N». 15764
Donderdag 13 Juli
A®. 1911.
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Uitslag herstemmingen
Gemeenteraad.
Offleieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Oe liefde overwo&i.
PRIJS DER ADVERTENTIENi
Vat 18 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar
plaatsrnimte. - Kleine advertentiën ran 80 woorden 40 Oentseontant|elk
tiental woorden meer 10 Oenta. Voor het incaeseeren wordt0.05 bersVend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 0ent8| per 3 maanden I l i f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco psr post v 1.65.
Evenals bij de eerste stemming zullen wij
jcok hedenavond op de groot© borden voor
Éins Bureel onze lezer3 voortdurend van den
stand der herstemmingen op de hoogte liou-
ideh en ten slotte den uitslag meedeelen.
Attestaties de Vita.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de at
testaties de vita voor gegageerden van het
leger in Nederlandsch-Indië verkrijgbaar
zullen zijn op Yrijdag den llden Juli 1911.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 13 Juli 1911.
IMrecte Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
algemeen© kennis, dat aan den Ontvanger
der Directe belastingen alhier is ter hand
gesteld het kohier der Belasting op be-
drijfs- en andere inkomsten No. 20 van den
dienst 1910/1911, executoir verklaard den
llden Juli j.l. en herinnert den belang-
behde n aan hun verplichtingen om den
aanslag op den bij de Wet bepaalden voet
te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 13 Juli 1911.
1>© belastiiig op de publieke ver
makelijkheden voorloopïg van
de baan.
Vati de voorgestelde verordening op de pu
blieke vermakelijkheden is het vermaak al
lang af. Driemaal prijkte zij al op de agenda
.vooir do vergadering van den Gemeenteraad
én eerst de laatste maal is men er aan be
gonnen. Lang on breed heeft men er over
'gepraat, doch man kwam' nog niet eens door
de al gemeen e beschouwingen heen en het
Idebat werd door den laatsten spreker nog
bruusk afgebroken, wegens gebrek aan do
Jnccdigo aandacht. Men had er blijkbaar ge-
Inoeg van.
Naar wij uit vertrouwbare bron verne-
inen. zijn B. en Ws. voornemens haar in
d© pog (restende zomervergaderingen niet
ïweetr op de agenda te plaatsen. Waar de
Raad. over deze zaak zeer verdeeld is, ach
ten B. en Ws. een verdere behandeling in
een vermoedelijk vrij onvoltallige vergade
ring niet raadzaam. Eén der aftredenden,
prof. Fockema Andrea©, heeft reeds afscheid
genomen, anderen zijn of gaan met vacantie,-
zoadat vermoedelijk in de eerstvolgende ver
gaderingen verschillende leden zullen man-
keelren. B. en Ws. willen in een der eerste
vergaderingen in September, wanneer de af
tredende of nieuwe leden weer zitting heb
ben genomen, het onderwerp nogmaals aan
id© orde stellen in een frissche vergadering,
ïn'ogelijk to gelijk met de gewijzigde veror-
idening, regelende de heffing eener plaat
selijke directe belasting. Aan die twee pun
ten heeft men dan ook genoeg.
Wij verklaren gaarne dat ook ons dit
uitstel wenschelijk' voorkomt. Inderdaad is
een belastingvoorstel, waarover men in en
buiten den Raad zoo verschillend oordeelt,
allerminst geschikt om in een vacantie-zit-
ting, waarin men de loopende zaken pleegt
af te doen, te worden behandeld.
En haast is er niet bij, omdat bij eVen-
tueele aanneming de verordening tooh eerst
met 1 Januari 1912 in werking zou treden.
De nieuwe Raad staat er dan ook geheel
onbevangen tegenover. Of dit.verleden week,
toen men voor de beslissende herstemmingen
stond, ook het geval was, mag met eenig
recht werden betwijfeld.
De nieuwe verordening; regelende
de plaatselijke directe belasting.
B. en Ws. hebben dan eindelijk praeadvics
uitgebracht over do verzoeken, vervat in
de adressen van de afdeelingen Leiden van
den R.-K. Volksbond en „Patrimonium", in
1909 reeds ingediend en waarin werd ge
vraagd het onbelastbaar inkomen te verhoo-
gen van f 400 tot f 600, of tot f 500, zoo
als de laatste adressante vrceg.
Toen dit praeadvics wat lang uitbleef,
werden sommige Raadsleden, die ook gaarne
den belastingdruk van mensohen met een
klein inkomen zagen verminderen, ongedul
dig en reeds werd er éénmaal door den
heer Bosch gedreigd, meb een eigen voorstel
te komen, indien B. en Ws. langer in ge
breke bleven.
Thans nu het voorstel is verschenen, zal
men bogrijpen, waarom het zoolang uitbleef.
Onze lezers hebben in ons blad er gisteren
kennis van kunnen nemen en zij zullen,
als zij het meer dan oppervlakkig hebben
gelezen, inzien, dat het een kunstig uitge
dacht stelsel van degressie is, dat men niet
zoo maar één, twee, drie klaar had. Het on
belastbaar inkomen met f 100 of f 200 te
verhoogen, was wel zoo gemakkelijk ge
weest, maar dan zou men heel wat minder
belastbaar inkomen hebben verkregen, omdat
daardoor van alle aangeslagen en dit be
drag zou moeten worden afgetrokken, wat
weer een aanmerkelijke verhooging van het
percentage ten gevolge zou gehad hebben.
En men zou veel verder dan thans zijn af
geweken van het goede beginsel, een zoo
groot mogelijk aantal burgers iets te laten
bijdragen in de gemeentelijke huishouding.
Het stelsel van B. en Ws., dat eenige be-
studeering eisoht, om het te begrijpen, doch
dat wij hier niet kunnen uiteen zetten, heft
cok van de kleine inkomens van even over
de f 500 een, zij het dan ook zeer luttel,
bedrag, dat voor niemand uit die kringen
greet bezwaar kan opleveren. Van de eerste
f 100 ietwat meer en zoo verder, zoodat in
derdaad van do laagste inkomens een per
centage wordt geëischt, beneden het normale
percentage.
En het degrcosie-stelsel werkt nog al ta
melijk ver door. Inkomens van f 2100, ja
zelfs van f 2300, na ©enigen kinderaftrek
zullen nog de verlichting voelen. Dan volgt
eenige Vermeerdering van lasten. Doch dit
is niet veel. Op een inkomen van f 3750 zou
cLit met een percentage als in 1910 gold, on
geveer f 7 bedragen en bij een aanslag van
f 25,000 f 100 ongeveer.
Wanneer wij slechts een laag percentage
konden heffen, bijv. beneden 3 pCt.,- zouden
wij er voor geweest zijn, om naast dit
mooie stolsel van degress ie voor lioogere in
komens, to gelijk een matige progressie-schaad
in te voeren. In de tegenwoordige omstandig
heden deinzen wij, met B. en Ws. daarvoor
terug vooral met liet lokkende 's-Graven-
hage dicht bij ons.
Ook de andere door B. en Ws. voorgestelde
veranderingen achten wij verbeteringen, zoo
dat wij alles bijeengenomen, gaarne onze
instemming met het voorstel van B. en Ws.
betuigen.
Laat men de openbare behandeling er van
uitstellen tob September, dan heeft de pu
bliek© opinie ook tijd, zich er over uit te
spreken en men niet to klagen, dat het
voorstel holder de bolder moet worden aan
genomen.
Leiden, 23 Juli.
Gisteravond werd, naar aanleiding van
het bekeuren van vele hengelaars en het
geen daarover in ons blad werd' gepubli
ceerd, een vergadering gehouden, waarop
de besturen der vier Leidsche hengelaars-
vereenigingen den huiajgen toestand be
spraken.
Besloten werd door alle gepaste en wet
tige middelen het vermeend reolit, om in
de bevaarbare wateren vrij met één hengel
te vissdhen gehandhaafd te zien en te
trachten aan het naar 't oordeel dier Ver-
eenigingen verkeerd optreden der veld
wachters zoo spoedig mogelijk een einde te
maken.
De rechten, welke de hengelaars haddon
onder de oude wet en die zij naar hun
besliste meening ook bij de nieuwe behiel
den, zullen zij krachtig verdédigen, zoo
besloot de vergadering.
De resultaten van de maatregelen, door
de Vereeniging te nemen, hopen wij later
mede te deelen.
De „Sts.-Crt." bevat de statuten van
de hengelaarsvereeniging ,,Door Vriend
schap Vereenigd", te Leiden.
Bij Eon. besluit is benoemd tot direc
teur van het Huis van Bewaring te Hee
renveen de heer L. Berkhout, commies eer
ste rang bij de Rijkswerkinrichting te Lei
den; tot directeur van de bijzondere straf
gevangenis voor mannen te 's-Gravenhage,
met ingang van 1 Nov. a. s. de heer W.
Gijse Weenink, thans dir. van de Rijks
werkinrichting voor Vrouwen te Leiden.
Het getuigschrift driejarige cursus
van de Rijkslandbouwschool te Wagenin-
gen is uitgereikt aan den heer J. A. van
der Heulen, van Leiden.
Bij het examen tot het verkrijgen van
een diploma a'ls huishoudkundige, afgeno
men aan de Huishoudshool in de Laan-van-
Meerdervoort in Den Haag, verkregen het
diploma de dames J. M. C. van Oordt, te
Leiden, en A. S. Buys en W. J. Coops, te
Rijswijk.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat de ka
pelmeesters der regimenten infanterie,
voor zoover zij eeai jaarlijksoh traktement
genieten, zullen gerangsohikt worden !n d©
vierde klasse van het tarief voor vergoe
ding van reis- en verblijfkosten, en zulks te
rekenen van 1 Jan. 1911.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat de korpo
raal-tamboer (hoornblazer) bij den staf van
een bataljon infanterie, die als zoodanig is
aangesteld vóór 1 October 1910, een bijslag
op de soldij zal genieten van f 0.55 per dag,
zulks voor den ongehuwde van af den dag,
waarop hij een door zijn korpscommandant
toegestaan huwelijk aangaat, en voor den
gehuwde van af 1 Juni 1911. Voorts kan
hem met ingang van dienzelfden datum
huisvesting voor 's Rijks rekening worden
verleend.
B. en Ws. van Dordreoht stellen den
Raad voor afwijzend te beschikken op het
verzoek van verschillende gymnastiekver-
eenigingen, om de gemeentelijke gymnas
tieklokalen en de zich daarin bevindende
werktuigen haar kosteloos in gebruik te
geven. Zij zijn van oordeel, dat een verdere
tegemoetkoming dan thans reeds verleend
wordt, geen aanbeveling verdient en dat
de gemeente zooveel mogelijk moet ver
mijden in concurrentie te treden met parti-
lieren, die lokaliteiten verhuren.
Het dagelijksoh bestuur der Zeeuw-
sche Maatschappij van Landbouw stelt
thans voor, wegens toenemende uitbreiding
van het mond- en klauwzeer in Zeeland,
de groote provinciale landbouwtentoon
stelling, die in September te Middelburg
gehouden zou warden, uit te stellen tot het
volgend jaar.
Na de mededeeling van a'e bevorde
ring der leerlingen van de eerste Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus aan den
's-Gravendijkwal te Rotterdam heeft de
directeur ar. S. Birnie, den scheidenden
leeraar in de gymnastiek, den heer J. S. G.
Disse, die eervol ontslag uit zijn betrekking
heeft gevraagd en verkregen, op hartelijke
wijze toegesproken. De directeur herinuer-
a'e er in zijn korte toespraak aan, dat de
heer Disse van 1882 af het gymnastiekon
derwijs te dier stede met veel ijver en toe
wijding heeft gediend en zich ook door zijn
sohrifsturen voor dit onderwijs in het gan-
sohe land heeft verdienstelijk gemaakt.
De heer Disse, dankend voor het harte
lijk afscheidswoord van dr. Birnie, wees er
op, dat hij in het geheel 45 jaren bij het
gymnastiekonderwijs was werkzaam ge
weest, 29 jaren in Rotterdam en 16 jaren
op andere inrichtingen van middelbaar on
derwijs.
Het afscheid droeg een hartelijk karak
ter.
In de jaarlijksche vergadering van di-
reoteuren van gem. reinigingsdiensten in
het Kurhaus te Soheveningen stelde de
heer De Monyé de vraag: Wien zal het be
heer van de verbrandingsinriohtinig het
best worden opgedragen, wanneer de stoom
moet worden gebruikt van een ander ge
meentebedrijf'? Spr. betoogde, dat die op
dracht 't best te geven is a-an dm Reini
gingsdienst, waar zijn mederapporteur in
deze zaaJk is voor tussohenkomst van ande
ren. De Reinigingsdienst moet zich in de
verbrandingsinrichting niet meer mengen
dan noodig is tot juiste samenwerking, ook
met het oog op de hygiënische en financice-
le belangen.
Spr. zette zijn hiervan afwijkende mee
ning uiteen. Hij gaat hierbij uit van de ge
dachte, dat beslist buiten de kwestie staat,
wie in dezen beter geschikt is de leiding
te hebben, de directeur van het ©en© of
die van het andere gemeentebedrijf, maar
z. i. vordert met het oog op de outwikke-
ling dier bedrijven, de zelfstandigheid in
het bedrijf, dat de directeur van het hoofd
bedrijf de leiding heeft.
De heer De Groot, spr's mede-rapporteur
in deze zaak, meende, dat deze te veel ge
neraliseert. Do zaak dient opgelost te wor
den met het oog op de looale omstandig
heden en hier geldt het een plaatselijk ge
val, de combinatie van den reinigings
dienst te Leiden met de eletrisohe centrale
aldaar voor de stioomlevering. Spr. betwij
felt met het oog hierop of deze bespreking
tot eenig nut kan strekken.
De heer De Monyé bedeelt, zonder op
Leiden den nadruk te leggen, of het in het-
algemeen niet beter is aan den reinigings
directeur het vuilverbranden over te laten.
De heer De Groot keurde dit in het al
gemeen wel niet af, maar was van oordeel,
dat het andere geval hierdoor volstrekt
niet wordt uitgesloten en dikwerf wensdhé-
lijker is.
De heer Woudstra vroeg of de heer De
Groot de consequentie hiervan voor Den
Haag aanvaardt.
De heer De Groot gaf te kennen, dat de
zaak der vuilverbranding voor Den Haag
in project is en deze zaak wel bij de com
missie besproken zal worden.
De Voorzitter meende, dat de praktijk
der vuil verbranding zich verzet tegen de
opvatting van den heer De Groot. In het
algemeen raadt spr. tot voorzichtigheid aan
en eerst de ervaring te raadplegen.
B. en Ws. van Amsterdam stellen den
Raad ter benoeming tot directeur der Ge
meente telephoon op een jaarwedde van
f 5000 voor den heer W. A. J. van den
Hurk, ingenieur bij dien tak van dienst.
De gemeente is, naar ,,Het N. v. d. D."
mededeelt, mat het bestuur van ,,De Groet©
"Club" tot overeenstemming gekomen, over
de reeds zoo lang gewenschte verbreeding
van de Paleisstraat. Met vermijding van
alle in den regel vrij langdurige ontoige-
mngs-kwesties, is een overeenkomst aan
gegaan, waarbij het Club-bestuur zich ver
bindt haar gebouw zooveel terug te bren
gen, als door de nieuwe rooilijn, loopende
door het meest vooruitspringende stuk van
het gebouw en door de beide aangrenzende
huizen in de Paleisstraat, woidt aangege
ven. Van haar kant zal de gemeente een
som van ongeveer f 300,COO hebben te beta
len. Een voordracht aan den Raad om deze
overeenkomst goed te keuren zal binnen
weinige dagen worden ingediend.
Baron Fallon, gezant van den koning
van België bij Hr. Ms. Hof, zal te Brussel
aanwezig zijn tijdens het verblijf van H. M.
de Koningin aldaar.
De gewone audiëntie van den Minis
ter van Koloniën zal Vrijdag 14 dezer niet
plaats hebben.
SASSENHEIM. De Raad vergadert mor
genavond te half acht, ter behandeling
van: 1. Ingekomen stukken; 2. voorstel dis
pensatie art. 11 bouwverordening L. Kui
per; 3. brief Ged. Staten Warmonderdam-
schenweg; 4 vaststelling koh. schoolgelden
3de kwart.5. onderzoek geloofsbrieven ge
kozen Raadsleden; 6. comptabiliteit 1911;
7. Waterleiding; 8 aanbieding gom. reke
ning 1910; 9. reclames H. O. 1910.
Wegens verbreking van het arbeidscon
tract door een der werklieden van de fir
ma C. J. Speelman Zn. daagde deze dien
werkman voor de Kamer van Arbeid alhier.
De firma S. werd in 't gelijk gesteld en
a'e Kamer van Arbeid kon zich vereenigen
met den eisch der firma om f 10 schade
vergoeding te vorderen. Deze tien gulden
42)
„Toch wel, schoone bruid. Ik kan je wol
dwingen. Ik kan je niet dwingen met my
voor het altaar te treden; maar ik kan je op
andere wyz© dwingen en aan my bindeu. Ik
wil je niet vry laten. Ik zal nooit toestaan,
dat oen ander je
„Een ander? Neen, neen, Adriaan. O, ik
dank je, dat je my niet wilt dwingen te trou
wen. Maar van een ander kan nooit sprake
zyn. Dat zweer ik je. Nooit zal een ander
my trouwen."
Hy zag hoe bet bloed weer naar haar wangen
terugkeerde; het was of het leven weer in
haar terugkwam. Haar lippen werden weer
rood, haar oogen schitterden weer, snel ging
haar borst op en neer.
„Je kent je zelf toch zeor slecht, Edela,"
zei hy op vreemden toon, die weer zeer drei
gend klonk. „Er zal een dag komeD, dat je
goheel anders zult praten. Er zal een dag
komen, dat je je zult beklagen, dat je zoo
spoedig gezworen hebt niet met een ander
te zullen trouwen. Er zal een dag komen,
dat je my weer zult emeeken om je je belofte
terug te geven, zooals daar juist. Maar ik zeg
je, dat Ik je die beloite nooit zal terug geven.
Ik zal je vasthouden I En je bruidskrans, dien
zul je alleen voor my gedragen hebben I Je
biyft van my 1"
Plotseling stond hy vlak by haar, zyn hand
greep naar haar krans, rukte haar dien af en
slingerde hom de kamer in.
Toen wenddo hy zich om en ging naar
de deur.
Wel hoorde by Edela's snollen adem achter
zich, wel hoorde hy hoe zy zich vastgreep
aan een stoel en toen neerviel op den grond
met doffen smak, maar hy stoorde er zich niet
aan, keek niet om, rukte de deur open en
smeet die weer terstond achter zich dicht.
Hy liep Vogeltje haast omver, die voor de
deur had staan luisteren en niet snel gonöeg
zich had kunDen terugtrokken, toen hy op de
deur af kwam. Zy was voorby de deur gegaan
en was toen blyven staan, omdat de stemmen
daarbinnen zoo geheel anders klonken dan zy
verwachtte van twee, die binnen een uur
zouden trouwen.
„De barones is niet goed. U wilt wel zoo
goed zyn even naar haar toe te gaan," zei
Tauern, terwyi hy door wilde loopen.
Maar ten zeerste ontsteld greep Victoria von
Vogel zyn arm vast en hield hein tegen. „U,"
had hy haar genoemd, en zyn gezicht was
zoo vaal bleek. En wat was er op dat gezicht
te lezen, waai'om keek by zoo dreigend?
Vogeltje voelde zich angstig.
„Adriaan, wat is er gebeurd? Is zy werke-
ïyk niet goed? En jy, waar ga jy heen?^
„Naar Calcutta, misschien ook naar San-
Francisco I Het feestmaal, dat ons wacht, kan
ondertusschen koud worden."
Hoonend lachte hy, schoof haar hand van
zyn arm on ging de gang verder in. Even nog,
toen viel de buitendeur achter hem dicht.
Vogeltje wierp de deur van het salon open
en snelde op Edela toe. Zy knielde by Edela,
die nog steeds bewusteloos op den grond lag.
Zy wist niet wat te doen, trok aan Edela,
trachtte haar op te richten, streek haar over
de handen.
„Hy is weg! Hy is weg!" zei ze verward.
„Maar zeg dan toch watwat is er gebeurd.
Edela?"
Nog even en Edela sloeg haar oogen weer
op. Langzaam richtte zy haar blonde hoofd op,
dat haar pyn deed. Het wat haar of zij een
hevigen slag op het hoofd had gekregen, toen
Tauern haar den krans afrukte. Verward keek
zy de kamer rond, zag den krans in een hoek
liggön en weer liet zy het hoofd vallen.
Maar toen Edela weer bewoog, was het ge
daan met Vogeltjes teeder fluisteren. Vogeltje
zette als vaststaande voorop, dat Edela do
schuld droeg van deze scène. Wat had zy
Tauern aangedaan, dat hy zoo driftig was ge
worden? Natuuriyk was dat haar schuld, van
haar, van haar alleen I
Zy schudde de bruid heen en weer aan de
schouders.
„Wordt toch wakker! Spreek toch I Zeg me
wat er gebeurd is, wat je hem gezegd hebt?"
Nog even lag Edela stil, als dacht zy na
over alles wat gebeurd was.
Het was of alles haar nog niet duideiyk kon
worden, of zy nog niet kon begrypen, dat er
een groote verandering was gekomen.
Toen richtte zy zich op, langzaam en met
moeite; haar wangen werden weer rood, haar
handen stak zy op en zei toen, mot oneindige
dankbaarheid in haar stem:
„Ik ben vry. Ik ben weer vryl"
XVIII.
Weer trof Edela het goed. Mali had juist
haar groote kamer leeg, die zy gewoonlUk
verhuurde. En Mali had niet veel gevraagd,
toen Edela in de schemering aanbelde; maar
zy had terstond Edela de hand toegestoken en
haar gezegd toch vooral blnnon te komen en
by haar te blyven.
„Daar ben ik weer, Mali," had Edela ge
zegd; „heb je een plaatsje vry voor my?"
Ja, daar was zy weerl En het was Edela
of eerst hier de rust weerkeerde, die zy zoo
lang had moeten missen. Den nacht, die volgde,
sliep zy goed en verfrischt ontwaakte zy.
Een nieuwe dag begon, een nieuw leven
voor Edela van der Eichen. Zoo had zy het
gewild en daarom had zy nog denzelfden avond
het pension van mevrouw Wientrug willen
verlaten, waar zooveel haar herinnerde aan
geleden verdriet en onrustige uren.
Elsbeth had haar wel vriendeiyk haar hulp
aangeboden en Edela wist ook, dat dit eeriyk
gemeend was, omdat er vriendschap tusschen
haar beidon was gekomen; maar zy had die
hulp toch afgewezen. Zy wilde oen nieuw leven
beginnen en daarvoor was noodig, dat zy ge
heel met het oude brak.
„Gelukkig," had Elsbeth gezegd, toen zy
hoorde van de plotselinge vorandering; „ge
lukkig, dat je je nog byttfds bedacht hebt. Veol
geluk, Edela, voel geluk in je nieuwe leven 1"
Edela had ook niet beproefd Vogeltje wat
zachter te stemmen. Vogeltje was woedend'
op haar; in de eerste plaats, omdat zy Tauern,
tegen wie Vogeltje zoo hoog opzag, had be-
leedigd, zooals zy meende; maar ook omdat
hiermee haar toekomst minder zeker was ge
worden. Indien toch het huweiyk door was
gegaan, dan zou Vogeltje zeker ook op Tauern-
burg gokomen zyn. Dan had zy geen geld
zorgen meer gehad. Edela begreep dat alles
zeer goed, maar zy zag tevens wel in, dat
met Vogeltje te redeneeren tooh tot niets zou
leiden, daar deze als vaststaande aannam, dat
Tauern onschuldig en zy de eenig schuldige
was. Daarom had zy geen poging tot ver
zoening gedaan.
„Hy zal haar er niet onder laten ïydon,"
dacht Edela. „Zeker zal hy, ook nu wy niet
trouwen, haar sorgen xooveel mogeiyk ver
lichten. Zyn toorn tegen my zal hy toch niet
tegen haar uiten."
Want wat ook de gebreken van graaf Tauern
waren, kleinzielig was hy zeker niet.
En zoo was dan nu de morgen gekomen
van den nieuwen dag; den dag, dat Edela
van der Eichen niet langer zloh zou laten
lelden door Adriaan van Tauern, maar dat zy
weer vry zou zyn. Met moedige oogen zag
zy de toekomst in, vast besloten moedig den
stryd om het bestaan tot het eind toe te voeren.
„Ik ben immers jong, heb een goede ge
zondheid en ik verlang naar eeriyken arbeid,
wat voor arbeid het dan ook is," zei ze tegen
Mali. En deze liep daarmee naar Lotte Schnei
der, mot wio zy gewoon was dergeiyke dingen
te bespreken.
„Lotte Schneider knikte, biykbaar zeer inge
nomen met de plannen van Ëdola.
„Zoo bevalt ze my, zoo imponeert ze my,
ja ze imponeert my kolossaal," zei Lotte met
een ernstig gezicht.
Daarna zaten Lotte en Edela naast elkander
in druk gesprek en weer viel het zeer In
Lottes smaak toen Edela zei:
„Behalve Engelach en Fransch, dat ik
tameiyk goed ken, heb ik weinig geleerd.
Daarin zou ik wel los kunnen geven, maar
dat is ook het eenige. Maar ik zal doen wat
ik kan, om my in allerlei richting te be
kwamen."
„Nu, als iemand vlooiend Fransch en En-
gelsch spreekt en schryft, dan is er voor hom
wel een betrekking to vinden, al boel spoedig
misschien. Want het is soms eigenaardig hoe
het toeval iemand behulpzaam kan zyn."
Zy zweeg en zat eenige oogenblikken na
te denken.
(Wordt vervolgd.)