No. isTed. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag* 19 Juli. Tweede Blad. Anno 1911. Buitenlandseh Overzicht PERSOVERZICHT. De besprekingen tusschen de mogendhe den over het 'Marokkaansche vraagst u k worden zorgvuldig geheim gehouden. Wij hebben er op gewezen, dat een dergelijke maatregel niet dan ten goede kan komen aan de zaak zelve Niettemin moet een dergelijke geheimzinnigheid niet al te lang duren en het zou vermoedelijk niet ongewenscht zijn, als er dezer dagen eens wat werd losgelaten omtrent den stand der onderhandelingen. De pers wil ook graag meewerken tot een kalme afwikke ling en er zoo. weinig over loslaten, maar het kost moeite en we vinden eiken dag meer berichten, beschouwingen,, tegenspra ken over wat er omgaat. De Duitsche bladen hebben d:n laatsten tijd het wel te veel over c.mpensatie ge had en dat heeft- men in Frankrijk niet goed kunnen zetten. Zoo schr' 't de „Fi garo" „Wanneer men a tort et k travers van compensaties" praat moet men wèl op passen. Een van de voornaamste grieven van Duitschland was onze traagheid in het realiseer en van do „economische samen werking", die het verdrag.van 1909 deed voorzien. Welnu, laat men dan de afgebro ken onderhandelingen weer opvatten, en tot een resultaat brengen. Er i3 geen .bete re oplossing. Tussch-en dat en het gevc.i van territoriale concessies in den Congo of el ders is een groot versohil. Zooals de „Temps" terecht opmerkt, zou het al een heel practische, gemakkelijke en goedkoope wijze van koloniseeren zijn, wanneer de Duitsöke regeering maar een oorlogsschip naar een Marokkaansche haven te zenden had om het recht to krijgen een deel van ons Afrikaansoh rijk op te eischen." Dit geeft ongeveer weer hoe Duitschland en Frankrijk tegenover elkaar staan. Een andere zijde van de kwestie wordt door Spanje beheerscht. Wij wezen er reeds op dat Spanje wel wat eigenaardig om niet te zeggen onvoor zichtig of onhandig in Marokko optreedt. Zoo komt thans weer uit Aikasar het be ticht dat Boisset, de Fransche consul, die ,van een rondreis naar Gh'arb terugkeerde, door een Spaansche wachtpost werd gear resteerd, die hem wilde ontwapenen. Bois set werd naar de Spaansche kazerne ge bracht, waar een officier hem verklaarde, dat de arrestatie op een misverstand be rustte. De schildwacht had met gevelde ba jonet het paard tegengehouden en de wacht had op Boisset aangelegd. "Voorts is een Algarijnsch onderdaan door de Spanjaarden aangehouden. Aan do Spaansche regeering zijn ophel deringen gevraagd omtrent dit incident. Dergelijke dingen zijn nu niet juist be vorderlijk om de gemoederen in evenwicht te hoiiden. XuOussobcu we-eG de ,,1/Okal Anzeiger" mee te deelen, dat de Fransch—Duitschje onderhandelingen reeds zoover zijn gevor derd dat m principe overeenstemming over de voornaamste bepalingen van de nieuwe overeenkomst reeds verkregen is in de beide eerste onderhandelingen tusschen de hoeren Von Kiderlen en Cambon. Op een spoedig tot "stand komen van een definitief resultaat mag met- gehoopt wor den, omdat een reeks van belangrijke de- tail-quaesties nog op afdoening wachten. Volgens de „National Zeit." is er geen sprake, dat de Duitsche regeering, ter wille van compensatie, de rechten in Ma rokko Duitschland verzekerd bij tractaat zal opgeven. De regeering is niet van zins, Marokko den Franschen over te laten, als onbeperkt invloedssfeer en het Duitsche volk zal het niet eens zijn met zulk een beklagenswaar- digen terugtocht. En hoe denkt men over dit alles nu wel in Marokko zelf? Te Tandzjer volgt de openbare meening aldaar met belangstelling den loop der diplomatieke onderhandelingen te Berlijn omdat men hoopt, dat er, zoodra alle moei lijkheden uit den weg geruimd zijn, een begin gemaakt kan worden om te Tandzjer de economische hervormingen, openbare werken, enz. tot stand te brengen, waar de bevolking zooveel goeds van verwacht en waarvan de uitvoering door de jongste politieke gebeurtenissen vertraagd is. Het kost eenige moeite om zioh voor te stellen, dat er bij de Marokkaansche kwes- tio ook nog zuiver-Marokkaanscke belangen in het spel kunnen zijn. Gisteren is de kwestie nog even in het Engelse he Lagerhuis ter sprake gekomen. Men wilde publicatie van de ver dragen in zake Marokko, maar de regee- lïng zei, dat het beter was, dat vooralsnog niet te doen. Ook over de benoeming-van. Kitchener tot diplomatiek agent in Egypte werden vra gen gedaan. De minister antwoordde, dat de benoe ming het algemeene vertrouwen ral wek ken wegens de groote kennis, bekwaamheid en ondervinding van den benoemde. De be noeming beteekent volstrekt ni b een wij ziging in de algemeene politiek van En geland in Egypte. Engeland gebruikt die talenten wel. Over al waar iets op te knappen valt, wordt Kitchener heengestuuid, Zuid-Afrika, Soe dan, Britsch-Indië en nu weer Egypte. En geland mag dezen man wel in eere houden. ï)e nieuwe Fransohe minister president Caillaux zet zijn strijd tegen de sabotage wel krachtig voort. Te Chartres is indertijd een infanterist, een zekere Brière, in hechtenis genomen, die onder sterke verdenking viel, sabotage op de spoorwegen te hebben gepleegd. De man was vrijwel 'op heeterdaad betrapt. Dit en andere gegevens doen de justitie ver moeden, dat er tusschen heb plegen van sabotage en antimilitarisme nauw verband bestaat. Boucard, een zeer bekend rechter van instructie te Parijs, heeft nu last ge geven na te gaan of Brière iets te maken heeft gehad met de secretarissen van de or ganisaties der arbeiders in de bouwvakken en met do leiders van de veelbesproken organisatie Le Sou du Soldat. Het gevolg van Boucard's lastgeving, waarvan de revolutionnairen op de hoogte zijn gekomen, is een manifest van den bond van vakvereenigingen van het departe ment van de Seine, waarin medegedeeld wordt, dat huiszoekingen gehouden zullen worden en arrestaties zullen plaats vinden. Vérder hebben bijna honderd leden van do vakvereeniging van metselaars een nieuwe editie van de bekende anti-militaristische blaadjes, die aan de soldaten in de kazerne! worden toegezonden, laten drukken en on- dorteekend. De „Vorwarts" het bekende Duitsche sociaal-democratisch orgaan bericht dat Singer, de onlangs overleden gefortuneerde leider, zijn partijgenooten Bebel en Hugo Heimann tot erfgenamen heeft gemaakt. Hij heeft bepaald, dat na aftrek van ver schillende .legaten en na afbetaling van ver schillende verplichtingen de rest van zijn vermogen besteed moet worden voor het doel, waaraan hij zijn leven beeft gewijd. Bebel en Heimann hebben nu 48051.87 matk in de kas van de Duitsche sociaaldemocra tische partij gestort. Bij de openiDg van den Rijksraad heeft de Oostenrijksche Keizer een be langrijke troonrede gehouden. Daarin werd aangedrongen op de noodzakelijkheid vtn de ontplooiing der militaire macht, waar aan geen staat zich kan onttrekken, als hij den vredestoestand wil handhaven; op aan neming van de ontwerpen betreffende oe Öostenrijksch-Hongaarsche Bank, op het scheppen van nieuwe bronnen van inkom sten en op herziening van het reglement der Kamer. De Keizer hoopt, dat de vrede verzekerd zal blijven dank zij de zeer gunstige "er- houding met de verbonden mogendheden en de vriendschappelijke betrekkingen met de overige. De troonrede, die de Keizer in zijn ge heel voorlas, wérd zeer toegejuicht. De krasse Frans Jozef schijnt dus r heelemaal hersteld ta zijn. T u r k ij e beleeft geen aangename tijden. Opstand overal in het rijk, vooral in Alba nië en Arabic. Telkens weer troepenzen dingen, die verhongeren of sneuvelen, en de opstand breidt zich uit. Nu is er weer tot een reusachtige mobilisatie van alle reservisten tot 45 jaar besloten. Dit ver wekt nog al ongenoegen. De „Yoss. Ztg.'' wijst er op, dat dit moet beschouwd worden als een laatste poging. Mislukt zij, dan staat Turkije voor een zeer rnachteloozen toestand. Het wordt meer dan tijd, dat de Turksche machthebbers be ginnen in te zien, dat zij met onderhabde- lingen allicht, verder komen dan met dwang maatregelen. De grondslagen van het mo derne Turkije zijn niet sterk genoeg voor zulk een belastingproef. Wil het gebouw niet van alle kanten te gelijk in brand vlie gen dan is van toegevendheid meer voor de redding te verwachten dan van uiterste strengheid, die meer kwaad doet dan goed. Over do Regeeringspart-ijen zegt dr. Brons veld in de .Kroniek" van „Stemmen voor Waarheid en Vrede": Ook doet het ons leed te moeten constateeren, dat meer dan één Minister der Kroon in wijze van optreden en debattee- ren zioli 9chikt naar den steeds dalenden toon. welko in do Kamer begint te heer- sohxsn. Daar komt bij, dat do heer Van Bylandfc een man is te goedhartig, om deze vergadering te pre&ideeren. Do Rogeeringspartij heeft zich op alles behalve loffelijke wijs gekweten van de ernstige taak, welke haar is toevertrouwd. Ik bogrijp niet, dat men zich „christelijk" noemt, en toont zoo weinig verantwoorde lijkheidsgevoel tc hebben. Meer dan eens was do Kamer onvoltallig. Gedurig was XU of V* leden .afwezig, en de absenten behoor den bijna altijd meerendeels tot de leden der rechterzijde. Van degelijke studie, van grondige voorbereiding .werd bij velen, die tot do ooalitie behooren, geen blijk gegeven. Zij vormen wat men zou kunnen noemen een „stille kracht". Ik zeg niet, dat aan de linkerzijde louter sterren van den eer sten rang te zien zijn, maar uit de rijen der oppositie werden dikwerf adviezen ver nomen, die in alle opzichten uitmuntten. Wat echter het meest in het oog viel, en een jammerlijken indruk heeft gemaakt, is het gebrek aan regeerkracht bij een, zoo over weldigende meerderheid, als waarover thans do Regcering te beschikken heeft. „Men zou zeggen: nu kan zij tot stand brengen zoo niet alles wat zij heeft beloofd, dan toch zeer veel van hetgeen zij goed acht. Alles kan nu vlot van'stapel loopen, alles zonder verhindering worden afgewikkeld. Er wordt overleg gepleegd tusschen de Volksvertegen woordiging en het bevriende Kabinet; men stelt een werk-program vastkomt tot over eenstemming in de hoofdpunten en hot vaderland plukt de vruchten, of ziet al thans de resultaten van zoo veel macht en eensgezindheid. Maar, koe geheel andere is de werkelijk- heidl Ja, er is wel iets tot stand gekomen. Daar heeft men de zoogenaamde „zedelijk heids wetten", waarvan de bedoeling deer bijna allen wordt toegejuicht, maar waaraan toch een schaduwzijde kleeft. Er is een inquisitoriale bijsmaak aan. Dan is er de steen houwers wet, die aan rijksambtenaren allerlei bevoegdheden geeft, om zioh te bemoeien met een bedrijf, dat niet meer gevaren oplevert voor de gezond heid der werklieden dan menig ander. Dan is er nog het zoogenaamde „Eed-wetje", dat ook niet enkel verblijdende indrukken naliet. Maar wat is er nu geworden, van onze defensie Waar blijven de plannen, welke 40 millioen zouden kosten, en ons weerloos land weerbaar zouden maken Dit ministerie heeft reeds twee ministers vau oorlog uit zijn midden zien heengaan, en de vrienden verheugden zich in het optreden van den jeugdigen, dapperen heer Colijn. Nu met opgewektheid en energie trad hij aan den arbeid, en wel dra bereikte een nieuw ontwerp-Militiewet de Kamer. Doch wat geschiedt? Daar staat de leider der Roomseke Kamer-fractie, dr. Nolens, op, en stelt voor dit ontwerp nog niet in behandeling te nemen, daar de Kamer niet genoegzaam er pp rè voorbereid. En zijn voorstel wordt aangenomen. Dit is zeker een allerzonderlingst verschijnsel. Vooreerst vraagt men zich af: Wordt, er geen over leg gepleegd tusschen de Regeering en de meerderheid, welke zij heeft in de Kamer? Beraadslagen de driegroepen, waaruit die meerderheid bestaat, met elkander niet, voor dat uit haar midden zulk een ernstig voor stel te voorschijn komt? Het schijnt, dat noch het een, noch het ander geschiedt. Het Kabinet trekt er zich echter niets van aan, en de coalitie blijft gehandhaafd. Wilde de Roomsche partij in de Kamer haar macht, haar overmacht- sens doen uit komen Wilde zij toonen, dat tusschen haar en de sociaai-democratën op het aangelegen punt der defensie overeenstemming heersclit? Bekommert zij er zich niet om, dat ons land, zocals officieel werd verklaard, weer loos in en. blijft? „DeStandaar d" had een artikel, waar in aangetoond wordt, dat de oorzaak van de wetgevende misoogsten - inderdaad is de wetgevende impotentie der Re- g e e- r i n g Het blad zegt o. m. „Vergeet toch niet, dat het kabinet-Heems kerk, welgeteld, nu' reeds bijna een vollen I>arlementairen zittingsduur, aan liet bewind is. Die zittingsduur is van vier jaar. Van Sepi. 1907 tot Februari 1911 is zulk een een periode. Daar gaat nu wei Sept. 1907 tot Februari 1908 nog voor het voilg ka binet af, dooh dit maakt geen verschil, daar in deze maanden niets is afgedaan dan het begrootingswerk. Voor do groote reeks ge wone wetsontwerpen blijft dit alzoo eender. In Juni heeft steeds de gewone verkiezing plaats. Ware dus het kabinet in Februari 1908 zijn gewone periode begonnen, zoo zou het nu reeds voor de stembus hebben ge staan, en reeds nu zijn vaste periode om zijn. Nooh het kabinët-Pierson, noch het kabinet-Kuyper heeft voor gewone wetsont werpen meer tijd beschikbaar gehad dan het kabinet-Heemskerk nu reeds achter den rug heeft. Nu maalde ook ondèr die beide voor afgaande kabinetten de parlementaire mo len vaak treurig langzaam; maar toch, als men vergelijkt wat in de vierjarige periode van hot kabinet-Picrson en in de vierjarige X^eriode van het kabinet-Kuyper tob stand kwam, cn men vergelijkt hiermee, wat in deze vierjarige periode van het kabinet werd afgedaan, dan staat men voor zoo verbijsterend versohil, dat het in het oog springt, hoe de parlementaire molen nog voel, veel langzamer is gaan malen, dan voor ettelijk© jaren. En dit niettegenstaande cr juist in deze periode expresselijk maat regelen getroffen zijn, om dc molenwiek min der doellüos to doen draaien. Nu ligt dit ten. deele aan onze ministe- rioole gewoonte, om bij wisseling van de firma allo waar nieuw in te slaan. Het is een witte raaf, zoo een nieuw optredend kabinet eenig belangrijk ontwerp, dat door een vorig kabinet was ingediend, hand haaft. Meestal wordt er schoon schip ge maakt, cn wordt een geheel nieuwe lading besteld. Dit heeft drieërlei oorzaak, lo. Een pas opgetreden minister, die nog nooit achter de groene tafel stond, is cr altoos bang voer, dat de Kamer hem op stel en sprong zal oproepen, om een wetsontwerp van eeni- gon omvang te verdedigen, waar hij niet in thuis is. Om dit gevaar af te wenden, trekt hij het -dus maar liever in. Dan heeft de Kamer cr geen zeggenschap meer over. 2o. Ligt de oorzaak van het intrekken van de ingediende wetsontwerpen bij een kabi net van andere riohting in het politiek ver schil met hot afgetreden kabinet. En 3o. heeft, al treedt dit versohil niet minder sterk in den weg, elke nieuwe, minister allicht een eigen stokpaardje, dat hij berijden wil; reden, waarom hij heb hitje van zijn voorganger afdankt. Gevolg hiorvan is dan, dat alle Departe menten bij elke Kabinetswisseling aan het wérk gaan om nieuwe wetsontwerpen in gereedheid te brengen, zoodat cr eigenlijk het eerste jaar voor de Kamer zoo goed als niets te doen is. Is alles ingetrokken, dan is er geen werk meer aan den winkel, en dan komen do moties, interi>ellaties, enz. als champignons uit den grond schieten. Het eerst komen er dan zeer kleine ont werpen klaar, en vandaar dat het tweede jaar gemeenlijk met klein goed gevuld wordt. In het derde jaar begint de Kamer dan aan de normale en groote ontwerpen, en in het vierde jaar moeten de pièces de resistance van stapel locpen. Eerst dus een loege haven, en in het vierde jaar een op stopping bij den havenmond. Zoo ging liet ook nu. De drie Ministers, die de hoofdsohotels moesten leveren, waren ditmaal die van Financiën, van Landbouw cn van Oorlog. Had men nu de eerste drie jaren tusschen deze drie Ministers verdeeld, zoodat Minister Kolkman het eerst met zijn Tariefwet ware gekomen; dat in het tweede jaar Oorlog zijn taak had afgewerkt; en het derde jaar voor de sociale wetten was vrijgeblcvenzoo zou er geregeld gang in het werk hebben gezeten, en zou alles bij tijds gereed zijn gekomen. Maar zoo deed men niet. In het eenste en tweede jaar kwam er niets. En in heb derde jaar kwam alles te gelijk. Zoo zat nu het een, dan liet ander in den weg. De drie ministers reden elkander in de wielen, en voor de regeling van werk zaamheden gaat er uit dien hoofde, nog tel kens een extra-tijd af zooals vroeger nooit. Vanzelf had men, om anders te werk te gaan enkele ontwerpen van zijn voorgan gers moeten overnemen, om dan eerst by de Memorie van Antwoord de noodige wij zigingen aan te brengen; en zooveel ver schilt bijv de Taricfwet-Harte niet van wat we nu ontvingen, of het kon wel. Dan ware er ruimsohcots schot in den aanvoer van ontwerpen gekomen. Er zou geen twee jaar, gelijk nu, zoo goed als verbeuzeld zijn, en thans zou men. elkaar niet, van den dijk dringen. Want vergeet niet dit kabinet heeft door een bijzondoren samen loop van omstandigheden twee jaar extra, maar bij normalen toestand zou nu in Juni de stembus ïeeds gekomen zijn, en ware geen enkel groot wetsontwerp voor de stembus gereed gekomen. De „Nieuwe Rotterdamscke Cou rant' is van meening, dat bij do behan deling van het onWerp-Militiewet de or ganisatie der infanterie als hoofd wapen een punt van bespreking zal vor men; te meer, omdat de instelling van het ploegenstelsel daaraan bepaalde eischen is gaan stellen. Toen minister Sabron het stel sel ingang deed vinden, moesten voor het cpnomen van de beide ploegen afzonderlijke onderdeelen worden bestemd. In één en het zelfde bataljon werden toen drie compag nieën voor de eerste en werd één oomxiagnie voor de tweede ploeg aangewezen. Als ern stig bezwaar heeft van toen af aan tegen deze regeling gegolden, dat van een ocfe- nmgsbataljon van vier compagnieën, enkele weken ter zijde gelaten, voortaan feitelijk geen sprake meer was. Vandaar dan ook, dat minister Cool het niet onverdienstelijke plan opvatte, om aan de infanteric-bataljons een vijfde compagnie toe te voegen, welke bestemd zou zijn tot het opnemen van een tweede ploeg. De oplossing van de bezwaren, die het ploogenstelsel aankleven, moet ge zocht worden in de richting van vergreo- ting van de zomer- en verkleining van de winterploeg. Het plan-Cool had zijn bezwaren, doch vond bij den Raad van Defensie instemming. In één opzicht stuitte het echter op tegen kanting, en merkwaardig is waar to nemen hoe onder den invloed van de bezwaren, door den Raad in het midden gebracht, het re organisatieplan in geheel andere richting is gestuurd. Al die verspreide vijfde compag nieën, ten getale van 48, zonden toch in de wintermaanden de feitelijke legermacht moeten vormen, waaraan, in navolging van het blijvend gedeelte, de veiligheid van den Staat zou zijn toevertrouwd. De Raad van Defensie wenschte dat niet. Gedeeltelijke sa menvoeging van do compagnieën werd be pleit en door minister Cool in zijn plannen over gen cm en. Merkwaardigerwijze wil de Minister echter van de samenvoeging van de beide ploegen in hetzelfde onderdeel niet meer hoeren. In tegendeel, desohovding van de ploegen""wordt een voerdeel genoemd, ten einde „hotgroote bezwaar van thans" te ondervangen, o'at de ééne ploeg corveeën meet doen voor de an dere. Natuurlijk is liet laatste woord over de vraag, hoe de beide ploegen over de troepen te verdoelen, nog niet gesproken. De mobi- lisatievroes en de daaruit voortspruitende edsch: de beschikbare manschappen ook be schikbaar to hebben ter plaatse van hun waarschijnlijk gebruik, boheerscht in sterke mate het vraagstuk der organisatie van ons hcofdwapen. Hot nieuwe organisatieplan, waarvan mi nister Colijn de hoofdlijnen heeft blootge legd, staat niot alleen onder den invloed van eischen, door de mobilisatie gesteld. De Minister wenscht in vredestijd de zes ba taljons van het regiment geformeerd te zien, ten einde aldus het aantal hocfdofficiers- plaatsen te kunnen uitbreiden. Deze eiseh houdt nauw verband met den tegenstand, deer den Minister geveerd tegen de plannen van zijn voorganger betreffende de trakte- mentsverbetenng der officieren. Hij wenscht een andere regeling, die door versnelling van de bevordering zal moeten werken, cn waartoe de verhouding van het aantal plaat sen der hoofdofficieren tot dat der kapiteins meet worden verbeterd. Zou dit op den geest ten slotte verfris- sohond werken en zal het oefeningsstelsel door deze beknotting van dc bataljons niet geschaad worden? Beter schijnt het ons toe, de beginselen van de traktementsregeling- CocjI in eere teherstellen, dan de lotsver betering van het officierskorps afhankelijk te stellen van. een organisatie, waarvan de deugdelijkheid betwistbaar is. Niet onmogelijk, dat een nieuwste orga nisatieplan ons terugvoeren zal tot het plan- Cocl, waaraan rekbaarheid niot kan worden ontzegd. Wanneer aan de mcbilisatievroes niet te veel voet wordt gegeven, en de belangen van het officierskorps van dc organisatieplan nen wordt losgekoppeld, schijnt ons in het plan-Cool do weg ter verbetering gewezen. Sprekende over kiezer s-a bs e n- t e s m e zegt „Het Centrum": Het aantal kiezers, dat ook nu weer in verschillende grootere gemeenten, en met name to Amsterdam, van de stembus weg bleef, is inderdaad verbijsterend. Meer dan de helft der stemgerechtigden „schitterden" in sommige districten door hun absenteïsme. Een weldadige tegenstelling vormt daar mee de flinke opkomst in gemeenten als Maastricht en Eindhoven, waar 80 en 90 pot. der kiezers zich van zijn plicht kweet. Nu kan men wel verklaringen zoeken voor de lakscheT houding van zoovelen in de hoofdstad' en elders. Maar het feit blijft, dat die houding in geen geval te verdedigen is. Ook al lijkt de kans gering, dat men s!s- gen zal, gelijk bijv. in het aerde district van Amsterdam* dan is toch ieders opkocii&t noodig. Het getuigenis der minderheid heeft ook zijn waarde. En het is honderdmaal gezegd, en -net reden gezegd, dat uit een minderheid. Welke trouw doet wat zij to d'oen heeft, niet zel den een meerderheid groeit. Onverantwoordelijfker nog is het intus- sohen, wanneer men door thuis te blijven de onmiddellijke kans op overwinning Inat ent glippen. Ook Amsterdam heeft herhaaldelijk het bewijs geleverd, dat enkele stemman één enkele zelfs den doorslag l r.nnen geven. Maar hoe clan te denken over ó'e honderden de duizenden, die zich de toch geringe moei te niet willen getroosten van een gang naar het stemlokaal Tweeërlei kwaad vloeit uit hun wegblijven voort: men ontmoedigt de eigen nartij, en brengt mensohen op het kussen, v?n wie men overtuigd' is, dat zij niet de aange wezen personen zijn, om het algemeen be lang te dienen. De sociaal-democraten blijven nooit, of slechts bij uitzondering thuisen in die omstandigheid ligt een groot deel van hun kracht en hun succes. Zij hebben wel b ij 1 o o p e r s, maar geen t h u i s b 1 ij v e r s. En wat alt laatste betreft, is bun voor beeld beschamend voor andere partijen. Het absenteïsme van zoovele kiezers brengt bovendien deze schaduwzijde met zich, dat gansch het kicsrcchtsystec i er door in discrediet wordt gebracht. De conservatieven gebruiken het sinds lang als argument, om el' 2 uitbreiding van het kiezeretal tegen te houdenen de soci alisten slaan er munt uit, door als m i n- derheid te veroveren, wat aan de meerderheid toekomt. Zoo werkt het thuisblijven van zoovelen naar alle zijden verkeerd. Men klaagt dikwijls over het absenteïsme der Kamerleden, ook wanneer zij lange en vermoeiende zittingen echter den rug hebben Doch wat te zeggen van het absenteïsme der kiezers, die slechts een enkele maal en dan nog maar voor een kort oogenblik, tot de vervulling hunner belangrijke functie geroepen worden Het koninklijk bezoek aan België. Volgens het programma, door het. Huis der Konin-gs vastgesteld, zullen H. M. Ko ningin Wilhelmina en Z. K. H. Prins Hen drik der Nederlanden op 26 dezer om kalf- één aan heb Noorderstation te Brussel aan komen en ontvangen worden door den Ko ning en waarschijnlijk ook door de Koningin met dezelfde eerbewijzen als indertijd President Fallières en vroeger keizer Wil helm. Vervolgens heeft ten paleize een intiem déjeuner plaats, alsmede een recep tie voor het diplomatenkorps en een groot 'golamaal. Den 27sten Juli: Ontvangst der Neder- landsche kolonie, wandeltocht in de omstre ken; intiem déjeuner ten paleize; ontvangst ten stadhuize met muziekfeest en défilé van schoolkinderen; vervolgens diner ten paleize te Laeken en nachtfeest in het park te Brussel. Op 28 Juli wandelrit in de om streken, déjeuner in de Nederlandsche lega tie. Vertrek te 3 uren. Volgens de „Chronique" zal H. M. Ko ningin Wilhelmina tijdens Haar bezoek te Brussel audiëntie verleenen aan het be stuur van de Belgische afdeeling der Ne- derlandsch-Belgische Commissie, hetwelk aan de Vorstin een bouquet orchideeën zal aanbieden, gewikkeld in een omhulsel van Brusselsche kant. Reuter seint ons uit Brussel d.d. 18 Juli: De Senaat heeft besloten de volgende week Woensdag en Donderdag geen zitting te houden ter eere van het bezoek van de Koningin. Saikoroogst 1911 op Java. Naar wij van betrouwbare zijde verne men, valt de suikeroogst op Java zeer be vredigend uit. De suikerproductie per bouw wordt gemiddeld 6 pCt. hooger geschat dan die van 1910. Voor enkele fabrieken bedraagt zij zelfs 12 k 14 pCt. meer, doch' dooreen kan op een meerdere opbrengst van 6 pCt. worden ge rekend. De lagere kostprijs van het pro duct, als gevolg van den gunstigen uitval, gepaard met den hoogen marktprijs, die voor den oogst bedongen is, maken, dat het loopende jaar voor de industrie tot de best loonènde zal behooren. („De N Crt,") Opgave van pernonen, die eicli te Leiden hebben gevestigd. A. Visser, Utreohfcsch Jaagpad 25, dienst bode. H. Choufour, Langebrug 81, inlegger. P. J. Wallaard, Magd. Moonsslr. 33, leer ling-machinist S..S. M. G. J. Wouters, Hoogewoerd 189, dienst bode. N. Hemerik en gezin, Leegewerfsleeg 22, pot ten draaier. A. Vilders en gezin, Groenhazengraclit 15, matroos. P. Goddijn, Bouwelouwenstccg 9, geweer maker, J. Heymans én gezin, Waardstraat 2, schoenmaker. A. M. Sterk, Aalmarkt 28, kinderjuffrouw. J. Sloos. Stationsweg 6. I. Th. Cornet, Sophiahof 1, verpleger. J. Boshoven, Rijnkade 3, dienstbode. L. Postema, Kloksteeg 5. N. do Jong en gezin, Lammermarkt 11^ schilder. J. A. Hilferinlc-Kamminga en gezin, Paul- Kriigorstraat 5A.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5