No. IS'FSO. Amo 1911, Buitenlandseh Overzicht Brieven van een Leidenaar. Vragen-en Antwoorden. Voeding der Zenuwachtigen. Wij kunnen heden korfc zijn over do brü- lante kwestie van MaroLko, aan gezien er geen nieuws is sedert gisteren. Er worden tal van beschouwingen geleverd, maar de vergezichten, die wij gisteren open den te dezer zake, zijn zoo ongeveer het thema, waarop alle meer of minder uitvoe rig voortborduren. Ontegenzeglijk heeft de verklaring van den Engelschen minister A s q u i t-h, die wij gisteren publiceerden, veel bijgedra gen tot het behoud van de kalmte. Enge land heeft zich, zonder eenigen slag om den arm, oprecht geschaard aan de zijde van Frankrijk en evenzoo deed Rusland. Het evenwicht in Europa is dus gehand haafd en wij mogen verwachten, dat de kwestie een Marokkaansche ~-l blijven en niet overslaan tot een Europeesohe of scherper gezegd tot een Fransah-Duitsche. De algemeene opvatting is dat hc: zal moeten komen tot een nieuwe conferentie, die een nieuwe gedragslijn zal vaststellen want blijkbaar heeft de aote van Algeciras zijn tijd gehad en zal zij weldra het voor beeld van de nachtkaars volgen. Onze lezers zullen er ons niet minder vriendelijk om aankijken, hopen we, als we hun vandaag in deze klamme tijden, de wei nig verfrisschende Marokko-basohouwingen besparen. Misschien kunnen we Maandagavond met een nieuw gezichtspunt aankomen. De Koning en Koningin van Engeland zijn gisteren naar Ierland vertrokken om er een bezoek te brengen. Men weet dat de Ieren nu niet zoo bijs ter op dat bezoek gesteld zijn. Zij willen eerst ,,home rule," eigen bestuur, hebben en zoolang dat er niet is, wenschen zij ook fan hun kant geen vriendelijkheden te be wijzen. De raad van Dublin had dan ook beslo ten den Koning bij zijn komst niet officieel te verwelkomen. Dat vond de burgemeester wel wat bar. Hij trachtte er nog iets op te vinden. Er werd een buitengewone zitting van 'den Raad bijeengeroepen, maar er bleken toen de zitting geopend zou worden niet voldoende leden te zijn opgekomen, zoodat nog geen besluit werd genomen omtrent do vraag, of de gemeenteraad zou terugkomen t>p het vroeger genomen besluit om den ko ning bij zijn komst te Dublin geen officieelen welkomstgroet namens den Raad te bren gen. Uit de houding der aanwezige leden echter kon men opmaken, dat er van in trekking van dit besluit geen sprake zal zijn. De buitengewone raadszitting wekte overigens te Dublin groote belangstelling. Meer dan 1500 menschen waren voor het raadhuis verzameld. Politie stond aan de deuren om zorg te dragen dat alleen raads leden binnen zouden komen, maar deson danks wisten toch eenige onbevoegden de ïaadzaal binnen te komen. De politie char geerde herhaaldelijk om de al te sterk op dringende menigte achteruit te drijven. Toen de lord-mayor de raadzaal binnen kwam werd er gejouwd. Nadat de vergade ring wegens onvoltalligheid was verdaagd, hielden de leden een officieuse bijeenkomst, ,waarin zij zich tegen den lord mayor ver klaarden. Wat er gebeuren zal, is nog niet met zekerheid te zeggen. In een schrijven had de lord-mayor ver klaard, dat hij, zelfs als de raad mocht ."weigeTen, den koning een adres van wel kom aan te bieden, toch zelf uit naam van de burgerij den koning zou gaan begroeten, maar na deze stormachtige bijeenkomst van den Raad en de tooneelen die hierbij voor kwamen, heeft hij verklaard nog niet te we ten, welke houding Iiij in. deze omstandighe den zal aannemen. Groote verontwaardiging heeTscht in na tionalistische kringen, vooral over het op treden der politie. Bij de rumoerige toonee len voor het raadhuis schijnen n.L ook 'eenige raadsleden en zelfs een wethouder ïn de verdrukking te zijn gekomen. Fn dat heeft natuurlijk de nationalistische raads leden niet in een betere stemming gebracht. Het is voor den Koning niet prettig een bezoek te gaan brengen aan zijn Iersche onderdanen. Ten aanzien van de parlementaire kwestie zijn wij thans zoover, dat het Hoogerhuis het groote amendement van Lansdowne op de vetowet met 253 tegen 46 stemmen heeft aangenomen. Dat amende ment zonderde van den gang van zaken, dien de wet aangeeft voor wetsontwerpen, door het Lagerhuis aangenomen en dooT het Hoogerhuis verworpen, een aantal wets ontwerpen uit en verlangt dat die eerst door een referendum worden bek- chtigd. Die wetsontwerpen zijn die, we. .e het be staan van de kroon en d. Protestantsche troonopvolging raken, die welke Home Rule invoeren in de verschillende deelen van het Koninkrijk en in het algemeen die, welke een gemengde commissie uit de twee Hui zen van bijzonder gewicht atiit. Tijdens deze beraadslaging vi l een aar dig incident voor. De Lords waren druk bezig het veto-ontwerp, dat hun maobt zal breidelen eens flink onder handen te nemen. De aartsconservatieve markies van Salis bury, niet de oude, bekwame staatsman van weleer, maar diens opvolger, stond net te hakken op den parlementairen regeerings- vorm en de souvereine macht van koning en volk in één adem op te hemelen. Een paar honderd pairs en pairesses, hechte steunpilaren van de tory-partij, verkneu kelden zich in zijn aanvallen op een regee ring, die de aloude macht van het Huis der Lords durfde aanranden. Toen eensklaps, midden onder zijn speech, door de open vensters van de snikheete vergaderzaal, een hevig ge-rrrr van buiten werd vernomen. Mylord, die het woord had, was onthutst door die onverwachte en onge permitteerde interruptie. Wat nog verer gerde, toen verscheidene pairs en pairesses hun biezen pakten en naar buiten storm den. Zij begrepen dodelijk wat er aan de hand was. En de lezer zal er ook wel niet naar raden. Een aéroplane vloog rond het sta tige parlementsgebouw, een begroeting van den nieuwen tijd. De jonge Engelsohman Graham Gilmour waagde de eerste vlucht van Brooklands over Londen, rond de St-.- Paul's koepel in een wijden ciukel om Big Ben trekkende. De Engelsche aéi-odub ver bood baar leden het vliegen over een stad, maar Gilmour waagde, het er op. Hij kon echter niet vermoeden, daardoor een oogenblik van vreugde in het Hooger- ttwiis te verstoren, mylord Salisbury met veel geraas in de rede te vallen en hem erger te hinderen 'door het haastig heen gaan van lords en ladies, die het kijken naar een vlieger wel zoo mooi vinden als het luisteren naar een speech. Of e rnog symboliek moet worden ge zocht in dit incident, en of de Lords ov.^n- hoog zullen vliegen met hun plannen als de aviateur met zijn monoplan? Wij betwijfe len het. De kwestie van de „Chemin ots", de bij de groote spoorwegstaking ontslagen arbei ders is, zooals men weet, in Frankrijk nog steeds h angende. Briand, Monis en thans Caillaux zitten er mee. Gisteren heeft de afgevaardigde Coly een motie ingediend waarin een voorstel werd gedaan omtrent de wodcr-in.dienst-stelling van de spoorweg arbeiders. Minister-President Caillaux wensohte die niet to aanvaarden en stelde de kwestie van vertrouwen. De motie-Coly werd daarop verworpen met 409 tegen 90 stemmen. Vincent vroeg daarop dringend verklaring van een andere motie ten gunste van de wederaanneming. Ook daartegen verklaarde zich minister Caillaux, terwijl hij wederom de kwestie van vertrouwen stelde. Beauregard diende daarop een andere mo tie in met de strekking om te weten te ko- mon of de regeering zou ophouden bezwaren op te werpen tegen de wederindienststelling. Ook deze motie werd door Caillaux niet aanvaard. De prioriteit voor de motie-Vin- oent werd. verworpen met 385 tegen 13 steramen. Do motie-Beauregard werd verworpen met 365 tegen 171 stemmen. Een motie van Pechadre, door de regee ring aanvaard, waarbij de verklaringen van do regeering werden goedgekeurd en ver trouwen in haar werd uitgesproken, werd aangenomen met 361 tegen 81 stemmen. Wij kunnen niet anders zoggen, dan dat Caillaux mooi over deze hindernis is heen- gekomen. Als hij er in slaagt de. andere even secuur te nemen, zal hij zijn brevet als pre mier wel verdiend hebben. Overigens heeft de Fransche pers artike len over het bezoek van President Fallières aan ons land, die zonder onderscheid in zeer waardeerenden toon zijn gesteld. Onder de tegenwoordige omstandig heden is het begrijpelijk, dat in die beschou wingen met een Duitschland een por krijgt. De Hollanders, zoo lezen we, zijn een fier volk met een schoone historie op menig gebied van cultuur en zij voelen veel voor ons. Dat konden we merken bij het bezoek van onzen President. Er was in de hartelijke ontvangst iets onmiskenbaar spontaans, iets warms. ^nderdaad gelooven wij dat de sympathieën in ons land, zij het soms onbewust, over wegend paar Frankrijk uitgaan. Thans van onbewuste sympathie naar po sitieve wetenschap. De wetenschap is niet aan een plaats gebonden, zij is oosmo- polit-isch in den goeden zin des woords. Niet alleen de uitkomsten, die zij verkrijgt wor den uitgewisseld maar tegenwoordig gaan ook de mannen der wetenschap zelf over en weer. Zoo herinnert men zieh dat D u i t s c h- landen Amerika telkens eikaars hoog- leeraren uitnoodigen. Deze uitwisseling schijnt ook in Japan t9 worden beschouwd als een middel tot bevordering van de onder linge waardeering van verschil lende landen. Het denkbeeld is vooral in Japan zeer gunstig ontvangen; er hebben zioh zelfs reeds rijke Japanners aahge boden om al de kosten op zich te nemen. Volgens een bericht aan de „New-York Herald" zou Japan reeds in dit jaar een begin van uitvoering aan het plan geven door de uitzending van professoren naar de oos telijke staten van Amerika. Wij spreken nu over Japan en de Ooste lijke Staten over Amerika. Verder van honk kunnen we niet gaan, aangezien wij hier zoo wat bij onze tegenvoeters zijn cn men zegt, dat dé aarde rond is. Een geschikt punt dus om vandaag to eindigen. CCCLXII. Het spreekwoord zegt, dat de beste stuur lui aan wal staan en nu weet ik wel, dat ik, zaken van algeineenen en bijzonderen aard besprekende, ook wel aan den wal sta, maat tot mijn rechtvaardiging voeg ik er aan toe, dat ik liefst niet over een en ander schrijf of ik moet er mee op de hoogte zijn of door anderen van wie ik vertrouw dat zij op de hoogte kunnen zijn, zijn in gelicht. Maar zoo af en toe en vooral in dagen, waarin wij thans vorkeeren, nu men de bur gers bij het vervulLen van hun burgerplicht graag den rechten weg schijnt te willen wij zen, treft men tal van deze stuurlui aan den wal aan, wiens raadgevingen echter niet altijd ons zouden brengen, waar wij wezen willen. Zoo hoorde ik dezer dagen, nu men overal over do electrische tram spreekt, bijv. ver kondigen dat onze gemeenteraad allerdwaast had gedaan om voor -den aanlog van de elec trische tram concessie te verlcenen aan de Noord-Zuidholl. Tra mwegmaal schappij. De gemeente had de winst daarvan zelf in het laadje kunnen strijken die ze nu vallen laat in handen van de aandeelhouders. Do man, die dit vertelde, wees daarbij op de Haagsohe Tram, die ook vrij groote winsten oplevert en daardoor uitkeering van hooge dividenden mogelijk maakte. Nu ben ik aller minst een vijand van gemeente-exploitatie, doch ik zou liet niettemin sterk hebben af gekeurd, dat de gemeenteraad van Leiden had besloten de tram zelf te exploiteeren, omdat hij er een leclijke strop aan zou ge had hebben. Dat de N-Z.Hollandsche of lie ver dat de Holl. Spoorweg-Maatschappij het lijntje toch wel in exploitatie wilde nemen, zit bietrin, dat deze lijn door Leiden een onderdeel is van de verbinding met Katwijk en N cord wijk en straks eveneens met Alphen. Ik mag hier geen cijfers noemen, omdat ik dan geheimen zou verklappen, die mij in een zekere kwaliteit zijn toevertrouwd, maar ik kan dit wel zeggen, dat bij de mooiste berekening en met de verwachting dat het tramverkeer in Leiden belangrijk zal toe nemen, er van winstmaken in dc naaste toe komst zelfs geen sprake zou kunnen zijn, wel van verlies. En nu heeft de gemeente weten te verkrijgen dat de concessionarissen den bencodigden electrischen stroom niet alleen voor het gedeelte der lijn door de stad, maar ook voor de andere, lijnen, van de gemeen telijke Centrale betrekt, waardoor zij nog een aardige -winst maken. Had Leiden de concessie niet verleend, dan was ook daar niets van gekomen, de Maatschappij had een voudig te Rijnsburg of ergens anders liaar eigen Centrale gebouwd. Voor de overwulving van het KorLRapenburg en de nieuwe Blauw- poortsbrug hadden wij evenmin een belang rijke bijdrage van de Maatschappij ontvangen. Nu moge men het principe gemeente-exploi tatie nog zoo mooi vinden, men doet toch verstandig er voor te waken, dit principe niet zoo consequent door te voeren, dat de gemeente en daardoor de belastingschuldigen er het slachtoffer van zouden worden. Ik ben er zeker van en ik meen dit hier nog eens te moeten zeggen, dat de door het ge meentebestuur gevolgde trampolitiek een zeer verstandige is. Zoo hoorde ik op een andere plaats en van een ander persoon dezer dagen nog een uitdrukking die mij even bedenkelijik voor kwam en die ik, omdat ik heb gemerkt dat ze hier en daar met instemming werd vernomen ook even wensdb te bespreken. Er werd gevraagd aan een spreker wat hij er wel van zeide dat de gemeente Leiden leerlingen van buiten op de H. B. S. voor Meisjes toelaat tegen een bedrag aan schoolgeld, ver beneden den prijs die het onderwijs de gemeente, per leerling omge slagen, zelf kost. En het antwoord luidde: mijnheer de voorzitter, men kan deze vraag stellen en haar tegelijk beantwoorden: Leiden oseft zulke klaploopers niet noodig." Zoo gemakkelijk als deze spreker zich het antwoord dacht is het eobter volstrekt niet. Neems eens aan dat elke klasse van deze school door Leidenaars voor wordt be zet dan is aanvulling van het laatste door buiten-leerlingen voor de gemeente bijna zuivere winst. Men behoeft er geen leerkrachten meer voor aan te schaffen, de ruimte is er voor, hoogstens zou het aan leermiddelen iets meer kunnen kosten. Het ligt niet aan den spreker te beoordeelen dat het anders is. Dat de buitengemeenten in het algemeen iets bijdragen in de steeds stijgende kos ten van bet onderwijs, waarvan de bewo ners uit deze gemeenten kunnen profitee red daar van ben ik een voorstander, maar men mag niet den kostenden prijs vragen, dan wordt men onbillijk jegens zijn buren en dat is niet alleen niet nobel, het is ox uit welbegrepen eigenbelang zeer af keu ren. Ik zou de buitenmenschen die af en toe iets van Leiden genieten allerminst met den veraohtelijken naam van klaplooper willen bestempelen. Wij doen al ons best om de stad ook voor den vreemdeling aan trekkelijk te maken, en het verkeer te be vorderen omdat wij welen dat vr-cmdelin- genverlkeer een der voornaamste factoren is van haar bestaan en haar bloei. Een stadsgemeente als centrum van een kring van welvarende buitengemeenten is als een bijenkorf, waar naar toe de nijvere werkbijen de honing aandragen. Ook dit beeld mog& uit taalkundig oogpunt niet door den beugel kunnen, het is toch veel meer aan de waarheid getrouw dan die van klaplooperij. Stel eens dat Leiden, zooals het thans reilt en zeilt, stond te midden van een dorre zandvlakte, een op zichzelf ondenk bare veronderstelling, omdat zich er dan nimmer een bloeiende stadsgemeente zou hebben ontwikkeld, waarvan zouden dan onze neringdoenden bestaan? Als de eene hand de andere wascht, dan worden ze beide schoon, en zoo gaat^het ook met de stads- en dorpsbewoners. Zij kunnen elkander met missen, hun belangen loopen in elkaar, en de buitenmenschen werken er zeiven toe mede dat de stede lijke gemeente ook hun behoeften grooben- deels kan bevredigen. Laten de bewoners der omliggende ge meenten het zich van mij zeggen, dat wij, Leidenaars, hun niet beschouwen als klap loopers, maar als welkome gasten, die we hier gaarne zien, en wier kinderen wij tegen billijke vergoeding met genoegen een plaatsje gunnen op onze gemeentelijke on- derwijs-inrichtingen, en dus ook op onze Meisjes Hoogere Burgerschool. Ik heb deze inrichting meermalen tegen aanvallen van verschillende zijden verdedigd, omdat :k van oordeel ben, dat zij in de rij van de onderwijsinstellingen, waaraan Leiden een harer aantrekkelijkheden ontleent, nu zij eenmaal bestaat, niet zonder schade van het geheel kan worden gemist. Daar waren er en er zijn er misschien nog die daar anders over oordeelen. Men heeft in onzen gemeenteraad pogingen ge daan haar om te zetten in een school voor meer uitgebreid lager onderwijs, men beeft het schoolgeld zeer hoog willen opvoeren, alle pogingen, die mijns inziens de schoal veel kwaad zouden hebben gedaan, en het belang der gemeente niet zouden hebben bevorderd. En nu i9 in do raadszitting van Donder dag te dien opzichte de vrede gesloten. Voor- en tegenstanders hebben elkaar gevonden in het voorstel van B. en Ws., waarbij een even redig schoolgeld wordt geheven volgens een matigde progessieschaal. Ik behoef de cijfers er van niet meer tc noemen, men kent ze, doch wij kunnen gerust vaststellen, dat nie mand in verband met zijn maatschappelijke positie, daardoor teruggehouden zal worden de meisjes, die daarvoor in aanmerking kun- nen komen, er heen te zenden. En een zeer aangenomen indruk maakte het van de vroe gere tegenstanders van deze 6chool te ver nemen dat men de oppositie er tegen nu zou staken, zich bij den tegenwoordigen toe stand zou neerleggen, overtuigd als men is, dat een periode van rust en bestendigheid de school ten goede zal komen en het onder wijs meer doen gedijen. Dat is een bravo waard en eert hen, die de verklaring aflegden. Moge dan deze school, waarin naar mijtt meen ing do meisjes van de burger en ge goede standen een uitstekende, voor de vtouW vooral passende opleiding ontvangen, onder het nieuwe Tégimo in bloei toenemen en blij- ven medewerken tot meerdere aantrekkelijke hcid van Leiden, voor allen die goed, dege^ lijk en niet te duur onderwijs ook voor hun dochters zoeken. Vraag: Kunt u mij ook zeggen Iioe ilc reizen moet naar Doorn en hoeveel kost dit? Antwoord: per Staatsspoor tot Drio.; bergen en verder per tram. Enkele reis Drie-: bergen f 1. Vraag: Is u ook hier te lande in een! gezonde, boschrijke streek een inrichting be-> kend, waar iemand (geen tuberculose-lijder) een rustkuur kan ondergaan? Antwoord: Als u het kunt betalen, té overMaar waarom moet het een „inrichting" zijn? Een rustkuur kan men in oen pension ook houden Vraag: Hoeft mijn buurman het recht om van doperwten, welke ik geplant heb lange 'n hek van kippengaas, aan zijn kant de vruoh- ton af te plukken Antwoord: Ja, als zij op zijn terrein overhangen. Vraag: Gaarne wilden wij een uitstapje naar Wageningen maken. Zoudt u mij s.v.p. kunnen zeggen welke omstreken daar mooi zijn En wolk is de mooiste reisgelegenheid, per Staats^- of Hollandsche Spoor? Antwoord: Wel, u moet naar Rotter-; dam gaan en van daar per boot. Veel aarn digea* dan per spoor! En als u cr eenmaal is, is, ziet u vanzelf welke omstreken mooi zijn I Vraag: "VVat is de kortste of mooiste weg per fiets van Leirlen naar Maastricht? Antwoord- Mooiste weg: Leiden, Utrecht, Zeist, Doorn, Leersum, Rheneu, Wa. geningen, Nijmegen, Gennep, Venlo, Roer. mond, Ma as t r i c h t, Afstand 256 7 K.M. Kortere wegLeiden, Gouda, Gorkum, 's-Hertogenbosch, Veghel, Roermond, Maas tricht. Afstand 224.7 K.M Vraag: Ik wil in Duitschland gaan fieb- sen. Waar moet ik mrj nu vervoegen, tot het bekomen van een legitimatiebewijs? Antwoord: Als gij lid zijt van den A. N. W.-B. bij den hoofdoonsul van dien. Bond te Arnhem. Indien gij geen lid zijt, vervoeg u dan bij de politie of ter Gemeente-secretarie/ Vraag: Wat. is de kortste weg van: I. Leiden naar Bergen-op.Zoom II. Bergen-op.Zoom naar Antwerpen? III. Antwerpen naar Ostendo? IV. Antwerpen naar Brussel En welke afstand in K.M. elk traject? An twoord: I. L c i de n. Rotterdam,- Dordrecht, Willemsdorp, Moerdijk, Zevenber gen, Rosendaal, B. op Zoom. Afstand 99.9 K.M. H. Be rgen opZoom, Hoogerlieide, Put-: te, Cappollen. Merxcm, Antwerpen, Af stand 35.5 K.M. III. Antwerpen, Beveren, St.-Nicolas>, Lokeren, Gent, Ursel, Knesselaere., Oedelem, Brugge, Strooienhaan, O s tc n d e. Afstand 121.7 K.M. IV. Antwerpen: Huisten, Halve Boom/ Willeboeck, Thisselt, Humbeek, Pont Brulé, Vilvordon, Trois-Fontaines, Laeken, Brus, sel. Afstand 43.7 K.M. Vraag: Welke is de kortste en gemak'j kelijkste weg naar Brummén per fiets? Hoe^ veel KM.. Antwoord: Leiden, Alphen, Zwam- merdam, Bodegraven, Woerden, Vleuten, Utrecht, De Bildt, Zeist, Woudenberg, Rens- woude, Ede, Arnhem, Velp, De Steeg, Die ren, Brum men. Afstand 1313 K.M. Heemschut". Door den Bond Heemschut" ia een adres gezonden en B. en Ws. van Haarlem, waarin, er op gewezen wordt, dat opgaand geboomte een der elementen is van de schoonheid der Nederlandsohe steden en be toogd wordt, d"t wanneer b aen i een straat of op een gracht door ouderdom ge vaarlijk dreigen te worden, slechts die, wel ke om deze reden niet behouden kunnen worden, dienen te worden jwelJ, om door jonge boomen te worden vervangen. Het adres is verzonden naar aanleiding van het voornemen, dat te Haarlem be staat om alle boomen in de Parklaan te doen vellen. De Bond verzoekt, dat deze boomen behouden mogen blijven. Nu allo boomen, in de Haarlemsche straten en op de Haarlemsohe grachten staande, geleide lijk geveld dreigen tc worden, meent de Bond, dat aan dit noodeloos opofferen van schoonheid een einde behoort te worden ge maakt. Onder de talrijke ziektetoestanden, die een buitengewone, energieke ver sterking door middel van een gepast dieet vercischen, is speciaal dc ze nuwachtigheid te noemen. Iedereen kent dit in zooveel vormen optre dende lijden, dat door zijn ontzet tende verbreiding onder oud en jong, trijk en aTm direct als dc kuituur- kwaal van onzen tijd te beschou wen is; iedereen weet ook hoe zwaar juist de zenuwachtige, dikwijls on der zijn algemeene matheid, zijn ge drukte stemming en zijn afkeer voor de arbeid lijdt, zonder toch eigen lijk als ziek te gelden. De maatregelen, die men tegen deze Seven lastige als gevaarlijke kentee- kenen helaas nog steeds in toepas sing brengt, laten zich in twee groe pen verdoelen. Aan den eenen kant grijpt men dikwijls naar opwekken de middelen, aangezien alle zenuw- lachtigen instinctmatig behoefte heb- fcep. aan middelen, die het lichaam het verloren gegane krach t&gevoel snel teruggeven. Dat daarmede in het gunstigste geval slechts voorbij gaande resultaten bereikt worden en dat het weerstandsvermogen der ze nuwachtigen, zoodra de opwekkende werking uitgewerkt heeft, des te ze kerder weder verdwijnen moet, ligt voor de hand. Opwekkende midde len toch werken op het organisme niet anders dan de zweep op het paard. Aan den anderen kant hebben vele zenuwachtigen een bijzondere voor liefde voor de kalmeerende middelen, die echter door den emstigen bc- oordeelaar eveneens in alle opzich ten veroordeeld worden. Ook hier door kan de zenuwachtigheid natuur lijk niet genezen worden. Zij ver minderen wel is waar de bijzondere onaangename, groote prikkelbaarheid der zenuwen en doen zoo het ge voel van lusteloosheid der zenuw achtigen verdwijnen, maar van een blijvende werking kan natuurlijk geen sprake zijn. Zoo een werking kan alleen met middelen bereikt worden, die het kwaad bij den wortel grijpen en de oorzaak der zenuwziekte uit den weg ruimen. Ten opzichte hiervan wordt er in den laatsten tijd met nadruk op ge wezen, dat men de zuiver lichame lijke werkingen, voeding en stofwis seling, voor het ontstaan van dit schijnbaar meer op de ziel betrek king hebbend lijden, een veel groo- tere beteekenis toekennen moet, dan men nog voor weinige jaren in het algemeen aannam. Deze wetenschap pelijke gevolgtrekking stemt met de in het dagelijksclie leven gemaakte ervaringen in ieder opzicht overeen; wij weten toch, dat op bestendige overspanning, op eenen slechten toe stand van het bloed, op de na ziek ten en operaties achterblijvende uit putting zoo dikwijls een langdurige prikkelbare zwakte van het zenuw gestel volgt. De groote beteekenis van een rijkelijke lichamelijke ver sterking bij zulke ziekte-toestanden 6preekt daardoor dan ook vanzelf. Een dergelijke versterking wordt nu, zooals de beroemdste vertegen woordigers der geneeskundige we tenschap door ontelbare proefnemin gen hebben vastgesteld, zeker en spoedig bereikt met het Sanatogen. Het Sanatogen werkt ten gevolge zijner hoogst doelmatige samenstel ling op het menschelijk lichaam en in het bijzonder op de zenuwcellen als versterkingsmiddel van den aller- eersten rang. Het bestaat namelijk uit het zuiverste melkeiwit en gly- cero-phosphaat. De hooge waarde van het eiwit voor de voeding is algemeen be kend; sedert dc onderzoekingen van Liebig, die hiervoor den grondslag gelegd hebben, geldt 't als de belang rijkste van alle voedingsstoffen en als de voornaamste bron van alle. spier kracht. Het melkeiwit, dat in het Sanatogen voorhanden is, is van een chemische en bacteriologische zui verheid, zooals tot nu toe bij het eiwit nog nooit bereikt werd. Deze zuiverheid wordt echter niet door verhitten bereikt, waardoor de eiwit- lichamen in hooge mate benadeeld worden, en waardoor de giftige pro ducten van vele bacteriën toch niet vernietigd worden; integendeel, zij berust op een voorbeeldige vervaardiging uit de zui verste grondstoffen. Het andere bestanddeel van het Sanatogen, het zoogenaamde glyce- ro-phosphaat, is het voornaamste deel van het lecithine, de chemische stof, die in de eerste plaats tot opbouw en behoud van de hersenen en van de zenuwen noodig is. In deze samenstelling en bereikte zuiverheid van het Sanatogen ligt de verklaring voor zijn voortreffe lijke werking en dat liet zoo goed bekomt. Sanatogen wordt dikwijls nog uitstekend verteerd, wanneer het organisme niet in staat is ander voedsel te verwerken. Al deze fei ten grondvesten de onontbeerlijkheid van het Sanatogen bij de voeding van zenuwachtigen alsook van zie ken, die snel en duurzaam versterkt moeten worden. Ontegenzeggelijk is in al deze ge vallen Sanatogen de ideale voeding. Deze gunstige beoordecling van het Sanatogen is gegrond op de on omwonden waardeering der artsen- wereld. Het preparaat is in ontelbare gevallen klinisch beproefd; dc re-: sulfaten dezer proefnemingen zijn in niet minder dan 120 publicccringon in geneeskundige tijdschriften be^ kend gemaakt. Deze literatuur wordt aangevuld door meer dan 14,000 gun stige beoordeelingen van practisce-: rende artsen. "Wie over Sanatogen en zijn toe passing nader wenscht te worden onderricht, verkrijgt, op wcnsch, van den Gen. Verleg, der Saualogen- "Werke, den Heer B. Harren- stein, Amsterdam, Heerengracht 278, mededcelingen uit het gedurende het twaalfjarig bestaan verzamelde Sanatogcn-archief. Sanatogen zelf is, zooals bekend, in alle apotheken en drogisterijen verkrijgbaar, 837 174

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 9