Hoe een Eskimo zijn huis bouwt
RECEPT.
STOFGOUD.
ALLS BiÏiEIi
als een brief uit Londen ons meldde, zelfs I
Koning en Koningin deelnamen, is onder
worpen. De verschillende bedrijven der ce
remonie werden „ingestudeerd;" ook de
zalving en kroning. Voor de kronings-insig-
nes werden echter plaatsvervangende voor
werpen gebruikt.
Tegen muggen en vliegen.
Een paar zeer eenvoudige middelen zijn
er om tegen die lastige bezoekers be
schermd te zijn. Wil men geen muggen in
de slaapkamer hebben, dan hange men er
enkele frisch gesneden takken van een ge
wonen note boom Juglans regia in op
en de diertjes zullen de plek mijden, waar
die hangen. Doch niet ieder heeft een note-
boom in zjjn tuin staan en dan is er een
'ander middel, nl. kruidnagelolie. Wanneer
men vóór het naar-bed-gaan het gelaat met
een paar druppels van die olie insmeert,
zal men geen last van muggen hebben.
Wel verspreiden beide een bijzonder, aroma-
tischen geur, doch men went daar spoedig
aan en bemerkt er dan niets van.
Ook vliegen kan men gemakkelijk uit de
kamers houden door voor de vensters, die
men des zomers open zet, enkele Pelargo
nium- en Caleeolaria-planten te zetten. Het
schijnt dat die lastige diertjes den bij zon de,
ren geur van deze planten met verdragen
kunnen en door een raam, waar zij voor
staan, niet naar binnen zullen vliegen.
Bekend is het, dat de eigenaardige, koe
pelvormige bouwwerken der Eskimo's uit
steenen van sneeuw zijn gemaakt. Toch is
misschien minder bekend welke constructie
hier wordt gebezigd. Het gebruikte mate
riaal is sneeuw in den vorm van blokken.
Deze grondstof heeft natuurlijk twee groo-
te voordeelen,ze is n. 1. nogal licht, en
bovendien kunnen de blokken ter plaatse
van den bouw pasklaar worden gemaakt.
Dit laatste is voor den Eskimobouwmees
ter vooral van veel belang, zóó zelfs, dat
het te betwijfelen valt of men voor steenen
gebouwen zijn methode zou kunnen navol
gen, hoe eenvoudig verzonnen zij ook is.
Op den grond wordt gelegd een rij
sneeuwblokken, in den vorm van een cirkel,
maar deze blokken hebben telkens een
eenigszins anderen vorm; de hoogte vooral
verandert voortdurend, doordat zij telkens
toeneemt, en wel zooveel, dat het laatste
sneeuwblok, dat dezen cirkel helpt vormen,
juist komt te liggen boven op het eerste.
Bij al de volgende rondgangen van den
Bpiraal-vormigen bouw blijven nu de „bouw-
steenen" even hoe», maar juist daardoor
blijft verder het spiraalvormig karakter
bewaard, zooals men begrijpt.
Verder vallen nog twee zaken bijzonder
op te merken. In de eerste plaats moeten
de sneeuwblokken aan den onderkant schuin
afgesneden zijn, zoodat ze bij het op-elkaar-
plaatsen iets naar binnen hellen, omdat an
ders niet de bekende domvorm van de
woning zou ontstaan. In de tweede plaats
worden de zijkanten van de blokken niet
rechthoekig op het blok afgesneden, maar
schuin en wel telkens met den schuinen
kant afwisselend gericht. Hierdoor wordt bij
het op-elkaar-stapelen der blokken het ge
makkelijk naar-binnen-glijden der blokken
belet.
Is ten slotte het gebouw ver genoeg ge
vorderd, Zoodat van boven slechts een kleine
opening openblijf^ dan wordt deze geslo
te^ door een passend gevormd stuk ijs.
De bouwmeester bevindt zich bij het bou
wen in de ruimte, voor de hut bestemd,
terwijl de blokken hem van buiten worden
toegereikt. Hij bewerkt deze, zoo noodig,
nog met zijn mes, totdat zij geheel voor
het doel geschikt zijn, en brengt ze op hun
plaats. Hij metselt zich dus geheel in. Is
ten slotte het bovenste sluitblok in de ope
ning gezet, dan maakt hij een opening, die
als deur dienst moet doen, maar die zoo
klein blijft, dat de bewoner zich slechts
kruipend uit en in zijn woning kan begeven.
Voor de deur wordt nog een lage lange
tunnel gebouwd, om de koude winden zoo
lang mogelijk buiten te houden.
Sehoorsteenen vindt de Eskimo overbo
dige weelde en geen wonder. De warmte,
die zijn olielampen hem geven, verbruikt
hij gaarne voor het verhoogen van de tem
peratuur zijner woning. Een ruit
wordt wel in den wand aangebracht, n.1.
vlak boven de deur. In den sneeuwbouw
wordt daarvoor een opening gehakt, en in
deze opening wordt geplaatst een dunne
ijslaag, die zoo doorschijnend mogelijk ge
kozen is.
Bloemkoolsoep.
1 L. bloemkoolwater (niet te zout), 35 G-
bloem, 40 Gr. boter, 1 ei of eidooier, iets
notemuskaat; restjes bloemkool.
Bereiding: Het water aan de kook .ma
ken, de boter smelten, de bloem er door
roeren, bij kleine hoeveelheden te gelijk het
bloemkoolwater, telkens laten binden. De
soep ten slotte laten doorkoken en afm;v-
ken met goed geklopt ei of dooier en wnt
noot. Mogelijke restjes bloemkool kunnen,
door een zeef gewreven; in de soep gedaan
worden en de mooie stukjes er in gepre
senteerd.
De rechtvaardigheid staat hooger dan de
rechtswetenschap. Zij is de bron, waaruit
die wetenschap voortvloeit. De rechtsweten
schap is de toepassing der rechtvaardig
heid op de bijzondere, toestonden der sa
menleving. Daarom moet de rechtvaardig
heid evenzeer beoefend worden als de
rechtswetenschap. Men moet iedereen ge
ven wat hij verdient. Meestal beoordeelt en
behandelt men de mensohen bij hun leven
naar hun uiterlijk en na hun dood naar
hun innerlijk; men moet hen ook bij
bun leven naar hun innerlijk beoordeelen
en behandelen, dat is rechtvaardig.
Van StipTiaan Luïsoius.
Geenwonder.
Een jong, ijverig redenaar verliet na zijn
rede het podium en keerde naar zijn plaats
in de zaal terug.
Vele aanwezigen kwamen hem de hand
drukken en een compliment wegens zijn
welsprekendheid maken. De spreker wor
stelde echter door de om hem heen ge
schaarde menigte en begaf zich naar een
man, die stil was blijven zitten.
,,Ik kom u bedanken," zei hij, „voor de
aandacht, waarmede gij mijn betoog gevolgd
hebt. Uw onafgebroken vol opmerkzaamheid
naar mij gewend gelaat spoorde mij aan
omdat ik er op las, dat u mijn réde ten
zeerste interesseerde, en u haar de grootste
opmerkzaamheid waardig vondt. Ik geloof
niet, dat gij zelfs één oogenblik uw oogen
van mij hebt i fjswend..."
„Ja, dat kan best", klonk het met een
gpedig lachje; ,.ik heb een ergen stijven
nek
Ook een compliment.
Zij„O, dokter, wat zijn de menschen
toch slecht! Wat is het leven een vreese-
lijke strijd van mensch tegen mensch', waar
bij 'het slagen regent."
Hij: „Zoo vreeselijk behoeft u zich toch
niet te beklagen. U, di© bij dien strijd
zoo'n prachtig paar blauwe oogen gekre
gen hebt."
O otk ©en gezichtspunt.
„Ik wensch mijn leven verzekerd te heb
ben, mijnheer," zei een zeer oude man,
die het bureau van een levensverzekerings-
agent binnentrad.
„Ik ben bang, dat onze Maatschappij
niet wensdbt die risico op zich te nemen,'1
antwoordde de agent
„Hoe oud bent u?"
„Vijf en tachtig."
„Wij sluiten nooit polissen af met per
sonen boven de tachtig."
„Maar wat mankeert jullie dwaze Maat
schappij toch? Weet u dan niet, dat er veel
meer menschen beneden de tachtig atexveni
dan er boven?"
Een pessimist
„Gelooft gij in het nut van lange enga
gementen?"
„JaweL"
„Maar wat is het nut dan?"
„Dat het huwelijk daarna zooveel korter
duurt"
In een v e r t r o uw e 1 ij (k? oogen
blik.
Zij (verloofd)„Ik moet je een kleine be
kentenis doen, lieverd; ik ben een paar
jaartjes ouder dan ik je zei."
Hij: „Ik ook schat; ik verdien iets min
der dan ik je opgaf."
V e r strooid.
Patiënt: „Dokter, zeg mij het ergste."
Dokter (verstrooid): „Uw rekening zal
honderd guldén bedragen."
B ij inversie.
Vriend des huizes: „Je vrouw schijnt erg
vroolijtk te aijn; die zingt zelfs in de keu
ken, als ze kookt"
Heer des huizes: „Jawel. En ik kook als
zij zingt"
Overeenkomst tuss enen;..
Vraag: Wat is de overeenkomst-tusschen
een doktersrijtuig en een leeuwenhok
Antwoord: Zoolang „hij" er in is bij
ongevaarlijk.
Anders bedoeld.
Twee advocaten kregen ruzie in tegen
woordigheid van een rechter. Ten laatste
schreeuwde de een, zijn zelfbeheeTsching
verliezende, zijn tegenstander toe:
„Meneer, u bent de grootste ezel, dien
ik ooit het ongeluk had "te ontmoeten."
„Ik roep de heeren tot de orde," zei de
rechter ernstig; u'schijnt te vergeten,
dat ik in de kamer ben."
Hij toch de baas.
„Zij werd zoo boos, dat zij verklaarde
direct naar haar moeder terug te willen
loopen."
„En hebt gij haar dat kunnen beletten?"
„Neen, beletten niet. Maar zij had haar
morgenjapon aan, dé meid was uit en... zij
kan geen van haar japonnen zelf vast
krijgen."
Op reis.
„Is dit een rookcoupé, mijnheer?"
„Neen, dame, een coupé verder,"
H a a r w e n s o h.
Bediende (in een muziekhandel): „Wat
er van uw dienst, mevrouw?"
„Zingt mij in slaap," alsjeblieft."
Beneveld.
A.„Ik heb gehoord, dat je oom ge
storven is. .Was hij nog tot het laatste
oogenblik bij zijn verstand?"
B.„Neen, zijn laatste wil was, dat fr
uit zijn testament werd geschrapt."
E e n r a a d.
Zij: „Ga je naar het buitenland?"
Hij: „Ja."
Zij: „Op aanraden van je dokter?"
Hij„Neenvan mijn advocaat 1''
Nahetexamen.
Gedropen candidaat: „Het is bijna niet
om te gelooven, hoeveel men in vijf minu
ten niet weten kan."