M\ 15839 Maandag 9 ÜctoBér. A0. 1911.
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Kunst, Ietteren, enz.
FEUILLETON.
Vergiffenis aan alien.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Vnn 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere letters na&i
plaateruimte. - Kleins advertentiën Tan 30 woordeu 40 Oente contantelk
tiental woorden meer 10 Cents.-Voor het incasseerenwordt/0.05berekend.
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leiden per «reek 9 Oents; per 3 maandeD 4 f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en «raar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco per post 1.65.
Besmettelijke ziekte*
ROODVONK.
Do Burgemeester van Leiden;
Gelet op artikel 21 deï "Wet van 4 De^
'ciember 1872 (Staatsblad No. 134)
Brengt tor algemeene kennis, dat in de
taveek van 2 tot en met 8 October 1911 aan
gifte is gedaan van 16 gevallen van Rcod-
.vonk en dat in die week geen personen,
jtan die ziekte zijn overleden.
Do Burgemeester voornoemd!,
N. O. DE GIJSELAAR,
Loiden, 9 October 1911.
Arbeidsbeurs*
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat gedu
rende liet 3de kwartaal 1911 bij het be-
jstuur der Arbeidsbeurs zijn ingekomen 55
aanvragen van patroons en 298 van werk
lieden en dat door bemiddeling dier beurs
Izijn geplaatst, 48 werklieden, verdeeld als
yolgt:
1 Bankwerker.
1 Gasfitter.
2 Grof bankwerkers.
1 Koekbakker
1 Loodgieter.
,6 Loopknechten.
1 Metselaar.
2 Schilders.
5 StucadoorS,
3 Timmerlieden.
1 Tuinman.
18 werklieden zonder vakkennis en
6 werksters.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
"N. O. DE GIJSELA AR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 7 October 1911.
Leaden, 9 öciobei*.
De heer O. W. Kouw, instrument-
Shaker bij het natuurkundig laboratorium en
onderwijzer in heb instrumentmaken bij de
Vereeniging tot bevordering van de opled-
'ding tot instrumentmaker alhier, nam Za
terdagnamiddag afscheid van zijn betrek
king na 50 jaren, waarvan 36 aan 't natuur
kundig laboratorium in 's Rijks dienst te
zijn werkzaam geweest. Hij werd bij die
gelegenheid te midden van een kring van
beambten en oud-leerlingen, namens deze en
namens vele anderen, waaronder degenen, die
aan het laboratorium als oonservator of as^
Bis tent zijn verbonden geweest of aldaar we
tenschappelijke onderzoekingen hebben ver
richt, alsook het bestuur van de Vereeni
ging tot Bevordering van do Opleiding tot
Instrumentmaker, door prof. Kamerlingh
Onnes hartelijk toegesproken.
Prof. Kamerlingh Onnes, die te voren met
Üen heer Kouw een rondgang door het la
boratorium had gemaakt, waarbij talrijke
herinneringen aan gelukkige oogenblikken
bij welgeslaagd werk waren opgehaald,
knoopte aan deze herinneringen de verze
kering vast, dat zij bij de velen, die op
Idit ©ogenblik van hun belangstelling wil
den doen blijken in vriendelijke herinnerin-
ring zijn gebleven. Hij wees op het gewicht
van dezen dag voor den heer Kouw, die
nu de gelegenheid wil geven aan jonge krach-,
ten oni dat to doen, wat hij in zijn hesten
tijd naar zijn besté vermogen voor het
sc'hoone instniment-makersvak heeft gedaan.
Verder stond hij in 't hijzonder stil hij de
blijken van waardeering, die de heer Kouw
voor zijn werk ontvangen had. Hij wees
op do bekroning bij den wedstrijd van in
strumentmakers van 'n door den heer Kouw
uit do hand 'gevijlden stalenstangpasscr van
1 Meter lengte, op 'het succes bij do ten
toonstelling bij gelegenheid van de verga-:
dering van de Vak-afdeeling voor Electro
techniek in het natuurkundig laboratorium,
op de hulde den h eer Kouw gebracht op
den 36sten herdenkingsdag van zijn intrede
in 's Rijks dienst, op het vleiend schrijven
van heeren Curatoren bij zijn 25-jarige dienst
vervulling aan het laboratorium, en eindelijk
op de gouden eere-medaille van Oranje-
Nassau den heer Kouw in 1902 verleend.
Prof. Kamerlingh Onnes vestigde et de aan
dacht op, hoe door deze onderscheiding naar
verdienste was gehuldigd de onvermoeide
en belangrijke hulp door den heer Kouw
verleend bij het overwinnen van de moori
lijkkleden, die het tot-stand.hrcngeu van de
Leidsohe instrumentmakers-opleiding mede
bracht.
Terwijl hij den wcnsch uitsprak dat de
heer Kouw met voldoening aan deze waar
dering terugdenkende, ook een vriendelijke
herinnering aan dit laatste uur mooht be
houden, .overhandigde hij den heer Kouw
een stoffelijk bewijs van belangstelling en
beval hij ,allo deelnemers daaraan in het
vriendelijk aandenken van den heer Kouw
aan.
Diep bewogen bracht de heer Kouw zijn
hartelijken dank aan allen, die hem het af,
scheid van zijn werkkring op deze wijze
lichter hadden gemaakt.
Door de Directie der Holl. IJzeren-
Spocrweg-Maatschappij is de installatie der
electrische verlichting van het Station en
verdere gehouwen te Leiden, opgedragen aan
den heer Chr. Langczaal, Nieuwe Rijn 93,
agent der N. V. Technisch Bureau, voorh-
J. Roosen" te Haarlem.
Tweetal bij de Rem. Geref. Gem. te
Oudewetering: de heer Blokker, prop. te
Leiden, en ds. La Gro, pred. te Zwammer-
dam. Zondag a. s. zal de Gem, daaruit een
keuzo doen.
Te 's-Gravenhage is overleden mr. G.
J. Goekoop, lid van de Algemeene Reken
kamer.
Mr. Goekoop promoveerde in 1870 te Lei
den, vestigde zich in zijn geboorteplaats
Goedereede cn trad op als ambtenaar van
het O. M. hij het Kantongerecht te Som-
melsdijk. Van 1872 tot '79 was hij burge
meester van Goedereede en Stellendam en
eerstgenoemd jaar werd hij ook lid van de
Prov. Staten van Zuid-Holland. In 1879
gekozen tot Gedeputeerde vervulde hij dit
ambt meer dan 25 jaar. Zijn verdiensten
voor de provincie waren groot. Yan 1884 tot
1904 heeft mr. Goekoop onafgebroken zit
ting gehad in de Tweede Kamer voor liet
keisdistrict Brielle. Op 17 December 1904
werd hij tot lid der Rekenkamer benoemd.
Mr. Goekoop werd 66 jaar oud.
B. en Ws. van Amsterdam stellen den
Raad voor hen te machtigen met B. en Ws.
van Zandvoort een overeenkomst aan te
gaan tot waterlevering in de gemeente
Zandvoort op de zelfde grondslagen als die,
waarop de in 1909 met Heemstede gesloten
overeenkomst berust.
Gisteren is te Lochem in den ouder
dom van 58 jaar overleden de heer R. A.
Jackson, gepens. majoor der infanterie, ge
durende tien jaar gedetacheerd bij het In
dische leger en sinds 1 Jan. j.l. correspon
dent 1ste klasse van de Nederlandscke
Bank, te Lochem.
Onder toeloop van een groot aantal
belangstellenden is Zaterdagavond op een
stuk land gelegen onder de gemeente Oud-
dorp „Oudt-Alkmaer" geopend, daar ge
sticht door de vereeniging „Floris van
Teylingen", ter gelegenheid van haar 50-
jarig bestaan. Hoewel de openingsplechtig
heid om 7 uren zou plaats vinden werd het
acht uren, voordat de heer A. Adelaar Jr f
geharnast als nu wijlen Jacob Cabeljou, de
oude stad Alkmaer officieel opende. Hij
gewaagde in zijn toespraak van de teleur
stellingen die „Floris van Teylingen" bij
den opbouw der stad had ondervonden,
doch liij prees den moed en de volhardiag
der ondernemers, die niets onbeproefd had
den gelaten om Oudt-Alkmaar op tijd ge
reed te doen zijn.
Betreurende dat B. en Ws van Alkmaar
bij de opening niet tegenwoordig waren,
dankte hij het gemeentebestuur van
Oudorp voor de medewerking die de ondor-
nemers van deze zijde hadden mogen on
dervinden. Hierna deed een muziekkorps
het Wilhelmus hoeren, dat door velen werd
medegezongen, en werd een ommegang
langs de winkels van „Oudt-Alkmaer" on
dernomen. Spoedig daarop heerschte er
een gezellige drukte in de verschillende ta
veernen.
De gezantschapssecretaris der tweede
klasse jhr. F. Michiels van Verduynen, is,
na 3$ jaar aan het kabinet van den minis
ter van Buitenlandsche Zaken te zijn ver
bonden geweest, gisteren van 's-Graven
hage naar zijn standplaats Rome afgereisd,
ter aanvaarding der functie van legatie-se
cretaris bij Hi*. Ms. gezantschap aan liet
Italiaansche hof.,
ALKEMADE. De Gemeenteraad zal
vergaderen op Woensdag 11 Oct. des vóór
middags te 9 uren. Te behandelen onder
werpen: lo. Ingekomen stukken en mede-
deelingen. 2o. Adres aanvrage subsidie
Bewaarschool. 3o. Gemeentebegrooting
Voor 1912. 4o. Reclames Plaatselijke
Belastingen, enz>
BODEGRAYEN. De heer J. Burggraaf,
veearts alhier, was met zijn rijtuig op de
Zuidzijde. Het paard schrikte van een
motorschuit in den Rijn en van een motor
fiets op den weg, en liep achteruit, waar
door de achterwielen van het rijtuig vin
den weg gingen. Gelukkig, dat d'e twee in
zittenden er vlug uitsprongen, want cp
eens brak het rijtuig in twee stukken. Het
paard sloeg op hol mét het voorste stuk
van het rijtuig achter zich, doch werd een
eind verder gegrepen. Het dier had zich
uitwendig aan een poot bezeerd.
KATWIJK-AAN-ZEE. De opening van
den electrischen tramdienst Leidenü.at-
wijk-aan-Zee is vastgesteld op Maandag
16 October a. 9.
Tot ring-agent van den verbondsring
„Leiden en Omstreken" van het Ned.- Jon-
gel.-Verbond is benoemd de heer W. A.
Zuurbier, onderwijzer aan de 1ste Herv.
School alhier.
Sinds den storm van Zaterdag j.l. lui
den de berichten over haringvangsten beter.
We vernamen, dat te IJmuiden een vaar
tuig 45 last haring aanvoerde. Ook Katwijk-
sche vaartuigen voerden flinke partijen
haring aan, zoo kwamen Zaterdag te IJmui
den binnen de loggers K. W. 101 en 151, elk
met 34 last pekelharing.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat de roe
ring in het zeewater door den jongsten
storm de haring meer naar de oppervlakte
heeft gevoerd. Als gevolg van den meerde
ren aanvoer waren heden de haringprijzen
dan ook iets lager dan eenige dagen te vo
ren. Evenwel was ook de kwaliteit iets min
der. Er kwamen hier Zaterdag 7 partijen in
afslag. Volle haring bracht op f 15.25 tot
f 15.65, Maatjesharing f 13.20, SteurKaring
12.40 tot f 14.45, IJle haring 12.90 tot
f 13.15, Makreel f 8.60 tot f 9.80. Alles per
kantje.
Het eerste schip onzer vloot heeft
„behouden teelt" n.'l. de logger „Neeltje>
Elizabeth" K. W. 98 van den heer W. Tom,
schipper J. dén Heyer. De bemanning
meest van elders afkomstig, verkoos liever,
misschien met het oog op de schrale vang
sten niet meer zee in te gaan.
De Keer N. van Beelen, alhier, is be
noemd tot direoteur der Ohr. Zangver.
„Looft den Heer" te Katwijk-aan-den-
Rijn, zulks ter vervanging van den heer P.
Bakker, die zijn directeurschap heeft neer
gelegd.
Hedenmorgen weerklonk reeds vroeg
het geroep van brand door ons dorp. Het
bleek, dat deze was uitgebroken in een
schuurtje achter dè woning van den heer
C. Pluimgraaff, alhier. Het vuur was ont
staan doordat bij het aanmaken van een
waschfornuis vonken op den zolder waren
gevallen op een hoop stroo. Spoedig was
men er bij met emmers water op da vlam
men te werpen, zoodat men het brandje
ongeveer reeds meester was, toen de brand
weer water gaf.
NOORDWIJKERHOUT. Zaterdagavond
vergaderde in café „Heilsbergen", de onder-
afdeeling „Hulp in Nood" van de R.-K.
Bloemist-, Land en Tuinbouw-werklieden-
vereeniging. Het doel der besprekingen be
trof hoofdzakelijk het Ziekenfonds. Do
voorzitter, de heer E. Broekhof, opende de
vergadering, waarna de penningmeester, de
heer E. Jansen, rekening en verantwoor
ding deed over den toestand der kas.
Spreker deed het veel genoegen te kun
nen mededeelen, dat de afdeeling „Hulp in
Nood" in den korten tijd van haar be
staan, reeds zoovelen had kunnen steunen.
Hot ziekenfonds werd opgericht 25 Juni
1911. Tot- 1 Oct. 1911 werd door de leden
aan contributie betaald f 123.93. Aan 20 le
den werd gedurende hun ziekte f 93.434 uit
gekeerd. Aldus een batig saldo van f 32.49$.
dit maakt met hetgeen nog in kas was, een
bedrag van f 8*2.86.
Alsnu was aan de orde herziening van
het reglement.
Heb punt „dubbele contributie" lokte ern
stige discussie uit. Hij, die nl. per week
het dubbele betaalt der gewone contributie,
zal in geval van ziekte een wekelijksclie uit*
keering krijgen van f 9.60.
Algemeen was men van meening, dat dit
punt aanleiding zou kunnen geven t-ofc mis
bruiken. Menig werkman zou gaarne in den
goeden zomertijd wat meer contributie beta*
len willen, om zich, als de winter ophanden
is, bij een kleine ongesteldheid ziek te mei
den en dan f 9.60 per week te trekken, welk
bedrag hem indien hij gezond is. door geen
enkelen baas wordt uitgekeerd.
Toch kon men nog niet besluiten genoemd
punt geheel te royeeren en het zal worden
aangehouden tot een volgende vergadering,
waarna do voorzitter deze bijeenkomsb on
der dankzegging voor do trouise opkomst
sloot.
Ook hier hebben de melkslijtors eon<
parig be-sloten den prijs der melk met één*
cent per L. te verhoogen.
De boter is hier eveneens zeer duur eü
kost thans f 1 per 4 K.G.
NOORD WIJK-AAN-ZEE. We vernemen,,
dat er a. s Woensdagnamiddag oefeningen
zullen gehouden worden met de reddings
boot van de N. en Z. II. Reddingsmaat
schappij, Station Noordwijk.
SASSENHEIM. Yoor de alhier gehouden'
droge veiling, onder directie van de heeren
Bader en De Mooy en ten overstaan van
notaris Ten Bruggeneate, was flinke aan
voer.
De prijzen voor dubbele narcis van Si on
en enkele narcis Golden Spur waren goed,
in aanmerking genomen de kwaliteit. Tul
pen gingen flink van de hand. O. m. werden
de volgende prijzen per H. L. besteed:
Cramoisi Brillant f 45, Mon Trésor f 25,
Murillo f 22, Proserpine f 70, La Reine f 6,
Gele Prins f 7. Bovenstaande prijzen moe
ten met 10 pCt. worden verhoogd.
Adriaan van Oordt.
Gisteren is het gedenkteeken op Adriaan
van Oordt's graf te Bussum onthuld.
Het opschrift zegt zonder ophef: „Ter
herinnering aan don dichter Adriaan van
Oordt, geboren te Dresden 19 Febr. 18G5,
overleden te Bussum 9 Oct. 1910. Zijn
vrienden."
Gisteren zijn wie deze hulde aan Van
Oordt's nagedachtenis hebben gesticht te
zamen gekomen op het kerkhof.
De heer Van Dishoeck, uitgever, sprak
een hartelijk inleidend woord en droeg do
zorg voor de eigenlijke plechtigheid op aan
den heer Robbers, die bij afwezigheid van
den voorzitter Alberdingk Th'ijm, de Ver
eeniging van Letterkundigen vertegenwoor
digde. Allen hier aanwezig, meende de
heer Robbers, zouden Van Oordt hebben ge
kend; onnoodig zijn eigenschappen in den
breede te schetsen. Als kunstenaar stelden
hem zijn kunstbroeders zeer, zeer hoog,
en het was niet zijn gedachtenis die om een
monumeDt vroeg. Het was de behoefte zij
ner vrienden om te huldigen den kunstenaar
in den mensch. Echt dichter die hij was,
leefde Van Oordt, van opschik wars, be-<
scheiden en eenvoudig, nam een werkzaam
deel aan het vereenigingsleven, won do
hef de van al wie met hem omging. Op zijn
grafsteen heeft de beeldhouwer vorm gege
ven aan de droefenis van zijn afsterven. En
inderdaad wij voelen die droefheid wanneer
88)
„Ik heb je zoo dlkwyls Je neus zien plat
drukken tegen de ■winkelruiten, starende
naar dingen, die je noodig hadt on die je
koopen kon, terwijl je toch eindigde met ze
niet te koopen."
„Dan was het zeker, omdat ik dacht, dat
lk mijn geld beter kon gebruiken," zeiKeats
met waardigheid.
„Neen, dat is het nletl Je denkt, dat er
misschien andere
„Och, weineen l Als ik besluiteloos ben, dan
heb Ik daar mijn redenen voor."
HU zweeg een oogenblik en vervolgde:
„Ik wou, dat ik niet zoo kaal was. Als lk
een kalen man iemand zUn hof zie maken,
dan vind lk daar altyd iets belachelUks in.
Voor den drommel I" barstte bU eensklaps
uit. „Alles aan mU is belachelijk, behalve mjjn
gevoel voor haar."
„Ze houdt van je," zei Came met overtui
ging. „Johnnie, elke minuut, die ja verloren
laat gaan, is kostbaar. Herinner je den kost
baren tUd, dien je met Mamie Schermerhorn
verloren hebt laten gaan. Smeed het Uzer,
terwUl het heet is."
tIk ben heet genoeg," zei Johnnie, zich het
voorhoofd afwisschend, „maar als ik by haar
ben, krUg ik altyd koude voeten."
Vanmiddag ga je naar Ros Braz."
„Als jU..."
„Ik kan niet, ik heb te werken. Johnnie,
ben je een man of ben je een muis?"
„Ik ben een man," sel Keats dappor.
„A propos, als je juffrouw Lane spreekt,
dan kun je haar terloops wel vertellen, dat ik
er van heb afgezien, Yannik te schilderen."
„Ik zal er aan denken," zei Johnnie.
Volgens afspraak begaf John Keats zich
dus vroeg op den middag op weg naar Ros
Braz.
Na zijn vriend succes en moed toege-
wenscht te hebben, bleef Carne hem nog
een poos nakijken en keerde toen naar het
hotel terug. Daar liet hij Yvonne vragen
haar even afzonderlijk te mogen spreken en
hoorde toen van het aardige kamermeisje,
dat de juffrouw in haa<r tuin was, die op
den heuvel ter rechterzijde van den weg
naar Quimperlé lag.
Carne glimlachte, terwijl hij den heuvel
besteeg, bij de gedachte hoeveel Yvonne
van haar tuin hield. Zij was nooit gelukki
ger dan wanneer zij in haai* moestuin haar
rijen doperwten en kropsalade telde en het
vermoedelijk aantal rijpe meloenen bere
kende. Zij begroette hem met een stralend
lachje en met de opmerking, dat de T*gen
wonderen verricht had
„Maar hij heeft ook slakken gebracht,"
voegde zij er bij.
„Ik ben den heuvel opgeklommen om u
te vertellen, dat ik het portret van Yanmk
niet schilder."
„Dat is best."
„En nu moet go mij eens heel eerlijk zeg
gen, waarom ge vanmorgen tot me zei, dat
het beter voor me zou zijn dat portret niet
te schilderen 1"
„O!"
Haar knap gehaat betrok.
„Ge begrijpt," drong Carne aan, „dat
ge mij een uitlegging schuldig zijt."-
Zijn stem .had een vleienden klank, toen
hij zich tot haar overboog en fluisterde:
„Ik ben heel discreet en zal het niet
oververtellen. En ik heb toch gedaan wat
ge me gevraagd hebt."
Yvonne trapte een slak dood.
„Ik heb een hekel aan die akelige, slij
merige dieren l" riep zij uit met ongewone
hevigheid. „En er zijn van die menschea,
die net eender zijn, die kruipen en dringen
in het hart van hetgeen rein en liefelijk is
en het verwoesten. Kom, gaat u mee met
me? Dan zal ik uw vraag gedeeltelijk be
antwoorden."
Zij geleidde hem naar een bank en Carne
ging naast haai* zitten. Het trof hem hoe
goed zij paste in dien eenvoudigen tuin,
die, afschoon voor practische doeleinden
aangelegd, zijn schildersoog aangenaam
streelde, door den overvloed van bloemen,
die langs de schutting groeiden.
Yvonne bleef een poos lang zwijgen en
zei toen:
„Ik zal u alles vertellen, wat ik kan; op
voorwaarde, dat u mij geen vragen doet."
„Afgesproken."
„Goed. Welnu, ik gaf u vanmorgen dien
wenk, omdat ik geloof, dat u een man van
eer bent."
Carnes oogen begonnen te schitteren. Hij
twijfelde er niet aan of zij wilde over
Tcphany spreken. Yvonne hield van
TépKany en wilde er dus voor zorgen, dat
er geen verwij dering kwam tusschen hem
en haar beschermelinge. Maar de schitte
ring verdween uit zijn oogen, toen Yvonne
langzaam, ais vreesde zij zich te verpraten,
vervolgde
„Omdat u een man van eer bent, zal ik
u iets vertellen, dat lang geleden gebeurd
is en waar ik veel verdriet van heb gehad.
Ik heb iemand verloren, die mij heel dier
baar was."
Zij zweeg weer. Carne krukte haar toe,
om haar te toonen, dat hij haar begreep en
met haar meevoelde. Hij was er nu zeker
van, dat Yvonne hem iets uit haar leven
wilde vertellen, een of ander voorval, dat
geen betrekking had op Tcphany. Dit stelde
hem wel is waar teleur; maar de glimp van
belangstelling en van nieuwsgierigheid bleef
in zijn oogen. Yvonnes goede woordenkeus
verwonderde hem, totdat hij zich herinner
de, dat zij altijd veel omgang had gehad
met menschen van beschaving en ontwikke
ling. Zij was slechts een boerendochter; zij
had een leven geleid van hard werken, van
zwaren arbeid op het land, zooals haar
ouders en haar grootouders vóór haar.
Maar tusschen de kooien in haar tuin had
zij bloemen geplant.
'Spreekt ge van liefde?" zei hij zacht.
„Ik spreek van eerzucht, mijnheer."
Dit woord verontrustte hem. Hij bewoog
zich' een beetje zenuwachtig, want hij begon
het doel harer inleiding te gissen.
„Ik ben eerzuchtig," vervolgde zij. „Ik
sympathiseer met allen, die eerzuchtig
zijn, vooral, wanneer zij jong zijn. Mijn
vrienden ik heb veel vrienden gehad
waren allen eerzuchtig, evenals u, mijnheer.
Zij komen hier bij mij en zij houden van
het eenvoudige leven van dit kleine plekje,
maar hun gedachten zijn ver weg in de
wijde wereld. Zij genieten het tegenwoor
dige, omdat zij vol vertrouwen zijn in de
toekomst. Ik kan dat niet in hen afkeuren,
want ik heb dat zelf ook gedaan. Of liever
zij lachte een eigenaardig lachje ïlc
doe dat nog. Het hotel, dat ik in mijn ver
beelding bezit, is veel grooter dan dat het
welk ik nu heb."
„Ik heb ook mijn luchtkasteel," zei
Carne.
„Een van de jongelui, die veel hier kwam,
had genieliet mooiste, wat er is op de we
reld. En juist omdat hij genie had, was hij
zelden voldaan over zijn eigen werk. Ontel
bare malen gooide hij het weg, veegde het
uit en begon het opnieuw, telkens en tel-'
kens opnieuw."
„Ja, ja," zei Carne levendig. „Dat is de
ware manier."
„Ongelukkig was hij heel arm en kon hij
niet vinden, wat hij hier zocht. Ik.raadde
hem dus aan, Pont-Aven te verlaten. Ik
begreep, dat hij in Morbihan, op de meest
woeste plek van de streek, zou vinden wat
hij hier tevergeefs gezocht had. Hij liet zich
overhalen en ging er heen."
Een oogenblik bleef zij zwijgen; toen ver
volgde zij
„Hij vond het ook, een heel mooi meisje.1
Hij schreef het me en was vol verrukking
over haar schoonheid. Hij zond mij een
schets en verzekerde mij, dat hij er nu ze
ker van was te zullen slagen en zijn roein
met haar portret gevestigd zou zijn. Mis
schien hebt u, toen u Yannik zag, ook ge
dacht, dat uw roem gevestigd zou zijn, ala
u haar schilderde."
„Ja," zei Carne.
(Wordt vervolgd.)