R)834
Oinsdag 3 October.
A". 1911.
<Beze aOcurant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
De gedenkdag van Leideus Ontzet.
Leidsehe Schouwburg.
De oorlog tusschen Italië en Turkije.
Uit de „Staatscourant".
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Vergiffenis aan alien.
I'RIJS DElt ADVERT EN TIEN
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel..meer. r0.-174. Grootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contant j elk
tiental woorden meer 10 Cents. - Voor tet incasseeren wordt/'O.OS berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden f 1.10.
Buiten Leiden, per iooper en waar agenten gevestigd zijn 0 9 1.30.
Franco per post 1.65.
!Wij weten er alles van: „aan de feest
viering van heden zal groote luister vor-
lclen bijgezet. Als wij menschen een vijf en
twintigjarig jubileum vieren, in het huwe
lijk of in ambt of betrekking, dan zijn wij
het middelpunt, ons wordt de eer ingedaan
ten de kleine en grootere cadeaux, die wij
part-vangen, zij worden trouw bewaard, om
fee neg eens weer te vertoonen als de 40 of
50 jaren zijn gepasseerd. Maar met een cor
poratie, die haar taak goed begrijpt, is dit
anders. Zij jubileert in lie-t belang der leden
feelf óf wanneer het een Vereeniging is, zoo
populair als de Leitlsche 3-October.Vereeni
ging, in het belang der gansche burgerij.
En wat do 3-Octcber.Vereeniging en het
bestuur aan blijken van sympathie in Mei
yan dit jaar c-oitving en het waren er
klinkende zal vandaag met rente woorden
teruggegeven aan heel de burgerij.
Zco zal do 25ste viering van den ge
denkdag van het Ontzet met zilveren let
teren geboekstaafd worden in de notulen
Id-er Vereeniging niet alleen, maar ook in
idö historie van onze stad, iudienhet
iweer ons genadig zij. Er is verbetering ge
komen gelukkig: de stortregens en rukwin-
ideü' zijn voorbij, maar de morgenlucht is
Hog zoo grijs en zoo vaal, de wolken hangen
feoó laag, er vallen af en toe regendrup
pels. Do barometer wil niet vooruit, hoe
"zenuwachtig we ook tikken, en zoo leven
•wij in hope, ja maar ook in vree ze, doch in
jhc-po het meest.
Wij hebben vandaag het mc-oie weer zoo
ïioodig: Vertegenwoordigers van al de Ne-
'derlandsehe gewesten en zelfs uit de Oost
tenant de West ^ijn, als eertijds de bedevaart
gangers naar de heilige stad, opgegaan naar
ianze veste om hulde te brengen aan onze
idoörluchtio Stedemaagd, als tolk der dank
baarheid voor de vrijheid en de welvaart,
waarin wij on zij, dank zij Lcidens dapper
heid in 1574, ons thans mogen verheugen.
Vanmiddag zal de Stedemaagd zieh in vol
joïhaat aan den volke vertoonen en met haar
zullen dó 15 praalwagens van de 11 pro
vinciën en de Overzeesche gewesten door de
jstad trekken en het beste van hun landen
het'mooiste wat hun landaard typeert, zullen
Z'ij Leid ens Stedemaagd aanbieden.
Daarop mogen echter wij nu nog niet voor-
luitloop-en. Thans Trekt het Van-derWerf-
park en zijnomgèving ons.
De gedenkdag wordt natuurlijk weer plech
tig ingewijd met heerlijke koraalmuziek.
Moeten wij de psalmen, lofzangen en He
lderen die daar door een machtig, door onzen
Duyster bezield koor worden gezongen, in
Id-ö herinnering terugroepen Het is niet
ncodig Zij ruischen immers nog door in de
hoofden en harten onzer lezers, die er ge
tuige van geweest zijn.
Het was vanmorgen iets bijzonders, zekeT,
^Eunst na Arbeid", onze wakkere werklie
den zang vereeniging, die altijd bereid is met
haar in vrije uren na noesben arbeid ver
werven kunst, het algemeen te dienen, heeft
'de Hedcren van het koor aangevuld en af
gewisseld, zoodat liet con heerlijk geheel
„vormde.
En teen, nadat het yjVlaggeliod" had ge
klonken, een krans aan het standbeeld van
(onzen Van der Werf werd gehecht laaide
dan ook geestdrift onder de duizenden toe
schouwers op die vooral uitdrukking vond
in hot „Wilhelmus" en „Wien Neerlandsch
Bloed", waarmede dit oude, maar altijd we
der met nieuwe bekoring aangrijpende num
mer van den feestwijzer werd besloten.
Wij kunnen ons begrijpen, dat menigeen
onder den indruk gekomen, ook op dezen
dag naar- het bedehuis is gegaan om daar
nog eens in godsdienstige taal to hooien
spreken van wat Leiden in de bange dagen
van het beleg heeft doorgemaakt en van
haar wonderbare verlossing uit den nood.
Anderen, we mogen het hun niet kwalijk-
nemen, kiezen de vroolijke -straten, verlus
tigen zich in de hoog opstijgende waterstra
len van de fontein op de Vischmarkt, waarbij
zij onwillekeurig nog weer worden herin
nerd aan de verwoestingen, die den storm
heeft aangericht, on hoeren het klingelen
van het carillonop den Stadhuistoren, dat
vreugdetonen jubelt over de ia feestelijke
stemming komende stad.
En wie moet niet eens kijken bij de uit-
deeling van brood en haring aan do 4242
vrouwen en van tabak, pijpen en koffie
aan niet minder dan 3871 mannen. Bij ons
weten zijn deze getallen nog nooit te voren
zoo groot geweest. Wij kunnen het vergeven
aan het bestuur, dat men op jubileum.-jaar
wat milder gestemd was dan anders en
menigeen die in gewone jaren zou zijn af
gewezen thans voor een feestgave in aan
merking kon kom-en.
Eigenaardig, dat het bier, eens zoo' ge
wichtig deel van de feestgave der mannen,
thans na een paar proefjaren, geheel heeft
plaats moeten maken voor.... koffie. Een
verschijnsel voor geheel-onthouders om in
verrukking to komen.
En nu, burgers van Leiden, zij u allen
eon prettigen dag toegewensebt.
'fc Is jammer wanneer een mooie traditie
verslapt.
We keeTen juist van de ochtend-koraal-
muziek terug, waar het lawaai van de luis
teraars de muziek af en toe overstemde, en
een Van Gend en Loopwagen met weinig
eerbied voor het historisch moment, de
dichte menigte een oogenblik in trachtte
te dringen.
Een der tradities van de 3-October-vie-
'ring is een feestavond, die voorafgaat: een
voorstelling in den Schouwburg. Deze nu
was vrij sleobt bezet voor een feestavond,
inderdaad half vol, zoodat het Wilhelmus
en het Iö Vivat in een weinig leege stem
ming verklonk.
Nu zou men aan een 3 October vooravond
een mooie voorstelling als eisch moeten
stellen.
Een belooning voor de picteit der tradi-
tie-getrouwen. Doch gisteravond was ,,De
Vlucht van Priscilla'' wel heel weinig loo-,
nend.
De Rotterdammers kunnen lieusch met wat
beters voor den dag komen.
Het laatste bedrijf maakte den indruk
eenigszins goed, zoodat men ten slotte be
vredigend oprees, ofschoon deze bevredi
ging evengoed zijnoorzaak kon vinden in
de ontspanning van de ledematen.
Het spel van den zoo uitnemenden troep
hebben we wel eens beter gezien. Elsa
Mauhs vatte de rol niet geestig genoeg op,
theatraal en zwaar; een veel vlugger tempo
van zeggen zou, al bleef de inhoud dan de
zelfde, voor de verveling hebben behoed,
die af en toe zich op de zaal neerdrukte.
Gelukkig, gelijk wij reeds zeiden, werd
het naar het eind, hoe langer hoe beter.
Het ontvluchte prinsesje keert uit het ar
beidershuisje weer naar het paleis terug; in
den perkamenten hertogelijben vader zijn
vaderlijke gevoelens ontdooid, alles wendt
zich ten goede. Als prinses Priscilla den
haar toegedachten prins in de armen valt
en hoewel met zwaarwichtige termen ver
liefd doet, is het slot gekomen. Het pu
bliek hield zich goed, was dankbaar als daar
maar eventjes reden voor was.
Met een paar nieuwe leden van het Rot-
terdamsch gezelschap hebben wij met genoe
gen kennis gemaakt.
De heer J. Timrott bleek zeer beschaafd
te spelen, Noemen wij nog Hans Bruning
en den heer J. Stapelveld.
Een treurige bijzonderheid kenmerkte de
zen avond Alex Faassen. De zoo sympathie
ke tooneelspeler, had in dit kluolitspelletje
zijn rol te vervullen, hij die denzelfden
ochtend zijn zoon begraven had.
Er is geen oorlogsnieuws heden.
Erger nog uit een journalistiek oog
punt de uit strategisch oogpunt zoo
belangrijke berichten van gisteren, worden
.vanochtend alle tegengesproken.
Dat geeft ons natuurlijk weinig lust om
het nu weer te probeeren met de kans
morgen ons zelf weer te moeten tegen
spreken.
De toestand is nu zoo: Tripoli is afge
sloten en door Italië geblokkeerd. De Tur
ken hebben er 29.000 man zeggen ze. Er zul
len hier wel, zooals ook in andere landen
veel papieren soldaten bij zijn. Turkije kan
over zee Tripoli niet bereiken dus, noch
over land, wegens Het verbod van Enge
land om troepen door Egypte te voeren.
Italië aarzelt, wellicht is het wat ont
nuchterd door de weinige instemming die
zijn optreden overal vindt.
Betrouwbare berichten zijn niet te krij
gen. Italië handhaaft bovendien een stren
ge censuur.
De Italiaanschc bladen klagen dan ook
steen en been. Een enkel staaltje der moei
lijkheden, die de kranten daarvan ondervin
den: De Romeinsche correspondent van
de f,Sec-oio" was Zaterdagavond bezig de
prijzen uit een staatsloterij naar Milaan
te seinen en kreeg toen plotseling bevel
daarmede op te houden, daar de censor
van meening was, dat de correspondent
oorlogsnieuws volgens een particuliere códe
overseinde.
De bladen wijzen op het voorbeeld van
Turkije, waar tijdens de revolutie aan de
correspondenten niets in den weg werd ge
legd en merken schamper op, dat de toe
stand in Italië thans nog erger is dan in
het Turksche rijk in den tijd yan sultan
Abdoel Hamid.
De stemming in Europa is niet er op
verbeterd nu Italië, in weerwil van alle
plechtige verzekering den oorlog tot Tripoli
te beperken, toch ook in Europeescli Tur
kije de vijandelijkheden is begonnen.
Te dezer zake verneemt de „Daily Mail"
van zeer bevoegde zijde, dat de Italiaansche
regeering aan de Fransche een hoogst
belangrijke mededeeling heeft gedaan om
trent hare plannen. Tittoni, de Italiaan
sche ambassadeur te Parijs, beeft n.l. een
bezoek gebracht aan De Selves denFran-
schen minister van buitenlandsche zaken,-
én dezen medegedeeld,- dat' de Italiaan
sche regeering wel genoodzaakt was tot
militaire operaties in de Europeesche wa
teren,- daar te harer kennis was gekomen,
dat Turkije plan had de Italiaansche sche
pen in de Adriatische en de Jonische Zee
te overvallen.
De oorlogsoperatics zouden echter van
slechts korten duur zijn en de Italiaansche
regeering was derhalve van meening, dat
zij niet van invloed zouden zijn op den
toestand in den Balkan.
De landing en het bombardement van
Preveza worden hedenochtend ook al weer
ontkend. Er is geen touw aan vast te
knoopen.
Tusschen dit alles door worden sterker
ên sterker de bemiddelings- en vredes-
geruchten. Naar verluidt zou de Sultan
een derde poging hebben gedaan bij de
mogendheden en zou thans Duitschland
niet langer durven weigeren.
Het -„Berliner Tageblatt" meldt zelfs
reeds, dat te Rome het hardnekkig ge
rucht loopt dat Duitschland door zijn be
middeling den vrede heeft tot stand ge
bracht, ên dat het einde der vijandelijk
heden spoedig te wachten is.
Wij hopen het.
Want êen toestand als deze, die vleesch
noch visch is en feitelijk met het begrip:
oorlog alleen den naam gemeen heeft, kan
toch waarlijk niet bevorderlijk zijn aan een
gezonden politicken toestand.
Bü Kon. besluit ia Ch. J. J. Willems te
Vreeswijk, met 1 Nor. 1911 benoemd tot
opzichter van den Rijkswaterstaat 4de kl.;
benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau C. van Lonnep, kweeker te Eist,
vooizitter van het hoofdcomltó voor de groote
nationale fruittontoonstollmg Eist 1911;
toegekend de aan de Orde van Oranje
Nassau verbonden eere meHillo in zilver aan
J. van der Borden, zeilmaker by de firma
A. Hoogendyk Jz. te Viaardingen;
met 1 November 1911 benoemd tot leeraar
aan de R(jks H. B. S. te--Bergen op-Zoom
H. F. M. Huybeis, thans tfidelyk Jooraar aan
de Rijkslandbouwschool te Wageningen;
is met 16 Oct. 1911 bfi het departement
van Financiën benoemd tot adjunct commies
Mr. A. J. Hildebrandt, thans adjunct commies
b\j het departement van Landbouw, Nijverheid
en Handel;
benoemd tot kantonrechter te Amsterdam
mr. dr. F. Kranenburg thans kantonrechter
plaatsvervanger, advocaat en procureur aldaar
en is aan mr. dr. F. Kranenburg, in ver
band met zijn benoeming tot kantonrechter te
Amsterdam eervol ontslag verleend uit zfln
betrekking van kantonrechter-plaatsvervanger
aldaar;
alsnog benoemd tot plaatsvervangend lid
van de commissie, die te rekenen van 1
Augustus 1911, gedurende één jaar te Utrecht,
belast ia met het afnemen van de practische
examens van arts; en welke commissio tevens
belast is met het afnemen van de practische
examens van tandmeester, vermeld In art. 8
van eerstgenoemde wet J. W. Th Lichtenbelt,
arts te Utrecht.
By resolutie van den minister van
koloniën, zyn M Bloemendal, G J. Bazendijk,
J. M. Eggink, J. Ph. Schrauwen, J. C. Taal,
J. Jorna, H. J. W. Chr. Kamphuis en J. F.
G. A. Enkelaar, ter boschikking van don
gouverneur-generaal van Noderland9ch Indië
gesteld, -ten einde daar te lande te worden
benoemd de eerste twee tot commies 8de
klasse en de overige tot klerk by den post-,
telegraaf- en telephoondiensc.
Het magazijn n manufactu
ren en gemaakte goederen van den heer J.
F. Feld, in de Donkerstèeg, is heel wat
veranderd. De geheel nieuw verbouwde
onderpui hepft thans twee .groote spiegel
ruiten waarachter zijn aangebracht uitge
breide gelegenheden om te etaleeren. Daar
van is reeds met smaak gebruik gemaakt.
Ook bij avond komen die uitstallingen we*
gens de nu te gelijk aanwezige electrische
installatie meer nog dan vroeger tot liaaï
recht.
De winkel zelf heeft eveneens verandering,
d. w. h. z. tevens practische verbetering
ondergaan. De Heer Feld dacht terecht dat
men ook op zijn gebied met de eischen des
tijds rekening moet houden.
B' ij eenhuiselijkentwistin do
echtelijke woning aan den Binnenweg to
Rotterdam, is jufF.ouw J. haar man met
oen mes te lijf gegaan en heeft hem drie
messteken in het rechterdijbeen, den rug
en onder het rechteroog toegebracht. De
man is naar het ziekenhuis gebacht. Een
vijftienjarige zoon, die tusschenbeidea
kwam, liep een verwonding aan het linker
dijbeen op.
M e n m e 1 d t uit Amsterdam:
De heer C., handelsreiziger, wonende Pre-
toriusstraat alhier, van de reis terugkomen
de, kwam tot de ontdekking da hij in de
spoorwegcoupé zijn portefeuille had' laten
liggen, inhoudende zijn spoorabonnement
en f 45. aan bankpapier. Direct gaf bij hier
van kennis-aan de politie en tot zijn blijd
schap vernam hij dat de portefeuille reeds
was gevonden. D^H nu kwam hij tot de
treurige ervaring dat vel de abonnements
kaart aanwezig, doch het papiergeld ver
dwenen was.
TeTerapel, gemeente Vlagt-
wedde (Gr.) is door onbekende oorzaak
afgebrand' het huis van JGeertsoma, oe-
woond door diens zoon. Binnenkort zou het
huis geveild worden. Er is niet veel gered.
Het huis was tegen I-.-andschade verzekerd.
I n d e n 1 a a t s t e n t ij d k om e n h e r-
haaldelijk in nieuwsbladen berichten voor
als zouden er nieuwe bepalingen omtrent
het gebruik van briefkaarten zijn vastge
steld. Deze berichten zijn onjuist. De se
dert 1907 voor briefkaarten geldende be
palingen hebben tot heden géén wijziging
ondergaan. Nog immer heeft dus de afzen
der van een briefkaart het recht voor ge
schreven of gedrukte meededeelingen, dus
ook voor de vermelding hetzij geschreven,
hetzij gedrukt, van den naam en het adres
van den afzender, te beschikken over de
achterzijde en bovendien over de linker
helft der adreszijde. De rechterhelft van de
adreszijde is uitsluitend bestemd voor het
adres en voor aanwijzingen op den post
dienst betrekking hebbende.
Het is mede geoorloofd het adres over
de geheele breedte der adreszijde te schrij
ven.
Kaarten die over de geheele breedte
■■ii.Limim ■TOTBWIA.IIJ.IIW rrn-- 'S',.--HJI.T1 kg
82)
Het stond bfl hem vast, dat Carne zou
trouwen mot Téphany en hy peinsde er reeds
over welk huwelijkscadeau hp zou geven. Na
het ontbijt, toen zij koffie dronken in den
tuin, begon Keats als naar gewoonte weer te
epreken over het werk van zijn vriend.
Téphany vroeg zichzelf af of het goed zou
ttln Keais in haar vertrouwen te nemen.
„Hij heeft u zeker de laatste studie van
Yannik laten xien?" vroeg zij.
„Ja."
„Ia 't niet meesterlijk?"
„Het spijt mij, dat Yannik haar kapje en
haar omslagdoekje heeft afgedaan."
„Ja, ik dacht wel, dat h(j dat van haar
gedaan zou krijgen; 't is verbazend zooals hy
er den slag van heeft de menschen over te
halen zijn zin te doen, en h(j is zulk prettig
gezelschap. Ik weet niet hoe ik het zonder
hem zal stellen. \Ve zijn altijd vrienden ge
weest sinds den tijd, dat we nog op school
waren."
„■Waarom zou u het zonder hem moeten
stellen?" vroeg Téphany. Zy trachtte dit te
zeggen zonder scherpte, maar slaagde er niet
in. Dat denkbeeld, dat Carne zijn zakdoek
maar behoefde te laten vallen of maar behoefde
te fluiten, om haar ia zün armen te doen
vliegen, begon haar vreeseljjk te vervelen.
„Och, ik denk wel, dat hij zich eerstdaags
voorgoed ergens zal vestigen."
.Vestigen? Ik kan my mijnheer Carne
niet anders voorstellen dan reizend en trok-
kend."
„Of hy reist en trekt, dan wel zich voor
goed ergens vestigt, hy zal toch evengoed de
bovenste sport van do ladder bereiken. Heb
ik u al verteld, dat ik al zijn brieven van de
laatste drie jaren bewaard heb, omdat ik ze
eens noodlg zal hebben?"
„Gaat u zyn levensgeschiedenis schrijven?"
„Ik wil zyn brieven en herinneringen uit
geven," antwoordde hy onverstoorbaar.
„Ik zie u niet graag zoo kruipeü aan mijn
heer Carnss voeten."
„Ja, ik kruip aan ayn voeten, dat is het
rechte woord, omdat hU een genie is, juffrouw
Lane."
„Is uw geloof in uw held nooit door iets
aan het wankelen gebracht?"
Zij merkte, dat Johnnie haar scherp aan
keek, terwijl zij die vraag deed. Maar hy ant
woordde ernstig:
„Niets."
Téphany lachte, maar niet ironisch. Dit
groote geloof en dit vertrouwen waren haar
niet onsympathiek. Maar een klein duiveltje
gaf haar de vraag in:
„U bent een trouw vrlsnd, maar als
bywyze van «preken natuuriyk hy nu eens
iets deed, waardoor u teleurgesteld werd in
hem, iets leeiyks byvoorbeeld."
„Zelfs al werd hy een menscheneter, juf
frouw Lane, dan nog zou ik zyn vriend
blijven."
„Hy zou beginnen met u op te peuzelen,
net als de moreele kannibalen, die juist de
menschen verscheuren, die hun 't naast staan.
Ja, in minder dan geen t(Jd zou hy u hebben
opgegeten."
„Onder sommige omstandigheden is dat
missohien nog beter dan door te leven. Uw
moreele kannibalen maken een einde aan het
Ujden van hun slachtoffers door ze op te eten."
Hy stak kalm oen sigaret aan en glimlachte
door de kringetjes rook heen.
Op dit oogenblik kwam Yvonne naar Té
phany toe.
„Is heb juist gehoord, dat je hier was,"
zei zU moedoriyk glimlachend. „Een landge
noot van je, «en dikke heer, die er heel deftig
uitzag, is gisteravond hier aangekomen en
vroeg naar ja."
„Hoe heet hy?" vroeg Téphany.
„Dat weet ik niet meer. Die Engelsche
namen I"
„Hy heet Japhet Smyth," zei Keats, „dr.
Japhet Smyth."
„OI" riep Théphany uit. „Dr. Japhet Smyth?
Hier?
Yvonne kolkte.
„Ja, hy zit nu in het salon op ja te
wachten."
Téphany stond dalelyk op en vroeg zich af
wat den beroemden specialiteit naar Pont-
Avon had gevoerd. Eenige oogenblikken later
vertelde de groote man haar dit.
„Ik heb dit jaar mfju vacantia vroeger ge
nomen," zei hy, „en wil dia in Bretagne door
brengen. Ik herinnerde me, dat u in Pont Aven
was. Hoe is het met do koel? Beter?
Téphany was getroffen door dit blyk van
belangstelling, ofschoon zy niet kon uitmaken
of het alleen beroepsniouwsgierigheid was of
niet. In elk geval was liet heel vriendeiyk
van hem haar zooveel belangstelling te ba-
toonen. Zy beantwoordde al zyn vragen.
„Hm!"
„Wat denkt u er van, dokter?"
„Ik zal u in Ros Braz komen opzoeken en
uw keel onderzoeken, al3 u mé dit wilt toe
staan. Daarna zullen we eens zien. U ziet er
goed uit. De lucht in Bretagne schynt goed
voor u te zyn. Uw geval is heel merkwaar
dig. Ik heb er nog dikwyiz aan godacht."
Dus toch beroepsnieuwegierigheid!
„Ik hob u rust voorgeschreven," vervolgde
de dokter, zyn kin streelende, „omdat uw
kwaal veroorzaakt is door lichamelyke en
geestelyke.overspanning. Musici moesten altyd
phlegmatische menschen zyn en degenen, die
succes hebben, zyn dat dikwyiz ook. Wanneer
kunt u mijn bezoek afwachten?"
„Morgenechtend, als- u zoo vriendeiyk wilt
zyn
Dsn volgenden morgen kwam hy met zijn
klein zwart zakje met instrumenten. Het
onderzoek duurde eenigen tyd, maar toen het
was afgeloopen, keek hy haar met een be
moedigend lachje aan.
„Ik denk wel, dat het terecht zal komen,"
zei hy tot Mary, die mee was gegaan, „maar
pnblieko vervoermiddelen moeten stevig ge
bouwd zyn. D«ze keel is byvoorbeeld niet
stevig genoeg gebouwd om Wagner te dragen."
En glimlachend over zUn vergelyking, voegde
iry er bU:'„'t Is een licht karrotje, beste juf
frouw Machin. Geen omnibus."
„Maar denkt u, dat ze weer aan het tooneel
kan gaan?"
„Alz de genezing aanhoudt, ja, dan wel,
maar we moeten voorzichtig zyn, heel voor
zichtig."
„Wanneer mag ik weer zingen?" vroeg
Téphany.
„Laten we den tyd zyn werk laten doen.
Over eenige dagen mag een paar eenvou
dige ballades probeeren. Voor de eerate veer
tien dagen zal ik in Pont-Avon blyven en zal
ik daar gelegenheid genoeg hebben uw keel
nog eens te onderzoeken. Vóór ik hier vandaan
ga kunt u wesr heel langzaam aan geregeld
beginnen te atudoeren. Ik hoop u het volgende
jaar in „La Bohème" te hooron."
„Zy heeft er zich zoo flink en geduldig
ouder gehouden al dien tyd," zei Mary met
vuur. „Zy verdient, dat ze daar nu voor be
loond wordt."
„Hm 1" zei do groote man. „Ik zou u kunnen
antwoorden met een gezegde, dat u zeker wel
kent: „In de natuur bestaat er geen loon, en
geen straf; er bestaan alleen gevolgen.""
XII.
„Mooi weer, juffrouw I"
Léon Bourhis wees met de band naar he'
gladde water van de kreek on naar den teer-
getinten hemel. In den nacht was er over
vloedig regen gevallen, maar de vtolken, di«
zich nog met van haar lading van vocht ont
last hadden dreven langzaam en majestueua
in zuidelyke richting. In het noorden en hef
noordwesten omfloerste een opaalkleurig waas
don horizon. Het water lag roerloos, in onbe
wogen rust. De oppervlakte was als oen glad
gepolyste zilveren spiegel, waarin zich de
hoornen van Poulguen en ds vormen der
dryvende wolken weerspiegelden.
Téphany had een uitnoodiging van Michael
aangenomen, om de sardynenvloot te gaan
zien. Mary, die niet van zeilen hield, had niet
met haar vriendin willen meegaan.
Zy zeilden reeds vroeg in den ochtend uit.
Téphany was niet meer alleen met Michael
geweest sinds den dag, mser dan e9n week
geleden toen zy boos was geworden, omdat
hy zoo onverschillig had geschenen voor hot
feit, dat moeder Pouldour liet geld van Yannik
gebruikte.
(Wordt vervolgd).