Anekdoten. f Kleine Frits heeft hoofdpijn; de dokter zegt dat hij wat mineraalwater drinken moet. Mlei&we Raadsels. Oplossingen der Raadsels. Goede oplossingen ontvangen van: Correspondentie. t Ingez. dóór Johanna van Tilburg* „Foei, f~ei, wat maken ze tegenwoordig bet die arme kinderen tooh lastig. „Hoe zoo, buurvrouw." ,,Ons Jaantje, ons arm Jaantjc is ~e- zakt, mensch, voor 't examen. Ze vroegen het kind dingen over menschen, die r! ja ren en jaren dood en begraven waren yóór zij geboren werdl Ingez. door Jo van der Upwicfy. Een molenaar liep naast zijn ezel. Een epotter die hem ontmoette, vroeg: „Waar gaat ge beiden heen?" De boer zei: „Hooi halen .voor ons drieën," L Ingezonden door Pieter Vallentgoed. J Yer schrikkelijk. Ida (met haar ouders voor het leeuwen- hok staande): „Mama, het moet toch ver schrikkelijk zijn voor den leeuw, zioh door zoo vele mensdhen te moeten laten bekij ken, zonder dat hij er een opeten mig l" l Ingez. door „Twee Nichtjes", V" te Oegstgeest. „,Nu", vraagt mama, als hij voor de eer ste maal het mineraalwater gedronken heeft, hoe smaakt het?" Alsof je voet slaapt", antwoordt de kleine Frits. V Ingezonden door C. E. Janssen* Uit de school. I Onderwijzer*. „Wie kan mij een ander woord noemen voor vriend?" (Allen zwij gen). „Nu, hoe heet iemand, die alles voor ons doet zonder daarvoor geld aan te nemen? Een kam......" Maurite: „Een kameel." Vs Ingezonden door Jacoba Yallentgoed. I Eenpoets. Een heethoofdige boer, die lang niet be mind was wegens zijn ruziezoekëri, werd eens door eenige kennissen aan een bekoe- fingskuur onderworpen. Tegen middernacht werd hij gewekt door een stem die i*iep: „2e hebben je paard gestolen!"- De boer schoot haastig zijn kleeren aan', en naar buiten snellende, vroeg hij-:" „Welken kant is de dief opgegaan?" „Naar H...", antwoordde een van de boeren. Een ander bood hem een paard ter leen aan, wat de slaperige boer gaarne aannam. Hij reed den geheelen nacht rond, zonder een spoor van den dief te ontdekken. Eerst bij ihet aanbreken van den dag bemerkte hij, dat hij op zijn eigen paard zat. Ingaz. door „Heibloempje." '/p> e l '*'r\ Mijn geheel bestaat uit 10 letters en is een plaatsje in Gelderland. 6, 8, 9 is een dier. 10, 1, 2, 3 is een jongensnaam. 3, 4, 5, 6 ziet men 's avonds. 7, 5, 6, 10 is een boom. 1, 2, 3, 4 is een windstreek. 6, 1, 2, 3 is een bloem. Ingezonden door „Onrust". IL Zoek uit de volgende zinnen oen woord, roodanig dat het een spreekv/cord vormt. Een jong paard noemt men een veulen. Wij zijn al goed gewend in onze nieuwe woning. Grootvader is al heel oud. Gij hebt dat goed gedaan. Ingezonden door „Accacia", nx Mijn geheel bestaat uit 10 letters en is haast in iedere stad. 2, 2, 9 is een lichaamsdeel. 6, 4, 8, 9, 10 heeft men in den zak. 1. 8. 3. 1 gebruikt een'wijnhand.Liar. 6, 4, 7, 5 is een lichaamsdeel. Mijn zusje geeft mij een 1, 9, 10. L Aan de vruchten kent men den boom., IL Kasplantje., III. Utrecht Baarn 'Tolen Dolden Antwerpen. Dora en Marie Barendse, Jan Hageman, Theresia Veeren, Marie Oostveen „Dag- bloem" Saartje en Annie Oudshoorn, Dirk Spuyman, Jo Kranenburg, Freek en Zus Bey; „Postduif", Ar ie Gille, „Raadsheer- tje", „Grassprietje", Dirk van Zanten, „Blonde Eliza", Corrie Pommee, „Vondel", Abramina en Margaretba Bomli, „de twee Raadsel-vriendinnetjes", „Goudvinkje", Ma rietta Zitman, „Violenkransje",. „Zwart kopje", Goudstaartje", Arie Schipper, „Ju- lianabloem", „de twee J's", „de Ikleine huishoudster", B. Waasdorp, „Storm- vrouwtje", „Roosje", „Schenkeltje", „Po pulier", Corrie v. d. Klein, „het vroolijke Boerinnetje", „Rosa Fluweeltje", Truus van Kleef, „Boschviooltje", Antje en Arie van Konijnenburg, „Onrust", O. L. Jans sen, S. en H. Florisson, „kleine Winkelier" Dora de Bode, te Wassenaar. Wel zoo, is mijn vriendinnetje pas jarig ge weest? Nu, dan feliciteer ik je nog wel met demfeestdag, meisje. Je moet me de volgen de week maar eens vertellen, hoe je dien dag a'lzoo gevierd hebt en of je mooie cadeautjes gekregen hebt., Hendrik B i n n e n d ij k. Ja vriendje, met het gras was het dezen,zomer treurig gesteld, en het verwondert me niet, dat jullie de koeien Teeds op stal hebt; maar aan den anderen kant is zulk mooi weer toch wel genietelijk, vindt je niet? „Pieter Adr.'szn. v. d. Werf." Ja vriend, ik vind het best dat je in het vervolg met ons wilt meedoen en heb tegen je schuilnaam geen bezwaar. Je werk zag er keurig netjes uit; en ik hoop van je bij dragen een goed gebruik te kunnen maken. Dora en Marie Barendse. Met genoegen vernam ik je ingenomenheid met het gewonnen prysje, en ik neem je ver zuim dat je mij niet eerder schreef volstrekt niet kwalijkwant ik kan me zeer goed voorstellen, dat je er door de verhuis- drukte niet aan toe kon komen. „V o '1 e n k t a n s j e." Welzoo meisje, kom je reeds van school? En wat denk je nu te gaan doen? Ga je een vak leeren, of je mosder in de huishouding behulp zaam zijn? ,,G o u d v i n k j e." Ja meisje, je )iebt wel gelijk, dat de tijd zeer snel voorbij gaat en daarom is het onze plicht om van onzen tijd een zeer goed gebruik te maken. Naar het vliegen ben ik niet wezen kijken; want daar heb ik niet veel mee op, omdat het. zoovele offers kost! „R aadselvriendinnetje s." Nu, ik moet zeggen, dat jij over je ver jaardag niets te klagen hebt, want je ca deaus vind ik in één woord prachtig. Jullie raadsels en anekdoten, zie ik gaarne ÊS gemoefc., Jannetj e en Marietje Laoöurt. Ik kan me o zoo goed voorstellen, dat bet met je moeder maar langzaam vooruit gaat, en neem jullie niet kwalijk als je me niet geregeld kunt schrijven. ,.S n e e u w w t j e." Het nieuwe feuil leton is heel mooi, maar niet zoo lang als het vorige. Vriendelijk dank voor je mooie prentkaart., Saartje eri Annié OudsHóórn. Ja kinderen, ik vind het bést, dat 'jullie met ons mee gaat. doen, want hoe meer onze kring zich uitbreidt, hoe bever het mij is. Marie Oostveen. Ja meisje, verlë* leden week is er nog al wat regengevallen en ik denk wel, dat .de boeren tevreden- zullen zijn 1 „Dag bloem." Je briefjes zal ik: steeds zooveel mogelijk beantwoorden, meisje. Ik veronderstel dat je adres goed. was, daar je brief in mijn fcezit kwam. Wil je er bij het inzenden van nieuwe, bij dragen steeds aan denken die eveneens met je naam te onderteekenen? T. K r i e g e. Waarschijnlijk kwam je kaart niet terecht meisje,, want alle namen worden steeds nauwkeurig genoteerd, ,yA aronske lk". Wat scheelt je zusje^ dat ze voor haar gezondheid elders ver toeft? Vriendelijk dank voor je mooie prentkaart. „V rooi ij k e Anni e." Jij ook al zulke drukke bezigheden, meisje? Hoe (komt dat zool Krijg je zooveel huiswerk te maken, of ben je misschien wat ten achter met eén of ander vak? Nelly van Velzen. Als je zoo'a liefhebster van bloemen bent, zal ik je je verzoek gaarne toestaan; maar denk. er'aan, dat je je briefjes steeds met je waren naam en je schuilnaam moet onderteeken »n' ea zulks om abuizen te voorkomen. „V rooi ij k Boerinnetje" Da tl kwain je briefje te laat, meisje, want die moeten des Maandags vóór 12 uur aan ons Bureau bezorgd zijn. Corrie v. cl Klein. Ik vind het heel bef van je, dat je ook voor,je vriendinnetje geschreven hebt, nu ze het niet zelf kon doénWat is dat arme kind leelijk te pas gekomenZe zal zeker wel veel pijn gehad hebben, is het niet? Wil je haar beterschap voor mij wenschen? B. Waasdorp 'heet ik hartelijk wel kom in onzen kring en hoop binnenkort een uitgebreide n brief van hem te ontvangen. „K leineHuishoud ste'r". Je Moe heeft groot gelijk, dat ze je jiet naaien gron dig laet leeren, want da$ „is voor meisjes heel noodzakelijk. Vind je het prettig, dat je van. school gaat, of hadt je nog wel een jaartje willen blijven? „Viooltje." Ik ben het volkomen met je Moeder eens. Het is nergens goed voor, dat meisjes, al zoo jong een fiets krij gen. Gebruik jij je beenen maar, dat ïs veel gezonder en veiliger tevens. De padvinders-beweging vind ik heel aar dig. zoowel voor jongens als voor meisjes. Mijn dochtertje is er nog niet aan, omdat ik haar te jong vind. Ze moet nu flink lee ren om het volgende jaar met een vrijstel ling naar de H. B.-S. te kunnen gaan. Vriendelijke groetjes. MARIE VAN AMSTEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 14