Groote Jaarlijksche OPRUIMING. BLOOKER „let Kantoor' Automobielen te huur. MARE 58. - Leiden. - Telef. 544. - G. Th. BREEBAABT. 99 WOORDENBOEK BRANDEWIJN, Depót „Armenzorg", 99 Nfei&ïes. SOLIDE qualiteiten. Extra LAGE Aanbiedingen. i70 WAT DE KEIÏR IS OP GOUD EN ZILVER, IS DE NAAM 99 OP EEN BUS CACAO. in 4 alee, Beslist zuivere 866126 zeer geschikt voor de mm&m. W. SÖHRETIkEN, 9 Haarlemmerstr. 169. tegenover de firma, BIESIOT. 4i030 Groot® keuze Kantoorartikelen. Inkten van verschillende merken. TEEKENARTIKELEN, PAPIEREN. Gerecht 7. PERSOVERZICHT. Eerste Kamer. Tweede Kamer. 470 90 469 69 fim— Voor slechts /'I.— Nederbmdach, Franscli, Eu- gelte!) en l>aitsch, bewerkt door SERVAA3 DE LRU IN en WAAN DERS, practise!) en geriefelijk voer iedereen. Sterk ingebonden voor slecht r 1.—. Te bekomen by 17. HOLLE, Bazaar van Goed- koope Boeken te Rotterdam, en verder alom. Franco na ontvangst van Postwissel, waarop melden: Woordenboek in 4 Talen. 467 18 ad f9.05, fl.15 en SI.25 per Liter, Aanbevelend- Telefoon 63. Hooigracht 49, boet' Groenesteeg. Wat geneesheerea zeggen over de Sangainose: Ik heb het grootst mogelijk succes gehad met de Sanguinose, In gevallen van bloedarmoede, waar de gewone staalpreparaten zonder uitwerking waren gebleven. herding, by Luik, Dr. A. GERARD. Aan een patiënt die herstellende was van typhoïdea en by wien de krachten maar niet terugkwamen, heb ik de Sanguinose gegoven met een varrassend resultaat. Brussel. Dr. AUG. ALEXANDRE. 90, Rue Josoph Claes. De Rechter-Comnvssaris in het Faillissement ran P. VOS Nzn., Bloembollenhandelaar to Sassenheim, heeft bepaald lste. Dat de schuldvorderingen moeten worden ingediend voor den laten October 1911. 2de. Dat de Verificatie Vergadering zal worden gehouden in het gebouw der Rechtbank te 's Gravenhage, den 21eten October 1911, des voormid dags om 10 uur. De Curator, 462 14 Mr. J. C. VAN DER LIP. is oon zuiver plantaardig middel dat mot vrucht wordt aangewend in zwakte en algemeone verslappings- toostanden. Allen die bloedarm zijn of zenuwzwak, dio zich afgemat en lusteloos gevoelen, die last hebben van hoofdpijn, vau duizeligheid on misselijkheid, of die van doorge stane ziekte niet op krachten kun nen komen, mogen met vol ver trouwen hunne toevlucht nemen tol de Sanguinose. „Sanguinose" beteo- kent voor hen „gozondheid". Den Haag. VAN DAM Co. B\j alle eerste Apothekers en voor name Drogisten. Wachtüvoornamaak! 429 20 Wat gebruikers verklaren^ aangaande de Maugninose: Twee jaar geleden leed mjjn vrouw aan vorml Tan krachten, en is door bet gebruik uwer San guinose weer geheel opgeknapt. Lichlevoorde. E. HEUSINKVELD. Gaarne Terklaar ik dat de San guinose mj) een groote steun is by geregeld gebruik. De moeheid wjjkt; de krachten keeren torug; de slaap wordt diep, gerust en Ter- kwikkend. 434 63 Mej. v. d. WAARDE. Zwolle, Molenweg. Gebouw „De Dageraad Mond- en klauwzeer. Koken der melk. De Gezondheidscommissie te Leiden meent jwederom te moeten waarschuwen tegen het gevaar, dat heb gebruik van rauwe of on gekookte melk veroorzaken kan. Zij doet dit naar aanleiding van het feit% iUt in ds omgeving dezer gemeente vele ge- Jriallen van mond- en klauwzeer zijn waar genomen. Zij raadt een ieder aan de melk voor het 'gebruik minstens 5 minuten te koken. De Gezondheidscommissie L. VAN ITALLIE, Voorzitter. J. POHLMANN, Secretaris. Leiden, 8 Juli 1911. Over het bezoek van de Konin gin aan het Belgisohe Hof •chrijft „L and en Volk": Volgens een bericht in de „I n d p e n- d a n e b e 1 g e" zou het bezoek van onze Koningin aan Brussel met één dag worden bekort op verzoek van H. M. Wij hopen, dat dit bericht blijkt onjuist te zijn, óf dat het althans duidelijk gemotiveerd zal wor den. Door de bezoeken van het Belgisohe ko ninklijke paar en van het Fra-nsche staats hoofd aan ons land leven wij in een atmos feer van gulle, hartelijke opgewektheid en nu zou het zeer, zeer te betreuren zijn, wan neer hieraan iets werd afgedaan en juist iets werd afgedaan van onze zijde. Te* vaak reeds moet de opmerking üérno.: men worden, dat H. M. zich niet langer .in de Residentie, niet langer in de hoofdstad,, ophoudt dan volstrekt noodig is. Nu zal zij» naar Brussel gaan. Daardoor zal bestem peld worden de verklaring: alle veeten zijn vergeten De diplomatieën beiderzijds heb ben alles geregeld. H. M. droeg kennis van die regeling, keurde ze goed. Doch daarna komt, terwijl aller mond één en al lof is over de hartelijke ontvangst van president Fallières in en door Nederland, de mede- deeling, dat Koningin Wilhelmina één dag heeft afgenomen van het be-zoek aan Brus sel, waarop het Belgische en het Neder- landsche volk zich verheugen. Toen Prins Hendrik ten vorigen jare door een ongeval zijn bezoek aan de Brus- 8elBche tentoonstelling moest uitstellen, werd dit uitstel genomen totdat de tentoon stelling eigenlijk was afgeloopen. Zoo wordt er een indruk gevestigd, die niet be doeld is, maar die dan ook vermeden moest worden. Als de raadslieden van H. M. den moed niet hebben om haar te wijzen op het ver keerde van zich tezeer terug te trekken, van telkens en nu ook weer zich zoo weinig mogelijk te geven in haar volk en voor haar volk, dan doet de pers een goed werk tegenover H. M. èn tegenover het volk, èn tegenover het buitenland om uit te spreken wat zeer velen denken en betreuren. Daarom thans een woord van bedenking vóór dat het te laat is. Wij herhalen, dat wij hopen, dat het bericht niet juist is, maar dat het. mocht het juist zijn, althans zoo gemotiveerd kan worden, dat geen ruimte overblijft voor beschouwingen, zoo als wij die hier gaven en zooals deze anders ■zeker aan deze en aan gene zijde van de grens gehouden zullen worden. Intusschen is het bericht van 't Belgische blad tegengesproken. Hetgeen „Land cd V o 1 k" zegt heeft daardoor echter niet geheel zijn beteekems verloren. Men weet, dat het aantal onderwijzers, zoowel op de Openbare als op de Bijzondere School, aan bepaalde regelen gebonden is. De Wet schrijft voor, hoeveel er minstens moeten zijn, en ook voor hoeveed onder wijzers de school volle of halve subsidie krijgt. Op 15 Januari van ieder jaar moet door het gansehe land worden geteld, hoeveel kinderen als werkelijk schoolgaande bekend staan. En ddb getal geldt dan voor het gi a n 8 o h' e jaar. Aan dat getal op 15 Januari zit dus veel vast. En zoo is het kunnen gebeuren, dat er „gedienstigheden der praktijk" in toe passing kwamen, die niet geheel door den beugel kunnen, zegt ,,D e Standaar d." Anders gezegd, dat het getal leerlingen op 15 Januari wel naar waarheid wordt opge geven en dat die leerlingen ook wel „wer kelijk schoolgaand" zijn, maar dat er toch een steekje aan los is. In verband nu met dien fatalen da tum doet het „F r i e a c h Dagblad" een middel aan de hand, om het kwaad, dat hier dreigt, te verhelpen. Over deze zaak toch is zonder partijdrift te schrijven. „En wel eerstens, omdat het op de openbare school net zoo goed gebeurt als dtf bijzondere Men h'en'nnere zich maar, -wat we-onlangs mededeelden uit 's-Graven- ■^Éfcoeri waar eöït-dlëltëtbö de van 16 jaar üoor een paar Mféfcëtoop^de schoolbanken kwam neerstrijken, om het getal boven de negentig U helpen brengen. Uit onze eigen ervaring zouden we daar ook 8taaltjes van kunnen vertellen. De openbare school hoeft dus gerust de bijzondere niet als de zwarte pot aan te kijken, want zij als ketel is nog véél zwar ter! Dus de partij kan er buiten blijven. Te meer, wijl het in de tweede plaats een feit is, dat de min of meer kunstmatige leerlingenkweek niet geschiedt om het geld. Immers, een school, die zich boven de negentig ik neem nu dit voorbeeld maar eens weet te houden, krijgt, jal voor één onderwijzer méér, de subsidie uit gekeerd, maar... moet dien onderwijzer dan ook hebben en betalen, zoodat ze er nog geld b ij 1 e g t. Om het geld is het niet te doen. Maar om het onderwijs op peil te houden. Al kunnen we dan ook sommige handgrepen, die tegen 15 Jan. wel eens ple gen gebruikt te worden, niet goedkeuren, zonder aan de anderen kant van mislei ding te willen spreken de vraag klemt toch, dunkt ons, of hier niet een misstand is, die weggenomen dient te worden.'' En dan komt het „Frie sohe Dag blad" tot zijn voorslag om de zaak Techfc te zetten. Ziehier welk middel het blad aan de hand doet: „Als in de eerste plaats niet het aantal kinderen op één datum, maar het gemid delde van dat aantal op vier data, bijv. 15 Jan., April., Juli en Oct., als maatstaf werd aangenomen, zou het kunstmatig ver- hoogen van dat aantal wel onmogelijk blij ken in de praktijk En als da-ar bij dan de regel gold, dat een school, die onder de - grea-i daiit, nog één, liefst twee jaar in hei genot van de oude subsidie blijft, dan rou de praktijk kunnen uitwijzen of we hier met een blijvende daling te doen hebben, en de school zélf zou al den tijd hebben, om zich op den nieuwen toestand voor te bereiden." Onder het- opschrift Volkszang en Muziekkorpsen schrijft prof. L. A- Dobbelsteen van Heeswijk in het jongste nummer van „De Varende Zan ger": Geen grooter gezelligheid en pleizier in stad of dorp, dan wanneer de harmonie of fanfare uittrekt. De muziek is de ziel der feestvreugde. Vier een feest zonder muziek, het is gewoonlijk een saaie boel. Men wil vroolijk zijn zoodra de bonen van het korps ovor de straat klinken, 't Is daarom niet zonder reden, dat een plaats met een goed muziekkorps boven andere uitsteekt en in feestelijk vertoon de kroon spant. Ook tot veredeling van heb vermaak kan goede muziek ten zeerste bijdragen in zoo verre zij dronkenschap en ruziepartijen weerhoudt en allen in een broederlijken band van vreugde en eensgezindheid ver- eenigt. Vooral nu in den laatsten tijd allengs meer veld wint het streven, om liederen te brengen onder het volk, om de goede te be houden en de slechte te weren en zoodoende te trachten ons volk te verheffen en een weinig poëzie te mengen in het prozaïsche van zijn rusteloos zwoegen en streven, kun nen de muziekkorpsen daaraan een grooten stoot geven en zijn bepaald een der mach tigste factoren om die pogingen te doen slagen. Waarom immers zijn onze goede vader- landsche liederen zoo weinig gekend, terwijl de kleine baas van een jaar of zeven de meeste operettede urnen van onzen tijd opdreunt? Waarom wil het goede lied er niet in? Omdat het volk meer houdt van het pi kante, van het losse? Och koml Laten we nu toch niet zoo'n slecht idee over onszel- ven hebben en onze mannen en vrouwen als zedelijk vervallen aanzien. 't Zit 'em in de propaganda en anders nergens. Men zingt na, wat men hoort zingen, en hoe meer men hoort, hoe meer men het eingt. Een draaiorgel, dat vijftigmaal zijn num mer afdraait, zal meer succes hebben, dan een, dat zich maar vijf en twintig keer laat hooren. De operette-deunen met of zonder aange paste woorden van verdacht allooi zijn sohe- ring en inslag op alle muziek-automaten, pianola's, phonola's, orgels en tingeltan gels; een goed degelijk lied behoort tot de zeldzaamheden. En onze harmonie- en fanfarekorpsen werken dat nog in de hand door het uitvoe ren van zoogenaamde potpourri's, waarin de banale, liederlijke liederen voorkomen. Laat ze eens spelen de liederen van „De Leeuwerk" of „Ons Lied," die toch voor harmonie- of fanfare-zetting te krijgen zijn. Als or een serenade gebracht wordt aan den feesteling, wordt er een marsch of con- certnummer ten gehoore gebracht, goed; doch laat de meetrekkende sohkre ook eens haar hart luchten in huldetonen, laat ze een lied zingen, al of niet toepasselijk, het doet er niet toe, met begeleiding der muziek en men zal zien, hoe gaarne het publiek uit zingt in plaats van steeds luisterend te moeten toezien. Dus bij eiken marsch tocht, bij olk concert, bij elke serenade een paarr liederen voor het volk en door het volk met begeleiding der vroolijke tonen van de muziek. Buiten met volle, in de zaal met kleine bezetting. Vergadering van Dinsdagavond 11 Juli. Voorzitter de heer Schimmelpenninok v. d. Oye. Nadat voorlezing is gedaan van een brief, waarbij de familie kennis geeft van het overlijden van den heer mr. Jacob »Sicken- ga, lid der Eerste Kamer, zegt de Vo o r- z i 11 e r ongeveer heb volgende Mijne heeren, deze mededeeling legt mij de droevige taak op, enkel© woorden te wijden aan de nagedachtenis van ons go- acht medelid. Zijn afsterven was voor velen van ons onverwacht en is voor de Eerste Kamer een gevoelig verlies. De ijver, waar mede hij zich aan z-ijn taak wijdde, zijn adviezen, welke zoowel om de gewichtige betrekkingen, weke hij bekleedde, als door zijn ervaring op menig gebied', zeer gewaar deerd werden, zullen noode worden ge mist. Zijn heusche vormen, waarvan de be- teekenis in een politieke vergadering niet mag worden onderschat, maken zijn heen gaan tot een gevoelig verlies. De rede werd staande aangehoord, waar na men overging tot het trekken van de afdeelingen. Donderdag te elf uren zal de Kamer in openbare zitting bijeen komen tot het be handelen van een aantal wetsontwerpen, waaronder die betreffende de eedskwestie en het hoogere landbouwonderwijs. De Kamer gaat in de afdeelingen. Organisatie tandheelkundig onder? ij s. Blijkens het voorloopig verslag omtrent de betrekkelijke wetsvoordracht, vond elk der drie stelsels, tusschen welke, gaat men over tot de noodzakelijke reorganisatie ~an het tandheelkundig onderwijs, moet worden gekozen, bij het afdeelingsonderzoek verde digers. Het eerste stelsel, dat voor do toelating tot de tandheelkundige praktijk de eisch zou worden gesteld van volledige bevoegd heid, werd door sommige leden voorge staan, voöral in het belang eener verheffing van het vak der tandheelkunde en van en stand der tandheelkundigen. Het tweede, dat de aanstaande tandarts eerst tot de tandheelkundige studie zal worden toegelaten na aflegging van het tweede natuurkundig examen, of wel van het candidaatsexamen in de geneeskunde, vond vele voorstanders. Een verhooging van het peil der tandheelkundigen werd door dit stekel voldoende gewaarborgd, meende men, en men achtte het niet wen- schelijk, dat aan personen, die den leeftijd van 23 of 24 jaar nog niet hebben bereikt, do zelfstandige uitoefening der tandheelkun dige practijk wordt toevertrouwd. Dat de theoretische opleiding in dit stelsel te breed zou zijn, kon men allerminst toegeven. En - door de aanvaarding van dit stelsel zouden groote bezwaron worden ontweken, welke aan de toepassing van het in het wetsont werp voorgestelde systeem kleven. Ook het derde stelsel, dat de Minister heeft gekozen en dat wordt omschreven als dat van een beperkte medische voorstudie vermengd met practische lessen en gevolgd door de zuiver practische studie, had in lx? ginsel de instemming van vele leden, die oordeelden, dat alleen bij het -epasseu van dit systeem kan worden verwacht, dat Q6 gelegenheid tot 't verkrijgen van goede tandheelkundige hulp genoegzaam alge meen zal worden, hetgeen naar hun meo- ning het belang is, dat hier in do allereer ste plaats moet wegen. Intinsschen meenden versoheideno leden, dat bij de uitwerking van dit stelsel men moet komen tot een inrichting van de op leiding, eenigszios afwijkende van die in 's Ministers voorstel belichaamd. Zij waren van. oordeel, dat die opleiding geheel en al het karakter !>ehport te hebben van een vakopleiding. Men vroeg of de Minister de noodzake lijke oonsequenticn van zijn stelsel L^eft overwogen en zou gaarne vernomen, welke naar zijn meening de gevolgen iaarvun n financieel opzicht zullen zijn. De wijziging van den titel van tandmees ter in dien van tandarts vond bij verschei dene leden bestrijding. Gevraagd werd nog of de behoefte zich niet heeft doen gevoelen d'oor het verkrijg baar stellen van een Rijksdiploma de vor ming van goede z.g. iandtechn<kef3 in de hand to werken. Vooral werd een wetsoe- bopaling bepleit, welke de praktijk tegen gaat, dat fcandteohnikers zelfstanlig tand heelkundige hulp verleenen. Ambtenaren Rijksverzeke- ringsbank. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft inlichtingen verstrekt op het adres van den voorzitter en de secre taresse van den Algemeencn Nederland- schen Ambtenaarsbond, houdende verzoek het daarheen te leiden, dat worde ingetrok ken de beslissing in zake onthouding van periodieke traktementsverhooging aan twee klerken der Rijsverzekeringsbank. De Minister, die uitvoerig inlichtingen geeft omtrent het onderzoek, te dezer zake ingesteld naar aanleiding van de gevraagde adviezen van het bestuur der Bank, betwist de juistheid der meening van den Bond, dat de Minister de rechtsgeldigheid van L«t Organisatiebesluit zou hebben aangetast door een periodieke verhooging niet toe te kennen zonder dat daartoe een voorstel door-het- Bankbestuur was gedaan. Hoewel de ambtenaar, die naar het oordeel van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 9