De geschiedenis Tao eenige groenten.
RECEPT.
ALLERLEI.
voornaam toe; men ging zelfs met een
bloemruiker in de hand te water. In Viehy
was alles nog uiterst primitief ingericht.
Madame De Sévigné beschrijft haar eerste
douche als volgt:
Men zit onder den grond en vindt daar
een buis met warm water, die een vtouw
precies zoo houdt als men het hebben wil.
Men verdraagt alles en wordt in het geheel
niet verbrand
Er zijn echter badplaatsen, waar het nog
erger was. Mile De la Roullière beschrijft
een gat van ongeveer 4 meter lengte en
breedte, waar allen door elkaar, mannen en
vrouwen, zieken en gezonden, armen en
rijken ingestopt werden, dikwijls 40 perso
nen te gelijk.
De baddokter beweerde, volgens haar,
dat de uitwaseming van al die zieken bij
elkaar d'. meest heilzame uitwerking had.
En de baddokter zal het natuurlijk wel ge
weten hebben I
Ook de groenten hebben haar geschiede-
Ais.
Er zijn er, waarbij deze t tot
de voor-historische Lovoners onzer aarde,
en er zijn er, ""■aarvan de geschiedenis, nog
geer jong is. In het onlangs verschenen
werk van Ludwig Keinhardt, 'twelk de cul
tuurgeschiedenis der groenten behandelt,
deelt de schrijver mede hoe reeds vóór 4000
jaar door de bewoners der Zwitsersche paal
woningen gecultiveerde groenten werden ge
nuttigd.
Zaden van wortels, bieten en erwten,
"Welke daar gevonden zijn, wijzen er op
hoe reeds deze oer-voorvaderen voor af
wisseling in de voeding zorg droegen.
In het bronstijdperk leerde men de lin
zen en later de tuinboonen kennen.
De fijnere groentensoorten zijn door de
Romeinen het eerst genuttigd. Niet alleen
in bet Romeinsche keizerrijk, maar ook in
de verschillende versterkingen c nederzet
tingen langs den Rijn legde men zich toe
op het kweeken van groenten, als knollen,
penen en ramenassen.
De Germanen, die zich Vroeger voorname
lijk met vleesch voedden, begonnen onder
Romeinschen invloed ook groenten te eten.
Karei de Grooto spoorde de Franscben
aan groente te verbouwen, en ook op zijn
eigen goederen werden zij geteeld.
Het nuttige van sla, ikla_rgemaakt met
olie en azijn, is afkomstig uit de Italiaan-
aohe kloosters. Tot de groenten met een
eerbiedwaardig oude geschiedenis behoort
ook de asperge.
Op oude Egyptische afbeeldingen komt
dit smakelijk gerecht voor, terwijl ook de
Grieken reeds in het begin van hun historie
asperges nuttigden.
In de Europeesche landen heeft de as
perge pas veel later haar intrede als voed
sel gedaan. In de 17de eeuw schreef men
aan kaar gebruik een heilzame werking
toe, en eerst in 't begin der 19de eeuw was
de asperge als fijne groente algemeen be
kend.
Een plant met lange geschiedenis, die
eveneens pas zeer laat in Europa werd ge
nuttigd, is de artisjok. In het oude Egyp
te werd ze in groote hoeveelheden ver
bouwd. Van daar uit kwam zij in Spanje
en Italië, van waar zij tijdens de Renais
sance naar Engeland ging en in later tijd
met voorliefde in Duitschland genuttigd
werd.
De spinazie is van Arabisch n oorsprong
Noch de Grieken, noch de Romeinen schij
nen deze groente gekend te hebben. In
Perzië werd zij gegeten, onder den naam
Ispany; als Isfany werd zij naar Indië
overgebracht en als Isfanadsch brachten de
Arabieren haar naar Spanje. In 1351 komt
de spinazie ook onder de vasten-spijzen
der monniken voor. Maar het duurde tot
het begin der 17de eeuw, alvorens de spina
zie in Midden-Europa als groente bekend
was. Ook de bloemkool werd pas ongeveer
in dien tijd bekend. Afkomstig uit de
Levant, werd deze groente aan het einde
der 16de eeuw naar Italië gebracht, van
waar zij spoedig den weg vond in Duitsch
land en Frankrijk. In de Middel-eeuwen
waren alle mogelijke koolsoorten een ge
liefd volksvoedsel. De kloosters waren de
plaatsen, van waar men het eerst zich. op
het inmaken van kool toelegde: de beroem
de zuurkool werd daar uitgevonden.
Zuring met krenten.
ll K.G zuring, 100 gr. krenten, suiker,
puddingmeel.
Bereiding: De zuring stroopen, goed
wasschen, opzetten met het aanhangende
water en laten slinken. Als er wat water
uitgekookt is, de goed schoongemaakte
krenten toevoegen en er in gaar laten koken
Naar smaak suiker toevoegen en de massa
binden met wat aangemengd puddingmeel.
In plaats van krenten kan men ook een
stukje boter toevoegen; men heeft dan
echter meer suiker nooó'ig en desverkiezend
wat dubbel koolzure soda.
FALIN GBLOED.
Niet algemeen :s het bekend, dat het
bloed van de paling vergiftig is. Het be
vat een stof, ichtyotoxine, die in haar wer
king veel op slangengift gelijkt en heel
schadelijk werkt op andere dieren, vooral
op zoogdieren, en ook op den mensch.
Wanneer men een dier het serum ^an
zeepaling inspuit, treden de volgende ver
schijnselen opde hartslag wordt versterkt,
de ademhaling bemoeilijkt en spiertrekkin-
gen doen zich voor die met pijn gepaard
gaan. Als de dosis groot genoeg was, zou
het onvermijdelijk gevolg de dood zijn.
Een konijn, dat met 0.3 gram palingserum
werd ingespoten, stierf na minuut. Een
hond behandelde men met een half gram
en na 4 minuten was het dier dood.
Het bloed van onze gewone zöetwaterpa-
ling is niet zoo vergiftig. Maar gelukkig
is er ook tegen de werking van dat vergif
een middel Reeds een verwarming tot op
60 graden is voldoende, om het vergif on
schadelijk te maken; alleen het frissohe
bloed heeft de boven aangegeven noodlot
tige gevolgen als het in het bloedvaten
stelsel of in het spijsverteringskanaal komt.
Ieder kan dus gerust paling blijven gebrui
ken, want men eet geen paling, die aan
minder dan 60 gram warmte is blootge
steld geweest, en het is volstrekt niet
noodig om alle potjes met paling in het
zuur en alle gerookte palingen naar den
vuilemmer te doen verhuizen; ook bestaat
het gevaar voor gestoofde of gebakken
paling alleen daarin, dat men er zijn maag
mee overlaadt, als men er zich te zeer aan
te goed doet.
Maar de huisvrouw, de keukenmeid en
de visclivrouw, die met de ongekookte
visch in aanraking komen en zelfs de vree-
selijke gewoonte hebben om de paling le
vend te stroopen, is het toch geraden, om
een beetje voorzichtig te zijn, dat zij Leen
palingbloed in open wonden krijgen en bij
het schoonmaken zich niet in de vingers
snijden, want dat kon wel eens zeer onaan
gename gevolgen hebben, en palingbloed
in het oog zou licht leiden tot een hoogst
onaangename ontsteking.
Daar het nu gebleken is, dat palingbloed
vrijwel werkt als slangenbloed, heeft men
de vraag gesteld, of palingbloed niet een
serum kon opleveren tegen slangen vergif.
Proeven zijn omtrent dit immuniseerings-
proces genomen en met goed gevolg.
Het bloed werd op 60 graden verwarmd
en daardoor het ichtyotoxine onschadelijk
gemaakt. Met dit bloed werd het veel ge
bruikte proefdier, het Guineesche biggetje
alias marmot, ingeënt. De' temperatuur va*
het proefdier onderging weinig verhoögin*
en>.._. een hoeveelheid slangengif, die an
ders de heele naaste familie van het bees
tje. ter dood gebracht zou hebben en dia
het dier een goed kwartier later werd in-i
gespoten, had niet de minste uitwerking..
Quitte. s
„Lieveling", fluisterde zij, toen zij daags
na haar huwelijk op een bank in het maan
licht zaterq „ik moet je een geheim mee
deelen 1"
„Wat!" antwoordde hij, boos, dat zijn
jong Vroywtje nog een geheim voorhem
kon bewaard hebben.
„Kun je me.vergeven, dat ik je bedrogen
heb? .Mijn rechteroog is van glas."
O,antwoordde hij, „stel je i.an maar
gerust; nu zijn we quitte de diamanten
van de ringen, die ik je g«ïgevca heb, zijn
dito
B ij 2 on de re kenteekenen.
Een dorpsburgemeester krijgt van hoo-
gerhand last de bijzondere kenteekenen, op
te geven, van een hem bekend persoon voor
een signalement. De burgeméester schrijft
terug: ,ïFrans Lus lijkt zeer op zijn Yader,,
sliept zonder kousen, droomt bijna hooi.^
en houdt veel van pandoeren."
Mooi gezegd.
Timmermansbaas. „De balk moet in maxi
mum 1 meter Q0X in minimum 1 meter 40
lang worden."
Timmermansknecht: „Laten we dan het
middelmum nemen: 1 meter 50."
P'rompt antwoord.
Besteller (die een portemonnaie gevonden
heeft, tot student): „Deze portemonnaw^
is zeker von u V'
Student: „Ja, hoe weet ge dat?"
Besteller: „Omdat er niets in is."
Stadsnieuws.
„Óp 3 September zullen groote feestelijke
heden plaats hebben. Mocht het weder
gunstig zijn, dan wordt de derde Septem?
ber tot den volgenden Zondag uitgesteld.
Yóórcefening.
Scheepskapitein: „Toen we een. lek had
den gekregen, dacht iedereen, dat we naar
den kelder zouden gaan. Maar dcor het. op-
vermoeid pompen van matroos Jansen zijn.
we nog behouden aangekomen. Jansen, wajj
was jij vroeger? Zeker aan een pompsta
tion, hè?"' -
Jansen: „Neen, kapitein, knecht bij een
melkboer."
Te familiaar.
Vriend: „Waarom ga je uit je bétrek
king, Jacob
Ja6ob: „Omdat ze mij zoo slecht behan
delen. Ze behandelen me, of ik tot de far
milie» behoorde. Mevrouw noemt mij even
dikwijls een ouden ezel als haar man."
De goede echtgenoot.
j,U hebt immers uw tegenwoordige echte
genoote uit het water gehaald en bent
daarna getrouwd?"
„Natuurlijk, omgekeerd zou ik het nooit
gedaan hebben."
V a d e r 1 ij k antwoord.
„Wat is dat, papa, de tegenpartij?" -
„Mama!"
Ontslagen gevangene (thuis komende eh
zijn oudje ziende). „Nou, uit is het wee*
met de vrijheid."