14». 1584T Woensdag October. A0. 1911. §eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommsr bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Offïeieele Kennisgeving. TOSHTERGIEBSSir. FEUILLETON, fferffiffeais aan allen. .,01" LEIBSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVEItTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17}, Grootere lottere naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contantelk tiental woorden meer 10 Cents.-Voor het incaBseeren wordt/0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 3 Cents; per 3 maanden f L10. Ëniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd tijn 1.30. Franco per postL65- VEKIÏIEZIXG. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op art. 98 der Kieswet; Brengen ter algemeene kennis, dat de processen-verbaal van de zittingen van de ioofdstembureaux, bedoeld bij art. 93 der Kieswet, tot het vaststellen van den uit slag der stemming ter verkiezing van één lid van den Gemeenteraad in het 1ste kies district en van één lid van den Gemeente raad in het 3de kiesdistrict der gemeente Leiden, op de pers van het Raadhuis zijn aangeplakt en voor een ieder ter Secreta rie dezer gemeente ter inzage zijn nederge- legd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELA AR., Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretarie. Leiden, 11 October 1911. VERKIEZING. De Burgemeester der gemeente Leiden; Gelet op art. 55, laatste lid der Kieswet; Brengt ter kennis van de kiesgerechtig- 3en, dat de herstemming ter benoe ming van én lid van den Gemeen teraad in het 1ste kiesdistrict ;en van één lid van den Gemeen teraad in het 3de kiesdistrict der gemeente Leiden, zal plaats hebben op Vrijdag 20 October 1911, van des voormiddags acht tot des namiddags y ij f uren. De lijsten der candi'daten bevatten in alphabetische volgorde de volgende namen: Voorhetlstekiesdistrict. J. G. VAN ES. H. W. FISCHER. Voor het 3de kiesdistriot A. H. J. ENGELS.. G. M. KRUIMEL. Art. 128 van het Wetboek van Strafrecht luidt: „Hij, die opzettelijk zich voor een ander Uitgevende, aan een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deel neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar/1 De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GUSELAAR. Leiden, 11 October 1911. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door 'HELENA VAN HEEL, melkslijtster, wo nende te Leiden, een verzoeksohri't is inge diend, om verlof voor den verkoop van uit sluitend alcohol-vrij en drank, voor gebruik ter plaats© van verkoop, in den winkel van fcet perceel Poelgeeststraat 19. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 11 October 1911. In verband met de nieuwe dienstregeling van de thans electrische lijn op Katwijk, op Noordwijk en Station—Leidsche Buurt worden binnen enkele dagen aan onze abon- nées nieuwe boekjes verstrekt* en de op karton gedrukte dienstregelingen ingeruild. Onze boomen en «1e Haagsche. Teen we des Zondagsmorgens na den Za terdagavond-storm van 30 Sept. zagen hoe- Veel hoornen in onze plantsoenen en onze Singels lagen geveld, sloegen we de handen ineen van verbazing. Maar toen we later hoorden, hoe de storm in het Haagsche Bosch had huisgehouden, hco daar geheele rijen woudreuzen waren ontworteld, merkten we dat wé nog van geluk mochten spreken. Hoe is het te verklaren, dat in Leiden naar evenredigheid veel minder slachtoffers onder de hoornen zijn gemaakt, dan in Den Haag? Zou het hier minder sterk hebben gewaaid? Er is geen enkele reden dit aan te nemen en het wordt zelfs zeer onwaar schijnlijk als men weet, dat in een buiten goed als „Oud-Poelgeest" nabij Leiden, de verwoesting niet minder groot is dan in het Haagsche Bosch. Had de wind dan misschien meer vrij spel onder de Haagsche bcomfen dan onder de Leidsche? Ook deze vraag moet ontkennend worden beantwoord. Integendeel, de hoornen aan onze Singels stonden in een enkele rij geschaard en kre gen ieder voor zich veel meer de volle laag, dan in een bosch, waar de eene rij de andere tot beschutting diende. Ook in de meer of minder losse boomen Behoeven wij het verschil niet te zoeken, evenmin in de soort der hoornen, want in beide opzichten zijn de omstandigheden een der. Naar ons van deskundige zijde werd ver zekerd, moeien wij de oorzaak zoeken jn d-e verschillende behandeling, die de hoornen in den loop der jaren hebben ondergaan. De Leidsche hoornen worden wat men noemt steeds kort gehouden. Wij, die daar- 4 over kolommen hebben moeten plaatsen van verontruste Leidenaren, die ach en wee rie pen over de mishandeling, die de stadstuin- lieden de boomen lieten ondergaan, weten 'er alles van. Ieder voorjaar worden er weer onder han den genomen en wordt onbarmhartig het oude, en naai* het oordeel der tuinlieden overtollige hout er uitgekapt. Ook wij hebben daarover het hoofd wel eens geschud en in den gemeenteraad is er zelfs een paar maal een interpellatie over gehouden. B. en Ws., voorgelicht door hun deskun digen in bosohbouw, hielden echter voet bij stuk, ook al werd er op gewezen, dat men in Den Haag, waar men het toch ook wel zou wéten, geheel anders handelde en de volle kruin recht deed. wedervaren. De uitkomst van de laatste krachtproef, waaraan moeder natuur de boomen heeft on derworpen, heeft de Leidsche schitterend ge rechtvaardigd. Tegen de enkelen, die in Lei den zijn gevallen, liggen de 100-tallen in Den Haag. Door do boomen geregeld en op tijd Hink t'e snoeien, blijven ze krachtig én terwijl de kruinen weder nieuw hout maken, slaat ook de wortel zich opnieuw dieper in den bodem. Voor het langer behoud der boomen, voor h'et ,op den duur frisch .en mooi houden is de méthode van snoeien- in onze gemeente» sedert een lange reeks van jaren toegepast, alleszins aanbevelenswaardig. Dat was do theorie indertijd reeds op advies van deskun digen, (d^or burgemeester Was in den Raad verdedigd, welke theorie, als wij goed zijn ingelicht, .thans op zeer sprekende wijze door de praktijk is bevestigd. Leiden, II October. In de alhier in het Centraal Israël. Weeshuis, onder voorzitterschap van den heer S. Dasberg, rabbijn te Dordrecht, gehouden vergadering der af deeling Zuid- Holland en Utrecht van Achawa, Bond van Israël. Godsdienstleerarcn in Nederland, werden onder meer na een inleiding van den eerwaarden heer A. de Welf, te Amers foort, besprekingen gevoerd over het onder werp Thora-vertalingen op do lagere gods dienstschool, ten einde dit gedeelte van het godsdienstonderwijs meer tot zijn recht te doen komen. Men kwam daarbij tot de slot som, dat men niet voor alle plaatsen te dezen opzichte een gelijke regeling kon treffen, aangezien de plaatselijke omstandigheden, die overal zeer verschillend zijn, zulks niet ged cogen. Door den eerwaarden heer H. J. Cohen, alhier, werd verslag uitgebracht over het verhandelde ter algemeene vergadering, te Meppel gehouden. In dén namiddag werden de leden door de welwillendheid van prof. dr. S- G. de Vries in do gelegenheid gesteld de Oosfcersche af- deeling der Ryksuniversiteitsbibliotheek te bezichtigen, waar hen onder leiding van den conservator dr. Th. Juynboll, de verschil lende belangrijke verzamelingen werden ge demonstreerd. In de pauze vereenigden zich de leden aan -een gemeenschappelijken lunch in het Gentr. Israël. Weeshuis, hun door liet Col lege van Regenten welwillend aangeboden. De Fransche mail wordt hedenavond hier ter stede verwacht. Op de Algemeene Begraafplaats bij Den Haag is in den meesten eenvoud overeenkomstig den mtdrukkelijken wensch van den overledene ter aarde besteld het stoffelijk overschot van mr. G. J. Goe- koop, lid van de Rekenkamer, oud-lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en oud-lid van de Tweede Kamer. Geen bloe men of kransen dekten de kist, geen rede voeringen werden er aan het graf uitge sproken. Maar velen, vrienden en tijdgenooten van mr. Goekoop, waren naar de doodenakker opgegaan om een stille hulde te brengen aan de nagedachtenis van den man, wiens ver scheiden in ruimen kring is betreurd. Aan de groeve dankte mr. Krabbe, raads heer in den Hoogen Raad, met eerbiedi ging van den wenscK, dat er aan het graf niet zou worden gesproken, allen, die door hun tegenwoordigheid blijk gaven van hun vriendschap, genegenheid en waardeering. Gisteravond hebben de leden der anti- rev. partij en die der katholieke fractie van de Tweede Kamer, in het gebouw dier Ka mer club-bijeenkomsten gehouden, tot het vatsstèllen hunner houding ten aanzien van eventueele voorstellen betreffende de rege ling der werkzaamheden op morgen. De verkiezing (candidaatstelling) te 's-Gravenhage voor een lid der Prov, Sta ten va-n Zuid-Holland (vacature-prof Kraus) is bepaald op 15 Nov. a. s., de ctemming op 29 Nov. en de herstemming op 13 De cember. De nieuwbenoemde burgemeester van Bennebroek, jhr. mr. L. A. van Sckuylen- burg, is ambtenaar ter Secretarie te Noord- wijk, en volgens de ,,0. H.C." voor velen in Bennebroek geen onbekende en dien allen als zoodanig zeer welkom. Wij roepen on zen nieuwen burgervader, zoo heet het in een bericht uit Bennebroek in dat blad ver der, een zeer hartelijk welkom toe en ver trouwen, dat de nieuwe waardigheidsbe kleder in alle opzichten zal voldoen aan de verwachtingen, die van hem worden ge koesterd. De Koningin heeft ook bij de Commis saris der Koningin in Zuid-Holland inlich tingen laten inwinnen omtrent de gevolgen van den jongsten storm, bepaaldelijk voor het Westland, en omtrent de hoegrootheid van de sohade, aan deze tuinbouwstreek toegebracht. Naar de „Haarl. Ct." meldt, ig me vrouw A. H. Yan Gent-Kosler benoemd tot directrice van de eerste 'huishoudschool voor meisjes in den Vrijstaat. Dr. H. T. Oberman, pred. bij de En- gelscho Gem. te Middelburg en te Vlissin- gen, is aangezooht voor een tkeologischen leerstoel aan het Auglo-Amerkaansdhie Theo logische „College" te Peking, tot opleiding van Chineescke predikanten. Drietal hij de Ned -Herv. Gem. te Utrecht (vac-dr. Troelstra): de predi kanten H. Bakker, te Koudum; N. A. Becht, te Loosduinen,, en M. Wou distra, te Welsrijp. De gewone audiënties van de ministers van buitenlandsche Zaken, marine, finan cien en koloniën zullen deze week niet plaats hebben. Het was gisteren te Alkmaar de groote dag van de feesten ter eere van het Ont zet, de dag van den bistorischen, allegori- schen optocht. Het weer hield zich uitste kend, en de treinen voerden talrijke bezoe kers van elders aan. Het Doelenveld, waar de opstelling van den optocht plaats had, leverde den geheelen morgen een allervroo- lijksten en kleurigen aanblik. De bonte kleeding, de schitterende harnassen, de wapperende veeren en pluimen, en daarbij zoo nu en dan het stralende herfstzonnetje, all©9 werkte mede tot verhooging van de feeststemming. Het eerste deel van den stoet bestond uit drie groepen, zoo ook het tweede deel, ter wijl een vredegroep den optocht sloot. Het geheel vormde een prachtigen stoet, die luide werd toegejuicht en waaraan on geveer 500 personen, 100 paarden en 7 zege wagens deelnamen. Gedurende den optocht had een incident plaats, dat gelukkig goed afliep. Op de Oude Gracht kreeg het paard van den Graaf van Hoorne kuren en geraakte in het water, terwijl zijn berijder afgeworpen werd. Deze bleef echter op den wal en be zeerde zich gelukkig niet. Het paard werd spoedig weer op het droge gebracht en naar de manége gevoerd, waar het van het kille bad bekomen kon. Na afloop van den optocht trokken het bestuur der „Ontzetvereeniging" en leden der feestcommissie met volle muziek voor op door do stad naar een der lokalen, waar men eenigen tijd gezellig bijeen bleef. HAARLEMMERMEER. Onverwachts werd P. S., wonende aan den Ringdijk bij de Nieuwe Brug, aangevallen en mishan deld bij zijn woning door den beminde zij ner zuster, H. de R. S. kreeg twee diepe sneden met een mes over zijn hoofd, benevens een vijftal sne den in zijn linkerzijde, waarvan er een paar, door al zijn goed heen, nog flinke wonden veroorzaakten, welke door den ge neesheer moesten worden gehecht. Wat de aanleiding tot dezen verraderlijken aanval i3 geweest, is nog niet met zekerheid vast te stellen. In ieder geval zal De R, zich voor den rechter to verantwoorden hebben^ KATWIJK-AAN-ZÈE. Een zeer voor spoedige reis maakte dezer dagen de log» ger „Claerhout," K. W. 143, van den hcei Parlevliet, schipper C. Schaap Hz., die Dinsdag te IJ muiden binnen kwam met 22 lart haring na een reis van acht dagen, LIS SE. Gistermiddag geraakte J. H. bij het afrijden met paard en wagen van de Rolbrug zoodanig bekneld met zijn hand. dat zijn pink er zoo goed als af was. R»; moest zioli onder geneeskundige 1-ehann ling stellen. Een jongetje van G. H dat uit school kwam, liep met zulk een vaart tegen een handwagen, dat het bewusteloos neerviel. Per raderbrancard van „Het Groene Kruis werd het kind' naar zijn woning vervoerd. NOORDWIJK. Evenals andere jaren deden de studenten van het Seminarie „Hageveld" ook dit jaar hun bedevaart naar Noordwijk, om de reliquieën van Sint- Jeroen te vereeren. Gistervoormiddag ver zamelden de ongeveer tweehonderd studen ten, onder de leiding van dertien geeste lijken zich in de parochiekerk, waar door Mgr. W. G. F. Snickers, regent van „Ha- geveld," de plechtige Hoogmis werd' ge celebreerd, geassisteerd door dé professo ren G. Kuijs en M. Th. van der Drift. De predikatie op het Martelveld, gelegen op „Calarama" waarheen men in processie optrok, werd gehouden d.>or prof. G. J. M. Maat. Het plechtig Lof om twaalf uren werd gehouden door prof. J. J. M. Jan sen Schmidt, daarbij geassisteerd door prof. Webbens en prof. Mart. Om halftweo verlieten de jonge bedevaartgangers ons dorp weer. SASSENHEIM. Door het uitvallen van het lemoen van een sleeperswagen kwam deze op de trambaan terecht, juist toen de tram naderde. Bestuurder en paard kwa men er goed af. Den wagen beeft men ge kanteld, om de baan vrij te krijgen. WOUBRUGGE. Een tachtigtal grond eigenaren alhier heeft het vorig jaar met den eigenaar der tienden, voor de tiend commissie te 's-Gravenhage gepleit over het reoht dier tienden. Den eigenaar der tienden won dat pleit. Thans was men nieuwsgierig naar den uitslag der schatting, welke hun nu door den secretaris der commissie gezonden werd en waaruit bleek, dat de schattingscommis- sie eerst een duizend H. A. slapende tien den had laten slapen en hen geschat op 40) „Mijnheer Ossory beloofde mij, dat hij er met Yannik over zou spreken. Maar zij wil niet, dat koppige nest." „Maar ik kan haar wel tot andere gedach ten brengen. Het geld zou goed te pas ko men," mompelde zij, haar magere, gerim pelde handen openend en sluitend, als greep zij naar de door haar begeerde geld stukken. „Laat het kind met rust!' zei Came. 3,Kom, ga je mee, Johnnie V' „Als mijnheer het aan mij wil over laten..." „Ga mee, Johnnie." Zij gingen heen, terwijl de oude vrouw stil voor zich uit bleef pruttelen en mom pelen. Mary Maohin ontving haar gasten blo zend. Zij vertelde, dat Téphany aan het schilderen was bij de rivier. Carne dacht, dat Téphany hem in de gele genheid wilde stellen haar alleen te spre ken. Maar Téphany had hieraan mét ge dacht; zij wilde slechts, dat Keats Mary alleen zou vinden, meer niet. Toen haar vriendin haar het groote nieuws was komen vertellen, was het niet in haar opgekomen, dat er op dit eerste aanzoek een tweede zou volgen. En toen Mary, nadat Johnnie haar goeden nacht Rad gewenscht, haai* kuste en haar iets toefluisterde van een an deren man, die nu misschien ook gauw ge lukkig zou worden door Téphany, glimlachte deze slechts en Mary legde' dien glimlach uit ten gunste van Oarne. Toen Mary na eenige oogenblikken John nie wat toefluisterde, maakte Keats een geheimzinnig teeken van verstandhouding tot zijn vriend. „Juffrouw Lane zit aan de rivier buiten het dorp," zei hij zachtjes, vlak bij Games oor. „Ga gauw naar haar toe. We vieren vanavond een dubbel feest. Ik telegrafeer om vuurwerk.'' Op dit oogenblik vroeg Téphany zich af hoe haar leven voortaan zou zijn zonder Mary Machin. Zij voelde, dat het geluk van Mary voor haar een ongeluk en een groot verlies zou zijn. Gedurende de laatste twaalf uren had zij zich voortdurend afge vraagd, hoe zij bét wel zou stellen buiten Mary en het was haar nog niet gelukt een antwoord op die vraag te vinden. Zij keek huiverend naar den Aven, die zich voortstuwde naar den oceaan. Er woei een frissehe bries en de rimpelige opper vlakte van het water had dezelfde grauwe, doodsche tint. De Augustusmaand was pas begonnen, maar toch was er reeds in lucht en aarde en water iets als de voorbode van herfst en winter. Het geruisch van de golven tegen de rotsen van Port Manech bracht haar den vreeselijken dag in herinnering van den noodlottigen storm te Concarneau. Zij keek, in gedachten veTzonken, naar haar schets, toen zij een voetstap hoorde op het pad, dat? naar de villa leidde. Zij keek op en zag, dat Carne met snellen stap naar haar toekwam. Dadelijk begreep zij het doel van zijn komst», hij kwam om haar te vragen zijn vrouw te worden. Ontsnappen was onmoge lijk. Met een licht gevoel van wrevel merkte Téphany, dat de jonge man volkomen zeker van zichzelf en van haar scheen te zijn. Zij was boos, omdat bij de heerlijke eenzaam heid en cle stilte, waarin zij werkte, nu zou verstoren; hij zou haar dwingen te spre ken, redenen op te geven, die hij niet zou aannemen; een eenvoudig neen zou niet voldoende zijn voor een man als hij. Zij groette Carne met een .flauwen glim lach. „Ik ben gekomen..." begon hij voortva rend. Téphany, met het palet in de hand, maak te een afwerend gebaar met haar penseel. „Ja," viel zij hem in de rede, „en... en, zou u het, alvorens verder te spreken, niet beter vinden, maar heen te gaan 1" Hij trok de wenkbrauwen op en keek haar verschrikt aan; maar toen begon hij te lachen, meenende den zin van haar woorden verkeerd begrepen te hebben. Zijn voortva rendheid had haar vrees aangejaagd. Haar blos, haar trillende lippen, haar snelle ademhaling gaven hem een ander liefelijk antwoord. „Neen," zei hij. Hij ging vlak voor haar staan en vestigde zijn schitterende oogen op de hare. „Neen, ik ga niet heen.'' Op dit besliste „neen" verdween alle zenuw achtige onrust by Téphany en maakte plaats voor een kalmte, die haar zelf verbaasde. fHeel goed," zei zU, op ruitlgen toon. HU ging op het zachte mos aan haar voeten zitten. fDoe ik u schrikken, als ik u zog, dat ik u liefheb?'' „Neen." „Wist geHebt ge geraden «Ja HU keek naar haar op en glimlachte. Té phany had medelUden met hem, ofschoon zU een minuut te voren, toen hU haar zoo zege vierend had aangekeken, bUna een hekel aan hem had gehad. Eb en vloed in hot mensche- lUk gevoel zUn tata geheimzinnigs als eb en vloed van den grooten oceaan, Carne richtte zich half op zUn elleboog op en keek haar recht in het gelaat. „Je bent de betooverendste vrouw van de wereld." Téphany antwoordde niet. ZU zocht naar het woord, naar hot gezegdo, dat hem het minst kwetsen zou. Maar toon hU trachtte haar hand te grUpen, die juist het patat had neergelegd, trok zU deze terug. fIk keu uw geheim," vervolgde hU zacht. „MUn geheim?" ZU bloosde. „Dat ge Marie de Lautrec, do zangeres, zUt." „01" „Ik sta aan den voet van de ladder, terwyi gU de bovenste sport bereikt hebt; maar ik zal die ook bereiken, dat verzeker ik u. 't Is niet, omdat ge een beroemde zangeres zyt, dat ik u liefheb; het is, omdat u Téphany Lane zyt. Eu ik verg niet van u, afstand te doen van uw kunst. In uw succes zal ikmU nog meer verheugen dan in het mUne zelf. WU zullen samen „Myaheer Carne, houd op, houd op, als 't u blieft.". „Ik heb je lief, onuitsprekeiyk meer dan ik zeggen kan." „Maar ongelukkig heb ik u niet lief." BU het hooren ?an die mot heftigheid uit gesproken woorden was Carne met oen' sprong overeind. „Maar ge wilt toch wel ik bedoel over eenigen tyd „Nooit," zei Téphany met onverbiddelUken nadruk. Een oogenblik bleef hy verbysterd en ver» slagon staan; toen zei hij: „Weet je het al van Yannik?" „Ja." „Hal" Er waa oen trilling van hoop in zijn stem. „Vondt ge dat het verkeerd van my was?" „Heel verkeerd." „Wat ik wilde doen, vondt ge lus hooi zondig, nietwaar?" ZU knikte ernstig. „Onvergeeflijk?" „Ja" „Ik tracht de zaak uit uw oogpunt to be- kyken en ik zou wel eens willen weten of gy xe uit myn oogpunt zoudt kunnen be kijken. Ik zal u alles vertellen van het begin af. Zes weken goleden had ik maar één vurige eerzucht. Dag en nacht dacht ik aan niets anders dan aan de groote schildery, die ik wilde schilderen. Wat ik gedaan hob, is niet kwaad, en ik was er ook niet ontevreden over; maar toch zag ik heel goed welk een groote afstand er nog lag tusschen de groote meesters en mU- Toen kwam ik in Pont- Aven, en het beviel me hier. Ik had een go- voel alsof ik hier iets xou kunnen voortbrengen, dat myn roem zou vestigen. Hier ontmoette ik u." (Wordt vervolgd..1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1