p. 15783 V rijdag 4 A nyjiism^. A0. 1911. (§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en $ee$tdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Kunst, letteren, enz. FEUILLETON. Oe gesloten deur. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van I6 regel» 11.06. Iedere regal meer 0.17J. Grootere latten naar plaatsruimte. Kleine adTertentiën van 30 woorden 40 Oenta contant j elk tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaeeeeren wordt/'0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden f 1,10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30. Franco per post1.66. Dire^e Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennis, dat aan den Ontvan ger der Directe Belastingen aldaar is ter band gesteld 't kohier der Belasting op be drijf s- en andere inkomsten No. l van den dienst 19111912, executoir verklaard den 2den Augustus j.l. en berinnert den be langhebbenden aaü hun verplichtingen om den aanslag op den bij de Wet bèpaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN HAMEL. Wetlir. Loco-Burgemeester. Leiden, 4 Augustus 1911. Leiden, 4 usius. Voor het examen voor M. U. L. O., dat ook deze \yeek te Utrecht gehouden wordt, slaagden de heeren R. H. de Boer, te Noordwijk-aan-Zee, en W. L. H. van Grasstek, te Voorschoten, leerlingen van de hoogste klasse der Chr. School v. M. U. L. O. aan het Noordeinde alhier. (Hoofd de heer Meijnen). Beiden verwierven diplo- na B. Voor het examen Fransch 1. o, slaagden te 's-Gravenhage de heeren P. C. Zandée, van Leiden, en Th. W. Vis, van Hillegom. Voor het examen hoofdakte zijn te Breda geslaagd de heeren J. van Dijk en A. J. Rolfs, van Sassenheim. Het muziekkorps van de Kon Neder- iandsclie Marine, dat op zijn reis door ons land, nu een paar dagen de Kweekschool voor Zeevaart alhier bezoekt, gaf gister avond in het Van-der-Werf-park van zeven tot negen uren een der gemeente welwil lend aangeboden ooncert, waartoe de mu ziektent moest worden uitgebouwd, omdat aet aantal muzikanten groote r is dan van het Leidsch Muziekkorps, hetwelk er ge woonlijk gebruik van maakt Het publiek in de omgeving was weer talrijk en de jonge Janmaatjes mochten er zich eveneens bewegen. Aan het postkantoor Leiden en de daaronder ressorteerende hulppostlkantoren werd gedurende de maand Juli 1911, inge legd f95,606.81 en terugbetaald f 67,360.70 Heb laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje draagt het nummer 34,115. Door de Commissarissen der Naam- looze Vennootschap Hotel-Maatschappij „Noordwijk-aan-Zeo", werd bij ondershand. sche inschrijving aanbesteed de bouw van het badhotel te Noordwijk-aan-Zee, onder directie van de architecten Z. Hoek on J. Th. Wouters, te 's-Gravenhage. De hoogste inschrijver was de heer Horn- stra te 's-Gravenhage voor de somma van f 187,000. De minste inschrijvers de heeren Joh. Kraay en Co. te Hillegom voor de som van f 167,000, aan wie het werk is opgedragen. Bij resolutie van den minister van Kolo niën zijn W. Broek te Meppel, O. J. Haa- gen te 's-Gravenhage, E. M. H. Bartz te St.-Jansteen, W. A. Akkersdijk te 's-Gra- vehhaga, en P. den Hartog te G-oudriaan ge steld ter beschikking van den gouv. -gene raal van Ned.-Indië om te worden benoemd tot onderwijzer 3de kl. bij het openbaar Europeesch lager onderwijs daar te lande. De 1ste luit. R. Boomsma, van het 4de reg. inf. to Delft, is benoemd tot officier voor speciale diensten bij het korps aldaar. Hr. Ms. pantserschip ,,Kor' naer", is 3 Augustus jl. van Nieuwediep vertrokken, ter aanvaarding van een oefeningstocht in de Noordzee. BENTHUIZEN. In de plaats van den heer S. van Driel, die zijn benoeming tot lid van den Raad niet had aangenomen, is nu gekozen de heer J. W. v. Staalduinen (L.) met 43 stemmen. De heer A. v. d. Berg R.) kreeg 35 stemmen. HAARLEMMERMEER- Het bouwen van een burgerwoonhuis, met wagenmakers werkplaats en houtschuur, voor rekening van W: Captein, aan den Sloterweg, nabij den' BfChn'óbröekerweg, n is na cndërshandr sche aaftbëëtèding' opgedragen aap. den aannemer L. Barendrecht, te Hoofddorp, i De rijksveldwachters Roza en Wieh- j man uit de brigade Haajlemmerröeeï> zijn' j gisteren rw^er naaiv 'Amsterdam -gedeta- >J cheercj,i:in verband niet-de n,ldaar heerschen- de zeeliedenstaking. KATWIJK-AAN-ZEE. Donderdag kwo- men van de visechërij de volgènde Katwijk- sche vaartuigeW binnen: logger Noordzee III" KW U7 der Naaml. Venn. „Noord- zeevisscherij", schipper J. v. Duivenbode, met 14 last haring; logger „Claerhout." KW IA van den heer N. Parlovliet Lzn., schipper G. Schaap Hz., met 17 last haring; logger „Wilhelmina IV" KW 148, van de heeren Gebrs. Den Duik, schipper B. Kuyt, met 19 last haring; logger „Katwijk aan-Zee II" KW 134, dor Naaml. Venn. Ree der ij „Katwijk-aan-Zee," schipper Am. v.d. Plas met 21 last haring; logger „Katwijk-aan- Zee I" KW. 71 der Naaml. Venn. Reederïj „Katwijk-aan-Zee," schipper D. Meijyogel, met 15 last haring; logger „Merourius" KW 46 van den heer Joh. Parlevliet schipper D. Haasnoot met 21 last haring; logger ,,D. Meerburg Sr. KW. 7 van den heer P. Meer brug, schipper C. Varkevisser, i et ruim 21 last haring. In de vorige opgave hebben we de vangsten van twee vaartuigen KW. 8 en KW. 137 verwisseld. De KW. 8 had n.l. ruim 19 last, de KW. 137 achttien last Gisteravond gaf Katwijks Harmonie gezelschap weder een goed geslasg l concert in de tent op den boulevard, /an toehoor ders ontbrak het niet. Met het oog op den verjaardag van H. M. de Koningin-Moeder hadden we het eigenaardiger gevonden, als dit ooncert Woensdag was gehouden. NIEUWKOOP. Tot ambtenaar ter go- meent e-secretari 3 alhier is benoemd de heer F. J. H. Overhand Landberg, volontair ter gemeente-secretarie te Rhenen. Gisteren maakten de leden der Chr. Knapenvereeniging „Samuël" onder leiding van den heer P. den Hollander en de hoog ste klassen van de Openbare school alhier, onder geleide van 't onderwijzerspersoneel, een boottochtje naar Leiden en Katwijk, het is te begrijpen dat beiden zich in de stad, maar vooral aan Zee bijzonder wisten te vermaken. NOORDWIJK. Op het Raadhuis had gis teren de aanbesteding (in 5 perceelen) plaats van „het bouwen n con muziek tent; het plaatsen van een afscheiding in een der schoollokalen; het aanleggen van een rioleering; het inriqbten van een kan toor en kamer aan da gasfabriek; eenige werken in de raadzaal". Ingeleverd 4 bil jetten: W. P. de Vreed'e, perc. I: f355; II. f193; III. £398; IV. f410; V. f 125, to taaldus f 1501. C. G. J. AlkemadeI. f 305; II. f112; III. f233; IV. f 389; V. f83, to taal dus f1172. A. B. v. d. Boon:-! f323; II. f130; III. f-239; IV. f 376V. f70, to taal dps f 1143. ïFU'roa Boonekamp en Waf- menhoven schreven alleen in naar de per ceelen II en IV, resp. voor f 120 en f 470. SABSENHEIM. Koewei reeds gedurende enkele dagen nu en dan kisten bloembol len werden verzonden begint de groote pak- kcrij en daarmee de verscheping bij meer dere bloemisten de volgende weck. Reeds meermalen is over den onhoud- baren toestand van de (I'ostbrug onder deze gemeente gesohreven. In het blad van Woensdagavond' vestigde de heer Joh. Speelman in een mgezonden stukje er nog maals de aandacht op. De heer Speelman stelt daar èn het Rijk èn de Gemeente als schuldigen voor. Dit is maar half waar. De gemeente Sassenheim toch heeft geen schuld, want de brug behoort aan 't Rijk en alleen het Rijk kan hier verbetering aan brengen. Do tweede tentoonstelling van Japansclie kleurendrukken in het Rijks-Ethnographisch Museum, te Leiden is in gereedheid. Opnieuw heeft dr. M. W. de Visser voor een grondige behandeling van deze kunst in .Elsevier'' gezorgd. Belangstelling komt fnet de kennis. En dr. De Visser weet zijn kennis in prettigen vorm op te dienen, zoodat onze belangstelling levendig ontwaakt. Do keuze van de prenten, de uitvoering van de reproducties, 't is alles in orde. De vertrouwde bekendheid met de vreemde taal, maakt dat dr. De Visser meer kan schenken dan persoonlijke lyriek. De op schriften en bijschriften der prenten, legt hij ons vertaald voor, terwijl zijn persoon lijke bekendheid met het alledaagsche leven door een veeljarig verblijf in Japan, toe lichtingen en opmerkingen verschaft, waar wij heel veel aan hebben en die bijwijlen ironie en humor bezitten. We nemen uit de beschrijving ter ken schetsing een. stukje over. Op de eon-en.dertigste prent staat een keizerlijke prinses, kenbaar aan haar wa pen, met de ceremonieel© kap op 't. hoofd, te kijken naar vijf vliegers in den vorm van de geluk en lang leven brengende ooievaars, allo aan één touw verbonden. Op No. 33 zien we een vrouw, wier kostuum, evenals bij de andere surimono's, met in gedrukt© gouden en zilveren patronen be dekt is, in hurkando houding voor een man, die ter valkenjacht gaat, wat blijkt uit den boog in zijn handen cn den jagershocd cn handschoen op den grond, Drie andere su rimono's (35^37},- zeer "fijn van "teekening oh kl-cur, geven 1 treurwil gen en ëeli7 hl ooi- enden- praimebóomóp No.- 38 'zit' een' bijna ontkleed© bloemverkooper op zijn gémak zijn pijpje te rookou onder een wilg, met zijn dr4iagjuk achter zich tegen den boom ge leund en zijn bloemen naast zich. Ook Nas. 3943 zijn alle surimono's, behalve een on- geteokende prent, waar we twee vrouwen met opgerolde matten onder den arm een theehuis zien verlaten. Het buitengewoon leelijke gezicht der eene is uit het- leven gegrepen. Twee andere vrouwen zijn in heb huis, on een groote opgerolde mat staat over eind op den voorgrond. Het is zeer de vraag Slot) „Ik kan u toch niet bij mijn onderge schikten onder dak brengen!" „Ja, maar waar dans" „Ik stel u eenvoudig mijn hiiis ter be schikking." „Maar u zult toch' inzien, dat het voor mij veel passender is, bij de "portiersvrouw te overnachten, dan in uw appartementen?" „Nu bekijkt u de zaak weer van den ver keerden kant. Ik ben uw beschermer, ik moet- voor u zorgen, en dan stop ik u toch niet in een bediendenkamer." „Maar versta nu toch rede! Ik kan toch onder deze omstandigheden niet met u onder één dak overnachten „Dat is waar; daaraan heb ik niet ge dacht Maar wacht, nu weet ik het! Ik breng u naar mijn huis, ruim voor u mijn woning in, en rijd dan oogenblikkelijk weer weg om elders een onderkomen te zoeken, 1 toch vooral niet onder één dak met u zijn." „Ik geloof heusch, "dat u nu gebelgd is!" „Eigenlijk wel „Zet u mij dan maar weer gerust op straat, eu bekommer u verder niet meer om mij „Nu, dan ben ik niet gebelgd!" „Och, u verliest zeker uw geduld met mij 1 Ik maak het u zoo lastig! Och, u moet toch' heusch niet van mij denlion, dat ik ondankbaar ben!" „Juffrouw Marie..." „Ja?" „U hebt mij niet te danken, maar wel ik u!" „Ik zou wel eens willen weten waarvoor.'' „Omdat ik u zoo ongelooflijk bekoor..." »»St 1" „ïk zwijg al Maar nu verder beraad slaagd I Mijn kamers worden voor u inge ruimd, en ik ga dan onmiddellijk ergens logies zoeken, om niet met 11 onder een dak te zijn. Ik meen het in vollen ernst; het is beter zoo; het is in uw belang noo- dig." „Maar ik kan u toch niet uit uw huis jagen „O, dat is geen ongeluk Nu reden zij beiden wqer naar de nood lottige huisdeur, om daar nog eens hun ge luk te beproevenmaai* tevergeefs. Alles bleef stilde schel werkte nu evenmin als te voren. Zij stapten dus maar weer in het rijtuig en reden naar Albrechts woning. Daar werden zij in de helderverlichte in rijpoort door den portier, in zijn lange, prachtige pelsjas, ontvangen; den gegalon- neerden steek hield hij eerbiedig in de hand. „Stuur oogenblikkelijk uw -vrouw naar boven!" beval graaf Albrecht, terwijl hij Marie de breede marmeren trap opleidde- Eenig oogenblikken later bevonden zij zich met de portiersvrouw m het salon. „Vrouw Standhartinger „Wat verlangt mijnheer de graaf?" „Breng eens dadelijk mijn slaapkamer in orde. voor deze dame. Ikzelf ga ergeüs an ders overnachten „Jawel, heer graaf!" „Vrouw Standhartinger „Heer graaf?" „Weet ge, waarom ik vannacht niet in huis blijf?" „Neen." „Om den naam van deze dame niet in op spraak te brengen. Begrijp je dat?" „Jawel." Vrouw Standhartinger!" „Mijnheer de graaf?" „Ge moet vannacht in deze kamer blij ven; ge kunt op de oltomane gaan liggen; ge moet hier zijn, om deze dame te kunnen beschermen en van dienst te zijn. U laat mischien wel deze deur open, me juffrouw, om haar gemakkelijker te kun nen roepen Op den gering8ten wenk van deze dame moet ge klaar staan, vrouw Standhartin ger. Hebt ge mij verstaan?" „Jawel, mijnheer de graaf." Vrouw Standhartinger ging heen om de slaapkamer in orde te brengen, en nu richtte graaf Albrecht het woord tat Marie. „Tic hoop, juffrouw Marie, dat u goed zult slapen onder mijn schamel dak." „SchamelNu, ik heb er wel slechter ge zien „Morgenvroeg, of liever hedenochtend, zal het rijtuig voor u gereed staan, om u naar huis te brengen. In den loop van den middag hoop ik dan belet bij u te vragen, om eens te vernemen hoe u het maakt en hoe alles zich nog geschikt heeft." „O, ik ben dood-ongelukkig als ik aan morgen denk. De barones geeft mij stellig dadelijk mijn ontslag!" „Hoe heet uw barones-?'' „Barones Nuglich." „Och, wat u zegt? Barones Nuglich! Die ken ik goed. Ik zal zelf met hear gaan spre ken. Goeden nacht, juffrouw Marie 1-" „Goeden nacht!" „Juffrouw Marie..." „Mijnheer de graaf?" „Goeden nacht!" „Goeden nachtEn ik dank u nog wel voor alles..." „Niets te danken! Goeden nacht!" Graaf Albrecht kuste haar de handtoen snelde hij de trap of en reed weg. Marie begaf zich ter ruste in deze eigenaardig- weolderige omgeving. Den volgenden dag bracht graaf Albrecht, volgens zijn belofte, een bezoek aan mejuf frouw Marie Engelkardt. Hij vond haar in haar kamertje, met tranen in de oogen haar koffer pakkend. „Het is zooals ik u gezegd heb, mijnheer de graaf!" riep zij den binnentredenden toe. ,,De barones stuurt mij weg." „Maar dat is een schandaal! Wat hebt u haar verteld?" „Alles wat er gebeurd is. Zij zeide, dat het haar speet, maar dat ikzelf wel zou begrijpen, dat zij mij haar dochters nu niet meer kon toevertrouwen." Graaf Albrecht riep het kamermeisje en zeide, dat zij hem bij de barones moest aan dienen Het meisje kwam terug met het antwoord, dat het der barones erg speet, maar dat zij thans onmogelijk iemand kon ontvangen. „Ga nog eens terug," hernam graaf Al brecht ongeduldig, en zeg, dat het iets ge wichtigs betreft, en dat ik mij onmogelijk kan laten afwijzen." Ditmaal kwam de meid terug met het verzoek of mijnheer haar wilde volgen. „Mevrouw de barones," begon graaf Al brecht, toen hij tegenover de vrouw des huizes stond, „ik kom hier, om te getuigen, dat alles, wat juffrouw Engcihardt gezegd heelt de waarheid is." „Ja, ik heb mijn Besluit al genomen," antwoordde de barones met een veelzeggen- den glimlach. In haar hart was zij woedend over de geheele geschiedenis; want in alle stilte had zij graaf Albrecht op het oog als een passende partij voor haar oudste dochter. „Ik verzeker u," sprak graaf Albrecht met vuur, „dat aan de juffrouw niet het £e- ringste ten laste kan worden gelegd." De barones haalde de schouders op. „Mevrouw de barones, dit schouderophar len is krenkend voor do juffrouw en voor mij. Ik heb tegenover u geen wapen; maar ik zou wel wenschen, dat er een man was dien ik voor dit schouderophalen ter ver antwoording roepen kon." „Het was niet mijn bedoeling, uit zulk een kleinigheid „affaires" te maken," ant woordde de barones; „het was dus ook in het minst niet mijn bedoeling u te beleedi- genmaar ik geloof, dat het aan mij staat, mijn ondergeschikten naar mijn eigen goeddunken in dienst te nemen of te ont slaan." Graaf Albreoht boog en verliet zonder een woord te spreken de kamer. „Zij wil geen reden verstaan!" zeide graaf Albrecht, toen hij Maries kamer we der binnentrad „Ach, ik heb het wel vooruit geweten, dat zij mij weg zou sturen," antwoordde. Marie, terwijl zij haar best deed om haar tranen in te houden. „Wat zullen wij nu doen?" „Ik moet een andere betrekking zoeken; maar het zal zeer moeilijk zijn, i.ets te vin den." „N11, het zal wel gaan," troostte graaf Albrecht. „Ik zal u bij families,, die ik ken, wel aanbevelen." Marie moest door haar tranen heen lachen. „Waarom lacht u zoo. juffrouw Marie?" „Om uw goede bedoeling. Zulk een aan beveling zou mij meer kwaad dan goed doen." „Zoo?" „Natuurlijk Ik ben niet oud, en mis schien ook niet leelijk genoeg, om zulk een aanbeveling te kunnen verdragen. „Hum U hebt gelijk." of deze plaat wel aan Shnnman ia toe té sohcrijven. De surimono's (waarvan No. 42 het werk van een lateron schilder, Sliigan,; is) vertoonen alweer bloeiende pmimeboo- men, met de nachtegaal (uguisu) en de grooto rood© zonneschijf, in de bijstaando gedicht ten bezongen, en twee schelpen, beide met het karakter Lang Leven beschreven. Ver«< der komen we met Nos. 44 en 45 aan twee mcoie platen, dia K i y o n a g a's invloed ten duidelijkste verraden. De eerste speelt op het land. Het groote landhuis met zijn stroodak ligt op den achtergrond, en drie vrouwen zijn op den voorgrond bezig aan 't water vervoeren uit de kronkelende boek. Do herfstwind jaagt haar kleeren cn de strooien regenmantels, die ze niet over de schouders, maar als een soort voorschoot dra- gen, op. Dat het herfst is blykt uit de rood© bladoren van den ahornboom (momiji) op den voorgrond. Ze zijn blootsvoets, maar overigens niet gekleed alsof zij het werk anders dan uit liefhebberij deden. Vermoe delijk zijn zo aan het besproeien van den tuin; de c-ene haalt het water met twee emmers aan een juk, de andere in een tobbe op een wagentje. De derde staat met haar pijp in de' hand aanwijzingen te geven of toe te kijken. Niet minder leven is er op do tweede plaat. De heer des huizes, wiens deftige kleedij, zoowel als het wapen op zijn mantel en de enorme uitgestrektheid vaD zijn tuin, den patriciër verraden, speelt blindemannetje met zijn vrouw en zijn twee dochtertjes." Dezer dagen was het 25 jaren geleden, dat de hoer W. Ezerman benoemd werd tot organist der St.-Bavokèrk te Haarlem. Eeni ge vrienden hebben te dezer gelegenheid gisteravond een eere-concert georganiseerd in genoemde kerk, waarbij belangeloos mee werkten mej. J. Repelaer van Driel, alt, 's-Gravenhage, de heeren Louis Robert, or gel, te Haaiden, Gerard Zalsman, bariton, to Rotterdam en Bram Eldering, violist te Keulen. Het kerkgebouw was goed bezet. In de pauze sprak dr. A. H. de Hartog van den kansel den jubilaris toe. N. V. HetToonee'. De heer Co Balfoort, gediplomeerd leer* linj van de Toon eel school, is. ofschoon Mi zijn studies nog voortzet als tenor, verbon den bij de N. V. Het Tooneel, dir. W. Rooyaards. Tevens wordt vernomen, dat de heer Hen ri de Vries aan hetzelfde gezelschap verbon den is. Een aantal Fransch© schrijvers, journalis ten, advocaten, hoogleeraren en een „Natuurlijk „Juffrouw Marie... „Mijnheer de graaf „Ik heb u iets te zeggen." „En dat is?" „Ja,, ik weet zelf niet goed hoo ik mij moet uitdrukken. Ik wilde namelijk zeggen, dat het eigenlijk al een heel dom idee van mij was, ik meen met dat gouvernante schap „Maar wat moet ik dan anders beginuen" „Juffrouw Marie, kijk mij eens aan, ik weet nog iets beters. Maar waarom wilt u mij niet aankijken? Hoofd omhoog, nog meer, nog een beetje, zoo, en zeg u mij nu eens eerlijk, of u niet een weinigje, heel klein beetje van mij houdt! Vooraf moet ik nog opmerken, dat ik u zeer, zeer liefheb... Hoofd omhoog, heb ik gezegd 1 MarieWees nu eens goed, en heb ook uij wat liefGe moet eigenlijk wel ja zeggen, want aan dat schouderophalen der barones heb ik wel gemerkt, dat ge min of meeT in een scheeva positie zijt geraakt Mijn schuld is het niet. Maar heusch, ge moet, en be denk daarbij nu eens, hoe ontzaglijk geluk kig ge een ander mensch er ook noor maakt Marie was vuurrood geworden en 6b wi daar geheel beteuterd, niet in staat eeD woord te spreken. Marie, ik bezweer je, spreek toch maar één woord Kun je mij liefhebben en wil ie de mijne worden?" Marie kon geen woord zeggen; maar zachtjes, bijna onmerkbaar met het hoofd knikken, dat kon zij juist nog. Albrecht omhelsde haar stormachtig en kuste haar. „Maar nu zullen wij maken, dat wij zoo spoedig mogelijk uit het huis komen riep hij toen. En terwijl Marie haar mantel aan trok en haar hoed opzette, nam hij uit een brieventasch een visitekaartje, schreef on der zijn naam dien van Marie, en daaronder het woord „Verloofd". Dit kaartje liet hij door het dienstmeisje aan de barones bren gen. Toen bood hij Marie den arm, ging met haar de trappen af, en verliet heb huis door dezelfde deur, die zich 's nacht-3 te voren maar volstrekt niet wilde ontslui ten, en voor welke hij zijn geluk gevonden had.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1