p. 15783
V rijdag 4 A nyjiism^.
A0. 1911.
(§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en $ee$tdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Kunst, letteren, enz.
FEUILLETON.
Oe gesloten deur.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van I6 regel» 11.06. Iedere regal meer 0.17J. Grootere latten naar
plaatsruimte. Kleine adTertentiën van 30 woorden 40 Oenta contant j elk
tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaeeeeren wordt/'0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden f 1,10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30.
Franco per post1.66.
Dire^e Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt
ter algemeene kennis, dat aan den Ontvan
ger der Directe Belastingen aldaar is ter
band gesteld 't kohier der Belasting op be
drijf s- en andere inkomsten No. l van den
dienst 19111912, executoir verklaard den
2den Augustus j.l. en berinnert den be
langhebbenden aaü hun verplichtingen om
den aanslag op den bij de Wet bèpaalden
voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN HAMEL.
Wetlir. Loco-Burgemeester.
Leiden, 4 Augustus 1911.
Leiden, 4 usius.
Voor het examen voor M. U. L. O.,
dat ook deze \yeek te Utrecht gehouden
wordt, slaagden de heeren R. H. de Boer,
te Noordwijk-aan-Zee, en W. L. H. van
Grasstek, te Voorschoten, leerlingen van
de hoogste klasse der Chr. School v. M. U.
L. O. aan het Noordeinde alhier. (Hoofd
de heer Meijnen). Beiden verwierven diplo-
na B.
Voor het examen Fransch 1. o, slaagden
te 's-Gravenhage de heeren P. C. Zandée,
van Leiden, en Th. W. Vis, van Hillegom.
Voor het examen hoofdakte zijn te Breda
geslaagd de heeren J. van Dijk en A. J.
Rolfs, van Sassenheim.
Het muziekkorps van de Kon Neder-
iandsclie Marine, dat op zijn reis door ons
land, nu een paar dagen de Kweekschool
voor Zeevaart alhier bezoekt, gaf gister
avond in het Van-der-Werf-park van zeven
tot negen uren een der gemeente welwil
lend aangeboden ooncert, waartoe de mu
ziektent moest worden uitgebouwd, omdat
aet aantal muzikanten groote r is dan van
het Leidsch Muziekkorps, hetwelk er ge
woonlijk gebruik van maakt
Het publiek in de omgeving was weer
talrijk en de jonge Janmaatjes mochten er
zich eveneens bewegen.
Aan het postkantoor Leiden en de
daaronder ressorteerende hulppostlkantoren
werd gedurende de maand Juli 1911, inge
legd f95,606.81 en terugbetaald f 67,360.70
Heb laatste, door dat kantoor uitgegeven,
boekje draagt het nummer 34,115.
Door de Commissarissen der Naam-
looze Vennootschap Hotel-Maatschappij
„Noordwijk-aan-Zeo", werd bij ondershand.
sche inschrijving aanbesteed de bouw van
het badhotel te Noordwijk-aan-Zee, onder
directie van de architecten Z. Hoek on J.
Th. Wouters, te 's-Gravenhage.
De hoogste inschrijver was de heer Horn-
stra te 's-Gravenhage voor de somma van
f 187,000.
De minste inschrijvers de heeren Joh.
Kraay en Co. te Hillegom voor de som van
f 167,000, aan wie het werk is opgedragen.
Bij resolutie van den minister van Kolo
niën zijn W. Broek te Meppel, O. J. Haa-
gen te 's-Gravenhage, E. M. H. Bartz te
St.-Jansteen, W. A. Akkersdijk te 's-Gra-
vehhaga, en P. den Hartog te G-oudriaan ge
steld ter beschikking van den gouv. -gene
raal van Ned.-Indië om te worden benoemd
tot onderwijzer 3de kl. bij het openbaar
Europeesch lager onderwijs daar te lande.
De 1ste luit. R. Boomsma, van het 4de
reg. inf. to Delft, is benoemd tot officier
voor speciale diensten bij het korps aldaar.
Hr. Ms. pantserschip ,,Kor' naer", is
3 Augustus jl. van Nieuwediep vertrokken,
ter aanvaarding van een oefeningstocht in
de Noordzee.
BENTHUIZEN. In de plaats van den
heer S. van Driel, die zijn benoeming tot
lid van den Raad niet had aangenomen,
is nu gekozen de heer J. W. v. Staalduinen
(L.) met 43 stemmen. De heer A. v. d. Berg
R.) kreeg 35 stemmen.
HAARLEMMERMEER- Het bouwen
van een burgerwoonhuis, met wagenmakers
werkplaats en houtschuur, voor rekening
van W: Captein, aan den Sloterweg, nabij
den' BfChn'óbröekerweg, n is na cndërshandr
sche aaftbëëtèding' opgedragen aap. den
aannemer L. Barendrecht, te Hoofddorp, i
De rijksveldwachters Roza en Wieh- j
man uit de brigade Haajlemmerröeeï> zijn' j
gisteren rw^er naaiv 'Amsterdam -gedeta- >J
cheercj,i:in verband niet-de n,ldaar heerschen-
de zeeliedenstaking.
KATWIJK-AAN-ZEE. Donderdag kwo-
men van de visechërij de volgènde Katwijk-
sche vaartuigeW binnen: logger Noordzee
III" KW U7 der Naaml. Venn. „Noord-
zeevisscherij", schipper J. v. Duivenbode,
met 14 last haring; logger „Claerhout."
KW IA van den heer N. Parlovliet Lzn.,
schipper G. Schaap Hz., met 17 last haring;
logger „Wilhelmina IV" KW 148, van de
heeren Gebrs. Den Duik, schipper B. Kuyt,
met 19 last haring; logger „Katwijk aan-Zee
II" KW 134, dor Naaml. Venn. Ree der ij
„Katwijk-aan-Zee," schipper Am. v.d. Plas
met 21 last haring; logger „Katwijk-aan-
Zee I" KW. 71 der Naaml. Venn. Reederïj
„Katwijk-aan-Zee," schipper D. Meijyogel,
met 15 last haring; logger „Merourius" KW
46 van den heer Joh. Parlevliet schipper D.
Haasnoot met 21 last haring; logger ,,D.
Meerburg Sr. KW. 7 van den heer P. Meer
brug, schipper C. Varkevisser, i et ruim
21 last haring. In de vorige opgave hebben
we de vangsten van twee vaartuigen KW. 8
en KW. 137 verwisseld. De KW. 8 had n.l.
ruim 19 last, de KW. 137 achttien last
Gisteravond gaf Katwijks Harmonie
gezelschap weder een goed geslasg l concert
in de tent op den boulevard, /an toehoor
ders ontbrak het niet. Met het oog op den
verjaardag van H. M. de Koningin-Moeder
hadden we het eigenaardiger gevonden, als
dit ooncert Woensdag was gehouden.
NIEUWKOOP. Tot ambtenaar ter go-
meent e-secretari 3 alhier is benoemd de heer
F. J. H. Overhand Landberg, volontair ter
gemeente-secretarie te Rhenen.
Gisteren maakten de leden der Chr.
Knapenvereeniging „Samuël" onder leiding
van den heer P. den Hollander en de hoog
ste klassen van de Openbare school alhier,
onder geleide van 't onderwijzerspersoneel,
een boottochtje naar Leiden en Katwijk,
het is te begrijpen dat beiden zich in de
stad, maar vooral aan Zee bijzonder wisten
te vermaken.
NOORDWIJK. Op het Raadhuis had gis
teren de aanbesteding (in 5 perceelen)
plaats van „het bouwen n con muziek
tent; het plaatsen van een afscheiding in
een der schoollokalen; het aanleggen van
een rioleering; het inriqbten van een kan
toor en kamer aan da gasfabriek; eenige
werken in de raadzaal". Ingeleverd 4 bil
jetten: W. P. de Vreed'e, perc. I: f355; II.
f193; III. £398; IV. f410; V. f 125, to
taaldus f 1501. C. G. J. AlkemadeI. f 305;
II. f112; III. f233; IV. f 389; V. f83, to
taal dus f1172. A. B. v. d. Boon:-! f323;
II. f130; III. f-239; IV. f 376V. f70, to
taal dps f 1143. ïFU'roa Boonekamp en Waf-
menhoven schreven alleen in naar de per
ceelen II en IV, resp. voor f 120 en f 470.
SABSENHEIM. Koewei reeds gedurende
enkele dagen nu en dan kisten bloembol
len werden verzonden begint de groote pak-
kcrij en daarmee de verscheping bij meer
dere bloemisten de volgende weck.
Reeds meermalen is over den onhoud-
baren toestand van de (I'ostbrug onder deze
gemeente gesohreven. In het blad van
Woensdagavond' vestigde de heer Joh.
Speelman in een mgezonden stukje er nog
maals de aandacht op. De heer Speelman
stelt daar èn het Rijk èn de Gemeente als
schuldigen voor. Dit is maar half waar. De
gemeente Sassenheim toch heeft geen
schuld, want de brug behoort aan 't Rijk en
alleen het Rijk kan hier verbetering aan
brengen.
Do tweede tentoonstelling van Japansclie
kleurendrukken in het Rijks-Ethnographisch
Museum, te Leiden is in gereedheid.
Opnieuw heeft dr. M. W. de Visser voor
een grondige behandeling van deze kunst
in .Elsevier'' gezorgd.
Belangstelling komt fnet de kennis.
En dr. De Visser weet zijn kennis in
prettigen vorm op te dienen, zoodat onze
belangstelling levendig ontwaakt.
Do keuze van de prenten, de uitvoering
van de reproducties, 't is alles in orde.
De vertrouwde bekendheid met de vreemde
taal, maakt dat dr. De Visser meer kan
schenken dan persoonlijke lyriek. De op
schriften en bijschriften der prenten, legt
hij ons vertaald voor, terwijl zijn persoon
lijke bekendheid met het alledaagsche leven
door een veeljarig verblijf in Japan, toe
lichtingen en opmerkingen verschaft, waar
wij heel veel aan hebben en die bijwijlen
ironie en humor bezitten.
We nemen uit de beschrijving ter ken
schetsing een. stukje over.
Op de eon-en.dertigste prent staat een
keizerlijke prinses, kenbaar aan haar wa
pen, met de ceremonieel© kap op 't. hoofd,
te kijken naar vijf vliegers in den vorm
van de geluk en lang leven brengende
ooievaars, allo aan één touw verbonden. Op
No. 33 zien we een vrouw, wier kostuum,
evenals bij de andere surimono's, met in
gedrukt© gouden en zilveren patronen be
dekt is, in hurkando houding voor een man,
die ter valkenjacht gaat, wat blijkt uit den
boog in zijn handen cn den jagershocd cn
handschoen op den grond, Drie andere su
rimono's (35^37},- zeer "fijn van "teekening
oh kl-cur, geven 1 treurwil gen en ëeli7 hl ooi-
enden- praimebóomóp No.- 38 'zit' een' bijna
ontkleed© bloemverkooper op zijn gémak zijn
pijpje te rookou onder een wilg, met zijn
dr4iagjuk achter zich tegen den boom ge
leund en zijn bloemen naast zich. Ook Nas.
3943 zijn alle surimono's, behalve een on-
geteokende prent, waar we twee vrouwen
met opgerolde matten onder den arm een
theehuis zien verlaten. Het buitengewoon
leelijke gezicht der eene is uit het- leven
gegrepen. Twee andere vrouwen zijn in heb
huis, on een groote opgerolde mat staat over
eind op den voorgrond. Het is zeer de vraag
Slot)
„Ik kan u toch niet bij mijn onderge
schikten onder dak brengen!"
„Ja, maar waar dans"
„Ik stel u eenvoudig mijn hiiis ter be
schikking."
„Maar u zult toch' inzien, dat het voor
mij veel passender is, bij de "portiersvrouw
te overnachten, dan in uw appartementen?"
„Nu bekijkt u de zaak weer van den ver
keerden kant. Ik ben uw beschermer, ik
moet- voor u zorgen, en dan stop ik u toch
niet in een bediendenkamer."
„Maar versta nu toch rede! Ik kan toch
onder deze omstandigheden niet met u
onder één dak overnachten
„Dat is waar; daaraan heb ik niet ge
dacht Maar wacht, nu weet ik het! Ik
breng u naar mijn huis, ruim voor u mijn
woning in, en rijd dan oogenblikkelijk weer
weg om elders een onderkomen te zoeken,
1 toch vooral niet onder één dak met u
zijn."
„Ik geloof heusch, "dat u nu gebelgd is!"
„Eigenlijk wel
„Zet u mij dan maar weer gerust op
straat, eu bekommer u verder niet meer
om mij
„Nu, dan ben ik niet gebelgd!"
„Och, u verliest zeker uw geduld met
mij 1 Ik maak het u zoo lastig! Och, u moet
toch' heusch niet van mij denlion, dat ik
ondankbaar ben!"
„Juffrouw Marie..."
„Ja?"
„U hebt mij niet te danken, maar wel
ik u!"
„Ik zou wel eens willen weten waarvoor.''
„Omdat ik u zoo ongelooflijk bekoor..."
»»St 1"
„ïk zwijg al Maar nu verder beraad
slaagd I Mijn kamers worden voor u inge
ruimd, en ik ga dan onmiddellijk ergens
logies zoeken, om niet met 11 onder een
dak te zijn. Ik meen het in vollen ernst;
het is beter zoo; het is in uw belang noo-
dig."
„Maar ik kan u toch niet uit uw huis
jagen
„O, dat is geen ongeluk
Nu reden zij beiden wqer naar de nood
lottige huisdeur, om daar nog eens hun ge
luk te beproevenmaai* tevergeefs. Alles
bleef stilde schel werkte nu evenmin als
te voren. Zij stapten dus maar weer in het
rijtuig en reden naar Albrechts woning.
Daar werden zij in de helderverlichte in
rijpoort door den portier, in zijn lange,
prachtige pelsjas, ontvangen; den gegalon-
neerden steek hield hij eerbiedig in de
hand.
„Stuur oogenblikkelijk uw -vrouw naar
boven!" beval graaf Albrecht, terwijl hij
Marie de breede marmeren trap opleidde-
Eenig oogenblikken later bevonden zij zich
met de portiersvrouw m het salon.
„Vrouw Standhartinger
„Wat verlangt mijnheer de graaf?"
„Breng eens dadelijk mijn slaapkamer in
orde. voor deze dame. Ikzelf ga ergeüs an
ders overnachten
„Jawel, heer graaf!"
„Vrouw Standhartinger
„Heer graaf?"
„Weet ge, waarom ik vannacht niet in
huis blijf?"
„Neen."
„Om den naam van deze dame niet in op
spraak te brengen. Begrijp je dat?"
„Jawel."
Vrouw Standhartinger!"
„Mijnheer de graaf?"
„Ge moet vannacht in deze kamer blij
ven; ge kunt op de oltomane gaan liggen;
ge moet hier zijn, om deze dame te kunnen
beschermen en van dienst te zijn.
U laat mischien wel deze deur open, me
juffrouw, om haar gemakkelijker te kun
nen roepen
Op den gering8ten wenk van deze dame
moet ge klaar staan, vrouw Standhartin
ger. Hebt ge mij verstaan?"
„Jawel, mijnheer de graaf."
Vrouw Standhartinger ging heen om de
slaapkamer in orde te brengen, en nu
richtte graaf Albrecht het woord tat Marie.
„Tic hoop, juffrouw Marie, dat u goed
zult slapen onder mijn schamel dak."
„SchamelNu, ik heb er wel slechter ge
zien
„Morgenvroeg, of liever hedenochtend,
zal het rijtuig voor u gereed staan, om u
naar huis te brengen. In den loop van den
middag hoop ik dan belet bij u te vragen,
om eens te vernemen hoe u het maakt en
hoe alles zich nog geschikt heeft."
„O, ik ben dood-ongelukkig als ik aan
morgen denk. De barones geeft mij stellig
dadelijk mijn ontslag!"
„Hoe heet uw barones-?''
„Barones Nuglich."
„Och, wat u zegt? Barones Nuglich! Die
ken ik goed. Ik zal zelf met hear gaan spre
ken. Goeden nacht, juffrouw Marie 1-"
„Goeden nacht!"
„Juffrouw Marie..."
„Mijnheer de graaf?"
„Goeden nacht!"
„Goeden nachtEn ik dank u nog wel
voor alles..."
„Niets te danken! Goeden nacht!"
Graaf Albrecht kuste haar de handtoen
snelde hij de trap of en reed weg. Marie
begaf zich ter ruste in deze eigenaardig-
weolderige omgeving.
Den volgenden dag bracht graaf Albrecht,
volgens zijn belofte, een bezoek aan mejuf
frouw Marie Engelkardt. Hij vond haar in
haar kamertje, met tranen in de oogen
haar koffer pakkend.
„Het is zooals ik u gezegd heb, mijnheer
de graaf!" riep zij den binnentredenden
toe. ,,De barones stuurt mij weg."
„Maar dat is een schandaal! Wat hebt u
haar verteld?"
„Alles wat er gebeurd is. Zij zeide, dat
het haar speet, maar dat ikzelf wel zou
begrijpen, dat zij mij haar dochters nu niet
meer kon toevertrouwen."
Graaf Albrecht riep het kamermeisje en
zeide, dat zij hem bij de barones moest aan
dienen Het meisje kwam terug met het
antwoord, dat het der barones erg speet,
maar dat zij thans onmogelijk iemand kon
ontvangen.
„Ga nog eens terug," hernam graaf Al
brecht ongeduldig, en zeg, dat het iets ge
wichtigs betreft, en dat ik mij onmogelijk
kan laten afwijzen."
Ditmaal kwam de meid terug met het
verzoek of mijnheer haar wilde volgen.
„Mevrouw de barones," begon graaf Al
brecht, toen hij tegenover de vrouw des
huizes stond, „ik kom hier, om te getuigen,
dat alles, wat juffrouw Engcihardt gezegd
heelt de waarheid is."
„Ja, ik heb mijn Besluit al genomen,"
antwoordde de barones met een veelzeggen-
den glimlach. In haar hart was zij woedend
over de geheele geschiedenis; want in alle
stilte had zij graaf Albrecht op het oog als
een passende partij voor haar oudste
dochter.
„Ik verzeker u," sprak graaf Albrecht
met vuur, „dat aan de juffrouw niet het £e-
ringste ten laste kan worden gelegd."
De barones haalde de schouders op.
„Mevrouw de barones, dit schouderophar
len is krenkend voor do juffrouw en voor
mij. Ik heb tegenover u geen wapen; maar
ik zou wel wenschen, dat er een man was
dien ik voor dit schouderophalen ter ver
antwoording roepen kon."
„Het was niet mijn bedoeling, uit zulk
een kleinigheid „affaires" te maken," ant
woordde de barones; „het was dus ook in
het minst niet mijn bedoeling u te beleedi-
genmaar ik geloof, dat het aan mij
staat, mijn ondergeschikten naar mijn eigen
goeddunken in dienst te nemen of te ont
slaan."
Graaf Albreoht boog en verliet zonder
een woord te spreken de kamer.
„Zij wil geen reden verstaan!" zeide
graaf Albrecht, toen hij Maries kamer we
der binnentrad
„Ach, ik heb het wel vooruit geweten,
dat zij mij weg zou sturen," antwoordde.
Marie, terwijl zij haar best deed om haar
tranen in te houden.
„Wat zullen wij nu doen?"
„Ik moet een andere betrekking zoeken;
maar het zal zeer moeilijk zijn, i.ets te vin
den."
„N11, het zal wel gaan," troostte graaf
Albrecht. „Ik zal u bij families,, die ik ken,
wel aanbevelen."
Marie moest door haar tranen heen
lachen.
„Waarom lacht u zoo. juffrouw Marie?"
„Om uw goede bedoeling. Zulk een aan
beveling zou mij meer kwaad dan goed
doen."
„Zoo?"
„Natuurlijk Ik ben niet oud, en mis
schien ook niet leelijk genoeg, om zulk een
aanbeveling te kunnen verdragen.
„Hum U hebt gelijk."
of deze plaat wel aan Shnnman ia toe té
sohcrijven. De surimono's (waarvan No. 42
het werk van een lateron schilder, Sliigan,;
is) vertoonen alweer bloeiende pmimeboo-
men, met de nachtegaal (uguisu) en de grooto
rood© zonneschijf, in de bijstaando gedicht
ten bezongen, en twee schelpen, beide met
het karakter Lang Leven beschreven. Ver«<
der komen we met Nos. 44 en 45 aan twee
mcoie platen, dia K i y o n a g a's invloed ten
duidelijkste verraden. De eerste speelt op
het land. Het groote landhuis met zijn
stroodak ligt op den achtergrond, en drie
vrouwen zijn op den voorgrond bezig aan
't water vervoeren uit de kronkelende boek.
Do herfstwind jaagt haar kleeren cn de
strooien regenmantels, die ze niet over de
schouders, maar als een soort voorschoot dra-
gen, op. Dat het herfst is blykt uit de
rood© bladoren van den ahornboom (momiji)
op den voorgrond. Ze zijn blootsvoets, maar
overigens niet gekleed alsof zij het werk
anders dan uit liefhebberij deden. Vermoe
delijk zijn zo aan het besproeien van den
tuin; de c-ene haalt het water met twee
emmers aan een juk, de andere in een tobbe
op een wagentje. De derde staat met haar
pijp in de' hand aanwijzingen te geven of
toe te kijken. Niet minder leven is er op
do tweede plaat. De heer des huizes, wiens
deftige kleedij, zoowel als het wapen op
zijn mantel en de enorme uitgestrektheid vaD
zijn tuin, den patriciër verraden, speelt
blindemannetje met zijn vrouw en zijn twee
dochtertjes."
Dezer dagen was het 25 jaren geleden,
dat de hoer W. Ezerman benoemd werd tot
organist der St.-Bavokèrk te Haarlem. Eeni
ge vrienden hebben te dezer gelegenheid
gisteravond een eere-concert georganiseerd
in genoemde kerk, waarbij belangeloos mee
werkten mej. J. Repelaer van Driel, alt,
's-Gravenhage, de heeren Louis Robert, or
gel, te Haaiden, Gerard Zalsman, bariton,
to Rotterdam en Bram Eldering, violist te
Keulen.
Het kerkgebouw was goed bezet.
In de pauze sprak dr. A. H. de Hartog
van den kansel den jubilaris toe.
N. V. HetToonee'.
De heer Co Balfoort, gediplomeerd leer*
linj van de Toon eel school, is. ofschoon Mi
zijn studies nog voortzet als tenor, verbon
den bij de N. V. Het Tooneel, dir. W.
Rooyaards.
Tevens wordt vernomen, dat de heer Hen
ri de Vries aan hetzelfde gezelschap verbon
den is.
Een aantal Fransch© schrijvers, journalis
ten, advocaten, hoogleeraren en een
„Natuurlijk
„Juffrouw Marie...
„Mijnheer de graaf
„Ik heb u iets te zeggen."
„En dat is?"
„Ja,, ik weet zelf niet goed hoo ik mij
moet uitdrukken. Ik wilde namelijk zeggen,
dat het eigenlijk al een heel dom idee van
mij was, ik meen met dat gouvernante
schap
„Maar wat moet ik dan anders beginuen"
„Juffrouw Marie, kijk mij eens aan, ik
weet nog iets beters. Maar waarom wilt u
mij niet aankijken? Hoofd omhoog, nog
meer, nog een beetje, zoo, en zeg u mij nu
eens eerlijk, of u niet een weinigje,
heel klein beetje van mij houdt! Vooraf
moet ik nog opmerken, dat ik u zeer, zeer
liefheb... Hoofd omhoog, heb ik gezegd 1
MarieWees nu eens goed, en heb ook uij
wat liefGe moet eigenlijk wel ja zeggen,
want aan dat schouderophalen der barones
heb ik wel gemerkt, dat ge min of meeT in
een scheeva positie zijt geraakt Mijn schuld
is het niet. Maar heusch, ge moet, en be
denk daarbij nu eens, hoe ontzaglijk geluk
kig ge een ander mensch er ook noor
maakt
Marie was vuurrood geworden en 6b wi
daar geheel beteuterd, niet in staat eeD
woord te spreken.
Marie, ik bezweer je, spreek toch maar
één woord Kun je mij liefhebben en wil ie
de mijne worden?"
Marie kon geen woord zeggen; maar
zachtjes, bijna onmerkbaar met het hoofd
knikken, dat kon zij juist nog.
Albrecht omhelsde haar stormachtig en
kuste haar.
„Maar nu zullen wij maken, dat wij zoo
spoedig mogelijk uit het huis komen riep
hij toen. En terwijl Marie haar mantel aan
trok en haar hoed opzette, nam hij uit een
brieventasch een visitekaartje, schreef on
der zijn naam dien van Marie, en daaronder
het woord „Verloofd". Dit kaartje liet hij
door het dienstmeisje aan de barones bren
gen. Toen bood hij Marie den arm, ging
met haar de trappen af, en verliet heb
huis door dezelfde deur, die zich 's nacht-3
te voren maar volstrekt niet wilde ontslui
ten, en voor welke hij zijn geluk gevonden
had.