N». 15764 Donderdag 13 Juli A®. 1911. feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Uitslag herstemmingen Gemeenteraad. Offleieele Kennisgeving. FEUILLETON. Oe liefde overwo&i. PRIJS DER ADVERTENTIENi Vat 18 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsrnimte. - Kleine advertentiën ran 80 woorden 40 Oentseontant|elk tiental woorden meer 10 Oenta. Voor het incaeseeren wordt0.05 bersVend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 0ent8| per 3 maanden I l i f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco psr post v 1.65. Evenals bij de eerste stemming zullen wij jcok hedenavond op de groot© borden voor Éins Bureel onze lezer3 voortdurend van den stand der herstemmingen op de hoogte liou- ideh en ten slotte den uitslag meedeelen. Attestaties de Vita. De Burgemeester van Leiden brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de at testaties de vita voor gegageerden van het leger in Nederlandsch-Indië verkrijgbaar zullen zijn op Yrijdag den llden Juli 1911. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR. Leiden, 13 Juli 1911. IMrecte Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeen© kennis, dat aan den Ontvanger der Directe belastingen alhier is ter hand gesteld het kohier der Belasting op be- drijfs- en andere inkomsten No. 20 van den dienst 1910/1911, executoir verklaard den llden Juli j.l. en herinnert den belang- behde n aan hun verplichtingen om den aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR. Leiden, 13 Juli 1911. 1>© belastiiig op de publieke ver makelijkheden voorloopïg van de baan. Vati de voorgestelde verordening op de pu blieke vermakelijkheden is het vermaak al lang af. Driemaal prijkte zij al op de agenda .vooir do vergadering van den Gemeenteraad én eerst de laatste maal is men er aan be gonnen. Lang on breed heeft men er over 'gepraat, doch man kwam' nog niet eens door de al gemeen e beschouwingen heen en het Idebat werd door den laatsten spreker nog bruusk afgebroken, wegens gebrek aan do Jnccdigo aandacht. Men had er blijkbaar ge- Inoeg van. Naar wij uit vertrouwbare bron verne- inen. zijn B. en Ws. voornemens haar in d© pog (restende zomervergaderingen niet ïweetr op de agenda te plaatsen. Waar de Raad. over deze zaak zeer verdeeld is, ach ten B. en Ws. een verdere behandeling in een vermoedelijk vrij onvoltallige vergade ring niet raadzaam. Eén der aftredenden, prof. Fockema Andrea©, heeft reeds afscheid genomen, anderen zijn of gaan met vacantie,- zoadat vermoedelijk in de eerstvolgende ver gaderingen verschillende leden zullen man- keelren. B. en Ws. willen in een der eerste vergaderingen in September, wanneer de af tredende of nieuwe leden weer zitting heb ben genomen, het onderwerp nogmaals aan id© orde stellen in een frissche vergadering, ïn'ogelijk to gelijk met de gewijzigde veror- idening, regelende de heffing eener plaat selijke directe belasting. Aan die twee pun ten heeft men dan ook genoeg. Wij verklaren gaarne dat ook ons dit uitstel wenschelijk' voorkomt. Inderdaad is een belastingvoorstel, waarover men in en buiten den Raad zoo verschillend oordeelt, allerminst geschikt om in een vacantie-zit- ting, waarin men de loopende zaken pleegt af te doen, te worden behandeld. En haast is er niet bij, omdat bij eVen- tueele aanneming de verordening tooh eerst met 1 Januari 1912 in werking zou treden. De nieuwe Raad staat er dan ook geheel onbevangen tegenover. Of dit.verleden week, toen men voor de beslissende herstemmingen stond, ook het geval was, mag met eenig recht werden betwijfeld. De nieuwe verordening; regelende de plaatselijke directe belasting. B. en Ws. hebben dan eindelijk praeadvics uitgebracht over do verzoeken, vervat in de adressen van de afdeelingen Leiden van den R.-K. Volksbond en „Patrimonium", in 1909 reeds ingediend en waarin werd ge vraagd het onbelastbaar inkomen te verhoo- gen van f 400 tot f 600, of tot f 500, zoo als de laatste adressante vrceg. Toen dit praeadvics wat lang uitbleef, werden sommige Raadsleden, die ook gaarne den belastingdruk van mensohen met een klein inkomen zagen verminderen, ongedul dig en reeds werd er éénmaal door den heer Bosch gedreigd, meb een eigen voorstel te komen, indien B. en Ws. langer in ge breke bleven. Thans nu het voorstel is verschenen, zal men bogrijpen, waarom het zoolang uitbleef. Onze lezers hebben in ons blad er gisteren kennis van kunnen nemen en zij zullen, als zij het meer dan oppervlakkig hebben gelezen, inzien, dat het een kunstig uitge dacht stelsel van degressie is, dat men niet zoo maar één, twee, drie klaar had. Het on belastbaar inkomen met f 100 of f 200 te verhoogen, was wel zoo gemakkelijk ge weest, maar dan zou men heel wat minder belastbaar inkomen hebben verkregen, omdat daardoor van alle aangeslagen en dit be drag zou moeten worden afgetrokken, wat weer een aanmerkelijke verhooging van het percentage ten gevolge zou gehad hebben. En men zou veel verder dan thans zijn af geweken van het goede beginsel, een zoo groot mogelijk aantal burgers iets te laten bijdragen in de gemeentelijke huishouding. Het stelsel van B. en Ws., dat eenige be- studeering eisoht, om het te begrijpen, doch dat wij hier niet kunnen uiteen zetten, heft cok van de kleine inkomens van even over de f 500 een, zij het dan ook zeer luttel, bedrag, dat voor niemand uit die kringen greet bezwaar kan opleveren. Van de eerste f 100 ietwat meer en zoo verder, zoodat in derdaad van do laagste inkomens een per centage wordt geëischt, beneden het normale percentage. En het degrcosie-stelsel werkt nog al ta melijk ver door. Inkomens van f 2100, ja zelfs van f 2300, na ©enigen kinderaftrek zullen nog de verlichting voelen. Dan volgt eenige Vermeerdering van lasten. Doch dit is niet veel. Op een inkomen van f 3750 zou cLit met een percentage als in 1910 gold, on geveer f 7 bedragen en bij een aanslag van f 25,000 f 100 ongeveer. Wanneer wij slechts een laag percentage konden heffen, bijv. beneden 3 pCt.,- zouden wij er voor geweest zijn, om naast dit mooie stolsel van degress ie voor lioogere in komens, to gelijk een matige progressie-schaad in te voeren. In de tegenwoordige omstandig heden deinzen wij, met B. en Ws. daarvoor terug vooral met liet lokkende 's-Graven- hage dicht bij ons. Ook de andere door B. en Ws. voorgestelde veranderingen achten wij verbeteringen, zoo dat wij alles bijeengenomen, gaarne onze instemming met het voorstel van B. en Ws. betuigen. Laat men de openbare behandeling er van uitstellen tob September, dan heeft de pu bliek© opinie ook tijd, zich er over uit te spreken en men niet to klagen, dat het voorstel holder de bolder moet worden aan genomen. Leiden, 23 Juli. Gisteravond werd, naar aanleiding van het bekeuren van vele hengelaars en het geen daarover in ons blad werd' gepubli ceerd, een vergadering gehouden, waarop de besturen der vier Leidsche hengelaars- vereenigingen den huiajgen toestand be spraken. Besloten werd door alle gepaste en wet tige middelen het vermeend reolit, om in de bevaarbare wateren vrij met één hengel te vissdhen gehandhaafd te zien en te trachten aan het naar 't oordeel dier Ver- eenigingen verkeerd optreden der veld wachters zoo spoedig mogelijk een einde te maken. De rechten, welke de hengelaars haddon onder de oude wet en die zij naar hun besliste meening ook bij de nieuwe behiel den, zullen zij krachtig verdédigen, zoo besloot de vergadering. De resultaten van de maatregelen, door de Vereeniging te nemen, hopen wij later mede te deelen. De „Sts.-Crt." bevat de statuten van de hengelaarsvereeniging ,,Door Vriend schap Vereenigd", te Leiden. Bij Eon. besluit is benoemd tot direc teur van het Huis van Bewaring te Hee renveen de heer L. Berkhout, commies eer ste rang bij de Rijkswerkinrichting te Lei den; tot directeur van de bijzondere straf gevangenis voor mannen te 's-Gravenhage, met ingang van 1 Nov. a. s. de heer W. Gijse Weenink, thans dir. van de Rijks werkinrichting voor Vrouwen te Leiden. Het getuigschrift driejarige cursus van de Rijkslandbouwschool te Wagenin- gen is uitgereikt aan den heer J. A. van der Heulen, van Leiden. Bij het examen tot het verkrijgen van een diploma a'ls huishoudkundige, afgeno men aan de Huishoudshool in de Laan-van- Meerdervoort in Den Haag, verkregen het diploma de dames J. M. C. van Oordt, te Leiden, en A. S. Buys en W. J. Coops, te Rijswijk. Bij Kon. besluit is bepaald, dat de ka pelmeesters der regimenten infanterie, voor zoover zij eeai jaarlijksoh traktement genieten, zullen gerangsohikt worden !n d© vierde klasse van het tarief voor vergoe ding van reis- en verblijfkosten, en zulks te rekenen van 1 Jan. 1911. Bij Kon. besluit is bepaald, dat de korpo raal-tamboer (hoornblazer) bij den staf van een bataljon infanterie, die als zoodanig is aangesteld vóór 1 October 1910, een bijslag op de soldij zal genieten van f 0.55 per dag, zulks voor den ongehuwde van af den dag, waarop hij een door zijn korpscommandant toegestaan huwelijk aangaat, en voor den gehuwde van af 1 Juni 1911. Voorts kan hem met ingang van dienzelfden datum huisvesting voor 's Rijks rekening worden verleend. B. en Ws. van Dordreoht stellen den Raad voor afwijzend te beschikken op het verzoek van verschillende gymnastiekver- eenigingen, om de gemeentelijke gymnas tieklokalen en de zich daarin bevindende werktuigen haar kosteloos in gebruik te geven. Zij zijn van oordeel, dat een verdere tegemoetkoming dan thans reeds verleend wordt, geen aanbeveling verdient en dat de gemeente zooveel mogelijk moet ver mijden in concurrentie te treden met parti- lieren, die lokaliteiten verhuren. Het dagelijksoh bestuur der Zeeuw- sche Maatschappij van Landbouw stelt thans voor, wegens toenemende uitbreiding van het mond- en klauwzeer in Zeeland, de groote provinciale landbouwtentoon stelling, die in September te Middelburg gehouden zou warden, uit te stellen tot het volgend jaar. Na de mededeeling van a'e bevorde ring der leerlingen van de eerste Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus aan den 's-Gravendijkwal te Rotterdam heeft de directeur ar. S. Birnie, den scheidenden leeraar in de gymnastiek, den heer J. S. G. Disse, die eervol ontslag uit zijn betrekking heeft gevraagd en verkregen, op hartelijke wijze toegesproken. De directeur herinuer- a'e er in zijn korte toespraak aan, dat de heer Disse van 1882 af het gymnastiekon derwijs te dier stede met veel ijver en toe wijding heeft gediend en zich ook door zijn sohrifsturen voor dit onderwijs in het gan- sohe land heeft verdienstelijk gemaakt. De heer Disse, dankend voor het harte lijk afscheidswoord van dr. Birnie, wees er op, dat hij in het geheel 45 jaren bij het gymnastiekonderwijs was werkzaam ge weest, 29 jaren in Rotterdam en 16 jaren op andere inrichtingen van middelbaar on derwijs. Het afscheid droeg een hartelijk karak ter. In de jaarlijksche vergadering van di- reoteuren van gem. reinigingsdiensten in het Kurhaus te Soheveningen stelde de heer De Monyé de vraag: Wien zal het be heer van de verbrandingsinriohtinig het best worden opgedragen, wanneer de stoom moet worden gebruikt van een ander ge meentebedrijf'? Spr. betoogde, dat die op dracht 't best te geven is a-an dm Reini gingsdienst, waar zijn mederapporteur in deze zaaJk is voor tussohenkomst van ande ren. De Reinigingsdienst moet zich in de verbrandingsinrichting niet meer mengen dan noodig is tot juiste samenwerking, ook met het oog op de hygiënische en financice- le belangen. Spr. zette zijn hiervan afwijkende mee ning uiteen. Hij gaat hierbij uit van de ge dachte, dat beslist buiten de kwestie staat, wie in dezen beter geschikt is de leiding te hebben, de directeur van het ©en© of die van het andere gemeentebedrijf, maar z. i. vordert met het oog op de outwikke- ling dier bedrijven, de zelfstandigheid in het bedrijf, dat de directeur van het hoofd bedrijf de leiding heeft. De heer De Groot, spr's mede-rapporteur in deze zaak, meende, dat deze te veel ge neraliseert. Do zaak dient opgelost te wor den met het oog op de looale omstandig heden en hier geldt het een plaatselijk ge val, de combinatie van den reinigings dienst te Leiden met de eletrisohe centrale aldaar voor de stioomlevering. Spr. betwij felt met het oog hierop of deze bespreking tot eenig nut kan strekken. De heer De Monyé bedeelt, zonder op Leiden den nadruk te leggen, of het in het- algemeen niet beter is aan den reinigings directeur het vuilverbranden over te laten. De heer De Groot keurde dit in het al gemeen wel niet af, maar was van oordeel, dat het andere geval hierdoor volstrekt niet wordt uitgesloten en dikwerf wensdhé- lijker is. De heer Woudstra vroeg of de heer De Groot de consequentie hiervan voor Den Haag aanvaardt. De heer De Groot gaf te kennen, dat de zaak der vuilverbranding voor Den Haag in project is en deze zaak wel bij de com missie besproken zal worden. De Voorzitter meende, dat de praktijk der vuil verbranding zich verzet tegen de opvatting van den heer De Groot. In het algemeen raadt spr. tot voorzichtigheid aan en eerst de ervaring te raadplegen. B. en Ws. van Amsterdam stellen den Raad ter benoeming tot directeur der Ge meente telephoon op een jaarwedde van f 5000 voor den heer W. A. J. van den Hurk, ingenieur bij dien tak van dienst. De gemeente is, naar ,,Het N. v. d. D." mededeelt, mat het bestuur van ,,De Groet© "Club" tot overeenstemming gekomen, over de reeds zoo lang gewenschte verbreeding van de Paleisstraat. Met vermijding van alle in den regel vrij langdurige ontoige- mngs-kwesties, is een overeenkomst aan gegaan, waarbij het Club-bestuur zich ver bindt haar gebouw zooveel terug te bren gen, als door de nieuwe rooilijn, loopende door het meest vooruitspringende stuk van het gebouw en door de beide aangrenzende huizen in de Paleisstraat, woidt aangege ven. Van haar kant zal de gemeente een som van ongeveer f 300,COO hebben te beta len. Een voordracht aan den Raad om deze overeenkomst goed te keuren zal binnen weinige dagen worden ingediend. Baron Fallon, gezant van den koning van België bij Hr. Ms. Hof, zal te Brussel aanwezig zijn tijdens het verblijf van H. M. de Koningin aldaar. De gewone audiëntie van den Minis ter van Koloniën zal Vrijdag 14 dezer niet plaats hebben. SASSENHEIM. De Raad vergadert mor genavond te half acht, ter behandeling van: 1. Ingekomen stukken; 2. voorstel dis pensatie art. 11 bouwverordening L. Kui per; 3. brief Ged. Staten Warmonderdam- schenweg; 4 vaststelling koh. schoolgelden 3de kwart.5. onderzoek geloofsbrieven ge kozen Raadsleden; 6. comptabiliteit 1911; 7. Waterleiding; 8 aanbieding gom. reke ning 1910; 9. reclames H. O. 1910. Wegens verbreking van het arbeidscon tract door een der werklieden van de fir ma C. J. Speelman Zn. daagde deze dien werkman voor de Kamer van Arbeid alhier. De firma S. werd in 't gelijk gesteld en a'e Kamer van Arbeid kon zich vereenigen met den eisch der firma om f 10 schade vergoeding te vorderen. Deze tien gulden 42) „Toch wel, schoone bruid. Ik kan je wol dwingen. Ik kan je niet dwingen met my voor het altaar te treden; maar ik kan je op andere wyz© dwingen en aan my bindeu. Ik wil je niet vry laten. Ik zal nooit toestaan, dat oen ander je „Een ander? Neen, neen, Adriaan. O, ik dank je, dat je my niet wilt dwingen te trou wen. Maar van een ander kan nooit sprake zyn. Dat zweer ik je. Nooit zal een ander my trouwen." Hy zag hoe bet bloed weer naar haar wangen terugkeerde; het was of het leven weer in haar terugkwam. Haar lippen werden weer rood, haar oogen schitterden weer, snel ging haar borst op en neer. „Je kent je zelf toch zeor slecht, Edela," zei hy op vreemden toon, die weer zeer drei gend klonk. „Er zal een dag komeD, dat je goheel anders zult praten. Er zal een dag komen, dat je je zult beklagen, dat je zoo spoedig gezworen hebt niet met een ander te zullen trouwen. Er zal een dag komen, dat je my weer zult emeeken om je je belofte terug te geven, zooals daar juist. Maar ik zeg je, dat Ik je die beloite nooit zal terug geven. Ik zal je vasthouden I En je bruidskrans, dien zul je alleen voor my gedragen hebben I Je biyft van my 1" Plotseling stond hy vlak by haar, zyn hand greep naar haar krans, rukte haar dien af en slingerde hom de kamer in. Toen wenddo hy zich om en ging naar de deur. Wel hoorde by Edela's snollen adem achter zich, wel hoorde hy hoe zy zich vastgreep aan een stoel en toen neerviel op den grond met doffen smak, maar hy stoorde er zich niet aan, keek niet om, rukte de deur open en smeet die weer terstond achter zich dicht. Hy liep Vogeltje haast omver, die voor de deur had staan luisteren en niet snel gonöeg zich had kunDen terugtrokken, toen hy op de deur af kwam. Zy was voorby de deur gegaan en was toen blyven staan, omdat de stemmen daarbinnen zoo geheel anders klonken dan zy verwachtte van twee, die binnen een uur zouden trouwen. „De barones is niet goed. U wilt wel zoo goed zyn even naar haar toe te gaan," zei Tauern, terwyi hy door wilde loopen. Maar ten zeerste ontsteld greep Victoria von Vogel zyn arm vast en hield hein tegen. „U," had hy haar genoemd, en zyn gezicht was zoo vaal bleek. En wat was er op dat gezicht te lezen, waai'om keek by zoo dreigend? Vogeltje voelde zich angstig. „Adriaan, wat is er gebeurd? Is zy werke- ïyk niet goed? En jy, waar ga jy heen?^ „Naar Calcutta, misschien ook naar San- Francisco I Het feestmaal, dat ons wacht, kan ondertusschen koud worden." Hoonend lachte hy, schoof haar hand van zyn arm on ging de gang verder in. Even nog, toen viel de buitendeur achter hem dicht. Vogeltje wierp de deur van het salon open en snelde op Edela toe. Zy knielde by Edela, die nog steeds bewusteloos op den grond lag. Zy wist niet wat te doen, trok aan Edela, trachtte haar op te richten, streek haar over de handen. „Hy is weg! Hy is weg!" zei ze verward. „Maar zeg dan toch watwat is er gebeurd. Edela?" Nog even en Edela sloeg haar oogen weer op. Langzaam richtte zy haar blonde hoofd op, dat haar pyn deed. Het wat haar of zij een hevigen slag op het hoofd had gekregen, toen Tauern haar den krans afrukte. Verward keek zy de kamer rond, zag den krans in een hoek liggön en weer liet zy het hoofd vallen. Maar toen Edela weer bewoog, was het ge daan met Vogeltjes teeder fluisteren. Vogeltje zette als vaststaande voorop, dat Edela do schuld droeg van deze scène. Wat had zy Tauern aangedaan, dat hy zoo driftig was ge worden? Natuuriyk was dat haar schuld, van haar, van haar alleen I Zy schudde de bruid heen en weer aan de schouders. „Wordt toch wakker! Spreek toch I Zeg me wat er gebeurd is, wat je hem gezegd hebt?" Nog even lag Edela stil, als dacht zy na over alles wat gebeurd was. Het was of alles haar nog niet duideiyk kon worden, of zy nog niet kon begrypen, dat er een groote verandering was gekomen. Toen richtte zy zich op, langzaam en met moeite; haar wangen werden weer rood, haar handen stak zy op en zei toen, mot oneindige dankbaarheid in haar stem: „Ik ben vry. Ik ben weer vryl" XVIII. Weer trof Edela het goed. Mali had juist haar groote kamer leeg, die zy gewoonlUk verhuurde. En Mali had niet veel gevraagd, toen Edela in de schemering aanbelde; maar zy had terstond Edela de hand toegestoken en haar gezegd toch vooral blnnon te komen en by haar te blyven. „Daar ben ik weer, Mali," had Edela ge zegd; „heb je een plaatsje vry voor my?" Ja, daar was zy weerl En het was Edela of eerst hier de rust weerkeerde, die zy zoo lang had moeten missen. Den nacht, die volgde, sliep zy goed en verfrischt ontwaakte zy. Een nieuwe dag begon, een nieuw leven voor Edela van der Eichen. Zoo had zy het gewild en daarom had zy nog denzelfden avond het pension van mevrouw Wientrug willen verlaten, waar zooveel haar herinnerde aan geleden verdriet en onrustige uren. Elsbeth had haar wel vriendeiyk haar hulp aangeboden en Edela wist ook, dat dit eeriyk gemeend was, omdat er vriendschap tusschen haar beidon was gekomen; maar zy had die hulp toch afgewezen. Zy wilde oen nieuw leven beginnen en daarvoor was noodig, dat zy ge heel met het oude brak. „Gelukkig," had Elsbeth gezegd, toen zy hoorde van de plotselinge vorandering; „ge lukkig, dat je je nog byttfds bedacht hebt. Veol geluk, Edela, voel geluk in je nieuwe leven 1" Edela had ook niet beproefd Vogeltje wat zachter te stemmen. Vogeltje was woedend' op haar; in de eerste plaats, omdat zy Tauern, tegen wie Vogeltje zoo hoog opzag, had be- leedigd, zooals zy meende; maar ook omdat hiermee haar toekomst minder zeker was ge worden. Indien toch het huweiyk door was gegaan, dan zou Vogeltje zeker ook op Tauern- burg gokomen zyn. Dan had zy geen geld zorgen meer gehad. Edela begreep dat alles zeer goed, maar zy zag tevens wel in, dat met Vogeltje te redeneeren tooh tot niets zou leiden, daar deze als vaststaande aannam, dat Tauern onschuldig en zy de eenig schuldige was. Daarom had zy geen poging tot ver zoening gedaan. „Hy zal haar er niet onder laten ïydon," dacht Edela. „Zeker zal hy, ook nu wy niet trouwen, haar sorgen xooveel mogeiyk ver lichten. Zyn toorn tegen my zal hy toch niet tegen haar uiten." Want wat ook de gebreken van graaf Tauern waren, kleinzielig was hy zeker niet. En zoo was dan nu de morgen gekomen van den nieuwen dag; den dag, dat Edela van der Eichen niet langer zloh zou laten lelden door Adriaan van Tauern, maar dat zy weer vry zou zyn. Met moedige oogen zag zy de toekomst in, vast besloten moedig den stryd om het bestaan tot het eind toe te voeren. „Ik ben immers jong, heb een goede ge zondheid en ik verlang naar eeriyken arbeid, wat voor arbeid het dan ook is," zei ze tegen Mali. En deze liep daarmee naar Lotte Schnei der, mot wio zy gewoon was dergeiyke dingen te bespreken. „Lotte Schneider knikte, biykbaar zeer inge nomen met de plannen van Ëdola. „Zoo bevalt ze my, zoo imponeert ze my, ja ze imponeert my kolossaal," zei Lotte met een ernstig gezicht. Daarna zaten Lotte en Edela naast elkander in druk gesprek en weer viel het zeer In Lottes smaak toen Edela zei: „Behalve Engelach en Fransch, dat ik tameiyk goed ken, heb ik weinig geleerd. Daarin zou ik wel los kunnen geven, maar dat is ook het eenige. Maar ik zal doen wat ik kan, om my in allerlei richting te be kwamen." „Nu, als iemand vlooiend Fransch en En- gelsch spreekt en schryft, dan is er voor hom wel een betrekking to vinden, al boel spoedig misschien. Want het is soms eigenaardig hoe het toeval iemand behulpzaam kan zyn." Zy zweeg en zat eenige oogenblikken na te denken. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1