R)834 Oinsdag 3 October. A". 1911. <Beze aOcurant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. De gedenkdag van Leideus Ontzet. Leidsehe Schouwburg. De oorlog tusschen Italië en Turkije. Uit de „Staatscourant". Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Vergiffenis aan alien. I'RIJS DElt ADVERT EN TIEN Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel..meer. r0.-174. Grootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contant j elk tiental woorden meer 10 Cents. - Voor tet incasseeren wordt/'O.OS berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden f 1.10. Buiten Leiden, per iooper en waar agenten gevestigd zijn 0 9 1.30. Franco per post 1.65. !Wij weten er alles van: „aan de feest viering van heden zal groote luister vor- lclen bijgezet. Als wij menschen een vijf en twintigjarig jubileum vieren, in het huwe lijk of in ambt of betrekking, dan zijn wij het middelpunt, ons wordt de eer ingedaan ten de kleine en grootere cadeaux, die wij part-vangen, zij worden trouw bewaard, om fee neg eens weer te vertoonen als de 40 of 50 jaren zijn gepasseerd. Maar met een cor poratie, die haar taak goed begrijpt, is dit anders. Zij jubileert in lie-t belang der leden feelf óf wanneer het een Vereeniging is, zoo populair als de Leitlsche 3-October.Vereeni ging, in het belang der gansche burgerij. En wat do 3-Octcber.Vereeniging en het bestuur aan blijken van sympathie in Mei yan dit jaar c-oitving en het waren er klinkende zal vandaag met rente woorden teruggegeven aan heel de burgerij. Zco zal do 25ste viering van den ge denkdag van het Ontzet met zilveren let teren geboekstaafd worden in de notulen Id-er Vereeniging niet alleen, maar ook in idö historie van onze stad, iudienhet iweer ons genadig zij. Er is verbetering ge komen gelukkig: de stortregens en rukwin- ideü' zijn voorbij, maar de morgenlucht is Hog zoo grijs en zoo vaal, de wolken hangen feoó laag, er vallen af en toe regendrup pels. Do barometer wil niet vooruit, hoe "zenuwachtig we ook tikken, en zoo leven •wij in hope, ja maar ook in vree ze, doch in jhc-po het meest. Wij hebben vandaag het mc-oie weer zoo ïioodig: Vertegenwoordigers van al de Ne- 'derlandsehe gewesten en zelfs uit de Oost tenant de West ^ijn, als eertijds de bedevaart gangers naar de heilige stad, opgegaan naar ianze veste om hulde te brengen aan onze idoörluchtio Stedemaagd, als tolk der dank baarheid voor de vrijheid en de welvaart, waarin wij on zij, dank zij Lcidens dapper heid in 1574, ons thans mogen verheugen. Vanmiddag zal de Stedemaagd zieh in vol joïhaat aan den volke vertoonen en met haar zullen dó 15 praalwagens van de 11 pro vinciën en de Overzeesche gewesten door de jstad trekken en het beste van hun landen het'mooiste wat hun landaard typeert, zullen Z'ij Leid ens Stedemaagd aanbieden. Daarop mogen echter wij nu nog niet voor- luitloop-en. Thans Trekt het Van-derWerf- park en zijnomgèving ons. De gedenkdag wordt natuurlijk weer plech tig ingewijd met heerlijke koraalmuziek. Moeten wij de psalmen, lofzangen en He lderen die daar door een machtig, door onzen Duyster bezield koor worden gezongen, in Id-ö herinnering terugroepen Het is niet ncodig Zij ruischen immers nog door in de hoofden en harten onzer lezers, die er ge tuige van geweest zijn. Het was vanmorgen iets bijzonders, zekeT, ^Eunst na Arbeid", onze wakkere werklie den zang vereeniging, die altijd bereid is met haar in vrije uren na noesben arbeid ver werven kunst, het algemeen te dienen, heeft 'de Hedcren van het koor aangevuld en af gewisseld, zoodat liet con heerlijk geheel „vormde. En teen, nadat het yjVlaggeliod" had ge klonken, een krans aan het standbeeld van (onzen Van der Werf werd gehecht laaide dan ook geestdrift onder de duizenden toe schouwers op die vooral uitdrukking vond in hot „Wilhelmus" en „Wien Neerlandsch Bloed", waarmede dit oude, maar altijd we der met nieuwe bekoring aangrijpende num mer van den feestwijzer werd besloten. Wij kunnen ons begrijpen, dat menigeen onder den indruk gekomen, ook op dezen dag naar- het bedehuis is gegaan om daar nog eens in godsdienstige taal to hooien spreken van wat Leiden in de bange dagen van het beleg heeft doorgemaakt en van haar wonderbare verlossing uit den nood. Anderen, we mogen het hun niet kwalijk- nemen, kiezen de vroolijke -straten, verlus tigen zich in de hoog opstijgende waterstra len van de fontein op de Vischmarkt, waarbij zij onwillekeurig nog weer worden herin nerd aan de verwoestingen, die den storm heeft aangericht, on hoeren het klingelen van het carillonop den Stadhuistoren, dat vreugdetonen jubelt over de ia feestelijke stemming komende stad. En wie moet niet eens kijken bij de uit- deeling van brood en haring aan do 4242 vrouwen en van tabak, pijpen en koffie aan niet minder dan 3871 mannen. Bij ons weten zijn deze getallen nog nooit te voren zoo groot geweest. Wij kunnen het vergeven aan het bestuur, dat men op jubileum.-jaar wat milder gestemd was dan anders en menigeen die in gewone jaren zou zijn af gewezen thans voor een feestgave in aan merking kon kom-en. Eigenaardig, dat het bier, eens zoo' ge wichtig deel van de feestgave der mannen, thans na een paar proefjaren, geheel heeft plaats moeten maken voor.... koffie. Een verschijnsel voor geheel-onthouders om in verrukking to komen. En nu, burgers van Leiden, zij u allen eon prettigen dag toegewensebt. 'fc Is jammer wanneer een mooie traditie verslapt. We keeTen juist van de ochtend-koraal- muziek terug, waar het lawaai van de luis teraars de muziek af en toe overstemde, en een Van Gend en Loopwagen met weinig eerbied voor het historisch moment, de dichte menigte een oogenblik in trachtte te dringen. Een der tradities van de 3-October-vie- 'ring is een feestavond, die voorafgaat: een voorstelling in den Schouwburg. Deze nu was vrij sleobt bezet voor een feestavond, inderdaad half vol, zoodat het Wilhelmus en het Iö Vivat in een weinig leege stem ming verklonk. Nu zou men aan een 3 October vooravond een mooie voorstelling als eisch moeten stellen. Een belooning voor de picteit der tradi- tie-getrouwen. Doch gisteravond was ,,De Vlucht van Priscilla'' wel heel weinig loo-, nend. De Rotterdammers kunnen lieusch met wat beters voor den dag komen. Het laatste bedrijf maakte den indruk eenigszins goed, zoodat men ten slotte be vredigend oprees, ofschoon deze bevredi ging evengoed zijnoorzaak kon vinden in de ontspanning van de ledematen. Het spel van den zoo uitnemenden troep hebben we wel eens beter gezien. Elsa Mauhs vatte de rol niet geestig genoeg op, theatraal en zwaar; een veel vlugger tempo van zeggen zou, al bleef de inhoud dan de zelfde, voor de verveling hebben behoed, die af en toe zich op de zaal neerdrukte. Gelukkig, gelijk wij reeds zeiden, werd het naar het eind, hoe langer hoe beter. Het ontvluchte prinsesje keert uit het ar beidershuisje weer naar het paleis terug; in den perkamenten hertogelijben vader zijn vaderlijke gevoelens ontdooid, alles wendt zich ten goede. Als prinses Priscilla den haar toegedachten prins in de armen valt en hoewel met zwaarwichtige termen ver liefd doet, is het slot gekomen. Het pu bliek hield zich goed, was dankbaar als daar maar eventjes reden voor was. Met een paar nieuwe leden van het Rot- terdamsch gezelschap hebben wij met genoe gen kennis gemaakt. De heer J. Timrott bleek zeer beschaafd te spelen, Noemen wij nog Hans Bruning en den heer J. Stapelveld. Een treurige bijzonderheid kenmerkte de zen avond Alex Faassen. De zoo sympathie ke tooneelspeler, had in dit kluolitspelletje zijn rol te vervullen, hij die denzelfden ochtend zijn zoon begraven had. Er is geen oorlogsnieuws heden. Erger nog uit een journalistiek oog punt de uit strategisch oogpunt zoo belangrijke berichten van gisteren, worden .vanochtend alle tegengesproken. Dat geeft ons natuurlijk weinig lust om het nu weer te probeeren met de kans morgen ons zelf weer te moeten tegen spreken. De toestand is nu zoo: Tripoli is afge sloten en door Italië geblokkeerd. De Tur ken hebben er 29.000 man zeggen ze. Er zul len hier wel, zooals ook in andere landen veel papieren soldaten bij zijn. Turkije kan over zee Tripoli niet bereiken dus, noch over land, wegens Het verbod van Enge land om troepen door Egypte te voeren. Italië aarzelt, wellicht is het wat ont nuchterd door de weinige instemming die zijn optreden overal vindt. Betrouwbare berichten zijn niet te krij gen. Italië handhaaft bovendien een stren ge censuur. De Italiaanschc bladen klagen dan ook steen en been. Een enkel staaltje der moei lijkheden, die de kranten daarvan ondervin den: De Romeinsche correspondent van de f,Sec-oio" was Zaterdagavond bezig de prijzen uit een staatsloterij naar Milaan te seinen en kreeg toen plotseling bevel daarmede op te houden, daar de censor van meening was, dat de correspondent oorlogsnieuws volgens een particuliere códe overseinde. De bladen wijzen op het voorbeeld van Turkije, waar tijdens de revolutie aan de correspondenten niets in den weg werd ge legd en merken schamper op, dat de toe stand in Italië thans nog erger is dan in het Turksche rijk in den tijd yan sultan Abdoel Hamid. De stemming in Europa is niet er op verbeterd nu Italië, in weerwil van alle plechtige verzekering den oorlog tot Tripoli te beperken, toch ook in Europeescli Tur kije de vijandelijkheden is begonnen. Te dezer zake verneemt de „Daily Mail" van zeer bevoegde zijde, dat de Italiaansche regeering aan de Fransche een hoogst belangrijke mededeeling heeft gedaan om trent hare plannen. Tittoni, de Italiaan sche ambassadeur te Parijs, beeft n.l. een bezoek gebracht aan De Selves denFran- schen minister van buitenlandsche zaken,- én dezen medegedeeld,- dat' de Italiaan sche regeering wel genoodzaakt was tot militaire operaties in de Europeesche wa teren,- daar te harer kennis was gekomen, dat Turkije plan had de Italiaansche sche pen in de Adriatische en de Jonische Zee te overvallen. De oorlogsoperatics zouden echter van slechts korten duur zijn en de Italiaansche regeering was derhalve van meening, dat zij niet van invloed zouden zijn op den toestand in den Balkan. De landing en het bombardement van Preveza worden hedenochtend ook al weer ontkend. Er is geen touw aan vast te knoopen. Tusschen dit alles door worden sterker ên sterker de bemiddelings- en vredes- geruchten. Naar verluidt zou de Sultan een derde poging hebben gedaan bij de mogendheden en zou thans Duitschland niet langer durven weigeren. Het -„Berliner Tageblatt" meldt zelfs reeds, dat te Rome het hardnekkig ge rucht loopt dat Duitschland door zijn be middeling den vrede heeft tot stand ge bracht, ên dat het einde der vijandelijk heden spoedig te wachten is. Wij hopen het. Want êen toestand als deze, die vleesch noch visch is en feitelijk met het begrip: oorlog alleen den naam gemeen heeft, kan toch waarlijk niet bevorderlijk zijn aan een gezonden politicken toestand. Bü Kon. besluit ia Ch. J. J. Willems te Vreeswijk, met 1 Nor. 1911 benoemd tot opzichter van den Rijkswaterstaat 4de kl.; benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau C. van Lonnep, kweeker te Eist, vooizitter van het hoofdcomltó voor de groote nationale fruittontoonstollmg Eist 1911; toegekend de aan de Orde van Oranje Nassau verbonden eere meHillo in zilver aan J. van der Borden, zeilmaker by de firma A. Hoogendyk Jz. te Viaardingen; met 1 November 1911 benoemd tot leeraar aan de R(jks H. B. S. te--Bergen op-Zoom H. F. M. Huybeis, thans tfidelyk Jooraar aan de Rijkslandbouwschool te Wageningen; is met 16 Oct. 1911 bfi het departement van Financiën benoemd tot adjunct commies Mr. A. J. Hildebrandt, thans adjunct commies b\j het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel; benoemd tot kantonrechter te Amsterdam mr. dr. F. Kranenburg thans kantonrechter plaatsvervanger, advocaat en procureur aldaar en is aan mr. dr. F. Kranenburg, in ver band met zijn benoeming tot kantonrechter te Amsterdam eervol ontslag verleend uit zfln betrekking van kantonrechter-plaatsvervanger aldaar; alsnog benoemd tot plaatsvervangend lid van de commissie, die te rekenen van 1 Augustus 1911, gedurende één jaar te Utrecht, belast ia met het afnemen van de practische examens van arts; en welke commissio tevens belast is met het afnemen van de practische examens van tandmeester, vermeld In art. 8 van eerstgenoemde wet J. W. Th Lichtenbelt, arts te Utrecht. By resolutie van den minister van koloniën, zyn M Bloemendal, G J. Bazendijk, J. M. Eggink, J. Ph. Schrauwen, J. C. Taal, J. Jorna, H. J. W. Chr. Kamphuis en J. F. G. A. Enkelaar, ter boschikking van don gouverneur-generaal van Noderland9ch Indië gesteld, -ten einde daar te lande te worden benoemd de eerste twee tot commies 8de klasse en de overige tot klerk by den post-, telegraaf- en telephoondiensc. Het magazijn n manufactu ren en gemaakte goederen van den heer J. F. Feld, in de Donkerstèeg, is heel wat veranderd. De geheel nieuw verbouwde onderpui hepft thans twee .groote spiegel ruiten waarachter zijn aangebracht uitge breide gelegenheden om te etaleeren. Daar van is reeds met smaak gebruik gemaakt. Ook bij avond komen die uitstallingen we* gens de nu te gelijk aanwezige electrische installatie meer nog dan vroeger tot liaaï recht. De winkel zelf heeft eveneens verandering, d. w. h. z. tevens practische verbetering ondergaan. De Heer Feld dacht terecht dat men ook op zijn gebied met de eischen des tijds rekening moet houden. B' ij eenhuiselijkentwistin do echtelijke woning aan den Binnenweg to Rotterdam, is jufF.ouw J. haar man met oen mes te lijf gegaan en heeft hem drie messteken in het rechterdijbeen, den rug en onder het rechteroog toegebracht. De man is naar het ziekenhuis gebacht. Een vijftienjarige zoon, die tusschenbeidea kwam, liep een verwonding aan het linker dijbeen op. M e n m e 1 d t uit Amsterdam: De heer C., handelsreiziger, wonende Pre- toriusstraat alhier, van de reis terugkomen de, kwam tot de ontdekking da hij in de spoorwegcoupé zijn portefeuille had' laten liggen, inhoudende zijn spoorabonnement en f 45. aan bankpapier. Direct gaf bij hier van kennis-aan de politie en tot zijn blijd schap vernam hij dat de portefeuille reeds was gevonden. D^H nu kwam hij tot de treurige ervaring dat vel de abonnements kaart aanwezig, doch het papiergeld ver dwenen was. TeTerapel, gemeente Vlagt- wedde (Gr.) is door onbekende oorzaak afgebrand' het huis van JGeertsoma, oe- woond door diens zoon. Binnenkort zou het huis geveild worden. Er is niet veel gered. Het huis was tegen I-.-andschade verzekerd. I n d e n 1 a a t s t e n t ij d k om e n h e r- haaldelijk in nieuwsbladen berichten voor als zouden er nieuwe bepalingen omtrent het gebruik van briefkaarten zijn vastge steld. Deze berichten zijn onjuist. De se dert 1907 voor briefkaarten geldende be palingen hebben tot heden géén wijziging ondergaan. Nog immer heeft dus de afzen der van een briefkaart het recht voor ge schreven of gedrukte meededeelingen, dus ook voor de vermelding hetzij geschreven, hetzij gedrukt, van den naam en het adres van den afzender, te beschikken over de achterzijde en bovendien over de linker helft der adreszijde. De rechterhelft van de adreszijde is uitsluitend bestemd voor het adres en voor aanwijzingen op den post dienst betrekking hebbende. Het is mede geoorloofd het adres over de geheele breedte der adreszijde te schrij ven. Kaarten die over de geheele breedte ■■ii.Limim ■TOTBWIA.IIJ.IIW rrn-- 'S',.--HJI.T1 kg 82) Het stond bfl hem vast, dat Carne zou trouwen mot Téphany en hy peinsde er reeds over welk huwelijkscadeau hp zou geven. Na het ontbijt, toen zij koffie dronken in den tuin, begon Keats als naar gewoonte weer te epreken over het werk van zijn vriend. Téphany vroeg zichzelf af of het goed zou ttln Keais in haar vertrouwen te nemen. „Hij heeft u zeker de laatste studie van Yannik laten xien?" vroeg zij. „Ja." „Ia 't niet meesterlijk?" „Het spijt mij, dat Yannik haar kapje en haar omslagdoekje heeft afgedaan." „Ja, ik dacht wel, dat h(j dat van haar gedaan zou krijgen; 't is verbazend zooals hy er den slag van heeft de menschen over te halen zijn zin te doen, en h(j is zulk prettig gezelschap. Ik weet niet hoe ik het zonder hem zal stellen. \Ve zijn altijd vrienden ge weest sinds den tijd, dat we nog op school waren." „■Waarom zou u het zonder hem moeten stellen?" vroeg Téphany. Zy trachtte dit te zeggen zonder scherpte, maar slaagde er niet in. Dat denkbeeld, dat Carne zijn zakdoek maar behoefde te laten vallen of maar behoefde te fluiten, om haar ia zün armen te doen vliegen, begon haar vreeseljjk te vervelen. „Och, ik denk wel, dat hij zich eerstdaags voorgoed ergens zal vestigen." .Vestigen? Ik kan my mijnheer Carne niet anders voorstellen dan reizend en trok- kend." „Of hy reist en trekt, dan wel zich voor goed ergens vestigt, hy zal toch evengoed de bovenste sport van do ladder bereiken. Heb ik u al verteld, dat ik al zijn brieven van de laatste drie jaren bewaard heb, omdat ik ze eens noodlg zal hebben?" „Gaat u zyn levensgeschiedenis schrijven?" „Ik wil zyn brieven en herinneringen uit geven," antwoordde hy onverstoorbaar. „Ik zie u niet graag zoo kruipeü aan mijn heer Carnss voeten." „Ja, ik kruip aan ayn voeten, dat is het rechte woord, omdat hU een genie is, juffrouw Lane." „Is uw geloof in uw held nooit door iets aan het wankelen gebracht?" Zij merkte, dat Johnnie haar scherp aan keek, terwijl zij die vraag deed. Maar hy ant woordde ernstig: „Niets." Téphany lachte, maar niet ironisch. Dit groote geloof en dit vertrouwen waren haar niet onsympathiek. Maar een klein duiveltje gaf haar de vraag in: „U bent een trouw vrlsnd, maar als bywyze van «preken natuuriyk hy nu eens iets deed, waardoor u teleurgesteld werd in hem, iets leeiyks byvoorbeeld." „Zelfs al werd hy een menscheneter, juf frouw Lane, dan nog zou ik zyn vriend blijven." „Hy zou beginnen met u op te peuzelen, net als de moreele kannibalen, die juist de menschen verscheuren, die hun 't naast staan. Ja, in minder dan geen t(Jd zou hy u hebben opgegeten." „Onder sommige omstandigheden is dat missohien nog beter dan door te leven. Uw moreele kannibalen maken een einde aan het Ujden van hun slachtoffers door ze op te eten." Hy stak kalm oen sigaret aan en glimlachte door de kringetjes rook heen. Op dit oogenblik kwam Yvonne naar Té phany toe. „Is heb juist gehoord, dat je hier was," zei zU moedoriyk glimlachend. „Een landge noot van je, «en dikke heer, die er heel deftig uitzag, is gisteravond hier aangekomen en vroeg naar ja." „Hoe heet hy?" vroeg Téphany. „Dat weet ik niet meer. Die Engelsche namen I" „Hy heet Japhet Smyth," zei Keats, „dr. Japhet Smyth." „OI" riep Théphany uit. „Dr. Japhet Smyth? Hier? Yvonne kolkte. „Ja, hy zit nu in het salon op ja te wachten." Téphany stond dalelyk op en vroeg zich af wat den beroemden specialiteit naar Pont- Avon had gevoerd. Eenige oogenblikken later vertelde de groote man haar dit. „Ik heb dit jaar mfju vacantia vroeger ge nomen," zei hy, „en wil dia in Bretagne door brengen. Ik herinnerde me, dat u in Pont Aven was. Hoe is het met do koel? Beter? Téphany was getroffen door dit blyk van belangstelling, ofschoon zy niet kon uitmaken of het alleen beroepsniouwsgierigheid was of niet. In elk geval was liet heel vriendeiyk van hem haar zooveel belangstelling te ba- toonen. Zy beantwoordde al zyn vragen. „Hm!" „Wat denkt u er van, dokter?" „Ik zal u in Ros Braz komen opzoeken en uw keel onderzoeken, al3 u mé dit wilt toe staan. Daarna zullen we eens zien. U ziet er goed uit. De lucht in Bretagne schynt goed voor u te zyn. Uw geval is heel merkwaar dig. Ik heb er nog dikwyiz aan godacht." Dus toch beroepsnieuwegierigheid! „Ik hob u rust voorgeschreven," vervolgde de dokter, zyn kin streelende, „omdat uw kwaal veroorzaakt is door lichamelyke en geestelyke.overspanning. Musici moesten altyd phlegmatische menschen zyn en degenen, die succes hebben, zyn dat dikwyiz ook. Wanneer kunt u mijn bezoek afwachten?" „Morgenechtend, als- u zoo vriendeiyk wilt zyn Dsn volgenden morgen kwam hy met zijn klein zwart zakje met instrumenten. Het onderzoek duurde eenigen tyd, maar toen het was afgeloopen, keek hy haar met een be moedigend lachje aan. „Ik denk wel, dat het terecht zal komen," zei hy tot Mary, die mee was gegaan, „maar pnblieko vervoermiddelen moeten stevig ge bouwd zyn. D«ze keel is byvoorbeeld niet stevig genoeg gebouwd om Wagner te dragen." En glimlachend over zUn vergelyking, voegde iry er bU:'„'t Is een licht karrotje, beste juf frouw Machin. Geen omnibus." „Maar denkt u, dat ze weer aan het tooneel kan gaan?" „Alz de genezing aanhoudt, ja, dan wel, maar we moeten voorzichtig zyn, heel voor zichtig." „Wanneer mag ik weer zingen?" vroeg Téphany. „Laten we den tyd zyn werk laten doen. Over eenige dagen mag een paar eenvou dige ballades probeeren. Voor de eerate veer tien dagen zal ik in Pont-Avon blyven en zal ik daar gelegenheid genoeg hebben uw keel nog eens te onderzoeken. Vóór ik hier vandaan ga kunt u wesr heel langzaam aan geregeld beginnen te atudoeren. Ik hoop u het volgende jaar in „La Bohème" te hooron." „Zy heeft er zich zoo flink en geduldig ouder gehouden al dien tyd," zei Mary met vuur. „Zy verdient, dat ze daar nu voor be loond wordt." „Hm 1" zei do groote man. „Ik zou u kunnen antwoorden met een gezegde, dat u zeker wel kent: „In de natuur bestaat er geen loon, en geen straf; er bestaan alleen gevolgen."" XII. „Mooi weer, juffrouw I" Léon Bourhis wees met de band naar he' gladde water van de kreek on naar den teer- getinten hemel. In den nacht was er over vloedig regen gevallen, maar de vtolken, di« zich nog met van haar lading van vocht ont last hadden dreven langzaam en majestueua in zuidelyke richting. In het noorden en hef noordwesten omfloerste een opaalkleurig waas don horizon. Het water lag roerloos, in onbe wogen rust. De oppervlakte was als oen glad gepolyste zilveren spiegel, waarin zich de hoornen van Poulguen en ds vormen der dryvende wolken weerspiegelden. Téphany had een uitnoodiging van Michael aangenomen, om de sardynenvloot te gaan zien. Mary, die niet van zeilen hield, had niet met haar vriendin willen meegaan. Zy zeilden reeds vroeg in den ochtend uit. Téphany was niet meer alleen met Michael geweest sinds den dag, mser dan e9n week geleden toen zy boos was geworden, omdat hy zoo onverschillig had geschenen voor hot feit, dat moeder Pouldour liet geld van Yannik gebruikte. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1