M\ 15839 Maandag 9 ÜctoBér. A0. 1911. <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Kunst, Ietteren, enz. FEUILLETON. Vergiffenis aan alien. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Vnn 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere letters na&i plaateruimte. - Kleins advertentiën Tan 30 woordeu 40 Oente contantelk tiental woorden meer 10 Cents.-Voor het incasseerenwordt/0.05berekend. PRIJS DEZER COURANTS Voor Leiden per «reek 9 Oents; per 3 maandeD 4 f 1.10. Buiten Leiden, per looper en «raar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per post 1.65. Besmettelijke ziekte* ROODVONK. Do Burgemeester van Leiden; Gelet op artikel 21 deï "Wet van 4 De^ 'ciember 1872 (Staatsblad No. 134) Brengt tor algemeene kennis, dat in de taveek van 2 tot en met 8 October 1911 aan gifte is gedaan van 16 gevallen van Rcod- .vonk en dat in die week geen personen, jtan die ziekte zijn overleden. Do Burgemeester voornoemd!, N. O. DE GIJSELAAR, Loiden, 9 October 1911. Arbeidsbeurs* Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat gedu rende liet 3de kwartaal 1911 bij het be- jstuur der Arbeidsbeurs zijn ingekomen 55 aanvragen van patroons en 298 van werk lieden en dat door bemiddeling dier beurs Izijn geplaatst, 48 werklieden, verdeeld als yolgt: 1 Bankwerker. 1 Gasfitter. 2 Grof bankwerkers. 1 Koekbakker 1 Loodgieter. ,6 Loopknechten. 1 Metselaar. 2 Schilders. 5 StucadoorS, 3 Timmerlieden. 1 Tuinman. 18 werklieden zonder vakkennis en 6 werksters. Burgemeester en Wethouders voornoemd, "N. O. DE GIJSELA AR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 7 October 1911. Leaden, 9 öciobei*. De heer O. W. Kouw, instrument- Shaker bij het natuurkundig laboratorium en onderwijzer in heb instrumentmaken bij de Vereeniging tot bevordering van de opled- 'ding tot instrumentmaker alhier, nam Za terdagnamiddag afscheid van zijn betrek king na 50 jaren, waarvan 36 aan 't natuur kundig laboratorium in 's Rijks dienst te zijn werkzaam geweest. Hij werd bij die gelegenheid te midden van een kring van beambten en oud-leerlingen, namens deze en namens vele anderen, waaronder degenen, die aan het laboratorium als oonservator of as^ Bis tent zijn verbonden geweest of aldaar we tenschappelijke onderzoekingen hebben ver richt, alsook het bestuur van de Vereeni ging tot Bevordering van do Opleiding tot Instrumentmaker, door prof. Kamerlingh Onnes hartelijk toegesproken. Prof. Kamerlingh Onnes, die te voren met Üen heer Kouw een rondgang door het la boratorium had gemaakt, waarbij talrijke herinneringen aan gelukkige oogenblikken bij welgeslaagd werk waren opgehaald, knoopte aan deze herinneringen de verze kering vast, dat zij bij de velen, die op Idit ©ogenblik van hun belangstelling wil den doen blijken in vriendelijke herinnerin- ring zijn gebleven. Hij wees op het gewicht van dezen dag voor den heer Kouw, die nu de gelegenheid wil geven aan jonge krach-, ten oni dat to doen, wat hij in zijn hesten tijd naar zijn besté vermogen voor het sc'hoone instniment-makersvak heeft gedaan. Verder stond hij in 't hijzonder stil hij de blijken van waardeering, die de heer Kouw voor zijn werk ontvangen had. Hij wees op do bekroning bij den wedstrijd van in strumentmakers van 'n door den heer Kouw uit do hand 'gevijlden stalenstangpasscr van 1 Meter lengte, op 'het succes bij do ten toonstelling bij gelegenheid van de verga-: dering van de Vak-afdeeling voor Electro techniek in het natuurkundig laboratorium, op de hulde den h eer Kouw gebracht op den 36sten herdenkingsdag van zijn intrede in 's Rijks dienst, op het vleiend schrijven van heeren Curatoren bij zijn 25-jarige dienst vervulling aan het laboratorium, en eindelijk op de gouden eere-medaille van Oranje- Nassau den heer Kouw in 1902 verleend. Prof. Kamerlingh Onnes vestigde et de aan dacht op, hoe door deze onderscheiding naar verdienste was gehuldigd de onvermoeide en belangrijke hulp door den heer Kouw verleend bij het overwinnen van de moori lijkkleden, die het tot-stand.hrcngeu van de Leidsohe instrumentmakers-opleiding mede bracht. Terwijl hij den wcnsch uitsprak dat de heer Kouw met voldoening aan deze waar dering terugdenkende, ook een vriendelijke herinnering aan dit laatste uur mooht be houden, .overhandigde hij den heer Kouw een stoffelijk bewijs van belangstelling en beval hij ,allo deelnemers daaraan in het vriendelijk aandenken van den heer Kouw aan. Diep bewogen bracht de heer Kouw zijn hartelijken dank aan allen, die hem het af, scheid van zijn werkkring op deze wijze lichter hadden gemaakt. Door de Directie der Holl. IJzeren- Spocrweg-Maatschappij is de installatie der electrische verlichting van het Station en verdere gehouwen te Leiden, opgedragen aan den heer Chr. Langczaal, Nieuwe Rijn 93, agent der N. V. Technisch Bureau, voorh- J. Roosen" te Haarlem. Tweetal bij de Rem. Geref. Gem. te Oudewetering: de heer Blokker, prop. te Leiden, en ds. La Gro, pred. te Zwammer- dam. Zondag a. s. zal de Gem, daaruit een keuzo doen. Te 's-Gravenhage is overleden mr. G. J. Goekoop, lid van de Algemeene Reken kamer. Mr. Goekoop promoveerde in 1870 te Lei den, vestigde zich in zijn geboorteplaats Goedereede cn trad op als ambtenaar van het O. M. hij het Kantongerecht te Som- melsdijk. Van 1872 tot '79 was hij burge meester van Goedereede en Stellendam en eerstgenoemd jaar werd hij ook lid van de Prov. Staten van Zuid-Holland. In 1879 gekozen tot Gedeputeerde vervulde hij dit ambt meer dan 25 jaar. Zijn verdiensten voor de provincie waren groot. Yan 1884 tot 1904 heeft mr. Goekoop onafgebroken zit ting gehad in de Tweede Kamer voor liet keisdistrict Brielle. Op 17 December 1904 werd hij tot lid der Rekenkamer benoemd. Mr. Goekoop werd 66 jaar oud. B. en Ws. van Amsterdam stellen den Raad voor hen te machtigen met B. en Ws. van Zandvoort een overeenkomst aan te gaan tot waterlevering in de gemeente Zandvoort op de zelfde grondslagen als die, waarop de in 1909 met Heemstede gesloten overeenkomst berust. Gisteren is te Lochem in den ouder dom van 58 jaar overleden de heer R. A. Jackson, gepens. majoor der infanterie, ge durende tien jaar gedetacheerd bij het In dische leger en sinds 1 Jan. j.l. correspon dent 1ste klasse van de Nederlandscke Bank, te Lochem. Onder toeloop van een groot aantal belangstellenden is Zaterdagavond op een stuk land gelegen onder de gemeente Oud- dorp „Oudt-Alkmaer" geopend, daar ge sticht door de vereeniging „Floris van Teylingen", ter gelegenheid van haar 50- jarig bestaan. Hoewel de openingsplechtig heid om 7 uren zou plaats vinden werd het acht uren, voordat de heer A. Adelaar Jr f geharnast als nu wijlen Jacob Cabeljou, de oude stad Alkmaer officieel opende. Hij gewaagde in zijn toespraak van de teleur stellingen die „Floris van Teylingen" bij den opbouw der stad had ondervonden, doch liij prees den moed en de volhardiag der ondernemers, die niets onbeproefd had den gelaten om Oudt-Alkmaar op tijd ge reed te doen zijn. Betreurende dat B. en Ws van Alkmaar bij de opening niet tegenwoordig waren, dankte hij het gemeentebestuur van Oudorp voor de medewerking die de ondor- nemers van deze zijde hadden mogen on dervinden. Hierna deed een muziekkorps het Wilhelmus hoeren, dat door velen werd medegezongen, en werd een ommegang langs de winkels van „Oudt-Alkmaer" on dernomen. Spoedig daarop heerschte er een gezellige drukte in de verschillende ta veernen. De gezantschapssecretaris der tweede klasse jhr. F. Michiels van Verduynen, is, na 3$ jaar aan het kabinet van den minis ter van Buitenlandsche Zaken te zijn ver bonden geweest, gisteren van 's-Graven hage naar zijn standplaats Rome afgereisd, ter aanvaarding der functie van legatie-se cretaris bij Hi*. Ms. gezantschap aan liet Italiaansche hof., ALKEMADE. De Gemeenteraad zal vergaderen op Woensdag 11 Oct. des vóór middags te 9 uren. Te behandelen onder werpen: lo. Ingekomen stukken en mede- deelingen. 2o. Adres aanvrage subsidie Bewaarschool. 3o. Gemeentebegrooting Voor 1912. 4o. Reclames Plaatselijke Belastingen, enz> BODEGRAYEN. De heer J. Burggraaf, veearts alhier, was met zijn rijtuig op de Zuidzijde. Het paard schrikte van een motorschuit in den Rijn en van een motor fiets op den weg, en liep achteruit, waar door de achterwielen van het rijtuig vin den weg gingen. Gelukkig, dat d'e twee in zittenden er vlug uitsprongen, want cp eens brak het rijtuig in twee stukken. Het paard sloeg op hol mét het voorste stuk van het rijtuig achter zich, doch werd een eind verder gegrepen. Het dier had zich uitwendig aan een poot bezeerd. KATWIJK-AAN-ZEE. De opening van den electrischen tramdienst Leidenü.at- wijk-aan-Zee is vastgesteld op Maandag 16 October a. 9. Tot ring-agent van den verbondsring „Leiden en Omstreken" van het Ned.- Jon- gel.-Verbond is benoemd de heer W. A. Zuurbier, onderwijzer aan de 1ste Herv. School alhier. Sinds den storm van Zaterdag j.l. lui den de berichten over haringvangsten beter. We vernamen, dat te IJmuiden een vaar tuig 45 last haring aanvoerde. Ook Katwijk- sche vaartuigen voerden flinke partijen haring aan, zoo kwamen Zaterdag te IJmui den binnen de loggers K. W. 101 en 151, elk met 34 last pekelharing. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de roe ring in het zeewater door den jongsten storm de haring meer naar de oppervlakte heeft gevoerd. Als gevolg van den meerde ren aanvoer waren heden de haringprijzen dan ook iets lager dan eenige dagen te vo ren. Evenwel was ook de kwaliteit iets min der. Er kwamen hier Zaterdag 7 partijen in afslag. Volle haring bracht op f 15.25 tot f 15.65, Maatjesharing f 13.20, SteurKaring 12.40 tot f 14.45, IJle haring 12.90 tot f 13.15, Makreel f 8.60 tot f 9.80. Alles per kantje. Het eerste schip onzer vloot heeft „behouden teelt" n.'l. de logger „Neeltje> Elizabeth" K. W. 98 van den heer W. Tom, schipper J. dén Heyer. De bemanning meest van elders afkomstig, verkoos liever, misschien met het oog op de schrale vang sten niet meer zee in te gaan. De Keer N. van Beelen, alhier, is be noemd tot direoteur der Ohr. Zangver. „Looft den Heer" te Katwijk-aan-den- Rijn, zulks ter vervanging van den heer P. Bakker, die zijn directeurschap heeft neer gelegd. Hedenmorgen weerklonk reeds vroeg het geroep van brand door ons dorp. Het bleek, dat deze was uitgebroken in een schuurtje achter dè woning van den heer C. Pluimgraaff, alhier. Het vuur was ont staan doordat bij het aanmaken van een waschfornuis vonken op den zolder waren gevallen op een hoop stroo. Spoedig was men er bij met emmers water op da vlam men te werpen, zoodat men het brandje ongeveer reeds meester was, toen de brand weer water gaf. NOORDWIJKERHOUT. Zaterdagavond vergaderde in café „Heilsbergen", de onder- afdeeling „Hulp in Nood" van de R.-K. Bloemist-, Land en Tuinbouw-werklieden- vereeniging. Het doel der besprekingen be trof hoofdzakelijk het Ziekenfonds. Do voorzitter, de heer E. Broekhof, opende de vergadering, waarna de penningmeester, de heer E. Jansen, rekening en verantwoor ding deed over den toestand der kas. Spreker deed het veel genoegen te kun nen mededeelen, dat de afdeeling „Hulp in Nood" in den korten tijd van haar be staan, reeds zoovelen had kunnen steunen. Hot ziekenfonds werd opgericht 25 Juni 1911. Tot- 1 Oct. 1911 werd door de leden aan contributie betaald f 123.93. Aan 20 le den werd gedurende hun ziekte f 93.434 uit gekeerd. Aldus een batig saldo van f 32.49$. dit maakt met hetgeen nog in kas was, een bedrag van f 8*2.86. Alsnu was aan de orde herziening van het reglement. Heb punt „dubbele contributie" lokte ern stige discussie uit. Hij, die nl. per week het dubbele betaalt der gewone contributie, zal in geval van ziekte een wekelijksclie uit* keering krijgen van f 9.60. Algemeen was men van meening, dat dit punt aanleiding zou kunnen geven t-ofc mis bruiken. Menig werkman zou gaarne in den goeden zomertijd wat meer contributie beta* len willen, om zich, als de winter ophanden is, bij een kleine ongesteldheid ziek te mei den en dan f 9.60 per week te trekken, welk bedrag hem indien hij gezond is. door geen enkelen baas wordt uitgekeerd. Toch kon men nog niet besluiten genoemd punt geheel te royeeren en het zal worden aangehouden tot een volgende vergadering, waarna do voorzitter deze bijeenkomsb on der dankzegging voor do trouise opkomst sloot. Ook hier hebben de melkslijtors eon< parig be-sloten den prijs der melk met één* cent per L. te verhoogen. De boter is hier eveneens zeer duur eü kost thans f 1 per 4 K.G. NOORD WIJK-AAN-ZEE. We vernemen,, dat er a. s Woensdagnamiddag oefeningen zullen gehouden worden met de reddings boot van de N. en Z. II. Reddingsmaat schappij, Station Noordwijk. SASSENHEIM. Yoor de alhier gehouden' droge veiling, onder directie van de heeren Bader en De Mooy en ten overstaan van notaris Ten Bruggeneate, was flinke aan voer. De prijzen voor dubbele narcis van Si on en enkele narcis Golden Spur waren goed, in aanmerking genomen de kwaliteit. Tul pen gingen flink van de hand. O. m. werden de volgende prijzen per H. L. besteed: Cramoisi Brillant f 45, Mon Trésor f 25, Murillo f 22, Proserpine f 70, La Reine f 6, Gele Prins f 7. Bovenstaande prijzen moe ten met 10 pCt. worden verhoogd. Adriaan van Oordt. Gisteren is het gedenkteeken op Adriaan van Oordt's graf te Bussum onthuld. Het opschrift zegt zonder ophef: „Ter herinnering aan don dichter Adriaan van Oordt, geboren te Dresden 19 Febr. 18G5, overleden te Bussum 9 Oct. 1910. Zijn vrienden." Gisteren zijn wie deze hulde aan Van Oordt's nagedachtenis hebben gesticht te zamen gekomen op het kerkhof. De heer Van Dishoeck, uitgever, sprak een hartelijk inleidend woord en droeg do zorg voor de eigenlijke plechtigheid op aan den heer Robbers, die bij afwezigheid van den voorzitter Alberdingk Th'ijm, de Ver eeniging van Letterkundigen vertegenwoor digde. Allen hier aanwezig, meende de heer Robbers, zouden Van Oordt hebben ge kend; onnoodig zijn eigenschappen in den breede te schetsen. Als kunstenaar stelden hem zijn kunstbroeders zeer, zeer hoog, en het was niet zijn gedachtenis die om een monumeDt vroeg. Het was de behoefte zij ner vrienden om te huldigen den kunstenaar in den mensch. Echt dichter die hij was, leefde Van Oordt, van opschik wars, be-< scheiden en eenvoudig, nam een werkzaam deel aan het vereenigingsleven, won do hef de van al wie met hem omging. Op zijn grafsteen heeft de beeldhouwer vorm gege ven aan de droefenis van zijn afsterven. En inderdaad wij voelen die droefheid wanneer 88) „Ik heb je zoo dlkwyls Je neus zien plat drukken tegen de ■winkelruiten, starende naar dingen, die je noodig hadt on die je koopen kon, terwijl je toch eindigde met ze niet te koopen." „Dan was het zeker, omdat ik dacht, dat lk mijn geld beter kon gebruiken," zeiKeats met waardigheid. „Neen, dat is het nletl Je denkt, dat er misschien andere „Och, weineen l Als ik besluiteloos ben, dan heb Ik daar mijn redenen voor." HU zweeg een oogenblik en vervolgde: „Ik wou, dat ik niet zoo kaal was. Als lk een kalen man iemand zUn hof zie maken, dan vind lk daar altyd iets belachelUks in. Voor den drommel I" barstte bU eensklaps uit. „Alles aan mU is belachelijk, behalve mjjn gevoel voor haar." „Ze houdt van je," zei Came met overtui ging. „Johnnie, elke minuut, die ja verloren laat gaan, is kostbaar. Herinner je den kost baren tUd, dien je met Mamie Schermerhorn verloren hebt laten gaan. Smeed het Uzer, terwUl het heet is." tIk ben heet genoeg," zei Johnnie, zich het voorhoofd afwisschend, „maar als ik by haar ben, krUg ik altyd koude voeten." Vanmiddag ga je naar Ros Braz." „Als jU..." „Ik kan niet, ik heb te werken. Johnnie, ben je een man of ben je een muis?" „Ik ben een man," sel Keats dappor. „A propos, als je juffrouw Lane spreekt, dan kun je haar terloops wel vertellen, dat ik er van heb afgezien, Yannik te schilderen." „Ik zal er aan denken," zei Johnnie. Volgens afspraak begaf John Keats zich dus vroeg op den middag op weg naar Ros Braz. Na zijn vriend succes en moed toege- wenscht te hebben, bleef Carne hem nog een poos nakijken en keerde toen naar het hotel terug. Daar liet hij Yvonne vragen haar even afzonderlijk te mogen spreken en hoorde toen van het aardige kamermeisje, dat de juffrouw in haa<r tuin was, die op den heuvel ter rechterzijde van den weg naar Quimperlé lag. Carne glimlachte, terwijl hij den heuvel besteeg, bij de gedachte hoeveel Yvonne van haar tuin hield. Zij was nooit gelukki ger dan wanneer zij in haai* moestuin haar rijen doperwten en kropsalade telde en het vermoedelijk aantal rijpe meloenen bere kende. Zij begroette hem met een stralend lachje en met de opmerking, dat de T*gen wonderen verricht had „Maar hij heeft ook slakken gebracht," voegde zij er bij. „Ik ben den heuvel opgeklommen om u te vertellen, dat ik het portret van Yanmk niet schilder." „Dat is best." „En nu moet go mij eens heel eerlijk zeg gen, waarom ge vanmorgen tot me zei, dat het beter voor me zou zijn dat portret niet te schilderen 1" „O!" Haar knap gehaat betrok. „Ge begrijpt," drong Carne aan, „dat ge mij een uitlegging schuldig zijt."- Zijn stem .had een vleienden klank, toen hij zich tot haar overboog en fluisterde: „Ik ben heel discreet en zal het niet oververtellen. En ik heb toch gedaan wat ge me gevraagd hebt." Yvonne trapte een slak dood. „Ik heb een hekel aan die akelige, slij merige dieren l" riep zij uit met ongewone hevigheid. „En er zijn van die menschea, die net eender zijn, die kruipen en dringen in het hart van hetgeen rein en liefelijk is en het verwoesten. Kom, gaat u mee met me? Dan zal ik uw vraag gedeeltelijk be antwoorden." Zij geleidde hem naar een bank en Carne ging naast haai* zitten. Het trof hem hoe goed zij paste in dien eenvoudigen tuin, die, afschoon voor practische doeleinden aangelegd, zijn schildersoog aangenaam streelde, door den overvloed van bloemen, die langs de schutting groeiden. Yvonne bleef een poos lang zwijgen en zei toen: „Ik zal u alles vertellen, wat ik kan; op voorwaarde, dat u mij geen vragen doet." „Afgesproken." „Goed. Welnu, ik gaf u vanmorgen dien wenk, omdat ik geloof, dat u een man van eer bent." Carnes oogen begonnen te schitteren. Hij twijfelde er niet aan of zij wilde over Tcphany spreken. Yvonne hield van TépKany en wilde er dus voor zorgen, dat er geen verwij dering kwam tusschen hem en haar beschermelinge. Maar de schitte ring verdween uit zijn oogen, toen Yvonne langzaam, ais vreesde zij zich te verpraten, vervolgde „Omdat u een man van eer bent, zal ik u iets vertellen, dat lang geleden gebeurd is en waar ik veel verdriet van heb gehad. Ik heb iemand verloren, die mij heel dier baar was." Zij zweeg weer. Carne krukte haar toe, om haar te toonen, dat hij haar begreep en met haar meevoelde. Hij was er nu zeker van, dat Yvonne hem iets uit haar leven wilde vertellen, een of ander voorval, dat geen betrekking had op Tcphany. Dit stelde hem wel is waar teleur; maar de glimp van belangstelling en van nieuwsgierigheid bleef in zijn oogen. Yvonnes goede woordenkeus verwonderde hem, totdat hij zich herinner de, dat zij altijd veel omgang had gehad met menschen van beschaving en ontwikke ling. Zij was slechts een boerendochter; zij had een leven geleid van hard werken, van zwaren arbeid op het land, zooals haar ouders en haar grootouders vóór haar. Maar tusschen de kooien in haar tuin had zij bloemen geplant. 'Spreekt ge van liefde?" zei hij zacht. „Ik spreek van eerzucht, mijnheer." Dit woord verontrustte hem. Hij bewoog zich' een beetje zenuwachtig, want hij begon het doel harer inleiding te gissen. „Ik ben eerzuchtig," vervolgde zij. „Ik sympathiseer met allen, die eerzuchtig zijn, vooral, wanneer zij jong zijn. Mijn vrienden ik heb veel vrienden gehad waren allen eerzuchtig, evenals u, mijnheer. Zij komen hier bij mij en zij houden van het eenvoudige leven van dit kleine plekje, maar hun gedachten zijn ver weg in de wijde wereld. Zij genieten het tegenwoor dige, omdat zij vol vertrouwen zijn in de toekomst. Ik kan dat niet in hen afkeuren, want ik heb dat zelf ook gedaan. Of liever zij lachte een eigenaardig lachje ïlc doe dat nog. Het hotel, dat ik in mijn ver beelding bezit, is veel grooter dan dat het welk ik nu heb." „Ik heb ook mijn luchtkasteel," zei Carne. „Een van de jongelui, die veel hier kwam, had genieliet mooiste, wat er is op de we reld. En juist omdat hij genie had, was hij zelden voldaan over zijn eigen werk. Ontel bare malen gooide hij het weg, veegde het uit en begon het opnieuw, telkens en tel-' kens opnieuw." „Ja, ja," zei Carne levendig. „Dat is de ware manier." „Ongelukkig was hij heel arm en kon hij niet vinden, wat hij hier zocht. Ik.raadde hem dus aan, Pont-Aven te verlaten. Ik begreep, dat hij in Morbihan, op de meest woeste plek van de streek, zou vinden wat hij hier tevergeefs gezocht had. Hij liet zich overhalen en ging er heen." Een oogenblik bleef zij zwijgen; toen ver volgde zij „Hij vond het ook, een heel mooi meisje.1 Hij schreef het me en was vol verrukking over haar schoonheid. Hij zond mij een schets en verzekerde mij, dat hij er nu ze ker van was te zullen slagen en zijn roein met haar portret gevestigd zou zijn. Mis schien hebt u, toen u Yannik zag, ook ge dacht, dat uw roem gevestigd zou zijn, ala u haar schilderde." „Ja," zei Carne. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1