mimsE.
LEH>SCflS DACHBZiAD, Zaterdag' 7~ October^ ©erdf© Blact.
Anno mU.
Offieiesle Kennisgeving.
Buitenlandseh Overzicht.
Kunst, letteren, enz.
FEUILLETON.
¥ei*gsif f eais aan alien.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Vestigt de aandacht der ingezetenen op
Hen inhoud van de ai'tt. 57 cn 53 der Kies
wet, luidende als volgt:
Artikel o7.
'Personen, bij wie en bestuurders van bij-
rondere ondernemingen en instellingen,
waarbij mannen, die den leeftijd van vijf
en twintig jaren hebben bereikt, in dienst
betrekking zijn, zijn, voor zoove. niet bij al-
gemeenen maatregel van bestuur vrijstel
ling is verleend, verplicht- te zorgen, dat
ieder van dezen, die bevoegd is tot de keuze
mede te werken, ge durendeten minste twee
achtereenvolgende uren tusschen adit uren
des voormiddags en vijf uren des namid
dags daartoe gelegenheid vinde.
Artikel 88.
Personen en bestuurders, in' het voor
gaande artikel bedoeld, zijn, voor zoover
arbeid wordt verricht in fabrieken - of
werkplaatsen, verplicht te zorgen, dat in
het arbeidslokaal, en zoo er meerdere ar-
beidslokalen zijn, in het grootste of wel in
meer dan één arbeidslokaal, gedurende
tweo werkdagen vóór en op den tot stem
ming bepaalden tijd op een zichtbare wijze
ia opgehangen een door hen of van hun
nentwege onderteekende lijst, de uren, in
het voorgaand artikel bedoeld, vermelden
de, voor elk afzonderlijk of groepsgewijze
of voor allen gezamenlijk.
Het Koninklijk besluit van 24 Mei 1901
(Staatsblad No. 109") tot aanwijzing der
vrijstellingen, bedoeld in art. 57 der Kies
wet, luidt als volgt:
Art. 1. „Vrijstelling wordt verleend aan
,^'de in art. 57 der Kieswet bedoelde perso
den en bestuurders van bijzondere instel
lingen en ondernemingen ten aanzien van
>fbij hen in dienstbetrekking zijnde perso
enen, welke uit hoofde van die dienstbe
trekking op den dag der stemming tus
schen de in vermeld artikel genoemde
i,tijdstippen niet gedurende twee achter
eenvolgende uren vertoeven in de gemeen.
„te, op welker kiezerslijst zij voorkomen."
Art. 2. „Vrijstelling als omschreven in
„het voorgaand artikel wordt voorts ver
teend aan geneeskundigen en apothekers
„ten aanzien van bij hen in dienstbetrek
king zijnde personen, alsmede aan per
sonen en bestuurders van bijzondere in
stellingen en ondernemingen ten aanzien
„van bij hen in dienstbetrekking zijnde
„ziekenverplegers."
De Burgemeester voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR.
Leiden, 6 October 1911.-
Onze lezers moeten zich er maar op voor
bereiden dat de Marokkaanse he
k,w e s t i e voorloopig nog wel wat duren
zal. Wat er achter de schermen zioh af
speelt weten we niet, maar er schijnen aan
gelegenheden te zijn, die weer allerlei ha
ken en oogen geven.
Zoolang de eigenlijke kwestie van Ma
rokko zelf niet is uitgemaakt kan ook de
dan volgende Congo-kwestie niet in be
handeling komen. De aanvankelijke hoop,
dat de regeling der schadeloosstelling in
den Congo spoedig zou afloopen, is voor
loopig weggevaagd.
De kwestie wordt in Parijs gebruikt voor
allerlei politieke doeleinden.
Het stemmangmaken tegen den afstand
van Congo houdt aan,,-en als altijd tegen
den tijd van de opening der Kamer zijn mo
gelijke opvolgers van huidige ministers in
de weer.
De Temps" drukt zich hedenavond ech
ter zeer-verzoenend uit. Het blad schrijft
o.a.: Duitschland. heeft Frankrijk de noo-
dige zekerheid gegeven bij' het-ar tik elsge-
wijze, tot in bijzonderheden regelen van de
waarboa-gen, die wij in Marokko zullen ver
krijgen, behalve enkele bijzonderheden in de
redactie, die nog- te -regelen overblijven.
Het oogenblik is gekomen, dat op dezelfde
wijze de voordeelen zullen worden aange
geven, die Duitschland in Congo zal ver
krijgen.
De „Temps" acht de kwestie zeker moei
lijk, maar meent dat ze opgelost zal worden
op een wijze, die noch Frankrijk noch
Duitschland zal behoeven te betreuren.
In de Fransche pers komt eenige ont
stemming over den gang van zaken en als
de oorlog 'om Tripoli er niet was, zou de
journalistieke aandacht nog wel wat scher
per op Marokko vallen. Men redeneert al
dus
„Wanneer het antwoord van Duitschland
van dien aard modht zijn, dat het nieuwe
vertraging veroorzaakt in de beëindiging
van het eerste gedeelte der. onderhandelin
gen, over hetwelk ge^n belangrijk, verschil
van meening meer bestaat, zou het bewijs
zijn geleverd, dat de geruchten, dat Duitsch
land wil vermijden een overeenkomst oveT
Marokiko aan te gaan, alvorens weder be
sprekingen zijn geopend over de Congo-
quastie, waarover sedert 4 September niet
meer onderhandeld is, eenigen gTond van
waarheid hebben.
De correspondent vaa de ,üLibc<rté" te
Berlijn seint: „Woensdag j.L is minister v.
Kidn rlen-Wadhter opnieuw voor den dag
gekomen met opmerkingen omtrent zes
punten, die reeds als afgedaan werden be
schouwd."
Als men nu ook nog begint met terug
te komen op reeds gevallen beslissingen, is
het einde heelemaal niet te voorzien.
Het incident in de Oostenrijk.
sche Kamer, dat wij gisteren ver
meldden was .niet het eenige. Er was een
ander aan voorafgegaan.
Voor het begin der zitting waren een aan.
tal Tsjechische vrouwen met kinderen voor
het Parlementsgebouw verschenen, om te
protesteerre-n tegen het besluit van den
Weensohen gemeenteraad, die een drietal
Tsjechische Comeniusscholen had doen slui
ten, wijl zij niet voldeden aan de voorschrif
ten voor indeeling en grootte. De Tsjechen
beweren nu, dat die scholen gesloten zijn,
omdat de Weener gemeenteraad het Tsje
chische door dringen van Weenen, waardoor
de hoofdstad haar karakter als Duitsch©
stad geleidelijk zou verliezen,' met alle mid
delen wil tegengaan. Over die quaestie was
reeds een gesohil ontstaan tusschen den bur
gemeester dr. Neumayer en den stadhouder
von Bienerth; de stadhouder had bevolen
de scholen to heropenen, de burgemeester
bleef echter het besluit van den gemeente
raad handhaven.
Door deze gebeurtenissen zijn de Tsje
chen in Weenen, en hun landgenooten in
Bohemen, ontzettend opgewondenen zoo
weid deze betooging van Tsjechische vrou
wen en kinderen voor het parlement een
Tsjechische nationale betooging. De Tsje
chische afgevaardigde Tomasohek ging
naar den president van het Huis en vroeg
vergunning, de vrouwen in het gebouw te
brengen. De president gaf na eenig© on
derhandeling toe, dat tien vrouwen in het
gebouw zouden worden ontvangen.
Doch de Tsjechische afgevaardigden hiel
den zich niet aad die afspraak, lieten de
politie heengaan en brachten cm groote
massa vrouwen en kinderen in 1t gebouw
der Kamer. Een bode wilde de vrouwen
tegenhouden, maar werd op zij geduwd en
bedreigd. Op het geraas kwamen een aantal
afgevaardigden toe-schieten; een gevecht
ontstond toen de Duitsche afgevaardigde
Stein riep: „Smijt dien heelen rommel de
deur uit", én een Tsjechische onderwijzeres
een afgevaardigde in het gezicht spuwde.
Er ontstond een onbeschrijflijke herrtc:
vróuwen schreeuwden, kinderen huilden, af
gevaardigden vloekten, Tjechisch en Duitsch
Honk door elkaar, en boven alles uit klonk
de stem van <Ien president, die verzocht de
waardigheid van het Huis te bewaren.
Eindelijk klonk de bel, die het begin der
zitting aangeeft. De afgevaardigden gingen
naar hun plaatsen, en reeds begon in het
Huis eenige rust te komen, toen het tweede
incident plaats greep.
De loyalistische woelingen
in Portugal schijnen toch ernstiger dan oor
spronkelijk wel gedacht werd.
„Officieus wordt thans door de Portugee-
sche Tegeering erkend, dat de monarchisten
getracht hebben het koninkrijk te herstel
len.
„In beslag genomen papieren bewijzen,
dat de monarchisten in het noorden alle
krachten inspannen om m verbinding te
komen met de royalisten aan de Spaanscli-
Portugeesche grens. De autoriteiten heb
ben groote wapen- en ammunitie-depots
ontdekt.
„De Portugeesche regeering heeft aan de
Spaansche medegedeeld, dat in verschillen
de Spaansche steden 3500 Portugeesche
royalisten' zich ophouden. In Orenese alleen
1400, die goed gewapend zijn. Twintig ge
pantserde automobielen, elk met -een ma-
xim-kanon. bewapend zijn -tot hun beschik
king.
„De "royalisten denken-sterk genoeg te
zijn om de republikeinsche troepen van de
grens te verdrijven. Zij willen deze dan
overschrijden en de bewoners van de. noor
delijke provincies bijeen brengen, onder het
royalistische vaandel.
„De Spaansche regeering moet besloten
hebben, den Portugeeschen royalisten één
dag tijd te laten. Dan moeten zij óf naar
Portugal terugkeeren, ófGalliciö voor al
tijd verlaten.
„De republikeinsche troepen zijn aan de
grens zeer versterkt, vooral in het noorden.
Eveneens zijn drie kruisers, twee kanon-
neerboofen en twee torpedobooten naar het
noorden vertrokken. Vijfhonderd mariniers
zijn aan land gezet en bij de grens gepos
teerd.
„Het programma der royalisten is volko
men aan de regeering bekend. Zij willen
het noör.den bezetten, een hoofdkwartier en
residentie vestigen en een burgeroorlog-uit
lokken.
Een telegram hedenochtend uit Parijs
brengt nog een zeer gewichtige bijzonder
heid. De „Temps" toch ontving uit San
Sebastian het bericht dat reizigers, aange
komen met den Parijschen. sneltrein, bewe
ren, dat de gewezen koning Manuel bene
vens Don Alfonso en een groot aantal roya
listen zich in den trein naar Vigo bevonden.
Als dit waar is, krijgt de contra-revolutie
weer een zeer ernstig karakter.
Het bekende, veelbesproken interview
van Sir Fairfax Ca rt w r i g.h t* in
de „Neue freie Presse" oyer de Marok-
kaansche quaestie, zal in -de O o s t e n-
r ij k s c lie K a m e r een naspel hebben. De
Duitsoh-nationale bond heeft een. interpel
latie ingediend, waarin wordt gewezen op
het vijandig karakter van ht interview, te
gen het met Oostenrijk verbonden Duitsche
rijk, en zelfs tegen den Keizer. Dit inter
view is gebleken te zijn gehouden met den
bij het hof to Weenen geaccrediteerden
Engelschen gezant Sir Fairfax Cartwyight.
Het. bevreemdt, de interpellanten, dat het
orgaan van het ministerie van buitenland-
sche zaken geen aanleiding |schijnt te heb
ben gevonden om zich n it dit artikel bezig
te houden. De interpellanten'stellen an den
minister-president, respectievelijk aan de
geheele regeering, de volgende vragen:
„Is de minister-president geneigd inlich
tingen te geven, waarom de minister ran
buitenlandsche zaken geen krachtige be
strijding van het artikel der „Neue freie
Presse" heeft gegeven?
„Is dé minister-president geneigd, den
minister vah buitenlandsche zaken te ver
zoeken, den Engelschen gezant aan het hof
te Weenen te doen inzien, dat Weenen niet
de plaats is, om een politiek te drijven die
vijandig is tegen het met Oostenrijk ver
bonden Duitsche rijk?"
Dat kan een interessante discussie wor
den 1
maatschappij der Ned. Letterkunde.
In de eerste maandelijksche veTgadering
Vrijdagavond door de Maatschappij der N-ed.
Letterkunde in het Nutsgebouw alhier, ge.
houden, ,werd in plaats van prof. dr. A«
Kluyver 'tot voorzitter gekozen prof. dr.
G. Kalff. Verder werden de beide affcr. leden
der Commissie voor taal- en letterkunde,
prof. dr. J.- S, Speyer en dr. A. Beets,, her
benoemd.
Dr. .G. J. Boekenoogén alhier opende ver
volgens .de vij der sprekers voor dezen win
ter met „ëenige opmerkingen over de Ne
derlandsche geslachtsnamen". H'ij wees er
op, hoe moeilijk hlet is deze met zekerheid
te verklaren. Eerstens zijn de namen der
tallooz-e |uit den vreemde gekomen families
samengesmolten met de Nederlandsche en
daarvan vaak niet meer te onderkennen. Ver
der hebben onze namen dikwijls (willekeu
rige en onwillekeurige) vervormingen onder
gaan, zoodat de oningewijde daardoor op het
dwaalspoor .wordt gebracht. Zelfs bij na
men, 'die geen moeilijkheid schijnen op te
leveren, 'moet men zeer op zijn hoede zijn.
Zonder kennis van de familiegeschiede-nils
is een juiste verklaring onmogelijk en in
de meeste gevallen blijft men dus in het
om zekere.
Spreker lichtte dit met tal van voorbeel
den ,tce. Hij besprak achtereenvolgens na
men uit verschillende landen afkomstig,
maar vernederlandscht; hij koos sprekende
voorbeelden uit do vele soorten van namen
om ,de wordingsgeschiedenis onzer familie
namen .te illustreeren en sprak ten slotte
C'Vvr .die groepen van namen, welke alsl
kenmerkende voor bepaalde streken, geacht
kunnen werden.
Uit .de voordracht bleek, dat spr. een
diepe studie van zijn onderwerp had ge
maakt.
Dr. J. de Jong.
„Hot Vad." deelt mede, dat de gezond
heidstoestand van zijn muziekredacteur dr.
J. de Jong, welke sedert geruimen tijd te
wenschen overliet, zich niet heeft verbe
terd; in verband waarmede hij verzocht
heeft voorloopig van zijn taak te worden
ontheven. Hem is daarop voor onbepaal-
den tijd verlof verleend.
Als muziekredacteur zal nu optreden de
heer Albert I. de Wal, die reeds sedert
eenige jaren den heer De Jong verving
of terzijde stond.
M oderne Kunstkring.;
Voor een talrijke jen uitgelezen schaar
genoodigden sprak gisteren in het Stede
lijk Museum de heer J. Toorop de opc-,
hingsrede uit van de tentoonstelling van
den Modernen Kunstkring.
Spr. bracht hulde aan de autoriteiten,-
inzonderheid den hr. Baard conservator van
het Museum, voor hun medewerking en
wees er op, dat deze tentoonstelling de
eerste is, welke de Kunstkring houdt. Het
past daarbij Cézane te herdenken, den
grooten Cézanne, aldus spr., die geweest is
de vader van de Fransche, ja van de ge-
heelè nieuwe Europeesche schilderswereld
de voorl-ooper, de diep-fijne, magistrale mo
derne tónalist, na Eduard Manët, die onze
moderne school vooraf is gegaan. Na hem
zien Wij de jongeren in evolutie opgaan.
Spr. zette dan uiteen, dat er in Cézanne
niet slechts een krachtig en fijn element
is, maar zeer zeker een geestelijk element,
een psyche, die men moet begrijpen door
zijn werken lang te bezjen, zoodat men door
de schoonheid van de schilderij heen de
geestelijke schoonheid leert vatten.
Openlucht-voorstellingen te
Berge n.
In de Donderdagavond in het Oranjë-
Hotel te Bergen (N.-II.) gehouden verga
dering van aandeelhouders in het garan
tiefonds voor openlucht-voorstellingen is
met algemeene stemmen besloten, het voor
loopig comité, ,bestaancte-uït de he eren J.
van Reenen, C. Bogtman, P. Brouwer, J.
Meyer, P. Blankcndaal, van Bergen; C.
F. Zeiler, van Bergen-aan-Zee, en C. Nan-
nes Gorter, van Alkmaar, te benoemen tót
pen definitief comité, dat jaarlijks met me
dewerking van een der Nederlandsche too-
neelgezelschappen een openluchtvoorstel
ling in het natuurtheater te Bergen zal
voorbereiden.
- De rekening en verantwoording van de
dezen zomer gehouden voorstelling van
7,Adam in Ballingschap", welke sluit met
een flink batig saldo, werd door eene com
missie nagezien en goedgekeurd.
Henry Bernstein soldaat.
Plenry Bernstein, de toon eelsch rij ver,
heeft zooals men weet onlangs last gehad
met nationalistische liceren, die den voort,
gang der vertooningen van zijn laatste stuk
verhinderden, hem eenige duels opdrongen
en hem verweten, dat hij ter wille van een
vrouw eenmaal de rangen, van het legeij
heeft verlaten en gedeserteerd is.
Thans heeft hij zijn belagers de volder s
ning geschonken dat hij zich met het v r-
zoek tot den minister heeft gewend, w«cr
bij het leger te worden ingelijfd. Hij dient
nq als artillerist.
De „PrixdcRome."
De naam van den winnaar der gouden
medaille voor beeldhouwkunst (Prix de
Rome) is niet Van Rijn, maar F. van Reyne.
Alkmaar*s Victorie.
Een 8-October-feestcourant ligt voor ons<
Plet is een courant uiit Alkmaar, uitge,
geven door de „Verceniging tot viering
van- den gedenkdag van Alkmaar's Ontzet
in 1573, ter gelegenheid van haar 50-jarig
bestaan.
Van Alkmaar begint de victorie I
Het victoriebeeld, waar de jaarlijksche
huldiging plaats vindt, is op een plaatje;
gebracht, in 't midden van het blad.
Een aantal korte artikeltjes van beken-:
de tijdgenooten, die' zich nogal eens laten
hooren in verband met geschiedkundige
herinneringsdagen en het openlijk kweeken
van vaderlandsliefde zijn in dit feest
nummer opgenomen.
Het begint met Charles Boissevain en'
generaal majoor F. de Bas; Dr. C. Easton
en generaal-majoor A. N. Fabius ten. Dr,
Dyseri-nck vervolgen.
Een feestbijdragè van Alkmaar's Burg-c-;
meester heeft een klein lettertje gekregen!
en staat wel wat in een verscholen hoelcjel-
Ook de lieer N. Brouwer, de voorzitter,
van onze 3-Öct.-Vereeniging, heeft een bijé
drage aan de jubileërende zustervereeni*
ging- niet onthouden.
Leeraren van de Cadettenschool zijn niof
achter geblevën; een vers van een Alk-:
maarsche is verder onder de bijdragen.
Alle bijdragen zijn uit den aard d,er zaak
variaties op bekende thema's.
De heer M. W. Maclaine Pont te Zuf-,
fen, herinnert tot besluit van deze feestr-i
courant, aan vroegere 8-October-vieringen;
wanneer mevrouw KleineGartman over-:
kwam en met haar mooie diepe stem en!
statige gebaren een indruk maakte, die
nog niet is.uitgewischt.
StooKiscliepeu.
Vertrokken.
Lombok, thuisreis, 6 Oct. v. Genua;
Koningin der Nederlanden,,
.thuisreis, 6 Oct. v, ColomboA m s t e 1-
land, thuisreis, 5 Oct. v. SantosB e-
s o e k i 5 Oct-, v. Batavia n. Rott.; G o e n-
t o e r, thuisreis, 5 Oct. v. Colombo;
U s.a m b a r a, thuisreis, v. O.-Afr., 5 Oct.,
v. Dar es Salam; Sindoro, uitreis, 5
Oct. v. Marseille Z e e 1 a n d i a> thuisreis,.
G Oct. v. Vigo; OranjeNassauö Oct*
v. Par amarillo n. Amst.; Thesen s;3 Oct.
v. Hongkong n. Amst.P r i nz-R egent,
thuisreis, 5 Oct. v. Durban.
Gepasseerd.
Potsdam, v. New-York n. Rott. 6 Oct.
Bevezier. S o e s t d ij k, v. Rott. n. Boston
en Philadelphia, 6 Oct. Lizard; Duis
burg, v. Java n. Amst. 5 Oct. v. Gibraltar.,
•F eldmarschall, v. O. Afrika 4 Oct.,
Gibraltar. Rendsbur g, v. Java n. Am
sterdam, 5 Oct. Suez; Madura, thuis
reis. 6 Oct. Dungeness; V o n d e 1, thuis
reis, 6 Oct. Gibraltar K a r i m o e n, uit
reis, 5 Oct. Perim; General, uitreis, 5
Oct.. Aden.
Gearriveerd
Prinses Juliana, uitreis, G Oct. t-e
Singapore. Rembrand t, uitreis, 6 Oct.,
te Lissabon. Z ij 1 d ij k, v. Rott. n. Phila
delphia, 5 Oct. te Boston. A 11 o n a, 6 Oct.,
v. Java te Amsterdam. A n n a b e r g, 5 Oct..
v. Macassar te Soerabaja. Emir, thuis
reis, 4 Oct. te Delagóabaai. Kiel, v. Java;
n. Amst. 6 Oct. te Suez.
37)
„Natuurlijk, zij i3 beroemd, een groote
zangeres, terwijl ik nog heel weinig bekend
ben..."
„Téphany Lane? Een groote zangeres...?"
„Wel, jij, haar oude vriend, wist dat
toch?"
„Weineen, ik wist het niet."
„Nu, heel Pont-Aven zal het binnen een
week weten. Zij zingt onder den naam van
Marie de Lautrec,"
„Dat was de naam van haar moeder.
Hoe vreemd 1"
„Zij wilde hier liever terugkomen als
Téphany Lane. De reden is gemakkelijk te
raden: zij verlangde naar rust..."
„Beroemd," herhaalde Michael in gedach
ten, „beroemd, de kleine Téphany; het
schijnt ongeloofelijk, ongeloofelijk..."
„Ze zou het je niet verteld hebben 1"
„Neen," antwoordde Michael koel, „het
is heel natuurlijk, dat ze mij niets verteld
heeft; zij dacht, dat het gevóel niet ge
slaagd te zijn, pijnlijker voor mij zou zijn
dan als ze mij van haar succes vertelde.
Maar ik ben blij, ik ben heel blij over haar
succes."
„Je begrijpt dus, dat haar beroemdheid
den afstand tusschen haar en mij grooter
maakt."
Michael dacht een poosje na; na een
oogenblik zwijgens zei hij met overtuiging:
„Zij zal trouwen met den man, dien zij
liefheeft, en met niemand anders."
9fAls ze met mij trouwt, behoeft zij haar
kunst niet op te geven," zei Carne snel.
„Ik zou dat niet van haar verlangen. We
zouden in Londen of in Parijs wonen; zij
zou zich wijden aan den zang en ik aan de
schilderkunst."
„Je hebt het alles goed overlegd, en je
hebt gelijk haar tot vrouw te verlangen.
Maar ik wil nu eens heel openhartig met
je spreken. Ik begrijp nu, waarom je er
zoo op gesteld bent Yannik te schilderen.
En toch hij greep den Californiër bij de
hand moet je er van afzien. Als je het
schildert, zul je er misschien succes en roem
mee oogsten, maar de vrouw, die je lief-
hebt, zul je er door verliezen."
„Dat zou al heel vreemd zijn."
„Zij keurde het af, dat je Yannik hadt
overgehaald haar kapje af te zetten."
„Het heeft mij geen moeit© gekost haar
over te halen. Zij wou zelf hebben, dat ik
heur haar schilderde. Jij keurt het toch ze
ker niet af, Ossory? Je vindt toch niet, dat
juffrouw Lane gelijk heeft?"
„Ja, ik vind, dat zij groot gelijk heeft,"
zei Michael.
„Ik zal Yannik niet schilderen," zei
Carne, na langen tijd gezwegen te hebben.
„Je hebt me een grooten dienst, een heel
grooten dienst bewezen."
Michael knikte even met het hoofd en
nam zijn palet weer op.
Carne begreep, dat hun gesprek geëin
digd was. Hij drukte Ossory de hand, be
dankte hem opnieuw en in plaats van zijn
weg naar Ros Braz te vervolgen, wandelde
hij terug naar Pont-Aven en het Bois
d'Amour. Hier ging hij zitten, om na te den
ken over hetgeen hij gehoord had. Een ge
lukkige, blijde stemming was over hem ge
komen, want hij zei tot zichzelf, dat Ossory
zich niet met de zaak zou hebben bemoeid,
als hij daar geen ernstige aanleiding voor
had. Het lag voor de hand, dat een oud
vriend een paar woorden had gesproken,
waarmee hij Tcphany's geluk, dat hem toch
na aan het hart moest liggen, kon verzeke
ren. Tegelijkertijd trachtte hij de bijzondere
uitdrukking te ontleden, die op Ossory's
gelaat lag, toen hij erkende Téphany's be
zwaren, betreffende het schilderen van
Yanniks portret, te deelen. Daarenboven
was het wel toevallig, dat Yvonne hem juist
dien morgen in die kwestie een waarschu
wenden wenk had gegeven. Hij- kwam tot
de slotsom, dat hij Johnnie Keats over de
zaak moest spreken.
Ondertussch'en zat Johnnie op den linker
oever van den Aven de populieren dicht bij
de brug te schilderen. Wat vleeschkleur
was voor Carne, waren populieren voor
Johnnie. Eiken morgen van tien tot twaalf
zat hij met vuur aan zijn populieren te
schetsen. Toen hij Carne zag naderen van
de richting van Pont-Aven, vroeg hij:
„Hoe gaat het op Ros Braz?"
„Johnnie, ik zoek een ander model."
„W-w-wat?"
Toen vertelde Carne zijn geschiedenis
en Johnnie erkende ten slotte, ofschoon met
leedwezen, dat hij onder die bijzondere om
standigheden het schilderen van Yanniks
portret uit zijn hoofd moest zetten. En hij
voegde er met overtuiging-bij
„Het zou zoo'n mooi stuk voor het
Luxembourg geweest zijn."
„Ik zou nog veel meer voor haar hebben
willen opofferen," zei Carne.
„Wat jij voor haar gedaan hebt, zou een
hart van steen verteederen. Ik voor mij
vind juffrouw Lane het liefste meisje van
de wereld, op één na."
„Hè?"
„Carnt," zei Keats een be9tjo zenuwachtig.
„Tk ben niet heel openhartig tegenover je
geweest. Yan het'eerste oogenblik af heb je
mü dadelijk verteld hoe je over juffrouw Lans
dacht, torwtfl lk ik Hy werd pur
perrood.
„Lieve hemel, ben jy ook verliefd?
„Ja, op juffrouw Machin."
„Ik heb xoo blind als een mol moeten rijn,
om dat niet op te merken. Wel, mijn beste,
oude Johnnie, dat is zoo prachtig als het maar
kan. Weet je wel, dat de gedachte aan jou
mij een beetje gehinderd heeft? Ik vroeg my
steeds af wat er wel van jou zou worden,
als ik zoo gelukkig mocht z[jn de vrouw, die
ik liefheb, voor mij te winnen
„Daar heb ik ook aan gedacht."
„En juffrouw Machin... is dio..."
Keats werd erg verlegen.
„Ik weet het niet; dat kan ik onmogelijk
zeggen."
Hy lachte zenuwachtig en vervolgde op
ietwat ontmoedigden toon:
„Yrouwen zya VGor my net als populieren
zy trekken my aan, maar ik trek ze niet aan."
„Och komi Als je haar nu eens
„Ik heb er over gedacht haar teschryven,
maar lk kan niet."
„Kun je niet? jy? Waarom niot?"
Nu kwam Keats los en legde zyn ziel bloot
voor zyn vriend. Herinnerde Carne zich de
kleine Mamie. Schermerhorn nog? Ja, Carne
herinnerde zich haar nog heel goed. Zy was
in hun dansclub geweest; een snoezig per
soontje met violetblauwe oogen en twee heel
lange, vlasblonde vlechten. Alle jongens van
de dansclub waren verliefd op Mamie.
„Zy was dol op mij," zei Keats. Ely bloos
de, terwijl hy het vertelde, en vervolgde„Ik
was toen nog niet kaal en had een goed
figuur. Tweo jaar geleden ontmoette ik haar
weer in Parys. Zy is ook heel dik geworden
en heeft vier kinderenhaar dochtertje is het
levend evenbeeld van wat zy op dien leeftyd
was. Zy vertelde me, dat zy vroeger doods*
lyk van my was geweest. Had ik dat maar
geweten I"
Keats zuchtte.
„Had ik dat maar geweten! Ik heb myn
tyd laten voorbygaanLator was hot weot
dezelfde geschiedenis. Ik durfde hot don meis
jes nooit zeggen als ik ze aardig vond; en
ik durfde ze nooit vragen of ze mo graag
mochten ïyden."
„Je moet nu dadeiyk aan juffrouw Machio
gaan vragen of ze jo mag lyden," zei Carne
op een toon van gezag, „en mondeling, nist
per brief."
Keats stak In zyn verstrooidheid esn penseel
met groene verf in zyn mond.
„Ze zal schrikken," mompelde hy. „Bal
Wat doe ik toch?"
„Dat doet er niet too, je 3preekt mot haar."
„Jy ook, Carn3. In zeker opzicht maakt dak
de zaak gemakkeiyker voor my."
„Ja, maar jy moet eerst spreken. Waarop
zou je het niet vanmiddag doen
„Wat zet je er een spoed achterl"
(Wordt vervolgd)*