No. isTed.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag* 19 Juli.
Tweede Blad.
Anno 1911.
Buitenlandseh Overzicht
PERSOVERZICHT.
De besprekingen tusschen de mogendhe
den over het 'Marokkaansche
vraagst u k worden zorgvuldig geheim
gehouden. Wij hebben er op gewezen, dat
een dergelijke maatregel niet dan ten goede
kan komen aan de zaak zelve Niettemin
moet een dergelijke geheimzinnigheid niet
al te lang duren en het zou vermoedelijk
niet ongewenscht zijn, als er dezer dagen
eens wat werd losgelaten omtrent den stand
der onderhandelingen. De pers wil ook
graag meewerken tot een kalme afwikke
ling en er zoo. weinig over loslaten, maar
het kost moeite en we vinden eiken dag
meer berichten, beschouwingen,, tegenspra
ken over wat er omgaat.
De Duitsche bladen hebben d:n laatsten
tijd het wel te veel over c.mpensatie ge
had en dat heeft- men in Frankrijk niet
goed kunnen zetten. Zoo schr' 't de „Fi
garo"
„Wanneer men a tort et k travers van
compensaties" praat moet men wèl op
passen. Een van de voornaamste grieven
van Duitschland was onze traagheid in het
realiseer en van do „economische samen
werking", die het verdrag.van 1909 deed
voorzien. Welnu, laat men dan de afgebro
ken onderhandelingen weer opvatten, en
tot een resultaat brengen. Er i3 geen .bete
re oplossing. Tussch-en dat en het gevc.i van
territoriale concessies in den Congo of el
ders is een groot versohil. Zooals de
„Temps" terecht opmerkt, zou het al een
heel practische, gemakkelijke en goedkoope
wijze van koloniseeren zijn, wanneer de
Duitsöke regeering maar een oorlogsschip
naar een Marokkaansche haven te zenden
had om het recht to krijgen een deel van
ons Afrikaansoh rijk op te eischen."
Dit geeft ongeveer weer hoe Duitschland
en Frankrijk tegenover elkaar staan.
Een andere zijde van de kwestie wordt
door Spanje beheerscht.
Wij wezen er reeds op dat Spanje wel
wat eigenaardig om niet te zeggen onvoor
zichtig of onhandig in Marokko optreedt.
Zoo komt thans weer uit Aikasar het be
ticht dat Boisset, de Fransche consul, die
,van een rondreis naar Gh'arb terugkeerde,
door een Spaansche wachtpost werd gear
resteerd, die hem wilde ontwapenen. Bois
set werd naar de Spaansche kazerne ge
bracht, waar een officier hem verklaarde,
dat de arrestatie op een misverstand be
rustte. De schildwacht had met gevelde ba
jonet het paard tegengehouden en de
wacht had op Boisset aangelegd.
"Voorts is een Algarijnsch onderdaan door
de Spanjaarden aangehouden.
Aan do Spaansche regeering zijn ophel
deringen gevraagd omtrent dit incident.
Dergelijke dingen zijn nu niet juist be
vorderlijk om de gemoederen in evenwicht
te hoiiden.
XuOussobcu we-eG de ,,1/Okal Anzeiger"
mee te deelen, dat de Fransch—Duitschje
onderhandelingen reeds zoover zijn gevor
derd dat m principe overeenstemming over
de voornaamste bepalingen van de nieuwe
overeenkomst reeds verkregen is in de
beide eerste onderhandelingen tusschen de
hoeren Von Kiderlen en Cambon.
Op een spoedig tot "stand komen van een
definitief resultaat mag met- gehoopt wor
den, omdat een reeks van belangrijke de-
tail-quaesties nog op afdoening wachten.
Volgens de „National Zeit." is er geen
sprake, dat de Duitsche regeering, ter
wille van compensatie, de rechten in Ma
rokko Duitschland verzekerd bij tractaat
zal opgeven.
De regeering is niet van zins, Marokko
den Franschen over te laten, als onbeperkt
invloedssfeer en het Duitsche volk zal het
niet eens zijn met zulk een beklagenswaar-
digen terugtocht.
En hoe denkt men over dit alles nu wel
in Marokko zelf?
Te Tandzjer volgt de openbare meening
aldaar met belangstelling den loop der
diplomatieke onderhandelingen te Berlijn
omdat men hoopt, dat er, zoodra alle moei
lijkheden uit den weg geruimd zijn, een
begin gemaakt kan worden om te Tandzjer
de economische hervormingen, openbare
werken, enz. tot stand te brengen, waar
de bevolking zooveel goeds van verwacht en
waarvan de uitvoering door de jongste
politieke gebeurtenissen vertraagd is.
Het kost eenige moeite om zioh voor te
stellen, dat er bij de Marokkaansche kwes-
tio ook nog zuiver-Marokkaanscke belangen
in het spel kunnen zijn.
Gisteren is de kwestie nog even in het
Engelse he Lagerhuis ter sprake
gekomen. Men wilde publicatie van de ver
dragen in zake Marokko, maar de regee-
lïng zei, dat het beter was, dat vooralsnog
niet te doen.
Ook over de benoeming-van. Kitchener tot
diplomatiek agent in Egypte werden vra
gen gedaan.
De minister antwoordde, dat de benoe
ming het algemeene vertrouwen ral wek
ken wegens de groote kennis, bekwaamheid
en ondervinding van den benoemde. De be
noeming beteekent volstrekt ni b een wij
ziging in de algemeene politiek van En
geland in Egypte.
Engeland gebruikt die talenten wel. Over
al waar iets op te knappen valt, wordt
Kitchener heengestuuid, Zuid-Afrika, Soe
dan, Britsch-Indië en nu weer Egypte. En
geland mag dezen man wel in eere houden.
ï)e nieuwe Fransohe minister
president Caillaux zet zijn strijd
tegen de sabotage wel krachtig voort.
Te Chartres is indertijd een infanterist,
een zekere Brière, in hechtenis genomen,
die onder sterke verdenking viel, sabotage
op de spoorwegen te hebben gepleegd. De
man was vrijwel 'op heeterdaad betrapt. Dit
en andere gegevens doen de justitie ver
moeden, dat er tusschen heb plegen van
sabotage en antimilitarisme nauw verband
bestaat. Boucard, een zeer bekend rechter
van instructie te Parijs, heeft nu last ge
geven na te gaan of Brière iets te maken
heeft gehad met de secretarissen van de or
ganisaties der arbeiders in de bouwvakken
en met do leiders van de veelbesproken
organisatie Le Sou du Soldat.
Het gevolg van Boucard's lastgeving,
waarvan de revolutionnairen op de hoogte
zijn gekomen, is een manifest van den bond
van vakvereenigingen van het departe
ment van de Seine, waarin medegedeeld
wordt, dat huiszoekingen gehouden zullen
worden en arrestaties zullen plaats vinden.
Vérder hebben bijna honderd leden van do
vakvereeniging van metselaars een nieuwe
editie van de bekende anti-militaristische
blaadjes, die aan de soldaten in de kazerne!
worden toegezonden, laten drukken en on-
dorteekend.
De „Vorwarts" het bekende Duitsche
sociaal-democratisch orgaan bericht dat
Singer, de onlangs overleden gefortuneerde
leider, zijn partijgenooten Bebel en Hugo
Heimann tot erfgenamen heeft gemaakt.
Hij heeft bepaald, dat na aftrek van ver
schillende .legaten en na afbetaling van ver
schillende verplichtingen de rest van zijn
vermogen besteed moet worden voor het
doel, waaraan hij zijn leven beeft gewijd.
Bebel en Heimann hebben nu 48051.87 matk
in de kas van de Duitsche sociaaldemocra
tische partij gestort.
Bij de openiDg van den Rijksraad heeft de
Oostenrijksche Keizer een be
langrijke troonrede gehouden. Daarin werd
aangedrongen op de noodzakelijkheid vtn
de ontplooiing der militaire macht, waar
aan geen staat zich kan onttrekken, als hij
den vredestoestand wil handhaven; op aan
neming van de ontwerpen betreffende oe
Öostenrijksch-Hongaarsche Bank, op het
scheppen van nieuwe bronnen van inkom
sten en op herziening van het reglement
der Kamer.
De Keizer hoopt, dat de vrede verzekerd
zal blijven dank zij de zeer gunstige "er-
houding met de verbonden mogendheden en
de vriendschappelijke betrekkingen met de
overige.
De troonrede, die de Keizer in zijn ge
heel voorlas, wérd zeer toegejuicht.
De krasse Frans Jozef schijnt dus r
heelemaal hersteld ta zijn.
T u r k ij e beleeft geen aangename tijden.
Opstand overal in het rijk, vooral in Alba
nië en Arabic. Telkens weer troepenzen
dingen, die verhongeren of sneuvelen, en
de opstand breidt zich uit. Nu is er weer
tot een reusachtige mobilisatie van alle
reservisten tot 45 jaar besloten. Dit ver
wekt nog al ongenoegen.
De „Yoss. Ztg.'' wijst er op, dat dit moet
beschouwd worden als een laatste poging.
Mislukt zij, dan staat Turkije voor een zeer
rnachteloozen toestand. Het wordt meer
dan tijd, dat de Turksche machthebbers be
ginnen in te zien, dat zij met onderhabde-
lingen allicht, verder komen dan met dwang
maatregelen. De grondslagen van het mo
derne Turkije zijn niet sterk genoeg voor
zulk een belastingproef. Wil het gebouw
niet van alle kanten te gelijk in brand vlie
gen dan is van toegevendheid meer voor de
redding te verwachten dan van uiterste
strengheid, die meer kwaad doet dan goed.
Over do Regeeringspart-ijen zegt dr. Brons
veld in de .Kroniek" van „Stemmen
voor Waarheid en Vrede":
Ook doet het ons leed te moeten
constateeren, dat meer dan één Minister der
Kroon in wijze van optreden en debattee-
ren zioli 9chikt naar den steeds dalenden
toon. welko in do Kamer begint te heer-
sohxsn. Daar komt bij, dat do heer Van
Bylandfc een man is te goedhartig, om deze
vergadering te pre&ideeren.
Do Rogeeringspartij heeft zich op alles
behalve loffelijke wijs gekweten van de
ernstige taak, welke haar is toevertrouwd.
Ik bogrijp niet, dat men zich „christelijk"
noemt, en toont zoo weinig verantwoorde
lijkheidsgevoel tc hebben. Meer dan eens
was do Kamer onvoltallig. Gedurig was XU
of V* leden .afwezig, en de absenten behoor
den bijna altijd meerendeels tot de leden der
rechterzijde. Van degelijke studie, van
grondige voorbereiding .werd bij velen, die
tot do ooalitie behooren, geen blijk gegeven.
Zij vormen wat men zou kunnen noemen
een „stille kracht". Ik zeg niet, dat aan
de linkerzijde louter sterren van den eer
sten rang te zien zijn, maar uit de rijen
der oppositie werden dikwerf adviezen ver
nomen, die in alle opzichten uitmuntten.
Wat echter het meest in het oog viel, en
een jammerlijken indruk heeft gemaakt, is
het gebrek aan regeerkracht bij een, zoo over
weldigende meerderheid, als waarover thans
do Regcering te beschikken heeft. „Men zou
zeggen: nu kan zij tot stand brengen zoo
niet alles wat zij heeft beloofd, dan toch
zeer veel van hetgeen zij goed acht. Alles
kan nu vlot van'stapel loopen, alles zonder
verhindering worden afgewikkeld. Er wordt
overleg gepleegd tusschen de Volksvertegen
woordiging en het bevriende Kabinet; men
stelt een werk-program vastkomt tot over
eenstemming in de hoofdpunten en hot
vaderland plukt de vruchten, of ziet al
thans de resultaten van zoo veel macht en
eensgezindheid.
Maar, koe geheel andere is de werkelijk-
heidl Ja, er is wel iets tot stand gekomen.
Daar heeft men de zoogenaamde „zedelijk
heids wetten", waarvan de bedoeling
deer bijna allen wordt toegejuicht, maar
waaraan toch een schaduwzijde kleeft. Er is
een inquisitoriale bijsmaak aan.
Dan is er de steen houwers wet, die aan
rijksambtenaren allerlei bevoegdheden geeft,
om zioh te bemoeien met een bedrijf, dat
niet meer gevaren oplevert voor de gezond
heid der werklieden dan menig ander. Dan
is er nog het zoogenaamde „Eed-wetje", dat
ook niet enkel verblijdende indrukken naliet.
Maar wat is er nu geworden, van onze
defensie
Waar blijven de plannen, welke 40 millioen
zouden kosten, en ons weerloos land weerbaar
zouden maken Dit ministerie heeft reeds
twee ministers vau oorlog uit zijn midden
zien heengaan, en de vrienden verheugden
zich in het optreden van den jeugdigen,
dapperen heer Colijn. Nu met opgewektheid
en energie trad hij aan den arbeid, en wel
dra bereikte een nieuw ontwerp-Militiewet
de Kamer. Doch wat geschiedt? Daar staat
de leider der Roomseke Kamer-fractie, dr.
Nolens, op, en stelt voor dit ontwerp nog
niet in behandeling te nemen, daar de Kamer
niet genoegzaam er pp rè voorbereid. En
zijn voorstel wordt aangenomen. Dit is zeker
een allerzonderlingst verschijnsel. Vooreerst
vraagt men zich af: Wordt, er geen over
leg gepleegd tusschen de Regeering en de
meerderheid, welke zij heeft in de Kamer?
Beraadslagen de driegroepen, waaruit die
meerderheid bestaat, met elkander niet, voor
dat uit haar midden zulk een ernstig voor
stel te voorschijn komt? Het schijnt, dat
noch het een, noch het ander geschiedt. Het
Kabinet trekt er zich echter niets van aan,
en de coalitie blijft gehandhaafd.
Wilde de Roomsche partij in de Kamer
haar macht, haar overmacht- sens doen uit
komen Wilde zij toonen, dat tusschen haar
en de sociaai-democratën op het aangelegen
punt der defensie overeenstemming heersclit?
Bekommert zij er zich niet om, dat ons land,
zocals officieel werd verklaard, weer
loos in en. blijft?
„DeStandaar d" had een artikel, waar
in aangetoond wordt, dat de oorzaak van de
wetgevende misoogsten - inderdaad is de
wetgevende impotentie der Re-
g e e- r i n g
Het blad zegt o. m.
„Vergeet toch niet, dat het kabinet-Heems
kerk, welgeteld, nu' reeds bijna een vollen
I>arlementairen zittingsduur, aan liet bewind
is. Die zittingsduur is van vier jaar. Van
Sepi. 1907 tot Februari 1911 is zulk een
een periode. Daar gaat nu wei Sept. 1907
tot Februari 1908 nog voor het voilg ka
binet af, dooh dit maakt geen verschil, daar
in deze maanden niets is afgedaan dan het
begrootingswerk. Voor do groote reeks ge
wone wetsontwerpen blijft dit alzoo eender.
In Juni heeft steeds de gewone verkiezing
plaats. Ware dus het kabinet in Februari
1908 zijn gewone periode begonnen, zoo zou
het nu reeds voor de stembus hebben ge
staan, en reeds nu zijn vaste periode om
zijn. Nooh het kabinët-Pierson, noch het
kabinet-Kuyper heeft voor gewone wetsont
werpen meer tijd beschikbaar gehad dan het
kabinet-Heemskerk nu reeds achter den rug
heeft. Nu maalde ook ondèr die beide voor
afgaande kabinetten de parlementaire mo
len vaak treurig langzaam; maar toch, als
men vergelijkt wat in de vierjarige periode
van hot kabinet-Picrson en in de vierjarige
X^eriode van het kabinet-Kuyper tob stand
kwam, cn men vergelijkt hiermee, wat in
deze vierjarige periode van het kabinet
werd afgedaan, dan staat men voor zoo
verbijsterend versohil, dat het in het oog
springt, hoe de parlementaire molen nog
voel, veel langzamer is gaan malen, dan
voor ettelijk© jaren. En dit niettegenstaande
cr juist in deze periode expresselijk maat
regelen getroffen zijn, om dc molenwiek min
der doellüos to doen draaien.
Nu ligt dit ten. deele aan onze ministe-
rioole gewoonte, om bij wisseling van de
firma allo waar nieuw in te slaan. Het is
een witte raaf, zoo een nieuw optredend
kabinet eenig belangrijk ontwerp, dat door
een vorig kabinet was ingediend, hand
haaft. Meestal wordt er schoon schip ge
maakt, cn wordt een geheel nieuwe lading
besteld.
Dit heeft drieërlei oorzaak, lo. Een pas
opgetreden minister, die nog nooit achter
de groene tafel stond, is cr altoos bang
voer, dat de Kamer hem op stel en sprong
zal oproepen, om een wetsontwerp van eeni-
gon omvang te verdedigen, waar hij niet
in thuis is. Om dit gevaar af te wenden,
trekt hij het -dus maar liever in. Dan heeft
de Kamer cr geen zeggenschap meer over.
2o. Ligt de oorzaak van het intrekken van
de ingediende wetsontwerpen bij een kabi
net van andere riohting in het politiek ver
schil met hot afgetreden kabinet. En 3o.
heeft, al treedt dit versohil niet minder sterk
in den weg, elke nieuwe, minister allicht een
eigen stokpaardje, dat hij berijden wil; reden,
waarom hij heb hitje van zijn voorganger
afdankt.
Gevolg hiorvan is dan, dat alle Departe
menten bij elke Kabinetswisseling aan het
wérk gaan om nieuwe wetsontwerpen in
gereedheid te brengen, zoodat cr eigenlijk
het eerste jaar voor de Kamer zoo goed
als niets te doen is. Is alles ingetrokken,
dan is er geen werk meer aan den winkel,
en dan komen do moties, interi>ellaties, enz.
als champignons uit den grond schieten.
Het eerst komen er dan zeer kleine ont
werpen klaar, en vandaar dat het tweede
jaar gemeenlijk met klein goed gevuld
wordt. In het derde jaar begint de Kamer
dan aan de normale en groote ontwerpen,
en in het vierde jaar moeten de pièces de
resistance van stapel locpen. Eerst dus een
loege haven, en in het vierde jaar een op
stopping bij den havenmond.
Zoo ging liet ook nu. De drie Ministers,
die de hoofdsohotels moesten leveren, waren
ditmaal die van Financiën, van Landbouw
cn van Oorlog. Had men nu de eerste drie
jaren tusschen deze drie Ministers verdeeld,
zoodat Minister Kolkman het eerst met zijn
Tariefwet ware gekomen; dat in het tweede
jaar Oorlog zijn taak had afgewerkt; en
het derde jaar voor de sociale wetten was
vrijgeblcvenzoo zou er geregeld gang in
het werk hebben gezeten, en zou alles bij
tijds gereed zijn gekomen. Maar zoo deed
men niet. In het eenste en tweede jaar kwam
er niets. En in heb derde jaar kwam alles
te gelijk. Zoo zat nu het een, dan liet ander
in den weg. De drie ministers reden elkander
in de wielen, en voor de regeling van werk
zaamheden gaat er uit dien hoofde, nog tel
kens een extra-tijd af zooals vroeger nooit.
Vanzelf had men, om anders te werk te
gaan enkele ontwerpen van zijn voorgan
gers moeten overnemen, om dan eerst by
de Memorie van Antwoord de noodige wij
zigingen aan te brengen; en zooveel ver
schilt bijv de Taricfwet-Harte niet van
wat we nu ontvingen, of het kon wel. Dan
ware er ruimsohcots schot in den aanvoer
van ontwerpen gekomen. Er zou geen twee
jaar, gelijk nu, zoo goed als verbeuzeld
zijn, en thans zou men. elkaar niet, van
den dijk dringen. Want vergeet niet dit
kabinet heeft door een bijzondoren samen
loop van omstandigheden twee jaar extra,
maar bij normalen toestand zou nu in
Juni de stembus ïeeds gekomen zijn, en
ware geen enkel groot wetsontwerp voor
de stembus gereed gekomen.
De „Nieuwe Rotterdamscke Cou
rant' is van meening, dat bij do behan
deling van het onWerp-Militiewet de or
ganisatie der infanterie als hoofd
wapen een punt van bespreking zal vor
men; te meer, omdat de instelling van het
ploegenstelsel daaraan bepaalde eischen is
gaan stellen. Toen minister Sabron het stel
sel ingang deed vinden, moesten voor het
cpnomen van de beide ploegen afzonderlijke
onderdeelen worden bestemd. In één en het
zelfde bataljon werden toen drie compag
nieën voor de eerste en werd één oomxiagnie
voor de tweede ploeg aangewezen. Als ern
stig bezwaar heeft van toen af aan tegen
deze regeling gegolden, dat van een ocfe-
nmgsbataljon van vier compagnieën, enkele
weken ter zijde gelaten, voortaan feitelijk
geen sprake meer was. Vandaar dan ook,
dat minister Cool het niet onverdienstelijke
plan opvatte, om aan de infanteric-bataljons
een vijfde compagnie toe te voegen, welke
bestemd zou zijn tot het opnemen van een
tweede ploeg. De oplossing van de bezwaren,
die het ploogenstelsel aankleven, moet ge
zocht worden in de richting van vergreo-
ting van de zomer- en verkleining van de
winterploeg.
Het plan-Cool had zijn bezwaren, doch
vond bij den Raad van Defensie instemming.
In één opzicht stuitte het echter op tegen
kanting, en merkwaardig is waar to nemen
hoe onder den invloed van de bezwaren, door
den Raad in het midden gebracht, het re
organisatieplan in geheel andere richting is
gestuurd. Al die verspreide vijfde compag
nieën, ten getale van 48, zonden toch in
de wintermaanden de feitelijke legermacht
moeten vormen, waaraan, in navolging van
het blijvend gedeelte, de veiligheid van den
Staat zou zijn toevertrouwd. De Raad van
Defensie wenschte dat niet. Gedeeltelijke sa
menvoeging van do compagnieën werd be
pleit en door minister Cool in zijn plannen
over gen cm en.
Merkwaardigerwijze wil de Minister echter
van de samenvoeging van de beide ploegen
in hetzelfde onderdeel niet meer hoeren. In
tegendeel, desohovding van de ploegen""wordt
een voerdeel genoemd, ten einde „hotgroote
bezwaar van thans" te ondervangen, o'at de
ééne ploeg corveeën meet doen voor de an
dere.
Natuurlijk is liet laatste woord over de
vraag, hoe de beide ploegen over de troepen
te verdoelen, nog niet gesproken. De mobi-
lisatievroes en de daaruit voortspruitende
edsch: de beschikbare manschappen ook be
schikbaar to hebben ter plaatse van hun
waarschijnlijk gebruik, boheerscht in sterke
mate het vraagstuk der organisatie van ons
hcofdwapen.
Hot nieuwe organisatieplan, waarvan mi
nister Colijn de hoofdlijnen heeft blootge
legd, staat niot alleen onder den invloed
van eischen, door de mobilisatie gesteld. De
Minister wenscht in vredestijd de zes ba
taljons van het regiment geformeerd te zien,
ten einde aldus het aantal hocfdofficiers-
plaatsen te kunnen uitbreiden. Deze eiseh
houdt nauw verband met den tegenstand,
deer den Minister geveerd tegen de plannen
van zijn voorganger betreffende de trakte-
mentsverbetenng der officieren. Hij wenscht
een andere regeling, die door versnelling
van de bevordering zal moeten werken, cn
waartoe de verhouding van het aantal plaat
sen der hoofdofficieren tot dat der kapiteins
meet worden verbeterd.
Zou dit op den geest ten slotte verfris-
sohond werken en zal het oefeningsstelsel
door deze beknotting van dc bataljons niet
geschaad worden? Beter schijnt het ons toe,
de beginselen van de traktementsregeling-
CocjI in eere teherstellen, dan de lotsver
betering van het officierskorps afhankelijk
te stellen van. een organisatie, waarvan de
deugdelijkheid betwistbaar is.
Niet onmogelijk, dat een nieuwste orga
nisatieplan ons terugvoeren zal tot het plan-
Cocl, waaraan rekbaarheid niot kan worden
ontzegd.
Wanneer aan de mcbilisatievroes niet te
veel voet wordt gegeven, en de belangen
van het officierskorps van dc organisatieplan
nen wordt losgekoppeld, schijnt ons in het
plan-Cool do weg ter verbetering gewezen.
Sprekende over kiezer s-a bs e n-
t e s m e zegt „Het Centrum":
Het aantal kiezers, dat ook nu weer in
verschillende grootere gemeenten, en met
name to Amsterdam, van de stembus weg
bleef, is inderdaad verbijsterend.
Meer dan de helft der stemgerechtigden
„schitterden" in sommige districten door
hun absenteïsme.
Een weldadige tegenstelling vormt daar
mee de flinke opkomst in gemeenten als
Maastricht en Eindhoven, waar 80 en 90
pot. der kiezers zich van zijn plicht kweet.
Nu kan men wel verklaringen zoeken voor
de lakscheT houding van zoovelen in de
hoofdstad' en elders.
Maar het feit blijft, dat die houding in
geen geval te verdedigen is.
Ook al lijkt de kans gering, dat men s!s-
gen zal, gelijk bijv. in het aerde district
van Amsterdam* dan is toch ieders opkocii&t
noodig.
Het getuigenis der minderheid heeft ook
zijn waarde.
En het is honderdmaal gezegd, en -net
reden gezegd, dat uit een minderheid. Welke
trouw doet wat zij to d'oen heeft, niet zel
den een meerderheid groeit.
Onverantwoordelijfker nog is het intus-
sohen, wanneer men door thuis te blijven de
onmiddellijke kans op overwinning Inat ent
glippen.
Ook Amsterdam heeft herhaaldelijk het
bewijs geleverd, dat enkele stemman één
enkele zelfs den doorslag l r.nnen geven.
Maar hoe clan te denken over ó'e honderden
de duizenden, die zich de toch geringe moei
te niet willen getroosten van een gang naar
het stemlokaal
Tweeërlei kwaad vloeit uit hun wegblijven
voort: men ontmoedigt de eigen nartij, en
brengt mensohen op het kussen, v?n wie
men overtuigd' is, dat zij niet de aange
wezen personen zijn, om het algemeen be
lang te dienen.
De sociaal-democraten blijven nooit,
of slechts bij uitzondering thuisen
in die omstandigheid ligt een groot deel
van hun kracht en hun succes.
Zij hebben wel b ij 1 o o p e r s, maar
geen t h u i s b 1 ij v e r s.
En wat alt laatste betreft, is bun voor
beeld beschamend voor andere partijen.
Het absenteïsme van zoovele kiezers
brengt bovendien deze schaduwzijde met
zich, dat gansch het kicsrcchtsystec i er
door in discrediet wordt gebracht.
De conservatieven gebruiken het sinds
lang als argument, om el' 2 uitbreiding van
het kiezeretal tegen te houdenen de soci
alisten slaan er munt uit, door als m i n-
derheid te veroveren, wat aan de
meerderheid toekomt.
Zoo werkt het thuisblijven van zoovelen
naar alle zijden verkeerd.
Men klaagt dikwijls over het absenteïsme
der Kamerleden, ook wanneer zij lange en
vermoeiende zittingen echter den rug hebben
Doch wat te zeggen van het absenteïsme
der kiezers, die slechts een enkele maal en
dan nog maar voor een kort oogenblik,
tot de vervulling hunner belangrijke functie
geroepen worden
Het koninklijk bezoek aan België.
Volgens het programma, door het. Huis
der Konin-gs vastgesteld, zullen H. M. Ko
ningin Wilhelmina en Z. K. H. Prins Hen
drik der Nederlanden op 26 dezer om kalf-
één aan heb Noorderstation te Brussel aan
komen en ontvangen worden door den Ko
ning en waarschijnlijk ook door de Koningin
met dezelfde eerbewijzen als indertijd
President Fallières en vroeger keizer Wil
helm. Vervolgens heeft ten paleize een
intiem déjeuner plaats, alsmede een recep
tie voor het diplomatenkorps en een groot
'golamaal.
Den 27sten Juli: Ontvangst der Neder-
landsche kolonie, wandeltocht in de omstre
ken; intiem déjeuner ten paleize; ontvangst
ten stadhuize met muziekfeest en défilé
van schoolkinderen; vervolgens diner ten
paleize te Laeken en nachtfeest in het park
te Brussel. Op 28 Juli wandelrit in de om
streken, déjeuner in de Nederlandsche lega
tie. Vertrek te 3 uren.
Volgens de „Chronique" zal H. M. Ko
ningin Wilhelmina tijdens Haar bezoek te
Brussel audiëntie verleenen aan het be
stuur van de Belgische afdeeling der Ne-
derlandsch-Belgische Commissie, hetwelk
aan de Vorstin een bouquet orchideeën zal
aanbieden, gewikkeld in een omhulsel van
Brusselsche kant.
Reuter seint ons uit Brussel d.d. 18 Juli:
De Senaat heeft besloten de volgende
week Woensdag en Donderdag geen zitting
te houden ter eere van het bezoek van de
Koningin.
Saikoroogst 1911 op Java.
Naar wij van betrouwbare zijde verne
men, valt de suikeroogst op Java zeer be
vredigend uit. De suikerproductie per bouw
wordt gemiddeld 6 pCt. hooger geschat
dan die van 1910.
Voor enkele fabrieken bedraagt zij zelfs
12 k 14 pCt. meer, doch' dooreen kan op een
meerdere opbrengst van 6 pCt. worden ge
rekend. De lagere kostprijs van het pro
duct, als gevolg van den gunstigen uitval,
gepaard met den hoogen marktprijs, die
voor den oogst bedongen is, maken, dat
het loopende jaar voor de industrie tot de
best loonènde zal behooren.
(„De N Crt,")
Opgave van pernonen, die eicli te
Leiden hebben gevestigd.
A. Visser, Utreohfcsch Jaagpad 25, dienst
bode.
H. Choufour, Langebrug 81, inlegger.
P. J. Wallaard, Magd. Moonsslr. 33, leer
ling-machinist S..S.
M. G. J. Wouters, Hoogewoerd 189, dienst
bode.
N. Hemerik en gezin, Leegewerfsleeg 22,
pot ten draaier.
A. Vilders en gezin, Groenhazengraclit 15,
matroos.
P. Goddijn, Bouwelouwenstccg 9, geweer
maker,
J. Heymans én gezin, Waardstraat 2,
schoenmaker.
A. M. Sterk, Aalmarkt 28, kinderjuffrouw.
J. Sloos. Stationsweg 6.
I. Th. Cornet, Sophiahof 1, verpleger.
J. Boshoven, Rijnkade 3, dienstbode.
L. Postema, Kloksteeg 5.
N. do Jong en gezin, Lammermarkt 11^
schilder.
J. A. Hilferinlc-Kamminga en gezin, Paul-
Kriigorstraat 5A.