst hebben.
Die wet dwingt den patroon toch'
niet óók reeds om 7 uren 't bijltje er bij
neer te leggen? Welnu, laat men die wet
wat aanvullen of uitbreiden, zoodat het
winkelpersoneel er onder valt en de pa
troon zal (na 8 of 9 uren) v r ij in zijn
doen en laten blijven of hij- sluiten wil of
niet. In de hoop de beweging hierdoor
iets nader tot haar doel gebracht te heb-i
ben, Hoogachtend
U.Ed dw. Dn.?
1 G. M.
Mijnheer de Redacteur 1
Gij staat mij zeker voor de laatste' maal
wel eenige ruimte toe in het -„Leidsch
Dagblad", als antwoord aan P. J. Bomli.
Wat Bomli schrijft over het hondje, dat
zijn pootje optilt, nu Bomlit die geschie
denis krijgt gij van mij cadeau, misschien
kunt gij het dan wel gebruiken voor een
Zondagsblad van een zeker dagblad, want
werkelijk het was echt moppig!! Uw ver
weer over China- is echt Bomli-achtig om
nu eens in uw trant tc schrijven. Gij dacht
bij dit schrijven aan den steenen muur,
juist Bomli, daarom val ik op uw stuk
jes los als een stier op een roode vlag.
Ik weet bij ondervinding Bomli, dat gij
altijd anders schrijft, als dat de werkelijk
heid is. Een bewijs wil ik den lezers daar
van mededeelen. Tijdens de timmerlieden
staking bespraken wij dikwijls verschillen
de zaken met de staking in verband staan
de. Op zekeren dag deelde Bomli mij mede
dat er 2 vrije socialistische onderkruipers
waren gekomen. Toen ik-Bomli mededeel
de dat dit een onjuistheid of leugen was,
beaamde hij dit, en gingen wij samen de
Gehoorzaal huren voor een openb. verg.
(Spiekman). Echter in het volgend num
mer van j,De Timmerman", schreef Bomli
toch bovenstaande leugen, aan ons adres.
Had ik gelijk toen ik Bomli den raad gaf
om zijn eigen straatje schoon te vegen?
Als curiositeit, wil ik aan het boven
staande nog het volgende toevoegen. Een
van Bomli's geestverwanten, die toen Bom
li' in bescherming nam, kwam mij later
mededeelen dat hij zich in den persoon
Bomli vergist had, en hetzelfde 'had on
dervonden.
Bomli's verweer over hef devies „Een
voor allen, allen voor één," is weer Bom
li-achtig. De staking- der zeelieden en dc-r
böuwvakarbeiders vindt hij sympathiek,
maar,de tactiekziet uwesIn welk
orgaan hebt gij verklaard dat gij die sta
kingen sympathiek vindt? Dat durfde gij
niet, Bomli. Dat de arbeidersbeweging nu
op haar beenen komt te staan en aardig
leert marcheeren, het volgendeEen dei-
organisaties, die reeds lang op eigen bee
nen staat en als de bloem der moderne
vakbeweging wordt uitgespeeld, is de A.
N. D.-B. (Alg. Ned. Diamantbewerkers-
Bond.) .Weet gij wat de voorzitter IT. Po
lak er van zeide in een der laatste num
mers van Het Weekblad. „De leden waren
een'troep parvenu's, waarvan hij spuwde".
Gelukkig dat dit nog maar een klein stukje
der moderne vakbeweging is, dat op eigen
beenen leert staan, maar als nu de geheele
moderne vakbeweging het zoover brengt
als de A. N. D.-B., en de leiders denken
zóó over het gehalte, nu, Bomli, laat hen
(de leden) dan anarchistische krachttoeren
doen (directe aktie) en de arbeiders zullen
geen parvenu's worden, maar strijdbare
makkers, totdat wij bereikt hebben: Allen
voor één, één voor allen!"
H. v. DUUREN,
Loten Paleis voor Volksvlijt.
Naar wordt medegedeeld, moet door eeni
ge obligatiehouders der premieleenlng van
het Paleis voor Volksvlijt een proces aan
hangig zijn gemaakt tegen de commissie
van beheer van het Waarborgfonds.
MacSimistOEnexasvieiBS.
De commissie voor de machinisten-exa
mens, aanvangende 23 dezer, zal zitting
houden te Utrecht.
De aanvragen om tot die examens te wor
den toegelaten moeten den voorzitter der
commissie (den heer J. Stook er, te Hilver
sum vóór 18 dezer bereikt hebben.)
Voor bijzonderheden zie men de „Stc-t."
no. 261.
Examen Maleische taal, enz.
De commissie tot het afnemen van het
examen in de Maleische taal en in de land
en volkenkunde van Ned.-Indië aan Euro-
peesche onderwijzers van gouverne-
ments- en particuliere kweekscholen voor
de vorming van inlandsche onderwijzers
daar te lande4 noodigt hen die wenschen
deel te nemen aan het in de maand Decem
ber 1911 te Leiden af te nemen examen,
uit daarvan vóór 25 dezer schriftelijk te
doen blijken aan den secretaris der com
missie den heer J. C. G. Jonker, Plantsoen'
73, Leiden.
Voor bijzonderheden zis men de „Stct."
no. 261.
SPORT,
STANDEN.
Korfbal;
Nederlandschë Korfbal-Bond.
Dool-
Puateü
Voreenigingen
'6 'i i
O O
a
Eerste Klasse Zuid.
l.A. L. O.-
2.0 S. C. R.
3. Vitesse (L.)
4. Velox
5. Amicuia'
3 3 0 0 6 30 11 2.—i
2 2 0 0 4 15 6 2.—
3 2 0 1 4 19 8 1.33
3 0 0 3 14 26
3003— 5 32
Derde Klasse Zuid.
1. Fluks 1 1 0 0 2 12 0
2.0. S. C. R. II 1 1 0 0 2 5 2 2.—
3. Vitesse II (H.) 1001— 2 5
4. I-I S. V, 1001— 0 12 t
Hockey.
Nedorlandsche Hockey- en Bandy Bond.
Tweede IClassc A.
1.H D. M. 2 24 12 1 2.
2. Hilversum 2 2 4 5 2 2.—
3. G. H. C. 3 1 1 1 3 5 5 1.—
4. Victoria 3 1 2 2 7 10 0.63
5. Leiden 2—1 1 1 2 6 0.50
6. Utrecht 2 2 18
Voetbal.
Nederlandsche Voetbal-Bond.
Westelijke Tweede
Klasse
B.
1. Xerx-es
6 6 0 0
12
18
7
2.—
2. Concordia
5 4 0 1
8
17
3
1.60
3. A. F. C.
6 3 12
7
12
8
1.16
4.D. V. S.
7 4 0 3
8
18
12
1.14
5. D. V. V,
7 3 0 4
6
11
13
0.85
6. A j a x
7 2 0 5
4
10
18
0.57
7. Achilles
6 114
3
4
13
0.50
8. Unitas
6 10 5
2
6
22
0.33
Westelijke Derde Klasse B.
l.D. 0. S.
6 6 0
0
12
29
5
2.—
2.V. F. C.
5 4 0
1
8
12
3
1.60
3. Olympia
5 4 0
1
8
13
5
1.60
4. Zeist
6 3 0
3
6
10
11
1.—
5.R. V. Cf
6 2 0
4
4
10
15
0.66
6. Hermes
6 2 0
4
4
7
12
0.66
7. Voorwaarts
6 2 0
4
4
6
14
0.66.
8. Sportman
6 0 0
6
0
6
28
Reserve Tweede Klasse B.
l.S. V. V. II 2 2 0 0 4 8 0
2. Concordia II 3201 4 6 8
3.Xerxes II 4211 5 7 5
4. D. V. V. II 3 1 1 1 3 3 3
5. V. F. C. II 5 2 0 3 4 8 7
6.Ajax II 3 0 0 3 0 1 10
Leidsche Voetba 1-B ond.
Eerste Klasse.
2
1.33
1.25
1—
0.80,
1. L'. V.- V.-
3 3 0 0
6
13
3
2. s
2. Beresteyn I
3 2 0 1
4
15
1
1.33
3. Sportman II
2 10 1
2
4
2
1.—f
4.D. L. V. I
5 10 4
2
2
14
0.40.
5,Ajax III
10 0 1
0
1
15
1 Tweede Klasse.
1. L. Hercules I
4 4 0 0
8
33
5
2.
2.L. V. C. E. I
3 2 0 1
2
9
2
1.33
3. L. V. V. II
2 10 1
2
6
5
1.—
4. D. V. S. II
5 10 4
2
18
20
0.40,
5. Ajax IV
2 0 0 2
0
34
6. Beresteyn II
1
Derde Klasse-
l.L'. V. V.- III.
2 110
-3
10
5
1.50
2. Sportman III
2 110
3
5
4
1.50
3.D. L. V. II
3 0 2 1
2
7
8
0.66
4. L. Hercules II
3 0 2 1
2
6
11
0.60,
5. Concordia
- —v
Vierde Klas.
B.
1. Sportman IV
3 3 0 0
6
22
5
2.-1
2.L. V. C. E. II
10 0 1
2
4
i
3. Beresteyn III
10 0 1
2
7
4. L. Hercules III
10 0 1
1
11
Advocaat Waldau geleidde de gastvrouw
aan tafel. Afgezien nog van de eer, was dit
tevens een zeer aangename taak, daar Eva
Heiwig bekend Btond eren knap als aardig
te zjjn. Menigeen was van meenig, dat deze
jonge, blonde vrouw zich een andere vriendin
had moeten kiezen dan juist Henuy Scholinus,
wier schoonheid het mannenoog nog veel
meer aantrok.
Henny's echtgenoot was aan Eva's rechter
kant gezeten. De bakende en te Berlijn zeer
hoog aangeschreven zenuwdokter zag er ver
moeid en afgemat uit; maar ieder wist ook,
dst dokter Scholinus zeer veel te doen had en
heel ongaarne zyn t(jd door .gezellige avond
jes" in beslag liet nemen. Voor de familie
Heiwig zorgde hy echter altijd een uurtje
over te hebben en ook heden trachtte hy,
door allerlei attenties aan zijn buurvrouw, te
bewijzen hoe aangenaam hem de uitnoodiging
was geweest. Deze pogingen mislukten echter
grootendeels, aangezien Eva Heiwig bijna
vooitdurend en uitsluitend in beslag werd
genomen door baar tafelheer.
De jonge, ongehuwde advocaat had te Ber
lijn wel is waar nog niet zulk sen naam ge
maakt als dokter Scholinus, maar hij had
toch enkele processen reeds met succes ge
roerd en met het scheidingsproces van gravin
L. had hjj veel van zich doen spreken.
Sedert dien t(jd hadden de dames een zwak
voor bem en was bij door Scholinus by de
famite Heiwig geïntroduceerd.
Tegen het einde van het diner, tosn het
dessert reeds werd gediend, onderhield hjj zich
met de gastvrouw over diamanten.
De jonge vrouw droeg van die schitterende
steenen eigenlijk meer aan zich dan wel paste
by haar fijne, teere gestalte, en z(j bekende
dan ook openhartig, dat zij voor juweelen
eigenlijk een ziekelijke liefde bezat. Bij de
uitdrukking ziekelijk" wierp zij een schuwen
blik op dokter Scholinua, die het woord
echter niet scheen te hebben gehoord. Toch
liet zy haar stem een weinig zakken, terwijl
zy vervolgde:
„Dat is natuurlijk niet woordelijk op te
vatten, mijnheer Waldau. Maar telkens, wan
neer m(jn man mij zulk een sieraad geeft,
kan lk daarvan zoo recht kinderlijk genieten
sn als ik esns een bijzonder mooi ding bij
anderen zie
„Dan komt zeker een beetje vrouwenjaloezie
in u op?" vroeg hij glimlachend.
„Dat woord klinkt Diet erg mooi," ant
woordde z|j nadenkend, terwijl oen blik
wierp naar het andere einde der tafel, waar
de heer Helwlg met mevrouw Scholinus zat
te praten.
Waldau hief dreigend zijn vinger op. „0
mevrouw, deze blik gold stellig niet uw echt
genoot; na uw bekentenis daareven mag ik
sr zeker iets anders uit besluiten?!"
„Waarom?"
„Mevrouw Henuy Scholinus draagt immers
eeu bijzonder moois diamaoton speld in het
haar?"
Eva begon onrustig te worden en een zacht
rood bedekte haar fijn gezichtje, om dadelijk
daarop weer voor opvallende bleekheid te
verdwijnen.
„Ja werkelijk," antwoordde z|J eindelijk, „dis
speld is buitengewoon, buitengewoon mooi.
Grote, geef me een glaasje wijn."
De bediende stond juist achter haar en
voerde hst bevel haastig, doch geluidloos uit.
Toen hij verder bedionde, keek Waldau hem
na. „Een handige vont; geen druppeltje heeft
hij nog vermorst; hebt u hem al lang, me
vrouw?"
„Neen, pas een week. Mijn man Is erg met
hem ingenomen."
„Zeo, natuurlijk prachtige getuigschriften
.Natuurlijk. Waarom vraagt u dat zoo?"
„Dat gezioht vertrouw ik niet recht."
„Och, die gladgeschoren gezichten schijnen
allemaal een masker te dragen."
Mijnheer Heiwig wierp zijn vrouw eeu blik
toe, waaruit deze begreep, dat zjj het sein
messt geven om de séance op ts heffen.
Waldau geleidde zijn dame naar het aan
grenzende salon.
„Zal ik uw echtgenoot b(j gelegenheid uw
wsnsch maar vorklappen?" vroeg hij zaoht.
„Hoe meent u
„Een diamanten speld; er zijn nog wel
meer dergelijke mooie soorten te krijgen."
„0 neen, als 't u blieft, spreek er geen
woord over tegen hem." En nu wendde zi)
zich tot mevrouw Scholinus, die juist aan
den arm van den huisheer binnentrad. „Mijn
beste Henuy, wat zie je er weer beeldig uit
vandaag 1"
Hartelijk drukten zU elkaar de hand. „Jy
ook, Eva, maar je echijnt zeer opgewonden
te zijn; je oogen glinsteren ten minste koot ts-
aohtig."
Na de koffie trokken de heeren zich in de
rookkamer terug, terwijl Prits Grote de li
keuren ronddiende. Buiten op de gang had
hjj van de gelegenheid gebruik gemaakt om
uit elke fiesch eeu proefje te nemen. Daarna
kauwde hi) vlug een paar koffisboonen, om
den reuk te verdrijven, en met onverstoor
bare waardigheid zette hy nu weer zyn taak
voort.
„Hy is werkeiyk goud waard," zei Heiwig
tot Scholinus, die zich in oen heerlyken fau
teuil had laten neervallen en alle likeuren
liet voorbygaan. „Kyk maar, sik zyner bewe
gingen is zoo vlug en zeker als vsn een
zakkenroller."
Waldau merkte tusschen twee trekken aan
zyn sigaar op: „Bent u er dan wel zoo
zeker van, mijnheer Hel wig, dat hy vroeger
niet In die richting is werkzaam geweost
„Daarover heb ik nooit zeer vesl nage
dacht; ik ben in elk geval uitstekend over
hem tevreden."
Men bleef niet heel lang. Daar met dit
diner eigeniyk hst uitgaaneseizoen vau dezen
kring werd geopend, waren de gasten allon
nog frisch en uitgaanslustlg; maar de stem
ming van den gastheer scheen eenigszins ge
drukt te zyn. Natuuriyk, de bankdirecteur
Heiwig had het zeer druk; hy stood aau
het hoofd van een groots zaak, zoodat het
geen wonder was, dat zyn zakenzorgen hem
soms wat ter neer drukten. Maar overigens
werd hy algemeen beschouwd als iemand,
die rykeiyk de zonzyde van het leven leerde
kennen. Hy bezat een der mooiste villa's uit
ds buurt eu over de goede, innige verhouding
tusschen hem en zyn vrouw werd altyd met
ophef gesproken.
Dat hua ongeveer driejarig huweiyk tot
nu toe kinderloos was gebleven, werd alge
meen betreurd, maar ook werd betwyfeld of
Helwlg wel een geschikte vader zou zyn.
Een geschikte gastheer was hy dezen
avond echter zeer zeker niet. Hy was ver
strooid, stil, byna knorrig, dronk het eene
glas cognac na het andere en keek eenmaal
zelfs heimelijk op zijn horloge.
Zoo was het dus geen wonier, dot de gas
ten vroeger dan hun plan of gewoonte was
het feest opbraken.
Eva vroeg nog wel, dat zij wat zouden
blyven, maar aan hru- verlangen werd niet
voldaan.
Weldra lag de villa verlaten en stil in den
donkeren, sterloezen 1 obornacht,
Waldau had zich bij het echtpaar Scholinus
aangesloten. Hy keek op zijn horloge, waarna
hy tot mevrouw Henny zeide„Het is nauwe-
lyki elf uur; voor het begin van het seizoen
hebben wy hot eigeniyk te kort gemaakt van
avond. Ik zou nog wel lust hebben orgens
oen gliasje te drinken 1"
„Ik ook wel; hoe denk jy er over, Otto?"
„Morgenochtend om negen uren komen de
eerste patiënten al weer, lieveling."
„O, je kunt dan ook nog meer dan genoog
slaap krygen; als wij een auto nemen..."
Nauwelyks nog had dokter Scholinus toe
gegeven, of een in do nabyheid zyndo auto
werd aangehouden. By het instappen wierp
Otto Scholinus nog een blik op de villa der
Helwige: „Hoe snel kan alles toch van aan
zien veranderen. Enkele minuten geleden
straalde uit alle vensters nog het licht en
nu ls alles reeds In volmaakte duisternis ge
huld en ziet men maar één lichtje, dat zeker
ook gauw zal worden uitgedraaid."
„Natuuriyk, man; ieder is bly als.de gasten
vertrokken zyn; indien ook iedereen zenuwen
had als kabeltouwen, kon jy gerust je beroep
op zyde zetten."
(Wordt vervolgd).