FWuWtWr.iïfhï;ifi iiffiTilfiiT
VOOR DE JEUGD
IftlDSCH DAGB1AD
Wo. 15823
Woensdag1 20 September.
Anno 1911,
&L
h.
KIL' o ti'i «X' c iL« t 'ij i tk? i «k» d* i d't dlil'«1; d*
Wie kwam het meest de eer toe
Hoe een bouquet roode anjelieren een
heel dorp voor ondergang behoedde.
.ftCSV
J
j!
V)
A
«V*
HBO,
Op Koningin's verjaardag had de plaatse
lijke feestcommissie ook bepaald dat er
gymnastiek-uitvoeringen zouden zijn in den
„kindertuin". Na afloop van het marck.ee-
ren enz. zouden er dan wedstrijden worden
gehouden door jongens en meisjes van aller-
lei rang én stand. De prijzen bestonden
meest in een boek, een botaniseertrommel,
een veldfleseh, een paar schaatsen (zeker
hopende op een strengen wintertijd na
dezen warmen zomer) en nog allerlei an
dere aardige dingen.
Het slot zou zijn een wedstrijd op stel
ten: zes keer moest je dan een tuin door
gaan, zonder een enkelen keer te struike
len en de prijswinner kreeg een gulden,
zéker met het oog op de vele deelnemers,
bepaald uit den behoeftigen stand, die nog
heel wat nuttigs konden koopen voor dien
schat.
Nu, een bod vielen er heel gauw af, want
het is met zoo makkelijk, je op stelten
voort te bewegen. Twee bleven er ten slotte
nog over: Jan van den dokter, een ferme
baas van een jaar of elf, die het volgend
jaar naar de H. B.-S. moest, en Maarten,
het zoontje van een arme weduwe, die naai
de voor den kost, en de heele vacantie door,
haar jongen dan ook geen enkel pretje had
kunnen veroorloven, zoodat ze heel blij
was, dat deze gelegenheid zich nu voordeed
?p Koninginnedag 1
Of Jan nu wat meer wist van de omstan
digheden van zijn mededinger, omdat de
dokter Maartens moeder van den winter
nog behandeld had... zeker is het, dat Jan
ién stap vooruit was, en dus het eerst weer
bij de eindpaal zou zijn gekomen, was hij
met... ter rechter tijd gestruikeld! Ten min
ste hij zette zijn stelten in een holletje,
dat hij dan zeker niet gemerkt had? en
gleed er af; nog geen stap van de paal.
Maarten won en werd luide toegejuicht
door den drukken kinderschaar, terwijl Jan,
met hoog roode kleur, het onderspit had
gedolven
Ik voer mij, geloof, dat hij op zijn minst
zoozeer gevierd had mogen zijn; maar de
voldoening, die'hij zelve zal hebben gevoeld,
toen Maarten zoo gelukkig was met den
gulden, waar hij zijn moeder nu mee ver
rassen kon was ook heel wat waardWie
kwam het meest de eer toe? Wat dunkt
jullie? De prijswinner of de prijsgmmer?
Beppo was herder van zijn ambacht, zoo
jong als Kij nog was. Zijn ouders waren
arme boererduidjes, maar toch was Beppo
zoo rijk, dat hij een zomeroptrekje buiten
had. Dat was inmiddels niet meer dan een
klein hokje of schuurtje in het veld, waar
hij dan sliep op wat stroo. Dit hokje was
echter een gedeelte yan den grooten koestal
waar die beesten des zomers iederen avond
ingedreven werden, luidende met.de klokjes
of belletjes, 's Winters ging het vee bene
den in het dal, om beter beschermd te zijn
tegen storm en koude, maar 's zomers werd
het op de bergweide gedreven, tot waar de
eeuwige sneeuw lag.
Beppo was nog geen twaalf jaar, maar
flink ontwikkeld voor zijn leeftijd; hq
hield veel van de dieren, en de dieren veel
van hem. Daarom was hij ook door de
dorpsgenooten uitverkoren, om naar boven
te gaan, naar de alpenweide.
Dit jaar was de winter al bijzonder lang
en streng geweest, en weken achtereen had
het maar gesneeuwd en gehageld. Maar nu
was de sneeuw eindelijk gesmolten, en de
beekjes begonnen weer te vloeien en de
vogels zongen en de bloemen ontloken, en
waren nu nog eens zoo frisch en helder
van kleur als anders 1 Misschien kwam dit
laatste ook, doordat de menschen ze zoo
lang gemist hadden.
Acht dagen lang had Beppo nu al daar
boven op de weide verbleven, en hij ge
roeide zich gelukkiger dan de rijkste ko
ning
Nu was hij er ook met alleen, dat moet je
niet denken: ze waren er met een klein ge
zelschapje, allemaal vrienden en bekenden.
Daar hadt je vooreerst Jacob, dan Leo,
André, en eindelijk vriendin Martha, die
een beetje het huishouden roerde roor al
die jongelui.
De tijd viel hun volstrekt niet lang. O neen,
ze amuseerden zich kostelijk: ze maakten
vanzelf natuurlijk lange wandelingen, en
deden daarbij allerlei ontdekkingen, terwijl
ze zich onderweg verfrischten met wat
aardbeien of frambozen, die daar bij me
nigte in het wild groeiden; ja zelfs vonden
ze er paddenstoelen, en die natuurkinderen
bedriegen zich maar héél héél zelden in de
vergiftige of niet vergiftige soorten, zoo
dat ze dikwijls het fijnste schoteltje hadden
's middags.
Als het 's morgens in de vroegte nog erg
koud was, staken zij een lustig vuurtje aan
en schaarden zich daaromheen, elkaar ver
tellende van al hun ondervindingen en van
de oude sage van berggeesten en water
nimfen, die ze hun ouders en familieleden
al zoo dikwijls hadden hooren vertellen. Ja,
liet was dus met recht een heele eer, om
zoo tot de uitverkorenen te hooren die
's zomers naar boven mochten.
Maar Beppo vooral hield bijzonder veel
van de eenzaamheid Hij kon uren lang lig
gen turen en mijmeren, terwijl hij toch
steeds het deel der kudde, dat aan zijn zor
gen was toevertrouwd ten strengste in het
oog hield. Vooral lette hij altijd bijzonder
op Frans, den grooten kloeken stier, die
in eigenlijken zin, de belhamel was der
menigte. Het was een erg goedig beest,
alleen de roode kleur kon hij niet uitstaan:
die maakte hem woedend, en Beppo herin
nerde zich nog, hoe dit een vriendje van
hem eens het leven had gekost, toen die
zich met een vuurroode muts op het hoofd
voor Frans vertoond had.
Vandaag was Beppo al bijzonder verdrie
tig gestemd, want zijn vriendinnetje
had huis moeten komen, om
dat ze zich lang niet prettig voelde. Ons
jongmensch' zon er nu op, wat hij eens koa
meebrengen voor zijn vriendin als hij dien
avond toch in ieder geval even naar den
staat van haar gezondheid ging in forme e-
ren.
Toen herinnerde hij óch ineens, dat zij
zoo van roode anjelieren hield, en die
groeiden er in menigte, daar langs den weg
die naar beneden liep.
Beppo sloeg dus voor, dat zij gezamenlijk
aan het bloemen plukken zouden gaan;
dit werd door de vrienden goedgekeurd, en,
zij daalden allen die weide af en liepen het
boSch in, waar echter niet veel anjelieren
te vinden waren, zoodat de andere jongen®,
het al gauw opgaven. Alleen Beppo waagde
zich wat verder, steeds vervuld van heb
verlangen, om de bloemen toch te vinden,
en dit was dan ook waarlijk het geval, zoo
dat hjj nog een groot bouquet bij elkaar
kreeg. Alleen had hij er in het vuur van zijn
plukken totaal geen acht op geslagen, dab
de lucht leelijk betrokken was en erg naaJC
onweer dreigde.
Eindelijk, daar flitste een geweldige blik
semstraal, en heel de kudde vee kwam de
bergweide, afgegaloppeerd, in doldriftige}
vaart met den belhamel vooraanDe beesnj
ten waren natuurlijk niet te stuiten, wan#,
voor rede waren ze niet vatbaar, en dus nu
ae eenmaal zoo doodelijk ontsteld waren,
renden ze maar aldoor en zouden ongetwij*
fèld in den afgrond storten!
Dit moest voorkomen worden, het kostte
wat het wilde, en Beppo kende den afkeer
van den stier voor rood. Hij zou er heb,
bouquet ook maar aan wagen, en hield da,
vuurroode anjelieren dwars in den weg. Op,
dit gezicht wendde de heele kudde, voorge*
gaan door den belhamel, ineens van
richting, maakte rechts om keer, en dit
koene optreden van Beppo had de geheel®
kudde dus voor ondergang behoed.
Het was anders een heel waagstukje,
geweest, want even goed had het beest met
de horens vooruit op Beppo af kunnen stor
men, gelukkig was hijzelf en al de beesten
met hem nu gered.
Toen Martha dit wist, waardeerde zij ten
zeerste Beppo's bedoeling, en was ook niet
weinig dankbaar voor dezen afloop, waar
door heel het dorp dus in het bezit van
zijn rijkdom was gebleven.
Waar wordt 't meest zoetigheid gebruikt
Volgens een Amerikaansch tijdschrift zijn
er in Noord-Amerika, in den tijd van ja»
ren, voor 240.000.000 gulden aan zoetigheid:
opgegeten. Er zijn 1500 fabrieken, waar
pralines, bonbons, vruchtenballetjes enz.
gemaakt worden. Nergens wordt dus op
zoo groote schaal aan snoeperij gé-daan;
dè-n volgt Engeland, waar r®r j^ar 6 pond
zoetigheid per hoofd wordt gebruikt; dan
volgen Duitfiehlandj België en Frankrijk.
In Spanje en Italië wordt aanmerkelijk
minder gebruikt.